Frank Kalshoven in Volkskrant Over Pensioenen

You might also like

Download as txt, pdf, or txt
Download as txt, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Sterke column van Frank Kalshoven vandaag in de Volkskrant over pensioen en verm

eende zekerheid. Of beter gezegd, het vermeende recht op zekerheid in Europa. E


conomie katern gaat trouwens deze zaterdag helemaal over dit onderwerp. Aanrader
.

Het recht op pensioen is een leugen, anders niet


De tweeduizend gepensioneerden van het Rotterdamse sleepvaartbedrijf Smit zijn d
e pineut: hun pensioenuitkering wordt mogelijk per 1 januari 2011 gekort met 13,
2 procent. Dit verlies aan bruto inkomen kan misschien in de toekomst worden ger
epareerd als het financieel beter gaat met het ondernemingspensioenfonds. Maar v
oorlopig is het (als ik de nieuwe terminologie in de Kamer deze week tenminste g
oed begrepen heb) huilie huilie in Rotterdam.
Het kan u ook overkomen. Pensioen is tamelijk fundamenteel onzeker. Maar in plaa
ts van daar moeilijk over te doen, kunnen we er beter gewoon rekening mee houden
. Ik verklaar me nader.
Mag ik een eerlijk antwoord op een paar vragen? Welk beroep oefent u over tien j
aar uit? Voor hoeveel dagen in de week? Wat verdient u dan per jaar? En over twi
ntig jaar? Hoeveel netto euro’s per jaar heeft u nodig als 67 jaar oud bent? Nee,
niet in euro’s van nu, maar in euro’s van dan. Bent u tegen die tijd getrouwd? Hoe o
ud wordt u? Wat is uw huis waard als u 67 bent? Vindt u het aangenaam om tussen
uw 65ste en 70ste nog een paar dagen per week te werken?
Het eerlijke antwoord zal toch wel luiden: ik heb geen flauw idee. En ik heb nie
t de indruk dat u onder deze onzekerheid gebukt gaat.
Wie zekerheid wil over zijn aanvullende pensioen, moet geen pensioen opbouwen. D
e uitkering bedraagt dan nul euro, en die kan op elk gewenst moment ingaan. De r
est van ons moet het doen met de notie dat er wel een moment in het leven zal ko
men waarop voltijds werken minder voor de hand ligt, en dat het aangenaam is als
er dan, bovenop de AOW, extra pensioeninkomen zijn.
In combinatie met ons eigen spaargeld zijn dat dan de bronnen van inkomen, waarb
ij we – afhankelijk van onze gezondheid, ons humeur en onze vaardigheden – tot op ze
kere hoogte ook nog inkomen uit arbeid kunnen verwerven. Financieel en menselijk
kapitaal zijn uitwisselbaar. Eenmaal gepensioneerd, kunnen zowel de AOW, ons pe
nsioeninkomen als het rendement op ons eigen spaargeld mee- of tegenvallen.
Het vergt nogal wat om vanuit deze algemene notie te komen tot een berekening va
n centen en procenten. Het vergt allerlei veronderstellingen, over toekomstig in
komen, de burgerlijke staat, de rente en het rendement op aandelen, en de ontwik
keling van de huizenprijzen. Het vraagt inschatting van allerlei risico’s. De waar
de daarvan moeten we leren relativeren. Pensioen is fundamenteel onzeker.
In Nederland hebben we een paar dingen slim geregeld. Eén: verplicht van jongs af
aan wat geld opzij leggen voor later. Dat is handig omdat we vrij zeker weten da
t iedereen later pensioeninkomen kan gebruiken, ook al weten we dan niet hoeveel
. Twee: dat geld stoppen we in collectieve potten. Dat is handig omdat we zo pro
fiteren van schaalvoordelen bij het beheren van het gespaarde geld.
We hebben ook dingen dom gedaan. Pensioenfondsen zijn, in goede tijden, de kerst
boom gaan optuigen met allerlei aanvullende regelingen. Daardoor is het zicht op
de kernfunctie versperd. We hebben, ten tweede, geen afspraken gemaakt over het
verdelen tussen generaties van mee- en tegenvallers bij het beheer van de pensi
oenpotten. Dat is dom omdat jongere generaties meer risico kunnen en willen lope
n dan oudere generaties. En ten derde – en met afstand het belangrijkste – we hebben
de fictie gecreëerd dat er naast de dood en de belastingen een derde zekerheid in
het leven is: het pensioen.
Lang is in Nederland gezegd: we hebben hier geen ‘bijdragestelsel’ – waarin de pensioe
nuitkering de onzekere resultante is van de ingelegde pensioenpremies, het rende
ment hierop, de pensioendatum en de sterftekans – maar een ‘uitkeringsstelsel’ waarin
een deelnemer ‘recht’ heeft op een uitkering van een bepaalde hoogte. Dat is een fun
damenteel misverstand. Er zijn, de facto, geen andere stelsels dan bijdragestels
els. Pensioenuitkeringen moeten nu eenmaal uit de lengte of uit de breedte worde
n betaald.
Het ‘recht’ op pensioen is dus een leugen. Het bestaat gewoon niet, al staat het wel
op papier.
Het is misschien even wennen. Maar als u in gemoedsrust kunt leven zonder te wet
en welk werk u tegen welk salaris over tien jaar doet, waarom zou pensioenonzeke
rheid u dan verontrusten?

You might also like