Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Fysieke Distributie
Samenvatting Fysieke Distributie
Samenvatting Fysieke Distributie
Trends in de supply chain van bedrijven die een directe invloed hebben op het te formuleren beleid.
Deelsystemen
Voorraad
Extern
Magazijn Besturingsdistributie
transport
Besturingssystemen:
Volledige pull
Volledige push
DRP
Voorraadaanvulsystemen
DRP
Distribution requirements planning schetst een tijd gefaseerd systeem, waarin de vraag van de klant
wordt door gekoppeld naar toeleverende schakels in de keten. In DRP worden optimale
bestelgroottes als belangrijke input gebruikt.
De modellen zijn relatief eenvoudig, maar hebben als nadeel dat er alleen per schakel wordt
geoptimaliseerd en niet over de gehele keten. Ze werken met een beperkt aantal
kostencomponenten.
Op basis van een voorspelde vraag en de aanwezige voorraad bepaalt DRP wanneer er een bestelling
moet worden geplaatst. DRP lijkt op MRP (productieomgeving).
DRP-I houdt alleen rekening met beschikbare hoeveelheden goederen. Met name de aandacht voor
een beperkte capaciteit van transportmiddelen, magazijn of financiën worden toegevoegd voor DRP-
II.
Hoofdstuk 3: Distributiecentra
+ Verschuiving kosten
+ Werkkapitaal
Te bepalen:
Soorten DC:
∑𝑛𝑖=1 𝐷𝑖𝑅𝑖𝑋𝑖
𝑋=
∑𝑛𝑖=1 𝐷𝑖𝑅𝑖
∑𝑛𝑖=1 𝐷𝑖𝑅𝑖𝑌𝑖
𝑌=
∑𝑛𝑖=1 𝐷𝑖𝑅𝑖
Factoren transportkosten:
Hoofdstuk 4: Materials handling (Het intern transporteren, bewegen of fysiek verplaatsten van goederen)
Ontvangen (1) goederen – opslaan (2) – order verzamelen (3) – value added logistic (4) – Verpakken (5)
Traffic management bevat alle activiteiten die nodig zijn voor het externe transport te kunnen
beheersen.
Bij synchromodaal transport kun je op elk gewenst moment kiezen tussen verschillende modaliteiten
op basis van de actuele omstandigheden. Dit betekent dat je iedere keer weer een afweging kunt
maken wat de meest wenselijke manier van vervoeren is en welke modaliteiten je daarbij inzet.
Transportmanagementsysteem (TMS)
Hoofdstuk 6: Routeplanning
Waarom routeplanning?
Transportprobleem
Fabriek
3
D
C
Fabriek
1 D D
C C
D
C Fabriek
2
Hoe kunnen de hoeveelheden die aangeboden worden door de drie fabrieken het meest efficiënt worden
gedistribueerd over de 4 magazijnen?
• Fi= Fabriek i
• Wj= Magazijn j
• Xij=hoeveelheid goederen van
fabriek i naar magazijn j
• Si= Hoeveelheid aangeboden
goederen fabriek i
• Dj=Hoeveelheid gevraagde
goederen magazijn j
• Aij= Transportkosten per ton
van fabriek i naar j
Toepassingen
Hoofdstuk 7: Omni-channeldistributie
Positionering omni-channel
Er bestaan 4 kanalen:
Single-channel (de consument heeft maar een manier om bij de desbetreffende aanbieder te
komen)
Multi-channel (Hierbij kan de consument kiezen voor een aankoopkanaal dat het beste bij
hem past)
Cross-channel ( De consument koopt de goederen via een website, maar wilt ze afhalen in de
winkel)
Omni-channel (De consument kan ieder kanaal, binnen één aankoop, naast en zelf binnen
het andere kanaal gebruiken.)
Consumenten zijn niet echt tevreden. Liefst willen ze bezorging op afspraak. PostNL wilt de
consument steeds meer invloed geven op de bezorging. Albert Heijn geeft de consument de
mogelijkheid om een bezorgmoment te kiezen, tegenover betaling.
• Goed afgestemde commerciële strategie (prijs, merken, promotie) voor elk kanaal en op
elkaar afgestemd
• Goede distributie logistieke processen
• Transparantie in de goederenstromen van de parallelle distributiekanalen (ICT)
• Mens en organisatie goed neer gezet
Omni-channel voorraadbeheer
Zorgt voor:
Omni-channel warehousing
• Hoge verpakkingsdichtheid
• Afwegen tussen grote warehouses met veel robotisering en advanced WMS of kleinere
flexibele warehouses dichter bij klanten
Bij omni-channel warehousing is er veel aandacht voor de beheersing van de handlingkosten bij het
order verzamelen en het verwerken van de retours. Bij omni-channel is de ontwikkeling van de
grootschalige magazijnen, met veel mechanisering en robotisering van processen en de
ondersteuning van geavanceerde warehousemanagementsystemen uiterst actueel.
Welke bijdrage kan omni-channeldistributielogistiek leveren aan het oplossen van vraagstukken bij
transport naar consumenten en bij retours?
Levering van webwinkelbestellingen naar consumenten thuis gaat over de organisatie van het
transport gericht op leveringen dezelfde dag, of de volgende dag, met vaak specifieke tijdsvensters,
de keuzemogelijkheden bieden voor afhaalpunten en de mogelijkheden om retours mee terug te
geven. Ook vraagt de consument om betrouwbare informatie over de levertijdstippen.
Retail: Verzamelnaam voor bedrijven die goederen of diensten direct aan consumenten verkopen.
Als Retail logistiek niet goed functioneert, krijgt de detailhandel veel out-of-stock (en dus nee-
verkoop) met als gevolg ontevreden klanten. (Detailhandel: enkel tastbare goederen, dus geen diensten
(zoals bijvoorbeeld theater of bioscoop))
Lastmile-problemen:
De lastmile in de Retail logistiek gaat over het laatste deel van de keten en met name dat deel waar
het contact met de consument plaatsvindt.
Oorzaken:
1. Consument
2. Winkel
3. Retail-DC
4. Logistieke dienstverlener
5. Producent/leverancier
6. Overige oorzaken
Retailvoorraadbeheer
1. Servicegraad
Percentage bestellingen waaraan de detaillist kan voldoen
2. Veiligheidsvoorraad
Extra voorraad om fluctuaties in vraag op te vangen
3. Gemiddelde weekomzet
Gemiddelde afzet vermenigvuldigd met de prijs per eenheid
4. Besteltijd
Tijden waarop besteld kan worden
5. Levertijd
Tijd tussen besteltijd en daadwerkelijke levering van die bestelling
6. Orderniveau
Geeft voorraden in eenheden aan die, op het moment van bestellen, voldoende moeten zijn om aan
de vraag te kunnen voldoen
Drie distributievormen:
1. Traditionele distributie
2. Cross Docking
3. Directe verzending
De Europese eenwording
(waar voorheen elk land voor een product zijn eigen normen/specificaties had zijn deze nu voor alle
Europese landen gelijk)
Gevolg: het centraliseren van voorraden wordt veel gemakkelijker en leidt tot voorraadreductie
• Grenzen zijn verdwenen dus product kan veel sneller door Europa ‘reizen’.
Gevolg: leidt tot lagere voorraden bij ondernemingen en derhalve lagere voorraden in DC’s.
Welke elementen speelden een rol bij het bepalen van de ideale vestigingsplaats van een Europese
productielocatie anders dan zwaartepunt/gridmodel (*)?
Europees voorraadbeheer: Gaat over de optimale hoogte van voorraden gereed product per schakel
in de distributieketen.
Ja, het is namelijk niet voldoende om gewoon alle fysieke voorraden van de nationale DC’s te
verplaatsen naar één Europees DC en voor de rest alles bij hetzelfde te laten!!!
Je kunt niet alle voorraadniveaus en veiligheidsvoorraden van alle nationale DCs bij elkaar optellen!
De VV en voorraadniveaus bij één Europees DC moeten opnieuw vastgesteld worden!
Variant 1:
Nationale DC’s (NDC) hebben hun eigen (decentrale) fysieke voorraad.
Alleen het voorraadbeheer (= aanvulling van de voorraad) gebeurt centraal op Europees niveau (door
de ‘’Afdeling Centraal Voorraadbeheer’’ = ACV).
Er is dus geen Europees DC met fysieke goederen.
Europese DC’s veranderen steeds vaker in Europese Logistieke (Service) Centra (= ELC’s).
D.w.z. men doet niet alleen inslaan, opslaan, uitslaan, overslaan maar ook:
- (her)verpakken
- Labelen
- Assemblage
- Product klant- en / of land specifiek maken
- Kwaliteitscontrole
Dit is value added logistics
Europees transport: Gaat over de keuze van het juiste transportmiddel én een optimale
routeplanning.
Transportsector in Europa behoort tot de meest gereguleerde sectoren van Europa. Wat is zoal
geregeld?
- Rijsnelheid
- Afmetingen
- Maximaal gewicht
- Belastingen
- Rijtijden
- Etc.
Trend (1) is om meer zaken te gaan dereguleren in de transportsector
Deregulering leidt tot meer concurrentie.
Meer concurrentie leidt tot meer professionalisering en lagere transportprijzen.
Lager transportprijzen worden echter teniet gedaan door: toename files, stijging energieprijzen,
kosten milieumaatregelen.
Trend (2) is dat bedrijven zich meer gaan focussen op de kernactiviteiten en dus transport
uitbesteden aan logistieke dienstverleners.
Trend (3) is het verminderen van het aantal kleine DC’s en het toenemen van het aantal grote DC’s
(die grote delen van Europa bedienen of zelfs heel Europa) dit vereist professionele logistieke
dienstverleners.
Trend (4) is dat er minder maar grotere en professionelere logistieke dienstverlenende organisaties
ontstaan (zoals DHL, XPO-logistics, DSV, CEVA, UPS, Schenker, Kuehne & Nagel, Rhenus Logistics, ….)