Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Kwaliteitsonderzoek Voortgezet Onderwijs bij

Scholengemeenschap Bonaire, afdeling vmbo-praktijkonderwijs

Plaats : Kralendijk, Bonaire


BRIN-nummer : 30GR-3
Onderzoeksnummer : 127644
Datum schoolbezoek : 16 november 2012
Rapport vastgesteld te Tilburg op 1 februari 2013
Inhoud

1 Inleiding 5
2 Bevindingen 7
3 Conclusies en afspraken 10

Pagina 3 van 10
1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 16 november 2012 een onderzoek


uitgevoerd op de Scholengemeenschap Bonaire, afdeling vmbo en
praktijkonderwijs naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de
naleving van wet- en regelgeving.
De conclusies van dit onderzoek kunnen worden beschouwd als een integrale
beoordeling op basis waarvan de scholen en hun besturen kunnen werken aan
het consolideren en borgen van bestaande kwaliteit, alsmede gerichte
maatregelen kunnen treffen om geconstateerde tekortkomingen op te heffen. De
inspectie beoordeelt over een periode van vijf jaar (2012-2016) jaarlijks op alle
scholen aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en volgt nauwgezet de
verbeteractiviteiten. In 2016 zal de school aan alle aspecten van de
basiskwaliteit moeten voldoen.

Toezichthistorie
Na een kennismakingsbezoek in mei 2011 heeft de inspectie een eerste
kwaliteitsonderzoek uitgevoerd in november 2011. Vervolgens zijn in mei 2012
gesprekken gevoerd tussen de inspectie en de scholen over de voortgang van
het verbetertraject. In het huidige kwaliteitsonderzoek is de kwaliteit van het
onderwijs opnieuw beoordeeld. Ze is vergeleken met de kwaliteit die in 2011
werd vastgesteld. Op deze wijze wordt in beeld gebracht in hoeverre de
verbeteractiviteiten tot zichtbare resultaten leiden.

Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het document De
Basiskwaliteit van het Primair en Voortgezet Onderwijs in Caribisch Nederland
(Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, maart 2011). Dit document sluit aan op
het Toezichtkader po/vo 2011. Beide documenten zijn te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de
onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Hoofdstuk 3 geeft de conclusies en
afspraken met de school weer.

Onderzoeksopzet
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de kwaliteit van de volgende
kwaliteitsdomeinen: Leerstofaanbod, Onderwijstijd, Schoolklimaat, Pedagogisch-
didactisch handelen, Zorg en begeleiding, Leerprestaties en Kwaliteitszorg.
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
 Een controle van de aanwezigheid van het schoolplan bij de inspectie.
 Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke
verplichte onderdelen in het schoolplan.
 Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.
 Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij
de inspectie aanwezig zijn.
 Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-
activiteiten van de school en van andere documenten die de school
voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Het betreft onder
meer:
 analyses van de resultaten van de Cito-volgtoetsen
 analyses van de examenresultaten
 jaarplan en unitplan

Pagina 5 van 10
 Schoolbezoek, waarbij verschillende lessituaties in de praktijk zijn
geobserveerd.
 Gesprekken met de directie en de zorgcoördinatoren over de kwaliteit van
verschillende aspecten waaronder kwaliteitszorg en leerlingenzorg.
 Gesprek met leraren en leerlingen
 Een eindgesprek met de centrale directie en de unitmanager
 Een gesprek met een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag na
afloop van het onderzoek.

Pagina 6 van 10
2 Bevindingen

In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie tot welke bevindingen het onderzoek


heeft geleid. Per kwaliteitsdomein, met uitzondering van het domein
Leerprestaties, wordt beschreven hoe de kwaliteit zich verhoudt tot de
Nederlandse inspectienormen. Deze bevindingen worden vooralsnog niet
weergegeven in de vorm van een score maar in een beschrijving van de
aangetroffen kwaliteit.
Voor de leerprestaties geldt een andere benadering. Hiervan geeft de inspectie
aan of de school naar haar oordeel bij de meest recente opbrengstmeting door
middel van landelijk genormeerde toetsen, voldoende vooruitgang heeft geboekt
ten opzicht van de beginsituatie (zoals vastgesteld tijdens het eerste
inspectieonderzoek in 2008) en ten opzichte van de vorige toetsafname. Een
definitieve inspectienormering voor de leerprestaties in Caribisch Nederland
wordt nog ontwikkeld.

Algemeen beeld
Ten opzichte van het laatste kwaliteitsonderzoek is de kwaliteit van het
onderwijs duidelijk verbeterd. Zowel op het schoolterrein als in de klassen is er
meer rust. Een deel van de lokalen is gemoderniseerd en voor alle vakken zijn
methodes beschikbaar. Verder vertonen de opbrengsten tekenen van
verbetering. De schoolleiding heeft veel initiatieven genomen voor verdere
verbetering van de kwaliteit. Dit proces vergt echter tijd. Alleen het
kwaliteitsaspect schoolklimaat wordt als voldoende beoordeeld. Hoewel
bijvoorbeeld op het gebied van het didactisch handelen duidelijk vooruitgang
waarneembaar is, voldoen de overige aspecten nog niet aan de basiskwaliteit.
De leerlingen van het praktijkonderwijs krijgen geen leerstofaanbod dat is
toegesneden op hun specifieke mogelijkheden en ambities. Hieronder volgt een
toelichting per kwaliteitsdomein.

Toelichting

Opbrengsten
Het gemiddelde cijfer van de centrale examens van de PBL en de PKL bedragen
respectievelijk 5,9 en 5,8. Dat van de TKL is 5,3 en dat betekent dat er in deze
leerweg gemiddeld nog geen voldoende voor het centrale examen wordt
behaald. De discrepantie tussen het schoolexamen en het centrale examen
ontwikkelt zich gunstig. Over het laatste schooljaar berekend, was alleen bij de
TKL de discrepantie met 0,7 nog te groot. De overige leerwegen hebben een
aanvaardbaar verschil van 0,3 en 0,4. Over drie jaar berekend zijn de
discrepanties overigens nog wel te groot. Verder is bekend dat er nogal veel
leerlingen doubleren en afstromen naar een lager niveau. Het percentage
leerlingen dat in de bovenbouw vertraging op heeft gelopen bedraagt voor de
PBL 84%. Voor de KBL 50% en voor de TKL 58%.
Analyse van de Cito-volgtoetsen leert verder dat de prestaties van de leerlingen
van de drie leerwegen ruim onder het niveau liggen dat verwacht mag worden.
Bij Engels wordt het vereiste referentieniveau wel bereikt. De toetsen zijn dit
jaar iets beter gemaakt dan het vorig jaar. De stijging bedraagt in het derde
leerjaar 1 tot 5 procent en in het vierde 5 tot 10 procent. De leerwinst van de
leerlingen ten opzichte van hun vorige toets is min of meer conform die van het
Nederlandse gemiddelde. Alleen de leesvaardigheid van de PBL blijft hierbij
achter.

Pagina 7 van 10
Leerstofaanbod
Het leerstofaanbod voldoet niet aan de basiskwaliteit. Het leerstofaanbod is wel
dekkend voor de eisen van de eindexamens. Het lukt vooral de praktijkvakken
om voldoende uitdaging te bieden voor de leerlingen. Positief hierbij is de
serieuze aanpak van de stages, die vanuit de school gestructureerd worden met
behulp van een geschikt stagewerkboek. Voor het praktijkonderwijs ontbreekt er
een leerstofaanbod dat is toegesneden op de specifieke onderwijsbehoeften van
de individuele leerling. Hiertoe moet de school voor hen een individueel
uitstroomprofiel vaststellen. Een probleem voor zowel het vmbo als het
praktijkonderwijs vormt de grote taalachterstand van de leerlingen. Zij hebben
hierdoor grote moeite zich het leerstofaanbod eigen te maken. Het is dan ook
een speerpunt van de school om in het leerstofaanbod rekening te houden met
de taalproblemen. Hoewel de taalcommissie acties heeft voorbereid voor
taalverrijking, heeft de school nog niet concreet voor ogen hoe zij adequaat
taalgericht vakonderwijs wil vormgeven.

Onderwijstijd
De onderwijstijd voldoet niet aan de basiskwaliteit. Door afwezigheid van
docenten en de beperkte mogelijkheden voor vervanging vallen er te veel lessen
uit. Verder maken de leerlingen tijdens de lessen onvoldoende efficiënt gebruik
van de onderwijstijd, omdat zij niet voldoende actief betrokken zijn bij de
onderwijsactiviteiten. De school investeert veel energie in de bestrijding van
absentie. Dit beleid heeft echter nog onvoldoende succes, wellicht mede omdat
het nog onvoldoende wordt gedragen door alle docenten.

Schoolklimaat
Het schoolklimaat is voldoende. De leerlingen voelen zich over het algemeen
veilig en de ouders worden in toenemende mate betrokken bij de school.
Incidenten worden geregistreerd. De veiligheid is echter wel een aandachtspunt.
Die mening is ook de schoolleiding toegedaan. Ten tijde van het onderzoek
deden zich enkele incidenten voor op de afdeling, waarbij de docenten zich
onvoldoende gesteund voelden door het beleid van de schoolleiding. De
schoolleiding begrijpt dit en is tevreden over de mate waarin alle betrokkenen
hun verantwoordelijkheid nemen wanneer zich incidenten voordoen. Beleid ter
verbetering is in voorbereiding.

Pedagogisch-didactisch handelen
Het pedagogisch-didactisch handelen voldoet niet aan de basiskwaliteit. Wel
constateert de inspectie grote vooruitgang op dit punt. Bij de praktijkvakken lukt
het de docenten om de leerlingen voldoende bij de activiteiten te betrekken. Bij
de theoretische vakken constateert de inspectie grote verschillen tussen
docenten. Er gelden geen afspraken over hoe goed onderwijs eruit moet zien op
deze vmbo-afdeling. Zo krijgen niet alle leerlingen adequaat feedback op hun
prestaties tijdens de les of naar aanleiding van hun toetsresultaten en kunnen zij
onvoldoende van hun fouten leren. Differentiatie in de wijze van instructie of van
de keuze van verwerkingsopdrachten komt nauwelijks voor. De schoolleiding
erkent dit en heeft hiervan een speerpunt gemaakt in het unitplan.

Zorg en begeleiding
De zorg en begeleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. De afdeling heeft
scherp zicht op de resultaten van de Cito-volgtoetsen. Het leerlingvolgsysteem
wordt echter niet zodanig gebruikt dat alle relevante informatie over de leerling
en zijn vorderingen voorhanden is om tijdig in te kunnen grijpen. De
verantwoordelijkheden van onder meer de mentoren en docenten zijn op dit
punt onvoldoende duidelijk belegd. De zorgcoördinatoren hebben behoefte aan
duidelijke beschrijvingen van taken en werkprocessen. Positief is de inspectie
over de intensieve begeleiding van de leerlingen tijdens de stages. De
zorgcoördinatoren werken hard om de leerlingen maximaal te steunen, maar de
zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is momenteel

Pagina 8 van 10
onvoldoende gericht. Niet voor alle leerlingen van het praktijkonderwijs zijn de
vereiste handelingsplannen vastgesteld en de plannen van aanpak voor
zorgleerlingen uit het vmbo zijn onvoldoende handelingsgericht. Hoewel de
leerlingen grote leerachterstanden hebben zijn er geen plannen om die
cognitieve achterstanden in te lopen. De samenwerking met de specialisten uit
de derde lijn verloopt goed.

Kwaliteitszorg
De staf analyseert de opbrengsten goed. De verbetering verloopt echter niet
volgens een planmatige cyclus. Van een waarborg voor kwaliteit is daarom nog
geen sprake. Het unitplan stelt duidelijke prioriteiten maar deze zijn niet
uitgewerkt in concrete en toetsbare doelstellingen. Hierdoor is niet voor alle
betrokkenen duidelijk wat er in een bepaalde periode van hen verwacht wordt
en kunnen de verbeteracties moeilijk worden geëvalueerd. De schoolleiding
heeft een begin gemaakt met het bepalen van de kwaliteit van de docenten door
middel van lesbezoek en beoordelingen. De resultaten hiervan zullen de aard
van de bijscholing voor de docenten bepalen. Aandachtspunt hierbij is wel een
goede controle op naleving van gemaakte afspraken. Verder dient opgemerkt te
worden dat nieuwe docenten behoefte hebben aan betere begeleiding tijdens
hun inwerkperiode. Het vmbo waarborgt niet de kwaliteit van de schoolexamens.
Niet alle toetsen worden door een tweede deskundige gecontroleerd op
betrouwbaarheid, dekking van de leerstof en beheersingsniveau.

Afspraken over het toezichtplan

Het management is alle afspraken uit het toezichtplan nagekomen. De inspectie


stelt voor 2013 een nieuw toezichtplan op, omdat het huidige toezichtplan
uitsluitend afspraken bevat tot 2013. De afspraken hierin zullen zoveel mogelijk
resultaatgericht zijn geformuleerd. De inspectie zal vervolgens nagaan of de
verbeteracties adequaat worden uitgevoerd en leiden tot kwaliteitsverbetering.

Pagina 9 van 10
3 Conclusies en afspraken

Onderwijskwaliteit

De schoolleiding werkt intensief aan het verbetertraject en oogst hier en daar


successen. De inspectie is positief over de expliciete rol die de unitdirectie neemt
bij het verbeteren van het primaire proces. De monitoring van de kwaliteit van
de docenten kan naar het oordeel van de inspectie leiden tot een belangrijke
verbetering. Er is immers voldoende “good practice” aanwezig in het team.
Voorwaarde is wel dat er afspraken gelden over goed en eenduidig pedagogisch-
didactisch handelen. Verder is het noodzakelijk om verantwoordelijkheden op
het gebied van begeleiding en zorg duidelijk te beleggen. Tenslotte zal het
leerstofaanbod van het praktijkonderwijs aangepast moeten worden om de
mogelijkheden van deze leerlingen optimaal te verzilveren.

Naleving

Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd in de wettelijke vereisten die zijn


gecontroleerd.

Afspraken

Naar aanleiding van het ontwikkelplan en de bevindingen van dit rapport stelt de
inspectie een aangepast toezichtplan op voor de periode 2013. In het
toezichtplan zijn de onderwerpen uit het verbetertraject opgenomen waaraan de
inspectie tijdens de schoolbezoeken in 2013 specifieke aandacht zal schenken.
Zo weet de school voor deze periode op welke onderwerpen de nadruk zal liggen
in voortgangsgesprekken of kwaliteitsonderzoeken en of zij daarover vooraf
informatie aan de inspectie aan moet leveren.

Pagina 10 van 10

You might also like