Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 502

VERHANDELINGEN

UITGEOII:VIN nOOR

TEYLER'S TWEEDE GENOOTSCHAP.

Digitized by Coogle

Digitized by Google

VERHANDELINGEN

UlTGEGEVEN DOOR

TEYLER'S

TW E EDE G E N 00 T S CR A P.

Nieuwe Reeks.

D liI B D liI D liI liI L.

10 Stuk.

: ;:::.::= .: .. :::""./

...... ,II" .

.... ...... "" .. " ..

HAARLEM,

DE ERVEN F. BOHN. 1889.

Digitized by Google

.......... : . .. : .. :. . ..

. . . .. . .

· ...

.. ..

.. ..

........ :

.. ........

.... :::: : :::~:::

· .. ..

· . .. .. ......

ASTOR, LENOX AND TILDEN FOUNDATIONS •

. ~ .

. ,

Digitized by Coogle

BESCHRIJVING

IIF.II

Nederlandsche of op Nederland en Nederlanders betrekking hebbende

PENN·ING EN,

1 , 'i . .

". '... ,f \ \ '

. -, .

geslagen tnsschen NOT~~r .~813 en November 1863,

., ';'

DOOR

MR. JACOB DIRKS.

Uitgegeven door Teyler~s Tweede Genootschap.

EERSTE DEEL.

~.:: t : .... ! ~: •• ;4 ; •. : :::. : •. : ~ •• '

: ;~::~=:~ 4~1·1 ::; •••• :

• #.. ~.... l ..

..... " " ..

HAARLEM,

DE ERVEN F. BOHN. 1889.

Digitized by Google

.. ~ .. ~ ..... : •..

::.:: !. : .:

. ... .

... - .. -

: .:::: .. : :- :

... : ~ :.:~ ~~.:

. . . . .-

. . -

... . .. ..

.. : .. ~ : ::.::

............ Of

. .. ..

. . .. . .......

Oi9iti2ecl bY Goog\e

EEN WOORD VOORAF,

TEYLERS TWEEDE GENOOTSCHAP besloot voor het jaar 1884 de volgende prijsvraag uit te schrijven:

DMen vraagt een b e s c h r ij v i n g der Nederlandsche "of op Nederland en Ne d e r l a nd e r s betrekking h e b.bende penningen, g e s l a g e n tusschen November ,,1813 en November 1863, waarin die p e n n i n g e n "chronologisch geordend beschreven worden op .de wijze waarop dit is geschied in de Vervolgen .OP van Lo o n."

De schrijver van het bij dit Voorwoord gevoegde antwoord op de uitgeschreven bovengenoemde prijsvraag heeft, nadat hij de beschrijvi'ng van al de hem bekende penning-en, vallende in de termen en het tijdvak boven omschreven, had afgewerkl,

zich zelven de volgende vraag gesteld : ' ,," , .. " ,"/:': ~:; ~":'

Moet bij de beschrijving van elken penning ~ok:nog:.de "s~rM" ..

. ~' .' .... ~ ..

zeer breedvoerige toelichting worden gegeven, die hi.f ~ir.. ~eLe

penningen vervat in de tien deelen: "Vervolg op v~ 'l,.lpYn,!'\ ~~ . ./ gegeven?

Alvorens die vraag te beantwoorden, moet hij opmerken, dal deze toelichtingen bij de drie eerste deelen van het Vervolg n i e t gegeven werden, zoodal daaruit de tweedc vraag onlslond: Bcdoelt

Digitized by Google

VIII

TEYLERS TWEEDE GENOOTSCHAP aIleen beschrijving zooals bij I-III, of beschrijving zooals bij IV -X?

Na rijpe overweging beeft men gemeend, in dezen den gulden middelweg te moeten inslaan, en wei om twee hoofdredenen.

1. Eene uitvoerige toelicbting van iederen penning is averbodig.

Onze tijd (1813-1889) is zoo rijk in Biographische Woordenboeken, Verzamelingen, Repertoria van Levensschetsen (b. v. de jaarlijkscbe, die de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde (sedert lang) in het licht geeft) i er zijn zulk een aantal losse Biographien van beroemde personen verscbenen, zoovele afzonderlijke geschriften over merkwaardige gebe~rtenissen (b. v. de Slag van Waterloo, de heldendood van v. Speyk, de tiendaagsche veldtocht, de belegering der citadel van Antwerpen enz.), dat bet onnoodig is, om die voorvallen nog eens meer of min uitvoerig te schetsen, na de beschrijving van de penningen daarloe belrekkelijk gegeven te hebben. Men zoude ons toeroepen: "C'esl connu, passons l"

2. Zulk een arbeid toegevoegd aan de beschrijving zoude hel werk een omvang hebben doen verkrijgen, onevenredig aan de kosten van het drukken er aan verbonden en aan hel nut daarin venal, te meer omdat de schrijver aIle penningen, zonder onderscheid, opnarn.

':.~:: ~ (ii'\t: ii.Jll~;h~ji~ in dezen een middelweg gevolgd en heeft

. ~. . .... .. ..... " ..

b~ltnop.t·,: :n~·~e beschrijving van iederen penning, (voor zoo-

WJre-:&ij:di~~toe b~i machte was) hetgeen men noemt de litie.... :~~t. \i~:hlet~ onderwerp aangegeven. Hij heeft bij zijn werk

• • .. " ..... I. • •••

nog gevoegd een I n h 0 u d, behelzende de Chronologische volgorde

der genummerde penningen en een Alphabetisch Register, aileen van de onderwerpen der penningen. De Alphabelische registers van den Aanvang van ieders omschrift (zooals die bij v. Mieris,

Digitized by Google

IX

v. Loon I-IV en Vervolg I-V. doch niet bij VI - X zijn te vinden) heeft men weggelaten , gedachtig aan het:

Claudite jam rivos - sat prata biberunt ook op dit W oord Vooraf toegepast 1).

J Men leest in de Revue de la Numismatique Beige 1862 p. 157: .M. Guiotha .distribu~, recemment, le prospectus, de son Histoire numismatique du regne .de S. M. Guillaume I, roi des Pays· bas. Cet ouvrage ne paraitra que si .I'auteur reunit un nombre de souscriptions suffisant pour couvrir les frais .materiel~ de publication."

Het getal inteekenaren schijnt niet voldoende te zijn geweest.

Digitized by Google

Digitized by Google

INDEELING EN INHOUD.

I. Van November 1813 tot het begin van den afval van Belgie (Augustus 1830). Van n", 1 tot en met n". 331. Eerste Deel, bIz. 1- 259.

II. Van het begin van den afval van Belgie tot aan het atlreden van Koning Willem I (7 October 1840). Van n", 332 tot en met n", 572. Eerste Deel, bIz. 260-488.

1II. Regeering van Koning Willem II tot zijnen dood (17 Maart 1849). Van n". 573 tot en met n". 686. Tweede DeeI, bIz. 1-90.

IV. Regeering van Koning Willem III tot en met het vieren van het halve eeuwfeest van Neerlands Onafhankelijkheid (November 1863). Van n". 687 tot en met n", 912. Tweede DeeI, bIz. 91-272.

Toevoegsels, Tweede Deel, bIz. 273 -334.

Registers.

Chronologische lijst. Tweede Deel, bIz. 337-381. Alphabetisch register. Tweede Deel, blz. 382-412.

Digitized by Google



ERRA T A.

II biz. 200 te lezen: FUNDA TRICE.

II • ~18 regel 9 v. b. te lezen: D(E). II " ~35 te lezen: Diakonie.

II " 263, achter 904 te lezen: 186.3.

II • 295 regel 8 v. o. staat: 276, lees: 267.

II • 296 " 6"" • 212 en 259, lees: 215 en 259.

II • 329 staat: XXXV, lees: XXXIV.

II • 331 • XXXVI,,, XXXV.

II • 334 regel 10 v. o. staat: 241, lees: 324. II • 334 • 11.. • XXXX,. XL.

Digitized by Google

J'lnnt ~tttr

e

VAN

'::~i;.VAN <QE 4D E;~·, Catalo~us 1846.

Digitized by Google

Digitized by Google

I. 1813-1830.

Digitized by Google

Digitized by Google

I.

1813-1830.

1. 1813. December.

Penning, bij de eerste tijding der Ho l l a n d s c h e om wen tel i n gin Eng e I and g e s I age n ').

Voorzijde: In elkander geslagen hand en.

Omschrift: ORANJE BOVEN.

ONE AND ALL.

Een en al.

Keerzijde : Krans.

VIRESQUE ACQUIRIT EUNDO.

Al g a and e k r ij g t h ij k r a c h ten. (Zie Navorscher 1861, biz. 149).

Cat. H. WESTHOFF JUNIOR (1848) n", 3641. Tin en niet in zilver , zooals aldaar gedrukt staat. Zeldzaam,

Cat. JER. DE VRIES (1854) n". 3068, tin f7.75.

In. Kab. van wijlen P. H. v. GELDER te Velp ('s Rijks Museum).

') Zie J. H. VAN GEUNS in de Navorscher, 1861, biz. 149, die de grootte opgeeft als te zjjn 36 Ned. strepen en vermeld, dat het opschrift ontleend is aan de Aeneis van Virgilius (Lib. IV vs. t 75). Hij merkt op, dat het zonderling is, dat op dezen penning drie talen voorkomen en vermeldende dat deze penning bekend is als: penning bii de eerste tjjding der omwenteling in Engeland gedragen, vraagt hjj : Is dit zoo '(

Digitized by Google

4,

Er bestaat eene zeldzame plaat, uilstekend uitgevoerd, aldus omschreven in den Catalogus HUYDECOPER (Utrecht, 25/26 Feb. 1884), n". 347. Patriotsche maaltijd. Afbeelding van de bijeenkomst, gehouden in het hotel, genaamd de Btad Landen, op dinsdag 14 Dec. 1813, ter viering van de heugelijke gebeurtenis der bevrijding van Holland van onder de dwinglandij van de fransche tyrannie. Gekleurde plaat naar ROWLANDSON en J. SHEPHERD door R. REEVES.

De eerste tijding er van werd in Engeland gebracht door FAGEL en DE PERPONCHER. (BOSSCHA II, blz. 13 en 275.)

Eenige bronnen voor de Geschiedenis der Omwenteling in ons Vaderland in 1813.

MR. HERMAN BOSSCHA, Geschiedenis der Staats-Omwenteling in Nederland, voorgevallen in het jaar 1813. Arnst. 1814-1818. 8°. In vier stukken I) met portretten van WILLEM FREDERIK, Souverein Vorst, G. K. VAN HOGENDORP, LEOPOLD, graaf VAN LIMBURG-STIBUM, F. VAN DER DuYN VAN MAASDAM, F. D. CHANGUION, MR. FANNIUS SCHOLTEN, MR. J. M. KEMPER, FREDERICA LOUISA WILHELMINA, Souvereine Vorstin, W ILLEM FREDERIK GEORGE LODEWIJK, Erfprins van Oranje-Nassau, WILLEM FREDERIK KAREL, Prins van Oranje-Nassau, en G. C. R. R. VAN BRIENEN VAN RAMERUS.

J. KONIJNENBURG, Nationaal Gedenkboek der hernieuwde Nederlandsche Unie van den jare 1813~ - 's Gravenhage, 1816.672 blz, 80• met 15 platen en portretten.

J. H. VAN DER PALM, Geschied- en Redekunstig Gedenkschrill. van Nederlands herstelling in den jare 1813. Arnst. 1816. VIlI,

') Ook in twee deelen met gegraveerden titel: Geschiedenis der Nederlandsche Staats-omwenteling in 1813. lite Stuk (Vad. Lett. 1815 I biz. 14S-152), 114• Stuk, aldaar 1816 I biz. 337-340, I Aig. Konst· en L. bode, 1815, I, 72-77. Opheldering van H. BOSSCH4, ald. I 231-237, II ald. 1816 I, 263-266, III Aig. Konst- en Lett. bode, 1817, I 36'-367, IV 1818, II 170--17~.

Digitized by Google

5

172 bIz. 8". Alg. Konst- en L., 316, II, bIz. 327-333 en 343-346, (Bekroond geschrift naar aanleiding van de uitnoodiging tot het schrijven er van door den Luit.-Admiraal VAN KmSBERGEN (zie het voorbericht van 14 September 1816, bIz. V). Beoordeelaars waren H. C. CRAS, D. HOOFT, D. J. VAN LENNEP en M. C. VAN HALL (Tweede druk , Arnst. 1828).

Hoogd, door JOH. VON ARNOLDI in Historische Denkwiirdigkeiten (Leipzig, 1817). Aig. Konst- en L. bode, 1819, I, bIz. 281.

A. J. LAST DRAGER , Gedenkstuk der veriossing en herstelling van Nederland in den jare 1813. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Arnst. enz. 1817 -1818, 2 deelen, XIV 192, IT en 189 blz. 8°.

THEODORE JUSTE, Le Soulevernent de la Hollande en 1813 et la fondation dn royaume des Pays-Bas, precedes d'une introduction sur le regne de Louis Bonaparte 1806-1817. - La Haye, 1870, 353 p. p. 8°.

G. W. CHAD (Secretaris bij de Britsche Ambassade in's Gravenhage), Verhaal der jongstleden Omwenteling in Holland, uit het Engelsch vertaald, - 's Gravenhage en Amsterdam, 1815. VIII en 189 bIz. 8°. London, 1814. Narrative of the late Revolution in Holland, Vad. Lett. 1815, bIz. 454-457.

DR. THEOD. JORISSEN. De Om wente ling van 1813. Historische Schetsen, I. Uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1862. 68 bIz. 8°.

Op het omslagblad berichtte de Schriiver reeds, dat hij zich voorstelde, eerlang een uitgebreider arbeid over de Geschiedenis van ons Vaderland , gedurende de jaren 1810-1815 het licht te doen zien, welke in het begin van November 1867 onder den litel: De Omwenteling van 1813 (in twee deelen) verscheen I).

1) Eerste Deel, Inleiding (1867). Tweede Deel, Bijdragen, 1867, reeds los als Bijdrage I, 1864; II, 1865; III, 1867. Beoordeeld in de Gids , 1868, n". 1, biz. 1-22, door R. FRUIN (Wederlegging v. TH. JORISSEN, Groningen, 1869).

Digitized by Google

6

J. H. SONSTRAL, De verlossing van Nederland in verband met den vrijheidstrijd der volken van Europa in 1813-1815. Amsterdam, 1863, met portreUen op eene plaat van de Grondleggers van Nederlands Vrijheid (X, 360, bIz. 8°.)

B. VERWEIJ (1 Dec. 1813), Plechtige dank- en bidstond. 's Hage, 1813, VIII, 38 bIz. Zie Vad. LeU. 1814, bl. 54.

P. H. WITKAMP, Gedenkboek van Nederlandsch vijftigjarig grondwettig bestaan onder het huis van Oranje (Arnst. 1863 II, 212 bIz. 8°.), met gekleurde platen van ~Een Nederlands bestuur aan Nederland hergeven j Prins \VILLEM VAN ORANJE ten huize van den Graaf VAN LIMBURG-STIRUM te 's Hage j portret van BAREND PONSTIJN, die te Amsterdam (15 Nov. 1813) het eerst de Oranjevaan liet wapperen.

Voor hetgeen te 's Gravenhage c. a. voorviel, verwijzen wij naar T. DE JAGER CHIELZOON (een ooggetuige) (1795-1813), geboren in 1788 te Scheveningen. Een Scheveninger Oranjeboek voor het Nederlandsche volk. Herinneringen enz.'s Gravenhage, 1863, 84 bIz. 8°.

P. J. ANDRIESSEN, November 1813 (N. Recensent, 1863, XI). H. ZEEMAN, 's Gravenhage en Amsterdam. Roemrijke herinnering (12-30 November 1813), Amsterdam (18 Juni) 1863, 39 bIz. 8°.

Voor Rotterdam:

G. VAN REIJN, Historische herinneringen naar aanleiding van het Gedenkfeest van Nederlands bevrijding. Rotterdam (25 November) 1863, 76 bIz. 8°.

MR. G. MEES Az. De Fransche heerschappf in ons vaderland en de verlossing daarvan in 1813 (Toespraak, 12-14November 1863). Rotterdam, 1863, 48 biz. 8°. Een overzigt (1795-1813) volgens Jaarboek K. A. v. W., 1883, biz. 8.

Voor Walcheren:

J. DE KANTER PHlL.Z. De Franschen in Walcheren, Middelburg, '1814 X, 176 blz, 8°. Vad. Lett. 1815, blz, 82-85 en

Digitized by Google

7

F. NAGTGLAS. De laatste maanden der Fransche heerschappij in Walcheren (Nov. 1813-Mei 1814), Middelburg, 1864.68 bIz. 8".

V oor Arnhem:

MR. J. W. STAATS EVERS. Arnhem in 1813. Naar de berigten van Tijdgenooten en uit onuitgegeven bronnen geschetst. 3e druk (veel vermeerderd). Arnhem, 1864. 48 bIz. met platten grond, 8°.

Voor Amsterdam:

Beknopt en echt Versiag van de oproerige bewegingen en gepleegde geweldenarijen binnen de stad Amsterdam, op den 15den en 16den N overn ber 1813, vervat in twee Missives, geschreven door CORNEI.IS VAN DER AA aan een zijner vrienden, ter logenstraffing van de allezins allarmeerende en vergrootende geruchten, allerwegen verspreid. Arnst. 44 bl. 8". (Vad. Lett. 1814, 1,31-33.

Echt Verslag van de Gebeur(t)enissen binnen de stad Amsterdam, voorgevallen van 24 Nov. tot 3 Dec. 1813, mitsgaders van de gruwelijke plunderingen, gepleegt binnen de stad Woerden, 24 Nov. deszelven jaars, vervat in twee Missives, geschreven aan een vriend door CORNELIS VAN DER AA, N°. II, Arnst. 1813 48 bIz. 8°. Vad. Lett. t. a. p.

MR. M. C. VAN HALL, Herinneringen (1787-1813), Amsterdam 1867, bIz. 104-112). Voor Rotterdam.

Voor Utrecht:

Historische Brieven over den Staat der zaken te Utrecht, gedurende het verblijf van den beruchten Franschen Generaal MOLITOR, aIdaar en deszelfs vertrek Am.st. 16 biz. 8°.

De Stad Utrecht in het jaar 1813. Uit het dagboek van een ooggetuige. Utrecht (2 November 1863), 76 biz. 8°.

Voor Friesland:

W. EEKHOFF. Friesland in 1813. Historische bijzonderheden, omtrent hetgeen in Friesland en inzonderheid te Leeuwarden is voorgevallen, voor en tijdens de verlossing en herstelling van Nederland (1810-1815). Leeuwarden 1863, 143 biz. 8° , te vergelijken met de uiteenzetting der feiten tot 1 Decb. 1813 bij TH. JORIS-

Digitized by Google

8

SEN). De opstand in Friesland, in n". III der Bijdragen tot de Geschiedenis der omwenteling (1869 eerste deel). Inleiding CCCCIV blz, (Groningen). I, II, III 1864-1867. (Zie NIJHOFF-FRUIN, Bijdragen N. R. V. 1 bIz. 23-27, door L. ED. LENTINCK). Zie ook JORISSEN, eerste Deel. Inleiding XIV-XIX, LIV - LXXXVIII.

Voor Groningen:

Bijdragen tot de Geschiedenis der Omwenteling van 1813 in de provincie Groningen, zijnde blz. 289-369 van Deel I (1864) der Bijdragen tot de Geschiedenis en Oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen I).

Nog te vermelden: De Omwenteling in Nederland van 1813 in hare gevolgen beschouwd. Amsterdam 1819, 140 bIz. 8°.

MR. B. D. ;II. TELLEGEN. De Omwenteling van 1813 (Nederl.

Spectator 1869 April).

LITTERATUUR.

POEZY.

MR. G. DE WAL. De vernedering en verlossing des Vaderlands. In twee zangen. Leeuwarden 1814, 52 bIz. Vad. Lett. 1814, bl. 587.

A. A. VAN BOELENS, Aan mijn Vaderland (Oldteterp, December 1813), Leeuwarden 1814.

J. VAN LEEUWEN, Op de verlossing van Nederland en de terugkomst van eenige friesche jongelingen geroepen tot de eerewacht

') Zie ook de Navorscher xn, 298, 331, 367, xm 1-2,33, 65,100-102, 130-133, de laatste als belangrijke bijdragen van Chr. , die (voor Amsterdam nog venvijst naar v. D. VUVER. Beschrijving van Amsterdam, voor wat in den Schouwburg toea voorviel) en J. B. CHRISTJUIEYER, Amsterdam in 1813 voorkomende in Merkwaardigheden uit 't gebied der menschelijke lotgevaJlen, Amsterdam 1857.

Digitized by Google

9

des franschen Keizers. (Uitgesproken in een der buitengewone Winteravond-vcrgaderingen van het Departement Leeuwarden der Maatschappij tot Nul van 't Algemeen, den 22 December 1813). Leeuwarden 1814, 15 blz, 8°.

F. B. HOLLINGERUS PIJPERS, Bij de verlossing van mijn Vaderland. Breda 1814.

Vaderlandsche gezangen uit den tijd van 1813 en 1815. (De Vriend van Armen en Rijken) 1863. 12m.

G. v. E., Vreugdezangen op de zigtbare Goddelijke verlossing van Nederland in 1813. Haarlem (1813) 8°.

W. A. VAN HENGEL, Bij de aanvankelijke verlossing van mijn Vaderland. Amsterdam (1813) 8". Vad. Lett. 1814 bIz. 174.

A. LOOS1ES PZN. De Hollandsche Zanggodinnen bij de verlossing van Nederland. Zonder plaats en jaar, 8°.

C. DE KONING JZN. Aan Nederland bij de afschudding van het Fransche juk, Haarlem 1813 8 blz. 8°. Vad. Lett. 1814, bIz. 90.

A. C. SCHENK, Bij het opsteken der Hollandsche vlag in November 1813 11 bIz. 8°. Vad. Lett. 1814, blz, 177.

J. SCHARP, November MDCCCXIII. Lierzang, Rotterdam 1814

8°. 11 bIz., Vad. Lett. 1816 bIz. 219-220.

Opwekking aan de Nederlanders (Lierzang). Amsterdam 1813. 8°. Oproeping aan Nederland 23 November 1813. 8°.

J. W. YNTEMA, Het herstelde Nederland 1813. 8°.

Het geredde Vaderland. Haarlem 1813. 8°.

A. J. ZUBLt, Nederland verlost A ° 1813 in drie zangen. Rotterdam 1817 VIII, 62 blz, 8°.

H. J. ROOSEBOOM, Herinnering aan den 18 November 1813, (8 bIz. 8D). 's Hertogenbosch 1830 (bIz. 6). SchuUerslied op den 18 November 1830.

M. WESTERMAN, Uitboezeming van mijn gevoel bij de verlossing van het Vaderland, voorgedragen I) ten voordeele van het Fonds

') Kort na de Omwenteling,

Digitized by Google

10

tot de Wapening. Arnst. 1815, gr. 8°. XVI, 30 hlz. (Vad. Lett. 1815, blz. 365-368).

Vlugtige uitboezeming bij het herstel van Nederland, gedrukt op de laatste bladzijden van het Tijdschrift van Kunsten en Wet enschappen, van het Departement der Zuiderzee. Mengelwerk voor 1813 (Vaderl. Letteroefeningen), dat in Jan. 1814 zijn ouden titel hernam.

Hollands Verlossing. Door MR. WILLEM BILDERDIJK en vrouwe KATHARINA WILHELMINA BILDERDlJK. Haarlem (18J4) 96 blz. 8° (Vad. Lett. 1814, bIz. 382-390). Tweede en Iaatste deeI, 1814 8°. 97 biz. (ald. 1815, biz. 22-24.)

Bijdrage ter opwekking bij de gewigtige en heerlijke gebeurtenissen onzer dagen door C. SCHUTTERS, Middelburg 1814, 16 bIz. (ald. biz. 590).

P. L. LOYSEN. Walcherens Dank- en Juichtonen, bij de Verlossing en Aigemeenen Vrede. Middelburg 1814, 12 blz., (ald. bIz. 491).

(J. H. VAN DER PALM), Vaderlandsche uitboezeming, Leiden 1813 15 blz, 8°.

Dichterlijke Gedenkrolle van Nederlands Verlossing en Herstelling, in November 1813. Te Amsterdam bij P. G. en N. GEIJSBEEK, I 32 biz. 8°. (Vad. Lett. 1814 bIz. 37) bevat 1). WITSEN GEIJSBEEK, Jesaia XIV, 5-6. Dithyrambus (2). H. MEIJER JR., Aan mijn Vaderland, in November 1813, II, III en IVe stuk (1814) (Zie Vad. Lett. 1814, bIz. 401). II bevat 3 stukken van W. H. W ARNSINCK (in drie deelen) Lied v AN KINKER en een klein stukje van P. G. WITSEN GEIJSBEEK, III bevat KINKER, Weeklagt 1 Oct. 1813. H. VINKELES. Aan het verdrukte en herstelde Nederland. H. MEIJER JR. Krijgspore (zie Naarden). IV bevat A. BOXMAN. Aan Nederland. P. S. SCHULL, Hollands Leeuw. J. VOORMAN, Herdenking aan N eerlands Mishandeling, Psalm: XII, 9. M. WESTERMAN, De afzwering van Neerlands Dwingeland. Mevr. v. KONIGSFELDT 's Vorstenintrede te Amsterdam. H. MEIJER JUN. als deze.

Digitized by Google

11

Het juichend Nederland. Arnst. 1813 19 biz. 8°., Vad. Lett. 1814. (Waarin men 40 rnalen juicht).

MARIA VAN HAAMSTEDE geboren V AN ZUYLEKOM, Lierzang aan mijne Landgenooten, in Slachtrnaand 1813. Arnst. 8°. 1861, ald. bIz. 41-43.

GERARD BEELAERTS VAN BLOKLAND, (Raad in het bestuur van justitie aan de Kaap de Goede Hoop). Gelukwensching aan het volk van Nederland (Algerneene K. en Lett. bode) 1814, II biz. 258-261. I)

PROZA.

Aanspraak aan het herstelde Yolk van Nederland. Eendragt maakt Magt. Arnst. 1813,8°.20 biz. Vad. Lett. 1814, bl. 519-520.

J. CLARISSE, Viertal Leerredenen, naar aanleiding der heugelijke Ornwenteling in ons Vaderland, gehouden te Rotterdam. Ald. 1814, X, 164 bl. (aldaar 1814, hI. 453-456.)

J. DERMOUT en J. SLUITER, Leerredenen op de Verlossing des Vaderlands, gehouden te 's Gravenhage. Ald. 1814, 8°. 79 bl. (Ald. 1814, bl. 237).

H. H. DONKER CURTIUS, Leerrede over Jesaja, LIV: 18, ter gelegenheid van Neerlands bevrijding, 2de druk, Arnhern, 1813 8°. (Vad. Lett. 1814, biz. 101-102.)

Gedachten bij de redding des Vaderlands , ter bevordering van Christelijke dankbaarheid. Utrecht 1814 8°, 39 biz. (ald. 1814, biz. 460-461.

W. N. MUNTING, Pred. te Wageningen. Wanneer kan het Neder-

I) M. WESTERMAN, Hollandsche Volksliedjes voor Oranje en het Vaderland.

Arnst. (181!) 16 biz. (Vad. Lctt. 1814 biz. 177).

J. J. VAN WEEZELEN. Lierzang aan rnijne stad- en landgenooten, bij de gelukkige HerstelIing van Nederland. Arnst. 9 biz. 8°. (ald. bl. 90-\.11).

Mr. H. A. SPANDAW. Ncderlands Verlossing. Dichterlijke Uitboezeming , Groningen 23 biz. So. Vad. Lett. 1814. biz. 447.

Digitized by Google

12

land welgaan? of godsdienstige overdenkingen bij de gebeurtenissen van dezen tijd. Leyden, 1814, 8°. 73 bIz. (ald. bIz. 458-460).

JOANNES DECKER ZIMMERMAN, Leerrede ter gelegenheid van Nederlands bevrijding voorgedragen op den 5den December 1813 te Utrecht. Utrecht en Arnst. 1813, 8°. 26 bIz. (Ald. bIz. 55-56).

J. H. VAN DER PALM, Nederlands blijde vooruitzigten, godsdienstig gevierd in eene Leerrede over II Koningen, XIX 30. Leyden 1813, 8°. 48 blz. (Ald. bIz. 36-37.)

In het lets over de Godsdienstige stemming bij het Nederlandsche volk bij de Staatsomwenteling van 1813 (Alg. Konst- en Letterbode, 1814, I, bIz. 171-173) worden de gedrukte Leerredenen opgenoemd, tot 18 Maart 1814 ter kennisse van B. gekomen I).

Herdenking in Iatere jaren.

Gedachten op den 18den van SIagtmaand 1815 door M., (Alg.

Konst- en Letterbode), 1815, II, 371-375.

Blik op November MDCCCXlII, door M. Gnosasas te Rotterdam, 1817. Opgenomen in Vad. Lett. 1817. II, bIz. 639-641.

W. H. W ARNSINCK Bz. Herinnering aan den XVIden van Slagtmaand MDCCCXIII, in Vad. Lett. 1817. II, bI. 684-687 I).

November 1813 herdacht. Dichtregelen door F. N. GREB. 's Gravenhage 1838 8°. Vad. Lett. 1839, I, bI. 139-140.'

') Behalve de in de tekst genoernde leerredenen vermeldt B. nog: Bedestond Rede van den Hoogleeraar YPEY te Groningen. Leerredenen van den Hoogleeraar H. MUNTINGHE te Groningen. S. ROORDA van EIISINGA, Predikant bij de Herv. te Westzaan, C. S. CHAUFEPIE, Pred. bij de Waalsche Gemeente te '5 Gravenhage, J. J. SCHOLTEN, Pred. bij de Hervormden te Ophemert en Herwijnen. A. DE KONING, Pred, bij de Herv. te Sliedrecht, E. TINGA, hoogleeraar te Groningen. W. SCHOLTEN, Pred. bij de Herv.teVleuten,J.A.vUWAENEN, Pred. bij de Herv. te Woerden en F. VAN TEUTEM, Pred. bij de Remonstr. Geref. Gemeente te Utrecht .

• ) Volgens het Jaarverslag van het Oudheidk. Genootschap te Amsterdam (uitgebracht 19 Nov. 1883 bIz. 7), bezit de heer H. HARTKAMP aldaar eene uitgebreide en hoogst belangriike verzameling van afbeeldingen en geschriften van het in November 1813 voorgevallene en de herdenking daarvan in 1863.

Digitized by Google

13

J. H. SONSTRAL, Oranjes Wederkomst , 25 j. herinnering, Voorgedr. 10 Nov. 1838 in Afd. Helder der M. lot Nut v. 't Alg. te Willemsoord 1838, IV, 16 bI. Vad. Lett. 1838, I, 307.

2. 1813. Oranje boven!

JOSEPH ApPEL in zijne Miinzen und Medaillen der Republiken, Stiidte, Orlschaften, Gymnasien etc. aus dern Mittelalter und der neueren Zeit. (Bd. IV Abth. I Wien 1828 (8°.) S. 412) beschrijft (onder n". 1510) een penning van het jaar 1813met de opmerking, dat die nog nergens is vermeld) (.lst noch nirgends angezeigt ") aldus:

A vers Die offene See mit der aufgehenden Sonne und in der Ferne ein Schiff mit gespannten Segeln. Oben blast ein fliegender Genius in die Posaune und halt einen Kranz in der linker Hand. Uberschrift.

WISDOM VIRTUE & PATRIOTISM.

Revers: Zwischen zwei Lorberzweigen.

ORANGE BOVEN.

Auf der Randschleife, womit beide Zweige gebunden sind, sleht 1813.

(Zinn-Medaille, schon G. 27 d. i. i 38 Ned. streepen).

Wijlen J. H. VAN GEUNS te Dieren, die zich een tijdlang bezig hield met het verzamelen en beschrijven van de penningen van het jaar 1813 en volgende, meer of minder tot ons land betrekkeJijk I), heeft in de Navorscher (1861, bIz. 149) ook deze

') Zijne aanteekeningen berusten waarschijnlijk in het Kabinet van wijlen P. H. VAN GKLDKR in 188!) geschonken aan den Staat (Zie Navorscher, 1885 biz. 472.) Er bestaan ook een paar platen met afbeeldingen van die pen· ningen (ni fallor) als begin van uitgave , gestaakt door verschillende omstan· digheden.

Digitized by Google

14

penning vermeld en opgevraagd met de oprnerking , dat het Ora nj e in de Engelsche taal is overgebracht met 0 ran g e, terwijl het Hollandsche B 0 v e n behouden is.

3. 1813 20 November.

Ter eere van GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP, wegens zijn aandeel in de bevrijding van Nederland in 1813 (later gedreven).

Voorzijde: Borstbeeld links (a trois quarts) gewend , gedreven door A. BEMME.

1813. GIJSB(ERT) KAREL GRAVE VAN HOGENDORP.

Keerzijde: Achtregelig vers van H. P AU w.

In koper gedreven. Komt voor bij MUNNICKS VAN CLEEFF I, n". 3339 f 20, niet bij H. WESTHOFF JR. op wiens kosten deze penning schiint gemaakt te zijn (1883 in het kabinet van P. H. VAN GELDER, te V elp). Rijks Museum.

(De bronnen voor het leven van GUSBERT KAREL GRAAF VAN HOGENDORP, worden gevoegelijker medegedeeld bij gelegenheid van de beschrijving van den penning op zijn overlijden, voorgevallen den vijfden Augustus 1834, geslagen), In de laalste jaren, vooral bij gelegenheid van het feest in 1863, ter herdenking van de verlossing van Nederland, toen vijftig jaren geleden, gevierd, is er veel geschreven en in het licht gegeven over de vraag: Welk aandeel VAN HOGENDORP, VAN DER DUIJN V AN MAASDAM, VAN LIMBURG STIRUM, KEMPER enz., gehad hebben aan de verlossing?" Onderanderen :

J. W. SCHUBART, Oranje boven! Geschiedkundige bijdrage tot de Omwenteling van 1813, binnen 's Gravenhage 1°. (26 Maart 1812, 2°. 21 April en 9 tot 21 November 1813). Utrecht 1863 VI en 56 bIz. 8°. gevolgd in 1869 (Utrecht) van Nog

Digitized by Google

15

eenige belangrijke mededeelingen omtrent 1813. 15 biz. 8°.

MR. J. C. FABER VAN Rn:MSDIJX, in de maand November 1813.

Eene bijdrage tot de geschiedenis der Omwenteling van 1813 door MR. J. L. G. GREGORY, 's Gravenhage 1864, VI 36 biz. 8°. (17 November 1864).

THEODORUS JORISSEN, GUSBERT KAREL VAN HOGENDORP en LEOPOLD VAN LIMBURG STIRUM, in de dagen van 17 - 21 November 1813 Wederlegging van DR. R. FRUIN'S kritiek van JORISSENS werk. De Omwenteling van 1813, geplaatst in het Januari-nummer van de Gids 1868 (28 November 1868) X 177 biz. 8°.

Jhr. Mr. A. A. VAN OLDENBARNEVELD, genaamd WITTE TULLINGH, De Omwenteling van 1813 te 's Gravenhage. Aanteekeningen naar aanleiding van de Bijdragen tot de geschiedenis der Revolutie van den hoogleeraar THEOD. JORISSEN (9 Junij 1869), Utrecht 1869 VII en 102 blz, met t wee facsimiles 8°.

1813. Bijdrage van Mr. W. A. C. DE JONGE (Sept. 1869) 's Gravenhage, 1869, 46 biz. 80•

GUSBERT KAREL VAN HOGENDORP in 1813. Nagelaten geschrift. van Mr. F. BARON VAN HOGENDORP, 's Gravenhage, 1876, Jan. (reeds aCgedrukt in November 1869 (zie voorbericht van Januarij 1876 van den uitgever M. NIJHOFF.) Tekst 112 bIz. Bijlagen 31 biz.

Van Iateren tijd:

G. K. VAN HOGENDORP. Wat is waarheid? Wat moet men vreezen? Wat mag men hop en of de Omwenteling in Nederland van 1813, onpartijdig beschouwd in de daarvan verwachte en tot hiertoe verkregen gevolgen. Amsterdam, 1819, 139 biz. 8°.

M. SIEGENBEEX, Redevoering ter gedachtenis van den zesden van Wintermaand 1813, dag waarop de Koning der Nederlanden van de hem opgedragen Souvereiniteit bezit heeft genom en. Uitgesproken den zevenden December 1838. Leiden 1819, 41 bIz. Vriend des Vaderl. 1839, XIII, bIz. 251-252.

G. K. VAN HOGENDORP, Brieven en gedenkschriften (1762-1813). 's Gravenhage, 1876-1877, 3 deelen.

Digitized by Google

16

Hulde aan den Graaf G. K. VAN HOGENDORP, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, door R. in Vad. Lett., 1819, H, biz. 433-434).

4. 1813. 17 November.

Eerepenning der Haagsche Vrijwilligers bij het begin der Staats-Omwenteling naar Woe r den u i t get r 0 k ken.

Wij Willem, enz.

Op het adres van den Luitenant-Generaal Graaf L. VAN LDIBURG STIRUM van 8 dezer, houdende verzoek om permissie tot het dragen van een gedenkpenning, welke door de districts-kommissie tot aanmoediging vall de gewapende dienst in de Nederlanden, gevestigd te 's Gravenhage, zal worden uitgedeeld aan elk dergenen, welke op 17 November 1813 de herleving van de Nederlandsche vrijheid gewapenderhand hebben helpen bevorderen.

Hebben goedgevonden en verstaan, het voormeld verzoek in te willigen en mitsdien aan diegene, welke met bovengemelde gedenkpenning zuBen worden vereerd, te permitteren het dragen van de penning, hangende aan een gee! lint, met twee zwarte strepen , onder de uitdrukkelijke bepalmg van altijd de penning met het lint, en nimmer het lint zonder de penning te dragen.

's Gravenhage 11 November 1817.

's Gravenhage 11 Februarij 1818. De districtscommissaris tot aanmoediging van de gewapende dienst in de Nederlanden gevestigd te 's Gravenhage, ontvangen hebbende eene aanschrijving van Zijne Excellentie den Minister, Kanselier der orde van den Nederlandschen leeuw, brengt ter kennis van elk, die het aangaat , dat Z. M. de Koning, bij besluit van 12 J anuari 1818 n". 49 heeft hepaald, dat het een ieder, welke tot het dragen

Digitized by Google

17

van eerepenningen aan een lint. na de verandering van zaken in het jaar 1813 zijn gemagtigd , voortaan zal vrijstaan deze eerepenningen tot eene kleinere dimensie, die echter niet minder zal mogen zijn, dan de grootte van een Nederlandsch vijfcentsluk te dragen j doch dat het in geen geval geoorloofd zal zijn, zich met voornoemde penningen op eene barrette te versieren; zijnde de districts-commissie bij de bovengemelde aanschrijving , verzocht , zorg te dragen , dat aan de stipte uitvocring van Z. M. wil in deze, zoowel als van H. D. welbehagen om het lint nimmer zonder penning te dragen, de hand worde gehouden, - enz.

(Afwijking gaf gevaar van in trekking.)

De Districts-Commissie en uit derzel ver naam.

D. C. DE LEEUW.

L. H. ELIAS SCHOVEL.

Voorzijde: Twee gekruiste zwaarden.

Omschrift: 00 VOOR VADERLAND EN ORANJE. Keerzijde: In een krans van olijf- en eiktakken:

XVII I NOVEMBER I MDCCCXIlI Gr. 20 Z. met een ringetje. Daaronder : H. D(E) HEUS F(ECIT) I).

4&. Dezelfde kleiner, Gr. 10 Z., zonder naam van den maker.

Gu ioth n". 4.

4b• Dezelfde nog kleiner, Gr. 7 Z., P. Smidt van Gelder N°. 4216.

Guioth n", 5.

Zie over dezen togt: KONUNENBURG t. a. p. biz. 144 en over den bevelhebber van de Haagsche Schutterij, den Kolonel TULLINGH VAN OLDENBARNEVELD '), aldaar biz. 153 en 571, en MR. JAN

I) G. L. DB ROGHKMONT en J. BlSSGHOP. Hidderordeu , bIz. 140 pI. 22. GUIOTH in de Revue de la Num. Belge , 1848 p. 88 nO. 1I.

S) BOSSGHA t. a. p, I bIz. Hi8. De Kolonel TULl.INGH. trok met twee kornpagnien van de Oranje Garde naar Leiden (en vervolgens naar Woerden).

L 2

Digitized by Google

18

MEULMAN, Woerden in Slagtmaand 1813 ('s Gravenhage 1815, blz, 29-30 en 43) als ook Woerden. Herinneringen in tafereelen uit het jaar 1813 door een ooggetuige, tweede druk, 's Gravenhage 1863, blz. 26.

5. 1813.' 24 November.

Eerepenning der Dordrechtsche Vrijwilligers, Uitgereikt in 1819.

Voorzijde: Een kanon kruizelings op eene scheepssnebbe geplaatst daarboven een muurkroon.

Omschrift: VOOR ONZE VESTEN EN HAARDSTEDEN. Keerzijde: In een krans van oI\if- en eiktakken:

DORDRECHT I XXIV NOVEMBER I MDCCCXIII.

Daaronder: H. D(E) REUS F(ECIT) Gr. 20 Z. met ringetje.

Guioth n". 6.

5a• DezeIfde kleiner. Gr. 10 met ringetje, zonder naam van den maker.

Guioth n". 7.

Beide zijn afgebeeid en beschreven door C. P. SERRURE (Hoogl. te Gent) in de Revue de Ia Num: Beige 1847 p. 78-79. Volgens dezen zeldzaam (vooral n", 5) als slechts aan omstreeks 50 (lees 72) vrijwilligers uitgereikt.

Kon. Penn. Kabinet. Aanwinsten. Versiag 1862 bIz. 13. Dordrecht werd door de Franschen ontruimd op 19 November 1813. Zie de plaat bij KONJJNENBURG bIz. 176 en op nieuwaangevallen doch niet hernomen. Aldaar is bIz. 177 -178 sprake van den Luitenant H. VIJGH met zijne vrijwilligers, die aan den Buitensluis de vijandelijke batterij gingen vermeesteren. Op het

Digitized by Google

19

Stadhuis te Dordrecht is eene schilderij, voorstellende het beschieten dier stad.

Afschrift..

Dordrecht den 3 Mei 1819.

Het heeft Z. M. onzen geeerbiedigden Koning behaagd, uit overweging van de door u betoonde ijver en aangewende pogingen ter bevrijding des Vaderlands, en in het bijzonder ter verdediging dezer Stad, in de hagchelijke oogenblikken der November Maand van 1813, ons met de vereerende taak te doen belasten, deswegens de bijgevoegde Gedenkpenning aan U uiUereiken, met bevoegdheid, om die aan het bijgevoegde Lint te dragen , (zoo nogthans , dat nimmer het lint zonder de penning, noch de penning op eene barrette, of tot mindere grootte dan van vijf cents , worde gedragen).

Gelijk hoogstgemelde Z. M. heeft goedgevonden, ons in het bijzonder me de deze eere toetekennen, zoo strekt het ons tot een bijzonder genoegen, de tolken van hoogst deszelfs gevoelens, ten uwen aanzien, te kunnen zijn i - vertrouwende , dat dit blijvend aandenken aan een zoo gewichtig tijdstip met het uiterst welgevallen, door u zal ontvangen worden.

(get.) W. B. DONKER CURTIUS.

(get.) REPELAER v AN SPIJKENISSE.

Aan .

te Dordrecht.

Jonkhr. Mr. P. Repelaer van Spijkenisse.

Mr. W. B. Donker Curtius. Abbema. H.

Abeele. A. van den Akkermans. J. Beelaerts. Mr. M. Bendorp. I. C.

Digitized by Google

Berning. A.

Blusse (de Jonge) van Zuidland. P.

Bosman. P. Bruijn. W. de Bruijstens. I. W. Canters. J. Cramer. C. Castendijk. R. J. Croiset. G. F. B. Cuperus. J .:

Dijk. J. C. van Efferen. P. van Evera. Mr. I. Evera. T.

Gevaerts. Jonkhr. L. R. Gevers. Mr. H.

Gips. Zn. J.

Guilick. J. van Hartman. A.

Hartman. D.

Heck de Bruijn. I. C. Hendrijcks. L. Hengst. A. van den Heyke. I. G. E. Hordijk. D.

Huisman. J.

Jong. J. de

Karsdorp. G.

Keller. C. P. W. Knieriem. A. Knollaert. W.

Kooten. F. van

20

Krim. J.

Kuipers. F. C. Kuipers. Azn. H.

I Lambinon. F. Lariviere. J .

. Lawende. C.

Loon. M. van Lotsy. S. H. Maarseveen. J. van Mauritz. G.

Merkus. H.

Noordaa. S. H. van der Pasteur. A. A.

Plazier. A.

Plukhooij. Bzn. P.

Poot. W.

Recourt. W.

Rom. I. E.

Roobol. H.

Rijnaart. M.

Schotel. I. C.

Schultz van Haegen. J. D. Starn. H.

Staps. J.

Stoop. Mr. C. G. O.

Stoop. M. P.

Thierens. V.

Tilion. W.

V olkerts, H.

Vuijk. L.

Vijgh. A. W.

Wageningen. Jr. J. van Well. A. van (72 person en).

Digitized by Google

21

6. 1813 1 December.

Bel 0 0 n i n g s pen n i n g van den B r i e I g e d rag en a an een oranjelint.

Voorzijde: In het vlak:

VOOR I MOED I EN I VADERLANDS I LIEFDE.

(door een koord omsloten).

Keerzijde: BRIELLE 11 DECB: 1813 (Gr. 27. Z.) GmoTH, Revue 1848 p. 440 n", 190. SNOUCKAERT p. 31 n", 529 (Kon. P. Kabinet).

Afgebeeld door J. KONIJNENBURG in het Nationaal Gedenkboek der hernieuwde Nederl. Unie van den jare 1813. 's Gravenh. 1816 blz. 203.

6a• Dezelfde kleiner, SNOUCKAERT bIz. 31 n", 530.

Bij J. VAM DAM n". 3923 f7.50 als gedragen door ARY POLS, een van de 15 dapperen 1) van den Briel, uitgetrokken op 1 Decb. 1813.

7. 1813 1 December.

Groote, ovale, gegr. draagplaat door de Binnenlootsen van den Briel vereerd aan ARY POLS, de man die, 60 jaren oud , te Brielle het stuk geschut door de kustkanonniers aangevoerd tegen het veldsluk der Franschen in alignement plaatste en zijn pruik wegsmijlende uitriep: "Zo 0 gee n U w er dee e rs 1 e wil zijn dan waag ik er mijn grijzen kop aan!"

') Aan A. Lux, H. PAUW, T. en C. BLANKEN, H. F. HOllER, J. VAN DER MINNE, A. H. VAN KRUINE, J. HOFMAN, A. MUURE, P. HUELBACH, C. HAZEBROEJt, J. L. QPMEER, K. DEN HROEDER, C. POLS en A. VERMAAS, schonk de Souvereine Vorst deze penning. Zij werd in den aanvang van het jaar 1814 in Hoogstdeszelfs naarn ter plaatse der zegepraal door den Maire, den heer J. M. HKENEHAN op eene plechtige en aandoenlijke wijze uitgereikt.

Digitized by Google

22

Voorzijde: Een scheepje (binnenloodsbool) waaronder dit vers volgens Guiolh Revue 1848 p. 440 n" 194 (Cabinet de M. VAN DAM a Rotterdam) in elf regels:

DIT S(C)HIP IS HIER TER NEER GESTELD TOT EER VAN ONS OUDE HELD

WIJ BINNE LOOTSEN VAN DEN BRIEL VEREEREN U DIT MET MAST EN KIEL DEN 1 DECEMBER 1813.

Keerzijde: In het vlak of veld in zeslien regels:

ZIEDAAR DAN POLS- GIJ BRAVE HELD, DIT STUK WORD' U TER HAND GESTELD VOOR UWE DEUGD EN DAPPERHEYD ZOO DUIDELIJK TEN TOON GELEID

WIJ BINNE LOOTSEN VAN DEN BRIEL WIJ GEVEN HET U MET HART EN ZIEL

EN DAT GIJ HET NOG LANG DRAGEN MAG EN DRAAG HET TOT U LAATSTE DAG.

(Z. in kabelrand mel oog. W. 45 wigtjes).

Dit eenig stuk werd in Novbr. 1868 (Cat. J. VAN DAM D.W.z. n". 3922) voor f 42 gekochl door den heer J. F. G. MEYER voor het Ron. P. Kab. Aanw. 1858 blz, 29 alwaar ARY POLS, C. POl.S genoemd wordt.

Ook bij KONIJNENBURG (blz, 203) komt ARY als C. POLS voor.

8. 1813. Draagteekens I).

Borstbeeld van den Souvereinen Vorst in open parelrand, in uniform (Kon. P. Kab. Aanw. 1873 bI. 11 Zilver).

I) Gedragen te Rotterdam enz. Cat. VAK DAM n". 3917,7 stuks , z. en k. In het Kon .. Penn. Kabinet zijn daarvan varianten, 't zii a jour of vol en in een krans gevat, Ook ovaal penningplaatje (Mm. P. SMIDT VAN GELDER 21/17).

Digitized by Google

23

8". Ais voren mel: P. W. O. W. D. 1. waarboven een kroon PRINS WILLEM I v. I ORA~'UE. WILLEM DE EERSTE. I Zilver 1). 8b• Zilv. draagp. met de borstbeelden van den Souvereinen Vorst en van de Prinses Douairierre van Oranje.

Den dertienden November was er al Oranje te koop. CHAD. blz, 43. Te Amsterdam zette men in den avond van den 15den de Oranje kokarde op en den 16den was aldaar (zie CHAD. bIz. 48) het dragen van Oranje zoo aigemeen, dat zelfs de Franschen zich zonder dat niet durfden verloonen en bij sommigen hunner het roode lintje van het Legioen van Eer er door vervangen werd. WESTERMAN zingt dan ook (Vreugdezang bIz. 6):

"Zie de strik met vreugd door allen op de vrije borst gehecht. M en DE W AL: bIz. 37:

Elk siert zich met het blijde teeken Weleer de Ieus van 't voorgeslacht.

De geestige CORN. (KEES) VAN MARLE in zijne Napoleonade , Hel-

dendicht, vierde zang, zingt dan ook:

Ook N eerlands volkje wist AIleen door strikken dragen Den vijand te verjagen

Daar is wat lint verkwist?

WeI zegt men dus te regten Elk he eft. zijn wijs van vechten.

(Rijmelarij, Leiden 1814 bIz. 72.)

') Bjj TEDING VAN BERKHOUT, nO. 925 Mm. 33/26. (Brons). Ovaal met links gewend borstbeeld van den Prins in parel- en lauwerrand. (Verz. DIRKS.)

Bij J. H. VAN GRUNS, Cat. Delftsche Tentoonstelling (1863) van 1813.

133. Penningplaatje Vorst Willem I, Ovaal zonder bij of omschrift, Zilver.

134. Als boven, veel kleiner met omschrift (zeer dun) zilver.

135. Ais voren, rond, zonder omschrift, Koper.

136. Groote ijzeren penningplaat, WiIlem I voorstellende.

137. Ais voren, veel kleiner, van geheel andere teekening, zonder omschrift, o vaal.

Digitized by Google

24

s-. 1813.

Zilv. draagp. bij de omwenteling van 1813 met b. b. van den Sou v ere i n e n v 0 r s t.

Mel W. F. 0.1. Willem Frederik de eerste 1813. Ook in goud.

Ovaal. (Verslag. Aanw. Kon. P. Kab. 1871 bIz. 10.) (Verz. DIRKS.)

8d• Geheel a jour, Z., groot 37 in koordrand met oog, Het borstbeeld van den Prins en face C I.) in uniform a la Brandenbourg, met groote ster op de linkerborst en afhangende nestels op den reglerschouder. (Verz. DIRKS.) (Gebosseleerd).

9. Penning als boven.

Links gewend borstbeeld.

Omschrift: WILLEM DE ZESDE V. ORANJE, SOUVEREIN VORST DER NEDERLANDEN.

Keerzijde:

TOT HElL DES VOLKS.

Kon. Penn. Kab. groot 19. Z. Zeer zeldzaam.

10. 1813.

Bevrijding van Amsterdam van het juk der Franschen door Alexander, Keizer

all erR u s.s e n.

Voorzijde: Het borslbeeld van Alexander, Keizer alIer Russen links gewend, geharnasd, met gepluimden, hoogen helm met halsstuk en E'en opstaande pijl op den klep. De Keizer draagt in de regter hand een spies en met den linker arm een colossaal, prachtig geeiseleerd , rond schild, op welks mid-

Digitized by Google

25

den in lauwerkrans gedeeltelijk zichtbaar, de gekroonde, dubbele, Keizerlijke Russische Adelaar. Van de voorstellingen op het zichlbare gedeelte van het schild ziet men van de linker zijde beginnende: Eerste groep: Een gehelmd en in kort krijgsmanskleed gedoschte den boog spannende schutter, en voor hem twee naakte krijgers, de een met een rond schild en zwaard , de andere gehelmd en met een spies. Deze drie personen strijden tegen drie anderen, waarvan een gehelmd met een ruit of vierkant schild, de andere met een zoogenaamd amazonen schild en allen met korte zwaarden in de tot tref'fen opgeheven handen gewapend. Een naakte gesneuvelde ligt aan hunne voeten. Op den achtergrond een ter neder gezeten oude persoon met de handen voor de oogen. Tweede groep : regis gewend: Een staande gehelmd en als (no. 1) gekleedde krijgsman (onder wiens voeten een naakt lijk ligt) is op het punt een half ter neder gevallen naakten vijand te doorsteken. Derde groep: Twee naakte ruiters op rennende paarden gezeten, gehelmd en waarvan een met een amazonen schild is gewapend, voor hen uil drie vluchtelingen waarvan een met een helm gedekt, de tweede ongedekt maar met een amazonen schild op den linker arm en de derde gehelmd en met een langwerpig vierkant schild voorzien. Zij vluchten langs de rechterzijde van een voetstuk waarop een links gewende vrouw leunend met haar linker arm op haar rond schild in rustige houding is gezeten, terwijl links van haar een krijger ler neder gebogen of geknield haar om bijstand smeekt. Op den voorplint leest men in Russische letters:

LEIPZIG.

En op het zijstuk links: ! ~ .

Boven den Iinkervleugel van den adelaar staat P:A .AA E, hetgeen volgens F. W. A. SCHLICKEYSEN, Erklarung der Abkiirzungen u. s. w. (2te auflage , Berlin 1882, S. 287) beleekent in

Digitized by Google

26

de Russische taal: Gesneden door A. KLEINKOFF (stempelsnijder in Petersburg (nog in 1849).

Omschrift: RODOMYSL ') DEW.JATAGO DESJAT WEKA.

De Rodomysl der negentiendc eeuw.

Keereijde : Een in een schubbenharnas gehuld krijger, gedekt met een gepluimden helm met nek- en oorlappen, met opgeheven zwaard in de rechterhand en zijn linker arm gedekt met een rond schild, vormt het middenstuk van een groep van drie figuren. Regts een ter neder geslagen naast hem liggende , door zijn helm niet meer gedekte Franschman, met opgeheven, afwerende regterhand of arm als zoodanig kenbaar aan zijn gedeeltelijk zigtbaar Keizerlijk Fransch schild; links de met een stedekroon gedekte Amsterdamsche maagd, met haar schild achter haar.

Omschrift : OSWOBOZDENIE AMSTERDAMA.

B e v r ij din g van A m s t e r dam.

') De Hoogleeraar H. KERN. te Leiden , die op verzoek van mijnen vriend • den Hoogleeraar Dr. J. C. G. BOOT, de vertaling van de opscbriften van de penning gaf , schreef er (20 April 1887) (uit Arnhem) nog iets ter opheldering van den naam RODOIIIYSL bij .• Na te vergeefs in de woordenboeken .een woord RODOIIIYSL gezocht le hebben , schoot het mij le binnen dat er .een oud Slavische godbeid RADOIIIYSL vermeld wordt , waarvan RODOIIIYSL .eene bij de Russische uitspraak verklaarbare wanspelling is. Van dien RADO.IIIYSL weet men behalve den naam zoo goed als niets , maar (Ie etymo.Iogie laat toe dat men aan het woord den zin hecht van: weI g e z i n d. lk ,denk dat de medalje dagteekenl uit een tijd loen men in Rusland eene ,sentimenteele liefhebberjj begon te krijgen voor de oude Slavische my tho.Iogie (in 1820-1830) en dal men om Keizer Alexander le vleien hem vergeleek • met den tamelijk onbekenden RODOMYSL. Hoe bet zij, er staat: DE RODO' ,IIIYSL DER 19d• EEUW. ZOO ik mij niet vergis, placht men Keizer Alexander ,le noemen: le bien intenfionlle; en ik vermoed dal men deze eigenschap ,meende nog pompeuser te kunnen uitdrukken door hem bij den god • Wei· • g e z i n d' of iets dergelijks le vergelijken.·

Digitized by Coogle

27

in de afsnede staat:

S MEDA:(LJA) GRAFA TOLST:(AGo) ') P:A:KAE: 18::J6.

Medalje van graaf Tolstoi.

Gesneden door A. KLEINKOFF 1836.

II. 1813. 2 December.

JETTON VAN STETNER ').

Vooreijde: Links gewend borstbeeld in uniform met een ster (waarin de Nederlandsche leeuw) op de linker borst, en met een breed lint omhangen, Daaronder S t e tn er Jetton.

Omschrift : FR:(IEDRlCH) WILH:(ELM) PRINZ. V:(ON) ORANIEN SOUV:(ERAIN) FURST ZU NASSAU. U:(ND) D:(ER) VER:(EINIGTE!') NIEDERLAND(E). *

Keerzijde: Gezicht op Amsterdam van het Y uit genomen. In de afsnede:

AMSTERDAM

D.(EM) 2 DEC: 1813.

Booenschrift : ER BRINGT UNS NEUES GLUCK:

Metaal Gr. 23.

GUIOTH n", 8 Appel IV 1 n". 241.

12. 2 December.

Draagpenningje (Z. Gr. 10 met oog).

Voorzijde: Links gewende VICTORIA, vliegend met zwaard en lauwerkrans in de hand en.

'} Tolstago , genitivus van Tolstoi.

") Bij Appel 1. a. p. STEINER en bij Schlickeijsen, JOH. THOMAS STETTNER, geb, 1786, stempelsnjjder te Neurenberg, 1806-1824.

Digitized by Google

28

Omschrift: GOTT SEGNETE DIE VEHEINIGTEN HEERE. Keerzijde: In 9 regeIs:

EINZUG I DES I SOUY.(ERAI!,\~::-;) FtiRSTEN I DER VEREI~IGTEN I NIEDER LANDE I IN I AMSTERDAM D.(EM) 2 DEC.(EMBF:n) 1813.

GUIOTH n", 9 Appel, IV 1, n", 240. In's Rijksdepot. Z. f 1.-. Desgelijks Omwenteling van November 1813 f 1.- (?)

Den Intogt op 2 December 1813 schetste KONIJNENBURG t. a. p. bIz. 264 en volgende. De eerste Gehoorgeving (Audientie) van Z. K. H. den Souvereinen Vorst te Amsterdam is afgebeeld bij hem blz, 268. M. WESTERMAN sprak op het Amsterdamsche tooneel een vreugdezang uit "Bij de komst van den Vorst 8 , Amsterdam bij J. G. ROHLOFF Nes n". 63 (8 bIz. 8°.) btl wien ook (beide voor rekening van den auteur) verscheen een andere Lierzang door denzelfden auteur reeds den 27 November t. a. p., uitgesproken, getiteld: "Het herstel van Nederland", 12 bIz. 8°, beide niet vermeld bij A. J. V AN DER AA, Biographisch W oordenboek, XX bIz. 147, of in het Biographisch Woordenboek der Noord en ZuidNederlandsche Letterkunde door HUBERTs c. s. Deventer 1878, bIz. 644. (Vad. LeU. 1813 blz, 717, 1814 blz, 90). Van WESTERMANS hand zag ook nog het licht: "Uitboezeming van mijn gevoel bij de verlossing van het Vaderland" , Amsterdam (1814) 8°.

13. 1813. 4 December.

Penning vereerd aan de tien of elf personen die te 00 It g ens p l a at he t for t D u que s n e, (t han s P R INS FREDERIK) op de Franschen veroverden.

Voorzijde: voon MOED EN VADERLANUSLIEFDE. Keerzijrle: DUQUESNE, 4 DEC. 1813.

v. DAM n". 3924- Z. f.7.50. Zie KONJJNENBUHG blz, 208-214.

De namen van tien (der elf) holden zijn: J. VAN PUTTEN, J. v. ROSSUM, J. OVERWATEH, A. V. D. HELM, G. VAN KUYeK, D. MIL-

Digitized by Google

29

LIOEN, P. HUNDERFANGER, K. DE VOS, J. LlDAU, en A. BOGAERD .• Ook .de heer HEENEMAN voornoemd (zegt KONIJNENBURG biz. 214) deelde .nan het gezegde moedig Elt1al(?) het soortgelijk Eermetaal tot be-

• wijs van Nationaal erkentenis hunner verdiensten mede als hier

• voor den dappere Brielenaren te beurte viel." Vergelijk de berichten van J. VAN DER BAAN (van Wolfaartsdijk) in de Navorscher, XIV biz. 100-102.

Over de belangrijkheid van de bemeestering van de batterij op de Buitensluis, de verrassing van den Briel en de stoute overrompeling van het fort op Ooltgensplaat, zie CHAD. t. a. p. , biz. 93 en 150.

14. 1813. Decbr.

Penning met o o g aan een rood-wit lint (kleuren der stad Breda) waardoor een smalle witte streep loopt gedragen.

Voorzijde : Het wapen van Breda (van keel met drie zilveren St. Andrieskruizen (2-1) omgeven door olijf- en eiktakken.

Omschrift : VOOR BURGER TROUW EN MOED.

DECR. MDCCCXIII.

In zes regels op de:

Keerzijde: DE I SOUVEREINE VORST I VAN NEDERLAND I AAN DE OFIfICIEREN I DER SCHUTTERIJ I VAN BREDA.

Afgebeeld bij KONIJNENBURG t. a. p. biz. 590 Z. Gr: 20. Jhr. M.

A. SNOECK, Bijdragen tot de Penningkunde van Noord-Brabant, (Jan. 1883) n". 237. GUJOTH n". 192. Zeldzaam.

14a• Dezelfde kleiner, GmoTH n", 191.

Volgens Jhr. M. A. SNOECK, t. a. p. zijn slechts 20 stuks uitgereikt. De Schutterij van Breda had vijf maanden lang militairen dienst met de grootste bereidvaardigheid en orde verrigt.

In Februarij 1814 reikte de Kommissaris van het Arrondisse-

Digitized by Google

30

ment de heer A. INGENHOUSZ dit eermetaal aan de volgende officieren dier Schutterij uit: den Lt. KoIoneI N. JANSSENS, aan de Kapiteinen:

W. A. VAN GOOL, J. VAN SON, W. VERLEGH de jonge P. HopPENBROUWER en J. VAN OECKELEN. Aan de eerste Luitenants: S. BESAS, J. OLIVIER, C. VAN SIEBERGEN, L. JAMES, P. A. DUPPER , K. VAN DALSUM en C. V AN DER LAAR en aan de tweede Luitenants: C. ANEMAET , G. MOLENBERGH, D. MIDDELAAR, W. VAN TETS, W. RIJCKEN, L. C. EIJMBERTS en M. DE PIER A (20 personen).

15. 1814. 26 Jauuari.

Dr a a g p e n n i n g , gegraveerd, aan 42 burgers van 's Hertogenbosch en Vucht vereerd wegens het bevrijden dier vesting.

Voorzijde: 's HERTOGENBOSCH, 26 Jan. 1814. Keerzijde: VOOR MOED EN VADERLANDSLIEFDE.

Deze werd gedragen aan een wit, rood en blauw lint. Z.

Gr. 27. De oprichting van een korps gewapende burgers aldaar vermeldt KONIJNENBURG, biz. 353.

SNOECK, n". 238, GUIOTH, n", 195, die zegt: "Semblable it celui du n", 179 (Lisez n". 190). In Kon. P. Kab. Aanw. 1868 bIz. 13-14 en bij Jhr. M. A. SNOECK.

Dezelfde penning kleiner, HERMANS. Bijdragen Deel 2 St. II, blz. 119-120 1 (2). - Plechtig zijn 15 stuks uitgereikt door de Stedelijke regeering. Zie het "Dagblad van de Monden van den Rijn" (1 Maart 1814) aangehaald bij SNOECK bIz. 11.

(Doch ingesteld bij besluit van Z. K. H. den 23 September 1814 en den 18 November 1814 uitgedeeld zegt J. H. VAN GEUNS. Cat. Delftsche Tentoonstelling n". 138, bI. 178. (?)

Digitized by Google

31

16. 1814 20 Febr.

Cap i t u I a ti e van G 0 r k u m.

Voorzijde: als Einzug-in Amsterdam n". 12. Keerzijde: in 8 regels.

DURCH I CAPITULATION I GORKUM I EINGENOMMEN I VON I ZIELINKSKY D.(EM) 20 FEB. 1814.

Z. Gr. 10 met oog.

GUIOTH n", 10 Appel IV 1 n". 1199. In Rijksdepot. (Alg. Konsten LeUerbode 1845 II. 251). Opgave voor f 1. toen verkrijgbaar in Z. Zie D. DE GRUFF. Verhaal betrekkelijk het beleg , bombardemenl en de overgave van Gorinchem in den Winter van 1813 en 1814. Gorinchem bij J. VAN DER WAL 1814 XX 226 blz, 8°. I) Vad. Lett. 1815 blz, 255-259. KONIJNENBURG blz, 532-550. Beknopt Verslag van de Belegering van Gorinchem, getrokken uit officieele Rapporten. Rotterd. Junij 1814 8°.34 bI. Zie Vader!. Lett. 1814 bI. 481.

16&. Dezelfde kleiner mel oog gr. 9 (Verz. TEYLER).

17. 1814 26 Februari.

Gegraveerde draagpenning van den Senatus Veleranorum te Ut r e c h t.

Vooreijde: MINERVA gehelmd en mel speer en Medusa-schild gewapend, wordt op haren gang opgehouden door een naakt, alIeen mel wijngaard loof omgord knaapje, dat haar een beker aanbiedt.

In kartelrand en dubbelen cirkel: het omsehrift , zonder puntafscheiding:

+ MISCE STULTITIAM CONSILIIS BREVEM DULCE EST DESIPERE IN LOCO.

Keerzijde: In een krans:

XXVI FEBR.

MDCCCXIV.

I) Met een vignet voorstellende het afbranden van een molen.

Digitized by Google

32

Omschrift: y SEN. VETER. IN ACAD. TRAlECT.

Zilver. Gr. 27. Zie A. SIMONS. Bij de herstelling van Utrechtsch Hoogeschool in 1814 (Verstrooide Gedichten) Amsterdam 1822 biz. 36-44. Lastdrager I biz. 136-137 [Verz, TEYLER I)].

18. 1814 26 Febr.

G est e m pel d e d r a a g pen n i n g e n van d eOn t g r 0 en i n g s Senaten, aan de Hoogeschool te Utrecht.

Voorzijde: Een naakt knaapje omgord met wijngaardsloof, dat met de linkerhand een mand met druiven vasthoudt, biedt de staande en gehelmde Minerva een drinkschaal aan.

Omschrift: MISCE STVLTITIAM CONSILIIS BREVEM.

Men gee n e k 0 r ted w a ash e i din he t ern s ti g e.

DVLCE EST DESIPERE IN LOCO.

H e tis zoe t s 0 m see n s d \V a a s t e z ij n.

In de afsnede: J. P. SCHOUBERG F.

Keerzijde: In een olijfkrans XXVI FEBR. MDCCCXlV. Rondom : SEN.(ATl"s) VETER.(ANORllM) IN ACAD.(EMIA)

TRAIECT( ENSI).

De Senaat del' oudsten aan de U't r e c h t s ch e Hoogeschool.

Werd gedragen aan de linten der vijf faculteiten. In Collectie van's Rijks Munl te Utrecht n". 10 Gr. 27. GUiOTH n", 196. Cat: BESlER der Slempels van's Rijks Munl te Utrecht n", 10S.

Ook zonder oog en ring (Verz. TEYLER).

19. Als boven gesneden door v. D. KELLEN JR.

Cat. BESlER del' Stempels n". 109.

Beide veel later dan 1814 gesneden.

I) Varieteit met XXVI I l<'EBR. I MVCCXIV (sic). Verz. DIRKS.

Digitized by Google

33

20. 1814.

Verblijf van Keizer Alexander te Amsterdam I). Bij VOUTE, blz, 67 n", 1377, afdruksel in zwavel, van den penning welke door LAGEMAN is gemaakt om toen te worden aangeboden.

De stempel toen niet gereed zijnde, zijn er nimmer afslagen van genomen.

Zie Mr. JACOBUS SCHELTEMA. ALEXANDER, Keizer van Rnsland, in Holland en te Zaandam, in 1814. Amsterdam, by HENDRIK GARTMAN. X. 214 bIz., met stamlijst, vignet (portret) en platen 1). Vad. LeU. 1815, blz, 212-217. - Hoezeer de naam van Keizer ALEXANDER toenmaals en wat later in ons land op veler lippen was, getuigen de volgende geschriften:

R. H. ARNTZEN IUS , ALEXANDER, Keizer aller Russen. Lierzang, Haarlem 1814 8°.

A. LooSJES PZN. Parijs aan de voeten van Keizer ALEXANDER, 31 Maarl 1814, Haarlem 1814 8°.

A. SIMONS, ALEXANDER, Keizer aller Russen (in drie zangen) 's Gravenhage 1815, met platen 8°. VII, 105 bI., Vad. LeU. 1816, bI. 206-216.

H. WEYTINGH, (Rector des Gymnasiums zu Kampen in Oberijssel) Ode an S. Kaiserliche Majestat, ALEXANDER I, Allein herscher aller Russen. Zutphen 8°. 8. S. Vad. LeU. 1814, bl. 619.

Levensberigt van ALEXANDER, Keizer aller Russen. Naar het Engelsch, Vad. Lett., II 1814, bl. 436-443 en bl. 484-489.

A. BOXMAN, ALEXANDER, Vad. Lett. 1820 II, bl. 580-584. Anecdoten wegens Keizer ALEXANDER van Rusland in Vad. LeU. 1826 II, bI. 224-230 en 294.

ALEXANDER I, Keizer van Rusland, of eene schets van z.ijn leven en van de belangrijkste gebeurtenissen zijner Regeering, door

') J. TURNBULL DEN MleKBR. Het verheerlijkt Amsterdam door de tegenwoordigheid van Z. M. ALEXANDER den gezegenden (1814). 8 hI. Vad. LeU. 1814, hI. 679-680.

L 3

Digitized by Google

34

H. E. LLOYD Esq. Uit het Eng. vert. door J. G. S(WAVINO) te Dordrecht 1826 in 8°. XI en 351 bI. Vad. Lett. 1827 bI. 365-371.

21. 1814.

Keizer ALEXANDER bezoekt Zaandam.

Eellzijdig: (volgeus een cliche ons welwillend door den beer L.

W. A. BESlER, Referendaris-Adviseur bij 's Rijks Munt verstrekt). Eenigszins recbts gewend borstbeeld, in uniform met plaque, ridderkruis en breed ordelint. Op den rechter schouder leest men: LAGEMAN f(ecit) I)

Omschrift: ALEXANDER PAULOW D(EI) G(nATIA) RUSS(ORUM) IMP(ERATon) VIRTUTE DELLICA GLORIAM COMPLEVIT.

ZAANDAM 1814.

ALEXANDER PAUL, door Gods genade Keizer der Russen, been. zijn roem door krijgsmansdapperbeid voltooid. (Bij zijn bezoek te) Zaandam (in) (1814).

Groot 30 Cat. BESlER der Medaille Stempels op 's Rijks Munt (1883) n". 115, Gr. 4 Cm.

A. LOOSJES PZN. vervaardigde een gedicbt op dit bezoek, getiteld: De scbim van CZAAR PETER aan ALEXANDER, Keizer aller Russen, Haarlem, 1814 8°. '). Het verslag van de reis is te vinden in de Alg. K. en L.bode 1814.- II, bl, 34-39.

Aldaar wordt , bl, 38-39, behalve de gedichten van LOOSJES, AnNTZENIUS en SIMONS, nog een Italiaansch dichtstuk vermeld van

') HENDRIK LAGElIIAN. Hij overleed den 30 Maart 1816 te Amsterdam, oud ruim 51 jaren na lang sukkelen, hetgeen hem waarschijnlijk beleUe dezen penning te voltooijen. Zie in Alg. K. en Letterbode 1816 I, biz. 276-~78 zijn levensloop geschetst door F. W. SCHLCSSER.

') JAC. SCHELTEIIA, ('s Hage 23 Junij 1814) vestigde in de Alg. K. en L. bode (1814 II; bl. 5-7) de aandacht op eene voorspellende plaats , betrekkelijk ALEXANDER I in de PETRElS. een onvoltooid heldendicht van den Hoogl, G.lDSO COOPIIANS, over wien men zie ald. 1810 n", 38.

Digitized by Coogle

35

den Romeinschen Edelman J. A. M. OE SULKOWSKI: Nel giorno a moi sempre memorabile del faustissimo arrivo in Olanda di sua Maesta Imperiale Allessandro primo benedetto 1).

22. 1813.

ALEXANDER I, Keizer van Rusland, bezoekt de

M u n t t e U t r e c h t. AIleen in goud geslagen; (verkoopswaarde f 25) Goud 9.2. Met Gew. Gr. 16.

Voorzijde : In een lauwerkrans, in 3 regels:

ALEXANDRO I PACIFICATORI I S.(ACRll)I).

Keerzijde: Bestraald door een hemellicht in 4 regels:

TRAJECTI I AD I RHENUM I MDCCCXIV.

Daaronder: een palm- en olijftak.

Gesneden door D. v. D. KELLEN SR. Cat. BESlER n". 107. Hoogst zeldzaam, 20 stuks geslagen (POSTHUMUS n", 1458, Verz.

DIRKS).

ALEXANDER, Dichtstuk door J. DECKER ZIMMERMAN, Evang. Luth.

Predikt. te Utrecht. Tegenstuk van het Gedicht BONAPARTE, door denzelfden te Utrecht, by F. D. ZIMMERMAN. In gr. 8°. 16 bl. Vad. Lett. 1814, bI. 617-619.

H. L. EMPAYTAZ. Merkwaardigheden van het leven van ALEXANDER, Keizer van Rusland, U. h. fro Heerenveen 1842,56 bl. kl. 8°. Vad. LeU. 1843 I, bI. 505-506.

23. 1814. 30 Maart.

S t roo i pen n n i n g in g 0 u d, z il v ere n k 0 per.

Bij de inhuldiging van den Prins van Oranje tot Souvereinen Vorst der Vereenigde Nederlanden teA m s t e r dam.

') Dordrecht werd teleurgesteld bljjkens de Panegyris van PETRUS UN BRAAII in Alg. K. en L. bode, 1814 II, bl. 51-52.

Digitized by Google

36

Voorzijde: Buste links gewend.

+ WILLEM D.(OOR) G.(ODS) G.(ENADE) PRINS VAN ORANJE NASSAU. In het vlak omgeven door een Iauwerkrans:

GEHULDIGD I TE I AMSTERDAM I MDCCCXIV.

Omschrift: y SOUVEREIN VORST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.

Gesneden door H. LAGEMAN (zie Cat. BESlER n", 102 (em. 21/20) of Gr. 16).

GUIOTH n". 11. Bij SNOUCKAERT n", 622. Verguld in een 12 puntigen ster aan oranjeJint.

Bij KONIJNENBURG besehreven, bIz. 333, afgebeeld bij METELERKA1IP, I, bIz. 226. In zilver en koper rondgestrooid. Zeldzaam in goud , Cat. Mr. JER. DE VRIES Jz. (1884) n", 2995. Goud 8.9 f 12. Z. 6 w.

Te vermelden zijn:

Godsdienstige redevoering bij het plechtig beeedigen der Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden, op den dertigsten van Lentemaand 1814. Uitgesproken in de Nieuwe Kerk te Amsterdam door PETRUS HAACK, predikant aIdaar. (In het voorbericht (XII bIz.) vindt men de beide aanspraken van Z. K. H. den Souvereinen Vorst, v66r en bij bel beeedigen der Grondwet gedaan.) Amsterdam, bij J. BRANDT EN ZOON XII, 30 bIz. 80. 1).

JAN VAN EYK (predikant te Loosduinen). De dankbare aan God gewijde vreugd, eene cantate , bij gelegenheid der huldiging van Z. K. H. WILLEM FREDERIK, Prins van Oranje Nassau, tot Souvereinen Vorst der Vereenigde Nederlanden. 's Gravenbage, 1814,

') De beeediging had plaats op Woensdag 30 Maart, (zie CHAD. biz. 163-171).

De redevoering, op Zondag 3 April 1814. lets vroeger sprak de veel besproken FRANI,;OIS. ADRIAAN VAN DER KEMP (weleer (1787), doopsgezind leeraar le Leiden), den 11 Maart 1814 in de Presbyteriaansche Kerk. te Union in N.-Amerika (in het Engelsch) , een redevoering uit: Ter gedachtenis der roemrijke gebeurtenis van de verlossing der Nederlanders van' Fransche Dwingelandjj , vertaald in December 1816, en uitgegeven te Amsterdam, bij H. GARTMAN en J. TEN BRINK Gz. Vlll, 80 biz. 8°.

Digitized by Google

37

31 bIz. 8°. bij de Even J. THIERRY en C. MENSING EN ZOON. Vad. Lett. 1814, bl. 449.

Tweede aanspraak aan het herstelde Volk van Nederland; na de Aannerning van de Grondwet en de Huldiging van den Souvereinen Vorst. Arnst. 1814 8°., 8 bl. Vad. Lett. 1814, bl. 520.

Mr. R. METELERKAMP, De Regeeringsvorrn der Vereenigde Nederlanden, na de verheffing van Prins WILLEM FREDERIK van OranjeNassau tot Souvereinen Vorst, 2 deelen met platen. 's Hage 1814 late deel VIII, 234 bI. Zie Vaderl. Letteroef. 1815, bI. 152-164.

24. 1814.

Op de verheffing als voren.

Voorzijde : Borstbeeld links gewend met groote ster op de borst. Omschrift: WILLEM DE ZESDE P:(RINS) V:(AN) ORANJE SOUVEREIN VORST D:(ER) NEDERL:(ANDEN).

Keerzijde: TOT HElL I DES I VOLKS. Z. gr. 21.

GmoTH n". 13. Inhuldiging van den Souvereinen Vorst, in de Nieuwe Kerk te. Amsterdam. Plaat bij KONIJNENBURG, blz, 323 I).

Wat er te Amsterdam voor vijftig jaar voorviel. Geschiedkundige herinnering aan de gedenkwaardige dagen van 29-30 en 31 Maart 1814, door H. ZEEMAN, kostschoolhouder te Amsterdam. Aldaar bij P. M. VAN DER MADE, VIII, 36 bIz.

') Ook bij Mr. R. METELERKAMP, Deel I, bIz. 222. Zie ald. I, bIz. 195-225 en hl. 100 de plaat • De Souvereine Vorst, gaande naar de vergadering der aanzlenlijken", en de facsimiles, bIz. 195-196, biz. 229 en achter bIz. 234 der handteekeningen van allen, die deel had den aan de zamenstelling van de Grondwet.

JACOB VOSIlAER te Zutfen. Lierzang op de verheffing der Nederlanden tot een Koningrijk kort na de landing van Bonaparte 11 biz.

MR. J. J. ELSEVIER (te Voortbuysen). De opdragt van de Oppermagt aan den Prins van Oranje beschouwd , ais bet eenigste redmiddel van Neerlands Onafhankelijkheid, bij de afschudding van het Fransche [uk, Arnhem 1814 8°., 28 bi. Vad. LeU. 1814, bl. 677.

Digitized by Google

38

25. 1814. Mei.

Aan de tot het b e l e g van Naarden uitget r 0 k ken S c h u tt e r s v ere e r d.

Voorzijde: In een oIijf- en paImkrans:

BELEG 1 VAN NAARDEN 11814.

H. DE 1 HEUS F(ECIT). Z. met ring. G. 26. 161/, W.

Keerzijde: in een eiken Ioofkans:

HULDE 1 VAN DE 1 HOOFDCOMMISSIE 1 TE AMSTERDAM AAN C. Ooetendorp.

GUiOTH n". 14. Ook met M. MUSCH, J. H. VLET, C. KOTTENHAGEN, M. ROOBOL, J. KRIENDERS, enz. (Namen van uitgetrokken schutters.) Ook in koper met J. LENSING, J. HEEMSTOK, W. VAN CAMPEN, enz.

Zie J. W. VAN SYPESTEIN. Het blocus der vesting Naarden. Een verhaal uit de geschiedenis van Nederlands herstelling in hetjaar 1813 (44 blz. 32mo. Overgedrukt uit het "VaandeI" 5de jaargang (1855), Februari.

KONIJNENBURG, blz. 475-479. 645-646 en Naardens beleg, Gerijmd verhaal der gebeurtenissen in en om de vesting van 11 November 1813 tot 12 Mei 1814 (bij J. J. EYLERS te Naarden z. j. (1863?) ~O cent, 34 bIz. 8mo. Ook bezongen door J. JORDENS in zijne Nachtgepeinzen bij de belegering der stad Naarden. Amsterdam 1814 80• 14 bl. Vad. Lett. 1814 bI. 449.

H. MEYER JR. Krijgspore aan mijne Wapenbroeders in het Korps Scherpschutters voor het arrondissement Amsterdam, bij ons vertrek naar het observatiekorps voor Naarden , den 10 Januarij 1814. (DichterJijke Gedenkrolle, IV (Amst. 1814).

Wapenkreet voor Neerlands Volks. Amst. 1813, 15 bI. Vad.

Lett. 1814, bl. 92.

Krijgsliederen voor de verdedigers van het Vaderland, ter bekoming van eenen algemeenen Vrede. Meerendeels naar het Hoogd. gevoIgd. Arnst. 1814, 8°. 24 bI. (Ald. bl. 272).

Digitized by Google

39

Lierzang van de Arnsterdarnsche Schutterij bij derzelver terugkomsl van de Belegering van Naarden, door M. WESTERMAN. Arnst. 1814, 8 bI. Vad. LeU. 1814, hI. 589-590.

De eerepenning werd in Mei 1816 geschonken door de Hoofdcomrnissie tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden.

25a• 1814. Dezelfde kleiner. Gr. 15.

Het opschrift: "HULDE-VAN DE I HOOFD I COMMISSIE TE I AMSTERDAM- vult het geheele vlak.

(Es d r e n ". 203).l

25b• Nog kleiner, Gr. 10 (Esdre n", 204).

25c• In Koper voor de rernplacanten (Esdre n", 205). Zeldzamer. Bij J. H. VAN GEUNS, Cat. Delft 1863, n", 143 als uitgereikt den 18 November 1816.

1) In De Navorscher 1887. biz. 367 deelt T. R. mede: De Amsterdamsche ,Nat. Gardes bezetten als Schutterii Weesp en Muiden en namen deel aan ,het beleg van Naarden , namelijk het Ie Bat. onder den Lt. Kol. J. H. TAL,BOT. het 2e onder den Lt. Kol. A. J. SCHUYT VAN CASTRICUM, tevens Com,mandant van Weesp, het 38 onder den Lt. Kol. G. L. LEPELTAK, het 4,8 on,der den Lt. Kol. H. VAN CASTROP en het 5e onder den L. Kol. H. J. NUBOER. ,Het 58 bat. behoorde tot den rechtervleugel , onder den Kolonel VAN DEN "BORCH, heer van's Gravenland, het 2e en 4,e tot het centrum onder Kolo,Del A. RITTNER, het Ie 38 tot den Jinkervleugcl onder majoor KAMPS, het ,geheele belegeringskorps onder den generaal KRAUENHOFF. Naarden werd ,roemrijk verdedigd door den generaal QutTARD DE LA PORTE en tot de be"zetting behoorde o. 3. een bataljon fDep. Zuiderzee) Nat. Garde onder "den Kol. C. L. VON PFAFFENROTH ,dat 3 Maart 1814 vergunning kreeg zich ,naar Amsterdam te begeven. De overgave had 12 Mei 1814, plaats,

Digitized by Google

144. AIle kleiner en van elkander in grootte verschillende en enkele in stempel (4 stuks).

145. AIsvoren, klein model, waarop de fout ET AMST in plaats van TE AMSTERDAM.

146. Gegraveerd penningje aan een lint , alsvoren, waarop:

HULDE AAN AMSTERDAM.

Keerzijde: BE LEG VAN NAARDEN 1814 (zilver)

Wij Willem enz,

Gezien het adres van G. C. R. R. VAN BRIENEN, Generaal-majoor kommandant en chef der dienstdoende schutterij te Amsterdam.

Hebben goed gevonden en verstaan, aan de officieren en manschappen der burgerkorpsen, welke bij het beleg van Naarden hebben gediend , het dragen van den eerepenning aan hen, door het hoofdbestuur van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, geschonken te permitteren, gelijk wij zulks permitteren bij deze.

's-Gravenhage, 6 October 1816.

26. 1814. Noodmunten van Antwerpen.

Zie PROSPER MAILLlET, Monnaies obsidionales et de necessite, Brux. 1870, p. 26-28, en Supplement 1873, p. 37-39.

A. 10 centimes.

PI. VI n", 2-5. (Varianten) I). Voorzijde groote N in een olijvenkrans:

ANVERS 11814.

') N°. !! met groote N zonder meer. MILLIN et MILLINOEN I Histoire metal-

Jique de Napoleon I pI. LXXIV I nO. 493.

N°.3 met kleine W. onder de N. N°. 4 met R onder de krans.

N°. 5 met breeder striklint , waarop te lezen:

JEAN LOUIS GAGNE PAIN.

Digitized by Google

41

Keerzijde: MONNAIE 1 OBSIDIONALE 110 1 CENT.

en Supplement pl. 9 ') n". 7-8-9 I).

B. 10 centimes.

PI. VII n". 11-14. Voorzijde met een dubbele L in elkander

gekronkeld in een olijvenkrans.

en Supplement pI. 9 n". 11-13 I). Grootte 25. C. 5 centimes.

PI. VI n", 6-10 met N 4)'1 en SUPPi. pI. 9 n", 10 I).

PI. VII n", 15-17 met dubbele L I).

D. en Suppl. pI. 9 n", 14 en pI. 10 n". 15-16 i). Grootte 20. De Pruissische Generaal BULOW trachtte in Januari 1814 in

overeenstemming met den Engelschen Admiraal GRAHAM Antwerpen te verrassen, hetgeen kloekmoedig door den Generaal CARNOT

') N°.7 met een punt tusschen 10 en cent.

N°.8 met dikker krans

N°. 9 zonder punt, achter 1814. ') W. 11 zonder muntmeestersletter.

N°. 12 met een kleine R onder den krans.

N°. 13 met JEAN LOUIS GAGNE PAIN op en een R. onder den strik.

I) N0. 11 met punt achler Obsidionale.

W. 12 andere vorm der L L.

N°. 13 als n". 13 boven, doch zonder R.

4) N0.6. Aileen met groote N en 5 CENT".

N°.7. Met 5 CENT.

N°.8. Ais nO. 7, doch met kleine V onder de strik.

N°.9. Als nO. 7 en 8, doch de kleine V onder dp, groote N. N°. 10. Met I L G N op het lint.

i) Met punt onder 5.

') N°. 15. Met krans ais boven.

N°. 16. Op de strik I L G N.

N°. 17. De twee L L geheel anders in eikander gekronkeid en een kieine V er onder.

7) N°. 14 met I L G N.

N°. 15 met zwaare krans.

N°. 16 als n", 14, docb. met I L G P.

Digitized by Google

42

verdedigd werd. Hij liet er veel volks voor, totdat CAR NOT (4 Mei 1814) Antwerpen in handen der geallieerden overgaf. JUSTE,

p. 91-92. 112.

Kleine Bijdrage tot de Nood- en Belegeringsmunten van Antwerpen, 1814, door G. v. O(RDEN). Alg. K. en Lett. bode, 1832, I, bl. 244-246.

Gewoonlijk worden de noodmunten tegen gewoon geld later ingewisseld, doch ten opzichte van deze roodkoperen muntstukken bestond tieswege eene uitzondering. Zij hebben naderhand hunne waarde van 10 en 5 centimes behouden en zijn daarvoor in den dagelijkschen handel uitgegeven geworden. Zie Mr. CORN. DRONSBERG, Over het Muntwezen, voornamelijk over de wetten, daaromtrent in Nederland gegeven. Vert. (voor een gedeeIte) in de Vriend des Vaderl., 1829, TIl, bl. 594, naar diens Dissertatio juridica inauguralis de re monetali imprimis de legibus et delictis monetalibus horumque poenis. Traject. ad Rhen. 1828 8°.

27. 1814. 17 October. I)

Op het bezoek van den Souvereinen Vorst aan

de Munt te Utrecht.

Voorzijde: Wonder een eikenkrans:

Omschrift : TRAJECTI I AD RHF:NUM, op een wimpel, MDCCCXIV. Keerzijde: In een krans van twee olijventakken :

PATF:R I ET I PRINCF:PS. l GurOTH n". 16:

Vader en Vorst. Gr. 18 Z. 101/2 W.

Gesneden door D. v. D. KELLEN SR. Goud 181/20'

(1814. October). Gedenkpenning ter gelegenheid van de aanstaande bijeenkomst van het Weener Congres. Op dezen penning komen ook de steden Nijmegen en Breda (als vredesleden) voor. Van bijzondere grootte (Tin).

Bij J. H. VAN GEUNS, n", 158 (Niet opgenomen).

') Volgens .J. H. VAN GIUNS I 1. a. p., n°. 157.

Digitized by Google

43

28. 1814. Januari. Pe nningje van het Genootschap V. W.

Voorzijde: De dooreen geviochtene schrijfletters V. W. en daar beneden twee bloemtakken.

Keerzijde: In een krans:

HULDE AAN ••.•. verder Iedig viak.

Onderaan: D.(E) HEUS F(ECIT).

Bij P. SMIDT VAN GELDER, n". 4129. 1814. Gr. 15 met een oogje Z. Bij VOUTE, n". 1396 (zilver) met D. VAN COPPENAAL f 2.60 en aldaar in Goud 81/10 w., n". 1395 f 12 met H. J. FOPPE.

Afgebeeid b\j NAHUYS, Hist. Num. du royaume d'Hollande , pI. II n". 12 en een grooter, n". 10, met de V. W. in een krans van twee takken met H. DE Hsus F.(ECIT) Groot 24.

Alleen met V. W. groot 27. NAHUYS, n", 9. Aileen met V. W. gr. 19 a 20. NAHUYs n". 11, Graaf NAHUYS plaatst ze op 1806.

Zie LASTDRAGER, II. Bijlage 9, bIz. 9-10.

29. 1814. Kleine penning, Gr. 21. Eereprijs der Nederlandsche H u i sh ou de lij ke Maa tschappij.

De oudere is beschreven in het Vervolg op VAN LOON, VII, n", 532, bIz. 121. In Cat. 's Rijks munt te Utrecht, der Verz. van Med. stem pels , bIz. XXI, n", 11. Stemp. prijsp. op 1814.

Onbekende stempeIsnijder.

Voorzijde: afgebeeid onder n", 532. Keerzijde: Olijf- en paimenkrans.

Omechrift : EER-PRUS DER NEDERLANDSCHE HUISH. (OUDE-

LUKE) MAATSCHAPPIJ.

Digitized by Google

30. 1814. Ter eere van Ni c o l aa s Karel baron von Vincent, Gouverneur der voormalige Oostenr ij k s c heN e d e r I and e n.

Voorzijde: Wapen 1) NIC.(OLAUS) CAR.(OLUS) EX BAR.(ONIBUS) A VINCENT.

Daaronder : 1814.

Keerzijde: BELG.(lI) PRAEFECT.(us) CAES.(ARlS) AUST.(R1AE) GEN.(ERALIS) LOC.(UM) TEN.(ENs) I).

NnWLAAs KAREL baron VON VINCENT, gouverneur-generaal van Belgie , namens den Keizer van Oostenrijk.

Ledig yak in een eikenkrans.

DURAND, p. 212-213. PI. XVI n". 1. GmoTH, n". 197.

Zeldz. Z. f 50. I Kabinet van wijlen P. H. VAN GELDER.

Brons f 12. I ('s Rijks Museum).

De geschiedenis van de verovering van Belgie in Januari tot Februari van het jaar 1814 schetst ons THEOD. JUSTE in zUn werk: Le Soulevement de la Hollande en 1813 et 1814 (Livre deuxieme). Met uitzondering van Antwerpen, Ostende, Luxemburg', Maastricht en Venlo was het geheele Belgische of ZuidNederlandsche territorium op hel einde van Februari 1814 in het bezil van Pruisen of Russen. De hertog van SAKSEN-WEDlAR, opperbevelhebber van het leger, had echter reeds onder handteekening van den generaal BULOW den 4den Februari 1814 bij een proclamalie, gegeven te Brussel (dat drie dagen vroeger door de fransche troepen was verlaten) de Belgen opgeroepen om het fransche juk af te schudden. Den 15 Februari kwam er reeds een Voorloopig Bewind tot stand, aan het hoofd waarvan als

') Van lazuur, doorsneden met een band van zilver, waarop drie Jeruzalemskruizen. In het veld boven en bezijden den keper twee zilveren sterren.

I) DURAND (die de levensloop vau dezen penningkundigen diplomaat (geb. te Florence en overleden te Nancy 10 Oct. 1831) beschrijfl) zegt nog dat er exemplaren van dezen penning bestaan (uitertst zeldzaam voorkomende) met het Kantschrift: FATA VI AM INVENIENT.

Digitized by Google

45

Gouverneur-Generaal stond de hertog van BEAUFORT SPONTIN, • grand Seigneur d'une capacite ordinaire et imbu des idees de I'ancien regime. a Geen wonder, dat de liberale Minister VON STEIN dezen oudgast reeds den 16 Maart 1814 liet vervangen door den baron VON HORST, doch ook diens besLuur was van korten duur j reeds den 4 Mei 1814 droeg VON HORST zijn bewind over aan den Luitenant-Generaal , baron VON VINCENT, in dienst van den Keizer van Oostenrijk aangesteld als militair Gouverneur van Belgie , den 29 Maart 1814, in Dyon door FRANS I, Keizer van Oostenrijk. Baron VON VINCENT nam bezit van zijne waardigheid den 6 Mei 1814 I). en gaf het den 31 Julij 1814 aan den Prins van Oranje over, nadat de (den 2()sten Junij 1814 te Londen besloten vereeniging van Holland en Belgie) den 21 Julij 1814 door Willem I door het onderteekenen der acte daarvan was aangenomen.

31. 1814. 19 Juli 25 j. huwelijk van C. A. Lundberg Jacobson en Joh. Jac. Hamer te Gr iss e e.

Galvano-plastieke afdruk bij Batavia's Gen. Cat., 2de druk (1877), n", 23. doch 3de druk (1886) n". 40 in zilver aldaar.

Voorzijde:

Keerzijde:

Ter

Gedachtenis

Op 't Eijland JAVA G'·'sse.

van den 251ie vflrJaal'dag van 't ha; Welijks ve"bond van

Carl A: Lundbel'g Jacobson. en Joh: Jac.

Hamer. op den 19 July 1814.

Zilver.

Bij J. SCHULMAN, n", 3205 (Juni 1885). f 15 Gr. 26.

') Als gemachtigde van den Souvereinen Vorst der VereenigJe Nederlanden werd hem ALEXA.NDER, baron VAN DER CAPKLLII::'I toegevoegd,

Digitized by Google

46

23. 1814. 22 Mei.

o p he t 0 v e rl ij den van den Pat e r Hen ric u sKI e y n.

Voorzijde: Doodshoofd. Daaronder een hart, door twee pijlen doorboord.

Daarboven : een antieke lamp, om wier voet een wimpel, met

het opschrift: VANDAAG MIJ, MORGEN U.

Keerzijde: In het veld: TER GEDAGTENIS I VAN ZALIGER, I DEN ZEEREERW.PATER I HENRICUSKLEYN I VAN'TORDER VAN DEN H. VADEn. I AUGUSTINUS, ZENDI<~LING I EN OVERSTE, IN DE KERK DE STAR I IN AMSTERDAM, OVERLEDEN I DEN 22 MEl 1814.

R.(EQUIESCAT) 1.(1") P.(ACE). Hij ruste in v r e d e.

GUIOTH, n". 199. WESTHOFF, n", 3694. Z. 21 W.

VAN CLEEFF, II, n", 1740 f 3.25. ColI. van den heer J. M. A.

RICKE te Amsterdam (Houtmans-kade).

33. 1814. Vie r k ant pap i ere n n 00 d m u n t v 0 r mig gedenk teeken van het :200jarig bestaan der Groninger Hoogeschool, gemaakt door de Studenten, toen de feestgelden door het houden van een maaaItijd te uitgeput waren om een metalen pen ni n g te k unn en b ekos ti g e n 1).

Vooreijde : Wapen van Groningen en de Ommelanden, waarop een opengeslagen hoek rust. Daarin leest men (verkort):

VERB(UM) I D(mll)NI I LUC(EM) I PEDI IBllS I ~(OST)RIS.

Het woord des Heeren is een licht voor onze voeL

') In het Kon. P. Kab. in een zilveren vierkant doosje met het opschrin:

SERENISSIMO AC CELSISSIMO PRINC[PI D.(K) D.(ERUIIT) STUDIOSI GRONINGANI.

Geschenk van

de Groninger Studenten aan den Doorluchtigsten Hoogst Verheven Vorst.

Digitized by Google

47

Omschrlft :

DUMMODO MONUMENTUM ADSIT.

Toch moet er een gedenkteeken zijn.

In de afsnede: MDCCCXIV.

Keerzijde: IN I MEMORIAM I FESTI SiECULARIS I SECUNDl, UNIVERSITATIS I GRONINGANiE I STUDIOSI F.(n:m) F.(EGEfiC:\T).

Afgebeeld bij E. J. DIEST LOHGlON, Geschiedk. beschrijving der Stad Groningen, II, hlz, 66.

De feestviering had plaats op den 10 October 1814 en voIgende dagen , nadat reeds den 9 October Ds. HENDRIKSZ eene leerrede ter voorbereiding 's avonds in de Martini Kerk had gehouden. Hem verving aldaar (10 October) de hoogleeraar E. TINGA te 10 uur en te 1 uur hieid de rector magnificus eene Iatijnsche redevoering over den oorsprong, lotgevallen en toenmaligen staat der hoogeschool, waarna de hoogleeraar J. RUAUD! een Latijnsch vers voordroeg. Gelukkig volgde hierop de besproken maaItijd, eene illuminatie, maskerade, promotio more majorum , enz. enz., alles beschreven bij LORGlON, t. a. p., II, bIz. 94-95.

Festum seculare secundum of tweede Eeuwfeest der Groninger Hoogeschool , in de hooge tegenwoordigheid van Z. K. H. den Souvereinen Vorst, enz. gevierd. Beschreven in den Ooslerschen stijJ. Te Groningen bij B. KROEZE, gr. 8"., 16 bl. Vad. Lett. 1815, bi. 44-45.

Vreugdebedrijven der Groninger Boekdrukkers en Boekverkoopers bij het lweede Eeuwgetijde der Hoogeschool van Groningen, in de tegenwoordigheid van H.H. K.K. H.H. den Souvereinen Vorst en Vorstin der Vereen. Nederlanden gevierd op den 10 van Wijnmaand 1814, bestaande in eene Maskerade, voorslellende hun Bedrijf, en aanbieding van den oudsten Franschen Bijbel in M.S. aan Z. K. H. mel de historische bijzonderheden van dit M.S., gevolgd van de Jubelzangen, door derzelver Bedienden gedrukt, gezongen en geslrooid, terwijl zij ter verlustiging des Volks, met eene werkende Drukpers en Boekwinkel door de slad lrokken.

Digitized by Google

48

Te Groningen bij J. H. BOLT en W. ZUIDEMA, 1814, gr. 8°.39 bl. Zie Vad. Lett. 1815, bIz. 45 en Aig. K. en L. bode, 1814, II, bIz. 333-335. Studenten-Almanak voor 1815, met eene groote prent der t weehonderdjarige Kermis in Groningen.

34. 1814. 25 April.

T ere ere van J 0 h. Cat h., g r a v i n von R 0 s s, geb. de Schubert, gesneden door Loos te Be rIijn, doch om de Nederduitsche opschriften

a I hie r 0 pte n erne n.

Voorzijde: Borstbeeld, waarboven een sterrenkrans. De bliksem treft hare borst. Daarboven in twee regels:

JOH.(ANNA) CATH.(ARINA) GRAVINN V.(ON) ROSS, GEB.(OREN) DE SCHUBERT,

GEB.(OREN) D.(EN) 10 DECEMB.(ER) 17721 GEST.(ORVEN) D.(EN) 25 APRIL 1814.

Onder den arm: LOOS. Onder het borstbeeld:

IN MAGNIS VOLUISSE SAT EST.

In groote zaken is het willen voldoende.

Daaronder een door hemellicht omstraald slangenrond waarin een pelikaan , zijne jongen met zijn bloed voedende, rustende op een kruis, bazuin, palm- en bloemtakken en verder twee kleine wapenschilden van Ross I) en SCHUBERT ').

Keerzijde: Tusschen een palm- en olijftak bovenaan twec steenen, waarin A P W. (?)

Daaronder: HET 1 VADER LAND 1 HELPEN BEVRIJDEN 1 EN MENSCHEN RAMPEN 1 VERMIN DEREN 1 WAS HET BEROEP WAARIN I ZIJ STIERF.

I) Ross. Van keel met drie (2. I.) (heraldisch) rechtsgewende klimmende leeuwen, gedekt met baronnenkroon.

') SCHUBF.RT. Van zilver met drie (~. 1.) rechtsgewende vogeltjes, gedekt met gevleugelden helm I waarop een vogeltje zit. .

Digitized by Google

49

Voor een door een glorie omgeven pyramide (met het alziend oog in top en de weegschaal) een Iiggende leeuw, houdende in zijn linker klauw een pijlbundel en in de reehter een zwaard, achter hem het britsche wapenschild en ter wederzijden van de pyraniide een gekroonde dubbele en een dergelijke enkele adelaar.

Links van den leeuw. Drie bekransde vaandels met de opsehriften :

VERTROUWEN, RELIGIE, VOLHARDING.

Rechts drie andere vaandels, waarop: MOED, OFFER, EENDRAGT. Allen rustende op palm-, bloem- en oranjetakken.

Reehts: een rustend schaap - links een wegloopende krokodil?

In de afsnede: AAN ALLE I EDELEN HAARES I GESLACHTS.

Gr. 26 Z. 121/, w.

GUIOTH, n". 15. P. SMIDT VAN GELDER, n". 4227.

35. 1814. 13 December.

Op h e t o v e r l ij d e n van den prins de Li g n e, Voorzijde: Borstbeeld in uniform met staartparuik, versierd met

de Orde van bet Gulden Vlies, rechts gewend.

Daaronder: SIMON I<~.(ECIT). Omschrift: PRINCE DE LIGNE. Keerzijde: In het veld:

NATUS I BRUXELLIS I AN.(~o) M.DCC.XXXV OBIIT AN.(NO) M.DCCC.XIV.

Geboren te Brussel in den jare 1735, o v e r led e n i n h e t j a a r 1 8 1 4.

GUIOTH, n". 181. Groot 32. Brons.

De prins DE LlGNE, veldmaarschalk in Oostenrijkschen dienst, overleed te Ween en den 13 December 1814. Een plechtige lijkmis, waarbij al de troepen, te Brusselliggende, aanwezig waren, werd den 4 Januari 1815 in de kerk van de H. Gudula aldaar gevierd. Zie de beschrijving er van bij JUSTE, t. a. p., p. 135 (2).

I.

Digitized by Google

50

36. 1814. Me d a i II e, u it g ere i k t a and eSt i c h t e r s van de Loge Ia Flamboyante. Zilver.

J. F. NOORDZIEK. Opgave van gedenk-draagpenningen , medailles , enz., tot de orde der Vrij-metselaren betrekkelijk in het Archief van het Groot-Oosten voorhanden, n", 15.

37. Ontwerp van eene zeer groote medaille

ter g e l e g e n h e i d van de aanneming der Constitutie (Groote teekening). (Verz. DIRKS).

VOOrzijde: Links gewende buste in een lauwerkrans.

Omschrift: WILL EM FREDERIK, PRINCE VAN ORANJE EN

NASSAU, SOUVEREIN VORST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. GEHULDIGT MAART 1814.

Keerzijde: De Nederlandsche maagd, staande met een lans in de linkerhand, legt een rol, waarop men leest: GRONDWET 11814, op een altaar , waarop nog twee rollen liggen met de jaartallen 1579 en 1648. Achter het met een lauwerkrans versierd altaar komt de Nederl. Ieeuw, gewapend met een zwaard en den bundel eendrachtspijlen dragende , in grimmige houding te voorschijn.

Omschrift: S' LANDS ONAFHANGLlJKHEID EN VRIJHEID. Onderschrift: GEGROND, ERKEND, BEVESTIGD.

38. 1815. 16 Maart I).

Vereeniging der Nederlanden.

Afgebeeld door F. J. VAN HEECKEREN VAN BRANDSENBURG ') in zijne

') V. D. CHYS, Tijdschrift I, biz. 65. Den dag , waarop door het congres van Weenen tot de vereeniging van Belgie met Nederland besloten werd. ') Zie P. O. VAN DER CHUS, lets over de gedurende de laatste jaren in 's Rijks munt te Utrecht geslagen gedenkpenningen. In Vriend des Vaderlands, V, biz. 608-609. Aangekondigd in Vad. Lett. 1839, I, biz. 209-!l!11.

Digitized by Google

51

Beschrijving en afbeeldingen van Ned. Gedenkpenningen, welke sedert 1815 tot 1838 aan 's Rijks Munt te Utrecht zjjn'geslagen en verkrijgbaar gesteld (vol gens Kon. besluil van 23 Junij 1815, n", 142 I).

Voorzijde: Links gewende busle van Koning Willem I.

In de afsnede van den hals: MICHAUT.

Omschrift: WILH:(ELMus) NASS:(AVIAE) BELG:(IJ) REX.

LUXEMB:(URGIJ) M:(AGNllS) DUX:

Will e m van N ass au, K 0 n in g de r Ned e rlanden, Groothertog van Luxemburg.

Keerzijde: De BeJgische maagd met een hoorn van overvloed als zinnebeeld van nijverheid en landbouw in de linkerhand, reikt de rechterhand aan de Nederlandsche maagd, die mel hare linkerhand een mel een dolfijn gedekt en met den pijlbundel der Zeven oude gewesten versierd scheepsroer of wrikriem vasthoudt.

Daar tusschen de samengeslrengelde wapens van Nederland en Belgie (vuurstaal en laurierstokken) ais Bourgondisch kruis vereenigd) gedekt door een koningskroon.

Onder den sokel: MICHAUT-FECIT. Om- en onderschrift :

" PARIBUS SE LEGIBUS AMBAE INVICTAE GENTES AETERNA IN FOEDERA MITTUNT-POSTRID.(IE) ID.(n:M) MART.(us) I MI:H:JCCCXV. ').

Beide de onoverwinnelijke volken verbinden zich voor eeuwig door dezelfde wet t e n den 16 Maarl 1815 tot e e nee u wig ve r bon d.

1) Groot 7 duim. Z. 1681/, W. Thans niet meer verkrjjgbaar aIdaar, toen in ziIver voor f 31, in hrons voor f 7, in ijzer voor f 0.50. v D. CHYS zegt 1. a. p. bIz. 64: Juist niet onder de fraaisle penningen van den sternpelsnijder MICHAUT behoorende,

') VAN HKli:CKEREN geeft (bl, 11) als dagteekening 1!J Maarl, doch ten onrechte, want de penning heeft postridie (des daags na) de Idibus Martiis, die op 15 Maart vallen. De leekenaar van dezen grooten penning is onbekend, doch zijn datum verschilt met dien bU JUSTE, dip. p. 137 zegl: .C'etait dans

Digitized by Google

52

Hiervan twee stempels bij J. H. VAN GEUNS n°. 160. Keerzijde met de blokjes in het Nederlandsch wapen en de ridderorde onder de wapens (Afgekeurde proef (koper) en n", 161 zonder blokjes en ridderorde (goedgekeurd). Brons.

LITTERATUUR.

Over het tijdvak 1813-1830 (tot de scheiding) zie A. J. LAsTDRAGER. Proeve eener geschiedenis van het Koningrijk der Nederlanden. Arnst. bij LAST DRAGER en ZOON, 1832. Iste deel, 1 Febr. 1832) VIII, 425 bIz. Bijlagen, n", 1-8, 44 bIz. met kaart van het Groot Amsterdamsch kanaal,

Tweede Dee), ald. Julij 1835, XVIII, 590 bIz. Bijlagen n", 9-18, 83 blz. Met een kaart van het Kanaal van Voorne.

(Vriend des Vaderlands, 1837, bIz. 237-239.)

De vereeniging van Belgie met Holland: zou die voor- of nadeelig voor Belgie zijn? (Uit het Fransch vert.) Utrecht, 1814. kl. 8°. 83 bIz. (Vad. Lett. 1814, bI. 521-522.)

Oud-Nederlands heugelijk herleven of dichtmatige schets der aanleiding tot's lands tegenwoordige hereeniging en harer voordeelen met Aanteek. ter opheldering en sta ving , door G. BRUINING, en eene korte Narede van J. SCHARP, S. S., Theol. Dr. en Pred. te Rotterdam. Ald. 1815, in kl. 4°. 30 blz, Zie Vad. Lett. 1815, bI. 131-133.

W. L. KRIEGER, Hofprediker van Z. K. H. den Souverein en predikant in's Gravenhage. Plechtig Dank- en Biduur wegens de Inhuldiging van Z. K. H. WILLEM I, enz. enz. 's Hage, 1814 (Vad. Lett. 1815, bi. 483-484).

M. WESTERMAN, De verheffing van WILLEM I, enz. tot Koning

sa seance du 13 Fevrier 1815 que le congres de Vienne avait irrevocablement decide que les Provinces-Unies , conjointement avec les provinces et districts deja cedes au prince d'Orange-Nassau, formeraient un royaume sous la denomination de royaume des Pays·Bas.

Digitized by Google

53

der Nederlanden. Lierzang, Arnst. 1815 (Vad. Lett., 1815, blz. 232).

Mr. J. VAN'S GRAVENWEERT, De sehim van Keizer KAREL bij de hereeniging der Nederlanden onder Koning WILLEM I. Arnst. 1815 (V. L. ald.).

B. VERWEY, Vaderlandsliefde, Godsvrueht, Eerbied voor den Koning. Een hartelijk woord aan het Yolk bij de beklimming van den troon der Nederlanden door Z. K. H. WILLEM FREDERIK, Prins van Oranje-Nassau , in het Plegtige Dank- en Biduur, den 29 Maart 1815 uitgesproken in's Gravenhage. Ald. 1815 8°., 42 bl. (Vad. Lett. 1815, bl. 382-385).

39. 1815. 16 Maart.

V ere en i gin g d erN e d e r I and e n.

Zeldzame penning. Tin. Gr. 33 f 4, ook vol gens de Revue, 1854, p. 345, gegraveerd door CHARLES FRANC(OIS TREBUCHET, geb. te Parijs in 1759, gestorven te Brussel in 1817, welke stempelsnijder een oogenblik in dienst van Koning WILLEM I is geweest, benoemd bij Kon. besluit van 25 Junij 1815.

Zijn werk is zeer middelmatig, oppervlakkig.

Voorzijde: Links gewend borstbeeld in uniform met epaulet en ster. Omschrift : WILLEM DE EEHSTE KONI~G YAN NEDERLAi'OD. Onder den arm: TREBUCHET F.(F.CIT).

KeerziJde: De gekroonde Nederlandsche Leeuw, staande met een opgeheven zwaard in den reehter klauw en met den linker een schild, waarop het rijkswapen, dragende.

In de afsnede: DE NEDERLAND EN I VEREENIGD. I MDCCCXV. Omschrift: VERGENOEGD EN KLOEKMOEDIG.

GUIOTH, n", 20. Revue de la Num. BeIge, 1854, p. 345 (2).

Na 25 Juni 1815 gemaakt.

De Souvereine vorst WILLEM ontving de kennisgeving van het besluit der vereeniging te Weenen (13 Februari 1815 genom en) op den 22 Februari 1815. In Brussel kon het eerst 24 Februari

Digitized by Google

54

bekend zijn, niettegenstaande JUSTE, p. 137, zegt: .Guillaume s'empressa de la transmettre." Groot was aldaar de vreugde in die stad, nu hoofdstad van het nieuwe koninkrijk. Den 15 Maarl 1815 maakte de Secretaris van Staat, baron NAGEL, aan de vertegenwoordigers der geallieerde vier mogendheden bekend , dat de Souvereine vorst zich van stonde aC aan oC onmiddellijk tot Koning der Nederland en verklaarde, oCschoon hij nog niet het Weener besluit, of liever de acte daarvan in zijn bezit had. Den 16 Maart begaf WuLEM I zich ter vergadering der Staten-Generaal ter kennisgeving van zijn besluit, den 17 Maart deden de vorst en prinses hunnen intogt in Amsterdam en werd het besluit te Brussel afgekondigd, alwaar zij den 30 Maart bunnen plechtigen intocbt bielden. Dat de penning met de dagteekening van 16 Maart betrekking heeft tot de merkwaardige gebeurtenis van dien dag en dat men dien dag als den eersten van de verheffing beschouwde, blijkt ook nog uit W. BILDERDIJK'S Feestzang voor den 16 Maart 1815. Amsterdam, 1815,8°.

Voorts gaf deze nog uit: WILLEM FRED ERIK , Koning der Nederlanden, z. p. (1815) 8°. en zijne echtgenoote, Vrouwe K. W. BILDERDIJK. gaC een Feestzang bij 's Konings verheffing ten troon der Nederlanden (28 druk, Amsterdam 1833 8".). Ook van H. TOLLENS CZN. verscheen een Lierzang: Bij de verheffing van Z. K. H. WILLEM FRED ERIK , Prins van Oranje-Nassau op den troon der Nederlanden. 's-Gravonhage , 1815, 8°. 13 bIz. Van W. P. TURNBULL DE MICKER een Volkslied der Hollanderen (sic) ler gelegenheid der verheffing. 38 druk, Amsterdam, 1815.

Over den invloed der Vereeniging is te raadplegen: Opinion du comte GUSBERT KAREL VAN HOGENDORP ernise Ie 11 Avril 1816 en suite de la reunion de la Hollande et de la Belgique. Traduite du Hollandais. Amsterdam, DIEDERICHS freres 1831 (1816) X, 253 p. p. 8". Het voorbericht is ook van 17 April 1816.

G. K. VAN HOGENDORP. Advys (1816) ingevolge de vereeniging der Noordelijke en Zuidelijke Provincien ('s Gravenhage, 1831).

Digitized by Google

55

JACOB VOSMAER te ZutCen (Maart 1815), Lierzang op de verheffing der Nederlanden tot een koninkrijk, kort na de landing van Bonaparte. 4 bladz.

LASTDRAGER, Proeve I, waarin:

De Vereeniging van Belgie met de Vereenigde Nederlanden (bIz. 11-13). Nieuwe Grondwet en Inhuldiging (bIz. 14-27). AIdaar BijIage n". 3. Uittreksel uit het Tractaat van Weenen over de daarstelling der Nederlanden (bIz. 16-23) en BijJage n", 4, ACkondiging tot aanvaarding der Kroon (bIz. 23-24).

M. STUARTS. Jaarboeken, 1815, I, blz. 72-77.

Onder welke voorteekenen WILLEM I de Grondwet der Vereenigde N ederlanden bezwoer (Eene geschiedkundige herinnering in de Gids, Mengelingen, 1845, bI. 221-234, onderteekend L(eiden), J. K(NEPPELHOUT).

40. 1815. 30 April (Staatsblad n". 33).

Op de Instelli n g van de Mili tai re Willemso rde. Afgebeeld bij VAN HEECKEREN, n". 5, bIz. 17. Zie v. D. CHYS, II, bIz. 67. Gr. 3 en niet 7 duim, zooals v. HEECKEREN vermeldt, bIz. 18. GUIOTH, n", 28.

Voorzijde: Buste links gewend: WILLEM I. KONING I DER NEDERLANDEN.

Onder den hals:

BRAEMT F.(ECIT).

Keerzijde: De afbeelding van de Willemsorde, omgeven door twee samengebonden olijft:akken.

Omschrift: INSTELLING DER MILITAIRE WILLEMS ORDE

M D eee XV.

Gesneden door BRAEMT. Cat. BESlER, n", 114. Vz. en Kz.

De sternpels zijn aan 's Rijks munt te Utrecht. Vroeger aldaar verkrijgbaar voor: Z. f 9.75, Br. f 2.25, IJ. f 0.40. Groot 32.

De Willemsorde bestaat uit een wit geemailleerd kruis met acht gouden gepereJde punten.

Digitized by Google

56

Op de armen van hel kruis staan de woorden:

VOOR I MOED I BELEID I TROUW.

De gouden vuurslag verbindl de vier punten of vorml het hart van het kruis, dal Jig! op vier groene laurierstokken , hel zoogenaamde Bourgondische kruis.

Keerzijde: Een blauw geemailleerd medaillon, waarop in bet midden van een Iauwerkrans een W., alles gedekt door een gouden koninklijken kroon.

Hel lint van oranje met twee smalle donkerblauwe (Nassau) strepen.

IV. Vierde klasse. Een kleiner ordens-teeken, bebbende de punten, vuurslag en kroon in zilver aan een lint een vingerbreed van het knoopsgat.

III. Derde klasse heeft een lint van twee vingers breedte.

II. Kommandeurs hebben een lint van drie vingers breedte en sautoir om den hals en het ordensteeken geborduurd op den rok aan de Iinkerzijde zonder ster , doch met de kroon.

I. Groolkruis. Een zilveren ster geborduurd op den rok aan de linkerzijde en echarpe , het lint met het juweel van de rechternaar de linkerzijde.

Het besluit is ook te Iezen in het boekje , getiteld: De NederIandsche ridderorden en onderscheiding- of eereteekenen , enz. Velp, 1853, bIz. 1-5. Het Heglement van administratie en discipline van 25 Juni 1815. ald. bIz. 5-19 en hel resume van nadere bepalingen , bIz. 19-22.

Volgens Sw AVINGS' Militaire Ioopbaan (Dordrecht , 1830. bIz. 229-230) werd deze orde in 1815 kwistig uitgedeeld.

LASTDRAGER, I. bIz. 28.

1865. H. HARDENBERG, Het Nationaal feest te Leiden ter viering van het halve eeuwfeest der Militaire Willemsorde in 1865. 's Gravenhage, 1865l

') ROGIER FUSSEN. De Militaire Willernsorde. Dramatische schets (1886).

Digitized by Google

57

LITTERATUUR.

V66r den slag bij Waterloo, 18 Juni 1815.

1. Wapenkreet. Lierzang door MR. W. BILDERDlJK, Arnst. 1815.

2. B. KLIIN Bz., Krijgsliederen. Arnst. 1815. 15 biz.

3. Opwekking aan de N ederlanders, door C. LOOTS, Lierzang , uitgesproken in den Arnsterdarnschen Schouwburg, enz. Arnst. 1815.

4. Wapenkreet, door A. N. VAN PELLECOM. Schiedarn, 16 biz.

5. Nederland en Frankrijk, Lierzang, door M. P. ELTER, geb. ·WOESTHUYSEN. Arnst. 1815.

6. D. H. TEN KATE VAN Loo, Lofzang aan de vrijwillige Verdedigers van het Vaderland. 's Hage, 1815. 7 bl,

7. Aan rnijne Nederlandsche Landgenooten bij het bezeUen van Parijs door BONAPARTE. Door J. F. SWAAN, Rector der Latijnsche scholen te Hoorn. Hoorn , 1815.

8. MR. J. VAN 's GRAVENW~ERT, Het Verbond der Edelen in 1815.

Arnst. (Ziegedeeltelijk over n". 1-8. Vad. Lett. 1815, biz. 233-236).

Dank- en Bidstond. 29 Maart 1815.

9. FRANC. VAN GOGH, Toespraak aan de Gerneente van Schiedarn, Ald. 1815, 8°. 31 bi. (Vad. Lett. 1815, biz. 666-667. 10. N. LOBRY, Predikant te Leeuwarden , Leerrede over de Vaderlandsliefde, uitgesproken den 1sten Mei 1815. Leeuw.1815 8°. 19 bIz. (V ad. Lett. 1815, blz. 389-390.)

11. Vaderiandsch Gevoel, uitgeboezemd door rnijne Wapenbroeders, de Leden van het corps Vrilwillige Jagers, enz. door H. MEIJER JUN., Adjudant bij voorrn. korps. Arnst. 18158°. 10 bI. (Vad. Lett. 1815, bl. 417).

12. DASSEVALL, Aan rnijne Landgenooten, bij de Landing van NAPOLEON. 's Hage, 1815. 19 bIz.

13. Nederlanders! geen geloof aan NAPOLEON! geen vrede met de Franschen: te wapen! - Moed! Arnst. 1815. 8°. 50 bl.

14. Mijne Droorn over de gevolgen van de Algerneene Volkswapening in deze dagen, tot opwekking van zijne Landgenooten

Digitized by Google

58

in het licht gegeven door Mr. J. R. MODDERMAK, gewezen cornmissaris van het kwartier Winschoten. Groningen, 1815 8°. 15 bl. (Zie Vad. Lett. 1815, bl 330-332 over n", 11-14).

15. MR. J. SCHELTEMA, Bemoediging der .Nederlanders bij de Landing van BUONAPARTE. Arnst. 1815 8°. 27 bl.

16. Wat willen - wat zuIJen nu de Franschen - wat moeten wij doen! Ter Opwekking en Bernoediging, ald. 1815. 8°. 28 bIz. (Vad. Lett. 18J5, bl. 229-230).

17. B. KWN Bz., Aanmoediging. Arnst. 1815.

18. (BILDERDIJK?) Krijgskreet (1815).

19. E. F. WIERDSMA, Opwekking aan rnijne Landgenooten, Gron. 1815 (Zie Vad. Lett. 1815, bIz. 283-284).

20. W. H. WARNSINCK BERNSZ. 15 April 1815. Bernoediging (in Vad. Lett. 1815, II, biz. 363-366).

21. JACOB VAN DAM (Landbouwer), Opwekking in het voorjaar van 1815 (In Mnemosyne IJ).

41. 1815. 15 Juni.

Belooningpenningje van Enkhuizen voor menschlievende daden bij gelegenheid van het instorten eener b r u g op den dag van het u i tzeilen der haringvloot aldaar.

Z. Gr. 18. Beschreven en afgebeeld in Bijdragen voor de penningkunde door G. VAN ORDEN en A. D. SCHINKEL ('5 Gravenhage, 184-1). Niet in den handel) bl. 34-37 pI. I, n". 4.

Voorzijde: Een eikenloof- of burgerkrans.

Omschrift : ERKENTENIS AAN MF.NSCHLIEVENDHEID.

Keerzijde aileen: ENKHUISEN 115 JUNIJ 11815.

GUIOTH, n", 18. Zilver en zwaar verguld, meestal doorboord, gr. 17. Het noodlottig voorval werd rnedegedeeld in de Haarlernmer Courant van 20 Junij 1815 overgenomen door v. ORDEN en SCHINKEL, bl. 34-36, die er een afdruk van het bewijs van erken-

Digitized by Coogle

59

tenis, zijnde een gedicht van J. DE JONGH, bijvoegden. Er stortten 16 it 20 menschen in het water, waarbij drie omkwamen.

De aankomst van den eersten Haring onder herstelde Hollandsche vlag te Vlaardingen op den 11 Julij 1814 werd door P. R. FEITH te Almelo (Vad, Lett. 11,1814, bI. 554.-536) bezongen , ten blijk hoe groot de belangstelling in het uitzeilen was.

42. 1815. Een Engelsche vloot op de Schelde (v66r den slag van Waterloo) I).

Voorzijde: De Schelde als riviergod , rechts gewend. In de rivier op den achtergrond krijgslieden, met ronde schilden gewapend, in een boot of galei,

In de afsnede: THE ENGLISH ARMY

UPON THE SCHELD. (Zeer flauw): MUDIE D.(IREXIT).

Keerzijde: Rechts gewende, hoog uitspringende stier (John Bull).

Daarachter een standaard met G.(EORGIUS) R.(EX). Op den achtergrond de Tower.

In de afsnede: MDCCCXV. Kon. P. Kab. Koper Gr. 25. I)

DRAAGPENNINGEN.

43. 14<1c BAT AILLON

INFANTERIE LAND MILIETIE COMPAGNIE ND. 9. 1814.

Geel koper, gegraveerd. Eenzijdig met gat. Gr. 47. (Verz. DIRKS).

') Er ontscheeplen Engelsche lroepen te Osten de. De hertog VAN WELLINGTON was den 5 April 1815 te Brussel , 0111 de organisatie en concentratie der Engelsch-Hollandsche lroepen le verhaasten. JUSTE, bIz. 150.

Digitized by Google

60

44. 1815.

Mar k e ten s t e r s draagpenning, gedragen door V rouw van Lier, 16e Afdeeling Nationale Infanterie, 3e Bataillon , 2e kompagnie.

Mm. 48 K. Cat. Teding v. Berkhout, 1885 (no. 944)'

45. 1815. 16 Juni.

Slag bij Quatre-Bras en ter eere van den Kroonprins van Oranje.

Zie J. F. G. MEYER, Waterloo 1815-1865 pI. I) GUIOTH n", 32 is n", IV van de Monographie van den heer R. CHALON, Numismatique de Waterloo (Revue de la Num. Belge) 1878, p. 421- 443. LVIII stuks , waarvan n", LI tot en met LVIII in 1865 zijn geslagen, Gr. 30. Meestal in tin voorkomende.

Borstbeeld tau» trois quarts) rechts ziende, in uniform, met den vorstelijken ster, commandeurskruis en den halsband van de Orde van het Gulden Vlies.

Omschrift: Wlf.Hi(er.uus) FR:(EnERlclls) G:(EORGlUS) Li(unovicus)

ARAUS.(IAE) REGNI BELGICI PRINC.(EPS} HEREDITAR.(lus).

Willem Frederik George Lodewijk, Erfprins van h e t K 0 n ink r ij k d erN e d e r I and e n.

Keerzijde: De gehelmde, gevleugelde overwinning, in antieke kleeding met een lauwerkrans in de uitgestrekle rechterhand en steunende met de linkerhand op een lans. Rechts en links van haar, veroverde fransche vaandels, adelaars, kanonnen, musketten, trom, sabel, bijI, helm en Iaadstokken.

') Photographien naar gedenkpenningen in het Koninklijk Penning-Kabinet, door W. MALTA. Historische Bijschriften, door J. F. G. MEYER, Arnst. 1865, lang 40. Amsterdam, bU JAN D. BROUWER, 1865. Met tweeden binnentitel, 1815-1869. Herinnering aan den veldslag bij Waterloo, ter gelegenheid der onthulling van het Monument in het Willemspark te 's Gravenhage, 17 November 1869. f 20.

Digitized by Google

61

Daarboven: VIS VIRTUTE REPRESSA.

Het geweld door dapperheid gekeerd of bed wongen.

In de afsnede: AD QUATRES BRAS I D.(IE) XVI JUNII I MDCCCXV. Op den sokel: A. BEMME F.(ECIT).

Deze penning komt meestal met een slempelbreuk voor. Er bestaan ook exemplaren (in Iood) zonder letterschrift.

P. SMIDT VAN GELDER, n", 4232 en4233. WESTHOFF, n", 3701- 3703. C. G. WITHUYS I De slag bij Quatre Bras. Lierzang I 1815. Arnst. 19 bl.

46. 1815. 16 Juni.

Quatre Bras.

Zeer klein en zeldzaam penningje van 1 Ned. duim middellijn. Borstbeeld van den Kroonprins van de linkerzijde:

GVILLELMO HEROI DILECTO.

AAN WILLEM DEN BE~nNDEN HELD.

Onder het b. b. in mikroscopische letters VAN DE GOOR F.(ECIT) I).

Keerzijde: Vier vereenigde armen als kruis geplaatst, Bovenaan: LE 16 JUIN

Beneden : 1815.

GUIOTH I n", 178. Profil du roi! Kon. Kab. Aanw. 1857 I bIz. 9 (lood en zilver).

Geslagen op 's Rijks Munt in 1815 in goud om op doekspelden te worden gedragen 2).

1) PIETER WAUTIER VAN DE GOOR, geb. te Antwerpen 29 Januari 1783, bestudeerde het graveervak eerst te Parjjs. Onder het Hollandsch bewind in zijn vaderland leruggekomen, werd hjj graveur aan de munt te Brussel , alwaar hij de slempels voor de eerste tienguldenstukken sneed. Later werd hij naar de munl van Utrechl verplaatst en aldaar als eerste graveur benoemd. Hij sneed er de stempels voor de 1/, en 1/4 O.-Indische guldens. Hij bleef na de omwenteling vall 1831 in Nederlandschen dienst, Door eene beroerte getrotTen in 1842, stierf hij in 1851.

.) CHALON, nO. XIX 1. I. p. 429, zegt er van: .Cette piece servait de chalon de bague monte sur pivot et pouvant presenter il. volonte Ie droit et Ie revers.

Digitized by Google

62

Revue lR54, p. 241(4). Buste du roi! Ovaal 1/, em. (Cat.

BESlER, n", 106.

Voorzijde: Stempel aan 's Rijks Munt. MEYER, pI. 2.

47. 18t!:).

Duit van Gelderland, zooals deze is afgebeeld bij VERKADE, pI. 20 n". 3.)

Voorzijde : Het wapen van Gelderland met het omschrift :

DEUS SPES NOSTRA. (God is o n z e hoop),

of: 0 n z e h 0 0 pis 0 p God g eve s t i g d.

Keerzijde: Glad geslepen en daarin gegraveerd: 1815.

(Een man, door weerstand 1) te bieden, redde ons).

VNVS HOMO NOBIS CVNCTANDO RESTITVIT REM

Dit eenvoudig souvenir, zooals wij meenen, zinspeelt op den dapperen weerstand, door den Prins van Oranje bij Quatre Bras betoond. Op den penning n", 45 luidt het: Ret gell'eld door dapperheid gekeerd; hier met zinspeling op FABlUS CUNCTATOR (die door passiven weerstand Rome red de) is het de prins, die door 7.ijnen aetieven weerstand den vijand keerde en den Engelsehen en de Pruisen den tijd gaf om ter hulp te komen ').

') Cunctari, in goeden zin genomen , niet in den kwaden van talmen , of schoon dit ook zijn nut kan hebben.

') De heer L. H. EBERSON, Architect-en-chef van Z. M. den Koning te Arnhem (die ons met dit slukje bekend maakle) deelde ons nog mede, dat daarin bovenaan een gaatje en daarin een oranjekoord was. Van deze duiten outving de heer CANNEMAN in 1878 vier stuks van de kinderen van wijlen den heel' Mr. G. VAN HASSELT, in leven secretaris der stad Arnhem, t 16 Dec. tRio. Een is in de collectie EBERSOIf en een in de coli. P. H. VAN GELDER (nu in's Rijks Museum).

Digitized by Google

63

47. 1815. 18 Juni.

Voorzijde : De Prins van Oranje als ruiter naar de linkerzijde rennende.

Omschrift: CROWN PRINCE OF ORANGE.

HOLLANDS GLORY.

Keerzijde: Tusschen een palm- en olijftak:

WATERLOO I JUNE 18. 1815.

BijJ. H. v. Gsussfn", 171). Tweestuks, verschillende instempelsder (Kz.). Engelsche speelpenning, geel of rood koper. Ook verz. of verguld. Gr. 16. Tresor de Numismatique, 2e Serie 3e classe, pI. LXV, n", 11. GUIOTS, n". 24. CRALON, n". XX, p. 429. 24 mill. MEYER, pI. 2.

48. In het Kon. P. Kab. is een gipsen afgietsel van de voorzijde van een penning op het kwetsen van den Prins van Oranje en van diens paard, ontworpen door SIMON?

Het slagveld. De prins op het met verbrijzelden poot nederzinkende paard , wordt door den graaf v AN LIMBURG-STIRUM opgevangen.

49. 1815. 18 Juni.

Voorzijde: als boven n". 12 Keerzijde: BEl LA BELLE ALLIANCE DURCH

BLUCHER

UND, WELLINGTON D.(EM) 18 JUNI 1815.

MEYER, pI. 8. Pruisische penning.

Draagpenningje.

Zilver en koper verguld,

Digitized by Google

64

49&. Als vorcn.

Vooreijde: In een lauwerkrans de hoofden van BLUCHER en WELLlNGTO~ tegenover elkander geplaatst , daarboven BLi!CHERWELLINGTON, onder de krans: LOOS.

Keerzijde: In dertien regels:

DER SIEGGEWOH~TEN BELDEN BERRLICBSTEH SIEG VON GOTT GEGEBEN ZUM UNVERWELKLICHEN LOR BEER KRANZ.

VERNICHTUNG DES MEINEIDIGEN FEINDES NACH YIERTiEGIGER SCHLACHT BEl

LA BELLE ALLIANCE D. 18 JUNI 1815.

Zilver Gr. 25. Verz. TEYLER, mede Duitsche penning.

50. 1815. Dank- en Eerepenningen.

Van Gelderland I). A. Gr. 27, door LAGEMAN. Z. 21 W.

Voorzijde: Onder een lauwerkrans een altaar mel het wapen van

Gelderland. Daarop liggen kruiselings twee zwaarden.

Omschrift: VELDTOGT I VAN MDCCCXV.

In de afsnede eenige vaandels, kanonnen , trom- en laadstokken. Keerzijde: In een mirlenloofkrans in 9 regels:

GELDERL\NDS I DANKBARE I INGEZF.TENEN I AAN DF. I VRIJWILLIGE I VEIWEDIGEHS I DIm I NEDERLANDSCHE I VRYIIEIIJ.

') Plan van een Geidersch Monument ter eere van den Kroonprins van Oranje en aIle zijne Nederlandsche HeIden van 1815. Zie Aig. Konst- en Letterbode , 1816, I, bl. 15-16 en v. S.(OMEREN) teR.(otterdam) ald. I, bl. 150, die aldaar herinnert aan zjjn voorsiag om een Nationaal Monument ter vereeuwiging der gezegende Omwenteling te stichten (Alg. K.- en L. bode, 1814-. nO. 14. hI. 210-213).

Digitized by Google

65

Daar beneden nog in een mirtenloofkrans een ledig vlak of naam. Daaronder: LAGEMAN F.(ECIT).

Bij MEYER, pI. 12 met den naam A. J. VROEG. GUIOTH, n", 33.

P. SMIDT VAN GELDER, n", 4246. Z. 21 w.

B. Ook in kleiner model, groot 11, geteekend MOUSSAULT F.(ECIT).

Zilver. Met ringetje.

51. 1815.

Gedachtenispenning der

V di will i g e wa pen i n g t e R 0 tt e r dam.

Voorzijde: In een mirten- en oranjeloofkrans:

1815.- VRIJWILLIGE- WAPENING- TE ROTTERDAM.

Keerzijde: In een eikenloofkrans de naam (bij mij) J. PALLI, gegraveerd.

Daaronder: H. DE HEUS F.(ECIT). Z. Gr. 26.

GUiOTH, n", 17. flij P. SMIDT V. GELDER, n". 4230 Z.18w.met D. DE BRUUN. Bij MEYER, pI. 11 met J. DE KEYSER.

Bij besluit van Z. M. van 27 Sept. 1833 werd aan de Rotterdamsche vrijwillige jagers te paard en aan dergelijke vrijwillige infanteristen, met deze gedachtenispenning bij hunne terugkomst , beschonken , toegestaan om dien te dragen. Zie v. D. CHIJS, Tijdschrift , I, 257.

Ook m kleiner model, groot 11, geteekend MOUSSAULT F.(EGIT}.

Zilver met ringetje.

52. 1815.

Draagpenning als hulde van de h 00 f d com m iss i e teA m s t e r dam 1).

Voorzijde: In een krans van oranje- en lauwerlakken:

VELDTOGT -1815.

') 16 November 1815, volgens J. H. VAN GEUNS, n", 201. Met lint, nO. 202.

Als voren, kleiner model. Twee stuks , waarvan een slechts mel de woorden :

VELDTOGT 18H'., zonder keerzjjde en gegraveerd is. Zilver.

I.

Digitized by Google

66

Daaronder: H. DE-HEUS F.(EGIT).

Keerzijde: In een eikenloofkrans: HULDE-VAN DE-HOOFD-

COMMISSIE-TE AMSTERDAM-AAN (bij mij) W. DECKER. (Waren Vrijwillige jagers te paard).

In Juni 183R vergunde Koning Willem I om dezen penning aan een oranjelint te dragen. v. D. CHYS I, blz. 257.

Z. Groot 26. Esdre , n", 206 f 12. Doorboord.

GUIOTH, n". 26. MEYER, pI. 10 aan J. F. DE BRUUN-PRINCE.

53a• 1815.

Belooningspenning aan de kompagnie Utrechtsche Vrijwillige j a g e r s te paard, n°. 5.

Voorzijde: Wapen van Utrecht, liggende op een gekroond, getakkeld schild, door een parelcirkel omgeven.

Omschrift: KOMPAGNIE VRIJWILLIGE JAGERS TE PAARD, N°.5. Keerzijde: In een krans van eikenloof': VELDTOGT-1815.

Zilver en Brons. Gr. 25. MEYER, pI. 14. Deze is het eerst gemaakt en ten behoeve van 53c is de stempel van het omschrift veranderd.

53b. Kleiner. Z. groot 11. Het wapen gekroond en los.

Omschrift: KOMPG. VRYWL. JAGERS TE PAARD, N°.5.

53c• Kompagnie Vrijwillige Jagers te voet de rUt r e c h t s c h est u den ten.

Voorzijde: Wapen als a, doch als omschrift:

• KOMP~ VRIJWILLIGE JAGERS DER UTRECHTSCHE STUDENTEN.

Keerzijde: In een eikenloofkrans als bij a en b: VELDTOGT 1815.

Het Utrechtsche wapen is het werk van J. P. MENGER, de letters zijn gesneden door v. D. KELLEN I).

') Mededeelingen van den heer Mr. L. W. A. BESlER, Raad Adviseur bij 's Ruts Munt te Utrecht, gelijk 0011. andere, waarmede ZEd. ons beschonk.

Digitized by Google

67

Beschreven door MAURIN Graaf N.\HUYS in de Revue de Iu Num.

BeIge, 1882, p. 349. MEYER, pI. 14. Zilver en brons. Gr. 25.

Mr. P. BOSSf;HA te Utrecht, Wapenkreet , 4 biz.

Hulde aan de Utrechtsche studenten bij hunne terugkomst uit het Nederlandsche leger op den 1 ()den van Wijnmaand 1815, a biz. 8°. I).

54&. 1815.

Belooningspenning aan de Kompagnic Friesche Vrijwi1lige Jagers te voet, gedragen ann een blauw lint met oranjestreep.

Voorzijde: Gekroond wapenschild van Friesland.

Keerzijde: In een eikenloofkrans: VOOR-KONING-EN-VADERLAND-1815.

Z. Gr. 17. ZeIdzaam.

De stempel van dezen penning is in het Museum van het Friesch Gen. te Leeuwarden. Zie Catalogus n", 2~3. MEYER, pI. 13.

54b• Ais boven, kleiner. Gr. 11.

De stempel t. a. p. Cat. n", 2H. Alsmede hun Guidon (vaandel). Cat. n", 2~6. In zilver en een in goud in Kon. P. Kab.

Zie W. EEKHOFF, Friesland in 1815. Historische Bijzonderheden omtrent de deelneming der Friezen aan de Volkswapening en de Krijgsbedrijven bij Quatre-Brasen Waterloo. Leeuwurden, 1865, IV. De lotgevallen der Compagnie Vrijwillige Jagers van Friesland,

1) Bjj J. H. VAN GEUNS, nO. 209 (ons n", 53a). Bi] besluit van den raad der slad Utrecht in 1850 ingesteld, Met lint. Afslag in Brons,

N°. 210. Kleiner model (ons n", 53b). Aldaar n", 211 (ons n'', 53c). HU besluit van den raad van Utrecht in 1850(,!) ingesleld. Mel lint.

Zie L. E. BOSCH, Gedenkhoek der Utrechtsche Schutterjj , 2e stuk. Utrecht, 1852, hI. 7 J -75 en 83.

Digitized by Google

68

biz. 60-68. Men vindt aldaar, biz. 126-127, het besluit van Koning WILL EM I van 12 Maart 1818, n". 46, waarbij Z. M. goedvindt waan de Personen, die in den jare 1815 hebben uitgemaakt de Compagnie Vriesche Vrijwillige Jagers (te voet) te permitteren om voor hun eigene rekening boven-omschreven penning te laten slaan en te dragen aan een lint, Nassauw-blaauw met een goudgeelen streep in het midden". Bij dat Kon. besluit is nog een ander van den Gouverneur der provincie Friesland (I. AEBINGA VAN HUMALDA) nog bepalende, "dat er penningen van twee verschillende dimensien zullen geslagen worden, waarvan de eene in middellijn de grootte zal moeten hebben van een duim en eene halve lijn Rijnlandsch (17 millimeter). De streep zal de breedte hebben van de helft van het geheele lint. Het lint kan 1 duim 41/2Iijn Rijnlandsch (36) en ook 9 lijnen (19) millimeters breed zijn." De vervaardiger van den penning was JOUVENEL te Brussel. Jhr. R. VAN BREUGEL reikte ze den 18 Juli 1818 uit. Van dezen zijn ook de Herinneringen uit 1815, door eenen frieschen vrijwilligen jager, met (zijn) portret in Uniform. Leeuwarden 1866, 39 biz. gr.8°. Zie verder Cat. Museum (Friesch Genootschap). Compagnie Friesche Vrijwillige Jagers. Leeuwarden, 1815, blz, 138-139.

55. 1815. 1 April I).

Draagpenning aan een oranjelint met groene boorden.

DeS tad B r u sse I a and e g e w ape n deb u r g e r ij ").

Voorzijde: Het wapen van Brussel: de H. Michael den draak bevechtende.

') Volgens J. H. VAN GEUNS nO. 163 in koper verguld , brons en geel koper , in stempel verschillende.

N°. 164. Kleiner model. Geel koper .

• ) LASTDRAGER I. biz. 163-164. Brussels' Schutterij ontving uit 's Prinsen eigen hand de gedenkpenningen voor hare ijverige dienst, in de laatste moeieJijke maanden door het betrekken der stedelijke wachten bewezen.

Digitized by Google

69

Omschrift: • MAGIST.(RATl's) BRUX.(ELLENsls) CIVIB.(us) SUIS OB ASSERT.(AM) URB.(ls) SECUR.(ITATDI).

De Brusselsche regeering aan hare burgers v 0 0 r d eve r z eke r d eve i l i g h e i d d e r s tad.

Keerzijde: In een eikenloofkrans:

BELGICI-REG NI-HAJlE:'oIAS CAPESSENTE- WILHELMO-

NASSA V(F.O-MDCCCXV.

Willem de Nassauer, de teugels van het Belgische rijk opvattende. 1815.

Gr. 24. R. K., soms verguld. GUiOTH, n", 30.

(In drie formaten in het

A. Als boven kleiner, met oog, kabinet van wijlen den heer

B. Als boven anders. P. H. V. GELDER te Velp.

(Rijks Museum).

56. 1815.

Voorzijde: Het opkomen der Zon. Herkules staande met een schild in de hand en een draak met zijn spies doorstekende.

Omschrift: GETROUW AAN 'T VADERLAND.

Keerzijde: In twee eikenlooftakken: AAN DEUGD EN DAPPER HElD.

GUIOTH, n", 180. Zeldzaam.

57. 1815.

De Engelsche Medalje van Waterloo.

Voorzijde: Gelauwerde buste van de linkerzijde. Omschrift: GEORGE P.(R1NCE) REGENT.

Onder den hals: T. WYON JUN.(IOR) S.(CULPSIT).

Keerzijde: Victoria met uitgespreide vleugels , in de rechterhand een palm- en in de linkerhand een lauwertak houdend , zit op een voetstuk, waarop men leest: WATERLOO.

Daaronder: JUNE 18--1815. Rechts: T. WYON S.(CULl'RIT) 1).

1) THOMAS WYON, geb. 1792. Stempelsnijder in Londen, overleden 1817.

Digitized by Google

70

Bovcnaan: WELLINGTON.

GUIOTH, n", 206 en 207 met de namen der strijders. MEYER, pI. 17.

De Franschman tot den Enqelschman.

Vee} reden hebt gij niet tot danken, Voor uwe munt van Waterloo Betaalde m' op zijn best drie Franken!

Beloont uw Koning immer zoo?

De Engelschman.

Waardeer de munt naar uw behagen, Wat gaat toch mij de geldswnarde aan?

U kwam ze ('k moet uw trots beklagen) Op een Napoleon te staan!

Vad. Lett. 1828, II, bl. 452.

58. 1815.

Draagpenning der Nassauers, die bij Wa t e rIo 0 g est red en h ebb e n.

Gedragen aan een lint, uit drie oranje- en drie Nassau-blauwe strepen samengesteld,

Voorzijde: Rechts gewende buste met kalen schedel. Daaronder: LL 1).

Omschrift : FRIEDRICH AUGUST HERZOG ZU NASSAU. Keerzijde: De gevleugelde Viclorie, een palmtak in de rechter-

hand dragende, bekranst een in antiek gewaad gekleeden krijgsman.

Omschrift: DEN NASSAUISCHEN STREITERN BEY WATERLOO. In de afsnede : DEN 18 JUNI

1815.

Z. groot 20. MEYER pl. 15. Met oog. GUJOTH n". 208).

') JOSEPH LUG, geb, 1776 te Inspruck. Stempeisnijder in Weenen, gestoryen in 1830.

Digitized by Google

71

59. 1815.

Eerepenning der Hanoveranen, die bij Wa te r l 00 gestre de n he bb e n.

Voorzijde : Gelauwerde buste in romeinsch opperkleed gehuld , rechls gewend, waaronder W. WYON 1) en het jaartal1815.

Omschrift: GEORG PRINZ REGENT.

Keerzijde: Een krans van twee lanwertakken waarboven:

HANNOVERSCHER TAP FER KElT en waarin het opschrift :

WATERLOO I JUN. X\lII.

Daarboven een harnas tusschen lwee vaandels en twee lansen. De naam van den strijder werd op den buitenrand gesneden.

Afgebeeld bij MEYER pI. 18 met den naam van: SOLDAT WILHELM SCHREIBER GRENADIER BAT. OST FRIESLAr..'D. Gr. 23.

59a• Eerepenning der Brunswijkers, die bij W ate r l o 0 g e s 1 red e n he b ben.

Voorzijde : Links gewend borstbeeld, in uniform met ster op de borst en gedekt met een mililaire muts, in het geknotte schouderblad C. HASELER.

Omschrift: ~!Jl3~l)!Jl3~-D !ID3~-D~~~ -D~!Jl3.o~.

Keerzijde: In een krans van lauwer- en eikenloof: 1815. Omschrift. Boven: ~!R~U9l~~.pW~3@~ E~39l~9l jt!R3~~~!R9l.

Beneden: OU~l!Jl~~!R~~ U9ll) !ID~~~!Jl~.o.o.

Gr. 24 MEYER pI. 19. Die zegl: "Hel was een gelukkig denkbeeld om op dezen penning het beeld voor te stellen van den dapperen vorst die aan het hoofd zijner Zwarte Hussaren de schrik der Franschen was en bij Waterloo ') den heldendood stierf.

') WILLIAM WYON stempelsnijder in Londen, sinds 1813, geboren 1794, overleden 1831.

') Lees: bij Quatre-Bras , 16 Juni 1815, zooals op den penning, ter zijner eere geslagen, bij MEYER pI. 5 afgeheeld.

Digitized by Google

72

59b• Fransche gedenkpenning ter g e d a c h t e n is a and ens) a g b ij W ate rIo o,

Voorzijde: Gelauwerde rechtsgewende buste I waaronder :

B. ROGAT F.(ECIT).

Omschrift: NAPOLEON BONAPARTE.

Keerzijde: Een arend in gevecht met vier vogels.

Daarboven : WATERLOO.

In de afsnede: 18 JUIN 1815-ROGAT.

Gr. 30. MEYER I pI. 21.

60. 1815.

Dr a a g p e n n i ng der Pruisen we gens

-- den veldtocht van 1815.

Voorzijde: onder een kroon: ~.(!J1.~(f!D!Jl!)(!.p) ®.(~~.p(f~IDl) m9H~UE3~m® 't~~~~9im jt9iS~@~9im

Omechrift : @£)ll ®~9i Wl3't ums, 3.f)IDl E~ID 1)3~ ~.f)9i~. Keerzijde: Een stralen schietend breed kruis I waarop een krans van oIijf- en eikenloof gelegd is en waarin het jaartaI1815 prijkt. Geelachtig brons met oog I groot 21.

Opgave van eenige litteratuur over den laatsten veldtocht van Napoleon Bonaparte.

1. Mr. JAcOBus SCHELTEMA I De Iaatste veldtogt van NAPOLEON BUQNAPARTE. Amsterdam I 1816 (Voorrede I gedagt. 15 April1S16) XVI I 300 bIz. Bijlagen en Bijvoegsels I 172 bIz. Met groote kaart van het tooneel des oorlogs en tilelplaat (Vad. LeU. 1816 I bIz. 570-577).

2. JAN SCHARP I Gedenkzuil van den Nederlandschen krijgsroem in Junij MDCCCXV. 'sGravenhage 1816, XIV (Inteekenaren± 2100). 136 bIz. Afteekening der veldslagen van Ligny I Quatre-Bras en Belle Alliance tegen NAPOLEON BONAPARTE op 16-17 en 18 Junij 1815.

Digitized by Google

73

3. De veidsiag van het Schoon Verbond op den 18 Junij 1815, uit offlcieele berigten en aanteekeningen van ooggetuigen, met kaarten , plans en afbeeidingen I). Amsterdam, bij E. MAASKAMP, 1815. 63 bIz. 8°.

4. W. J. KNOOP, Krijgskundige Beschouwingen, 's Hertogenbosch, 1855, gr. 8°. 241 bIz. Vad. Lett. 1855, bIz. 592-595.

5. J. B. J. VAN DOREN (Ridder der Militaire Willemsorde bij W:aterloo) (Gent, Junij 1865) Stralegisch verhaal van de veldslagen ... op 15-18 Junij 1815 op Mont-Saint Jean ... Amsterdam, 1865, 182 blz. 8° met Slagorde bij Mont-Saint Jean.

6. A. G. W. RAMAER (Oud-Offlcier der Infanterie). Waterloo, en wat voorafging, geschetst. Amsterdam, 1865, met kaart en plannen. Arnst. 1865. 52 blz. 8°.

7. C. WIEGMANS (Gep. Kapitein), Quatre-Bras en Waterloo, Amsterdam, 1865, 72 bIz. 8°., met aanteekeningen en plaat van een monument voor 1815. Souvenir aan Waterloo.

8. Kapitein v. S. (van den generaal-kwartiermeester staf, ingedeeld bij de na te noemen legerkorpsen), Dagboek der operatien en bewegingen van het 2de corps van het Kon. Nederl. leger, van af het begin des veldtogts van 1815 tot den 24 Junij en van het eerste corps van af den 25aten Junij tot en met den 4den Augustus 1815. Leyden 1865 (Junij) 38 bIz. 8°. en Sterktestaten.

9. P. WAKKER (Oud soldaat l()de Afd. Inf.), Aanteekeningen van een Veteraan dato 16·Aug. 1815, die onder den Prins van Oranje in's Prinsen klein leger in de velden van Waterloo gestreden heeft. Purmerende, 1863. 16 bIz. 8°. Vad. LaU. 1864, blz, 285.

10. J. B. CHRISTEMEIJER, Herinneringen van een oud-strijder

I) Groote plaat val! het huis, gezegt het Schoon Verbond. Portretje van den Prins van Oranje met het omschrift van Wellington: .Ik vind geenen lof groot genoeg voor den Prins van Oranje!" (Vad. Lett. 1816, bl, 43. Compilatie ald. genoemd. 2,10- druk (?) Op den omslagtitel: De Bataille, enz.

Digitized by Google

74

van 1813-1815, aangaande Quatre-Bras en Waterloo, met een schetskaartje (volksuitgave). Utrecht, 1865. 72 bIz. 8°.

1]. J. B. CHRISTEMEIJER, Geschiedverhaal der merkwaardige levensredding van een Nederl. onder-officier der kavallerie (later gepens. Ritmeester en Ridder van de M. W.O.) in den laten avond van 18 Junij 1815. Utrecht 1865. 36 blz, 8°.

12. Herinneringen aan de veldslagen van Quatre-Bras en Waterloo en bijzonderheden betretl'ende de wapenfeiten en krijgskundige verdienste van Z. K. H. den prins van Oranje. Amsterdam. 72 bIz. 8°. (Algemeen Handelsblad , 16-19 Junfj 1840).

a). Relation circonstanciee de la derniere campagne de Bonaparte terminee par la bataille de Mont-Saint Jean dite de Waterloo ou de la Belle-Alliance. Par un temoin occulaire. Quatrieme Edit. Paris 1816, IV, 298 p. avec 4 plans 8°.

b). DE VAUDONCOURT, Histoire des campagnes de 1814-1815.

Paris 1826. 5 vol.

c). Apercu de la campagne et de l'armee Franeaise en 1815. d). GOURGAUD, Campagne de lR15. Paris 1828.

e) DE GROUCHY, Observations sur la relation de la campagne de 1815 publiee par le general GOURGAUD, Paris 1829.

f). Inscriptions gravees sur les Monuments eriges a Waterloo et sur le Champ de Bataille, Bruxelles 1838, 21 p. 8°.

g). BERTON, Precis historique, militaire et critique des batailles de Fleurus et de Waterloo dans 1a campagne de Flandre en Juin 1815. La Haye 1818.

h). Documents inedits sur 1a campagne de 1815 publies par le Due d'Elchingen. Paris 1840. 88 p. p. 8°. Avec plan. [Ook opgenom en (elementair) in le Spectateur militaire, VIII, p. 552].

I). E. v AN LOBEN SELS (Aide-de-camp), Precis de la campagne de 1815, dans les Pays-Bas. Traduit du Hollandais. La Haye 1849 avec plans, IV, 380 p.p. Vad. LeU. 1851, I, bl. 121-128, door M. V. te M.

Digitized by Google

75

k}. Histoire de la campagne de 1815. Waterloo par le Lt.-Colonel CHARRAS, 2me Edition. Bruxelles 1858, I, 212 p. p., 11,226 p. p. avec Atlas special compose de 5 plans et cartes 12~.

l). Waterloo, par A. THlERS. Paris 1862. 354 p. p. petit 8°. m}. W. J. KNOOP (Gen.-Maj.), THIERS over 1815. Schiedam 1864, 147 bIz. 8°.

n}. W. J. KNOOP, Quatre-Bras en Waterloo (ook in volksuitgave zonder aanteekeningen). Schiedam 1865, 128 bIz. 12m.

o). G. VAN BEMOORTERE, Histoire de la campagne de 1815 dans les Pays-Bas Paris 1879 avec cartes et portraits.

p}. A. EENENS, La participation des troupes des Pays-Bas ala campagne de 1815. Gand 1879.

q). W. P. D'ANZON DE BOISMINART, Moskou en Waterloo, enz, Utrecht bij A. VAN DORSTEN, 1863. 56 blz. 8°.

r}. Het Slagveld van Waterloo, door een ooggetuige. Vad. LeU. 1816, bIz. 148-149.

8). Over de Formatie van het leger in 1815 (Zie WITKAMP, Gedenkboek 1865, bIz. 10). Uitvoerig bij VON LOBEN SELS, Bijdragen tot de krijgsgeschiedenis van NAPOLEON BONAPARTE, Deel VI.

t}. Opmerkingen betreft'ende de krijgsgebeurtenissen der jaren 1812 en 1815, naar aanleiding der beschrijving daarvan door THIERS in Deel XIV en XX van zijn Histoire du Consul at et de I'Empire. Vad. Lett. 1864, IV, bIz. 284.

I. C. VON W. , Geschichte des Feldzugs des englisch-hannoverischniederlandisch-braunschweigschen Armee nnter Herzog Wellington und der preussischen Armee unter dem Fiirsten Blucher von Wahlstadt im Jahre 1815. Stuttgart und Tubingen , 1817.

II. VON DAMITZ, Geschichte des Feldzugs von 1815 in den Niederlanden und Frankreich als Beitrag zur Kriegsgeschichte der neurn Kriege, II Theilen. Berlin 1837.

Ill. SCHMIDT, Der Englisch AlIiirte Armee bei Waterloo.

IV. W. SCOTT, Pauls brieven in 1815 van de velden van Water-

Digitized by Google

76

100 en Quatre-Bras tot Parijs, geschreven aan zijne vricnden. Vii het Engelsch vertaald door N. MESSCHAERT. Dordrecht 1817. Voorrede VIII. 440 bIz. 8°. (Fr. Vert.: Lettres de Paul it sa famille ecrites en 1815. Bruxelles 1818. 2 vol. 12m. 235 et 238 pages, enz.) Als schrijver wordt genoemd "een Beer WALTER SCOTT." Zie Vad. Lett. 1818, bIz. 535-542.

V. T ARDIEU, Relation anglaise de la bataille de Waterloo.

Paris 1815.

VI. Story of the battle of Waterloo. By the Rev. G. R. GLEIG, A new edition. London 1848. Met een plan of battle, VI, 330 blz. 8°.

VII. FR. WILH. VON PARCHMIN te Berlijn, De Slag van Waterloo.

Eene feestuitgave voor Engeland , Holland en Duitschland voor het jaar 1865. Uit het Hoogduitsch, Dusseldorf 1864, XV, 142 met kaartje. Kl. 8°.

VIII. CARL VON PLOTHO, der Krieg der verbundeten Europa's gegen Frankreich im 1815. Berlin 1818.

IX. W. SIBORNE, Capit. und Adjud. des Invalidenhaus, Geschichte des Krieges in Frankreich und Belgien , 1815.

Na den slag.

1. JAc. SCHELTEMA, Verhaal van een reisje langs de slagvelden van Belle Alliance, Quatre-Bras en Ligny , van 15 tot 20 September 1815. In vier brieven, Opgenomen in de Vad. Letteroef. 1815. Mengelw., bl. 581-598.

2. JOHN SCOTT, Paris revisited by way of Brussel, London 1816, waaruit vertaald in Vad. Lett. 1816, II, bIz. 526-533 en 573- 579: Eenige bijzonderheden , rakende den veldslag bij Quatre-Bras. 3. Vergelijking tusschen het Londensche en het Amsterdamsche panorama van den veldslag bij Waterloo, in eenen brief aan een vriend (Vad. Lett. 1816, II, bIz. 671-682).

4. W. A. OCKERSE, De veldslag en overwinning van Waterloo.

Digitized by Google

77

Een leerboek voor alle Ouders en Kinders. Amst. 1816 kl. 8°. 96 bI. (Vad. Lett. 1817, bIz. 254 I).

5. Het slagveld van Waterloo, door W. H. WARNSINCK Bz.

Sept. 1825 (Bezoek). In Vad. Lett. 1825, hI. 735-739.

6. L. H. BAHLER (Leeraar bij de Waalsche Gemeente te Zwolle), De Gedenkdag van Waterloo, beschouwd in betrekking met de jongstleden overstroomingen. Uit het Fransch vert. Amst. 1825 8°. IV, 32 bl. Vad. Lett. 1826, bl. 9-10.

7. W. VAN DEN HOONAARD (Onderwijzer te HiIIegersberg), Herinnering aan Nederlands Verlossing pn Herstelling in 1813 en de Overwinning bij Waterloo. Nieuwe Uitgave. Amst. 1830, kl. 8°. 95 bl. Vad. Lett. 1830, bIz. 323.

8. J. ODEVAERE, Beschrijving der Kunstplaten "de slag van QuatreBras en die van het Schoon Verbond" naar zijne schilderijen. Amsterdam, 1815. E. MAASKAMP, 11 bIz. 8°.

9. Beschrijving van de schilderij , voorstellende den veidslag bij Waterloo op den 18 Junij 1815, vervaardigd door J. W. PIENEMAN, 8 blz. 12°. met groote schetsplaat, f 1.50, zijnde het entree geld voor de bezichtiging in de werkplaats buiten de Utrechtsche poort te Amsterdam. Zie Aig. K. en L. bode 1824, II, 174.

10. Na de beschouwing van Pienemans Tafereel van den veldslag bij Waterloo (Alg. Konst- en Letlerbode 1824, I, blz, 197- 198, aldaar beschreven 1824, I, bIz. 172-173). (Voor f 40,000 door Z. M. WILLEM I gekochl. Thans te Soestdijk).

11. FREERK HOEKSTRA (Leeraar der Doopsgezinden te Harlingen), De Achttiende Junjj in zijne Zedelijke en godsdienstige Vertoogen. Arnhem I, 1827, II, 1829 8".

12. De gedenkdag van Waterloo in het licht der geschiedenis

I) DerLien deelen, geheele reeksen van boeken en boekjes , welke in 1813 en 1815 onder den indruk der gebeurtenissen het licht hebben gezien en een hierbij door den verzamelaar gemaakt gemakkelijk register zijn als legaat van M. A. J. BAKHUIZEN (Boekhandelaar te 's Gravenhage, t 7 Januari 1884) opgenomen in de Koninklijke Bibliotheek (Ned. Specl. 1884., n", 11).

Digitized by Coogle

78

en van het nationale pJigtgevoel beschouwd door een Oud-offlcier I). Utrecht 1861, 13 blz, 8". s- druk.

13. Typen v66r en uit de J unijdagen in 1815 of herinneringen, enz., door een tijdgenoot. Amsterdam 1865, 60 bIz. 12mo• 14. G. v. D. BOOM, 1815. Waterloo, of slot van onderdrukking en geweld. Tooneelspel. 's Gravenhage 1865, 80 blz. kl. 8°.

POE Z IJ.

1. (21 Junij 1815), VA~ 's GRAVENWEERT, Zegezang, toegewijd aan Z. K. H. den Prins van Oranje (In Vad. Lett. II, 1815, bIz. 366-368).

2. M. WESTERMAN, Nederland Vrij, hersleld en bevestigd in gezangen: met platen, portretten van W. VAN SENUS, waaronder V de Slag van Quatre-Bras en VI van het Schoon Verbond. Amsterdam 1815 b\i E. MAASKAMP (Prospectus), 24 Junij 1815).

2·. Vader!. ZegeJied, uitgesproken door M. WESTERMAN bij het sluiten van den Amst. Schouwburg, Vad. Lett. 1815, II, bIz. 368-370.

3. A. VAN DER WILLIG EN (28 Junij 1815), Hartelijke Juichloon aan onzen tedergeliefden en dapperen kroonprins. :~ blz, 8". 3a• C. G. WITHUYS, De Slag bij Quatre-Bras. Lierzang. Arnst. 9 blz. 4. P. C. J. MElJs, Waterloo. Lierisch-drarnatisch gedicht. Meppel 1865 8°.

4-. 28 Junij 1815. C. DE KONING Lz. te Haarlem, De zegepraal van den lGuen en 18den Junij 1815. Vad. Lett. 1815, II, bIz. 416-418.

5. A. N. VAN PELLECOM, Lierzang aan ... den Prins van Oranje na de luisterrijke overwinning op NAPOLF.ON BONAPARTE, behaald in den slag van Belle-Alliance op den 15-18 Junij 1815. Schiedam z. j. 8". (1815) 8". 11 hlz. Vad. Lett. 1815, bIz. 418.

6. A. J. ZUBLl, Triumfzang op de overwinning van de Neder-

') W. P. D'ANZOli DK BOISMlliART. Zie diens Herinneringen (bIz. lI!l).

Digitized by Google

79

landers, vereenigd met de hooge Bondgenooten op de Franschen in Zomermaand 1815. Leyden 1815. 8".

7. G. SCHUTTERS, De roemrijke Overwinning, behaald door de geallieerde legers op de Franschen den 17-18 Junij 1815 bezongen, Middelb. 1815 8". 15 bIz.

8. D., Op de over winning van den 18den Junij 1815 (Vad.

LeU. II, 1815, bIz. 419-420).

9. Triumf en krijgsJied, den HeIden der Menschheid bij hunne glansrijke overwinning op BONAPARTE toegewijd, door C. VAN EPEN, Ieeraar der Hervormden te Wol vega. Arnst. 14 biz. 8".

10. H. MEYER JR., Lauwerlak gevlochten in den eikenkrans van Z. K. H. WILLEM, Prins van Oranje, Neerlands geliefden Kroonprins. Amsterdam 1815. 11 bIz. Vad. LeU. 1815, bIz. 479. 11. Aan den Kroonprins der Nederlanden (In Vad. Lett. 1815, II, bIz. 465-466).

12. W. MESSCHERT, De veldslag van Waterloo. Leyden 1819 en VJaardingen 1865. Mel vignet. 16 bIz. 8°.

13. Mr. D. J. VAN LENNEP, Neerlands Rijk hersteld en gehandhaafd. Lierzang. Arnst. 1815. Vad. Lett. 1815, bIz. 513-516. 14. W. H. W ARNSINCK BZN., De val des dwingelands Z. p. of j. 8°.

15. Het Slagveld van Belle-Alliance (In Vad. Lett. 1815, II, hlz, 602-603).

16. P. G. WITSEN GEYSBEEK, De staatkundige dood van BONAPARTE.

Amsterdam 1815.

17. Y(NTEMA), Bij de gesneuvelden in den jongslen beslissenden veldslag. Vad. Lett. 1815, II, bIz. 748.

18. P. BOSSCHA, Vaderlandsche zegepraal. Amsterdam 1815.

19. Mr. H. A. SPANDAW, Nederlunds Behoud in 1815. Lierzang, Gron. 20 bIz. (Vad. Lett. 1816, bIz. 310-312).

~O. R. H. ARNTZENffiS, Moed en trouw. Maarl 1815. Vreugde en dankbaarheid. Junij 1815. Haarlem 1815 8°.

21. H. Kup, De Overwinning bij Belle-Alliance of Nederland

Digitized by Google

80

gered op den 18 Junij 1815. Geschiedk. Vad. Tafereel , Rott. 1815, kl. 8°. 32 bIz. (Vad. Lett. 1815, bI. 103).

22. H. H. KLUN, WILLEM FREDERIK GEORGE LODEwuK, Prins van Oranje, Erfvorst der Nederlanden. Zegezang. Haarlem 1815. 8°. 32 bIz. (Vad. Lett. 1816, I, bIz. 594).

23. Verzameling der bezonderste Dichtwerken op het voorwerp.

De beschouwing van 't slag veld van Waterloo naer den 18 Junij 1815. Voorgesteld door de Maatschappij der verzaemde KunstMinnerijen binnen Rousselaere, Provincie van W est- Vlaanderen jegens den 14 Julij 1816. In Rousselaere 8°. 52 bIz. (Vad. Lett. 1817, blz. 156-158).

Ook later dan 1815 gaf de herdenking dikwijls aanleiding tot dichtstukken, b. v. :

1. W. H. WARNSINCK Bz., Feestzang bij de eerste verjaring van de overwinning bij Waterloo (V ad. Lett. 1816, II, 407 -409). Ook afzonderlijk.

2. 1817. Vrouwe K. W. BILDERDIJK, Gedenkdag der zege van Waterloo. Leyden 1817. 8°. 16 bIz. (Vad. Lett. t 817 , blz. 438 en 439 en Vad. Lett. 1818, biz. 454-458).

3.1817. V. LOOSJEs, De veldslag bij Waterloo, in Dichtproeven. Haarlem 1817. VI, 135 biz.

4. 1827. J. J. VAN HOUTEN, Aan mijne landgenooten bij de verjaring van den slag van Waterloo. Leiden 1827 8°.

5. J. VAN HARDERWIJK Rz. De 25ste verjaardag van den veldslag bij Waterloo (Vad. Lett. 1841, II, hI. 515-520 (Rott. 1840). 6. 1830 (a), Vredelied van de overwinning op de Franschen voor Waterloo.

(b), Dankoft'er of veldzang aan onzen geliefden kroonprins op het slagveld bij Waterloo.

(a-b). Opgenomen in den Bundel van Vaderlandsche liederon voor de Jeugd. Amsterdam bij M. MOOLENYZER.

Digitized by Google

81

Dank- en bededag. 5 Juli 1815, enz,

1. F. VAN TEUTEM (te Utrecht), Leerrede naar aanleiding van Psalm XXXIII vs. 20-22. Utrecht 1815 8°. 27 bIz.

2. A. C. ROMSWINCKEL (te Nieuwerkerk en Duiveland), Leerrede over Psalm XLVI VS. 2-6. Zierikzee 1815. 8°. 35 blz.

3. J. BURGERHOUT (te Stavenisse), Leerrede over Johannes V vs. 25.

Rotterdam 1815 8°. 52 bI.

4. P. KOUMANS BROUWER (te Joure), Tweetal Leerredenen. Leeuwarden bij J. W. BROUWER, 1815 8°. 32 bIz. (over 1-4 zie Vad. Lett. 1815, I, bI. 622-624.

5. C. VAN EPEN (te Wolvega) , Twee leerredenen, 2 en 5 Julij 1815 uitgesproken, enz. Arnst. 1815. 8°. 53 bIz. (Zie ald. bIz. 665-666).

6. J. NlEUWENHUlS, De Iuisterrijke overwinning der Bondgenooten in den Veldslag van Belle Alliance den 18den van Zornerrnaand 1815, godsdienstig gevierd, enz. Utrecht 1815 8°. 36 bI. (Vad. LeU. 1815, I, bI. 724-725).

7. M. J. POLAK (Voorzanger der Israeliten te Hoorn) , Redevoering op den algerneenen Dank- en Biddag , den 5 Julij 1815. Hoorn 1815, 8°. 17 bIz. (Ald. blz, 484-487).

8. D. H. WlLDSCHUT (te Apeldoom), Tweetalleerredenen , uitgesproken op den NederI. Dank- en Biddag, gevierd den 5 Julij 1815. Deventer 1815, 8°.46 bIz. (Ald. 1816, I, bI. 150-151. 9. H. W. LE SAGE TEN BROEK. De Dank- en Biddag van 5 Julij 1815. gehouden te Haamstede. Zierikzee 1815 (Vad. Lett. 1816, I, blz, 331).

10. Lijkrede op de gesneuvelde Nederlanders in de Veldslagen bij Quatre-Bras en Ia Belle Alliance op den 16den en 17den van Zomermaand 1815 (In Vad. Lett. 1815, II, bIz. 393-407).

I.

Ii

Digitized by Google

82

61. 1815. 21 September.

Inhuldiging van Willem I als Koning der Nederlanden te Brussel.

Afgebeeld bij v. HEECKEREN, n", 2 (bIz. 11-12) en op het titelblad van de Ned. Gedenkpenningen verklaard, door JER. DE VRIES en J. C. DE JONGE. Arnst. 1829 (GUIOTH n". ~7).

Voorzijde: Buste links gewend.

Daaronder: BRAEMT F.(ECIT}.

Omschrift: GVILIELMVS I. BELGARVM REX.

Keerzijde: De Nederlandsche maagd , tegenover den vorst staande, die in feestgewaad is gehuld en omhangen met een hermelijnen mantel. Zij biedt hem een koningskroon aan, De vorst bezweert de GRONDWET VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN, als rol met dit opschrift op een kussen liggende, geplaatst op een altaar, dat met den pijlbundel (als oud zinnebeeld van nEendracht maakt macht a) prijkt I).

In de afsnede : BRUXELLIS

DIE XXI SEPTEMBRIS MDCCCXV.

T e B r u s sel 0 p den 2 1 S e p t. 1 8 1 5.

Op den sokel der Kz. staat: BRAEMT F.(ECIT} 1821.

(Gegraveerd in 1820, wat de keerzijde betreft).

Cat. BESlER van's Rijks stempels n". Ill. Vz. en Kz.

Gr. 32. Vroegerverkrijgbaar in Z. (9.75, Bronsf2.25, IJzer fO.40. v. D. CHYS, I, bIz. 66-67, zegt : .De vinding van dezen pen-

• ning is eenvoudig en, naar wU meenen, door de vierde klasse

• van het Kon. Ned. Instituut, met eenige verbetering in de oor.spronkelijke teekening van eenen ons onbekenden daargesteld."

') .Aldus geplaatst, zegt VAN HEECKEREN biz. 12: .zweert de Koning trouw .aan het Vaderland , belooft de constitutie te zullen handhaven en ontvangt .te gelijker tijd de Nederlandsche kroon.· Uit een eenigszins ander oogpunt heschouwd, vervaardigde later de graveur J. P. SCHOUBERG een tweeden gedenkpenning (Ons n". 6l Cat. BESlER nO. 112).

Digitized by Google

83

62. 1815.

Voorzijde: Buste links gewend. Onder den hals:

J. P. SCHOUBERG.

Omschrift: WlLH:(EUWS) NASS:(AVIAE) BELG:(n)

REX. LUXEMB:(uRGlr) MAGN:(us) DUX.

Keerzijde: De Koning staat voor den troon, blootshoofd en bekleed met hermelijnen mantel en ridderlinl. Hij reikt aan de bij het Nederlandsche wapen staande, gehelmde Nederlandsche maagd I) een geschrift over, waarop men leest:

GROND-WET-VAN HET-KONINGR(uK)-DERNEDER(LANDEN}.

Omschrift: SALUS POPULI, SUPREMA LEX.

H e the il des v 0 I k s (i s) d e h 0 0 g s t ewe t.

In de afsnede: BRUXELLIS D:(IE) XXI SEPTEMBIUS MDCCCXV. Op de trappen van den troon: J. P. SCHOUBERG F.(ECIT).

Groot 39. In zilver f 9.75. Brons f 2.~5. In de Opgave staat: Op de afkondiging der Grondwet Z. f 12.40. Br. f 4.-. IJzer fO.40 (?) Bij V. HEECKEREN, n", 3. bIz. 12-13.

Hiervan zijn twee stem pels met en zonder de blokjes in het wapen. Zie WESTHOFF n". 3726 en 3727.

Deze penning is in November 1830 verschenen. Zie v. D. CHYS, I, bIz. 69-70 en werd op 's Rijks Munl voor rekening van den graveur vervaardigd.

Bij J. H. VAM GEUNS, n", 217. Groote penningplaat op die gebeurtenis (koper).

63a• 1815. 21 September.

S t roo i pen n i n g b ij die gel e g e n h e i d.

Voorzijde: Buste rechts gewend.

Daaronder in den hals: VAN DE GOOR F.(ECIT).

Omschrift: WILH. NASS. BELG. REX.. LUX.EMB. M. DUX.

') GUJOTH nO. 21 zegt: .recevant de Minerve!" Revue 1848. p. 92.

Digitized by Google

84

Keerzijde: In eene olijfkrans in vijf regels:

PATR.(IAE) SAL.(FS)-REG.(IS) ET. ORD.(INmf)-SOLEN.(!'<I) SACRAM.(E:-;TO )-ASSERT A.-MDCCCXV.

Hel welzijn van het Vaderland door een plechligen eed van Kon in g en S ta len be vesti g d, 1815.

Gr. 16. In Goud 6 w. 7 k. Z. en K. GUIOTH, n", 22.

,

63h• Gelijk a, doch zonder krans op de Kz. GUIOTH, n", 23. Dit is een proef. Kon Kab. Aanw. 1857, blz, 9.

Cat. der Verz. bij de Utrechtsche Munt n". 15. Revue 1854 t

p. 241 n", 3. I).

64. H e 1 z il v ere n her inn e r i n g s k r u i s.

Vijf punten mel breede, gladde randen, waartusschen verguld malwerk.

Aan de Vz.: 1813 in het midden.

Aan de Kz.: 1815 ." "

Uilgereikt in 1863 (?)

65. 1813-'15. 15 October =).

Nap ole 0 n 0 pSt. H e len a 3).

Voorzijde : NAPOLEON I, gedekt met den historischen driekanten hoed, op een rotseiland, omringd door schepen, gezeten. Hij

') Bij J. H. VAN GEUNS a (= 212), b (= 214" doch van a) (213) andere stempel der voorzijde.

LASTDRAGER I. biz. 28 foutief met PATH verwijst naar de Staatscourant 1815, nO. 223 .

• ) Op den Engelschen penning van HALLIDAY (J. H. VAN GEUNS nO. 218).

Vooretjde: Borstbeeld van Napoleon.

Keerzijde : beginnende met: BORN 15 AUGUSTUS 1769

en eindigende met: ARRIVED AT ST. HELENA, 15 OCTOBER 1815.

3) Evenals Elba (zie BERNARD en EHRMANN, Beschrijving van het eiland Elba (Haarlem 1814). Met kaart ~n Korte beschrjjving van het eilandje Elba

Digitized by Google

85

houdt den rechterarm uitgestrekt en uit zijnen mond vloeien de woorden, in de afsnede te lezen:

WAAR ZAL IK ONTKOMEN'!

Keerzijde: In een parelcirkel: BONAPARTE OP ST. HELENA. Onderaan: D & A A

Gr. 19. Br. Tresor de Numismatique, pI. LVII, n", 77. GUIOTH, n". 182. Brons.

66. 1815.

K a mer van K 0 0 p han del teA n t w e r pen.

Voorzijde: Buste rechtsgewend. Onder den hals:

VAN DE GOOR F.(ECIT) ').

Omschrift: GUILLAUME I. ROI DES PAYS-BAS.

Keerzijde: De riviergod de Schelde , liggende. Zijn rechterarm omvat een hoorn van overvloed en rust op een dolfijn. De linkerarm omklemt een scheepsroer.

Omschrift: CHAMBRE DE COMMERCE D'ANVERS.

In de afsnei!.e:

DROZ F.(v.clT).

Een hand als munUeeken van Antwerpen en M.D.CCC.lX. Oude Kz. van Vz. 1809 met NAPOLEON EMP. ET ROI. (J. P. Dnoz), G. 22 Z. 14 W.

66". Dezelfde metMDCCCXV btj GUiOTH n", 29. P. SMIDT VAN GELDER op eenen band n". 4245. Z. 14 W.

met kaart, in Aig. K. en Lett. bode, 1814" 1, 243-248) trok natuurlijk destijds St .. Helena de aandacht. Zie b. v. Berigt van een der oudste Hollandsche reizigers om trent het eiland St. Helena (JAe. HUIGENS van Linschoten, die 12 Mei 1580 St. Helena bezocht), Alg. Konst· en Letterbode 1815, II, biz. 308-311. BERNARD en EHRMANN, Beschrijving van het eiland St. Helena. Haarlem 1815 8°. met plaat. Brief over St. Helena (van later dagteekening), Alg. K. en Lett. bode 1816, biz. 53--55, alwaar verhaald wordt dat NAPOLEON (toen bijna 10 jaren geleden) het oogmerk had gehad om St. Helena door een coup de main te nemen!

') Zie Revue de la Num: Beige 1854 p. 241(5).

Digitized by Google

86

67. 1815 29 September. Staatsblad n". 47.

Instelling van de orde van den Nederlandschen Leeuw.

Wit geemailleerd kruis met een gouden W tusschen elk der armen daarvan, hebbende aan de Vz. in het midden een blauw geemallleerd rond, waarop in gouden letters is geschreven:

VIRTUS NOBlLITAT (DE DEUGD ADELT).

Aan de Kz.: De Leeuw zoo als hij in het wapen van het rijk voorkomt, alles gedekt met eene gouden koninklijke kroon.

Het lint van Nassauwseh blauw met twee smalle oranjestrepen. De Broeders dragen een zilveren medaille. Groot 24.

Voorzijde: De gekroonde linksgcwende leeuw met het zwaard in de rechter- en de samengebonden negen pijlen in de linker klaauw.

Keerzijde : De spreuk: VIRTUS NOBlLITAT.

Hangt aan een nassauwsch blauw lint van 1 i duim breed met een oranjestreep in het midden.

De Bidders dragen het kruis aan een lint, twee vingeren breed, met oog en ring in het knoopsgat.

De Kommandeurs hebben het ordensteeken geborduurd op den rok, z?nder ster, doeh gedekt met de kroon en het juweel aan een lint, drie vingeren breed en sautoir om den hals.

De Grootkruizen dragen het ordensteeken van de zijde waarop de spreuk staat zonder kroon op een gouden ster geborduurd, op den rok aan de linkerzijde en het juweel van de orde aan een lint, vier vingeren breed en echarpe van de rechter naar de linkerzijde.

LASTDRAGER, I biz. 28. Instelling van Ridderorden.

Digitized by Google

You might also like