Onderwijskunde

Maak 10 toets vragen + antwoorden:

1. OBIT veelgebruikt ezelsbruggetje bij ordening van beheersingsniveau’s. Welke beheersing past
bij het volgende voorbeeld?

‘Sophie gaat in Zwitserland op vakantie en weet dat ze daar geen euro’s gebruiken. Omdat ze
weet dat Zwitserland geen onderdeel is van de Europese Unie.’

Kies uit: Onthouden, Begrijpen, Integreren en Toepassen.

Antwoord: Toepassen

2. Om informatie van het korte termijn geheugen op te slaan in het lange termijn geheugen is er
sprake van mnemonische techniek. Geeft een voorbeeld van deze techniek.

Antwoord: Het ezelsbruggetje tv-tas voor de waddeneilanden. Meneer Van Dale wacht op
antwoord.

3. Bas zorgt er voor dat door onderhoudsherhaling hij de lesstof leert, maar hij vergeet steeds de
stof na een korte periode. Hoe kan hij er voor zorgen dat het in zijn lange termijn geheugen blijft?

Antwoord: Niet alleen herhalen, maar ook koppelen aan bestaande informatie. Dit wordt
uitgewerkte herhaling genoemd.

4. Een docent probeert een krachtige leeromgeving te vormen tijdens de les. Welke drie
basisbehoeften moet hij toepassen in zijn les?

Antwoord: Competentie, Relatie en Autonomie.

5. Je ziet dat er leerlingen in de les afdwalen. Wat doe je om de leerlingen weer bij de les te
trekken? Noem er drie.

Antwoord: Volg de klas en de leerlingen. Maak nadrukkelijk oogcontact. Geef de klas en de

individuele leerling een ontvangstbevestiging. Benoem het handelen van de leerlingen
instemmend. Zorg voor een duidelijke beurtverdeling. Zorg ervoor dat je de hele klas bij de vraag
betrekt die de individuele leerling stelt.
6. Noem drie redenen waarom het lange termijn geheugen niet altijd te vertrouwen is?

Antwoord: Egocentrisch trintje. Sleutelbegrip. Persoonlijke lens. Laatste versie gereproduceerd.

De leerlingen van de klas van Lorena hebben allemaal een onvoldoende gehaald voor hun laatste
toets, hierdoor is de motivatie van de klas flink gezakt. Zij denken dat Lorena geen vertrouwen
meer in hun heeft.

Welk begrip moet Lorena aanhouden om de klas gemotiveerd te houden en het gevoel van
competentie te verhogen.

Antwoord: Het pygmalioneffect, ze moet positieve verwachtingen van haar leerlingen hebben.