Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

bBeeldaspecten:
1. Zoek onder de tabel de juiste definitie/ betekenis bij de
beeldaspecten.
Met de ‘knip- en plakfunctie’, zet je de juiste betekenis achter het
bijbehorende beeldaspect in de lege kolom.
2. Zoek bij de begrippen een duidelijke en gepaste afbeelding op het
internet of in kranten en tijdschriften.

BEELDASPECTEN DEFINITIE AFBEELDING


Stilleven Een getekend
of geschilderd
kunstwerk met
een groep
mooi
geordende
‘voorwerpen’.
Bijv. flessen,
schalen,
speelgoed,
fruit, bloemen.

2b-potlood Tekenstift die


bestaat uit
grafiet met
hout
eromheen; 2b
is de hardheid
van het
potlood
(gematigd
zacht).

lijn Reeks punten


aan elkaar op
een rechte rij.
Een lijn kan
dus
onderbroken
zijn (
bijvoorbeeld
bij een
stippellijn).

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

Vorm Uiterlijke
gedaante van
iets
(basisvorm:
rond, vierkant,
rechthoek 
geometrisch
cilinder, blok,
balk,…
stereometrisch
). Organisch:
grillig,
natuurlijk

Contourlijn De buitenste
lijn van een
vorm

Glimlicht Weerkaatsing
van het licht
op een glad/
glanzend
voorwerp, er
ontstaat een
‘witte’ vlek
waardoor de
lokale kleur
(de kleur van
het voorwerp
op die plek)
niet meer te
zien is.

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

Verhouding De grootte van


verschillende
dingen of delen
ervan ten
opzichte van
elkaar.

Ellips Een ovale


vorm om een
cirkel
ruimtelijk weer
te geven.

Slagschaduw De schaduw
van een
voorwerp op
de
(onder)grond
of op een
ander
voorwerp 
plaatst een
voorwerp in de
ruimte.

Plaatsing op het De wijze


vlak (compositie/ waarop de
vlakverdeling/ belangrijkste
ordening)
vormen over
het vlak
verdeeld zijn.

Licht Energie van


een lichtbron

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

waardoor je
iets kunt zien.

Kader De begrenzing
van het
beeldvlak
(bijv. een
rechthoek
waarbinnen
getekend is),
de randen van
het papier.

Arceren Een lichte of


donkere
kleurnuance of
tint van
dezelfde kleur
(bijv. Roze is
lichtrood, dat
stamt af van
rood maar is
gemengd met
wit (bij bijv.
verf) of is heel
dun gebruikt in
arceringen
waardoor het
wit van het
papier zorgt
voor een roze
toon).
Of: Het
karakter van
de kleur; de
mate waarin
een kleur meer
of minder is
verzadigd door
toevoeging van
zwart of wit.

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

Lichtrichting In welke
(lichtval) richting het
licht schijnt
(meestal ten
opzichte van
iets of
iemand).
Bijvoorbeeld
van de zijkant,
van voren etc.

Eigen schaduw De schaduw op


het voorwerp
zelf; het
gedeelte dat
niet
rechtstreeks
wordt belicht
 geeft
volume/vorm
aan het
voorwerp.

Plasticiteit (in een De


tekening) ruimtesuggesti
e van een
oppervlak van
een voorwerp,
dat je als het
ware kunt
voelen (je kunt
zien dat iets
hol of bol is) 
geeft het
voorwerp
volume.

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

Plasticiteit (in een De tastbare


ruimtelijk beeld) ruimtelijke
aard van het
oppervlak
(bijv. zeer
afwisselend of
levendig met
bobbels en
deuken of juist
heel glad
gepolijst).

Materiaaluitdrukki Zichtbaar
ng getekend of
geschilderd
van wat voor
materiaal iets
is gemaakt
(bijv. pluizig,
ruw, glad,
harig,…)

Toon (toonwaarde) Techniek bij


het tekenen:
Een toon
maken door
vele min of
meer
evenwijdige
lijntjes naast
elkaar of over
elkaar
(diagonaal
kruislings) te
zetten.

Bewaar altijd alles in je werkmap!


2D klas 1 Begrippenlijst bij opdracht 1 “Arceren en Toystory 1”

Definities/ betekenissen:

Reeks punten aan elkaar op een rechte rij. Een lijn kan dus onderbroken
zijn ( bijvoorbeeld bij een stippellijn).

Uiterlijke gedaante van iets (basisvorm: rond, vierkant, rechthoek 


geometrisch cilinder, blok, balk,… stereometrisch). Organisch: grillig,
natuurlijk

De wijze waarop de belangrijkste vormen over het vlak verdeeld zijn.

De begrenzing van het beeldvlak (bijv. een rechthoek waarbinnen


getekend is), de randen van het papier.

Energie van een lichtbron waardoor je iets kunt zien.

De ruimtesuggestie van een oppervlak van een voorwerp, dat je als het
ware kunt voelen (je kunt zien dat iets hol of bol is)  geeft het voorwerp
volume.

De tastbare ruimtelijke aard van het oppervlak (bijv. zeer afwisselend of


levendig met bobbels en deuken of juist heel glad gepolijst).

Techniek bij het tekenen: Een toon maken door vele min of meer
evenwijdige lijntjes naast elkaar of over elkaar (diagonaal kruislings) te
zetten.

Bewaar altijd alles in je werkmap!

You might also like