Professional Documents
Culture Documents
LSF Boekpromotie Nederlands
LSF Boekpromotie Nederlands
Ik heb twee activiteiten gedaan voor mijn boekpromotie. Als eerste heb ik het boek Ik Reis De Wereld
Rond voorgelezen en de kinderen vragen over dit boek gesteld. Daarna heb ik samen met de
kinderen een auto geknutseld. Vandaar dat ik twee lesschemaformulieren heb gemaakt.
Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam x Pedagogisch bekwaam
Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Ik wil tijdens deze activiteit veel betrokkenheid proberen te creëren zodat de kinderen zich goed kunnen
focussen op het verhaal. Zodat de kinderen enthousiast worden over het boek en van het verhaal
misschien wat nieuwe dingen kunnen leren. Ik wil die betrokkenheid creëren door veel vragen te stellen
aan de kinderen over het verhaal en door niet monotoon maar met intonatie voor te lezen en te
vertellen.
Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
Een groot deel van de kinderen zal een deel van de voertuigen die in het boek voorkomen al kennen.
Maar er zullen ook voertuigen in het boek voorkomen die misschien minder bekend zijn. Over zowel de
bekende als de onbekende voertuigen kunnen nieuwe dingen geleerd worden. Bovendien sluit het boek
Ik Reis De Wereld Rond goed aan bij waar de kinderen momenteel mee bezig zijn. Het is namelijk
Kinderboekenweek met als thema vervoer en daar gaat het boek waaruit ik ga voorlezen over.
Dit is meetbaar door tijdens en na het voorlezen veel vragen aan de kinderen te stellen. Op die manier
kan ik kijken of de kinderen bijvoorbeeld iets over het boek geleerd hebben. Maar door die vragen te
stellen kan ik ook zien of het boek de kinderen interesseert. Dit lijken me acceptabele en realistische
doelen aangezien de kinderen al redelijk veel over het onderwerp weten. Maar ook omdat het boek vol
staat met mooie tekeningen in vrolijke kleuren die goed aansluiten bij wat de kinderen leuk vinden. Het
lesdoel zou binnen deze les al bereikt kunnen worden, maar tijdens de rest van de Kinderboekenweek
kunnen de kinderen ook nog verschillende voertuigen ontdekken, dus in die zin hoeft dat niet bij deze les
te eindigen.
Kern Tijdens de kern zal ik een deel van Ik wil mijn lesdoelen bereiken door het boek rustig en duidelijk, maar toch ook met enthousiasme voor te lezen. Het is
Duur: het boek Ik Reis De Wereld Rond belangrijk dat ik de tijd neem om de prenten aan iedereen te laten zien. Op die manier kunnen de kinderen het boek
10 min. gaan voorlezen. beter begrijpen en wordt hun aandacht getrokken door de vrolijke prenten.
Ik wil voor betrokkenheid zorgen door de kinderen veel vragen te stellen over het boek. Zoals welk voertuig zie je
hier? Ken jij dit voertuig? Heb jij dit voertuig al ooit gezien? Wat is er een beetje gek aan deze fiets? Ik wil ook
proberen gebruik te maken van intonatie in plaats van monotoon voor te lezen. Verder wil ik proberen om de
kinderen tijdens het voorlezen af en toe aan te kijken. Hopelijk wordt door deze zaken de betrokkenheid vergroot.
Afsluiting Tijdens de afsluiting wil ik kijken of Ik wil evalueren door klassikaal vragen te stellen. Zoals van welk voertuig had jij nog nooit gehoord? Wat vond jij het
Duur: de kinderen ook daadwerkelijk mooiste voertuig? Welk voertuig heb jij thuis ook? Heeft er iemand wel eens op een kameel gezeten? Enzovoort.
5 min. iets van het boek geleerd hebben Door verschillende begrippen die in het boek voorkwamen nog eens te herhalen wordt ook aan de woordenschat van
en kijken of ze ook enthousiast de kinderen gewerkt.
zijn geworden over het boek.
Evaluatie
Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Prettige rustige activiteit. Eva heeft een hele rustige stem, waar de kinderen helemaal kalm van
werden. Het viel me op dat ze vaak al dingen VOOR was: ze zei bv: “Wie weet er, en steek je vinger
maar op als je het weet, welk voertuig dit is”?
Dat vind ik knap voor een eerste echte les.
Ze schatte goed in hoe de aandacht van de kinderen was: op het moment dat het iets verzwakte
eindigde ze de les. (de kinderen hadden van te voren met groep 8 gelezen dus ze waren al best op)
Er was veel interactie, kinderen waren veel aan het woord, dus het was een goede evenwichtige les.
Actiepunten: ze las met een fijne stem, rustig tempo. Kinderen goed betrokken met de plaatjes en het
verhaal.
LesSchemaFormulier 2
Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Een belangrijk aandachtpunt voor mij bij deze activiteit is dat alle kinderen de uitleg snappen en het
tempo kunnen bijhouden, zodat ze, als de activiteit is afgelopen, allemaal een mooie auto hebben
gemaakt. Het actiepunt dat ik daarbij wil inzetten is dat ik op een rustige manier een duidelijke instructie
geef. En dat ik het stap voor stap voor doe. Zo kan ik zien of het knutselen bij iedereen lukt en of ik niet
te snel ga.
Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
Deze activiteit zal ik gaan doen met een aantal kinderen uit groep 2. Zij zijn dus als het goed is al iets
handiger met knutselen en ik denk daarom ook dat deze opdracht voor hen goed te doen zal zijn. Deze
knutselopdracht sluit ook goed aan bij wat de kinderen bezighoudt. Het is nu namelijk kinderboeken
week met als thema vervoer en daarom is het maken van een auto passend. Bovendien hebben de
ouders van de meeste kinderen wel een auto en daarom is het een herkenbaar iets voor de kinderen.
Ook heb ik voorgelezen uit het boek Ik Reis De Wereld Rond en in dat boek kwamen ook verschillende
auto`s voor.
Dit is meetbaar door aan het einde van de activiteit te kijken naar de auto`s die de kinderen hebben
gemaakt. Maar ook door de kinderen te vragen of zij iets over hun auto kunnen vertellen, ze zijn dan niet
alleen bezig met het omschrijven van hun auto maar ook met het benoemen van de verschillende
onderdelen van de auto. Dit lesdoel is acceptabel en realistisch omdat de meeste kinderen met
eventueel een beetje hulp al kunnen vouwen, plakken en knippen. Maar ook omdat ik verwacht dat ze al
de nodige woorden met betrekking tot auto-onderdelen kennen. Het is de bedoeling dat we dit doel
bereiken aan het einde van de les.
Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?
Voordat de activiteit start is het belangrijk dat ik voor ieder kind de volgende materialen heb: gekleurd
vierkant vouwblaadje voor de auto, ronde papiertjes voor de wielen en wieldoppen. Papier voor de
ramen, lijm, schaar, potloden, stiften en voor de kinderen die snel klaar zijn eventueel een wit blaadje
waar ze een weg op kunnen tekenen voor hun auto. Ook moet ik zorgen dat het boek Ik Reis De Wereld
Rond bij de knutseltafel ligt.
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Er zouden eventueel knelpunten kunnen ontstaan als kinderen al erg snel klaar zijn met het maken van
hun auto. Om dit te voorkomen zouden zij hun auto nog mooi kunnen versieren door erop te tekenen.
Maar ze zouden eventueel ook nog hun auto op een wit blaadje kunnen plakken en daar dan een weg op
kunnen tekenen.
Verder kunnen er problemen ontstaan doordat de uitleg van het vouwen misschien te snel gaat. Daarom
wil ik het maken van de auto stap voor stap uitleggen en tegelijkertijd met hen mee vouwen. Na elke
stap kijk ik rond of iedereen zo ver is. Is dat niet het geval dan vraag ik of een klasgenootje het kind wil
helpen, help ik het kind of laat ik het stapje nog een keer zien.
Kern Tijdens de kern gaan we de auto Als eerste pakken we een gekleurd vouwblaadje en daarin vouwen we 16 vierkantjes. Dat doe je door het blaadje
Duur: maken. door midden te vouwen. Daarna vouw je de ene helft naar het midden en dat doe je ook bij de andere helft. Dan
20 min. draai je het papiertje zo dat de lijnen verticaal staan. Dan doe je weer precies hetzelfde. Dus de helft vouwen en van
allebei de helften weer de helft vouwen. Als het goed is heb je dan 16 vierkantjes. Die vierkantjes kunnen de kinderen
samen met mij hardop tellen.
Dan gaan we de auto tekenen, je gebruikt hiervoor maar 8 vakjes. In het tweede vakje van onder teken je een schuine
streep door het blokje. Vanuit daar een rechte lijn met als lengte twee blokjes. Als laatste een lijn naar beneden van 1
blokje en dan een lijn van 1 blokje rechtdoor. Ik zal de lijnen voor de kinderen tekenen als ze dat zelf niet kunnen,
zodat ze de auto met behulp van wat lijntjes wel zelf kunnen uitknippen. Je knipt de auto uit door op die lijn te
knippen.
Dan plakken we twee ronde papiertjes op de autp, dit zijn de wielen. Hetzelfde doen we met de wieldoppen maar
daarvoor gebruiken we een andere kleur papier en kleinere rondjes. De wieldoppen plakken we op de wielen.
Nu knippen we nog twee vierkantjes uit een stukje papier voor de ramen. Ook deze plak je op en dan is de auto klaar.
Eventueel kunnen de kinderen de auto nog versieren en een bestuurder tekenen. Of de auto op een blaadje plakken
en daar een weg op tekenen.
Tijdens deze knutsel activiteit werk ik met de kinderen aan hun woordenschat door de onderdelen die zij moeten
maken ook echt als auto-onderdelen te benoemen. Dus niet bijvoorbeeld plak dit rondje op dat rondje maar plak de
wieldop maar op het wiel.
Afsluiting Tijdens de afsluiting gaan we Als afsluiting mogen een paar kinderen hun auto laten zien en dan mogen ze ook nog iets over hun auto vertellen. Ik
Duur: samen kijken naar een paar auto`s stel dan vragen zoals hoe noem je dit onderdeel ook alweer? Wie zit er achter het stuur? Enzovoort. Daarna gaan we
5 min. die kinderen hebben gemaakt. samen opruimen.
Ook gaan we de knutselspullen
samen opruimen.
Evaluatie
Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Eva heeft het duidelijk uitgelegd want de kinderen konden na de uitleg behoorlijk zelfstandig aan de
slag. Bij deze leeftijdsgroep is het toch altijd fijn om erbij te blijven zitten om hier en daar nog te
ondersteunen. Resultaten waren erg leuk, de kinderen waren trots op hun auto’s. De voorbereiding
was goed, alle spullen had Eva klaar gelegd. Ze was wat sneller klaar dan verwacht.