Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

LesSchemaFormulier

Student: Joep Knapen


Kempelklas: V1E
Stageschool + plaats: OBS ’T Hout, Helmond
Groep: 1/2
Mentor: Marjanke van Stiphout
Vak/onderwerp: Nederlands/BVA
Datum: 08-10-2019

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Ik wil nog beter leren voorlezen. Na de tips die ik gekregen heb vorige week, ben ik goed voorbereid en
weet ik waar ik op moet gaan focussen.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
Ik ga een informatief prentenboek voorlezen over de vier jaargetijden (herfst, winter, lente en zomer). Ik
weet vanuit vorige lessen dat de kinderen een beeld hebben bij wat je kan verwachten van elk
jaargetijde en welke fenomenen bij welk jaargetijden horen. (bijv. blaadjes die vallen, sneeuw. Veel
bloemetjes, veel zon en hogere temperaturen).

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


De kinderen leren wat de herfst en woorden zoals blaadjes, herfst en de kleur oranje. De meeste
kinderen kennen deze woorden al ,maar ik heb ook een paar kinderen in mijn klas die wat minder
Nederlands spreken.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


De 4 quiz blaadjes over de jaargetijden en het boek: lente, zomer, herfst en winter

Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?

Dat de kinderen aandacht kwijt raken of met andere klasgenoten gaan praten
Dat het boek niet duidelijk genoeg is en de kinderen het niet begrijpen.

Mocht ik dit merken tijdens het lezen kan ik het kind of meerdere kinderen hier op aanspreken zodat ik
ze laat merken dat ik het belangrijk vind dat ze op letten.

Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)


De communicatie en presentatie lessen van BVA; stemgebruik, houding en hoe lees ik een boek goed
voor. Ook poezië lessen Nederlands. Welke genres en boeken kan ik gebruiken voor boekpromotie
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?

Ik begin de les door met de kinderen te bespreken dat ik voor ga lezen. Ik heb een boek meegenomen maar wat staat
Inleiding Analyseren en kennis ophalen daar nou allemaal op? Ik bespreek de kaft en vraag waarover ze denken dat het boek gaat. En hoe noem je de herfst,
winter enz. ja dan weten de groep 2’ers wel dat het seizoenen zijn. Daarmee heb ik ze een beetje voorbereid op het

Na de inleiding kan ik verder met lezen. Ik zorg dat ik tijdens het lezen veel plaatjes bespreek en in het boek zelf staan
Kern Voorlezen verschillende zoekplaatjes die je kan bespreken. Ik zorg verder dat ik de kinderen goed betrokken (na aanleiding van
evaluatie vorige week)

Nabespreken en les doel Nadat ik het boek gelezen heb kan ik met de kinderen kijken wat ze geleerd hebben. Ik heb 4 kaartjes uitgeprint die
Slot ‘’toetsen’’ een seizoen representeren. Ik ga dan analyseren wat er op de plaatjes staat en kijken bij welk jaargetijde het plaatje
hoort.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


+goed interactief voorgelezen (plaatjes gekeken, kinderen bij
het verhaal betrokken)
-de evaluatie/slot opdracht was te saai en de kinderen raakten
langzaam hun aandacht kwijt
Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:

Het is les doel is wel gehaald. De kinderen hebben duidelijk een


beeld gekregen van de herfst en de jongere kinderen konden bij
de slotopdracht duidelijk vertellen welk plaatje bij de herfst
hoorde en waarom
De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:
Bij het voorlezen waren de kinderen heel erg betrokken. Dat
komt vooral door het interactief voorlezen

Bij de slotopdracht heb ik het iets te makkelijk gemaakt voor de


oudere kinderen waardoor hun snel de aandacht verloren.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?

Het was een lastig boek, want hoe lees je nu een informatief boek
spannend voor? Misschien kun je dit boek ooit nog met een klein groepje
lezen. Dan kunnen ze ook wat meer reageren op wat jij laat zien. Je hebt
al goed aan de plaatjes gedacht na de vorige keer

You might also like