LSF Voorlezen Kleine Muis Zoekt Een Huis

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 6

LesSchemaFormulier

Student: Suze Bax


Kempelklas: V1A
Stageschool + plaats: De Ganzebloem Geldrop
Groep: 1/2
Mentor: Dineke Ferwerda
Vak/onderwerp: Taal
Datum: 18-10-2019

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Ervoor zorgen dat de kinderen goed hun aandacht erbij kunnen houden en dat ze goed luisteren.
Daarnaast dat verschillende kinderen aan de beurt komen ook die geen vinger opsteken.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen hebben een begin gemaakt aan het thema herfst.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


De kinderen kunnen aan het einde van de les een voorgelezen verhaal navertellen met behulp van
platen. Ze kunnen deze platen op chronologische volgorde leggen. Daarnaast verbeteren de kinderen
hun luisterhouding.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Ik moet de platen uit het boek klaar hebben.
Het prentenboek Kleine muis zoekt een huis.
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Een knelpunt zou kunnen zijn dat kinderen het boekje niet leuk vinden en daardoor gaan kletsen. Dit is
op te lossen door ze erop te wijzen dat ze stil moeten zijn.
Dat kinderen tijdens het op volgorde leggen van de plaatjes de aandacht verliezen. Dit kan je oplossen
door juist die kinderen een beurt te geven.
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
Ik heb de theorie over jeugdliteratuur uit het boek portaal en uit de les gebruikt.
Het is heel belangrijk voor kinderen om te lezen of voorgelezen te worden. Hiermee leren ze kennis op te
doen over de wereld, zich te concentreren, zich in te leven in andere en hun taalontwikkeling te
vergroten.
Daarnaast bieden we deze kinderen verschillende boeken aan zodat ze kennis maken met allerlei genres.
Deze kinderen zitten in leesfase 0: het pseudolezen. Ze doen alsof ze lezen. Daarnaast zitten de kinderen
in de leeftijdsgebonden fase van Piet de smeerpoets-fase en de kleuterfase.
Het boek dat wordt voorgelezen is een prentenboek. Het is een interactief prentenboek. De kinderen
kunnen hier over praten en tijdens het verhaal op dingen reageren.
Daarnaast heb ik de theorie uit het boek ontwikkelingspsychologie. Het gaat over de auditieve
ontwikkeling van kleuters. Om hier naar te kijken, kijk je naar twee onderdelen namelijk het onthouden
en toepassen en het klankbewustzijn. Het geheugen speelt hierbij een belangrijke rol.
Het onthouden en toepassen zal hoe ouder de kinderen worden steeds gemakkelijker gaan. In het begin
is vaak een opdracht onthouden en toepassen al best moeilijk.
Daarnaast hebben we ook nog het klankbewustzijn. Hierbij moeten kleuters vaardigheid ontwikkelen om
aandacht op klankstructuur van woorden te richten. Als ze een woord horen kunnen ze hier vaak een
betekenisaspect aan koppelen. Maar ze moeten juist leren afzien van deze betekenis en juist op de losse
klanken gaan letten. Hoe ouder ze worden hoe beter ze dit kunnen.
Beoordeling kinderboek

Naam en schrijver van boek: Petr Horáček


Naam van student die beoordeling schrijft: Suze Bax

Criterium Hoe zie jij dat terug in het boek? Bespreek en


geef voorbeelden.
Het verhaal moet aansluiten bij de Ik zie dit terug in het boek doordat we in het
belevingswereld van de kinderen thema herfst zitten. De muis zoekt een holletje.
(identificatie, herkenbare onderwerpen) Daarnaast gaat het over je eigen plekje. Voor de
kinderen dus hun eigen kamer. Daarnaast spreken
prentenboeken kleuters vaak aan. Door de platen
en de niet te lange teksten.
Het verhaal moet uitnodigen tot Ik zie dit terug in het boek doordat de muis
meedenken, -voelen en -beleven. Het steeds een nieuwe huisje zoekt, omdat hij en zijn
moet zo zijn opgebouwd dat de luisteraar appel er niet in passen. Het blijft spannend
nieuwsgierig blijft naar wat er verder zal doordat de kinderen niet weten wie er nu weer in
gebeuren. het hol woont waar muis aankomt. Daarnaast
moet de appel er ook inpassen en de kinderen
kunnen doormiddel van het gat dat steeds in het
boek zit inschatten of dat gaat of niet. Hierdoor
kunnen de kinderen meedenken en beleven.
De taal van het boek is goed afgestemd Ik zie dit terug in het boek doordat er steeds maar
op de doelgroep. Belangrijk is vooral dat kleine stukjes tekst met niet al te lange zinnen in
de tekst goed in het gehoor moet liggen: staan. Het boek herhaald vaak ook ongeveer
niet te lange en ingewikkelde zinnen, dezelfde stukjes tekst. Bijvoorbeeld ‘Hallo mol’,
maar ook niet te korte zinnen. zei kleine muis. ’Ik ben op zoek naar een groter
huis voor mij en mijn appel.
Vervolgens staat er twee pagina’s verder: ‘Hallo
konijn’, zei kleine muis. ’Ik ben op zoek naar een
groter huis voor mij en mijn appel.
De doelgroep is kleuters. Kleuters kunnen nog
niet zelf lezen en zouden de zinnen te lang zijn
en zou er teveel tekst staan, verliezen de kinderen
hun concentratie. Dat is bij dit boek niet het
geval.
Er moet variatie zijn in woordgebruik, Het boek bevat verschillende klanknabootsingen,
klankrijk taalgebruik, grappige woorden zoals hmm en hè hè. Het bevat niet echt grappige
en klanknabootsingen. woorden of klankrijk taalgebruik.
Het taalgebruik moet beeldrijk zijn, Ik zie dit terug doordat het boek duidelijk
zodat kinderen zich een voorstelling beschrijft wat er gebeurt bijvoorbeeld ‘Ik neem
kunnen maken van wat er voorgelezen nog een hapje van de appel,’ zei ze tegen zichzelf.
wordt Toen zag ze een holletje dat net iets groter was
dan het holletje van mol. Het boek beschrijft ook
precies wat muis ziet in het holletje, zoals ‘Mijn
huis ligt helemaal vol met slablaadjes. Er is niet
genoeg plaats voor jou en mij, mijn slablaadjes
en jouw appel.’
Het verhaal moet een duidelijke Ik zie dit terug in het boek doordat de muis in het
structuur hebben; de gebeurtenissen begin van het verhaal een hele appel vindt die hij
moet elkaar logisch opvolgen. in zijn holletje wil doen, maar dit past niet. Hij
gaat op zoek naar een nieuw holletje.
Terwijl hij aan het zoeken is, eet hij steeds een
beetje van de appel, waardoor aan het einde van
het verhaal de appel bijna op is en dus wel in zijn
eigen huisje past. Oftewel de gebeurtenissen
volgen elkaar logisch op want de appel wordt
steeds kleiner.
Het boek moet voldoende nieuwe Het boek bevat zeker veel nieuwe woorden voor
woorden bevatten die functioneel zijn de kinderen, zoals grommen, precies, holletje,
voor de kinderen. languit en nog veel meer woorden.
Deze woorden zijn ook functioneel voor de
kinderen.
Het kinderboek moet mogelijkheden Dit boek biedt zeker vervolgactiviteiten je kan de
bieden voor vervolgactiviteiten. Het kan kinderen bijvoorbeeld een holletje voor de muis
functioneren als anker voor een reeks laten maken. Hiermee laat je de kinderen zien dat
betekenisvolle activiteiten. muizen ook in een huis wonen en aangezien je in
het thema herfst zit kan je ze hiermee leren dat ze
een winterslaap houden in een hol. Daarnaast zijn
er ook muizen die een voedselvoorraad
aanleggen. De muis doet dat ook in dit verhaal
doormiddel van de appel. Je zou met de kinderen
naar het bos kunnen gaan om ze daar allerlei
voedsel te laten zoeken voor muizen.
Het verhaal moet aansluiten bij de De leeftijd van de kinderen zit tussen de 4 en 6
leesfase waar het kind op dat moment in jaar. De kinderen zitten dus in de piet de
zit. smeerpoets fase ook wel kleuterfase genoemd.
Zitten in leesfase 0 het pseudolezen. Ze kunnen
dit dus nog niet zelf lezen, maar als het
voorgelezen is kunnen de kinderen bij dit boek
doormiddel van de platen het verhaal wel aan
zichzelf voorlezen.

Conclusie: Het boek Kleine muis zoekt een huis is geschikt, omdat het boek binnen de
belevingswereld van de kinderen past. De kinderen leren veel nieuwe woorden en er zitten
verschillende klanknabootsingen in. Bij dit boek zijn ook genoeg activiteiten te bedenken
waarvan de kinderen ook weer iets van kunnen leren. Het boek is chronologisch opgebouwd
en de kinderen kunnen meedenken en meebeleven. Oftewel het boek is geschikt voor de
doelgroep.
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Inleiding Wat weten de kinderen al van het We zitten in de kring. Ik heb het voorleesboek voor me. Ik ga aan de kinderen vragen waar zij denken dat het boek
5 min boek? over zal gaan. De kinderen raken betrokken bij het boek doordat ik vragen aan de kinderen ga stellen. Hierdoor
worden ze hoogstwaarschijnlijk nieuwsgierig naar het verhaal.

Kern Het voorlezen van het boek We zitten nog steeds in de kring opstelling. Ik ga het boek voorlezen en de tekeningen die bij het verhaal horen laten
10 min zien. Als het goed is zijn de kinderen betrokken bij het boek, omdat zij nog een grote belevingswereld hebben en ze
prentenboeken dus vaak heel boeiend vinden.

Afsluiting Platen We gaan het verhaal afsluiten door samen de platen uit het boek op de goede volgorde te leggen.
10 min Ik heb hiervoor de grootte platen uit het boek nodig.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


Ik vond dat ik de klas erg betrokken had bij het verhaal. Ze luisterden allemaal aandacht en soms
reageerden ze op wat er gebeurden in het verhaal.
Daarnaast vond ik dat het op chronologische volgorde leggen van de platen goed ging. Ik had goede
leiding waardoor de kinderen precies wisten wat ze moesten doen. Ik gaf ook de kinderen die juist vrijs til
waren en hun vinger niet opstaken de beurt.
Ik vond soms dat de kinderen naar mijn idee wat onrustig waren doordat ze door het verhaal heen
gingen roepen. Ik zou ze hier wat meer op mogen corrigeren.
Sommige kinderen gingen soms ook opstaan om de platen wat beter te zien. Ik zou hiervoor de volgende
keer de kinderen in een net iets andere opstelling moeten zetten zodat ze het beter kunnen zien.
Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:
Het lesdoel is behaald. De kinderen hebben met aandacht naar het verhaal kunnen luisteren. Daarna heb
ze met elkaar de platen op de goede volgorde gelegd en wist een kind het niet dan hielp een andere
kindje uit de klas hem/haar.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:


De kinderen waren zeker betrokken. Ze reageerde op het boek en ze konden daarna ook met gemak de
platen goed neerleggen. Als ze niet betrokken waren geweest bij het verhaal hadden ze naar mijn idee
ook niet de platen goed kunnen neerleggen.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Mijn vaste mentor was er deze dag niet. De leerkracht die er ook 1x in de week is was er deze dag. Zij
had mij nog nooit les zien geven.
Zij vond dat ik het voor een eerste jaars prima deed. Het voorlees tempo lag soms inderdaad wat hoog.
En voor sommige kinderen was de kring misschien iets te lang, waardoor ze hun aandacht een beetje
verloren.
Daarnaast is mijn stagebegeleider ook geweest en die had ook wat dingen opgeschreven.
Je hebt een uitnodigende manier van voorlezen. Daarnaast zocht je ook de interactie met de
leerlingen. De kinderen gaven ook interactie terug tijdens het voorlezen. Het is goed om te zien dat je
van het boek loskomt. Het tempo van het voorlezen ligt daarentegen wel hoog.
Tijdens het op volgorde leggen van de platen leidt je dit proces op een plezierige manier en je merkt
dat de kinderen betrokken zijn en graag mee willen doen. Daarnaast is het ook goed om te zien dat je
ze corrigerend aanspreekt. Je wilt duidelijk de kinderen een succeservaring laten ervaren.

Ik ben blij met de tips die ik heb gekregen. Ik vond het jammer dat de leerkracht zelf wat weinig
feedback gaf. Ik ben daarom blij dat ik van mijn stagebegeleider juist heel veel feedback heb gekregen.
Wat betreft het voorlees tempo merk ik dat zelf niet zo erg, maar hoor ik dat vaker terug dus ik ga hier
zeker aan werken. Daarnaast had ik een ander idee bij de luisterhouding van de kinderen. Hier heb ik
het met mijn stagbegeleider over gehad en ben zo ook tot een nieuw aandachtspunt gekomen voor
mijn stageplan, namelijk luisterhouding van kinderen.

You might also like