Agrarisch: alles wat te maken heeft met het boerenleven.
Cultuur: het denken en doen van een bepaalde bevolkingsgroep.
Jagers-verzamelaars: de mensen in de prehistorie die op dieren
jaagden (mannen) en besjes en nootjes verzamelden (vrouwen/kinderen). De jagers en verzamelaars reisden hun voedsel achterna.
Landbouwsamenleving: In de tijd van jagers en verzamelaars zijn de
mensen begonnen met jagen en verzamelen. De mensen trokken door het land om genoeg eten te vinden. Zo hebben de mensen het overleefd. De mannen jaagden en de vrouwen verzamelden en letten op de kinderen. Daarna zijn de mensen op een vaste plek gaan wonen en toen ontstond er de landbouw. Planten en dieren werden gefokt en geteeld. De landbouw is dus een samenleving waarin alle mensen zich bezig houden met de landbouw. Afbeeldingen
Agrarisch: Op dit plaatje zie je een tractor met een omploegmachine. De
afbeelding heeft te maken met het woord agrarisch, omdat het te maken heeft met het boerenleven. De tractor ontstond aan het eind van de 19de eeuw. Toen werd de tractor nog aangedreven door stoommachines. Deze tractor wordt aangedreven door een verbrandingsmotor (dieselmotor) en dat is uitgevonden aan het begin van de 20ste eeuw.
Cultuur: Deze afbeelding van vuurwerk hoort bij de Nederlandse cultuur.
Het is in Nederland traditie om met de overgang van oudjaar naar nieuwjaar vuurwerk af te steken. Jagers-verzamelaars: Op deze afbeelding zijn jagers te zien die op een kudde buffels aan het jagen zijn. Ze gebruikten zelfgemaakte speren van hout en ijzer. Deze afbeelding laat een groep jagers zien in de tijd van de prehistorie.
Landbouwsamenleving: Deze afbeelding laat een landbouwsamenleving
zien. Er worden dieren gehouden en er worden gewassen op het land verbouwd. De vrouwen zijn hier bezig met het maken van aardewerken potten. De mannen zorgen voor het vee en bewerken het land. Vanaf 8000 voor Christus gingen mensen aan landbouw en veeteelt doen. Kenmerkende aspecten
1. De levenswijze van jagers-verzamelaars
De jagers en verzamelaars leefden in kleine groepen. Ze trokken rond, sliepen in tenten en stopten ergens om te gaan jagen en voedsel te zoeken. Als er geen dieren, vruchten en fruit meer waren, reisden ze naar een ander gebied. Ze reisden hun voedsel achterna. Ze gebruikten eenvoudig gereedschap zoals vuistbijlen. Dit gereedschap werd gemaakt van hout, steen of botten.
2. Het ontstaan van de landbouw en landbouwsamenleving
De jagers en verzamelaars werden na lange tijd boeren. De manier van leven veranderde. De boeren hielden kuddes schapen, geiten, varkens en koeien. Ook verbouwden ze hun eigen granen en peulvruchten. Aardewerk werd gebruikt om voedselvoorraden voor de wintermaanden in te bewaren en om in te koken. Linnen en wol waren nieuwe materialen waar kleding van werd gemaakt. Omdat de boeren hun eigen vee hadden en hun eigen gewassen op de akkers rond de boerderij verbouwden, hoefden ze niet rond te trekken zoals de jagers-verzamelaars. De boeren bouwden stevige huizen en leefden op dezelfde plek. Bij de landbouwsamenleving gingen de boeren samenwerken als ze bijvoorbeeld een slechte oogst hadden. En dat betekent landbouwsamenleving.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Zodra de landbouw voldoende opbracht, konden sommigen zich specialiseren in handel, ambacht of bestuur en godsdienst. Zij vestigden zich in ommuurde nederzettingen. Door de landbouwsamenlevingen ontstaan ook sociale verschillen (door specialisatie van werk). Er ontstond een laag van geestelijken en bestuurders. Omstreeks 3000 v. Christus leven de meeste mensen in een landbouwsamenleving. Chronologische volgorde
Tot 7 000 voor Christus
De tijd van de jagers en verzamelaars. Mensen reisden hun voedsel achterna.
7 000 voor Christus
Akkerbouw en veeteelt werden voor het eerst bedreven. Landbouwers ontdekten metalen die bij hoge temperaturen smolten: koper en tin.
Van 7 000 voor Christus tot 3 000 voor Christus
In deze periode vond in Europa de overgang plaats van jagen en verzamelen naar landbouw.
2 500 voor Christus
In het Midden-Oosten werd ontdekt dat koper en tin samen een beter metaal opleveren: brons.
1 500 voor Christus
Er werd een harder metaal ontdekt en gebruikt: ijzer.