Professional Documents
Culture Documents
Portfolio tc3
Portfolio tc3
In het kort
Tijdens mijn stage die ik heb gelopen voor de cursus Trainer Coach 3 heb ik ontzettend veel
geleerd van topcoach Guido van Weeren. Ik heb een super leuk team training kunnen geven
en met al mijn opgedane kennis vanuit de cursus heb ik het onderbouw team van RTC Noord
Atletiek kunnen helpen met onder andere het ontwikkelen van motorische vaardigheden.
Fledderus A, Annet
a.fledderus@st.hanze.nl 375534
INLEIDING
Tijdens de Trainer/ Coach cursus in jaar 2, geef ik training bij de ouderbouw van het RTC Noord Atletiek in
Groningen. Voor deze cursus dien ik minimaal 60 uur training te geven bij een vereniging. De trainer bij wie ik
meeloop tijdens deze stage is Guido van Weeren. Guido is naast zijn baan als coach bij het RTC ook werkzaam
als docent op het Alfa College.
Naast het feit dat Guido talentvolle atleten begeleidt, is hij zelf vroeger ook topatleet geweest. Zijn
specialisaties lagen vooral bij de 400m en 800m. Guido is dan ook hoofdtrainer bij de Mila-atleten van de
bovenbouw bij het RTC.
De trainingen die ik bij het RTC meeloop/ geef worden in dit portfolio verder uitgewerkt en toegelicht.
Naast de stage die je dient te lopen tijdens de cursus, wordt er elke vrijdag een les van ±4 uur gegeven door
Sierd Wijnalda. De opdrachten die de cursisten hiervoor maken zullen in dit portfolio worden toegevoegd.
Annet Fledderus
1
375534 Sportkunde 2H
INHOUDSOPGAVE
Inleiding................................................................................................................................................................... 1
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 2
Hoofdstuk 1 Cursus opdrachten.............................................................................................................................. 3
Zelfscan ............................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2 Beginsituatie sporters LTAD model .................................................................................................... 6
Hoofdstuk 3 Sportprestatie profiel ......................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 4 Persoonlijke ontwikkeling, paspoort ................................................................................................ 11
Hoofdstuk 5 Persoonlijke ontwikkeling leervragen .............................................................................................. 12
Hoofdstuk 6 Jaarplanning ontwerpen ................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 7 8-weeks interventie trainingset ........................................................................................................ 16
Hoofdstuk 8 De mentale coach ............................................................................................................................. 23
Hoofdstuk 9 Meten is weten ................................................................................................................................. 25
10 meter staande start 6 december 2018 .................................................................................................... 25
10 meter staande start 3 januari 2019 ......................................................................................................... 26
Hoofdstuk 10 Motorisch leren .............................................................................................................................. 27
Hoofdstuk 11 Teamanalyse ................................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 12 Uitgewerkte trainingen/ wedstrijden ............................................................................................. 34
Overzicht gegeven trainingen ........................................................................................................................... 34
Training 11-10-2018.......................................................................................................................................... 35
Training 18-10-2018.......................................................................................................................................... 36
Wedstrijd AVD cross 27-10-2018 ...................................................................................................................... 37
Coaching wedstrijd ....................................................................................................................................... 37
Training 1-11-2018............................................................................................................................................ 40
Training 8-11-2018............................................................................................................................................ 41
Training 22-11-2018.......................................................................................................................................... 42
Training 29-11-2018.......................................................................................................................................... 43
Training 6-12-2018............................................................................................................................................ 45
Training 13-12-2018.......................................................................................................................................... 48
Circuittraining 24-1-2019 .................................................................................................................................. 49
Training 14-2-2017............................................................................................................................................ 50
Hoofdstuk 13 Evaluatie ......................................................................................................................................... 52
Evaluatie van de sporters ................................................................................................................................. 52
Een kritische reflectie ....................................................................................................................................... 53
Beoordeling praktijkbegeleider ........................................................................................................................ 54
Bronvermelding..................................................................................................................................................... 55
Bijlage 1 filmmateriaal .......................................................................................................................................... 56
Annet Fledderus
2
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 1 CURSUS OPDRACHTEN
ZELFSCAN
Annet Fledderus
3
375534 Sportkunde 2H
3.2 Coachen bij wedstrijden
3.2.1 Begeleidt sporters bij wedstrijden. Dit kan ik niet beetje redelijk
Ik vraag feedback X
Ik kom afspraken na
Ik coach positief X
Ik geef aan de sporters na de wedstrijd aan wat goed ging en beter kan
Ik handel wedstrijdformaliteiten af X
3.3.1 Begeleidt sporters bij activiteiten. Dit kan ik niet beetje redelijk goed
Annet Fledderus
4
375534 Sportkunde 2H
3.4 Aansturen van sportkader
Ik geef het assisterend kader opdrachten die bij hun taak passen. X
Ik bespreek met het assisterend kader wat er goed ging en wat de verbeterpunten zijn. X
Ik analyseer het handelen van het assisterend kader en neem op basis hiervan adequate maatregelen. X
Ik houd toezicht op de wijze van begeleiden van sporters door assisterend sportkader. X
Ik vraag feedback. X
Ik zorg dat alle betrokkenen weten wat er van hen wordt verwacht. X
Ik vraag feedback. X
Annet Fledderus
5
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 2 BEGINSITUATIE SPORTERS LTAD MODEL
De doelgroep waaraan training wordt gegeven zijn atleten tussen de 9-12 jaar. Dit betekent dat ze in de fase
zitten om te leren trainen. Het is belangrijk om hierbij rekening te houden met de manier waarop training
wordt gegeven. De benadering en inhoud van de training moet worden aangepast op de leeftijd van de
doelgroep.
De benadering
Als trainer is het belangrijk om in te spelen op de fase waarin de atleten zich bevinden. De benaderin is bij een
jonge doelgroep anders dan bij een oudere doelgroep. Belangrijk is dat de groep positief benaderd wordt en
dat er veel gebruik wordt gemaakt van voorbeelden. Daarnaast moet er corrigerend worden opgetreden bij
ongewenst gedrag en dat alle atleten gelijkwaardig behandeld worden.
Annet Fledderus
6
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 3 SPORTPRESTATIE PROFIEL
Fysiek
(*MAAK een keuze welke echt essentieel zijn voor jouw sport, jouw sporters/team)
Doordat de groep die ik training geef zowel MILA atleten als explosieve atleten zijn, zijn alle eigenschappen van
toepassing. De groepen trainen namelijk 1 keer per week samen om ontwikkeling op sociaal en motorisch
gebied te stimuleren.
Kracht
- Krachtuithoudingsvermogen
- Snelkracht
- Explosieve kracht
- Hypertrofie
- Maximale/absolute kracht
- Reactiesnelheid
- Snelheid van voortbewegen
o Versnellingsvermogen
o Maximale snelheid
o Uithoudingsvermogen in snelheid
- Handelingssnelheid
o Versnellingsvermogen met lichte weerstand
o Versnellingsvermogen met zware weerstand
Annet Fledderus
7
375534 Sportkunde 2H
Uithoudingsvermogen (welk energiesysteem is dominant?)
- Duurtraining
- Extensieve intervaltraining
- Intensieve intervaltraining
- Herhalingstraining
- Snelheid uithoudingsvermogentraining
Lenigheid
Coördinatie
Om een beweging juist gecoördineerd uit te voeren moet er veel geoefend worden met deze beweging.
Grofweg zijn er 3 fases te benoemen:
Annet Fledderus
8
375534 Sportkunde 2H
Het ritmisch vermogen Rhythmusfähigkeit Ritmisch vermogen Ritme en tempogevoel bij
ingewikkelde
bewegingsstructuren
Het evenwichtsvermogen Gleichgewichtsfähigkeit Evenwichtsvermogen Dynamisch
evenwichtsgevoel
Het koppelingsvermogen Koppellingsvermogen Motorisch
koppelingsvermogen
Het Aanpassingsvermogen Motorisch differentiatievermogen???
aanpassingsvermogen
Gevoelige perioden:
1. Koppelingsvermogen
2. Differentatievermogen
3. Ritmisch vermogen
4. Oriëntatievermogen
5. Reactievermogen
6. Aanpassingsvermogen
7. Evenwichtsvermogen
8. Hardlopen
Annet Fledderus
9
375534 Sportkunde 2H
9. Springen
10. Stoten
Uitvoering
De bewegingen zijn goed uitgevoerd, wanneer er rekening wordt gehouden met de verschillende soorten
vermogen. Zo moet er van te voren aangegeven zijn waar de focus op wordt gelegd. Als er een sprongbeweging
gemaakt moet worden en er wordt gericht op het optrekken van de tenen. Is de beweging goed uitgevoerd
wanneer iedereen de tenen optrekt.
De belangrijkste essentie is dat alle atleten weten waar ze op moeten letten. Voor de beweging moet exact
duidelijk zijn wat er moet gebeuren. Een beweging hoeft niet op alle vlakken goed uitgevoerd te worden, als er
maar duidelijk is waar de atleten zich op moeten focussen.
Wat kunnen de sporters die tot de top behoren beter dan de rest?
De atleten die ik train behoren tot de top van hun leeftijdscategorie. Zij beheren de algemene eigenschappen
naar mijn mening beter dan andere atleten. Doordat ze veel algemeen trainen en niet te veel specifiek trainen
zijn ze motorisch sterker dan andere atleten.
Annet Fledderus
10
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 4 PERSOONLIJKE ONTWIKKELING, PASPOORT
ANNET FLEDDERUS
SPORTKUNDE STUDENT JAAR 2
HARDLOOPSTER
E → ACTIEGERICHT, UITBUNDIG DOELSTELLING:
MINDSET: Werk toe naar een doel. Wees toekomstgericht. Geloof in wat je10!!
wilt bereiken. Denk in oplossingen,
niet in problemen. Pijn is maar voor even, een overwinning blijft voor altijd.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 11
HOOFDSTUK 5 PERSOONLIJKE ONTWIKKELING LEERVRAGEN
Aandachtspunten
- Positief coachen
- Variërend trainen
- Uitdagende oefeningen
- Persoonlijk contact/ evalueren
Aan de hand van feedback en mijn aandachtspunten heb ik onderstaande leervragen geformuleerd.
Leervragen (SMART)
1. Op welke manier kan ik binnen een half jaar positief leren te coachen, waardoor mijn atleten
gemotiveerder de training in gaan?
2. Hoe kan ik zorgen voor variatie in een training, waarbij meerdere trainingseigenschappen aan bod
komen?
3. Hoe kan ik een training uitdagend maken door oefeningen toe te voegen of aan te passen?
4. Hoe pak ik een evaluatie aan en hoe vaak moet ik een training of oefening evalueren?
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 12
HOOFDSTUK 6 JAARPLANNING ONTWERPEN
Focuspunten:
(Loop)techniek Zoals VP1, gericht op ritme/frequentie, maar ook whicket
drills, hordes, etc.
Kracht algemeen Polymetrie in de vorm van loopsprongen, jumping squats,
etc. Maar ook reactiviteitvormen op banken, alle vormen
gericht op de omvang en technische landing
Technisch Meer toewerken naar wedstrijdvormen met oog op indoor
Duurvermogen Zoals VP1, meer toewerkend naar wedstrijd specifiek
duurvermogen, langer inlopen (naar bos), 150-300m
Snelheid Korte sprints (a-lactisch en lactisch), snelheidswerk d.m.v.
heuveltrainingen (omhoog)
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 13
Wedstrijdperiode 1 Week 2-8 7 jan - 14 febr.
locatie Atletiekbaan
Indoor/cross wedstrijdperiode
kort toewerken naar NK-junioren/CD-spelen, d.m.v. wat wedstrijd specifieke trainingen met behoud van het
karakter van de wintertraining. Piek ligt op outdoor seizoen.
Deze periode ook gebruiken om mentale, tactische aspecten te 'testen' en/of juist zwakke plekken te
achterhalen met oog op WP2.
Focuspunten:
(Loop)techniek Gericht op reactiviteit en wedstrijdonderdeel
Kracht specifiek Polymetrie gericht op explosiviteit.
Technisch Wedstrijd eindvormen. wedstrijd simuleren qua herhalingen,
wissels tussen onderdelen, etc.
Duurvermogen Wedstrijd specifiek duurvermogen
Snelheid Wedstrijd specifieke snelheidstrainingen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 14
Wedstrijdperiode 2 Week
Wedstrijdperiode 2, toewerken naar piek op NK-junioren voor AB-jeugd en goede C-jeugd.
CD-jeugd vooral in deze WP2 mooie resultaten neerzetten en kijken of NK-junioren haalbaar is.
intensiteit omhoog, omvang omlaag. Laatste weken voor belangrijke piek taperen.
Focuspunten:
mobiliteit Eigen verantwoordelijkheid. Er wordt geen aandacht meer
aan besteed in de trainingen
(Loop)techniek Gericht op reactiviteit, bij technische onderdelen veel op
techniek werken
Kracht Geen accent op kracht
Technisch Zoals WP1
Duurvermogen Wedstrijd specifiek duurvermogen
Snelheid Wedstrijd specifieke snelheidstrainingen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 15
HOOFDSTUK 7 8-WEEKS INTERVENTIE TRAININGSET
Microcycli:
Week 1:
Doel: kort grondcontact voorvoet
Belastbaarheid De atleten doen allemaal aan topsport. Ze zitten qua trainingen en belastbaarheid redelijk op hetzelfde niveau.
Omdat de groep Ogedeeld is uit een mila team en een sprintteam zit er wel een verschil in kracht en snelheid
Wat kunnen ze / wat
kunnen ze niet?
Veiligheid Ik heb speciale aandacht voor blessure preventie. Ik hou rekening met het verschil in kracht en zorg ook dat ik
mijn atleten goed in de gaten houd. Een goede warming up is belangrijk
Ik heb speciale
aandacht voor. Doordat de atleten veel trainen zullen de oefeningen niet nieuw voor ze zijn.
Bij deze training richt ik me puur op het verbeteren van de looptechnieck. Een belangrijk onderdeel hiervan is loopscholing.
Wat wil ik deze
Wanneer de atleten de oefeningen goed uitvoeren, kan dit vervolgens vertaalt worden naar de hardlooptechnieck.
training bereiken?
Geef één of meerdere
accent(en) aan!
Voet actief houden en focus op grondcontact voorvoet.
Persoonlijk
Mijn persoonlijke leerdoel wordt vooral gericht op het zien van details. Elke kleine aanpassing moet gegeven kunnen worden.
leerdoel
Loopscholing wordt namelijk vaak onderschat en hier moet een professionele looptrainer veel aandacht aan kunnen geven.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 16
Waar leg je zelf het
accent op t.a.v. je
eigen handelen?
● Intensiteit (% Hfmax) De intensiteit van de training zal ongeveer variëren van 50%-70% van Hfmax
Fysieke belasting
◼ Losmakende oefeningen
◼ Rug - Ontspannen en op lage hartslag
Tijd: - Rekken mag wat vervelend voelen, maar
◼ Enkels
moet niet te veel pijn doen
15 ◼ Schouders Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼ Rekken benen, liezen, hamstrings ◼ 10 matjes
etc.
min
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 17
◼ Teenstrek sprongetjes laag Totaal materiaal en hulpmiddelen: Differentiatiemogelijkheid:
20 ◼ Teenstrek sprongetjes hoog ◼ 4 pylonnen
◼ nvt
◼ Kikkersprongen ◼ = Atleten
min
◼ Loopsprongen
◼ Technische versnelling
min
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 18
Les- Bewegingsvormen Organisatie
deel Wat ga ik doen? Hoe regel ik het?
Voor het teamgevoel en voor de
fun: rond de tafel met een
skippybal.
Afsluitend spel
20
= mat
min
= skippybal
Week 2:
Doel: knie-inzet na vermoeidheid
Planning:
1. Warming up met mini hordes die ervoor zorgen dat de knieën spits blijven
2. De grondcontact en het voetenwerk uit de vorige training worden hierin meegenomen
3. Met grote hordes oefeningen doen, waarbij het ritme opgevoerd wordt, maar de focus ligt op de
knieën
4. Versnellingen doen uit loopsprongen
5. Versnellingen uit kniehef
6. Versnellingen uit gestrekte benen loop
7. Versnellingen uit trippling, kniehef laag, kniehef hoog
8. Evalueren:
Tops: goede aanwijzingen, logische indeling van de training.
Tips: Feedback geven aan de hele groep aan niet aan alleen een individu
Week 3:
Doel: verbeteren ritmegevoel
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 19
1 De feedback geven aan de hele groep en niet aan een individu
Planning:
1. Warming up met ladder
2. Gooien met een tennisbal terwijl de ladder wordt uitgevoerd op verschillende methodes, zodat de
coördinatie verbetert
3. Ladder steeds moeilijker maken
4. Loopscholing gericht op snelheid van het voetenwerk
5. Werken met kleine pylonnetjes. Steeds verder uit elkaar zetten, waardoor er versnelt wordt door de
pylonnen heen
6. Knieën tijdens alle oefeningen spits houden en de voet actief
7. Evalueren:
Tops: leuke afwisseling door te werken met een tennisbal en verschillende attributen
Tips: Niet te druk worden tijdens de uitleg. Houd het rustig en duidelijk
Week 4:
Doel: acceleratie met knie inzet, ritme en grondcontact
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Niet zelf te druk worden tijdens de uitleg. Rustig blijven training geven ander wordt de groep ook druk
Planning:
1. Werken met langere afstanden
2. Loopscholing breed en simpel houden
3. Verschillende oefeningen en tips uit de vorige trainingen er in terug laten komen
4. Opnieuw de hoedjes gebruiken om te herhalen wat hiervoor is gedaan.
5. De focus leggen op zowel de knie, het ritme als het grondcontact
6. Testen in langere afstanden: 10 x 100 meter vliegend met pauze terugwandelen
7. Eerste stuk van de 100 meter kleine hoedjes neerleggen, waardoor de atleten gedwongen worden om
snelle korte passen te nemen
8. Evalueren:
Tops: goede overgang van de hoedjes naar de 10x 100 meter
Tips: de groep bij elkaar roepen voor de uitleg en niet al beginnen met de uitleg terwijl de groep nog niet
compleet is. Dit zorgt voor onrust en onduidelijkheden
Week 5
Doel: Arm inzet gepaard met knie inzet
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 De groep eerst bij elkaar roepen voor uitleg
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 20
Planning:
1. Warming up algemeen met vooral losmakende oefeningen
2. Tijdens de warming up wat korte krachtoefeningen doen met dynabands ter versterking van buik,
heup, bovenbenen, core etc. En ter activatie van de benen
3. In de warming up competitie toevoegen door krachtoefeningen op snelheid uit te voeren
4. Gebruik maken van de medicinebal: Gooien vanuit squat, zijkanten, achterstevoren
5. Ladder: oefeningen, waarbij de focus ligt op het meewerken van de armen. Het gaat om snelheid en
voetenwerk, maar vandaag ligt de focus op de werking van de armen. Door de armen snel mee te
laten werken, zullen de benen ook versnellen
6. Testen vanuit startblok. Korte sprintjes vanuit startblok. Vooral de eerste passen zijn de armen erg
belangrijk
7. Evalueren:
Tops: door de activatie in de warming up sta je gelijk op scherp
Tips: meer gebruik maken van voorbeelden tijdens de uitleg. Bijvoorbeeld met behulp van video’s of foto’s
Week 6
Doel: snelheid creëren uit oefeningen
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Meer gebruik maken van voorbeelden tijdens de uitleg
Planning:
1. Tijdens de warming up vooral richten op kracht, zoals sprongen
2. Vervolgens overgaan naar versnellingen
3. De versnellingen uitbreiden om vanuit een oefening een versnelling te doen
4. Bijvoorbeeld: 6 loopsprongen en daarna versnellen. Dit doe je door alle voorgaande focuspunten
samen te voegen. Armen versnellen, knieën spits houden, voeten actief en frequentie opvoeren
5. Versnellingen uitbreiden door 3 x 4 x 60 meter op technieck, waarbij alle focuspunten als even
belangrijk worden beschouwd
6. Eindigen met een 200 meter op snelheid
7. Evalueren:
Tops: mooie overgang en leuk om te testen hoe de snelheid zich verbetert
Tips: van te voren aangeven wat het doel van de training is
Week 7
Doel: eerste pas groot en sterk (vanuit staande start)
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Het doel van de training van te voren bespreken
Planning:
1. Bespreken wat er tijdens de training gedaan wordt en waar aan gewerkt gaat worden
2. De warming up explosief en gebaseerd op kracht
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 21
3. Werken met dynabands en sprongoefeningen
4. Eenbenige sprongoefeningen
5. Korte sprints met sleep
6. Afsluiten met 1 korte sprint met sleep met iets meer gewicht
7. Ten slotte een 150 meter max uit startblok
8. Evalueren:
Tops: warming up en kern sluiten op elkaar aan
Tips: meer gebruik maken van de ruimte en de groep opslplitsen, zodat er meer individueel aandacht gegeven
kan worden aan de atleten
Week 8
Doel: eerste pas sterk → acceleratie
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Meer gebruik maken van de complete ruimte en de groep opdelen in kleinere groepen
Planning:
1. Warming up gericht op acceleratie, dus veel versnellingen tijdens de loopscholing
2. Klein beginnen en steeds meer uitbreiden qua explosiviteit en snelheid
3. Opnieuw accelereren uit oefeningen
4. Terwijl een groep bezig is met oefeningen en horden gaat de andere helft van de groep corestabiliteit
doen met medicinebal en dynabands onder leiding van coach Guido van Weeren
5. In tweetallen met elastiek versnellingen maken en oefeningen uitvoeren, waarbij gericht wordt op
explosiviteit en kracht. Bijvoorbeeld sprongen, uitvalspassen, kniehef
6. Kern: starblokken. In tweetallen afwisselen. 4 x 20 meter vanuit startblok. Eerste pas explosief en sterk
7. Afsluiten met 6 x 100 staande start. Hard versnellen en op souplesse en gemak de laatste meters
doormaken met als motto: Run your force, don’t force your run
8. Evalueren:
Tops: Gebruik gemaakt van eerder gegeven feedback. Logische indeling van de training en er is vooruitgang
bemerkt bij de verbeterpunten. Tijdens de test is dan ook gebleken dat de snelheid vooruit is gegaan
Eindevaluatie:
Doordat de atleten gemotiveerd en gedreven zijn is het leuk om te zien dat ik niet de enige ben die hun
snelheid wil verbeteren, maar de atleten zelf ook alles willen doen om hun snelheid te verbeteren. De atleten
zitten in een fase, waarin ze erg druk zijn, maar gelukkig ook erg actief. Dit zorgt ervoor dat ze precies doen wat
ik wil dat ze doen. Ik merk dat ze vertrouwen hebben in mijn trainingen. Elke training is een apart doel
opgesteld, waardoor de atleten steeds kleine dingen aanpassen in hun looptechniek. Uiteindelijk moesten al
deze subdoelstellingen ervoor zorgen dat het grote doel gehaald werd. Gelukkig heeft dit goed uitgepakt en is
de snelheid van bijna alle atleten verbetert. Natuurlijk ben ik als coach hier erg blij mee, maar ook aan de
atleten heb ik gemerkt dat zij hier tevreden op terugkijken. Voor mij was het erg belangrijk dat ik de trainingen
zo op zou bouwen dat de atleten heel bleven en dat er in kleine stapjes gewerkt wordt naar het uiteindelijke
doel. De atleten zijn al goed getraind, waardoor veranderingen in kleine stapjes gebeuren. Dit is dan ook gelukt
waar ik met een positief gevoel op terug kan kijken. Voor deze 8-weeks interventie trainingset is een test
uitgevoerd, waarbij de actuele snelheid van de atleten is gemeten. Na deze trainingset is de test herhaalt,
waarna verbetering van de snelheid terug te vinden is. Deze test is te vinden onder het kopje: meten is weten.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 22
HOOFDSTUK 8 DE MENTALE COACH
Tekstuele rapportage
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 24
HOOFDSTUK 9 METEN IS WETEN
Testprotocol
Mijn atleten wil ik graag ontwikkelen op het gebied van snelheid. Dit is zowel voor de explosieve groep als de
MILA atleten een belangrijk onderdeel. Hiervoor heb ik in samenwerking en overleg met de andere coaches de
10 meter staande start ontwikkeld. Het gaat hierbij puur om de eerste paar passen en om het verbeteren van
de eerste paar meters. Het zou mooi zijn als de atleten hier winst kunnen pakken. De atleten hebben te maken
met een strakke planning, maar de coaches waren het ermee eens dat dit een mooie test is en ze zijn benieuwd
hoe de atleten zich hierin ontwikkelen. De atleten hebben zelf ook testweken waarin de explosieve atleten
bijvoorbeeld een 100m max doen en de MILA atleten bijvoorbeeld een zoladz test. Deze test is dus compleet
anders. Voor de 10 meter staande start is meetmateriaal nodig waar ik gebruik van dien te maken. Guido
beschikt over een ET die ik kan gebruiken tijdens de test.
De test gaat als volgt. Elke atleet krijgt 6 pogingen om 10 meter zo snel mogelijk af te leggen. De eerste 3
pogingen hebben de atleten een aantal minuten rust. De laatste 3 pogingen gaan de atleten voorafgaand aan
de test knie heffen met een elastiek. Zo lopen ze eerst met weerstand en vervolgens leggen ze de test af
zonder weerstand. Ik was benieuwd of dit wellicht zou zorgen voor een positief effect. De 0 meting is
uitgevoerd op 6 december 2018. Vervolgens gaan de atleten weer verder trainen en richt ik me voornamelijk
op het verbeteren van de snelheid. Dit doe ik door me te richten op het grondcontact, de frequentie, de
loopscholing en sprongoefeningen. Als we kijken naar de CLUSK factoren richt ik me dus voornamelijk op
snelheid en kracht. Na 4 weken trainen is de test opnieuw uitgevoerd. Beide resultaten zijn hieronder in
tabellen weergegeven.
Resultaten
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 25
10 METER STAANDE START 3 JANUARI 2019
Conclusie
Uit bovenstaande testresultaten kunnen een hoop conclusies getrokken worden. Allereerst is het voor mij als
coach leuk en interessant om te zien dat 10 van de 11 atleten hun tijd verbeterd hebben. Daarnaast zijn er een
paar andere interessante dingen te zien. Namelijk, voor sommige atleten bevalt de actieve rust beter dan voor
andere atleten. Als ik kijk naar een atleet waarbij de tijd aan het begin goed is en daarna afneemt, bijvoorbeeld
Danique:
Danique 1.81 1.92 1.96 1.96 1.95 1.98 1.81
Zie je dat ze aan het begin goed loopt en dat de tijden langzamer worden. Dit houdt in dat ze waarschijnlijk
vermoeid wordt en dat ze dus alleen aan het begin kan pieken. Danique is een explosieve atleet en heeft dus
moeite met de actieve rust, waarbij ze met weerstand moet knieheffen. Als we naar een MILA atleet kijken zien
we het volgende.
Leroy 2.11 2.12 2.08 2.05 2.11 2.15 2.05
Leroy is een MILA atleet en loopt zijn record na de eerste drie pogingen. Hij zakt daarna wel weer af, maar de
actieve prikkel heeft bij hem wel geholpen.
Wat ik hierbij het belangrijkste vind is dat de aanpak dus per atleet verschillend is en ook een ander effect
heeft op de tijden. Wat wel leuk is om te zien is dat alle atleten zichzelf op snelheid verbeterd hebben en dat
mijn trainingsmethodes dus gewerkt hebben.
Mila atleten
Explosieve atleten
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 26
HOOFDSTUK 10 MOTORISCH LEREN
Doel
Bewegingsbeeld
Bewegingsplan
Uitvoering
Resultaat
3 therorieën motorisch leren
- Engramtheorie
- Schematheorie (aan de hand van regels die worden opgeslagen. Gebruik maken van bekende
bewegingspatronen. Nadenken over een beweging)
Bij alle fases horen verschillende leermethodes en vormen. Als je je in de autonome fase begint, komen er
nieuwe oefeningen bij, waardoor de sporter weer opnieuw in de cognitieve fase belandt.
Het is dus een cirkel. Het bewegingsplan blijft zich aanpassen. In de autonome fase moet de coach vooral
stimuleren. Geen technische aanwijzingen meer geven. Dit is de fase waarin wedstrijden plaatsvinden.
Direct leren (expliciet): letterlijk, exact, verbaal. Focus op het lichaam. Geen zelflerende loop.
- Snel en efficient
- Afleren automatismen
- Verstoord natuurlijk bewegingspatroon
Indirect leren (impliciet): geen letterlijke kennisoverdracht. Zelflerend.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 27
Cognitieve Associatieve
Autonome fase
fase fase
Zelfstandige en
Verbaal-motorische Structurerende geautomatiseerde
fase fase fase
Droog oefenen
Differentieel leren
Foutloos leren
Dwangstelling en
leren
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 28
Motorisch leerproces:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 29
Lesvoorbereiding motorisch leren 29-11-2018
◼ Rondjes inlopen
Warming-
◼ 1 = 2 x opdrukken
up
◼ 2 = 5 squats Differentiatiemogelijkheid:
◼ 3 = 5 jumping jacks
◼ Opdrukken op knieën
min
Tijd:
min
◼ 10 oefeningen:
abil
Cor
est
ity
◼ 1. Crunch
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 30
◼ 2. Sit up 40 sec arbeid 20 sec rust. Didactische aanwijzingen:
◼ 3. Hielen aantikken
◼ 4. Schuine buik links Alle oefeningen in de rust voordoen - Op adem komen in de rust
◼ 5. Schuine buik rechts
◼ 6. Schuine buik liggend links
◼ 7. Schuine buik liggend rechts
◼ 8. Roeien
◼ 9. Gestrekte benen omhoog
◼ 10. Fietsen incl armen
10 Differentiatiemogelijkheid:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 31
HOOFDSTUK 11 TEAMANALYSE
RTC Noord Atletiek heeft verschillende teams, groepen en locaties. De groep die ik mocht trainen was de
onderbouw van locatie Groningen. Op de donderdag komen de MILA atleten en de explosieve atleten samen
om te zorgen voor een goede band tussen de teams en om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Ik was er
voornamelijk voor de donderdagochtend training, waardoor ik hier deel vanuit maakte. Aangezien het gaat om
een talententeam merk je dat motivatie vaak geen probleem is. Andere aspecten, zoals: ruzie, ergernissen,
veranderingen etc. spelen wel mee in de manier van training geven en de keuze van een bepaalde leiderschap.
Leiderschapsmethode
Mijn gekozen leiderschapsrol volgens het model van Quinn zou ik het best typeren als de producent.
Ik ben iemand die snel en effectief te werk gaat en dit ook uitstraalt naar de groep. Omdat ik aan topsport doe
en de groep die ik coach topsporters zijn, is het behalen van resultaten erg belangrijk. Dit beïnvloedt mijn team,
doordat ik direct de zwakke punten op zoek in mijn training en deze wil gaan verbeteren, zodat er gelijk
resultaat merkbaar is (Vangringsven M. & Vissers B. 2016). Mijn team is zelf gelukkig ook fanatiek, waardoor
deze aanpak gewaardeerd wordt. Op individueel niveau merk ik dat de spelers gemotiveerd worden wanneer
er vooruitgang geboekt wordt.
Communicatie
Communicatie is een erg belangrijk begrip en een belangrijke competentie. Door te observeren en te
analyseren hoe de huidige coach communiceert tegenover de groep, heb ik automatisch deze communicatie
vorm overgenomen. Aangezien ik een nieuwe coach ben voor de groep was het aan het begin af en toe lastig
om de aandacht te krijgen en om te zorgen dat er zorgvuldig geluisterd wordt. Aan het begin van de stage heb
ik af en toe moeten bewijzen dat ik verwacht hetzelfde behandelt te worden als hun huidige coach. Hiervoor
moest soms streng opgetreden worden. Ik ben niet iemand die graag zijn stem verheft en dit doe ik dan ook
niet snel (tenzij ik enthousiast word :)). Wanneer mensen niet luisterden of met andere dingen bezig waren
terwijl ik training probeerde te geven, haalde ik er een druktemaker uit en liet ik hem de oefening uitvoeren die
ik had uitgelegd. Aangezien hij dan enigszins voor schut werd gezet, omdat hij de oefening niet wist, gingen de
atleten beter opletten. Af en toe stelde ik me ook wat minder formeel op door bijvoorbeeld mee te doen met
een leuke oefening. Dit zorgde ervoor dat mijn band met de atleten sterker werd. Ook groeit hierdoor het
vertrouwen en komen ze snel naar je toe wanneer ze ergens mee zitten.
Doelen
Mijn belangrijkste doel dat ik wilde halen met het team was het winnen van hun vertrouwen. Ik wil dat de
atleten vertrouwen op mijn trainingsmethodes en dat ze inzien waarom ik bepaalde oefeningen uitvoer.
Daarnaast vind ik het winnen van persoonlijk vertrouwen erg belangrijk. Wanneer een atleet ergens mee zit of
ergens last van heeft wil ik dat deze naar mij toe kan komen en dit uitspreekt. Ten slotte is het behalen van
opgestelde doelen belangrijk. Van te voren heb ik gezegd dat ik de atleten wilde verbeteren op het gebied van
snelheid. Door trainingsmethodes toe te passen was dit een doel dat ik graag wilde behalen.
Begeleiden
Ik ben niet bang om op de voorgrond te treden en mijn oefeningen en trainingsmethodes te tonen. Door kennis
op te doen over verschillende vraagstukken ben ik zelfverzekerder en vind ik het fijn om de leiding te nemen. Ik
vind het fijn om van te voren duidelijk te hebben waar we naartoe werken en wat het doel is dat we als team
willen bereiken. Tijdens mijn begeleiding prefereer ik persoonlijk contact en persoonlijke aanwijzingen.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 32
Attentie verdeling
Ik probeer zo goed mogelijk uitvoering van oefeningen te analyseren. Doordat ik zelf veel kennis heb over
oefeningen en dergelijke is het voor mij eenvoudig om aanwijzingen te geven. Dit is dan ook iets waar ik druk
mee bezig ben tijdens de training. Ik probeer aan iedere atleet aandacht te geven, maar soms krijgt een atleet
die een oefening lastig vindt wat meer aandacht dan andere atleten. Natuurlijk krijgen andere atleten die
minder moeite hebben met een oefening complimenten, waardoor ze op hun beurt aandacht krijgen. Door
middel van videomateriaal probeer ik te zorgen voor een verduidelijkende uitleg, waardoor de atleten een
exacter beeld geschetst krijgen hoe ze een beweging dienen uit te voeren. Bij de atleten die een oefening al
goed uitvoeren probeer ik zo de details op te zoeken, waardoor ze vooruitgang blijven boeken. Bij atleten die
een oefening wat lastiger vinden, maak ik een aanwijzing eenvoudiger en zorgen we dat de basis allereerst
goed is. Atleten worden vaak gebruikt als voorbeeld.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 33
HOOFDSTUK 12 UITGEWERKTE TRAININGEN/ WEDSTRIJDEN
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 34
TRAINING 11-10-2018
Aantekeningen:
De opbouw van de zaal wordt volledig gedaan door de atleten. Hiervoor krijgen ze 4 min. Dit stimuleert de
samenwerking.
De meeste oefeningen tijdens deze training zijn gericht op samenwerking en het bedenken van de beste
tactiek.
Het doel van de training: De jonge atleten voorzien van een brede basis. De brede basis is belangrijk om een
goede topsporter te worden. Daarnaast zijn ze nog jong, dus moeten ze zich niet alleen richten op het
hardlopen.
Beeldmateriaal:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 35
TRAINING 18-10-2018
Bij deze training heb ik coach Richard ondersteund. Hij is sinds een jaar trainer bij de onderbouw van het RTC.
Het viel me op dat hij meer spelvormen deed bij de jeugd en iets speelser met de atleten omgaat dan Guido. Ik
vond de training minder atletiek gericht dan de voorgaande trainingen. Wel was wederom het samenwerking
een belangrijk aspect van de training. Ik heb de training zelf ondersteund door een competitie element aan de
training toe te voegen. Deze oefeningen zijn hieronder uitgewerkt:
Differentiatiemogelijkheid:
◼ X
Tijd
: Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼
5
min
Differentiatiemogelijkheid:
◼ X
Tijd
: Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼X
5
min
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 36
WEDSTRIJD AVD CROSS 27-10-2018
COACHING WEDSTRIJD
Voorbereiding wedstrijd
Voorafgaand aan de AVD cross is het belangrijk dat de atleten goed voorbereid zijn. Dit gebeurt aan de hand
van een goede trainingsweek. Mijn atleten lopen bij de AVD cross een sprintcross. 2 dagen voor de wedstrijd
zijn we met het team naar het parcours gegaan om deze te verkennen. Na deze training zijn we met zijn allen
gaan evalueren en heb ik een algemeen plan beschreven. Dit bestond uit het volgende:
Bij de start bij het mulle zand jezelf breed maken en gelijk veel snelheid maken met behulp van korte kleine
passen. Dit zorgt ervoor dat je gelijk een goede positie krijgt en niet verhinderd wordt door andere lopers.
Daarnaast is het belangrijk dat je snelheid kunt blijven houden bij de eerste bocht. De wedstrijd bestaat uit
twee rondes, dus na de eerste ronde zal het veld al uiteen getrokken zijn, waardoor de positie minder
belangrijk is. De start hebben we meerdere keren geoefend. Ook hebben we geoefend om voor jezelf op te
komen en af en toe wat agressief te zijn. In een wedstrijd zijn je trainingsmaatjes net zo goed je concurrenten.
Na de eerste bocht volgt een stukje single track. Des te belangrijker dat je hierbij dus een goede positie hebt
aangenomen. Oftewel: de start is bij de sprintcross bepalend. Na deze singletrack komt een stijle heuvel. Deze
moet zo efficiënt mogelijk opgelopen worden om hier zo weinig mogelijk energie en snelheid te verliezen. Ook
dit hebben we van te voren in trainingen geoefend. Je moet aanvallend zijn in heuvel op door korte snelle
passen te maken en heuvel af juist je benen lekker laten gaan. In de trainingen heb ik gemerkt dat de atleten
mij hier het hardst nodig zijn. De atleten zullen het op dit punt zwaar gaan krijgen. Hier zal ik staan om ze aan
te moedigen en om ze te herinneren aan de tactiek.
Begeleiding sporters
Ook heb ik voorafgaand aan de wedstrijd individueel gesproken met mijn sporters. Alle sporters zijn anders en
dus ook zal er individueel een tactiek besproken moeten worden. Als voorbeeld neem ik Leroy. Leroy is een
MILA loper die deze sprintcross goed kan gebruiken om sterker te worden en om meer wedstrijdervaring op te
doen. De sprintcross is ook voor de mentale ontwikkeling een erg goede optie.
Leroy kan niet goed starten, omdat hij niet zo explosief en breed is. Hij voelt zich snel geïntimideerd en heeft
moeite om op de voorgrond te treden. Voor een sprintcross is dit niet handig, dus heb ik voorafgaand aan de
cross een gesprekje met hem gevoerd.
De aanwijzingen die ik Leroy heb gegeven:
- Geloof in je eigen kunnen en kijk naar je eigen voordelen ten opzichte van de rest. Bijvoorbeeld: ik ben
misschien wel niet zo breed als een sprinter, maar ik vlieg die heuvels straks omhoog
- Ook heb ik aangegeven dat hij juist bij de stukken omhoog zijn winst moet pakken. Zijn conditie is erg goed
en doordat hij licht is is hij hier in zijn voordeel
- Bij de start is het wellicht niet handig om vooraan te staan, omdat je dan alleen maar naar achteren
geduwd wordt. Afgesproken is om schuin achter twee grote jongens te gaan staan. Automatisch maken
zijn de weg dan voor je vrij. Dit ziet er als volgt uit:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 37
Evaluatie sporters
Toen Leroy klaar was met zijn wedstrijd zijn we weer even samen gaan zitten om de aandachtspunten te
bespreken. Hoe hebben de punten uitgepakt? En vond je zelf dat je de punten goed uitvoerde? Ben je tevreden
met je resultaat? Etc.
Allereerst heeft Leroy naar mijn idee een goede wedstrijd gelopen. Hij heeft zich gehouden aan mijn tips en
heeft zich mentaal sterk gehouden.
Leroy zelf was redelijk te spreken over zijn wedstrijd. Hij is tevreden over zijn start en over de
aandachtspunten, maar niet over de wedstrijd in zijn geheel. Hij merkte dat hij conditioneel moeite had met
het volbrengen van de sprintcross en baalde van dat gevoel.
Dit is uiteraard een herkenbaar en vervelend gevoel, maar dat was ook niet de reden dat Leroy deelneemt aan
deze cross. Het was de bedoeling dat het pijn ging doen en het was dan ook te verwachten dat hij niet super
zou lopen. Natuurlijk hoop je voor een wedstrijd dat je heerlijk loopt en er een super gevoel aan overhoudt,
maar deze cross was puur als training voor het indoorseizoen. Door dit even goed met hem besproken te
hebben en door nog een aantal keren de sterke punten te herhalen, is Leroy met een tevreden gevoel naar huis
gegaan.
Leuk feitje: Leroy heeft een top indoorseizoen gelopen.
Visie coach
Als coach bij een eerste wedstrijd is het lastig om van te voren verwachtingen te hebben. Van te voren had ik
voor mezelf op een rijtje gezet wat er allemaal belangrijk is wat ik van te voren moet regelen. Hierbij wordt
rekening gehouden met de wedstrijdvoorbereiding, de mentale staat van de atleten, de warming up van de
atleten, het regelen van de tijdschema’s en het eventueel ophalen van de nummers. Dit laatste was niet meer
nodig, want dat hadden mijn atleten zelf allemaal al geregeld (toppers). Mijn visie lag, voordat ik mee zou gaan
naar de eerste wedstrijd als coach, voornamelijk op mezelf. Ik was vooral bezig met mezelf en met het goed
willen doen van dingen. Natuurlijk is het belangrijk dat ik dingen goed doe, maar uiteindelijk gaat het toch om
de atleten. Deze visie heb ik halverwege de wedstrijd dan ook veranderd: zorg dat je atleten voorbereid en
zelfverzekerd bij de start staan, waardoor jij je taak hebt volbracht en je atleten een goede wedstrijd lopen.
Mijn visie heeft zich ontwikkeld van een kijk op mezelf naar een kijk op mijn atleten. Mijn coachwerk is
belangrijk, maar uiteindelijk wil ik dat mijn atleten zich gaan verbeteren en dat is waar ik het allemaal voor doe.
Een aantal foto’s van mijn opgedane ervaring als coach tijdens een wedstrijd. Ik heb vooral de atleten
aangemoedigd, dus mentaal gesteund, geholpen bij de voorbereiding en naderhand verbeterpunten
meegegeven.
Foto 2: start van mijn jongste atleten (die bezig zijn met de uitvoering van de vooraf besproken tactiek)
Foto 3: evalueren van sterktes van de race met een bovenbouw sprint atleet die erg ontevreden was over haar
eigen race
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 38
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 39
TRAINING 1-11-2018
Tijdens deze training werd er weer wat meer gericht op de looptechniek en de corestabiliteit van de atleten.
Het eerste deel van de training bestond uit het versterken van de core. Dit werd onder andere gedaan met
behulp van elastieken. Het tweede deel van de training bestond uit looptechniek. Hierbij werd allereerst
gekeken naar loopscholing en daarnaast werd er geoefend op het reactievermogen.
Ik had tijdens deze training een ondersteunende taak. Vooral tijdens de loopscholing was ik belangrijk. Het is
belangrijk dat deze oefeningen perfect worden uitgevoerd, dus er vielen veel aanwijzingen te geven.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 40
TRAINING 8-11-2018
De training is gericht op challenges. De atleten doen vier challenges om mentaal sterker te worden. De atleten
worden uitgedaagd en mentaal getest door een aantal oefeningen
1. Balansoefening 1
2. Balansoefening 2
3. Pull-up houding ringen
4. Basketbal (zo vaak mogelijk
raak gooien in de ring)
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 41
TRAINING 22-11-2018
Tijdens deze donderdagochtend training werd er vooral gericht op volleybal. Dit zorgt ervoor dat de jonge
atleten motorisch sterk worden. Bij sommige hardlopers merk je namelijk dat ze eigenlijk vrij slecht zijn in
balsporten. Volleybal past goed in het ASM model.
Guido had mij gevraagd om te ondersteunen tijdens een aantal volleybaloefeningen en het partijtje. Deze
training was dus niet atletiek gericht, maar compleet gericht op het ontwikkelen van motorische vaardigheden
op het gebied van balgevoel.
Tegelijkertijd werd er gewerkt aan samenwerking en moesten de atleten zelf nadenken over betere methoden
om spellen te gaan winnen.
De spellen werden uitgevoerd in competitie vorm. Dit zie je duidelijk terug in alle trainingen die gegeven
worden. Overal vindt je de competitie terug. Een voorbeeld spel was als volgt:
2 teams. Bal wordt constant over het net overgespeeld. Wanneer je de bal hebt overgespeeld ga je onder het
net door en sluit je achteraan aan.
Soortgelijke oefeningen werden het eerste uur gedaan, waarna 2 partijtjes volgden.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 42
TRAINING 29-11-2018
Trainingsvoorbereiding:
Trainingsfase: Tijd:
Warming up 1: 10 min
- 3 rondes inlopen
- Doordribbelen en telkens verzint de
voorste persoon een oefening
(loopscholing). Deze sluit vervolgens
achteraan aan.
Warming up 2: 5 min
Tikspel Organisatie:
Trainingsfase: Tijd:
Kern spel 15 min
Trefbal Organisatie:
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 43
2 vakken ; 2 teams
1 bal
2 kasten (in elk vak 1 kas)
6 pylonen (3 pylonen op elke kast)
2 manieren om te winnen: alle kegels van de kast van de tegenstander
gooien of als eerste team de tegenstander uitschakelen door tegenstanders
af te gooien.
1/ 2 ballen
2 kasten
6 pylonen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 44
TRAINING 6-12-2018
Oefeningen:
*Accent op kort grondcontact
Oefening 1 x herhalen
- Eenlings
- kenian shuffle
- half hoge kniehef
- een benig kniehef links
- een benig kniehef rechts
- kaatsen
- een benig l/r
- gestrekte benen kort
- gestrekte benen lang
- sprongen voorvoet (klein en
groot)
- gestrekte benen loop,
verlengen, versnellen
- loopsprongen versnellen
- eenling, half hoge kniehef, hoge
kniehef, versnellen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 45
Trainingsonderdeel: Organisatie: Tijd:
Corestability 10-15 min
Benodigdheden:
Mini bands
Matjes
Oefeningen:
- Bekken kantelen (3x 4x 5
sec)
- Voorligsteun met
miniband om enkels
- Zijligsteun met miniband
- Sit-up miniband boven
strekken
- Buik liggen en
opstrekken met
miniband
- Staan. 1 been gestrekt, 1
been gebogen.
Weerstand geven op je
gebogen been en in
evenwicht blijven
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 46
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 47
TRAINING 13-12-2018
Training 13-12-2018
Trainingsfase: Tijd:
Warming- up 15 min
- 7 rondes inlopen
- Zelf rekken
- Loopscholing
Trainingsfase: Tijd:
Snelheidsvormen 15 min
Organisatie:
- Versnellingen in hoepels (varieren van
kleine passen naar grote passen)
3 variaties maken. Alle atleten lopen 3 x
door de variaties heen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 48
Benodigdheden:
3 banken.
15 hoepels.
CIRCUITTRAINING 24 -1-2019
Door de zaal dribbelen over de lijnen, kom je iemand tegen (bokje springen)
Loopscholing: 5 min
Circuit: 20 min
10 oefeningen (2 tallen)
Oefeningen
1. jump-squats
2. plank
3. skipping
4. mountain-climbers
5. burpees
6. dips
7. push up bank
8. over pylonnen springen
9. basketbal buikspieren achter hoofd aantikken
10. touwtje springen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 49
TRAINING 14-2-2017
Loopscholing:
Hindernissen:
4.
3.
2.
1.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 50
Circuit : 20 minuten
Oefeningen:
11. jump-squats
12. plank
13. skipping
14. mountain-climbers
15. burpees
16. dips
17. push up bank
18. over pylonnen springen
19. basketbal buikspieren achter hoofd aantikken
20. touwtje springen
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 51
HOOFDSTUK 13 EVALUATIE
3. Zijn jullie tevreden met de behaalde resultaten op het gebied van snelheid?
1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)
5. Wat vonden jullie van het positief coachen en de mate waarin dit heeft meegewerkt met jullie motivatie?
2. - 3. +/- 4. + 5. ++
1. --
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)
1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 52
EEN KRITISCHE REFLEC TIE
Situatie
Het trainen van atleten rond de 12 jaar op het gebied van motorische ontwikkeling, waarbij zowel MILA atleten
als explosieve atleten aan bod komen. De gegeven training vindt plaats op de donderdagochtend en duurt
gemiddeld 90 minuten. Vanaf het begin van jaar 2 ben ik bij de groep atleten gekomen om mijn kennis over
training geven te verbreden en deze toe te passen op de groep.
Taak
Mijn taak tijdens deze stage was het uitvoeren van trainingen en de opgedane kennis van de cursus toe te
passen op mijn atleten. Op basis hiervan heb ik voor mezelf een aantal doelstellingen voor mezelf genoteerd en
hieruit heb ik 4 leervragen geformuleerd. Deze leervragen zijn als volgt:
1. Op welke manier kan ik binnen een half jaar positief leren te coachen, waardoor mijn atleten
gemotiveerder de training in gaan?
2. Hoe kan ik zorgen voor variatie in een training, waarbij meerdere trainingseigenschappen aan bod
komen?
3. Hoe kan ik een training uitdagend maken door oefeningen toe te voegen of aan te passen?
4. Hoe pak ik een evaluatie aan en hoe vaak moet ik een training of oefening evalueren?
Voor mezelf was het de taak om aan het einde van de stage deze leervragen te kunnen beantwoorden. Deze
heb ik enigszins al gereflecteerd aan de hand van de reflectie van de atleten in bovenstaande enquête.
Activiteit
Door wekelijks training te geven aan de atleten was het voor mij steeds makkelijker om deze leervragen uit te
werken en in mijn trainingen te verwerken. Door dingen te testen en toe te voegen aan trainingen heb ik
antwoord gekregen op mijn leervragen. Het belangrijkste wat ik heb gemerkt tijdens deze activiteit is dat je
niet bang moet zijn om dingen te testen. Soms liepen dingen niet perfect, maar daar leer je vervolgens van
door te zoeken naar een oplossing. Hierdoor heb ik zelf nieuwe dingen geleerd en de atleten ook.
Resultaat
Het resultaat van deze stage is voornamelijk dat ik heb geleerd dat atleten op jonge leeftijd ontzettend breed
getraind moeten worden. Daarbij moet ik als coach ervoor zorgen dat er in deze variërende trainingen
meerwaarde zit voor atleten. Zo heb ik geleerd dat alles wat ik doe met de atleten meerwaarde moet hebben
voor de atleet en het team zelf. Een volleybal training is leuk, maar waarom wordt een atleet hier beter van? Ik
ben tevreden over het behaalde resultaat van de trainingen over het algemeen, waarbij ik denk dat ik mijn
leervragen allemaal heb kunnen toepassen en ik meerwaarde heb kunnen leveren voor de atleten en het team.
Ook ben ik blij dat de teamleden vinden dat het team opzich sterker geworden is. Dit is uiteindelijk belangrijk
om verder te bouwen aan verbetering. Ik ben er van overtuigd dat een sterk team de basis is voor het boeken
van resultaten.
Reflectie
Reflecterend op mijn stage kijkend naar onder andere het resultaat en de activiteit, kan ik tevreden terugkijken
op deze periode. Dit vooral omdat ik zelf erg veel heb geleerd. Doordat ik zelf veel heb geleerd en dit heb over
kunnen/ mogen brengen op de atleten, zijn zowel de atleten als ik zelf gegroeid. Nog steeds kan ik erg veel
leren en dat ga ik ook zeker doen, maar voor deze periode ben ik tevreden over mijn opgedane kennis.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 53
BEOORDELING PRAKTIJK BEGELEIDER
Annet heeft afgelopen periode stage gelopen bij de Onder 16 groep van het RTC Noord atletiek afdeling
Groningen. De stage was gericht op een training ‘atletische vorming’ voor deze doelgroep.
In deze trainingen worden allerlei trainingsvormen aangeboden, zoals circuits, andere sporten,
atletiekonderdelen en looptechniek.
Annet heeft in de eerste weken meegekeken hoe ik training gaf. In de 2e fase gaf ze een warming up en de
laatste fase was ze verantwoordelijk voor gehele training of trainingsdeel.
Annet had de basis altijd op orde. Ze had haar training voorbereid, was op tijd en was gekleed in de juiste
sportieve kleding.
Annet haar sterke kant qua trainingsinhoud ligt op gebied van atletische vorming, corestability en circuits. Ook
haar enthousiasme en passie werkt aanstekelijk op de groep. Wat ik Annet heb meegegeven is dat je voor en
groep talenten strenger mag zijn dan een gemiddelde gymklas. Dat betekent een bepaalde duidelijkheid,
eerlijkheid brengen aan de groep en eisen dat de inzet hoog ligt (100%) Dit heeft zij goed opgepakt in de stage
periode.
Als Annet zou willen werken met een doelgroep als deze mag ze werken aan de hoeveelheid oefenstof die ze
kan aanbieden en daarmee creatief en flexibel mee leren om gaan.
De groep nam haar serieus als leider en ze heeft daardoor grotendeels alleen voor de groep gestaan. Dit ging
prima.
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 54
BRONVERMELDING
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 55
BIJLAGE 1 FILMMATERIAAL
https://youtu.be/VbLc5N963No
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 56