Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 57

PORTFOLIO TC 3

Stage RTC Noord Atletiek onderbouw

In het kort
Tijdens mijn stage die ik heb gelopen voor de cursus Trainer Coach 3 heb ik ontzettend veel
geleerd van topcoach Guido van Weeren. Ik heb een super leuk team training kunnen geven
en met al mijn opgedane kennis vanuit de cursus heb ik het onderbouw team van RTC Noord
Atletiek kunnen helpen met onder andere het ontwikkelen van motorische vaardigheden.

Fledderus A, Annet
a.fledderus@st.hanze.nl 375534
INLEIDING

Tijdens de Trainer/ Coach cursus in jaar 2, geef ik training bij de ouderbouw van het RTC Noord Atletiek in
Groningen. Voor deze cursus dien ik minimaal 60 uur training te geven bij een vereniging. De trainer bij wie ik
meeloop tijdens deze stage is Guido van Weeren. Guido is naast zijn baan als coach bij het RTC ook werkzaam
als docent op het Alfa College.
Naast het feit dat Guido talentvolle atleten begeleidt, is hij zelf vroeger ook topatleet geweest. Zijn
specialisaties lagen vooral bij de 400m en 800m. Guido is dan ook hoofdtrainer bij de Mila-atleten van de
bovenbouw bij het RTC.
De trainingen die ik bij het RTC meeloop/ geef worden in dit portfolio verder uitgewerkt en toegelicht.

Naast de stage die je dient te lopen tijdens de cursus, wordt er elke vrijdag een les van ±4 uur gegeven door
Sierd Wijnalda. De opdrachten die de cursisten hiervoor maken zullen in dit portfolio worden toegevoegd.

Annet Fledderus
1
375534 Sportkunde 2H
INHOUDSOPGAVE

Inleiding................................................................................................................................................................... 1
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 2
Hoofdstuk 1 Cursus opdrachten.............................................................................................................................. 3
Zelfscan ............................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2 Beginsituatie sporters LTAD model .................................................................................................... 6
Hoofdstuk 3 Sportprestatie profiel ......................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 4 Persoonlijke ontwikkeling, paspoort ................................................................................................ 11
Hoofdstuk 5 Persoonlijke ontwikkeling leervragen .............................................................................................. 12
Hoofdstuk 6 Jaarplanning ontwerpen ................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 7 8-weeks interventie trainingset ........................................................................................................ 16
Hoofdstuk 8 De mentale coach ............................................................................................................................. 23
Hoofdstuk 9 Meten is weten ................................................................................................................................. 25
10 meter staande start 6 december 2018 .................................................................................................... 25
10 meter staande start 3 januari 2019 ......................................................................................................... 26
Hoofdstuk 10 Motorisch leren .............................................................................................................................. 27
Hoofdstuk 11 Teamanalyse ................................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 12 Uitgewerkte trainingen/ wedstrijden ............................................................................................. 34
Overzicht gegeven trainingen ........................................................................................................................... 34
Training 11-10-2018.......................................................................................................................................... 35
Training 18-10-2018.......................................................................................................................................... 36
Wedstrijd AVD cross 27-10-2018 ...................................................................................................................... 37
Coaching wedstrijd ....................................................................................................................................... 37
Training 1-11-2018............................................................................................................................................ 40
Training 8-11-2018............................................................................................................................................ 41
Training 22-11-2018.......................................................................................................................................... 42
Training 29-11-2018.......................................................................................................................................... 43
Training 6-12-2018............................................................................................................................................ 45
Training 13-12-2018.......................................................................................................................................... 48
Circuittraining 24-1-2019 .................................................................................................................................. 49
Training 14-2-2017............................................................................................................................................ 50
Hoofdstuk 13 Evaluatie ......................................................................................................................................... 52
Evaluatie van de sporters ................................................................................................................................. 52
Een kritische reflectie ....................................................................................................................................... 53
Beoordeling praktijkbegeleider ........................................................................................................................ 54
Bronvermelding..................................................................................................................................................... 55
Bijlage 1 filmmateriaal .......................................................................................................................................... 56

Annet Fledderus
2
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 1 CURSUS OPDRACHTEN

ZELFSCAN

Naam trainer-coach 3 in Annet Fledderus


opleiding:

Naam leercoach: Sierd Wijnalda


Data invullen: 7-12-2018
Data bespreking 7-12-2018
leercoach:

Annet Fledderus
3
375534 Sportkunde 2H
3.2 Coachen bij wedstrijden

3.2.1 Begeleidt sporters bij wedstrijden. Dit kan ik niet beetje redelijk

Ik houd rekening met persoonlijke verwachtingen en motieven van sporters

Ik motiveer, stimuleer en enthousiasmeer sporters. X

Ik bewaak waarden en stel normen X

Ik pas de omgangsvormen en het taalgebruik aan op de belevingswereld van de sporters. X

Ik stimuleer sportief en respectvol gedrag

Ik treed op als een sporter zich onsportief gedraagt X

Ik besteed aandacht aan het voorkomen van blessures bij sporters.

Ik treed op bij onveilige situaties X


Ik adviseer sporters over materiaal, voeding en hygiëne
Ik informeer sporters over gevaren en gevolgen van dopinggebruik

Ik informeer en betrek sporters bij verloop van de wedstrijd X

Ik geef aan de sporters na de wedstrijd aan wat goeging en beter kan X


Ik ga sportief en respectvol om met alle betrokkenen

Ik houd mij aan de beroepscode X

Ik ga vertrouwelijk om met persoonlijke informatie X

Ik reflecteer op het eigen handelen X

Ik vraag feedback X

Ik verwoord mijn leerbehoeften X

3.2.2 Bereidt wedstrijden voor. Dit kan ik

Ik zie erop toe dat de sporters zich voorbereiden op de wedstrijd. X

Ik houd een bespreking voor de wedstrijd. X

Ik maak een wedstrijdplan.

Ik kom afspraken na

3.2.3 Geeft aanwijzingen. Dit kan ik

Ik analyseer tijdens de wedstrijd en neem op basis hiervan adequate maatregelen X

Ik coach positief X

Ik ga flexibel om met organisatorische veranderingen rond de wedstrijd. X

Ik houd me aan de regels die gelden tijdens de wedstrijd

Ik zorg dat sporters zich aan regels en reglementen houden. X

Ik vertoon voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie

Ik geef aan de sporters na de wedstrijd aan wat goed ging en beter kan

3.2.4 Handelt formaliteiten af. Dit kan ik

Ik handel wedstrijdformaliteiten af X

3.3 Organiseren van activiteiten

3.3.1 Begeleidt sporters bij activiteiten. Dit kan ik niet beetje redelijk goed

Ik bewaak waarden en stel normen. X

Ik treed op bij onveilige sportsituaties. X

Ik ga sportief en respectvol om met alle betrokkenen. X

Ik houd mij aan de beroepscode. X

Ik ga vertrouwelijk om met persoonlijke informatie. X

Annet Fledderus
4
375534 Sportkunde 2H
3.4 Aansturen van sportkader

3.4.1 Informeert sportkader. Dit kan ik niet beetje redelijk goed

Ik informeer het assisterend kader over de inhoud van de training. X

Ik kom afspraken na. X

3.4.2 Geeft opdrachten aan assisterend sportkader. Dit kan ik

Ik geef het assisterend kader opdrachten die bij hun taak passen. X

3.4.3 Begeleidt assisterend sportkader

Ik bespreek met het assisterend kader wat er goed ging en wat de verbeterpunten zijn. X

Ik motiveer het assisterend kader. X

Ik analyseer het handelen van het assisterend kader en neem op basis hiervan adequate maatregelen. X

Ik houd toezicht op de wijze van begeleiden van sporters door assisterend sportkader. X

Ik ga sportief en respectvol om met alle betrokkenen. X

Ik houd me aan de beroepscode. X

Ik vertoon voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie. X

Ik ga vertrouwelijk om met persoonlijke informatie. X

Ik reflecteer op eigen handelen. X

Ik vraag feedback. X

3.3.2 Bereidt activiteiten voor. Dit kan ik

Ik maak bij de organisatie gebruik van een draaiboek. X

Ik houd rekening met beschikbare middelen en materialen. X

Ik zorg dat alle betrokkenen weten wat er van hen wordt verwacht. X

3.3.3 Voert uit en evalueert activiteiten. Dit kan ik

Ik draag verantwoordelijkheid en neem beslissingen. X

Ik werk samen met anderen. X

Ik kom afspraken na. X

Ik rond activiteiten af. X

Ik rapporteer over de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de activiteit. X

Ik vertoon voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie. X

Ik reflecteer op het eigen handelen. X

Ik vraag feedback. X

Ik verwoord mijn leerbehoeften. X

Annet Fledderus
5
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 2 BEGINSITUATIE SPORTERS LTAD MODEL

De doelgroep waaraan training wordt gegeven zijn atleten tussen de 9-12 jaar. Dit betekent dat ze in de fase
zitten om te leren trainen. Het is belangrijk om hierbij rekening te houden met de manier waarop training
wordt gegeven. De benadering en inhoud van de training moet worden aangepast op de leeftijd van de
doelgroep.

Het doel van de training


Doordat het een jonge groep atleten betreft is het belangrijk dat er tijdens de training aandacht wordt besteed
aan onder andere de verdere ontwikkeling van motorische vermogens en het introduceren van meer atletiek
specifieke vaardigheden. Ook is plezier een belangrijke factor. Daarnaast wordt er gericht op het leren omgaan
met de gang van zaken tijdens wedstrijden en trainingen. De atleten moeten in deze fase regels, afspraken en
veiligheid begrijpen. Ook moeten ze snappen waarom ze bepaalde bewegingen doen en wat de bedoeling is
van de trainingen.

De inhoud van de trainingen


De inhoud bestaat voor deze jonge doelgroep, die bestaat uit zowel MILA atleten als meerkampers,
voornamelijk uit algemene trainingen. Er wordt daarnaast ook specifiek getraind, maar de motorische
ontwikkeling staat voorop. Er wordt speels omgegaan met prestatieve vormen, veel variatie gebruikt bij
bewegingsvormen, waarbij explosieve oefeningen niet te veel herhalingen worden gedaan. Daarnaast wordt er
gericht op de essentie van techniek. Hierbij wordt de focus gelegd op het resultaat en niet op de details. In
deze fase wordt er ook gericht op de flexibiliteit van de atleten, spierversterkende oefeningen met
lichaamsgewicht, reactiesnelheid, beweeglijkheid en wordt de warming up en cooling down geïntroduceerd.

De ontwikkeling van de atleten


De fase waarin de atleten zich bevinden richt zich op een aantal ontwikkelingen. Hierbij gaat het om
lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en persoonlijkheids- en sociale
ontwikkeling. Bij lichamelijke ontwikkeling worden grenzen verkend en hebben de kinderen een grote
bewegingsdrang. Bij de motorische ontwikkeling zijn de atleten in staat om atletiek specifieke oefeningen uit te
voeren. De cognitieve ontwikkeling richt zich op het logisch nadenken, de groei van het geheugen en de
communicatie die zich verbeterd. Bij de persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling wordt er gekeken naar de
ontwikkeling op sociaal gebied, waarbij de omgang met andere atleten centraal staat.

De benadering
Als trainer is het belangrijk om in te spelen op de fase waarin de atleten zich bevinden. De benaderin is bij een
jonge doelgroep anders dan bij een oudere doelgroep. Belangrijk is dat de groep positief benaderd wordt en
dat er veel gebruik wordt gemaakt van voorbeelden. Daarnaast moet er corrigerend worden opgetreden bij
ongewenst gedrag en dat alle atleten gelijkwaardig behandeld worden.

Annet Fledderus
6
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 3 SPORTPRESTATIE PROFIEL

Fysiek

Wat zijn de belangrijkste Grondmotorische eigenschappen van de sport

Dit zijn de 5 CLUSK-eigenschappen (de Morree, 2006):


- Coördinatie
- Lenigheid
- Uithoudingsvermogen
- Snelheid
- Kracht

Verschijningsvormen van deze Grondmotorische eigenschappen

(*MAAK een keuze welke echt essentieel zijn voor jouw sport, jouw sporters/team)

Doordat de groep die ik training geef zowel MILA atleten als explosieve atleten zijn, zijn alle eigenschappen van
toepassing. De groepen trainen namelijk 1 keer per week samen om ontwikkeling op sociaal en motorisch
gebied te stimuleren.

Kracht

- Krachtuithoudingsvermogen
- Snelkracht
- Explosieve kracht
- Hypertrofie
- Maximale/absolute kracht

Snelheid (welk energiesysteem is dominant?)

- Reactiesnelheid
- Snelheid van voortbewegen
o Versnellingsvermogen
o Maximale snelheid
o Uithoudingsvermogen in snelheid
- Handelingssnelheid
o Versnellingsvermogen met lichte weerstand
o Versnellingsvermogen met zware weerstand

Annet Fledderus
7
375534 Sportkunde 2H
Uithoudingsvermogen (welk energiesysteem is dominant?)

- Duurtraining
- Extensieve intervaltraining
- Intensieve intervaltraining
- Herhalingstraining
- Snelheid uithoudingsvermogentraining

Lenigheid

De mate van lenigheid hangt van een aantal factoren af:

- Bouw en vorm van gewrichten - Gewrichtsbanden


- Gewrichtskapsels - Lengte van pezen en spieren
Daarnaast zijn er ook een aantal externe factoren:
- Leeftijd - Geestelijke gesteldheid
- Geslacht - Tijd van de dag
- Bouw en lichaamshouding - Temperatuur
- Oefengesteldheid en/of vermoeidheid
De meest voorkomende vorm van training van lenigheid is rekken. Hieronder een aantal
technieken/methoden:
- Methode van Janda
- Methode van Anderson
- Methode van antagonistisch rekken
- Methode van verend rekken
- Compilatiemethode

Coördinatie

Om een beweging juist gecoördineerd uit te voeren moet er veel geoefend worden met deze beweging.
Grofweg zijn er 3 fases te benoemen:

- Fase van de grove coördinatie


- Fase van de fijne coördinatie
- Fase van de stabilisatie
Het oefenen van coördinatie heeft zijn uitwerking op de volgende punten :

Syllabus sportpaedagogik ASM Dost


Het reactievermogen Reaktionsfähigkeit Reactievermogen Motorisch (akoestisch,
tactiel en optisch)
reactievermogen
Het oriëntatievermogen Räumliche Ruimtelijkorientatievermogen Ruimtelijk oriëntatie-
Orientierungsfähigkeit vermogen
Het differentiatievermogen Kinästhetische Kinetischdifferentiatievermogen Gevoel van
Differenzierungsfähigkeit bewegingsdifferentiatie

Annet Fledderus
8
375534 Sportkunde 2H
Het ritmisch vermogen Rhythmusfähigkeit Ritmisch vermogen Ritme en tempogevoel bij
ingewikkelde
bewegingsstructuren
Het evenwichtsvermogen Gleichgewichtsfähigkeit Evenwichtsvermogen Dynamisch
evenwichtsgevoel
Het koppelingsvermogen Koppellingsvermogen Motorisch
koppelingsvermogen
Het Aanpassingsvermogen Motorisch differentiatievermogen???
aanpassingsvermogen

Gevoelige perioden:

Welke bewegingen komen er voor in je sport?

*Benoem een top 10

1. Koppelingsvermogen
2. Differentatievermogen
3. Ritmisch vermogen
4. Oriëntatievermogen
5. Reactievermogen
6. Aanpassingsvermogen
7. Evenwichtsvermogen
8. Hardlopen

Annet Fledderus
9
375534 Sportkunde 2H
9. Springen
10. Stoten

Uitvoering
De bewegingen zijn goed uitgevoerd, wanneer er rekening wordt gehouden met de verschillende soorten
vermogen. Zo moet er van te voren aangegeven zijn waar de focus op wordt gelegd. Als er een sprongbeweging
gemaakt moet worden en er wordt gericht op het optrekken van de tenen. Is de beweging goed uitgevoerd
wanneer iedereen de tenen optrekt.

Wat is hier voor nodig? (benoem essenties)

De belangrijkste essentie is dat alle atleten weten waar ze op moeten letten. Voor de beweging moet exact
duidelijk zijn wat er moet gebeuren. Een beweging hoeft niet op alle vlakken goed uitgevoerd te worden, als er
maar duidelijk is waar de atleten zich op moeten focussen.

Hoe train je deze?


De beweging wordt getraind door met een kleine aanpassing te beginnen. Een sprongoefening is een redelijk
complexe beweging. Wanneer eerst de focus gelegd wordt op het optrekken van de tenen wordt een oefening
al snel goed uitgevoerd, waardoor de atleet een voldaan gevoel heeft. De focus kan steeds verlegd worden,
waarna uiteindelijk een goede sprong uitgevoerd wordt. Dit kost veel tijd, maar gebeurt in kleine stapjes.
Daarnaast wordt er nog niet gefocust op details, maar op het resultaat. Wanneer het ene focuspunt goed
wordt uitgevoerd, is het resultaat goed, terwijl er nog andere details zijn waar nog aandacht aan besteed moet
worden.

Welke dominante GME eigenschappen of andere factoren vind ik belangrijk?


Vooral de coördinatie en lenigheid vind ik belangrijk. Bij coördinatie vind ik vooral het evenwichtsvermogen
een belangrijke factor. Ik ben van mening dat deze eigenschappen belangrijk zijn bij de ontwikkeling van de
atleten. Deze eigenschappen sluiten aan bij de ontwikkeling van motorische eigenschappen, omdat lenigheid
en coördinatie vereisten zijn om meerdere sporten/ bewegingen uit te voeren. Wanneer deze eigenschappen
niet worden getraind, wordt het lastig voor de atleten om meerdere sporten/ oefeningen/ bewegingen uit te
voeren.

Wat kunnen de sporters die tot de top behoren beter dan de rest?
De atleten die ik train behoren tot de top van hun leeftijdscategorie. Zij beheren de algemene eigenschappen
naar mijn mening beter dan andere atleten. Doordat ze veel algemeen trainen en niet te veel specifiek trainen
zijn ze motorisch sterker dan andere atleten.

Mijn visie op de sport wanneer ik trainer zou zijn:


Mijn visie op de sport is hetzelfde wanneer ik trainer of atleet zou zijn. Ik vind het een mooie sport, waarbij de
atleten getraind moeten zijn om meerdere disciplines uit te kunnen voeren. Veel spiergroepen en
energiesystemen moeten getraind worden en de atleten moeten in staat zijn om 100% te geven om hun eigen
persoonlijke record te verbreken en om andere atleten te snel af te zijn. Omdat het een individuele sport is en
je afhankelijk bent van je eigen uitvoering vind ik atletiek een hele mooie sport.

Welk doel heb ik verwerkt in mijn jaarplan?


De snelheid van de atleten verbeteren. Zowel voor de MILA lopers als de explosieve atleten.

Annet Fledderus
10
375534 Sportkunde 2H
HOOFDSTUK 4 PERSOONLIJKE ONTWIKKELING, PASPOORT

ANNET FLEDDERUS
SPORTKUNDE STUDENT JAAR 2
HARDLOOPSTER
E → ACTIEGERICHT, UITBUNDIG DOELSTELLING:

N → INTUÏTIEF, TOEKOMSTGERICHT SNELHEID VAN ATLETEN VERBETEREN DOOR POSITIEF TE


T → ANALYSTICH, LOGISCH, EERLIJK COACHEN

P → FLEXIBEL, OPEN, SPONTAAN MOTIVATIE:

EEN GEDISCIPLINEERD TEAM


Doel coaching:
WIE HEB JE NODIG?
1. Uitdaging
2. Persoonlijk contact EEN GOED VOORBEELD:
3. Variatie
GUIDO VAN WEEREN

VERTROUWEN IN HET BEREIKEN VAN JE DOEL (1-10): 10

MINDSET: Werk toe naar een doel. Wees toekomstgericht. Geloof in wat je10!!
wilt bereiken. Denk in oplossingen,
niet in problemen. Pijn is maar voor even, een overwinning blijft voor altijd.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 11
HOOFDSTUK 5 PERSOONLIJKE ONTWIKKELING LEERVRAGEN

Feedback van coach Guido van Weeren


- Probeer wat vaker te evalueren na een oefening of training. Zo kun je de staat van je atleten goed in
de gaten houden en kun je blessures voorkomen
- Geef van te voren aan waar je de nadruk op legt in de trainingen
- Wanneer een oefening lastig is om uit te leggen probeer dan een voorbeeld te doen met een aantal
atleten
- Probeer variatie te zoeken tussen de meiden en jongens
- Voorkom dat een training rommelig wordt door rustig, serieus en duidelijk voor de groep te staan
- Wanneer een oefening niet serieus wordt uitgevoerd, herhaal dan dat de atleten allemaal beter en
sterker willen worden en dus serieus moeten participeren

Aandachtspunten
- Positief coachen
- Variërend trainen
- Uitdagende oefeningen
- Persoonlijk contact/ evalueren

Aan de hand van feedback en mijn aandachtspunten heb ik onderstaande leervragen geformuleerd.

Leervragen (SMART)
1. Op welke manier kan ik binnen een half jaar positief leren te coachen, waardoor mijn atleten
gemotiveerder de training in gaan?
2. Hoe kan ik zorgen voor variatie in een training, waarbij meerdere trainingseigenschappen aan bod
komen?
3. Hoe kan ik een training uitdagend maken door oefeningen toe te voegen of aan te passen?
4. Hoe pak ik een evaluatie aan en hoe vaak moet ik een training of oefening evalueren?

Evaluatie op basis van een gesprek 8-4-2019


Guido geeft aan dat ik qua persoonlijke ontwikkeling gegroeid ben. De afgelopen periode waarin ik training heb
gegeven zijn mijn aandachtspunten sterk verbeterd. Aan het begin van de periode vond ik het lastig om
duidelijk een uitleg te geven, variatie te zoeken in de training en om een evaluatie aan te pakken. Volgens
Guido ben ik hier positief in gegroeid. Hij merkt op dat ik me verdiep in trainingsmethodes, waardoor de
trainingen variërend zijn. Bij de trainingen die gegeven worden zijn motorische eigenschappen aan bod
gekomen, maar ook wordt er gericht op teambuilding en techniek. Ook geeft hij aan dat hij vindt dat de groep
als geheel is gegroeid door af en toe als team te evalueren. Binnen de groep vinden af en toe spanningen
plaats, waardoor er uiteindelijk gezeur en ergernissen ontstaan. Deze ergernissen worden onder andere
meegenomen in de evaluatie. Hier kun je dan weer mee verder aan de hand van bijvoorbeeld teambuilding.
Tenslotte heb ik van Guido geleerd om positief te coachen. Dit door aanwijzingen te geven waarin altijd een
positief aspect terugkomt. Wanneer een atleet een oefening niet volledig goed uitvoert geef ik tevens aan wat
er wel goed wordt uitgevoerd.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 12
HOOFDSTUK 6 JAARPLANNING ONTWERPEN

Voorbereidingsperiode Week 36-42 3 sept - 18 okt.


Algemene voorbereidingsperiode.
Intensiteit (relatief) laag, omvang steeds iets opvoeren.
Na vakantie rustig opbouwen, aangezien ze minder hebben getraind.
Focuspunten:
mobiliteit Foamrollen, lenigheids- en mobiliteitsoefeningen.
(Loop)techniek Loopscholing met weglopen, maar ook technische
onderdelen
Kracht algemeen Rompstabiliteit, (niet explosieve) kracht oef. met medicine
bal, eigen lichaamsgewicht, etc.
Technisch Basisvormen, voorwaarde scheppende oefenvormen
(aanloop verbeteren, eindfase optimaliseren, etc.)
Duurvermogen Duurtraining in de vorm van fartlek, duurloopjes, maar ook
verwerkt in andere vormen, zoals inlopen & spellen
Snelheid Korte sprints (a-lactisch) max 8-10sec.

Specifieke voorbereidingsperiode Week 44-51 21 okt - 20 dec.


Zoals VP1b. intensiteit steeds iets opvoeren.

Focuspunten:
(Loop)techniek Zoals VP1, gericht op ritme/frequentie, maar ook whicket
drills, hordes, etc.
Kracht algemeen Polymetrie in de vorm van loopsprongen, jumping squats,
etc. Maar ook reactiviteitvormen op banken, alle vormen
gericht op de omvang en technische landing
Technisch Meer toewerken naar wedstrijdvormen met oog op indoor
Duurvermogen Zoals VP1, meer toewerkend naar wedstrijd specifiek
duurvermogen, langer inlopen (naar bos), 150-300m
Snelheid Korte sprints (a-lactisch en lactisch), snelheidswerk d.m.v.
heuveltrainingen (omhoog)

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 13
Wedstrijdperiode 1 Week 2-8 7 jan - 14 febr.
locatie Atletiekbaan
Indoor/cross wedstrijdperiode
kort toewerken naar NK-junioren/CD-spelen, d.m.v. wat wedstrijd specifieke trainingen met behoud van het
karakter van de wintertraining. Piek ligt op outdoor seizoen.
Deze periode ook gebruiken om mentale, tactische aspecten te 'testen' en/of juist zwakke plekken te
achterhalen met oog op WP2.
Focuspunten:
(Loop)techniek Gericht op reactiviteit en wedstrijdonderdeel
Kracht specifiek Polymetrie gericht op explosiviteit.
Technisch Wedstrijd eindvormen. wedstrijd simuleren qua herhalingen,
wissels tussen onderdelen, etc.
Duurvermogen Wedstrijd specifiek duurvermogen
Snelheid Wedstrijd specifieke snelheidstrainingen

Voorbereidingsperiode 2 Week 9-16 25 febr - 18 april


Voorbereidend op outdoor seizoen, maar ook overgangsperiode van indoor/cross naar outdoor.
intensiteit omlaag, omvang geleidelijk aan weer omhoog.
Omstandigheden worden in deze periode beter, dus kan er weer begonnen worden met de basis van de
technische onderdelen.
Focuspunten:
mobiliteit Grotendeels huiswerk, soms nog wat vormen in w-up
(Loop)techniek Zoals VP1.
Kracht algemeen Zoals VP1, vormen met hordesprongen, banken.
Duurvermogen Zoals VP1.
Snelheid korte sprints (a-lactisch), snelheidswerk d.m.v.
heuveltraining (omlaag).

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 14
Wedstrijdperiode 2 Week
Wedstrijdperiode 2, toewerken naar piek op NK-junioren voor AB-jeugd en goede C-jeugd.
CD-jeugd vooral in deze WP2 mooie resultaten neerzetten en kijken of NK-junioren haalbaar is.
intensiteit omhoog, omvang omlaag. Laatste weken voor belangrijke piek taperen.

Focuspunten:
mobiliteit Eigen verantwoordelijkheid. Er wordt geen aandacht meer
aan besteed in de trainingen
(Loop)techniek Gericht op reactiviteit, bij technische onderdelen veel op
techniek werken
Kracht Geen accent op kracht
Technisch Zoals WP1
Duurvermogen Wedstrijd specifiek duurvermogen
Snelheid Wedstrijd specifieke snelheidstrainingen

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 15
HOOFDSTUK 7 8-WEEKS INTERVENTIE TRAININGSET

Periode jaarplan: specifieke voorbereidingsperiode

Macrodoel: De snelheid van de atleten verbeteren

Microcycli:

Week 1:
Doel: kort grondcontact voorvoet

Doelgroep Licht bevorderde atleten van 12-14 jaar

Leeftijd: jr. Conditieniveau: s o m v g Fase gedragsverandering: 1 2 3 4 5

Belastbaarheid De atleten doen allemaal aan topsport. Ze zitten qua trainingen en belastbaarheid redelijk op hetzelfde niveau.
Omdat de groep Ogedeeld is uit een mila team en een sprintteam zit er wel een verschil in kracht en snelheid
Wat kunnen ze / wat
kunnen ze niet?

Veiligheid Ik heb speciale aandacht voor blessure preventie. Ik hou rekening met het verschil in kracht en zorg ook dat ik
mijn atleten goed in de gaten houd. Een goede warming up is belangrijk

Ik heb speciale
aandacht voor. Doordat de atleten veel trainen zullen de oefeningen niet nieuw voor ze zijn.

Lesdoel(en) ● Technisch ● Tactisch ● Conditioneel ● Cognitief ● Sociaal-affectief

Bij deze training richt ik me puur op het verbeteren van de looptechnieck. Een belangrijk onderdeel hiervan is loopscholing.
Wat wil ik deze
Wanneer de atleten de oefeningen goed uitvoeren, kan dit vervolgens vertaalt worden naar de hardlooptechnieck.
training bereiken?
Geef één of meerdere
accent(en) aan!
Voet actief houden en focus op grondcontact voorvoet.

Persoonlijk
Mijn persoonlijke leerdoel wordt vooral gericht op het zien van details. Elke kleine aanpassing moet gegeven kunnen worden.
leerdoel
Loopscholing wordt namelijk vaak onderschat en hier moet een professionele looptrainer veel aandacht aan kunnen geven.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 16
Waar leg je zelf het
accent op t.a.v. je
eigen handelen?

● Intensiteit (% Hfmax) De intensiteit van de training zal ongeveer variëren van 50%-70% van Hfmax

Fysieke belasting

● Duur van de training / activiteit 90 min

● Arbeid-Rust verhoudingen Oefening – wandel terug

afgewisseld met zwaardere en lichtere oefeningen, waardoor de intensiteit relatief


laag blijft.

● Type belasting Spierbelasting

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel
Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

◼ 10 min dribbelen Didactische aanwijzingen:


W-
up

◼ Losmakende oefeningen
◼ Rug - Ontspannen en op lage hartslag
Tijd: - Rekken mag wat vervelend voelen, maar
◼ Enkels
moet niet te veel pijn doen
15 ◼ Schouders Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼ Rekken benen, liezen, hamstrings ◼ 10 matjes
etc.
min

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel
Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

◼ Eenlings handen in zij Didactische aanwijzingen:


◼ Eenlings handen omhoog
◼ Kenian shuffle ◼ Knie ontspannen, voet op spanning houden
◼ Lage kniehef ◼ Spitse knie
Loopscholing

◼ Middel hoge kniehef ◼ Voet actief houden


◼ Hoge kniehef ◼ Kort grondcontact
◼ Eenbenig kniehef ◼ Bij versnelling armen mee versnellen
◼ Kaatsen laag ◼ Zweefmoment
◼ Kaatsen hoog
◼ Kaatsen eenbenig
◼ Hakken lopen
Tijd: ◼ Buitenkant voet lopen
◼ Binnenkant voet lopen

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 17
◼ Teenstrek sprongetjes laag Totaal materiaal en hulpmiddelen: Differentiatiemogelijkheid:
20 ◼ Teenstrek sprongetjes hoog ◼ 4 pylonnen
◼ nvt
◼ Kikkersprongen ◼ = Atleten
min
◼ Loopsprongen
◼ Technische versnelling

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?
◼ Versnellen met pylonnen Didactische aanwijzingen:
De atleten staan in rijen achter ◼ Zelfde als bij loopscholing
pylonnen. Iedereen loopt zijn rij uit ◼ Probeer te versnellen en niet de pasgrootte aan te
en dribbelt door naar de rij links van passen
hem/ haar. De rijen verschillen in
Kern

moeilijkheid. De ene zit meer ruimte


tussen dan de ander. Zo moet
snelheid en voetenwerk hier op
afgestemd worden.
Differentiatiemogelijkheid:
◼ Na het uitvoeren van 2
◼ De laatste rij overslaan en de ena laatste 2 keer
rondes 2 minuten rust en
doen
dat een aantal keren
Tijd: herhalen ◼ De afstand voor de pylonnen aanpassen
20 Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼ 22 pylonnen

min

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?
10 buikspieroefeningen voor het Didactische aanwijzingen:
versterken van de core ◼ Navel intrekken
40:20
1. Enkeltikkers
2. Crunch
3. Situp
Differentiatiemogelijkheid:
Buikspieren

4. Zijkant buik liggend links


5. Zijkant buik liggend rechts ◼ Nvt
6. Situp links
7. Situp rechts
8. Roeien
9. Fietsen
10. Gestrekte benen
Tijd: Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼ 15 matjes
◼ stopwatch
15
min

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 18
Les- Bewegingsvormen Organisatie
deel Wat ga ik doen? Hoe regel ik het?
Voor het teamgevoel en voor de
fun: rond de tafel met een
skippybal.
Afsluitend spel

Tijd: Totaal materiaal en hulpmiddelen:


◼ 15 matjes
◼ Muziek box
◼ Stopwatch
◼ = kast
=

20
= mat
min

= skippybal

Week 2:
Doel: knie-inzet na vermoeidheid

De belangrijkste verbeterpunten van de vorige training


1 Iedereen stil laten staan voordat er uitleg gegeven wordt

Planning:
1. Warming up met mini hordes die ervoor zorgen dat de knieën spits blijven
2. De grondcontact en het voetenwerk uit de vorige training worden hierin meegenomen
3. Met grote hordes oefeningen doen, waarbij het ritme opgevoerd wordt, maar de focus ligt op de
knieën
4. Versnellingen doen uit loopsprongen
5. Versnellingen uit kniehef
6. Versnellingen uit gestrekte benen loop
7. Versnellingen uit trippling, kniehef laag, kniehef hoog
8. Evalueren:
Tops: goede aanwijzingen, logische indeling van de training.
Tips: Feedback geven aan de hele groep aan niet aan alleen een individu

Week 3:
Doel: verbeteren ritmegevoel
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 19
1 De feedback geven aan de hele groep en niet aan een individu

Planning:
1. Warming up met ladder
2. Gooien met een tennisbal terwijl de ladder wordt uitgevoerd op verschillende methodes, zodat de
coördinatie verbetert
3. Ladder steeds moeilijker maken
4. Loopscholing gericht op snelheid van het voetenwerk
5. Werken met kleine pylonnetjes. Steeds verder uit elkaar zetten, waardoor er versnelt wordt door de
pylonnen heen
6. Knieën tijdens alle oefeningen spits houden en de voet actief
7. Evalueren:
Tops: leuke afwisseling door te werken met een tennisbal en verschillende attributen
Tips: Niet te druk worden tijdens de uitleg. Houd het rustig en duidelijk

Week 4:
Doel: acceleratie met knie inzet, ritme en grondcontact
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Niet zelf te druk worden tijdens de uitleg. Rustig blijven training geven ander wordt de groep ook druk

Planning:
1. Werken met langere afstanden
2. Loopscholing breed en simpel houden
3. Verschillende oefeningen en tips uit de vorige trainingen er in terug laten komen
4. Opnieuw de hoedjes gebruiken om te herhalen wat hiervoor is gedaan.
5. De focus leggen op zowel de knie, het ritme als het grondcontact
6. Testen in langere afstanden: 10 x 100 meter vliegend met pauze terugwandelen
7. Eerste stuk van de 100 meter kleine hoedjes neerleggen, waardoor de atleten gedwongen worden om
snelle korte passen te nemen
8. Evalueren:
Tops: goede overgang van de hoedjes naar de 10x 100 meter
Tips: de groep bij elkaar roepen voor de uitleg en niet al beginnen met de uitleg terwijl de groep nog niet
compleet is. Dit zorgt voor onrust en onduidelijkheden

Week 5
Doel: Arm inzet gepaard met knie inzet
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 De groep eerst bij elkaar roepen voor uitleg

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 20
Planning:
1. Warming up algemeen met vooral losmakende oefeningen
2. Tijdens de warming up wat korte krachtoefeningen doen met dynabands ter versterking van buik,
heup, bovenbenen, core etc. En ter activatie van de benen
3. In de warming up competitie toevoegen door krachtoefeningen op snelheid uit te voeren
4. Gebruik maken van de medicinebal: Gooien vanuit squat, zijkanten, achterstevoren
5. Ladder: oefeningen, waarbij de focus ligt op het meewerken van de armen. Het gaat om snelheid en
voetenwerk, maar vandaag ligt de focus op de werking van de armen. Door de armen snel mee te
laten werken, zullen de benen ook versnellen
6. Testen vanuit startblok. Korte sprintjes vanuit startblok. Vooral de eerste passen zijn de armen erg
belangrijk
7. Evalueren:
Tops: door de activatie in de warming up sta je gelijk op scherp
Tips: meer gebruik maken van voorbeelden tijdens de uitleg. Bijvoorbeeld met behulp van video’s of foto’s
Week 6
Doel: snelheid creëren uit oefeningen
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Meer gebruik maken van voorbeelden tijdens de uitleg

Planning:
1. Tijdens de warming up vooral richten op kracht, zoals sprongen
2. Vervolgens overgaan naar versnellingen
3. De versnellingen uitbreiden om vanuit een oefening een versnelling te doen
4. Bijvoorbeeld: 6 loopsprongen en daarna versnellen. Dit doe je door alle voorgaande focuspunten
samen te voegen. Armen versnellen, knieën spits houden, voeten actief en frequentie opvoeren
5. Versnellingen uitbreiden door 3 x 4 x 60 meter op technieck, waarbij alle focuspunten als even
belangrijk worden beschouwd
6. Eindigen met een 200 meter op snelheid
7. Evalueren:
Tops: mooie overgang en leuk om te testen hoe de snelheid zich verbetert
Tips: van te voren aangeven wat het doel van de training is

Week 7
Doel: eerste pas groot en sterk (vanuit staande start)
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Het doel van de training van te voren bespreken

Planning:
1. Bespreken wat er tijdens de training gedaan wordt en waar aan gewerkt gaat worden
2. De warming up explosief en gebaseerd op kracht

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 21
3. Werken met dynabands en sprongoefeningen
4. Eenbenige sprongoefeningen
5. Korte sprints met sleep
6. Afsluiten met 1 korte sprint met sleep met iets meer gewicht
7. Ten slotte een 150 meter max uit startblok
8. Evalueren:
Tops: warming up en kern sluiten op elkaar aan
Tips: meer gebruik maken van de ruimte en de groep opslplitsen, zodat er meer individueel aandacht gegeven
kan worden aan de atleten

Week 8
Doel: eerste pas sterk → acceleratie
De belangrijkste verbeterpunten van de vorige les [verwerk de feedback duidelijk in je lesvoorbereiding]:
1 Meer gebruik maken van de complete ruimte en de groep opdelen in kleinere groepen

Planning:
1. Warming up gericht op acceleratie, dus veel versnellingen tijdens de loopscholing
2. Klein beginnen en steeds meer uitbreiden qua explosiviteit en snelheid
3. Opnieuw accelereren uit oefeningen
4. Terwijl een groep bezig is met oefeningen en horden gaat de andere helft van de groep corestabiliteit
doen met medicinebal en dynabands onder leiding van coach Guido van Weeren
5. In tweetallen met elastiek versnellingen maken en oefeningen uitvoeren, waarbij gericht wordt op
explosiviteit en kracht. Bijvoorbeeld sprongen, uitvalspassen, kniehef
6. Kern: starblokken. In tweetallen afwisselen. 4 x 20 meter vanuit startblok. Eerste pas explosief en sterk
7. Afsluiten met 6 x 100 staande start. Hard versnellen en op souplesse en gemak de laatste meters
doormaken met als motto: Run your force, don’t force your run
8. Evalueren:
Tops: Gebruik gemaakt van eerder gegeven feedback. Logische indeling van de training en er is vooruitgang
bemerkt bij de verbeterpunten. Tijdens de test is dan ook gebleken dat de snelheid vooruit is gegaan

Eindevaluatie:
Doordat de atleten gemotiveerd en gedreven zijn is het leuk om te zien dat ik niet de enige ben die hun
snelheid wil verbeteren, maar de atleten zelf ook alles willen doen om hun snelheid te verbeteren. De atleten
zitten in een fase, waarin ze erg druk zijn, maar gelukkig ook erg actief. Dit zorgt ervoor dat ze precies doen wat
ik wil dat ze doen. Ik merk dat ze vertrouwen hebben in mijn trainingen. Elke training is een apart doel
opgesteld, waardoor de atleten steeds kleine dingen aanpassen in hun looptechniek. Uiteindelijk moesten al
deze subdoelstellingen ervoor zorgen dat het grote doel gehaald werd. Gelukkig heeft dit goed uitgepakt en is
de snelheid van bijna alle atleten verbetert. Natuurlijk ben ik als coach hier erg blij mee, maar ook aan de
atleten heb ik gemerkt dat zij hier tevreden op terugkijken. Voor mij was het erg belangrijk dat ik de trainingen
zo op zou bouwen dat de atleten heel bleven en dat er in kleine stapjes gewerkt wordt naar het uiteindelijke
doel. De atleten zijn al goed getraind, waardoor veranderingen in kleine stapjes gebeuren. Dit is dan ook gelukt
waar ik met een positief gevoel op terug kan kijken. Voor deze 8-weeks interventie trainingset is een test
uitgevoerd, waarbij de actuele snelheid van de atleten is gemeten. Na deze trainingset is de test herhaalt,
waarna verbetering van de snelheid terug te vinden is. Deze test is te vinden onder het kopje: meten is weten.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 22
HOOFDSTUK 8 DE MENTALE COACH

Tekstuele rapportage

Teamanalyse op basis van mentale toestand sporters


De eerste weken mocht ik van coach Guido van Weeren enkel observeren. Eerst vond ik dit onzin, omdat ik zelf
vond dat ik al wel in staat zou zijn om trainingen te geven. Guido legde me uit dat het belangrijk is om eerst
goed te observeren, zodat ik de atleten en de trainingen beter leer kennen. Tijdens het observeren van de
trainingen hield ik me dan ook voornamelijk bezig met de atleten zelf. Hoe reageren zij op oefeningen en op
bepaalde acties, maar ook: hoe denken de atleten over bijvoorbeeld de mate van training? En, hoe voelen zij
zich voorafgaand aan een wedstrijd of training? Dit kun je niet alleen observeren, maar moet ook geanalyseerd
worden. In de kleedkamer met de meiden heb ik hierover gesproken. Ik begon na de trainingen vaak een
gesprekje waarin we deze punten besproken. Zo gaven atleten aan dat ze mentaal sterk worden gemaakt door
coach Guido. Guido verzorgt mentale trainingen en er komt af en toe een sportpsycholoog, waarbij ze op het
mentale vlak getraind worden. Guido traint ze meer op het gebied van doorzetten. Ze worden gepusht om
altijd door te gaan tot dat iets gelukt is. Wanneer een atleet iets niet wil doen, omdat het te lastig is, wordt
duidelijk gemaakt dat je op een wedstrijd ook niet zomaar kunt stoppen. Ook worden ze vaak uitgedaagd met
een competitieverband in een training. Deze zorgt er dan voor dat atleten tot het uiterste moeten gaan. Het
competitieverband vindt op de donderdagochtend vaak plaats. Mede door deze trainingen zijn de atleten
mentaal sterk.

Analyse zelfsturing sporters


Tijdens het observeren en geven van trainingen kwam ik er al snel achter dat de atleten zelf makkelijk een
eigen koers kiezen. Ze maken gebruik van elkaars sterke en zwakke punten om zo efficiënt mogelijk samen te
werken. Ik als coach, laat ze dan ook vaak vrij om te bekijken hoe ze dingen aan zouden pakken.
Bijvoorbeeld: Tijdens een training moet er wat worden opgebouwd met matten en pionnen. Ik zeg precies hoe
ik het wil hebben en geef ze 2 minuten om alles klaar te zetten. Vervolgens wordt er gebruik gemaakt van de
kwaliteiten van elkaar om binnen de tijd klaar te zijn.
Voorbeeld 2: Tijdens een volleybal oefening wordt er een partijtje gespeeld. De atleten mogen zelf kiezen hoe
ze gaan staan en wat volgens hun de beste methode is om te winnen. Na 10 minuten laat ik ze stoppen en geef
ik ze tijd om als team te evalueren en na te denken over wat er beter kan. Na het maken van een nieuwe
tactiek, merk ik dat de samenwerking verbeterd en dat er beter gespeeld wordt. Hier laat ik de atleten dan
compleet in vrij.

Groepsdynamica, flow en coaching vorm geven


Nu ik weet hoe Guido bepaalde oefeningen heeft aangepakt, wat de mate van zelfsturing van de sporters is en
hoe de mentale gesteldheid van mijn sporters is, kan ik bezig met het vormgeven van coaching in mijn
trainingen. In mijn trainingen wil ik verder met het mentaal sterker maken van mijn atleten. Dit wil ik doen
door ze af en toe uit te dagen met een competitieverband. Dit gaat vaak om focus oefeningen, dus niet perse
om wie de sterkste is. Zo blijft iedereen uitgedaagd en gefocust. Ook maakt iedereen kans om te winnen en
leren ze direct om de focus te verleggen. Daarnaast maak ik atleten mentaal sterker door ze te laten
samenwerken. Ook dit gebeurt in competitieverband door bijvoorbeeld een estafette vorm toe te voegen.
Daarnaast doe ik dit met teambuilding oefeningen, waarbij de atleten soms buiten hun comfort zone moeten
treden en volledig moeten vertrouwen op de teamgenoten. Ten slotte voeg ik loopscholing en hardloop
gerelateerde oefeningen toe aan de training. Wanneer atleten beter worden in oefeningen, zullen ze sneller
zelfvertrouwen krijgen en dus ook mentaal sterk zijn op wedstrijden.

Analyseren mentaal vlak


Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 23
Nu ik bovenstaande activiteiten heb toegepast in mijn trainingen heb ik een aantal atleten na een wedstrijd
gevraagd of ze vonden dat ze mentaal sterker zijn geworden dan dat ze voorheen waren.
De eerste wedstrijd waar ik met de atleten naartoe ben gegaan is de AVD cross. Dit is een zware cross waaraan
iedereen van mijn groep aan deel moest nemen. Voor de explosieve groep was dit mentaal zwaar, omdat ze
buiten hun comfort zone moesten stappen. Dit is een onderdeel waar ze normaal niet aan hoeven deel te
nemen, maar wat wel erg belangrijk is voor de ontwikkeling als atleet. Van een cross worden atleten namelijk
erg sterk en het is goed om af toe op een andere manier af te zien. Ik heb dan ook zowel een atleet van de
explosieve groep als een MILA atleet gevraagd hoe ze zich mentaal voor en na de wedstrijd voelden. Voor de
wedstrijd, omdat ze dan de zenuwen moeten kunnen onderdrukken en alleen gezonde spanning moeten
kunnen voelen, waarna ze hier profijt uit kunnen halen, en na de wedstrijd, omdat ik benieuwd ben of ze na
een slechte wedstrijd toch voldoening kunnen vinden.
Djalil van de explosieve groep geeft aan dat hij tegen de cross op zag. Wel vond hij dat hij zich mentaal sterker
voelde dan voorheen, omdat hij zich goed kon focussen op zijn doel. Hij geeft aan dat hij wist dat hij het zwaar
ging krijgen na een paar honderd meter, maar wist dit gevoel de baas te zijn. Ookal was hij niet tevreden met
zijn tijd, hij was tevreden omdat hij alles heeft gegeven.
Leroy is een jongen van de MILA groep. Leroy wist precies wat voor tijd hij wilde lopen omdat hij deze cross elk
jaar loopt. Voor de wedstrijd voelde hij zich gefocust en had hij er vertrouwen in dat hij zijn tijd zou gaan lopen.
Toen dit tijdens de wedstrijd ook het geval bleek te zijn voelde hij zich des te sterker en lukte het hem om te
versnellen. Hij keek dan ook met een tevreden gevoel terug op de wedstrijd en geeft aan dat vooral zijn
zelfvertrouwen sterk is verbeterd ten opzichte van een jaar geleden.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 24
HOOFDSTUK 9 METEN IS WETEN

Testprotocol
Mijn atleten wil ik graag ontwikkelen op het gebied van snelheid. Dit is zowel voor de explosieve groep als de
MILA atleten een belangrijk onderdeel. Hiervoor heb ik in samenwerking en overleg met de andere coaches de
10 meter staande start ontwikkeld. Het gaat hierbij puur om de eerste paar passen en om het verbeteren van
de eerste paar meters. Het zou mooi zijn als de atleten hier winst kunnen pakken. De atleten hebben te maken
met een strakke planning, maar de coaches waren het ermee eens dat dit een mooie test is en ze zijn benieuwd
hoe de atleten zich hierin ontwikkelen. De atleten hebben zelf ook testweken waarin de explosieve atleten
bijvoorbeeld een 100m max doen en de MILA atleten bijvoorbeeld een zoladz test. Deze test is dus compleet
anders. Voor de 10 meter staande start is meetmateriaal nodig waar ik gebruik van dien te maken. Guido
beschikt over een ET die ik kan gebruiken tijdens de test.

De test gaat als volgt. Elke atleet krijgt 6 pogingen om 10 meter zo snel mogelijk af te leggen. De eerste 3
pogingen hebben de atleten een aantal minuten rust. De laatste 3 pogingen gaan de atleten voorafgaand aan
de test knie heffen met een elastiek. Zo lopen ze eerst met weerstand en vervolgens leggen ze de test af
zonder weerstand. Ik was benieuwd of dit wellicht zou zorgen voor een positief effect. De 0 meting is
uitgevoerd op 6 december 2018. Vervolgens gaan de atleten weer verder trainen en richt ik me voornamelijk
op het verbeteren van de snelheid. Dit doe ik door me te richten op het grondcontact, de frequentie, de
loopscholing en sprongoefeningen. Als we kijken naar de CLUSK factoren richt ik me dus voornamelijk op
snelheid en kracht. Na 4 weken trainen is de test opnieuw uitgevoerd. Beide resultaten zijn hieronder in
tabellen weergegeven.

Resultaten

10 METER STAANDE START 6 DECEMBER 2018

poging 1 poging 2 poging 3 poging 4 poging 5 poging 6 best


Ronald 2.04 2.01 2.01 1.86 1.93 1.90 1.86
Akaash 1.91 1.88 1.85 1.81 1.83 1.83 1.81
Djalil 1.86 1.88 1.84 1.81 1.87 1.86 1.81
Leroy 2.18 2.16 2.08 2.09 2.19 2.09 2.08
Wu-Ping 2.13 2.17 2.18 2.04 2.03 2.17 2.03
Maud 2.05 2.05 1.96 1.99 1.96 2.08 1.96
Jill 1.95 2.00 1.97 1.86 1.85 1.85 1.85
Jamie 2.10 1.90 1.86 1.79 1.85 1.91 1.79
Lotte 2.03 1.99 2.09 1.93 1.97 2.03 1.93
Danique 1.92 1.94 1.96 1.89 1.83 1.79 1.83
Nando 2.05 1.94 2.02 2.05 2.08 2.03 1.94

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 25
10 METER STAANDE START 3 JANUARI 2019

poging 1 poging 2 poging 3 poging 4 poging 5 poging 6 best


Ronald 2.02 1.91 1.89 1.86 1.83 1.91 1.83
Akaash 1.87 1.82 1.90 1.78 1.83 1.85 1.78
Djalil 1.82 1.85 1.81 1.79 1.83 1.86 1.79
Leroy 2.11 2.12 2.08 2.05 2.11 2.15 2.05
Wu-Ping 2.09 2.11 2.16 2.03 2.05 2.12 2.03
Maud 2.02 2.02 1.99 1.95 1.99 2.03 1.95
Jill 1.87 1.99 1.83 1.82 1.90 1.92 1.82
Jamie 1.98 1.98 1.99 1.75 1.79 1.82 1.79
Lotte 2.04 1.89 1.93 1.98 2.01 2.03 1.89
Danique 1.81 1.92 1.96 1.96 1.95 1.98 1.81
Nando 1.99 1.94 2.02 1.92 1.95 1.96 1.92

Conclusie
Uit bovenstaande testresultaten kunnen een hoop conclusies getrokken worden. Allereerst is het voor mij als
coach leuk en interessant om te zien dat 10 van de 11 atleten hun tijd verbeterd hebben. Daarnaast zijn er een
paar andere interessante dingen te zien. Namelijk, voor sommige atleten bevalt de actieve rust beter dan voor
andere atleten. Als ik kijk naar een atleet waarbij de tijd aan het begin goed is en daarna afneemt, bijvoorbeeld
Danique:
Danique 1.81 1.92 1.96 1.96 1.95 1.98 1.81
Zie je dat ze aan het begin goed loopt en dat de tijden langzamer worden. Dit houdt in dat ze waarschijnlijk
vermoeid wordt en dat ze dus alleen aan het begin kan pieken. Danique is een explosieve atleet en heeft dus
moeite met de actieve rust, waarbij ze met weerstand moet knieheffen. Als we naar een MILA atleet kijken zien
we het volgende.
Leroy 2.11 2.12 2.08 2.05 2.11 2.15 2.05
Leroy is een MILA atleet en loopt zijn record na de eerste drie pogingen. Hij zakt daarna wel weer af, maar de
actieve prikkel heeft bij hem wel geholpen.
Wat ik hierbij het belangrijkste vind is dat de aanpak dus per atleet verschillend is en ook een ander effect
heeft op de tijden. Wat wel leuk is om te zien is dat alle atleten zichzelf op snelheid verbeterd hebben en dat
mijn trainingsmethodes dus gewerkt hebben.

Mila atleten

Explosieve atleten

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 26
HOOFDSTUK 10 MOTORISCH LEREN

Motoriek → vermogen om te bewegen


Tastzin → vermogen om aanraking waar te nemen
Auditief → geluidsgolven opnemen en ervaren als geluid
Visueel → beeld waarnemen

Doel

Bewegingsbeeld

Bewegingsplan

Uitvoering

Resultaat
3 therorieën motorisch leren

- Engramtheorie

- Schematheorie (aan de hand van regels die worden opgeslagen. Gebruik maken van bekende
bewegingspatronen. Nadenken over een beweging)

- Ecologische theorie (wat we zien omzetten inbeweging)

Van beginner naar gevorderde: 3 fases:


1. Cognitieve fase: doel moet bekend zijn en de belangrijkste regels. Observerend leren en zorgen voor
aangepast materiaal. Droog oefenen (zonder materiaal)
2. Associatieve fase: verfijning van de beweging. Bewust zijn van wat je doet. Feedback: 1
aandachtspunt per oefening
3. Autonome fase: automatiserend maken. Geen feedback. Onbewust uitvoeren.

Bij alle fases horen verschillende leermethodes en vormen. Als je je in de autonome fase begint, komen er
nieuwe oefeningen bij, waardoor de sporter weer opnieuw in de cognitieve fase belandt.
Het is dus een cirkel. Het bewegingsplan blijft zich aanpassen. In de autonome fase moet de coach vooral
stimuleren. Geen technische aanwijzingen meer geven. Dit is de fase waarin wedstrijden plaatsvinden.

Direct leren (expliciet): letterlijk, exact, verbaal. Focus op het lichaam. Geen zelflerende loop.
- Snel en efficient
- Afleren automatismen
- Verstoord natuurlijk bewegingspatroon
Indirect leren (impliciet): geen letterlijke kennisoverdracht. Zelflerend.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 27
Cognitieve Associatieve
Autonome fase
fase fase

Zelfstandige en
Verbaal-motorische Structurerende geautomatiseerde
fase fase fase

Indirect leren Deelbewegingen Blocked


practice

Direct leren Gebruik van


metaforen of
analogieën

Droog oefenen
Differentieel leren

Foutloos leren

Dwangstelling en
leren

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 28
Motorisch leerproces:

Cognitieve fase Associatieve fase Autonome fase

Bewuste aandacht Varieert per persoon Veel Weinig

Dominante informatie Visueel of cognitief → Proprioceptief

Bewegingsbeeld/ plan Globaal Uitvoering KP Geïntegreerd

Focus sporter Resultaat KR Uitvoering KP Resultaat KR

Sturingsniveau CZS Motorisch schors → Ruggenmerg/ hersenstam

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 29
Lesvoorbereiding motorisch leren 29-11-2018

Les- Bewegingsvormen Begeleiding en differentiatie


deel
Wat ga ik doen? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

◼ Rondjes inlopen
Warming-

◼ 1 = 2 x opdrukken
up

◼ 2 = 5 squats Differentiatiemogelijkheid:
◼ 3 = 5 jumping jacks
◼ Opdrukken op knieën

min

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel
Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

◼ tripling Didactische aanwijzingen:


◼ kniehef
◼ eenbenig kniehef - tenen omhoog
◼ kaatsen - kort grond contact
loopscholing

◼ eenbenig kaatsen Praatje plaatje daadje - blijven concentreren


◼ loopsprongen - beginnen met springen en vervolgens
◼ versnellingslopen : tripling, een voet optillen
kniehef, versnellen - knieën spits
- armen meenemen

Tijd:

min

Les- Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


deel
Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?

◼ 10 oefeningen:
abil
Cor
est

ity

◼ 1. Crunch

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 30
◼ 2. Sit up 40 sec arbeid 20 sec rust. Didactische aanwijzingen:
◼ 3. Hielen aantikken
◼ 4. Schuine buik links Alle oefeningen in de rust voordoen - Op adem komen in de rust
◼ 5. Schuine buik rechts
◼ 6. Schuine buik liggend links
◼ 7. Schuine buik liggend rechts
◼ 8. Roeien
◼ 9. Gestrekte benen omhoog
◼ 10. Fietsen incl armen
10 Differentiatiemogelijkheid:

min ◼ Te zwaar? Lichtere arbeid rust verhouding

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 31
HOOFDSTUK 11 TEAMANALYSE

RTC Noord Atletiek heeft verschillende teams, groepen en locaties. De groep die ik mocht trainen was de
onderbouw van locatie Groningen. Op de donderdag komen de MILA atleten en de explosieve atleten samen
om te zorgen voor een goede band tussen de teams en om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Ik was er
voornamelijk voor de donderdagochtend training, waardoor ik hier deel vanuit maakte. Aangezien het gaat om
een talententeam merk je dat motivatie vaak geen probleem is. Andere aspecten, zoals: ruzie, ergernissen,
veranderingen etc. spelen wel mee in de manier van training geven en de keuze van een bepaalde leiderschap.

Leiderschapsmethode
Mijn gekozen leiderschapsrol volgens het model van Quinn zou ik het best typeren als de producent.
Ik ben iemand die snel en effectief te werk gaat en dit ook uitstraalt naar de groep. Omdat ik aan topsport doe
en de groep die ik coach topsporters zijn, is het behalen van resultaten erg belangrijk. Dit beïnvloedt mijn team,
doordat ik direct de zwakke punten op zoek in mijn training en deze wil gaan verbeteren, zodat er gelijk
resultaat merkbaar is (Vangringsven M. & Vissers B. 2016). Mijn team is zelf gelukkig ook fanatiek, waardoor
deze aanpak gewaardeerd wordt. Op individueel niveau merk ik dat de spelers gemotiveerd worden wanneer
er vooruitgang geboekt wordt.

Communicatie
Communicatie is een erg belangrijk begrip en een belangrijke competentie. Door te observeren en te
analyseren hoe de huidige coach communiceert tegenover de groep, heb ik automatisch deze communicatie
vorm overgenomen. Aangezien ik een nieuwe coach ben voor de groep was het aan het begin af en toe lastig
om de aandacht te krijgen en om te zorgen dat er zorgvuldig geluisterd wordt. Aan het begin van de stage heb
ik af en toe moeten bewijzen dat ik verwacht hetzelfde behandelt te worden als hun huidige coach. Hiervoor
moest soms streng opgetreden worden. Ik ben niet iemand die graag zijn stem verheft en dit doe ik dan ook
niet snel (tenzij ik enthousiast word :)). Wanneer mensen niet luisterden of met andere dingen bezig waren
terwijl ik training probeerde te geven, haalde ik er een druktemaker uit en liet ik hem de oefening uitvoeren die
ik had uitgelegd. Aangezien hij dan enigszins voor schut werd gezet, omdat hij de oefening niet wist, gingen de
atleten beter opletten. Af en toe stelde ik me ook wat minder formeel op door bijvoorbeeld mee te doen met
een leuke oefening. Dit zorgde ervoor dat mijn band met de atleten sterker werd. Ook groeit hierdoor het
vertrouwen en komen ze snel naar je toe wanneer ze ergens mee zitten.

Doelen
Mijn belangrijkste doel dat ik wilde halen met het team was het winnen van hun vertrouwen. Ik wil dat de
atleten vertrouwen op mijn trainingsmethodes en dat ze inzien waarom ik bepaalde oefeningen uitvoer.
Daarnaast vind ik het winnen van persoonlijk vertrouwen erg belangrijk. Wanneer een atleet ergens mee zit of
ergens last van heeft wil ik dat deze naar mij toe kan komen en dit uitspreekt. Ten slotte is het behalen van
opgestelde doelen belangrijk. Van te voren heb ik gezegd dat ik de atleten wilde verbeteren op het gebied van
snelheid. Door trainingsmethodes toe te passen was dit een doel dat ik graag wilde behalen.

Begeleiden
Ik ben niet bang om op de voorgrond te treden en mijn oefeningen en trainingsmethodes te tonen. Door kennis
op te doen over verschillende vraagstukken ben ik zelfverzekerder en vind ik het fijn om de leiding te nemen. Ik
vind het fijn om van te voren duidelijk te hebben waar we naartoe werken en wat het doel is dat we als team
willen bereiken. Tijdens mijn begeleiding prefereer ik persoonlijk contact en persoonlijke aanwijzingen.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 32
Attentie verdeling
Ik probeer zo goed mogelijk uitvoering van oefeningen te analyseren. Doordat ik zelf veel kennis heb over
oefeningen en dergelijke is het voor mij eenvoudig om aanwijzingen te geven. Dit is dan ook iets waar ik druk
mee bezig ben tijdens de training. Ik probeer aan iedere atleet aandacht te geven, maar soms krijgt een atleet
die een oefening lastig vindt wat meer aandacht dan andere atleten. Natuurlijk krijgen andere atleten die
minder moeite hebben met een oefening complimenten, waardoor ze op hun beurt aandacht krijgen. Door
middel van videomateriaal probeer ik te zorgen voor een verduidelijkende uitleg, waardoor de atleten een
exacter beeld geschetst krijgen hoe ze een beweging dienen uit te voeren. Bij de atleten die een oefening al
goed uitvoeren probeer ik zo de details op te zoeken, waardoor ze vooruitgang blijven boeken. Bij atleten die
een oefening wat lastiger vinden, maak ik een aanwijzing eenvoudiger en zorgen we dat de basis allereerst
goed is. Atleten worden vaak gebruikt als voorbeeld.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 33
HOOFDSTUK 12 UITGEWERKTE TRAININGEN/ WEDSTRIJDEN

OVERZICHT GEGEVEN TR AININGEN

Datum Locatie Tijdsduur (minuten)


11-10-2018 Topsport Talentschool 120
18-10-2018 ‘’ 120
25-10-2018 ‘’ 120
1-11-2018 ‘’ 120
8-11-2018 ‘’ 120
15-11-2018 ‘’ 90
22-11-2018 ‘’ 90
29-11-2018 ‘’ 120
6-12-2018 ‘’ 90
13-12-2018 ‘’ 120
20-12-2018 ‘’ 120
27-12-2018 ‘’ 90
3-1-2019 ‘’ 120
10-1-2019 ‘’ 120
17-1-2019 ‘’ 120
24-1-2019 ‘’ 90
31-1-2019 ‘’ 120
7-2-2019 ‘’ 120
14-2-2019 ‘’ 120
21-2-2019 ‘’ 120
28-2-2019 ‘’ 90
7-3-2019 ‘’ 120
14-3-2019 ‘’ 120
21-3-2019 ‘’ 120
28-3-2019 ‘’ 120
4-4-2019 ‘’ 120
11-4-2019 ‘’ 120
18-4-2019 ‘’ 120
25-4-2019 ‘’ 120
2-5-2019 ‘’ 120
9-5-2019 ‘’ 120
16-5-2019 ‘’ 120
Totaal: 61 uur

Handtekening praktijkbegeleider Guido van Weeren:

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 34
TRAINING 11-10-2018

Donderdagochtend, locatie Topsport Talenschool

Wederom een training geobserveerd en ondersteund daar waar nodig.

Aantekeningen:
De opbouw van de zaal wordt volledig gedaan door de atleten. Hiervoor krijgen ze 4 min. Dit stimuleert de
samenwerking.

De meeste oefeningen tijdens deze training zijn gericht op samenwerking en het bedenken van de beste
tactiek.

Ook zitten er uitdagingen in de training. Bijv:


- Zo vaak mogelijk optrekken aan de ringen
- Zo lang mogelijk in pull-up houding blijven hangen

De training bestaat vooral uit:


- Krachtoefeningen
- Samenwerking
- Coördinatie
- Technische oefeningen
- Sprongoefeningen
- Lenigheid
- Spelvormen (basketbal)

Het doel van de training: De jonge atleten voorzien van een brede basis. De brede basis is belangrijk om een
goede topsporter te worden. Daarnaast zijn ze nog jong, dus moeten ze zich niet alleen richten op het
hardlopen.
Beeldmateriaal:

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 35
TRAINING 18-10-2018

Donderdagochtend, locatie TTS

Bij deze training heb ik coach Richard ondersteund. Hij is sinds een jaar trainer bij de onderbouw van het RTC.
Het viel me op dat hij meer spelvormen deed bij de jeugd en iets speelser met de atleten omgaat dan Guido. Ik
vond de training minder atletiek gericht dan de voorgaande trainingen. Wel was wederom het samenwerking
een belangrijk aspect van de training. Ik heb de training zelf ondersteund door een competitie element aan de
training toe te voegen. Deze oefeningen zijn hieronder uitgewerkt:

Les Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


- Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?
de
el
◼ Krachtoefening Didactische aanwijzingen:
Bij deze oefening gaan in tweetallen de ◼ Snel reageren
atleten tegen over elkaar liggen. Hierbij ◼ Breed staan
moeten ze door middel van aan elkaars
◼ Buik aanspannen
handen te trekken elkaar naar de grond
proberen te halen.

Differentiatiemogelijkheid:
◼ X

Tijd
: Totaal materiaal en hulpmiddelen:

5
min

Les Bewegingsvormen Organisatie Begeleiding en differentiatie


- Wat ga ik doen? Hoe regel ik het? Wat wil ik zien en wat ga ik zeggen?
de
el
◼ Reactievermogen oefening Didactische aanwijzingen:
◼ Een aantal keer doorwisselen ◼ Snel reageren
Bij deze oefening gaan in tweetallen de
◼ Jongens en meiden met elkaar atleten tegenover elkaar staan. Met een ◼ Vlot grond contact
mengen hand op de rug proberen ze met de
◼ Constant in beweging blijven
andere hand de ander van het tweetal op
de schouder te tikken. Wanneer het ◼ Schijnbewegingen maken
gelukt is om je tegenstander op de ◼ Ontwijken
schouder te tikken krijg je 1 punt. Doel:
zoveel mogelijk punten scoren.

Differentiatiemogelijkheid:
◼ X
Tijd
: Totaal materiaal en hulpmiddelen:
◼X
5
min

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 36
WEDSTRIJD AVD CROSS 27-10-2018

COACHING WEDSTRIJD
Voorbereiding wedstrijd
Voorafgaand aan de AVD cross is het belangrijk dat de atleten goed voorbereid zijn. Dit gebeurt aan de hand
van een goede trainingsweek. Mijn atleten lopen bij de AVD cross een sprintcross. 2 dagen voor de wedstrijd
zijn we met het team naar het parcours gegaan om deze te verkennen. Na deze training zijn we met zijn allen
gaan evalueren en heb ik een algemeen plan beschreven. Dit bestond uit het volgende:
Bij de start bij het mulle zand jezelf breed maken en gelijk veel snelheid maken met behulp van korte kleine
passen. Dit zorgt ervoor dat je gelijk een goede positie krijgt en niet verhinderd wordt door andere lopers.
Daarnaast is het belangrijk dat je snelheid kunt blijven houden bij de eerste bocht. De wedstrijd bestaat uit
twee rondes, dus na de eerste ronde zal het veld al uiteen getrokken zijn, waardoor de positie minder
belangrijk is. De start hebben we meerdere keren geoefend. Ook hebben we geoefend om voor jezelf op te
komen en af en toe wat agressief te zijn. In een wedstrijd zijn je trainingsmaatjes net zo goed je concurrenten.
Na de eerste bocht volgt een stukje single track. Des te belangrijker dat je hierbij dus een goede positie hebt
aangenomen. Oftewel: de start is bij de sprintcross bepalend. Na deze singletrack komt een stijle heuvel. Deze
moet zo efficiënt mogelijk opgelopen worden om hier zo weinig mogelijk energie en snelheid te verliezen. Ook
dit hebben we van te voren in trainingen geoefend. Je moet aanvallend zijn in heuvel op door korte snelle
passen te maken en heuvel af juist je benen lekker laten gaan. In de trainingen heb ik gemerkt dat de atleten
mij hier het hardst nodig zijn. De atleten zullen het op dit punt zwaar gaan krijgen. Hier zal ik staan om ze aan
te moedigen en om ze te herinneren aan de tactiek.

Begeleiding sporters
Ook heb ik voorafgaand aan de wedstrijd individueel gesproken met mijn sporters. Alle sporters zijn anders en
dus ook zal er individueel een tactiek besproken moeten worden. Als voorbeeld neem ik Leroy. Leroy is een
MILA loper die deze sprintcross goed kan gebruiken om sterker te worden en om meer wedstrijdervaring op te
doen. De sprintcross is ook voor de mentale ontwikkeling een erg goede optie.
Leroy kan niet goed starten, omdat hij niet zo explosief en breed is. Hij voelt zich snel geïntimideerd en heeft
moeite om op de voorgrond te treden. Voor een sprintcross is dit niet handig, dus heb ik voorafgaand aan de
cross een gesprekje met hem gevoerd.
De aanwijzingen die ik Leroy heb gegeven:
- Geloof in je eigen kunnen en kijk naar je eigen voordelen ten opzichte van de rest. Bijvoorbeeld: ik ben
misschien wel niet zo breed als een sprinter, maar ik vlieg die heuvels straks omhoog
- Ook heb ik aangegeven dat hij juist bij de stukken omhoog zijn winst moet pakken. Zijn conditie is erg goed
en doordat hij licht is is hij hier in zijn voordeel
- Bij de start is het wellicht niet handig om vooraan te staan, omdat je dan alleen maar naar achteren
geduwd wordt. Afgesproken is om schuin achter twee grote jongens te gaan staan. Automatisch maken
zijn de weg dan voor je vrij. Dit ziet er als volgt uit:

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 37
Evaluatie sporters
Toen Leroy klaar was met zijn wedstrijd zijn we weer even samen gaan zitten om de aandachtspunten te
bespreken. Hoe hebben de punten uitgepakt? En vond je zelf dat je de punten goed uitvoerde? Ben je tevreden
met je resultaat? Etc.
Allereerst heeft Leroy naar mijn idee een goede wedstrijd gelopen. Hij heeft zich gehouden aan mijn tips en
heeft zich mentaal sterk gehouden.
Leroy zelf was redelijk te spreken over zijn wedstrijd. Hij is tevreden over zijn start en over de
aandachtspunten, maar niet over de wedstrijd in zijn geheel. Hij merkte dat hij conditioneel moeite had met
het volbrengen van de sprintcross en baalde van dat gevoel.
Dit is uiteraard een herkenbaar en vervelend gevoel, maar dat was ook niet de reden dat Leroy deelneemt aan
deze cross. Het was de bedoeling dat het pijn ging doen en het was dan ook te verwachten dat hij niet super
zou lopen. Natuurlijk hoop je voor een wedstrijd dat je heerlijk loopt en er een super gevoel aan overhoudt,
maar deze cross was puur als training voor het indoorseizoen. Door dit even goed met hem besproken te
hebben en door nog een aantal keren de sterke punten te herhalen, is Leroy met een tevreden gevoel naar huis
gegaan.
Leuk feitje: Leroy heeft een top indoorseizoen gelopen.

Visie coach
Als coach bij een eerste wedstrijd is het lastig om van te voren verwachtingen te hebben. Van te voren had ik
voor mezelf op een rijtje gezet wat er allemaal belangrijk is wat ik van te voren moet regelen. Hierbij wordt
rekening gehouden met de wedstrijdvoorbereiding, de mentale staat van de atleten, de warming up van de
atleten, het regelen van de tijdschema’s en het eventueel ophalen van de nummers. Dit laatste was niet meer
nodig, want dat hadden mijn atleten zelf allemaal al geregeld (toppers). Mijn visie lag, voordat ik mee zou gaan
naar de eerste wedstrijd als coach, voornamelijk op mezelf. Ik was vooral bezig met mezelf en met het goed
willen doen van dingen. Natuurlijk is het belangrijk dat ik dingen goed doe, maar uiteindelijk gaat het toch om
de atleten. Deze visie heb ik halverwege de wedstrijd dan ook veranderd: zorg dat je atleten voorbereid en
zelfverzekerd bij de start staan, waardoor jij je taak hebt volbracht en je atleten een goede wedstrijd lopen.
Mijn visie heeft zich ontwikkeld van een kijk op mezelf naar een kijk op mijn atleten. Mijn coachwerk is
belangrijk, maar uiteindelijk wil ik dat mijn atleten zich gaan verbeteren en dat is waar ik het allemaal voor doe.

Bewijslast van AVD cross

Een aantal foto’s van mijn opgedane ervaring als coach tijdens een wedstrijd. Ik heb vooral de atleten
aangemoedigd, dus mentaal gesteund, geholpen bij de voorbereiding en naderhand verbeterpunten
meegegeven.

Foto 1: gezelligheid en het creëren van een goede sfeer

Foto 2: start van mijn jongste atleten (die bezig zijn met de uitvoering van de vooraf besproken tactiek)

Foto 3: evalueren van sterktes van de race met een bovenbouw sprint atleet die erg ontevreden was over haar
eigen race

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 38
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 39
TRAINING 1-11-2018

Donderdagochtend locatie TTS

Tijdens deze training werd er weer wat meer gericht op de looptechniek en de corestabiliteit van de atleten.
Het eerste deel van de training bestond uit het versterken van de core. Dit werd onder andere gedaan met
behulp van elastieken. Het tweede deel van de training bestond uit looptechniek. Hierbij werd allereerst
gekeken naar loopscholing en daarnaast werd er geoefend op het reactievermogen.

Ik had tijdens deze training een ondersteunende taak. Vooral tijdens de loopscholing was ik belangrijk. Het is
belangrijk dat deze oefeningen perfect worden uitgevoerd, dus er vielen veel aanwijzingen te geven.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 40
TRAINING 8-11-2018

Donderdagochtend locatie TTS

De training is gericht op challenges. De atleten doen vier challenges om mentaal sterker te worden. De atleten
worden uitgedaagd en mentaal getest door een aantal oefeningen

1. Balansoefening 1
2. Balansoefening 2
3. Pull-up houding ringen
4. Basketbal (zo vaak mogelijk
raak gooien in de ring)

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 41
TRAINING 22-11-2018

Donderdagochtend locatie TTS

Tijdens deze donderdagochtend training werd er vooral gericht op volleybal. Dit zorgt ervoor dat de jonge
atleten motorisch sterk worden. Bij sommige hardlopers merk je namelijk dat ze eigenlijk vrij slecht zijn in
balsporten. Volleybal past goed in het ASM model.

Guido had mij gevraagd om te ondersteunen tijdens een aantal volleybaloefeningen en het partijtje. Deze
training was dus niet atletiek gericht, maar compleet gericht op het ontwikkelen van motorische vaardigheden
op het gebied van balgevoel.

Tegelijkertijd werd er gewerkt aan samenwerking en moesten de atleten zelf nadenken over betere methoden
om spellen te gaan winnen.

De spellen werden uitgevoerd in competitie vorm. Dit zie je duidelijk terug in alle trainingen die gegeven
worden. Overal vindt je de competitie terug. Een voorbeeld spel was als volgt:

2 teams. Bal wordt constant over het net overgespeeld. Wanneer je de bal hebt overgespeeld ga je onder het
net door en sluit je achteraan aan.

Soortgelijke oefeningen werden het eerste uur gedaan, waarna 2 partijtjes volgden.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 42
TRAINING 29-11-2018

Donderdagochtend locatie TTS

Trainingsvoorbereiding:

Trainingsfase: Tijd:
Warming up 1: 10 min
- 3 rondes inlopen
- Doordribbelen en telkens verzint de
voorste persoon een oefening
(loopscholing). Deze sluit vervolgens
achteraan aan.

Warming up 2: 5 min
Tikspel Organisatie:

Bij dit tikspel zijn er 2 tikkers. Er mag maar een van


hen tikken. Als de een gehurkt zit, mag de ander
tikken. Als de andere van het tweetal vervolgens
gehurkt gaat zitten, mag de ander tikken.
= pylon
= tikker

Trainingsfase: Tijd:
Kern spel 15 min
Trefbal Organisatie:

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 43
2 vakken ; 2 teams
1 bal
2 kasten (in elk vak 1 kas)
6 pylonen (3 pylonen op elke kast)
2 manieren om te winnen: alle kegels van de kast van de tegenstander
gooien of als eerste team de tegenstander uitschakelen door tegenstanders
af te gooien.

1/ 2 ballen
2 kasten
6 pylonen

Regels: - Niet afweren


- Vangen = gooier af
- Afgegooid → langs de rand van de tegenstander
- Gooi je iemand af vanaf de buitenlijn, dan mag je er weer in
- Als eerste team alle tegenstanders uitgeschakeld → gewonnen
- Als eerste team alle pylonen van de kast van de tegenstander
gegooid → gewonnen

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 44
TRAINING 6-12-2018

Trainingsonderdeel Organisatie: Tijd:

Inlopen 7 rondes 3 min


(individueel rekken) 2 min
Trainingsonderdeel: Organisatie: Tijd:
Loopscholing 15 min

Er worden 2 rijengemaakt achter


2 dopjes. Er wordt telkens een
oefening uitgevoerd over een
afstand van ongeveer 10 meter.

Oefeningen:
*Accent op kort grondcontact
Oefening 1 x herhalen
- Eenlings
- kenian shuffle
- half hoge kniehef
- een benig kniehef links
- een benig kniehef rechts
- kaatsen
- een benig l/r
- gestrekte benen kort
- gestrekte benen lang
- sprongen voorvoet (klein en
groot)
- gestrekte benen loop,
verlengen, versnellen
- loopsprongen versnellen
- eenling, half hoge kniehef, hoge
kniehef, versnellen

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 45
Trainingsonderdeel: Organisatie: Tijd:
Corestability 10-15 min

Matjes tegenover elkaar

Benodigdheden:
Mini bands
Matjes

Oefeningen:
- Bekken kantelen (3x 4x 5
sec)
- Voorligsteun met
miniband om enkels
- Zijligsteun met miniband
- Sit-up miniband boven
strekken
- Buik liggen en
opstrekken met
miniband
- Staan. 1 been gestrekt, 1
been gebogen.
Weerstand geven op je
gebogen been en in
evenwicht blijven

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 46
Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 47
TRAINING 13-12-2018

Donderdagochtend locatie TTS

Training 13-12-2018

Trainingsfase: Tijd:
Warming- up 15 min
- 7 rondes inlopen
- Zelf rekken
- Loopscholing

Trainingsfase: Tijd:
Snelheidsvormen 15 min
Organisatie:
- Versnellingen in hoepels (varieren van
kleine passen naar grote passen)
3 variaties maken. Alle atleten lopen 3 x
door de variaties heen

- Versnellingslopen over hordes.


6 versnellingslopen en varieren met het
aantal passen tussen de hordes. Hierdoor
moeten de atleten harder of juist zachter
afzetten
- Wedstrijdjes.
1. 5 atleten tegelijk. Over de horden/
banken. 10 x push up achterwaarts op de
bank. 10 x over de bank heen. 5 x push up.
2 x per atleet

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 48
Benodigdheden:
3 banken.
15 hoepels.

CIRCUITTRAINING 24 -1-2019

Donderdagochtend locatie TTS

Warming up: 5 min

Door de zaal dribbelen over de lijnen. (2min)

Door de zaal dribbelen over de lijnen, kom je iemand tegen (bokje springen)

Door de zaal dribbelen, 1 (2 push-up), 2 (5 squats), 3 (3 jumpingjacks)

Loopscholing: 5 min

Allemaal op een lijn, iedereen bedenkt een oefening

Circuit: 20 min

10 oefeningen (2 tallen)

Oefening 30 sec uitvoeren en 30 sec rust/ coachen

2 sets. Tussen de sets 5 min rust (pak even wat drinken)

Oefeningen

Voorbereidende oefening: pushup houding tegenover elkaar zitten etc.

1. jump-squats
2. plank
3. skipping
4. mountain-climbers
5. burpees
6. dips
7. push up bank
8. over pylonnen springen
9. basketbal buikspieren achter hoofd aantikken
10. touwtje springen

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 49
TRAINING 14-2-2017

Donderdagochtend locatie TTS

10 rondes warmlopen → 3 min zelfstandig rekken 7 minuten

Loopscholing:

Losmaken → ritme → reactiviteit → grondcontact → springwerk → voetenwerk 7 minuten

Estafette spel 15 minuten

Hindernissen:

1. Grote mat met trampolines ervoor en een 2 matten erachter


2. 1e mat: 10 x roeien
3. Pylon: 10 x squat
4. Ringen: 3 x optrekken
5. Om de pylon en terugsprinten → volgende persoon aantikken

4.

3.

2.

1.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 50
Circuit : 20 minuten

Zelfde herhalen als vorige keer:


15 oefeningen (2 tallen)

Oefening 30 sec uitvoeren en 30 sec rust/ coachen

2 sets. Tussen de sets 5 min rust (pak even wat drinken)

Oefeningen:

Voorbereidende oefening: pushup houding tegenover elkaar staan etc.

11. jump-squats
12. plank
13. skipping
14. mountain-climbers
15. burpees
16. dips
17. push up bank
18. over pylonnen springen
19. basketbal buikspieren achter hoofd aantikken
20. touwtje springen

Afsluitend spel: 10 minuten

- 4 banken in de vorm van een kruis → 4 velden


- Atleten verdelen over 4 velden
- Grote bal in het veld gooien
- De teams moeten zorgen dat de bal de grond van het veld niet raakt

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 51
HOOFDSTUK 13 EVALUATIE

EVALUATIE VAN DE SPORTERS

Gemiddelde van een afgenomen enquête bij de atleten

1. Wat vonden jullie over het algemeen van mijn trainingen?


1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

2. Hebben jullie nieuwe dingen geleerd tijdens mijn trainingen?


1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

3. Zijn jullie tevreden met de behaalde resultaten op het gebied van snelheid?
1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

4. Hoe vonden jullie mijn houding en uitleg?


1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

5. Wat vonden jullie van het positief coachen en de mate waarin dit heeft meegewerkt met jullie motivatie?

2. - 3. +/- 4. + 5. ++
1. --
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

6. Wat vonden jullie van de variatie die in de trainingen waren aangebracht?


1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

7. Wat vonden jullie van het evalueren van trainingen?

1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

8. Denken jullie dat het team als geheel sterker is geworden?


1. -- 2. - 3. +/- 4. + 5. ++
(slecht) (matig) (gemiddeld) (goed) (zeer goed)

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 52
EEN KRITISCHE REFLEC TIE

Situatie
Het trainen van atleten rond de 12 jaar op het gebied van motorische ontwikkeling, waarbij zowel MILA atleten
als explosieve atleten aan bod komen. De gegeven training vindt plaats op de donderdagochtend en duurt
gemiddeld 90 minuten. Vanaf het begin van jaar 2 ben ik bij de groep atleten gekomen om mijn kennis over
training geven te verbreden en deze toe te passen op de groep.

Taak
Mijn taak tijdens deze stage was het uitvoeren van trainingen en de opgedane kennis van de cursus toe te
passen op mijn atleten. Op basis hiervan heb ik voor mezelf een aantal doelstellingen voor mezelf genoteerd en
hieruit heb ik 4 leervragen geformuleerd. Deze leervragen zijn als volgt:

1. Op welke manier kan ik binnen een half jaar positief leren te coachen, waardoor mijn atleten
gemotiveerder de training in gaan?
2. Hoe kan ik zorgen voor variatie in een training, waarbij meerdere trainingseigenschappen aan bod
komen?
3. Hoe kan ik een training uitdagend maken door oefeningen toe te voegen of aan te passen?
4. Hoe pak ik een evaluatie aan en hoe vaak moet ik een training of oefening evalueren?

Voor mezelf was het de taak om aan het einde van de stage deze leervragen te kunnen beantwoorden. Deze
heb ik enigszins al gereflecteerd aan de hand van de reflectie van de atleten in bovenstaande enquête.

Activiteit
Door wekelijks training te geven aan de atleten was het voor mij steeds makkelijker om deze leervragen uit te
werken en in mijn trainingen te verwerken. Door dingen te testen en toe te voegen aan trainingen heb ik
antwoord gekregen op mijn leervragen. Het belangrijkste wat ik heb gemerkt tijdens deze activiteit is dat je
niet bang moet zijn om dingen te testen. Soms liepen dingen niet perfect, maar daar leer je vervolgens van
door te zoeken naar een oplossing. Hierdoor heb ik zelf nieuwe dingen geleerd en de atleten ook.

Resultaat
Het resultaat van deze stage is voornamelijk dat ik heb geleerd dat atleten op jonge leeftijd ontzettend breed
getraind moeten worden. Daarbij moet ik als coach ervoor zorgen dat er in deze variërende trainingen
meerwaarde zit voor atleten. Zo heb ik geleerd dat alles wat ik doe met de atleten meerwaarde moet hebben
voor de atleet en het team zelf. Een volleybal training is leuk, maar waarom wordt een atleet hier beter van? Ik
ben tevreden over het behaalde resultaat van de trainingen over het algemeen, waarbij ik denk dat ik mijn
leervragen allemaal heb kunnen toepassen en ik meerwaarde heb kunnen leveren voor de atleten en het team.
Ook ben ik blij dat de teamleden vinden dat het team opzich sterker geworden is. Dit is uiteindelijk belangrijk
om verder te bouwen aan verbetering. Ik ben er van overtuigd dat een sterk team de basis is voor het boeken
van resultaten.

Reflectie
Reflecterend op mijn stage kijkend naar onder andere het resultaat en de activiteit, kan ik tevreden terugkijken
op deze periode. Dit vooral omdat ik zelf erg veel heb geleerd. Doordat ik zelf veel heb geleerd en dit heb over
kunnen/ mogen brengen op de atleten, zijn zowel de atleten als ik zelf gegroeid. Nog steeds kan ik erg veel
leren en dat ga ik ook zeker doen, maar voor deze periode ben ik tevreden over mijn opgedane kennis.

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 53
BEOORDELING PRAKTIJK BEGELEIDER

Beoordeling Annet Fledderus

Stageplek: RTC Noord atletiek

Stagebegeleider: Guido van Weeren

Annet heeft afgelopen periode stage gelopen bij de Onder 16 groep van het RTC Noord atletiek afdeling
Groningen. De stage was gericht op een training ‘atletische vorming’ voor deze doelgroep.

In deze trainingen worden allerlei trainingsvormen aangeboden, zoals circuits, andere sporten,
atletiekonderdelen en looptechniek.

Annet heeft in de eerste weken meegekeken hoe ik training gaf. In de 2e fase gaf ze een warming up en de
laatste fase was ze verantwoordelijk voor gehele training of trainingsdeel.

Annet had de basis altijd op orde. Ze had haar training voorbereid, was op tijd en was gekleed in de juiste
sportieve kleding.

Annet haar sterke kant qua trainingsinhoud ligt op gebied van atletische vorming, corestability en circuits. Ook
haar enthousiasme en passie werkt aanstekelijk op de groep. Wat ik Annet heb meegegeven is dat je voor en
groep talenten strenger mag zijn dan een gemiddelde gymklas. Dat betekent een bepaalde duidelijkheid,
eerlijkheid brengen aan de groep en eisen dat de inzet hoog ligt (100%) Dit heeft zij goed opgepakt in de stage
periode.

Als Annet zou willen werken met een doelgroep als deze mag ze werken aan de hoeveelheid oefenstof die ze
kan aanbieden en daarmee creatief en flexibel mee leren om gaan.

De groep nam haar serieus als leider en ze heeft daardoor grotendeels alleen voor de groep gestaan. Dit ging
prima.

De uitvoering van Annet haar stage geef ik een ruim voldoende.

Guido van Weeren

Hoofdcoach RTC Noord atletiek

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 54
BRONVERMELDING

1. Hulsbos F. (2009) Leiderschap. Geraaadpleegd op 20-1-2019. Van:


https://www.managementsite.nl/kennisbank/leiderschap
2. Nieuwenhuis M.A. (2003-2010) Leiderschapsstijlen. Geraadpleegd op 19-1-2019 van:
http://123management.nl/0/030_cultuur/a300_cultuur_10_leiderschapsstijlen.html
3. De Roode P. (2002) Het werk van Rober Quinn belicht. Geraadpleegd op 22-1-2019. Van:
http://www.pderoode.com/Organisatieculturen-Quinn-ML.pdf
4. Big Five Persoonlijkheidstest. Geraadpleegd op 20-12-2018. Van: https://www.123test.nl/bigfive/
5. Hersey & Blanchard (2015) 4 leiderschapsstijlen volgens Hersey & Blanchard. Geraadpleegd op 22-1-
2019. Van: http://www.raamstijn.nl/eenblogjeom/index.php/categorie-1/5263-leiderschapsstijlen-
volgens-ken-blanchard
6. Vangringsven M. & Vissers B. (2016) Kracht in Samenwerken (1e druk) Geraadpleegd op 20-1-2019
7. Simons W. (2019) Marit van Egmond. Een visie moet simpel uit te leggen zijn. Geraadpleegd op 27-1-
2019. Van: https://www.mt.nl/leiderschap/marit-egmond-ah-visie-moet-simpel-leggen/544668

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 55
BIJLAGE 1 FILMMATERIAAL

- Uitvoeren van sportprogramma’s en mijn begeleiding

https://youtu.be/VbLc5N963No

Annet Fledderus
375534 Sportkunde 2H 56

You might also like