Professional Documents
Culture Documents
Navi 900 Handleiding
Navi 900 Handleiding
Infotainment System
Inhoud Inleiding ......................................... 4
Radio ........................................... 29
CD-speler ..................................... 46
AUX-ingang ................................. 52
USB-poort .................................... 54
Digitale fotolijst ............................. 58
Navigatie ...................................... 61
Spraakherkenning ...................... 109
Telefoon ..................................... 125
Trefwoordenlijst ......................... 148
4 Inleiding
Overzicht bedieningselementen
Navi 600 / Navi 900
Inleiding 7
CD 400
10 Inleiding
15 BACK .................................... 17
Menu: één niveau terug ........ 17
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer .......... 17
16 TONE .................................... 23
Tooninstellingen .................... 23
17 PHONE ............................... 125
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 139
Geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............ 16
12 Inleiding
CD 300
Inleiding 13
In- of uitschakelen van een functie Invoeren van een tekenreeks CD 400
Selecteren van een optie
Een instelling activeren Instellen van een waarde In- of uitschakelen van een functie
Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐ om de actuele waarde van de instel‐ om de functie die u in of uit wilt scha‐
ren. ling te wijzigen. kelen te markeren. Druk op de multi‐
Druk op de multifunctionele knop om Druk op de multifunctionele knop om functionele knop om tussen de instel‐
de instelling te activeren. de ingestelde waarde te bevestigen. lingen Aan en Uit te wisselen.
Inleiding 21
Draai aan de multifunctionele knop In- of uitschakelen van een functie Invoeren van een tekenreeks
om de gewenste instelling weer te ge‐
ven.
Druk op de multifunctionele knop om
de instelling te activeren.
Instellen van een waarde
Alle te ontvangen DAB-zenders Kunnen zenders uit de in de frequen‐ de PTY-code ook aan de actuele in‐
3 42 in het actuele ontvangstgebied tiebereikspecifieke zenderlijst niet houd van het uitgezonden pro‐
worden getoond. langer worden ontvangen: gramma aan.
Let op Selecteer het betreffende commando Het Infotainmentsysteem slaat deze
Als er van tevoren geen zenderlijst voor het bijwerken van een zender‐ zenders, gesorteerd op programma‐
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐ lijst. type, in de betreffende categorielijst
mentsysteem automatisch naar zen‐ CD 400: de dualtuner van het info‐ op.
ders. tainmentsysteem werkt de FM-zen‐ Een door een zender gedefinieerd
derlijst op de achtergrond continu bij. programmatype zoeken: selecteer de
Handmatig bijwerken is niet nodig. optie frequentiebereikspecifieke ca‐
Het zoeken naar zenders wordt ge‐ tegorielijst.
start. Nadat het zoeken is afgerond
wordt de laatst ontvangen zender af‐
gespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij de update van een lijst van een
station op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
Selecteer de gewenste zender. rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
Let op updatet.
Het huidige station wordt gemar‐ Categorielijst
keerd door i. Talloze RDS-zenders 3 38 zenden Er verschijnt een lijst met op dat mo‐
een PTY-code uit die het uitgezonden ment beschikbare programmatypes.
Bijwerken zenderlijsten
programmatype aangeeft (bijv. Selecteer het gewenste programma‐
nieuws). Sommige zenders passen type.
38 Radio
zendfrequentie met de beste ont‐ Selecteer Radio-instellingen en ver‐ Soms zenden RDS-zenders op ver‐
vangst van de geselecteerde zen‐ volgens RDS-opties. schillende frequenties programma's
der. uit die regionaal van elkaar verschil‐
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ len.
der geeft het Infotainmentsysteem Zet Regionaal op Aan of Uit.
radioteksten weer die bijv. Als regionalisatie is ingeschakeld,
informatie over het actuele pro‐ worden er uitsluitend alternatieve fre‐
gramma kunnen bevatten. quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Navi 600 / Navi 900
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale pro‐
gramma's.
RDS in-/uitschakelen RDS-scrolltekst
Zet RDS op Aan of Uit. Sommige RDS-zenders gebruiken de
regel van de programmanaam voor
Let op het tonen van eventuele extra infor‐
Na het uitschakelen van RDS wordt matie. De programmanaam is dan
deze functie automatisch weer inge‐ niet meer te zien.
schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of Voorkomen dat aanvullende informa‐
een voorkeuzeknop). tie wordt weergegeven:
RDS configureren Zet RDS-tekst stoppen op Aan.
Om het menu voor de Regionalisatie in- en uitschakelen
RDS-configuratie op te roepen: (RDS moet voor regionalisatie zijn in‐
geschakeld.)
Druk op de CONFIG-toets.
40 Radio
Configureren DAB het volume van het infotainment‐ De volgende opties zijn beschikbaar
systeem zo worden afgesteld dat in het configuratiemenu:
Navi 600 / Navi 900 zacht geluid goed hoorbaar is zon‐ ■ Automatische groeplinks: is deze
der dat hard geluid te hard klinkt. functie geactiveerd, schakelt het
■ Frequentieband: na het selecteren systeem over op dezelfde service
van deze optie kan de gebruiker be‐ van een ander DAB-ensemble (fre‐
palen welke DAB-frequentieberei‐ quentie indien beschikbaar) als het
ken door het Infotainmentsysteem DAB-signaal te zwak is om door de
dienen te worden ontvangen. radio te worden geïnterpreteerd.
■ Automatische links DAB-FM: is
CD 400
deze functie geactiveerd, schakelt
het systeem over naar de betref‐
fende FM-zender de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
CONFIG-toets indrukken.
■ Dynamische geluidsaanpas.: is
Selecteer Radio-instellingen en ver‐ deze functie geactiveerd, wordt het
volgens DAB-instellingen. dynamische bereik van het DAB-
De volgende opties zijn beschikbaar signaal gereduceerd. Dat betekent
in het configuratiemenu: dat het volume van hard geluid wel,
■ Dynamische audioaanpassing: is maar dat van zacht geluid niet
deze functie geactiveerd, wordt het wordt gereduceerd. Daardoor kan
dynamische bereik van het DAB- CONFIG-toets indrukken.
signaal gereduceerd. Dat betekent
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
dat het volume van hard geluid wel,
volgens DAB-instellingen.
maar dat van zacht geluid niet
wordt gereduceerd. Daardoor kan
Radio 45
■ De volgende beperkingen zijn van wma-bestanden wordt geplaatst, CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
toepassing op gegevens die op een worden mp3-gerelateerde menu's Form 2.
mp3/wma-cd zijn opgeslagen: weergegeven. ■ De volgende bestandsformaten
Maximale mapstructuurdiepte: kunnen worden gebruikt:
11 niveaus. CD 300/CD 400
ISO9660 Level 1, Level 2, (Romeo,
De cd-speler van het infotainment‐
Maximaal aantal mp3/wma-bestan‐ Joliet).
systeem kan audio-cd's en mp3/
den dat kan worden opgeslagen: MP3- en WMA-bestanden die zijn
wma-cd's afspelen.
1000. geschreven in een ander formaat
Wma-bestanden met Digital Rights Belangrijke informatie over audio- en dan hierboven gegeven kunnen
Management (DRM) van online- mp3/wma-cd's wellicht niet of niet goed worden af‐
muziekwinkels kunnen niet worden gespeeld en hun bestandsnamen
afgespeeld. Voorzichtig en mapnamen kunnen wellicht niet
Wma-bestanden kunnen alleen goed worden weergegeven.
veilig worden afgespeeld als deze Plaats in geen geval dvd's, single- Let op
met Windows Media Player, mini‐ cd's met een diameter van 8 cm of ISO 13346 wordt niet ondersteund.
maal versie 8, zijn aangemaakt. speciaal vormgegeven cd's in de Wellicht moet u bij het branden van
audiospeler. een audio-cd als voorbeeld met Win‐
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls Plak nooit stickers op uw cd's. De dows 7 handmatig ISO 9660 selec‐
cd's kunnen in de speler vast blij‐ teren.
De afspeellijstitems moeten als re‐ ven zitten en het afspeelmecha‐
latieve paden zijn opgemaakt. ■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging
nisme zwaar beschadigen. Een die niet voldoen aan de
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐ kostbare vervanging van uw toe‐
spelen van mp3-bestanden behan‐ audio-cd-standaard, worden moge‐
stel is dan noodzakelijk. lijk niet correct of zelfs helemaal
deld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden hetzelfde niet afgespeeld.
■ De volgende CD-formaten kunnen
is. Wanneer een cd met worden gebruikt: ■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn
kwetsbaarder dan voorbespeelde
CD-ROM Mode 1 en Mode 2. cd's. Ga op een correcte manier
48 CD-speler
met de cd's om. Dit geldt vooral ■ De volgende beperkingen zijn van Gebruik
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's. toepassing op gegevens die op een
Zie hieronder. mp3/wma-cd zijn opgeslagen: Navi 600 / Navi 900
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐ Aantal nummers: max. 999.
den mogelijk niet correct of zelfs Aantal mappen: max. 255.
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met Mapstructuurdiepte: max.
de apparatuur. 64 niveaus (aanbevolen: max.
8 niveaus).
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐
diotracks en gecomprimeerde be‐ Aantal afspeellijsten: max. 15.
standen, bijv. MP3 zijn opgeslagen) Aantal nummers per afspeellijst:
kunnen audiotrackgedeelte en de max. 255.
gecomprimeerde bestanden sepa‐ Toepasbare afspeellijstexten‐
raat worden afgespeeld. sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's ■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
geen vingerafdrukken op de cd's spelen van mp3-bestanden behan‐
komen. deld, omdat de werking voor Afspelen van een CD starten
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na mp3- en wma-bestanden hetzelfde Duw de CD met de beschreven kant
het uitnemen uit de cd-speler om ze is. Wanneer een cd met naar boven zo ver in de CD-sleuf dat
tegen beschadiging en vuil te be‐ wma-bestanden wordt geplaatst, deze naar binnen wordt getrokken.
schermen. worden mp3-gerelateerde menu's Het afspelen van de CD start auto‐
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen weergegeven. matisch en het Audio-cd of Audio-
de lens van de cd-speler binnen in MP3-menu wordt weergegeven.
het apparaat vies maken en storin‐ Zit er al een CD in het apparaat, maar
gen veroorzaken. is het Audio-cd of Audio-MP3-menu
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐ niet actief:
rect zonlicht. Toets CD/AUX indrukken.
CD-speler 49
Het Audio-cd of Audio-MP3-menu Snel vooruit of achteruit Om een track op de audio-CD te se‐
wordt geopend en de CD-speler Druk op de s of u-knop en houd lecteren: selecteer Titellijst en selec‐
wordt gestart. deze ingedrukt om de actuele track teer daarna de gewenste track.
Afhankelijk van de data die op de au‐ vooruit of achteruit te spoelen. Tijdens het afspelen van een MP3
dio- of MP3-CD is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display de betref‐ Selecteren van tracks via het audio-
fende informatie over de CD en de CD of MP3-menu
actuele track. Tijdens het afspelen van een audio-
CD
Selecteren van een track
Draai de multifunctionele knop om
een lijst met alle tracks op de CD weer
te geven. Het nummer dat op dat mo‐
ment wordt afgespeeld, staat gese‐
lecteerd.
Selecteer de gewenste track.
Naar de volgende of vorige track Druk op de multifunctionele knop om
gaan het MP3-gerelateerde menu te ope‐
Druk één of meerdere keren kort op nen.
de s of u-knop.
Voor het afspelen van alle track in wil‐
Track zoeken vooruit en achteruit Druk op de multifunctionele knop om lekeurige volgorde:
Druk kort op de s of u-knop en het audio-CD-gerelateerde menu te Toevalsweergave (RDM) op Aan zet‐
druk weer op de s of u-knop en openen. ten.
houd deze ingedrukt tot de gewenste Voor het afspelen van alle track in wil‐ Om een track te selecteren uit een
track wordt weergegeven. lekeurige volgorde: map of afspeellijst (indien beschik‐
Toevalsweergave (RDM) op Aan zet‐ baar): selecteer Mappen of
ten. Afspeellijsten.
50 CD-speler
Selecteer een map of afspeellijst en Als de CD na het uitwerpen niet wordt Afhankelijk van de data die op de au‐
selecteer daarna de gewenste track. verwijderd, wordt deze na enkele se‐ dio- of MP3-CD is opgeslagen, ver‐
conden automatisch weer naar bin‐ schijnt er op het display de betref‐
Selecteer Zoeken om een menu met
nen getrokken. fende informatie over de CD en de
extra opties voor het zoeken en se‐
actuele track.
lecteren van tracks te openen.
CD 300 / CD 400
CD plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of MP3-CD: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3.
Afhankelijk van het aantal opgesla‐
gen tracks kan het zoekproces enkele Afspelen van een CD starten Selecteer de gewenste optie.
minuten duren. Druk op de CD/AUX-knop om het CD
of MP3-menu te openen. Mapniveau wijzigen
Selecteer een zoekoptie en selecteer (alleen CD 300, MP3 afspelen)
daarna de gewenste track. Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart. Druk op knop g of e of om naar een
Een CD verwijderen hoger of lager mapniveau te gaan.
Toets d indrukken.
Naar de volgende of vorige track
De CD wordt uit de CD-sleuf gewor‐ gaan
pen. Druk kort op knop s of u.
CD-speler 51
CD 300 / CD 400:
54 USB-poort
Opgeslagen De bediening van de via USB aange‐ Op de volgende pagina's worden al‐
sloten gegevensbronnen is hetzelfde leen de afwijkende/aanvullende be‐
audiobestanden afspelen als bij een audio MP3/WMA CD dieningsaspecten beschreven.
3 48. iPod functies
Navi 600 / Navi 900
iPod
MP3-speler / USB-opslagstations
CD 300 / CD 400 Bediening van de displayschermen is Voor het weergeven van een menu
alleen beschreven voor USB-opslag‐ met de verschillende extra opties
stations. De bediening van andere voor het zoeken en selecteren van
apparaten zoals iPod of Zune is vrij‐ tracks: selecteer Zoeken.
wel hetzelfde. Het zoekproces op het USB-apparaat
kan enkele minuten duren. Tijdens dit
Selecteren van tracks via het USB-
proces wordt de laatst ontvangen
menu
zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in wil‐
lekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen:
Herhalen op Aan zetten.
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX-knop om de USB-modus
te activeren.
Het afspelen van de op het USB-ap‐
paraat opgeslagen audiogegevens
start.
De bediening van audiobronnen die Druk op de multifunctionele knop om
aangesloten zijn via USB is groten‐ het USB-gerelateerde menu te ope‐
deels gelijk aan die voor een audio nen.
MP3-CD 3 48. Voor het achter elkaar afspelen van
Op de volgende pagina's worden al‐ alle tracks: selecteer Alles afspelen.
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
58 Digitale fotolijst
Digitale fotolijst Algemene informatie ■ Alleen de eerste 100 foto's (op volg‐
orde gesorteerd zoals opgeslagen
Met de functie Digitale fotolijst (alleen in de hoofddirectory van het USB-
Navi 600 / Navi 900) kunt u uw favo‐ station) worden aangeboden voor
riete foto's één voor één bekijken op downloaden .
Algemene informatie .................... 58
het display van het Infotainmentsys‐
Gebruik ........................................ 59 teem. ■ Alleen foto's in het standaard
JPEG-formaat (bestandsexten‐
U kunt uw favoriete foto's downloa‐ sies, bijv. .jpg of .jpeg) worden on‐
den van een USB-station dat met de dersteund .
USB-poort 3 54 van het Infotainment‐
systeem is verbonden. Voorbeeld: F:\myPicture.jpg, waar‐
bij F:\ de hoofddirectory is van het
Er kunnen maximaal 10 foto's in het USB-station.
geheugen van het Infotainmentsys‐
teem worden opgeslagen. ■ De maximale ondersteunde resolu‐
tie van een foto is 12 megapixel.
De foto's worden in de oorspronke‐
lijke verhouding (randen, indien no‐ De resolutie van foto's met hogere
dig, zijn zwart) en oriëntatie op het resolutie wordt tijdens het downloa‐
display getoond. den verlaagd.
De resolutie van foto's met lagere
Belangrijke informatie resolutie wordt tijdens het downloa‐
■ De foto's die u wilt downloaden, den niet verhoogd en deze foto's
moeten in de hoofddirectory worden in het midden van het dis‐
(bijv. "F:\") van het USB-station play gecentreerd.
worden opgeslagen.
Digitale fotolijst 59
Gebruik
Foto's downloaden en/of
verwijderen
Verbind een USB-station waarop uw
favoriete foto's zijn opgeslagen, met
op de USB-poort 3 54 van het Info‐
tainmentsysteem.
Druk op de CONFIG-toets, selecteer
Displayinstellingen en vervolgens
Fotolijst. Het onderstaande menu
wordt weergegeven.
Het menu toont een lijst met de be‐ Selecteer max. 10 foto's die u wilt
standsnamen van alle foto's (zie bo‐ downloaden naar (toevoegen aan)
venstaande beperkingen bij "Belang‐ het geheugen van het Infotainment‐
rijke informatie") die in de hoofddirec‐ systeem of in dat geheugen opgesla‐
tory van het verbonden USB-station gen wilt laten.
zijn opgeslagen. Selecteer Bevestigen om het down‐
Als foto's reeds in het geheugen van loaden en/of verwijderen te starten.
het Infotainmentsysteem zijn opge‐ Er verschijnt een bericht dat laat zien
slagen, worden de "oude" foto's eerst hoeveel foto's zullen worden gedown‐
op het menu vermeld en aangegeven load en/of verwijderd.
met MEM; zie onderstaande afbeel‐
ding. Selecteer Doorgaan als u het down‐
loaden en/of verwijderen wilt starten.
Als u "oude" foto's wilt verwijderen,
Selecteer Foto's toevoegen / moet u de selectie ervan ongedaan
verwijderen om het onderstaande maken voordat u nieuwe foto's down‐
menu te openen. loadt.
60 Digitale fotolijst
Het systeem werkt in principe ook met gens de vooraf ingestelde criteria om Kaartgegevens
een slechte GPS-ontvangst, maar verkeersproblemen heen wordt gere‐ Alle benodigde kaartgegevens zijn
daarbij neemt de nauwkeurigheid van den. opgeslagen op een SD-kaart die bij
de positiebepaling af, wat in foute po‐ Is er een actueel verkeersprobleem het Infotainmentsysteem wordt gele‐
sitiemeldingen resulteert. tijdens een actieve routebegeleiding, verd.
Na de invoer van het bestemmings‐ vraagt het systeem - afhankelijk van Voor gedetailleerde beschrijvingen
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐ de vooraf gemaakte instelling - of de over het omgaan met en vervangen
zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt route veranderd moet worden. van de SD-kaart met kaartgegevens,
de route berekend vanaf de huidige De TMC-verkeersinformatie wordt op zie hoofdstuk "Kaarten" 3 103.
locatie tot de geselecteerde bestem‐ het routebegeleidingsscherm met
ming. symbolen weergegeven of verschijnt
De routebegeleiding vindt plaats door in het TMC-berichten-menu als gede‐
Gebruik
navigatiecommando’s en door een tailleerde tekst.
richtingspijl, evenals door een meer‐
Bedieningselementen
Een voorwaarde voor het gebruik van De belangrijkste navigatie-specifieke
kleurig kaartscherm. TMC-verkeersinformatie is de ont‐ bedieningselementen zijn de vol‐
vangst van TMC-zenders in de be‐ gende:
TMC- verkeersinformatiesys‐ treffende regio.
teem en dynamische NAV-toets: activeer de navigatie;
Dynamische routebegeleiding werkt toon de huidige positie (bij actieve
routebegeleiding alleen als verkeersinformatie wordt routebegeleiding); toon berekende
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangen via het TMC verkeersin‐ route (bij actieve routebegeleiding);
ontvangt van de TMC-radiozenders formatiesysteem. wisselen tussen weergave volledige
alle actuele verkeersinformatie. Bij
De dynamische routebegeleidings‐ kaart, pijlweergave (bij actieve route‐
een actieve dynamische routebege‐
functie kan worden uitgeschakeld in begeleiding) en weergave in gedeeld
leiding wordt deze informatie gebruikt
het Navigatie-opties-menu, zie hoofd‐ scherm; zie "Informatie op het dis‐
om de hele route te berekenen. Daar‐
stuk "Begeleiding" 3 92. play".
bij wordt de route zo gepland dat vol‐
DEST-toets: menu met opties voor
bestemmingsinvoer openen.
Navigatie 63
Achtwegschakelaar: weergaveven‐ Voor het herhalen van de laatste rou‐ ■ Kaartweergave van de omgeving
ster in navigatiekaartweergave bewe‐ tebegeleidingsinstructie, drukt u op rond de huidige positie.
gen; om de bestemming te selecte‐ de RPT NAV-knop. ■ Op de kaart: huidige positie gemar‐
ren, drukt u de knop in de gewenste keerd door een rode driehoek.
richting om het dradenkruis op een Informatie op het display
bestemming op de kaart te plaatsen. Een kompassymbool dat de noor‐
Routebegeleiding niet actief delijke richting aangeeft.
RPT-toets: laatste routebegeleidings‐
bericht herhalen. Als op de huidige positie geen
GPS-signaal beschikbaar is, wordt
Het navigatiesysteem activeren een "GPS"-symbool met een kruis
erdoor weergegeven onder het
NAV-toets indrukken.
kompassymbool.
Op het display wordt de kaart met de
De actueel geselecteerde kaart‐
huidige positie getoond.
schaal (veranderen van de schaal:
Routebegeleidingsinstructies draai de multifunctionele knop).
Naast de visuele instructies op het Let op
display (zie "Informatie op het dis‐ Voor de volledige kaartweergave op
play" hieronder), krijgt u routebege‐ NAV drukken.
leidingsinstructies te horen, mits rou‐ Routebegeleiding actief
tebegeleiding actief is. Is routebegeleiding niet actief, dan Als routebegeleiding actief is, wordt
Voor het vooraf instellen van het vo‐ wordt de volgende informatie weer‐ de volgende informatie weergegeven
lume van routebegeleidingsinstruc‐ gegeven: (afhankelijk van de huidige Navigatie-
ties, zie "Instellen van het navigatie‐ ■ In de bovenste regel: tijd, straat‐ opties-instellingen, zie hoofdstuk
systeem" hieronder. naam van huidige positie, buiten‐ "Begeleiding" 3 92):
Om het volume van routebegelei‐ temperatuur.
dingsinstructies aan te passen terwijl ■ Adres en geografische coördinaten
u ze hoort, draait u aan de X-knop. van de huidige positie.
64 Navigatie
U kunt deze individuele NP-gege‐ Voordelen van het exporteren en im‐ Zie "NP-gegevens rangschikken in
vens exporteren naar een USB-op‐ porteren van NP's meerdere submappen" hieronder.
slagstation voor later gebruik, bij‐ Het exporteren en importeren van
voorbeeld in andere auto's. speciale bestemmingen kan u Persoonlijke NP's en
bijvoorbeeld de volgende voordelen adresboekinvoeren exporteren en
■ Door de gebruiker bepaalde NP's:
opleveren: importeren
favoriete bestemmingen die u via
GPS-coördinaten heeft ingegeven ■ U hoeft uw favoriete bestemmingen Beknopte beschrijving:
(bijv. aan de hand van een topogra‐ slechts één keer in te geven en op 1. Sluit een USB-opslagstation aan
fische kaart) en die u in tekstbe‐ te slaan, en u kunt deze adresge‐ op de USB-poort van het Infotain‐
standen heeft ingevoerd. gevens later in andere auto's ge‐ mentsysteem in uw auto.
U kunt deze door de gebruiker be‐ bruiken. 2. Sla (exporteer) uw favoriete be‐
paalde NP-gegevens opslaan op Zie "Persoonlijke NP's en adressen stemmingen op op het USB-op‐
een USB-opslagstation en de ge‐ uit adresboek exporteren en impor‐ slagstation.
gevens later importeren naar het teren" hieronder. 3. Sluit het USB-opslagstation aan
MijnNP-geheugen van het Infotain‐ ■ Geef thuis op uw gemak het adres op de USB-poort van een auto die
mentsysteem, zie hieronder. van uw favoriete bestemming in en is uitgerust met een Navi 600- of
■ Geïmporteerde speciale gebruik het later in uw auto. Navi 900-systeem.
bestemmingen: favoriete bestem‐ Zie "Door de gebruiker bepaalde 4. Download (importeer) de adres‐
mingen die eerder werden opgesla‐ NP's aanmaken en importeren" gegevens naar het Infotainment‐
gen op een USB-opslagstation en hieronder. systeem van uw auto.
vervolgens zijn geïmporteerd naar Na het importeren kunnen de adres‐
het MijnNP-geheugen van het Info‐ ■ Een grote hoeveelheid bestemmin‐
gen overzichtelijk rangschikken, sen worden geselecteerd als bestem‐
tainmentsysteem. mingen voor routebegeleiding.
bijv. favoriete bestemmingen van
andere gezinsleden of bestemmin‐ Zie hieronder voor gedetailleerde be‐
gen voor uw volgende vakantie of schrijvingen.
zakenreis in aparte submenu's.
Navigatie 69
NP-gegevens exporteren naar een Alle persoonlijke NP's worden auto‐ Let op
USB-opslagstation matisch opgeslagen in het MijnNP- Als reeds bestanden met speciale
Sluit een USB-opslagstation aan op geheugen en alle adressen uit het bestemmingen uit dezelfde catego‐
de USB-poort van het Infotainment‐ adresboek zullen automatisch wor‐ rie zijn opgeslagen op het USB-op‐
systeem, zie hoofdstuk "USB-poort" den geëxporteerd. slagstation in de map myPOIs, zul‐
3 54. Indien gewenst kunt u aangeven len deze oude bestandsversies wor‐
Druk op de CONFIG-toets, selecteer welke soorten adresgegevens u niet den vervangen door gelijknamige
Navigatie-instellingen en selecteer wilt exporteren. nieuwe bestandsversies.
vervolgens Speciale bestemmingen Selecteer Exporteren starten om de De map myPOIs en de bestanden
exporteren. geselecteerde soort(en) adresgege‐ met speciale bestemmingen mag
Het Spec. best. exporteren -menu vens op het aangesloten USB-op‐ geen andere naam krijgen of worden
verschijnt. slagstation op te slaan. verplaatst naar een andere map op
het USB-opslagstation. Anders kan
De adresgegevens worden opgesla‐ het Infotainmentsysteem de adres‐
gen in de map myPOIs die u terug‐ gegevens niet nog eens importeren.
vindt in de hoofddirectory van het
USB-opslagstation. NP-gegevens importeren vanaf een
USB-opslagstation
Voor iedere geëxporteerde NP-cate‐
Sluit een USB-opslagstation met NP-
gorie, bijv. Restaurant of Privé vindt u
gegevens daarop opgeslagen (voor
een gelijknamig bestand in die map.
details zie hierboven) aan op de USB-
Voorbeelden: poort van het Infotainmentsysteem;
F:\myPOIs\Restaurant_3.poi of zie hoofdstuk "USB-poort" 3 54.
F:\myPOIs\Privé_1.poi, waarbij F:\ de
hoofddirectory is van het USB-op‐ Om het importeren te starten: druk op
slagstation. de CONFIG-toets, selecteer
Navigatie-instellingen, selecteer
Eigen speciale bestemmingen
importeren en selecteer vervolgens
Doorgaan.
70 Navigatie
Alle NP-gegevens die op het USB- Beknopte beschrijving: U moet voor iedere NP-categorie een
station stonden opgeslagen, worden 1. Maak de tekstbestanden aan voor apart tekstbestand aanmaken.
geïmporteerd naar het MijnNP-ge‐ de NP-gegevens. De tekstbestanden kunnen bijv. met
heugen van het Infotainmentsys‐ 2. Voer de gewenste adresgege‐ behulp van een eenvoudig tekstver‐
teem. vens in in de tekstbestanden. werkingsprogramma kunnen worden
Als het importeren voltooid is, kunnen 3. Sla de tekstbestanden met uw aangemaakt.
de geïmporteerde NP's worden gese‐ NP-gegevens op op een USB-op‐ Let op
lecteerd als bestemming via het slagstation. Het tekstverwerkingsprogramma
Bestemming invoeren-menu, zie
4. Sluit het USB-opslagstation aan moet de UTF-8 tekencodering voor
hoofdstuk "Invoer van de bestem‐
op de USB-poort van het Infotain‐ Unicode ondersteunen.
ming" 3 74.
mentsysteem in uw auto. De naam van ieder tekstbestand
Door de gebruiker bepaalde NP's 5. Download (importeer) de tekstbe‐ moet bestaan uit de naam van de ca‐
aanmaken en importeren standen met uw NP-gegevens tegorie, een enkel liggend streepje,
Door de gebruiker bepaalde speciale naar het Infotainmentsysteem. het nummer van de categorie en de
bestemmingen moeten worden inge‐ Na het importeren kunnen de adres‐ bestandsextensie .poi.
geven via GPS-coördinaten die bijv. sen worden geselecteerd als bestem‐ Voorbeeld bestandsnamen:
van een topografische kaart worden mingen voor routebegeleiding.
genomen. ■ Zakelijk_2.poi
Zie hieronder voor gedetailleerde be‐ ■ Huis & wonen_8.poi
De GPS-coördinaten en verdere schrijvingen.
adresgegevens moeten worden inge‐ ■ Cultuur_15.poi
voerd in tekstbestanden, waarbij ie‐ Tekstbestanden voor NP-gegevens
aanmaken Let op
der bestand staat voor een NP-cate‐ De namen van de tekstbestanden
gorie. U kunt uw favoriete bestemmingen
toekennen aan 20 verschillende NP- mogen niet langer zijn dan 32 te‐
categorieën, waarbij u aan iedere NP- kens.
categorie een nummer toekent, zie NP-categorieën en toegekende
"NP-categorieën en toegekende nummers:
nummers" hieronder.
Navigatie 71
(1) Privé, (2) Zakelijk, (3) Restaurant, De naam van de speciale bestem‐
(4) Hotel, (5) Auto's, (6) Reizen, (7) ming mag maximaal 60 tekens lang
Bioscoop, (8) Huis & wonen, (9) zijn. Hetzelfde geldt voor het veld ex‐
Winkelen, (10) Handwerk, (11) tra informatie en het veld telefoon‐
Sport, (12) Bezienswaardigheid, (13) nummer.
Gezondheidszorg, (14) Vrije tijd, (15) De NP-gegevens van iedere bestem‐
Cultuur, (16) Nachtleven, (17) ming moeten op een enkele, aparte
Communicatie, (18) Nieuws & beurs, regel worden ingevoerd; zie boven‐
(19) Overheidsinstantie, (20) staande afbeelding.
Algemeen.
Tekstbestanden opslaan op een
NP-gegevens invoeren in de tekstbe‐ USB-opslagstation
standen De tekstbestanden met NP-gegevens
In onderstaande afbeelding ziet u een De NP-gegevens moeten in het vol‐ moeten worden opgeslagen in een
voorbeeld van een tekstbestand met gende formaat worden ingevoerd in map met de naam myPOIs die u te‐
de naam Huis & wonen_8.poi met een de tekstbestanden: rugvindt in de hoofddirectory van het
aantal voorbeelden van NP-gege‐ USB-opslagstation.
Lengtecoördinaat,
vens:
breedtecoördinaat, "Naam van NP", Voorbeeld: F:\myPOIs\Huis &
"Eventuele extra informatie", wonen_8.poi, waarbij F:\ de hoofddi‐
"Telefoonnummer (optioneel)" rectory is van het USB-opslagstation.
Voorbeeld: 7.0350000, 50.6318040, Na het importeren van de persoon‐
"Huis van Michael", "Bonn - Hellweg lijke NP-gegevens in het Infotain‐
6", "02379234567", zie boven‐ mentsysteem (zie beschrijving van
staande afbeelding. importeren hieronder), ziet u in het
De GPS-coördinaten moeten als de‐ Geïmp. spec. best.-menu een lijst
cimale graden worden ingevoerd. met NP-categorieën die u kunt selec‐
teren, zoals:
72 Navigatie
nadert die zich naast een nabijgele‐ U kunt nu bepalen welke van de weer‐
gen weg bevindt en als het systeem gegeven NP-categorieën door de
het zeer waarschijnlijk acht dat u die MijnNP-aankondiger in acht moeten
weg zult inslaan. worden genomen voor latere kennis‐
geving.
De MijnNP-aankondiger instellen
Selecteer een NP-categorie. Het on‐
Druk op de CONFIG-toets, selecteer derstaande menu wordt weergege‐
Navigatie-instellingen en selecteer ven.
vervolgens myPOIs Melding.
Een menu verschijnt dat de NP-cate‐
gorieën toont die momenteel in het
MijnNP-geheugen zijn opgeslagen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van NP's die in het MijnNP-geheugen
zijn opgeslagen, kunt u boven‐
staande "NP-gegevens exporteren
en importeren" en het onderstaande
hoofdstuk "Invoer van de bestem‐
ming" raadplegen.
Als routebegeleiding actief is, wordt u
alleen bericht als de auto een NP na‐
dert die zich langs een weg op de be‐ U kunt nu bepalen in welke relatieve
rekende route bevindt. afstand tot NP's van de geselec‐
teerde categorie u bericht wilt worden
Als routebegeleiding niet actief is, wanneer u ze nadert.
wordt u bericht als de auto een NP
nadert die zich langs de weg bevindt
waarop u momenteel rijdt. Bovendien
wordt u bericht als de auto een NP
74 Navigatie
Selecteer Speciale bestemmingen Invoer van de bestemming ■ Adres invoeren: directe invoer van
vroeg melden als u bericht wilt wor‐ een bestemmingsadres met land,
den wanneer de auto betrekkelijk ver Druk op de knop DEST om een menu plaats, straat en huisnummer. Zie
(ong. 400 m) van de plaats van de te openen met verschillende opties "Direct een adres invoeren" hieron‐
betreffende NP is. voor het invoeren of verwijderen van der.
een bestemming.
Selecteer Speciale bestemmingen ■ Adresboek: selecteren van een in
laat melden als u alleen bericht wilt het adresboek opgeslagen bestem‐
worden wanneer de auto betrekkelijk ming. Zie "Selecteren van een
dicht bij (ong. 200 meter) van de adres uit het adresboek" hieronder.
plaats van de betreffende NP is. Zie ook "Een adres opslaan in het
Nadat de gewenste optie is geselec‐ adresboek of MijnNP-geheugen"
teerd, wordt een lijst met NP-catego‐ en "Een opgeslagen adres bewer‐
rieën nogmaals weergegeven. ken of verwijderen" hieronder.
Als u Speciale bestemmingen vroeg ■ Laatste best.: selectie uit een lijst
melden hebt geselecteerd voor een van recentelijk geselecteerde be‐
categorie, is de invoer voor de betref‐ stemmingen. Zie "Een eerder ge‐
fende lijst nu ingesteld op <Aan. kozen bestemming selecteren"
Als u Speciale bestemmingen laat hieronder.
melden hebt geselecteerd voor een ■ Thuis: selecteren van het huidige ■ myPOIs: selecteren van een in het
categorie, is de invoer voor de betref‐ thuisadres (indien beschikbaar). MijnNP-geheugen opgeslagen be‐
fende lijst nu ingesteld op Aan>. Thuisadres instellen/wijzigen, zie stemming. Zie "Een in het MijnNP-
"Thuisadres instellen" hieronder. geheugen opgeslagen adres selec‐
Nadat alle gewenste NP-categorieën
zijn geselecteerd en ingesteld, selec‐ Na het selecteren van het thuis‐ teren" hieronder.
teert u Bevestigen om de nieuwe in‐ adres berekent het Infotainment‐ Zie ook "Een adres opslaan in het
stellingen voor de MijnNP-aankondi‐ systeem onmiddellijk een route adresboek of MijnNP-geheugen"
ger op te slaan. vanaf de huidige positie naar het en "Een opgeslagen adres bewer‐
thuisadres en begint vervolgens ken of verwijderen" hieronder.
met routebegeleiding.
Navigatie 75
j : Lijstfunctie - zodra er twee letters Na het voltooien van het adres, se‐
ingevoerd zijn (en soms slechts één lecteer OK.
letter), worden alle namen die met Het Navigatie -menu verschijnt.
deze letters beginnen weergegeven.
Hoe meer letters er ingevoerd wor‐ Routebegeleiding starten
den, hoe korter de lijst wordt. Selecteer Navigatie starten om route‐
OK : Invoer afronden of zoekterm ac‐ begeleiding naar het weergegeven
cepteren. adres te starten.
Door lang op de knop BACK te druk‐ Beschrijving over routebegeleiding,
ken worden alle ingevoerde letters zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
van de invoerregel in één keer gewist.
Het adres opslaan
Herhaal het proces voor de reste‐
Selecteer Opslaan als u het weerge‐ Selecteer het gewenste adres uit de
rende invoervelden (invoer van huis‐
geven adres wilt opslaan in het adres‐ adreslijst.
nummer of knooppunt is optioneel).
boek of MijnNP-geheugen.
Het Navigatie -menu verschijnt.
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
ven, zie "Een adres opslaan in het Routebegeleiding starten
adresboek of MijnNP-geheugen" Selecteer Navigatie starten om route‐
hieronder. begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
Selectie van een adres uit het Beschrijving over routebegeleiding,
adresboek zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
Druk op de DEST-toets en selecteer
dan Adresboek. Selectie van een voorgaande
bestemming
Druk op de DEST-toets en selecteer
vervolgens Laatste bestemmingen
om onderstaande menu te openen.
78 Navigatie
Na het selecteren van de optie ver‐ anderen van de filtercriteria, zie "In‐ Afkortingen die voor brandstofsoor‐
schijnt een lijst met alle beschikbare stellen filters voor verfijnen zoekop‐ ten worden gebruikt: CNG (Compres‐
speciale bestemmingen. drachten" hieronder). sed natural gas (aardgas onder
U zoekt bijvoorbeeld een tankstation: Nadat de zoekopdracht is afgerond, druk)), LPG (Liquefied petroleum
wordt een lijst met alle tankstations gas).
Selecteer Automobiel en tanken.
weergegeven. Instellen filters voor verfijnen zoekop‐
Er wordt een menu weergegeven met drachten
opties verdere verfijning van het zoe‐ Na het selecteren van Keten wordt
ken naar een tankstation. een lijst weergegeven met alle mer‐
ken/ketens van tankstations in de
buurt.
Routebegeleiding starten
Selecteer Navigatie starten om route‐
begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
Beschrijving over routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
Het adres opslaan
Selecteer Opslaan als u het weerge‐
geven adres wilt opslaan in het adres‐
boek of MijnNP-geheugen.
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
ven, zie "Een adres opslaan in het
Voer het gewenste telefoonnummer adresboek of MijnNP-geheugen" Let op
in met behulp van de spellingsfunctie, hieronder. U kunt de kaartschaal veranderen
zie "Een adres invoeren met behulp door de multifunctionele knop te ver‐
van de spellingsfunctie" hierboven. Selectie van een bestemming draaien.
Zodra de invoer specifiek genoeg is, vanaf de kaart Met behulp van de achtwegschake‐
wordt een lijst van mogelijke telefoon‐ Druk op de DEST-toets en selecteer laar op de multifunctionele knop 3 6
nummers weergegeven (waarbij ie‐ vervolgens Kiezen vanaf kaart (of: plaatst u het dradenkruis op een be‐
der nummer staat voor een speciale druk tweemaal op de NAV-toets en stemming op de kaart.
bestemming). Soms is het nodig j te druk vervolgens op de achtwegscha‐ Druk op de multifunctionele knop om
selecteren voor het weergeven van kelaar op de multifunctionele knop de selectie te bevestigen.
de lijst. 3 6). Het Navigatie -menu verschijnt.
Selecteer de gewenste spec. bestem‐ Er verschijnt een menu met een kaart
ming. waarop het gebied rondom de huidige Routebegeleiding starten
Het Navigatie -menu verschijnt. locatie te zien is. Selecteer Navigatie starten om route‐
begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
84 Navigatie
Na het bevestigen van het be‐ Een invoer in MijnNP-geheugen Het bewerken of verwijderen van de
werkte adres, wordt het Navigatie- bewerken of verwijderen weergegeven invoeren van het
menu opnieuw weergegeven. Druk op de DEST-toets en selecteer MijnNP-geheugen werkt hetzelfde als
Als u ook de naam wilt bewerken of vervolgens myPOIs om onder‐ beschreven voor een adresboek‐
de categorie wilt veranderen, moet staande menu te openen. invoer, zie hierboven.
u het betreffende adres opnieuw Opmerkingen over
selecteren in het adresboek, zie Geïmporteerde speciale
hierboven. bestemmingen
■ Naam & nummer: na het selecteren Geïmporteerde speciale bestemmin‐
van deze optie kunt u de naam van gen (NP's gedownload vanaf een
de adresboekinvoer bewerken, het USB-opslagstation) kunnen niet di‐
telefoonnummer bewerken of een rect bewerkt worden.
nieuwe categorie selecteren, zie Als u de adresgegevens van een
"Een adres opslaan in het adres‐ geïmporteerde NP wilt bewerken:
boek" hierboven. ■ Moet u het adres eerst opslaan in
■ Wissen: wist het weergegeven het adresboek of als persoonlijke
adres uit het adresboek. speciale bestemming. Vervolgens
■ Naam toevoegen (alleen Navi 900): Eigen speciale bestemmingen be‐ kunt u de adresgegevens van de
wijst een naam (spraaklabel) aan werken of verwijderen betreffende adresboekinvoer of in‐
het weergegeven adres toe. Het Selecteer Eigen speciale voer van MijnNP-geheugen bewer‐
betreffende adres kan later worden bestemmingen, selecteer de gewen‐ ken (te selecteren via Eigen
geselecteerd als bestemming door ste sorteeroptie (bijv. Omgeving speciale bestemmingen).
eenvoudigweg de toegewezen huidige positie), selecteer de gewen‐ ■ Of u kunt bijgewerkte adresgege‐
naam te zeggen; zie het hoofdstuk ste categorie (bijv. Restaurant), se‐ vens importeren vanaf een USB-
"Spraakherkenning". lecteer het gewenste adres en selec‐ opslagstation, zie "Geïmporteerde
■ Als "Thuis": stelt het weergegeven teer vervolgens Bewerken. NP-gegevens exporteren en impor‐
adres in als thuisadres, zie "Het Het Bewerken -menu verschijnt. teren" in hoofdstuk "Gebruik" hier‐
thuisadres instellen" hieronder. boven.
88 Navigatie
Na het selecteren van Nieuwe tocht Tussenbestemmingen aan de rondrit Selecteer een optie voor de invoer
voert u een naam in voor de tocht met toevoegen van de bestemming en selecteer/voer
behulp van de spellingsfunctie 3 74. vervolgens de gewenste tussenbe‐
stemming in 3 74.
Er verschijnt een menu waarin de
adresgegevens van de geselec‐
teerde/ingevoerde tussenbestem‐
ming wordt getoond.
Rondrit starten
De uitgeknipte tussenbestemming
vóór een andere bestemming invoe‐
gen: markeer deze bestemming en
druk vervolgens op de multifunctio‐
nele knop.
Tussenstops wissen
Toont een lijst met alle tussenbe‐
stemmingen van de geselecteerde rit.
Markeer de gewenste tussenbestem‐
ming en druk vervolgens op de multi‐
functionele knop.
Bevestig het getoonde bericht.
Selecteer de gewenste volgende be‐ Tocht weergeven
stemming. Er wordt een route bere‐ Toont een lijst met alle tussenbe‐ Tocht wissen
kend die rechtstreeks naar de gese‐ stemmingen van de geselecteerde rit. Wist de huidige geselecteerde rit vol‐
lecteerde tussenbestemming leidt. ledig.
Tussenstops verplaatsen
Toont een lijst met alle tussenbe‐ Om het wissen uit te voeren, moet u
Rondrit bewerken het getoonde bericht bevestigen.
Selecteer een rondrit in het Tochten - stemmingen van de geselecteerde rit.
menu en selecteer vervolgens Tocht Markeer de te verwijderen tussenbe‐ Namen bewerken
bewerken om een submenu met de stemming. U kunt de naam van de momenteel
volgende opties weer te geven: geselecteerde tocht bewerken met de
Druk op de multifunctionele knop om
spellingsfunctie 3 74.
de gemarkeerde bestemming eruit te
knippen.
De uitgeknipte bestemming aan het Begeleiding
einde van de lijst invoegen: druk op‐ Druk op de NAVI-toets en vervolgens
nieuw op de multifunctionele knop. op de multifunctionele knop om het
navigatiemenu weer te geven.
Navigatie 93
Selecteer Voertuigparameters voor Informatie over dynamische routebe‐ Selecteer Opnieuw berekenen met
het openen van een menu voor auto‐ geleiding, zie hoofdstuk "Dynamische controle als u wilt dat de route alleen
specifieke parameters. routebegeleiding" 3 102. opnieuw wordt berekend na bevesti‐
ging van het bijbehorende bericht.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en het verlaten van het
menu.
Navigatie stoppen
Na het selecteren van Navigatie
stoppen wordt de routebegeleiding
gedeactiveerd en worden de menu-
opties voor inactieve routebegelei‐
ding weergegeven, zie "Functies bij
inactieve routebegeleiding" hierbo‐
ven.
TMC-berichten
Informatie over TMC, zie hoofdstuk
"Dynamische routebegeleiding" 3 61.
Na het selecteren van TMC- Alle straten op de berekende route
berichten wordt het Filteren-menu Navigatie-opties
Beschrijving, zie "Functies bij inac‐ worden gegeven met de betreffende
weergegeven. afstanden.
tieve routebegeleiding" hierboven.
Selecteer of Alle verkeersberichten of Trajectlijstitems die gemarkeerd zijn
alleen Verkeersberichten langs de Route-informatie: met een "+" symbool kunnen worden
route moet worden weergegeven in De volgende informatie is toeganke‐ uitgevouwen door het selecteren van
de TMC-berichten-lijst, zie hieronder. lijk in het Route-informatie:-menu: het geselecteerde lijstitem. Na het se‐
■ Trajectlijst lecteren worden meer details weer‐
gegeven voor het betreffende lijsti‐
■ Informatie huidige positie
tem.
■ Informatie bestemming
Informatie huidige positie
■ Overzicht huidige route Beschrijving, zie "Functies bij inac‐
Trajectlijst tieve routebegeleiding" hierboven.
Informatie bestemming
Beschrijving, zie "Functies bij inac‐
tieve routebegeleiding" hierboven.
Navigatie 101
Symbolenoverzicht
106 Navigatie
Een dialoogreeks annuleren Een lopend sloten zijn, kan ertoe leiden dat
Er zijn verschillende mogelijkheden spraakuitvoerbericht spraakcommando's verkeerd be‐
om de spraakherkenning te deactive‐ onderbreken grepen worden.
ren en om een dialoogreeks te annu‐ Als ervaren gebruiker kunt u het hui‐ ■ De spraakherkenning herkent al‐
leren. dige spraakuitvoerbericht onderbre‐ leen commando's op grond van de
■ Druk op de x-toets op het stuur of ken door even op de w-toets op het taal die momenteel voor het Info‐
een toets op het Infotainmentsys‐ stuur te drukken. tainmentdisplay is geselecteerd.
teem. Daarna wordt de huidige dialoo‐ Visuele en akoestische help
■ Houd de w-toets op het stuur en‐ greeks automatisch vervolgd. Na het activeren van spraakherken‐
kele seconden ingedrukt. ning wordt u door een dialoogreeks
■ Zeg "Stoppen". Belangrijke opmerkingen over geleid via helpmenu's, spraakuitvoer‐
spraakinvoer berichten en berichten op het scherm.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐ ■ Als het systeem problemen heeft
leerd: met het herkennen van een com‐ Helpmenu's
mando, bevestig dan dat het com‐ Al naargelang de momenteel actieve
■ Als u enige tijd geen commando's mando juist is. Probeer het com‐ bedrijfsmodus (radio, CD-speler, na‐
zegt (standaard wordt u driemaal mando duidelijk te zeggen of wacht vigatie etc.) wordt een helpmenu met
gevraagd een commando te zeg‐ even na de pieptoon. de belangrijkste beschikbare spraak‐
gen). commando's weergegeven.
■ Achtergrondlawaai zoals een kli‐
■ Als u commando's zegt die niet maatregelingventilator die op hoog Voorbeeld: Radiohelpmenu's
door het systeem worden herkend staat, open ruiten en zeer hard la‐ Als de radiomodus momenteel actief
(standaard wordt u driemaal ge‐ waai buiten, zelfs als de ruiten ge‐ is, wordt het radiohelpmenu (deel 1)
vraagd een juist commando te zeg‐ weergegeven.
gen).
112 Spraakherkenning
Zodra u en pieptoon hoort en het sym‐ ■ Een van de hoofdcommando's voor Belangrijke opmerkingen over com‐
bool in de rechter bovenhoek van het de spraakherkenning; zie onder‐ mando's
helpmenu (zie bovenstaande afbeel‐ staande afbeelding. ■ Sommige commandowoorden die
ding) van kleur is veranderd, van rood Voorbeeld: Algemeen helpmenu op de helpmenu's staan, zijn optio‐
naar grijs, kunt u een van de volgende (hoofdcommando's) neel.
commando's zeggen: Het algemene helpmenu toont voor‐ Voorbeeld: wanneer u het com‐
■ Een van de commando's op het namelijk de commando's die nodig mando "Frequentie
helpmenu. zijn om naar een andere bedrijfsmo‐ <87.5..108.0> MHz" gebruikt, kunt
dus te gaan, bijv. om van de radiomo‐ u MHz weglaten.
■ Een van de extra commando's be‐ dus naar de CD-spelermodus te
schikbaar voor de radiomodus; zie U kunt gewoon uitproberen of er
gaan.
onderstaande afbeelding. kortere varianten beschikbaar zijn
Om de algemene help weer te geven voor bepaalde commando's.
Om deze extra commando's weer zegt u "Algemene hulp".
te geven zegt u "Meer hulp". Het ■ Voor elk commando op de helpme‐
radiohelpmenu (deel 2) wordt weer‐ nu's zijn diverse synonieme com‐
gegeven. mandovarianten beschikbaar.
Spraakherkenning 113
Berichten op het scherm en scherm en wordt het spraakuitvoer‐ Actie: de gebruiker wil naar de radio‐
akoestische prompts / feedback bericht "Zeg de zendernaam." door modus gaan.
Tijdens dialoogreeksen wordt u vaak het systeem aangekondigd. Gebruiker: activeert spraakherken‐
een vraag gesteld via berichten op Zodra u en pieptoon hoort en het sym‐ ning.
het scherm (zie onderstaande afbeel‐ bool in de rechter bovenhoek van het Gebruiker: "Radio".
ding) en spraakuitvoerberichten, die schermbericht (zie bovenstaande af‐
aangeven welk commando u vervol‐ beelding) van kleur is veranderd, van Systeem: "Radio".
gens moet zeggen. rood naar grijs, kunt u de gewenste Systeem: activeert de radiomodus.
Voorbeeld: Een radiozender opslaan naam zeggen: Om een bepaalde radiofunctie via
met een naam Nadat u een naam hebt gezegd, geeft spraakregeling uit te voeren moet de
het systeem u visuele en akoestische gebruiker spraakherkenning weer ac‐
feedback en meldt het of het com‐ tiveren en dan het gewenste com‐
mando wel of niet uitgevoerd kon wor‐ mando zeggen; zie onderstaande
den. voorbeelden.
Een zender via frequentie selecteren Een naam aan een voorkeuzezender De betreffende zender kan nu op elk
Actie: de gebruiker wil naar een an‐ toewijzen gewenst moment worden geselec‐
dere FM-zender gaan door een fre‐ U kunt een naam toewijzen aan maxi‐ teerd door eenvoudigweg de toege‐
quentie in te voeren. maal 12 voorkeuzezenders (opgesla‐ wezen naam te zeggen; zie hieron‐
Gebruiker: activeert spraakherken‐ gen in de autostorelijsten of favorie‐ der.
ning. tenlijsten; zie het hoofdstuk "Radio"). Let op
Gebruiker: "Frequentie 96 punt 3". Om een naam aan een voorkeuze‐ Als u de taal op het display van het
zender te kunnen toewijzen moet de infotainmentsysteem verandert,
Systeem: gaat naar de betreffende betreffende zender momenteel afge‐ worden alle namen die momenteel
frequentie. speeld worden en moet de autostore- aan voorkeuzezenders en/of be‐
Een voorkeuzezender selecteren of favorietenlijst waarin de zender is stemmingsadressen zijn toegewe‐
Actie: de gebruiker wil een zender se‐ opgeslagen, op het display worden zen, verwijderd.
lecteren die in de tweede autostore‐ weergegeven.
Een voorkeuzezender via de toege‐
lijst (AS2) is opgeslagen. Nadat u een naam aan de zender wezen naam selecteren
Gebruiker: activeert spraakherken‐ hebt toegewezen, kunt u die zender
ning. selecteren door eenvoudigweg de Let op
toegewezen naam te zeggen. Als u een naam gebruikt die aan een
Gebruiker: "Autostore-zenders". zender of andere person is toege‐
Systeem: geeft de eerste autostore‐ Actie: de gebruiker wil een naam aan wezen, is het mogelijk dat de naam
lijst (AS1) weer. de momenteel afspelende (voor‐ niet wordt herkend door de spraak‐
keuze)zender toewijzen.
Gebruiker: "Verder". herkenning vanwege de mogelijk
Gebruiker: activeert spraakherken‐ zeer verschillende stemmen en uit‐
Systeem: geeft de tweede autostore‐ ning. spraken.
lijst (AS2) weer.
Gebruiker: "Zendernaam Gebruiker: activeert spraakherken‐
Gebruiker: "3". toevoegen". ning.
Systeem: speelt de derde zender die Systeem: "Zeg de zendernaam."
in de lijst is opgeslagen af. Gebruiker: "Speel BBC 2 af".
Gebruiker: "BBC 2". Systeem: speelt de betreffende zen‐
der af.
116 Spraakherkenning
Voorbeelden van regeling van CD- Gebruiker: "Titel 14" (of met gebruik
speler van enkele cijfers: "Titel" "1" "4").
Situatie: een audio of MP3 CD is Systeem: speelt de geselecteerde
reeds geplaatst, de CD-spelermodus track af.
is momenteel actief.
Een album op een MP3 CD selecte‐ Voorbeelden van navigatiebediening
ren Situatie: de navigatiemodus is mo‐
Gebruiker: activeert spraakherken‐ menteel actief, routebegeleiding is
ning. niet actief.
Gebruiker: "Albums". Routeopties veranderen
Actie: de gebruiker wil de huidige in‐
Systeem: toont de lijst met albums op
stellingen van sommige routeopties
de MP3 CD (indien albums beschik‐
veranderen voor een komende tocht. Gebruiker: "Zuinigste".
baar zijn).
Gebruiker: activeert spraakherken‐ Gebruiker: "Tolwegen mijden".
Gebruiker: selecteert het gewenste
ning.
album handmatig. Gebruiker: "Veren gebruiken".
Gebruiker: "Routeopties".
Een track op een audio CD selecteren Systeem: geeft vinkjes naast de
Gebruiker: activeert spraakherken‐ Systeem: toont het betreffende help‐ nieuwe instellingen weer.
ning. menu. De momenteel geactiveerde
Gebruiker: "Overnemen".
routeopties worden met vinkjes aan‐
Gebruiker: "Alle titels". gegeven. Systeem: slaat alle veranderde instel‐
Systeem: toont de lijst met tracks die lingen voor routeopties op.
op de audio CD zijn opgeslagen. Selecteren spec. bestemming
Gebruiker: selecteert de gewenste Actie: de gebruiker wil een naburig
track handmatig. tankstation als bestemmingsadres
selecteren.
Of als u het nummer van de gewenste
track weet: Gebruiker: activeert spraakherken‐
ning.
Spraakherkenning 117
Situatie: alle adresgegevens van de Systeem: geeft de geselecteerde Voorbeeld: de weergegeven taal van
laatste berekende bestemming zijn straatnaam weer op het menu voor het Infotainmentsysteem is momen‐
beschikbaar; de gebruiker hoeft al‐ adresinvoer. teel ingesteld op Engels en u wilt de
leen de straatnaam en het huisnum‐ Gebruiker: "Nummer". naam van een plaats in Duitsland in‐
mer te veranderen om het gewenste voeren.
nieuwe bestemmingsadres aan te Systeem: "Naar welk huisnummer
wilt u?". In dat geval vraagt het systeem u de
maken. plaatsnaam te spellen.
Gebruiker: "Straat". Gebruiker: "17".
Als een taalspecifieke speciale letter
Systeem: "Wat is de straatnaam?". Systeem: geeft het ingevoerde huis‐ (bijv. "Ü" of "Ñ") niet beschikbaar is
nummer weer op het menu voor voor de momenteel geselecteerde
Gebruiker: zegt de gewenste straat‐ adresinvoer.
naam. weergegeven taal, moet u de dichtst‐
Gebruiker: de gebruiker kan bijzijnde letter van het alfabet gebrui‐
Systeem: geeft een alfabetische lijst nu "Navigatie stoppen" zeggen om de ken die de momenteel geselecteerde
van straatnamen weer die ongeveer routebegeleiding naar het weergege‐ weergegeven taal heeft (bijv. "U" of
net zo klinken als de naam die de ge‐ ven adres te starten of "Bestemming "N"). Het systeem kiest de speciale
bruiker gezegd heeft. opslaan" zeggen om het weergege‐ letter dan automatisch. Streepjes of
Let op ven adres in het adresboek of spaties hoeven niet te worden inge‐
Als de lijst met straatnamen niet de MijnNP-geheugen op te slaan, zie het voerd/gespeld.
gewenste straatnaam bevat, kunt hoofdstuk "Navigatie". Voorbeeld: de taal van het Infotain‐
u "Spellen" zeggen. Na een bijbeho‐ Adresinvoer voor bestemmingen in mentsysteem is ingesteld op Engels,
rend spraakuitvoerbericht kunt u dan het buitenland Land is ingesteld op "GERMANY (D)
de straatnaam invoeren door deze Als u het adres van een bestemming " en u wilt de plaats‐
te spellen, bijv. "H" "O" "O" "F" "D" in het buitenland wilt invoeren, moet naam "BAD MÜNDER" invoeren.
"S" "T" "R" "A" "A" "T". u de gewenste plaatsnaam en straat‐ Wanneer u de plaatsnaam spelt, kunt
Gebruiker: zegt het nummer van de naam spellen. u de spatie weglaten en in plaats van
regel die de gewenste straatnaam be‐ de speciale Duitse letter "Ü" een "U"
vat, bijv. "4". gebruiken.
Gebruiker: "Stad".
Spraakherkenning 119
Systeem: "Spel de naam van de Systeem: geeft het menu Navigatie aan voorkeuzezenders en/of be‐
stad.". weer. stemmingsadressen zijn toegewe‐
Gebruiker: "B" "A" "D" "M" "U" "N" "D" Gebruiker: selecteert handmatig het zen, verwijderd.
"E" "R". menu-onderdeel Bewerken.
Voorbeelden van telefoonregeling
Systeem: geeft een lijst met de plaat‐ Systeem: geeft het menu Bewerken Zie voor voorbeelden van telefoonre‐
sen die het beste erbij passen, bijv.: weer. geling via spraakherkenning het
"1. BAD MÜNDER" Gebruiker: selecteert handmatig het hoofdstuk "Telefoonregeling".
"2. BAD MÜNSTER" menu-onderdeel Naam toevoegen. Algemene informatie
"3. ..." etc. Systeem: "Zeg de naam van het Wanneer u op de w-toets op het stuur
reisdoel. " drukt en het telefoonportaal momen‐
Gebruiker: "1" (of "Ja"). teel actief is (een telefoonmenu wordt
Gebruiker: kan een willekeurige
Systeem: stelt Stad in op naam zeggen. weergegeven), wordt de spraakher‐
BAD MÜNDER. kenning van het telefoonportaal ge‐
Het betreffende bestemmingsadres activeerd.
Een naam aan een bestemmings‐ kan nu op elk gewenst moment wor‐
adres toewijzen den geselecteerd door eenvoudig‐ Zo lang de spraakherkenning van het
U kunt een naam aan maximaal 20 weg de toegewezen telefoonportaal actief is, kunt u niet
bestemmingsadressen toewijzen die naam: "Navigeren naar <>" te zeg‐ met een spraakcommando naar een
in het adresboek zijn opgeslagen. gen. andere bedrijfsmodus gaan (bijv. ra‐
Daarna kunt u een van deze bestem‐ diomodus).
Let op
mingsadressen selecteren door een‐ Als u een adres uit het adresboek U moet de andere bedrijfsmodus
voudigweg de toegewezen naam te verwijdert, wordt een naam (spraak‐ handmatig activeren door de desbe‐
zeggen. label) die aan dit adres is toegewe‐ treffende toets op het Infotainment‐
Gebruiker: selecteert handmatig een zen, ook verwijderd. systeem in te drukken (bijv. de
adres in het adresboek; zie boven‐ RADIO-toets) of de SRC-toets (bron)
Let op op het stuur.
staand hoofdstuk "Invoer van de be‐
Als u de taal op het display van het
stemming".
infotainmentsysteem verandert,
worden alle namen die momenteel
120 Spraakherkenning
seconde wordt ingelast. Het Infotain‐ Om met het buitenland te kunnen te‐ Een naam invoeren
mentsysteem herhaalt vervolgens de lefoneren, kunt u aan het begin van Met het commando "Bellen" wordt er
herkende cijfers. het telefoonnummer het woord "Plus" een telefoonnummer ingevoerd dat in
Daarna kunt u een nieuw nummer in‐ (+) zeggen. De plus stelt u in staat om het telefoonboek onder een bepaalde
voeren of de volgende commando's vanuit elk willekeurig land te bellen naam (spraaklabel) is opgeslagen.
geven: zonder dat u de internationale toe‐ Beschikbare commando's:
gangscode kent van het land waarin
■ "Kiezen": de invoer is geaccep‐ u zich bevindt. Zeg vervolgens het ge‐ ■ "Ja"
teerd. wenste landnummer. ■ "Nee"
■ "Verwijderen": het laatst inge‐ Voorbeeld van een dialoog ■ "Help"
voerde cijfer of de laatst ingevoerde Gebruiker: "Kiezen"
cijferreeks wordt gewist. ■ "Annuleren"
Stemoutput: "Zeg het nummer dat u Voorbeeld van een dialoog
■ "Plus": een "+" wordt voor het num‐ wilt bellen"
mer geplaatst voor telefoneren met Gebruiker: "Bellen"
het buitenland. Gebruiker: "Plus Vier Negen" Stemoutput: "Zeg de naam die u wilt
■ "Controleren": de invoer wordt door Stemoutput: "Plus Vier Negen" bellen"
de stemoutput gerepeteerd. Gebruiker: "Zeven Drie Eén" Gebruiker: <Naam>
■ "Sterretje": er wordt een sterretje "*" Stemoutput: "Zeven Drie Eén" Stemoutput: "Wilt u <Michael>
ingevoerd. Gebruiker: "Eén Eén Negen Negen" bellen?"
■ "Hekje": er wordt een hekje "#" in‐ Stemoutput: "Eén Eén Negen Negen" Gebruiker: "Ja"
gevoerd. Stemoutput: "Het nummer wordt
Gebruiker: "Kiezen"
■ "Help" gekozen"
Stemoutput: "Het nummer wordt
■ "Annuleren" gekozen" Een tweede gesprek starten
De maximumlengte van het inge‐ Tijdens een actief telefoongesprek
voerde telefoonnummer is 25 cijfers. kan er een tweede gesprek worden
gestart. Druk hiertoe op toets w.
122 Spraakherkenning
Gebruiker: <Naam> Een mobiele telefoon toevoegen aan Een mobiele telefoon uit de
Stemoutput: "Naam opslaan" of verwijderen van de apparatenlijst apparatenlijst selecteren
Met het commando "Koppelen" kunt Met het commando "Selecteer
Wissen u een mobiele telefoon aan de appa‐ apparaat" kunt u een mobiele tele‐
Een eerder opgeslagen spraaklabel ratenlijst van het telefoonportaal toe‐ foon op de apparatenlijst selecteren
kan worden gewist met het com‐ voegen of ervan verwijderen 3 129. om een Bluetooth-verbinding op te
mando "Verwijderen". Beschikbare commando's: bouwen.
Beschikbare commando's: ■ "Toevoegen" Voorbeeld van een dialoog
■ "Ja" Gebruiker: "Selecteer apparaat"
■ "Verwijderen"
■ "Nee" Stemoutput: "Zeg het nummer van
■ "Help" het apparaat dat uw wilt selecteren"
■ "Help" ■ "Annuleren" Gebruiker: <apparaat_nummer>
■ "Annuleren" Voorbeeld van een dialoog Stemoutput: "Wilt u apparaatnummer
Gebruiker: "Koppelen" <apparaatnummer> selecteren?"
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen Stemoutput: "Wilt u een apparaat Gebruiker: "Ja"
namen (spraaklabels) wordt gestart toevoegen of verwijderen?"
Stemoutput: "Wilt u het apparaat
met het commando "Lijst". Gebruiker: "Toevoegen" koppelen?"
Tijdens stemoutput van de spraakla‐ Stemoutput: "Probeer te koppelen Gebruiker: "Ja"
bels beschikbare commando's: aan <1234> in het externe apparaat"
Stemoutput: "Eén moment. Het
■ "Bellen": het telefoonnummer van Stemoutput: "Wilt u het apparaat systeem zoekt het geselecteerde
het laatst voorgelezen spraaklabel koppelen?" apparaat"
wordt geselecteerd. Gebruiker: "Ja" Stemoutput: "Apparaatnummer
■ "Verwijderen": de invoer van het Stemuitvoer: "Het apparaat is <app_num> is geselecteerd"
laatst voorgelezen spraaklabel verbonden als nummer
wordt gewist. <apparaat_nummer>"
124 Spraakherkenning
Gesproken feedback
Elke steminvoer wordt door het Info‐
tainmentsysteem beantwoord of be‐
commentarieerd met een aan de si‐
tuatie aangepaste stemoutput.
Voer "Gesproken feedback" in om de
stemuitvoer in of uit te schakelen of
druk op toets w.
Telefoon 125
Bluetooth Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
Het telefoonportaal ondersteunt Blue‐ Hierbij verklaren wij dat de Bluetooth- bedieningselementen zijn de vol‐
tooth Handsfree Profile V. 1.5 en is systeemontvanger voldoet aan de es‐ gende:
gespecificeerd in overeenstemming sentiële vereisten en andere rele‐
met de Bluetooth Special Interest PHONE-toets: opent het telefoon‐
vante voorwaarden van Richtlijn hoofdmenu.
Group (SIG). 1999/5/EG.
Meer informatie over de specificatie Knoppen op het stuurwiel:
vindt u op internet op de website De spraakherkenning gebruiken q, w: gesprek aannemen, spraak‐
http://www.bluetooth.com. Daarnaast Gebruik de spraakherkenning niet in herkenning activeren.
ondersteunt de telefoonportal SIM noodsituaties, omdat uw stem onder n, x: gesprek beëindigen/weige‐
Access Profile (SAP). stress zodanig kan veranderen dat hij ren, spraakherkenning uitschakelen.
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor Het telefoonportaal kan daarnaast
wellicht niet snel genoeg tot stand kan ook met spraakherkenning worden
worden gebracht. bediend 3 109.
Telefoon 127
van de netwerkprovider. Daarnaast Het telefoonportaal kan nu door an‐ De Bluetooth-code wijzigen
bevindt de mobiele telefoon zich in de dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ (alleen relevant voor handsfree-
SAP-modus in de stand-bystand. Al‐ detecteerd. modus)
leen de Bluetooth-verbinding en de Zodra de mobiele telefoon het tele‐ De eerste keer dat een Bluetooth-
simkaart zijn actief, wat resulteert in foonportaal heeft gedetecteerd, kan verbinding met het telefoonportaal
een lager energieverbruik van de de Bluetooth-code in de mobiele te‐ wordt ingesteld, wordt een standaard‐
aangesloten mobiele telefoon. lefoon worden ingevoerd. code weergegeven. Deze standaard‐
Een mobiele telefoon als een hands‐ code kan op elk gewenst moment
free-apparaat aansluiten worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u een willekeurig geko‐
zen viercijferige code gebruiken.
Op apparatenlijst opgeslagen mo‐ Een mobiele telefoon uit de appara‐ Beveiligingsinstellingen wijzigen
biele telefoon aansluiten tenlijst verwijderen Toets CONFIG indrukken.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐ Selecteer Telefooninstellingen en
foon in de apparatenlijst. Selecteer vervolgens Beveiliging.
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt. Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐ Pinverzoek in/uitschakelen
toon aan te passen: Selecteer Pincode invoeren Aan of
Uit.
Toets CONFIG indrukken.
Voer de pincode in van de simkaart
Selecteer Telefooninstellingen en van de mobiele telefoon en bevestig
vervolgens Beltoon. deze.
Selecteer de gewenste optie.
Let op
Ga als volgt te werk om het volume Deze optie hangt af van de indivi‐
Kies de gewenste mobiele telefoon van de beltoon aan te passen:
en selecteer vervolgens de optie duele netwerkprovider.
Kiezen in het weergegeven menu. Als de telefoon overgaat, draait u aan De pincode wijzigen
de m-knop van het Infotainmentsys‐ Selecteer Pincode wijzigen.
Zodra het telefoonportaal de mobiele
teem of drukt u op de + / --knoppen
telefoon heeft herkend, kan het tot‐ Voer de huidige pincode in. Voer de
op het stuurwiel.
standkomen van de verbinding wor‐ nieuwe pincode in. Herhaal de
den bevestigd. Een verbonden telefoon instellen nieuwe pincode en bevestig deze.
De mobiele telefoon kan via het tele‐ Verschillende instellingen van de mo‐ PIN is gewijzigd.
foonportaal worden bediend. biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐ Netwerkdiensten configureren
reerd, wanneer de telefoon via SAP is Selecteer Telefooninstellingen en
aangesloten. vervolgens Netwerkdiensten. Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten
wordt weergegeven.
134 Telefoon
Om het nummer van de sms-centrale Voor sommige netwerken kan het Een noodoproep maken
te configureren, selecteert u Tele‐ noodzakelijk zijn dat er op de juiste Vorm het noodnummer (bijv. 112).
fooninstellingen en dan Nummer manier een geldige simkaart in de
sms-centrale. Indien noodzakelijk De telefoonaansluiting met het nood‐
mobiele telefoon is aangebracht. oproepcentrum wordt ingesteld.
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan. Beantwoord de vragen van het per‐
9 Waarschuwing soneel over de noodoproep.
De fabrieksinstellingen van de mo‐
biele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en Denk eraan dat u met uw mobiele 9 Waarschuwing
vervolgens Fabrieksinstellingen telefoon kunt bellen en ontvangen
indien u zich in een gebied bevindt Beëindig het gesprek pas als de
herstellen.
met een voldoende sterk signaal. alarmcentrale u daarom vraagt.
Onder bepaalde omstandigheden
Noodoproep kunnen nooddiensten niet op alle Bediening
mobiele telefoonnetwerken wor‐
9 Waarschuwing den gebeld; mogelijkerwijs kun‐ Inleiding
nen deze oproepen niet gedaan Zodra er een Bluetooth-verbinding
Het tot stand brengen van de ver‐ worden wanneer bepaalde net‐ tussen uw mobiele telefoon en het in‐
binding kan niet onder alle om‐ werkdiensten en/of telefoonfunc‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
standigheden worden gegaran‐ ties actief zijn. U kunt hierover uw bracht, kunt u tal van functies van uw
deerd. Daarom is het belangrijk lokale netwerkexploitant raadple‐ mobiele telefoon ook via het infotain‐
dat u bij gesprekken van levens‐ gen. mentsysteem bedienen.
belang (bijv. bij het inroepen van Het alarmnummer kan per land en
medische hulp) niet alleen op een U kunt via het infotainmentsysteem
regio variëren. Wij raden u aan het bijv. een verbinding tot stand brengen
mobiele telefoon vertrouwt. juiste alarmnummer voor de rele‐ met de telefoonnummers die in uw
vante regio van tevoren op te vra‐ mobiele telefoon zijn opgeslagen of
gen. telefoonnummers wijzigen.
140 Telefoon
Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
simkaart of dezelfde telefoon worden
gebruikt. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn, Let op
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐ Telefoonboekvermeldingen worden
laden. Afhankelijk van het model te‐ bij de overdracht vanuit de mobiele
lefoon kan dit proces enkele minuten Selecteer Telefoonboek. telefoon overgezet. De presentatie
duren. Selecteer in het menu Zoeken de ge‐ en volgorde van de telefoonboekver‐
wenste reeks van beginletters om meldingen kunnen op het display
een voorselectie te maken van de van het Infotainmentsysteem en op
items in het telefoonboek die u wilt la‐ het display van de mobiele telefoon
ten weergeven. verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐
lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
142 Telefoon
■ Gesprekken combineren: bij meer‐ Een telefoonnummer bellen Handmatig een nummer invoeren
dere actieve gesprekken twee ge‐
sprekken samenvoegen.
■ Gesprekken wisselen: bij meerdere
gesprekken tussen gesprekken
wisselen.
■ Geluid onderdrukken: het geluid
van een gesprek onderdrukken.
Let op
Wanneer het contact uitgeschakeld
wordt tijdens een telefoongesprek
blijft de verbinding in stand totdat het
telefoongesprek wordt beëindigd.
CD 300 / CD 400 Druk terwijl het telefoonhoofdmenu Selecteer Nummer invoeren en voer
actief is op de multifunctionele knop vervolgens de gewenste nummer‐
Volume van de handsfree-installatie om het gewenste telefoonbedienings‐ reeks in.
instellen menu te openen. Selecteer Bellen om het bellen te
Draai aan de m-knop van het infotain‐ Er zijn verschillende opties beschik‐ starten.
mentsysteem of druk op de + / - -toet‐ baar voor het kiezen van telefoon‐ U kunt op het telefoonboekmenu
sen op het stuurwiel. nummers, voor het gebruik van het overschakelen door PB te selecteren.
telefoonboek en gesprekkenlijsten en
voor het bekijken en bewerken van Telefoonboek
berichten. Na het tot stand brengen van de ver‐
Met behulp van het commando binding wordt het telefoonboek ver‐
Telefoon uit kan de verbonden tele‐ geleken met het telefoonboek in het
foon worden losgekoppeld van het te‐ tijdelijke geheugen, mits dezelfde
lefoonportaal. simkaart of dezelfde telefoon worden
144 Telefoon
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele Via het menu Gesprekslijsten kan de
telefoon overgezet. De presentatie gebruiker binnenkomende, uitgaande
en volgorde van de telefoonboekver‐ en gemiste gesprekken bekijken en
meldingen kunnen op het display de relevante nummers draaien. Om
van het Infotainmentsysteem en op het bellen te starten: selecteer de ge‐
het display van de mobiele telefoon wenste gesprekkenlijst, een item in
verschillend zijn. de desbetreffende gesprekkenlijst en
ten slotte het gewenste telefoonnum‐
Na het maken van de voorselectie: mer.
selecteer het gewenste item in het te‐
Selecteer Telefoonboek. Selecteer in lefoonboek om de nummers te tonen Berichtfuncties
het menu de gewenste reeks van be‐ die hieronder zijn opgeslagen. (alleen CD 400)
ginletters om een voorselectie te ma‐ Selecteer het gewenste nummer om
ken van de items in het telefoonboek het bellen te starten.
die u wilt laten weergeven.
Telefoon 145
Trefwoordenlijst A
Activeren van de radio.................. 29
D
DAB.............................................. 42
Adresboek.................................... 74 De digitale fotolijst gebruiken....... 58
Adresinvoer.................................. 74 Digital Audio Broadcasting........... 42
Afspelen van een CD starten....... 48 Door de gebruiker bepaalde NP's 74
Algemene aanwijzingen............ Dynamische routebegeleiding.... 102
.................... 4, 46, 52, 54, 61, 125
Algemene informatie............ 58, 109 E
Antidiefstalfunctie .......................... 5 Enhanced Other Networks........... 38
Automatische volumeregeling...... 16 EON.............................................. 38
Autostore-lijsten............................ 30 F
B Favorietenlijst............................... 31
BACK-knop................................... 17 Frequentiebereikmenu's............... 33
Basisbediening............................. 17 G
Bediening.................................... 139 Gebruik........... 16, 29, 48, 52, 59, 62
Bediening navigatie.................... 110 Gebruik van de AUX-ingang......... 52
Begeleiding .................................. 92 Gebruik van de radio.................... 29
Bluetooth.................................... 125 Gebruik van de USB-poort........... 54
Bluetooth-verbinding.................. 129 Geluidsinstellingen....................... 23
Bijwerken zenderlijst..................... 33
H
C Handsfree-modus....................... 129
CD-speler Het Infotainmentsysteem in- of
activeren.................................... 48 uitschakelen.............................. 16
belangrijke informatie................ 46 Het navigatiesysteem activeren. . . 62
gebruik...................................... 48 Het navigatievolume instellen....... 62
CD-speler activeren...................... 48
CD-speler gebruiken..................... 48
Configureren DAB........................ 42
149
*KTA-2677/8-NL*