Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 151

OPEL INSIGNIA

Infotainment System
Inhoud Inleiding ......................................... 4
Radio ........................................... 29
CD-speler ..................................... 46
AUX-ingang ................................. 52
USB-poort .................................... 54
Digitale fotolijst ............................. 58
Navigatie ...................................... 61
Spraakherkenning ...................... 109
Telefoon ..................................... 125
Trefwoordenlijst ......................... 148
4 Inleiding

Inleiding Algemene aanwijzingen en, indien gewenst, automatisch files


of andere verkeersproblemen vermij‐
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐ den.
steklas infotainment voor in uw auto.
Bovendien kunt u het infotainment‐
Algemene aanwijzingen ................. 4 De radio is voor de frequentieberei‐ systeem bedienen met regelingen op
ken AM, FM en DAB (niet bij het stuur of een multifunctionele een‐
Antidiefstalfunctie ........................... 5
CD 300) voorzien van twaalf automa‐ heid (alleen Navi 600 / Navi 900) tus‐
Overzicht bedieningselementen .... 6 tisch in te stellen voorkeurzenders. sen de voorstoelen, of via het spraak‐
Gebruik ........................................ 16 Bovendien kunnen er nog 36 voor‐ herkenningssysteem (indien beschik‐
Basisbediening ............................ 17 keurzenders handmatig worden inge‐ baar).
steld (ongeacht frequentiebereik).
Geluidsinstellingen ...................... 23 Het Infotainmentsysteem kan ook
De geïntegreerde CD-speler onder‐ worden uitgerust met een mobielete‐
Volume-instellingen ..................... 26 houdt u met audio- en MP3/WMA- lefoonportaal.
Personaliseren ............................. 28 CD’s.
Door het goeddoordachte design van
U kunt ook externe geheugens, de bedieningselementen, de heldere
zoals een iPod, MP3-speler of USB- displays en de grote multifunctionele
stick (niet CD 300) of een draagbare knop kunt u het systeem gemakkelijk
CD-speler als externe audiobron op en intuïtief bedienen.
het infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐
verse vooraf ingestelde klankinstellin‐
gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Het navigatiesysteem (alleen
Navi 600 / Navi 900) met een dyna‐
mische routeplanning zal u betrouw‐
baar naar uw bestemming begeleiden
Inleiding 5

Belangrijke informatie over de Wanneer de routebegeleiding te‐ Radio-ontvangst


bediening en de gen de verkeersregels ingaat, Tijdens de radio-ontvangst kunnen
verkeersveiligheid moet u altijd de verkeersregels gesis, geruis, signaalvervorming of
volgen. signaaluitval optreden door:
9 Waarschuwing ■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
Het infotainment-systeem moet 9 Waarschuwing
■ ontvangst van meerdere signalen
worden gebruikt zodat er te allen tegelijk door reflecties,
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tijde veilig met de auto kan worden
tingsstraten en andere wegen en ■ obstakels.
gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
inritten (bijv. voetgangerszones)
de kant en bedien het infotain‐
waar u niet mag inrijden niet op de
ment-systeem terwijl u stilstaat.
kaart aangegeven. In dergelijke Antidiefstalfunctie
gebieden geeft het infotainment‐ Het Infotainmentsysteem is voorzien
9 Waarschuwing systeem mogelijk een waarschu‐ van een elektronisch beveiligingssys‐
wing die geaccepteerd moet wor‐ teem dat het systeem tegen diefstal
Het gebruik van het navigatiesys‐ den. Hier moet u in het bijzonder beveiligt.
teem (alleen Navi 600 / Navi 900) letten op eenrichtingsstraten, we‐ De beveiliging houdt in dat het Info‐
ontslaat de bestuurder niet van gen en inritten waar u niet mag in‐ tainmentsysteem alleen in uw auto
zijn plicht om zich verantwoorde‐ rijden. werkt en daarom voor een eventuele
lijk, correct en voorzichtig te ge‐ dief waardeloos is.
dragen in het verkeer. De over‐
eenkomstige verkeersregels moe‐
ten zonder uitzondering in acht
worden genomen.
Voer alleen iets in (bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
6 Inleiding

Overzicht bedieningselementen
Navi 600 / Navi 900
Inleiding 7

1 RADIO (BAND) ..................... 29 6 m-knop .................................. 16 Kort drukken: selecteren


lijst automatisch opslaan ....... 30
Activeren radio of wijzigen Drukken: Infotainment-
golfband ................................ 29 systeem in-/uitschakelen ....... 16 Lang drukken: zenders
2 CD/AUX ................................ 52 automatisch opslaan ............. 30
Draaien: volume
aanpassen ............................ 16 12 INFO ....................................... 6
Starten weergave cd/mp3/
wma of wijzigen audiobron . . . 52 7 Toetsen radiostations 1...6 . . 30 Radio: informatie over de
3 Achterwaarts zoeken ............ 29 momenteel afspelende
Lang drukken: station zender ................................... 29
Radio: achterwaarts opslaan ................................. 30
zoeken .................................. 29 CD/MP3/WMA: informatie
Kort drukken: station over de momenteel
Cd/mp3/wma: naar vorige selecteren ............................. 30 geplaatste CD ....................... 48
titel springen .......................... 48 8 CONFIG ................................ 26
Digitale fotolijst: toont
4 NAV ....................................... 62 Systeeminstellingen .............. 26 momenteel geselecteerde
Eenmaal drukken: 9 TP ......................................... 38 afbeelding/foto ...................... 58
Weergave kaart .................... 62 Navigatie: informatie, bijv.
Activeren of deactiveren
Tweemaal drukken: verkeersberichten ................. 38 over de huidige locatie .......... 61
Navigatiemenu ...................... 62 10 TONE .................................... 23 13 FAV (1/2/3) ............................ 31
5 Voorwaarts zoeken ............... 29 Favorietenlijst
Tooninstellingen .................... 23
Radio: voorwaarts zoeken .... 29 (voorkeuzezenders) .............. 31
11 AS (1/2) ................................. 30
14 Cd uitwerpen ......................... 48
Cd/mp3/wma: naar Automatische
volgende titel springen .......... 48 geheugenniveaus
(voorkeuzezenders). ............. 30
8 Inleiding

15 Multifunctionele toets ............ 17 20 DEST .................................... 62


Draaien: menuopties Invoer bestemming
markeren of numerieke navigatie ................................ 62
waarden instellen ................. 17 21 PHONE ............................... 125
Indrukken (de buitenste Openen hoofdmenu
ring): de gemarkeerde telefoon ............................... 139
optie selecteren/activeren;
ingestelde waarde Geluidsonderdrukking
bevestigen; functie in-/ activeren/deactiveren ............ 16
uitschakelen .......................... 17
16 Toets met acht richtingen ..... 62
Navigeren: kies weergave
kaart in display ...................... 62
17 Cd-sleuf ................................. 48
18 RPT (NAV) .......................... 102
Herhalen laatste melding
navigatie .............................. 102
19 BACK .................................... 17
Menu: één niveau terug ........ 17
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer .......... 17
Inleiding 9

CD 400
10 Inleiding

1 RADIO (BAND) ..................... 29 Infotainment-systeem ........... 16 10 AS (1/2) ................................. 30


Activeren radio of wijzigen Draaien: volume Automatische
golfband ................................ 29 aanpassen ............................ 16 geheugenniveaus
2 CD/AUX ................................ 52 7 Toetsen radiostations 1...6 . . 30 (voorkeuzezenders). ............. 30

Starten weergave cd/mp3/ Lang drukken: station Kort drukken: selecteren


wma of wijzigen audiobron . . . 52 opslaan ................................. 30 lijst automatisch opslaan ....... 30
3 Achterwaarts zoeken ............ 29 Kort drukken: station Lang drukken: zenders
selecteren ............................. 30 automatisch opslaan ............. 30
Radio: achterwaarts
zoeken .................................. 29 8 TP ......................................... 38 11 FAV (1/2/3) ............................ 31

Cd/mp3/wma: naar vorige Activeren of deactiveren Lijst met favorieten


titel springen .......................... 48 verkeersberichten ................. 38 (voorkeuzezenders) .............. 31
4 CONFIG ................................ 26 12 Cd uitwerpen ......................... 48
Bij uitgeschakeld
Infotainment-systeem: 13 Multifunctionele toets ............ 17
Openen instellingenmenu ..... 26
weergave van tijd en datum . . 38 Draaien: menuopties
5 Voorwaarts zoeken ............... 29
9 INFO ....................................... 6 markeren of numerieke
Radio: voorwaarts zoeken .... 29 waarden instellen ................. 17
Radio: informatie over de
Cd/mp3/wma: naar momenteel afspelende Drukken: selecteren/
volgende titel springen .......... 48 zender ................................... 29 activeren van
6 m-knop .................................. 16 gemarkeerde optie;
CD/MP3/WMA: informatie bevestigen ingestelde
Drukken: in-/uitschakelen .... 16 over de momenteel waarde; functie in-/
geplaatste CD ....................... 48 uitschakelen .......................... 17
14 Cd-sleuf ................................. 48
Inleiding 11

15 BACK .................................... 17
Menu: één niveau terug ........ 17
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer .......... 17
16 TONE .................................... 23
Tooninstellingen .................... 23
17 PHONE ............................... 125
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 139
Geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............ 16
12 Inleiding

CD 300
Inleiding 13

1 RADIO (BAND) ..................... 29 8 Toetsen radiostations 1...6 . . 30 Kort drukken: selecteren


lijst automatisch opslaan ....... 30
Activeren radio of wijzigen Lang drukken: station
golfband ................................ 29 opslaan ................................. 30 Lang drukken: zenders
2 CD/AUX ................................ 52 automatisch opslaan ............. 30
Kort drukken: station
selecteren ............................. 30 12 FAV (1/2/3) ............................ 31
Starten weergave cd/mp3/
wma of wijzigen audiobron . . . 52 9 TP ......................................... 38 Lijst met favorieten
3 Mp3: map hoger niveau ........ 48 (voorkeuzezenders) .............. 31
Activeren of deactiveren
4 Achterwaarts zoeken ............ 29 verkeersberichten ................. 38 13 Cd uitwerpen ......................... 48
14 Multifunctionele toets ............ 17
Radio: achterwaarts Bij uitgeschakeld
zoeken .................................. 29 Infotainment-systeem: Draaien: menuopties
weergave van tijd en datum . . 38 markeren of numerieke
Cd/mp3/wma: naar vorige waarden instellen ................. 17
titel springen .......................... 48 10 INFO ....................................... 6
5 Voorwaarts zoeken ............... 29 Radio: informatie over de Drukken: selecteren/
momenteel afspelende activeren van
Radio: voorwaarts zoeken .... 29 zender ................................... 29 gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
Cd/mp3/wma: naar CD/MP3/WMA: informatie waarde; functie in-/
volgende titel springen .......... 48 over de momenteel uitschakelen .......................... 17
6 Mp3: map lager niveau ......... 48 geplaatste CD ....................... 48 15 Cd-sleuf ................................. 48
7 m-knop .................................. 16 11 AS (1/2) ................................. 30 16 CONFIG ................................ 26
Drukken: Infotainment- Automatische Openen instellingenmenu ..... 26
systeem in-/uitschakelen ....... 16 geheugenniveaus
(voorkeuzezenders). ............. 30
Draaien: volume
aanpassen ............................ 16
14 Inleiding

17 BACK .................................... 17 Audiobedieningsknoppen aan Lang drukken: oproeplijst


stuurwiel tonen ................................... 139
Menu: één niveau terug ........ 17
of deactiveer
Invoer: wissen laatste spraakherkenning (indien
teken of gehele invoer .......... 17 beschikbaar) ....................... 109
18 TONE .................................... 23 2 SRC (bron) ............................ 16
Tooninstellingen .................... 23 Drukken: selecteren
19 PHONE ............................... 125 audiobron .............................. 16
Openen hoofdmenu Bij actieve radio: omhoog/
telefoon ............................... 139 omlaag draaien om
volgende/vorige
Geluidsonderdrukking
voorkeuzezender te
activeren/deactiveren ............ 16
selecteren ............................. 29
1 Kort drukken: Bij actieve cd-speler:
telefoongesprek aannemen 125 omhoog/omlaag draaien
of nummer bellen in om volgende/vorige cd/
oproeplijst ............................ 139 mp3/wma-track te
selecteren ............................. 48
of activeer
spraakherkenning (indien
beschikbaar) ....................... 109
Inleiding 15

Bij actief telefoonportaal: Multifuncionele eenheid 3 Telefoongesprek


omhoog/omlaag draaien (alleen Navi 600 / Navi 900) aannemen of beëindigen .... 139
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te Activeren of deactiveren
selecteren ........................... 139 geluidsonderdrukking ............ 16
4 DEST
Als de telefoonportal actief Bestemmingsinvoer
is en er gesprekken in de navigatie ................................ 74
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen 5 BACK .................................... 17
gesprekken te schakelen .... 139 Menu: één niveau terug ........ 17
3 Volume verhogen .................. 16
Invoer: wissen laatste
4 Volume verlagen ................... 16 teken of gehele invoer .......... 17
5 Kort drukken: gesprek 6 Multifunctionele toets ............ 17
beëindigen/weigeren ........... 139
1 NAV ....................................... 62 Centrale bediening voor
of oproeplijst sluiten ............ 139 selectie en navigatie in
Toon huidige positie (met menu's .................................. 17
of geluidsonderdrukking uitgeschakelde
activeren/deactiveren ............ 16 routebegeleiding) .................. 62
of deactiveer Toon berekende route
spraakherkenning (indien (met uitgeschakelde
beschikbaar) ....................... 109 routebegeleiding) .................. 62
2 AUDIO ..................................... 6
Wijzigen audiobron ............... 52
16 Inleiding

Gebruik Automatisch uitschakelen Automatische volumeregeling


Als het Infotainmentsysteem is inge‐ Na inschakeling van het voor snel‐
Bedieningselementen schakeld met de X-knop terwijl het heid gecompenseerde volume
Het Infotainmentsysteem wordt be‐ contact is uitgeschakeld, schakelt het 3 26 wordt het volume automatisch
diend met behulp van functietoetsen, na 30 minuten automatisch weer uit. zodanig aangepast dat u geen geluid
multifunctieknoppen en op het display van het wegdek of van de wind hoort.
weergegeven menu's. Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐ Mute
Invoer kan naar keuze plaatsvinden Druk op de PHONE-toets om het ge‐
stelling wordt weergegeven op het
via: luid van de audiobronnen te onder‐
display.
■ de centrale bedieningseenheid op drukken (indien telefoonportaal be‐
Bij het inschakelen van het Infotain‐
het instrumentenpaneel 3 6 schikbaar is: enkele seconden indruk‐
mentsysteem wordt automatisch het
■ bedieningselementen op het stuur‐ ken).
laatst geselecteerde volume inge‐
wiel 3 6 steld mits dit het maximale inschakel‐ Om de onderdrukking van het geluid
■ de multifunctionele eenheid (alleen volume niet overschrijdt. opnieuw te annuleren: draai aan de
Navi 600 / Navi 900) tussen de X-knop of druk opnieuw op de
Het volgende kan afzonderlijk worden
voorstoelen 3 6 PHONE-toets (indien telefoonportaal
ingesteld:
beschikbaar is: enkele seconden in‐
■ het spraakherkenningssysteem (in‐ ■ het maximale opstartvolume drukken).
dien beschikbaar) 3 109 3 26
■ het volume voor verkeersberichten Volumebeperking bij hoge
Het Infotainmentsysteem in- of 3 26 temperaturen
uitschakelen Bij erg hoge temperaturen binnen de
Druk de X-knop kort in. Na het in‐ ■ het volume voor navigatie-instruc‐ auto beperkt het Infotainmentsys‐
ties (alleen Navi 600 / Navi 900) teem het maximaal instelbare vo‐
schakelen is de laatst geselecteerde
3 62 lume. Indien nodig wordt het maxi‐
Infotainmentbron actief.
male volume automatisch verlaagd.
Inleiding 17

Bedieningsmodi Navigatie Draai aan de multifunctionele knop:


(alleen Navi 600 / Navi 900) ■ een menuoptie markeren
Radio Druk op de NAV-toets en vervolgens
Druk op de RADIO-knop om het ■ CD 300: een menuoptie weergeven
op de multifunctionele knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of ■ een numerieke waarde instellen
navigatiemenu te openen.
te wisselen tussen de verschillende Druk op de multifunctionele knop
frequentiebereiken. Gedetailleerde beschrijving van de
(Navi 600 / Navi 900: druk op de bui‐
navigatiesysteemfuncties 3 62.
Druk op de multifunctionele knop om tenste ring):
een submenu met zenderkeuzeop‐ Telefoon ■ de gemarkeerde optie selecteren of
ties te openen. (indien telefoonportaal beschikbaar inschakelen
Gedetailleerde beschrijving van de is) ■ CD 300: om de getoonde optie te
radiofuncties 3 29. Druk op de PHONE-toets om het te‐ selecteren of te activeren
lefoonmenu op te roepen. ■ een ingestelde waarde bevestigen
Audiospelers
Druk op de CD/AUX-knop om het CD, Druk op de multifunctionele knop om ■ een systeemfunctie in- of uitscha‐
USB, iPod of AUX menu te openen een submenu met opties voor het in‐ kelen
(indien beschikbaar) of om te wisse‐ voeren of selecteren van telefoon‐
len tussen deze menu's. nummers te openen. BACK-toets
Druk op de multifunctionele knop om Gedetailleerde beschrijving van de Druk de BACK-toets kort in om:
een submenu met trackkeuzeopties functies van het mobieletelefoonpor‐ ■ een menu te verlaten
te openen. taal 3 125.
■ van een submenu naar het naast‐
Gedetailleerde beschrijving van: hoger gelegen menuniveau te gaan
■ CD-spelerfuncties 3 48 Basisbediening ■ het laatste teken van een teken‐
■ AUX-ingangfuncties 3 52 reeks te wissen
Multifunctionele toets
■ USB-poortfuncties 3 54 Houd de BACK-toets enkele secon‐
De multifunctionele knop is het cen‐
den ingedrukt om de hele invoer te
trale bedieningselement voor de me‐
wissen.
nu's.
18 Inleiding

Voorbeelden menubediening Een instelling activeren Instellen van een waarde

Navi 600 / Navi 900


Selecteren van een optie

Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop


om de gewenste instelling te marke‐ om de actuele waarde van de instel‐
ren. ling te wijzigen.
Draai aan de multifunctionele knop Druk op de multifunctionele knop om Druk op de multifunctionele knop om
om de cursor (= gekleurde achter‐ de instelling te activeren. de ingestelde waarde te bevestigen.
grond) naar de gewenste optie te ver‐
plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het
menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu
met verdere opties verschijnt.
Inleiding 19

In- of uitschakelen van een functie Invoeren van een tekenreeks CD 400
Selecteren van een optie

Draai aan de multifunctionele knop Voor het invoeren van tekenreeksen,


om de functie die u in of uit wilt scha‐ zoals telefoonnummers of straatna‐ Draai aan de multifunctionele knop
kelen te markeren. men: om de cursor (= gekleurde achter‐
Druk op de multifunctionele knop om Draai aan de multifunctionele knop grond) naar de gewenste optie te ver‐
tussen de instellingen Aan en Uit te om het gewenste teken te selecteren. plaatsen.
wisselen. Het laatste teken in de tekenreeks Druk op de multifunctionele knop om
kan worden gewist met de BACK- de gemarkeerde optie te selecteren.
toets. Door de BACK-toets ingedrukt Submenu's
te houden, wordt de complete invoer Een pijltje aan de rechterkant van het
verwijderd. menu geeft aan dat na er na het se‐
Druk op de multifunctionele knop om lecteren van die optie een submenu
het geselecteerde teken te bevesti‐ met verdere opties verschijnt.
gen.
20 Inleiding

Een instelling activeren Instellen van een waarde In- of uitschakelen van een functie

Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐ om de actuele waarde van de instel‐ om de functie die u in of uit wilt scha‐
ren. ling te wijzigen. kelen te markeren. Druk op de multi‐
Druk op de multifunctionele knop om Druk op de multifunctionele knop om functionele knop om tussen de instel‐
de instelling te activeren. de ingestelde waarde te bevestigen. lingen Aan en Uit te wisselen.
Inleiding 21

Invoeren van een tekenreeks CD 300 Druk op de multifunctionele knop om


Menu-elementen en symbolen de weergegeven optie te selecteren
en het bijbehorende submenu te ope‐
nen.
Het pijltje naar rechts 3 geeft aan: het
eerste submenuniveau is actief (twee
pijltjes = het tweede submenu is ac‐
tief).
Het pijltje omhoog 4 geeft aan: ver‐
dere opties zijn beschikbaar in het ac‐
tieve submenu.
Een instelling activeren

Voor het invoeren van tekenreeksen,


zoals telefoonnummers: De pijltjes omhoog en omlaag 1 ge‐
Draai aan de multifunctionele knop ven aan: het bovenste menuniveau is
om het gewenste teken te selecteren. actief. Verdere opties zijn beschik‐
baar in het actieve menu.
Druk op de multifunctionele knop om
het geselecteerde teken te bevesti‐ Draai aan de multifunctionele knop
gen. om de andere opties in het actieve
menu weer te geven.
Het laatste teken in de reeks kan met
behulp van de BACK-toets worden Het gebogen pijltje 2 geeft aan: er is
gewist. een submenu met verdere opties be‐
schikbaar.
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te
openen.
22 Inleiding

Draai aan de multifunctionele knop In- of uitschakelen van een functie Invoeren van een tekenreeks
om de gewenste instelling weer te ge‐
ven.
Druk op de multifunctionele knop om
de instelling te activeren.
Instellen van een waarde

Druk op de multifunctionele knop om Druk op de multifunctionele knop om


het bijbehorende instellingenmenu te het desbetreffende instellingenmenu
openen. te openen.
Draai aan de multifunctionele knop Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling Aan of Uit te marke‐ om het teken op de actuele cursorpo‐
ren. sitie te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te Druk op de multifunctionele knop om Druk op de multifunctionele knop om
openen. de gemarkeerde instelling te bevesti‐ het getoonde teken te bevestigen.
gen. Het laatste teken in de reeks kan met
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐ behulp van de BACK-toets worden
ling te wijzigen. gewist.
Druk op de multifunctionele knop om
de ingestelde waarde te bevestigen.
Inleiding 23

Geluidsinstellingen Instellingen bas, midden- en Volumeverdeling voor - achter


hogetonen instellen
Navi 600 / Navi 900
In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristiek instellen.

Selecteer Bass, Midden of Treble. Selecteer Fader.


Stel voor de geselecteerde optie de Stel de gewenste waarde in.
gewenste waarde in.

Druk op de TONE-toets om het ge‐


luidsmenu te openen.
24 Inleiding

Volumeverdeling rechts - links Geluid voor een muziekstijl


instellen optimaliseren

Druk op de TONE-toets om het ge‐


luidsmenu te openen.
Selecteer Balans. Selecteer EQ (Equalizer).
Stel de gewenste waarde in. De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
Terugzetten van een persoonlijke liseerde voorkeurinstellingen voor de
instelling op "0" of "Uit" lage, midden en hoge tonen
Selecteer de gewenste optie en houd Selecteer de gewenste optie.
de multifunctionele knop enkele se‐
conden ingedrukt. CD 300 / CD 400
Terugzetten van alle instelling op "0" In het geluidsinstellingenmenu kunt u
of "Uit" voor elk radiofrequentiebereik en
De TONE-toets enkele seconden in‐ voor elke audiospeler afzonderlijk de
gedrukt houden. geluidskarakteristieken instellen.
Inleiding 25

Instellingen bas, midden- en Volumeverdeling voor - achter Volumeverdeling rechts - links


hogetonen instellen instellen

Selecteer Bas:, Midrange: of Treble:. Selecteer Fader:. Selecteer Balans:.


Stel voor de geselecteerde optie de Stel de gewenste waarde in. Stel de gewenste waarde in.
gewenste waarde in.
Terugzetten van een persoonlijke
instelling op "0"
Selecteer de gewenste optie en houd
de multifunctionele knop enkele se‐
conden ingedrukt.
Terugzetten van alle instelling op "0"
of "Uit"
De TONE-toets enkele seconden in‐
gedrukt houden.
26 Inleiding

Geluid voor een muziekstijl Volume-instellingen Snelheidsafhankelijke


optimaliseren volumeregeling
Navi 600 / Navi 900
Maximaal inschakelvolume

Selecteer EQ: (Equalizer). Druk op de CONFIG-knop voor ope‐


De getoonde opties bieden voor de nen van het systeeminstelmenu.
desbetreffende muziekstijl geoptima‐ Selecteer Radio-instellingen en ver‐
liseerde voorkeurinstellingen voor de Druk op de CONFIG-knop voor ope‐ volgens Snelheidsafhankelijke
lage, midden en hoge tonen nen van het systeeminstelmenu. volumeregeling.
Selecteer de gewenste optie. Selecteer Radio-instellingen en ver‐ De automatische volumeregeling kan
volgens Maximaal inschakelvolume. worden gedeactiveerd of de mate van
Stel de gewenste waarde in. volumeaanpassing kan in het weer‐
gegeven menu worden geselecteerd.
Selecteer de gewenste optie.
Inleiding 27

Volume voor verkeersberichten (TA) CD 300 / CD 400 Snelheidsafhankelijke volumereg.


Het volume voor de verkeersberich‐
ten kan proportioneel met het nor‐ Maximaal startvolume
male audiovolume worden verhoogd
of verlaagd.

Druk op de CONFIG-knop voor ope‐


nen van het systeeminstelmenu.
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐ Selecteer Radio-instellingen en ver‐
nen van het systeeminstelmenu. volgens Autom. volumeregeling.
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐ Selecteer Radio-instellingen en ver‐ CD 300: selecteer Audio-instellingen
nen van het systeeminstelmenu. volgens Maximaal startvolume. en vervolgens Autom.
Selecteer Radio-instellingen, RDS- CD 300: selecteer Audio-instellingen volumeregeling.
opties en TA-volume. en vervolgens Startvolume. De automatische volumeregeling kan
Stel de gewenste waarde in. Stel de gewenste waarde in. worden gedeactiveerd of de mate van
volumeaanpassing kan in het weer‐
gegeven menu worden geselecteerd.
Selecteer de gewenste optie.
28 Inleiding

Volume voor verkeersberichten (TA) Personaliseren geluidsbronnen (indien beschik‐


Het volume voor de verkeersberich‐ baar): AM, FM, DAB, CD-speler,
ten kan proportioneel met het nor‐ (alleen CD 400) AUX, USB
male audiovolume worden verhoogd Verschillende systeeminstellingen ■ laatste actieve geluidsbron
of verlaagd. van het infotainmentsysteem kunnen
afzonderlijk in het geheugen worden ■ laatste actieve radiozender (afzon‐
opgeslagen voor elke voertuigsleutel derlijk voor elk frequentiebereik)
(bestuurder) van de auto. ■ laatste actieve weergavemodus
■ laatste positie in Audio/MP3-CD in‐
Opgeslagen instellingen clusief tracknummer en map
Door de voertuigsleutel uit het con‐
■ toestand van de instelling nummers
tactslot te nemen, worden de vol‐
shuffelen (CD-speler)
gende instellingen automatisch opge‐
slagen voor de gebruikte sleutel: ■ toestand van de TP-instelling (Traf‐
fic Programme)
■ laatste volume-instellingen: een vo‐
lumeniveau voor alle geluidsbron‐ ■ cursorpositie voor elk menu in het
nen (radio, CD-speler, AUX, USB) display
die niet gekoppeld zijn aan de tele‐
Druk op de CONFIG-knop voor ope‐ foon en een voor het telefoongeluid Persoonlijke voorkeuren uit/
nen van het systeeminstelmenu. (indien telefoonportaal beschikbaar inschakelen
Selecteer Radio-instellingen, RDS- is) Druk op de CONFIG-knop voor ope‐
opties en TA-volume. ■ alle voorkeuze-instellingen van ra‐ nen van het systeeminstelmenu.
CD 300: selecteer Audio-instellingen, diozenders Selecteer Auto-instellingen en vervol‐
RDS-opties en TA-volume. ■ alle tooninstellingen: elk van deze gens Comfortinstellingen.
Stel de waarde voor de volume toe- instellingen wordt afzonderlijk op‐ Pers. inst. voor bestuurder op Aan of
of afname in. geslagen voor elk van de volgende Uit zetten.
Radio 29

Radio Gebruik Zender zoeken


Bedieningsknoppen Automatisch zender zoeken
De belangrijkste knoppen voor het Druk kort op de s of u-knop om
Gebruik ........................................ 29 bedienen van de radio zijn: de volgende zender in het zenderge‐
Zender zoeken ............................. 29 ■ RADIO: radio activeren heugen af te spelen.
Autostore-lijsten ........................... 30 ■ s u: zender zoeken Handmatig zender zoeken
Favorietenlijst ............................... 31 ■ AS: autostorelijsten
Frequentiebereikmenu's .............. 33 Navi 600 / Navi 900
■ FAV: favorietenlijst
Radio Data System (RDS) ........... 38 Druk op de s of u-knop en houd
■ 1...6: voorkeuzeknoppen deze ingedrukt. Laat de knop los als
Digital Audio Broadcasting .......... 42 ■ TP: radioverkeerinformatieservice de gewenste frequentie bijna is be‐
3 38 reikt op het display.
Er wordt gezocht naar de volgende
Activeren van de radio zender die kan worden ontvangen en
Druk op de RADIO-knop om het radi‐ deze wordt automatisch afgespeeld.
omenu te openen.
De laatst afgespeelde zender wordt CD 300 / CD 400
weergegeven. Druk enkele seconden op de s of
u-knop om een zoekopdracht naar
Kiezen van frequentiebereik de volgende te ontvangen zender bin‐
Druk één of meerder keren op de nen de huidige frequentiebereik te
RADIO-knop om het gewenste fre‐ starten.
quentiebereik te selecteren. Is de gewenste frequentie bereikt,
De laatst afgespeelde zender van dat wordt de zender automatisch afge‐
frequentiebereik wordt weergegeven. speeld.
30 Radio

Let op AM-frequentiebereik Navi 600 / Navi 900:


Handmatig zender zoeken: Als de Draai aan de multifunctionele knop en
radio geen station vindt, schakelt hij stel op het pop-upfrequentiedisplay
automatisch naar een gevoeliger de optimale ontvangstfrequentie in.
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst DAB-frequentiebereik
actieve frequentie weer worden ge‐ (niet beschikbaar voor CD 300)
kozen. Druk op de multifunctionele knop om
Let op het DAB-menu te openen en selec‐
Frequentiebereik FM: Als de RDS- teer Handafstemming DAB .
functie is ingeschakeld, wordt er al‐ Draai aan de multifunctionele knop en
leen naar RDS-zenders 3 38 ge‐ stel op het pop-upfrequentiedisplay
zocht en als verkeersinformatie TP de gewenste ontvangstfrequentie in.
is ingeschakeld, wordt er alleen naar
zenders met verkeersinformatie Let op
3 38 gezocht. Autostore-lijsten Het huidige station wordt gemar‐
De zenders met de beste ontvangst in keerd.
Handmatig afstemmen een bepaald frequentiebereik kunnen
FM-frequentiebereik met de autostorefunctie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.
Alleen Navi 600 / Navi 900: druk op
de multifunctionele knop om het FM-
menu te openen en selecteer
Handafstemming FM.
Draai aan de multifunctionele knop en
stel op het pop-upfrequentiedisplay
de optimale ontvangstfrequentie in.
Radio 31

CD 400: Druk op de multifunctionele knop om Favorietenlijst


de autostore-functie te verlaten.
Zenders van alle frequentiebereiken
Zenders met de hand opslaan kunnen handmatig in de favorieten‐
Zenders kunnen ook handmatig in de lijsten worden opgeslagen.
autostorelijsten worden opgeslagen.
Navi 600 / Navi 900
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk kort op de AS-toets om de auto‐
storelijst te openen of om naar een
andere autostorelijst te wisselen.
Om de zender op een positie in de lijst
op te slaan: druk op de desbetref‐
Let op fende numerieke toets 1...6 tot de
Het huidige station wordt gemar‐ zender wordt weergegeven.
keerd door i. Let op
Elk frequentiebereik heeft twee auto‐ Handmatig opgeslagen zenders
storelijsten (AS 1, AS 2), waarin elk 6 worden bij het automatisch zenders
zenders kunnen worden opgeslagen. opslaan overschreven. In elke favorietenlijst kunnen 6 zen‐
Zender oproepen ders worden opgeslagen. Het aantal
Zenders automatisch opslaan Druk kort op de AS-toets om de auto‐ beschikbare favorietenlijsten kan
Druk op de AS-knop tot een autosto‐ storelijst te openen of om naar een worden ingesteld (zie hieronder).
remelding wordt weergegeven op het andere autostorelijst te wisselen. Let op
display. De 12 sterkste zenders van
Druk kort op een van de numerieke Het huidige station wordt gemar‐
het actuele frequentiebereik worden
toetsen 1...6 om de zender van de keerd.
in de twee autostorelijsten opgesla‐
gen. betreffende lijstpositie op te roepen.
32 Radio

Zender opslaan Het aantal favorietenlijsten instellen CD 300 / CD 400


Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk kort op de FAV-toets om de fa‐
vorietenlijst te openen of om naar een
andere favorietenlijst te wisselen.
Om de zender op een positie in de lijst
op te slaan: druk op de desbetref‐
fende numerieke toets 1...6 tot de
zender wordt weergegeven.
Zender oproepen
Druk kort op de FAV-toets om de fa‐
vorietenlijst te openen of om naar een
andere favorietenlijst te wisselen. Toets CONFIG indrukken. In elke favorietenlijst kunnen 6 zen‐
Druk kort op een van de numerieke Selecteer Radio-instellingen en ver‐ ders worden opgeslagen. Het aantal
toetsen 1...6 om de zender van de volgens Radiofavorieten. beschikbare favorietenlijsten kan
desbetreffende lijstpositie op te roe‐ Selecteer het gewenste aantal be‐ worden ingesteld (zie hieronder).
pen. schikbare favorietenlijsten. CD 300: het aantal beschikbare fa‐
vorietenlijsten is niet configureerbaar.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zender opslaan
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Radio 33

Druk kort op de FAV-toets om de fa‐ Let op


vorietenlijst te openen of om naar een De volgende specifieke FM-displays
andere favorietenlijst te wisselen. worden als voorbeeld getoond.
Om de zender op een positie in de lijst Navi 600 / Navi 900
op te slaan: druk op de desbetref‐
fende numerieke toets 1...6 tot de
zender wordt weergegeven.
Zender oproepen
Druk kort op de FAV-toets om de fa‐
vorietenlijst te openen of om naar een
andere favorietenlijst te wisselen.
Druk kort op een van de numerieke CONFIG-toets indrukken.
toetsen 1...6 om de zender van de
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
desbetreffende lijstpositie op te roe‐
volgens Radio-favorieten.
pen.
Selecteer het gewenste aantal be‐
Het aantal favorietenlijsten instellen schikbare favorietenlijsten.
(niet bij CD 300) Favorietenlijst
Selecteer Favorietenlijst. Alle in de fa‐
Frequentiebereikmenu's vorietenlijst opgeslagen zenders wor‐
Via frequentiebereikspecifieke me‐ den getoond.
nu's zijn alternatieve mogelijkheden
voor het selecteren van zenders be‐
schikbaar.
Druk terwijl het radiohoofdmenu ac‐
tief is op de multifunctionele knop om
het gewenste frequentiebereikmenu
te openen.
34 Radio

DAB-frequentiebereik Bijwerken zenderlijst


Draai aan de multifunctionele knop. Kunnen zenders uit de in de frequen‐
tiebereikspecifieke zenderlijst niet
Alle te ontvangen DAB-zenders
langer worden ontvangen:
3 42 in het actuele ontvangstgebied
worden getoond. Selecteer het betreffende commando
voor het bijwerken van een zender‐
Let op lijst.
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐ Het zoeken naar zenders wordt ge‐
mentsysteem automatisch naar zen‐ start. Nadat de zoekopdracht is afge‐
ders. rond wordt de eerder geselecteerde
zender afgespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
Selecteer de gewenste zender. het zenderzoeken te stoppen.
Let op Let op
Het huidige station wordt gemar‐ Bij de update van een lijst van een
keerd door i. station op een specifieke golfband
Handmatig afstemmen wordt de overeenkomstige catego‐
Voor een beschrijving, zie "Zenders rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
handmatig afstemmen" hierboven. updatet.
Belangrijke informatie m.b.t. het
Zenderlijsten bijwerken van de zenderlijst
AM/FM-frequentiebereik
De dualtuner van het infotainment‐
Selecteer AM-zenderlijst of FM- Selecteer de gewenste zender. systeem werkt de zenderlijsten op de
zenderlijst. achtergrond continu bij. Dat zorgt er‐
Let op
Alle te ontvangen AM/FM-zenders in Het huidige station wordt gemar‐ voor dat bijv. de zenderlijsten tijdens
het actuele ontvangstgebied worden keerd door i. een langere snelwegrit altijd de ont‐
getoond. vangbare zenders in het actuele
Radio 35

ontvangstgebied bevatten. Omdat de


automatische update een bepaalde
tijd nodig heeft, staan bij een snelle
verandering van het ontvangstgebied
wellicht niet meteen alle ontvangbare
zenders op de zenderlijst ter beschik‐
king. In dat geval kunt u de zender‐
lijsten versneld bijwerken via het be‐
treffende commando voor het bijwer‐
ken van de zenderlijst.
Categorielijst
Tal van RDS-zenders zenden een
PTY-code 3 38 uit die het uitgezon‐ Er verschijnt een lijst met op dat mo‐ Selecteer de gewenste zender.
den programmatype aangeeft (bijv. ment beschikbare programmatypes. De categorielijst wordt tijdens de up‐
nieuws). Sommige zenders passen Selecteer het gewenste programma‐ date van de frequentiebereikspeci‐
de PTY-code ook aan de actuele in‐ type. fieke zenderlijst eveneens bijgewerkt.
houd van het uitgezonden pro‐ Er verschijnt een lijst met zenders die Let op
gramma aan. een programma van het geselec‐ Het huidige station wordt gemar‐
Het Infotainmentsysteem slaat deze teerde type uitzenden. keerd door i.
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de betreffende categorielijst DAB-berichten
op. Naast de muziekprogramma’s zen‐
den talloze DAB-zenders 3 42 di‐
Een door een zender gedefinieerd
verse categorieën berichten uit.
programmatype zoeken: selecteer de
optie frequentiebereikspecifieke ca‐ De momenteel ontvangen DAB-ser‐
tegorielijst. vice (programma) wordt bij eventuele
berichten uit eerder geactiveerde ca‐
tegorieën onderbroken.
36 Radio

Activeren van berichtcategorieën CD 300 / CD 400


Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.

Selecteer de gewenste zender.


Let op
Favorietenlijst
Het huidige station wordt gemar‐
Selecteer Favorietenlijst. Alle in de fa‐ keerd door i.
Activeer de gewenste berichtcatego‐ vorietenlijst opgeslagen zenders wor‐
rieën. den getoond. Zenderlijsten
Er kunnen diverse berichtcategorieën AM/FM-frequentiebereik
tegelijk worden geselecteerd. Selecteer Lijst met AM-zenders of
Let op Lijst met FM-zenders.
DAB-berichten kunnen alleen ont‐ Alle te ontvangen AM/FM-zenders in
vangen worden als de DAB- het actuele ontvangstgebied worden
golfband geactiveerd is. getoond.
DAB-frequentiebereik
(niet beschikbaar voor CD 300)
Draai aan de multifunctionele knop.
Radio 37

Alle te ontvangen DAB-zenders Kunnen zenders uit de in de frequen‐ de PTY-code ook aan de actuele in‐
3 42 in het actuele ontvangstgebied tiebereikspecifieke zenderlijst niet houd van het uitgezonden pro‐
worden getoond. langer worden ontvangen: gramma aan.
Let op Selecteer het betreffende commando Het Infotainmentsysteem slaat deze
Als er van tevoren geen zenderlijst voor het bijwerken van een zender‐ zenders, gesorteerd op programma‐
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐ lijst. type, in de betreffende categorielijst
mentsysteem automatisch naar zen‐ CD 400: de dualtuner van het info‐ op.
ders. tainmentsysteem werkt de FM-zen‐ Een door een zender gedefinieerd
derlijst op de achtergrond continu bij. programmatype zoeken: selecteer de
Handmatig bijwerken is niet nodig. optie frequentiebereikspecifieke ca‐
Het zoeken naar zenders wordt ge‐ tegorielijst.
start. Nadat het zoeken is afgerond
wordt de laatst ontvangen zender af‐
gespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij de update van een lijst van een
station op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
Selecteer de gewenste zender. rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
Let op updatet.
Het huidige station wordt gemar‐ Categorielijst
keerd door i. Talloze RDS-zenders 3 38 zenden Er verschijnt een lijst met op dat mo‐
een PTY-code uit die het uitgezonden ment beschikbare programmatypes.
Bijwerken zenderlijsten
programmatype aangeeft (bijv. Selecteer het gewenste programma‐
nieuws). Sommige zenders passen type.
38 Radio

Er verschijnt een lijst met zenders die DAB-berichten Let op


een programma van het geselec‐ Naast muziekprogramma's zenden DAB-berichten kunnen alleen ont‐
teerde type uitzenden. tal van DAB-zenders 3 42 diverse vangen worden als de DAB-
categorieën aankondigingen uit. golfband geactiveerd is.
De momenteel ontvangen DAB-ser‐ Radio Data System (RDS)
vice (programma) wordt bij eventuele
berichten uit eerder geactiveerde ca‐ Is een dienst voor FM-zenders die er‐
tegorieën onderbroken. voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
Activeren van berichtcategorieën zonder problemen wordt ontvangen.
Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu. Voordelen van RDS
■ Op het display verschijnt de pro‐
grammanaam van de geselec‐
teerde zender in plaats van de fre‐
quentie.
Selecteer de gewenste zender. ■ Bij het zenderzoeken stemt het in‐
CD 300: de volgende te ontvangen fotainmentsysteem uitsluitend op
zender van het geselecteerde type RDS-zenders af.
wordt gezocht en afgespeeld. ■ Het infotainmentsysteem stelt met
De categorielijst wordt tijdens de up‐ behulp van AF (Alternative Fre‐
date van de frequentiebereikspeci‐ quency) altijd automatisch af op de
fieke zenderlijst eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ Activeer de gewenste berichtcatego‐
keerd door i. rieën.
Er kunnen diverse berichtcategorieën
tegelijk worden geselecteerd.
Radio 39

zendfrequentie met de beste ont‐ Selecteer Radio-instellingen en ver‐ Soms zenden RDS-zenders op ver‐
vangst van de geselecteerde zen‐ volgens RDS-opties. schillende frequenties programma's
der. uit die regionaal van elkaar verschil‐
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ len.
der geeft het Infotainmentsysteem Zet Regionaal op Aan of Uit.
radioteksten weer die bijv. Als regionalisatie is ingeschakeld,
informatie over het actuele pro‐ worden er uitsluitend alternatieve fre‐
gramma kunnen bevatten. quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Navi 600 / Navi 900
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale pro‐
gramma's.
RDS in-/uitschakelen RDS-scrolltekst
Zet RDS op Aan of Uit. Sommige RDS-zenders gebruiken de
regel van de programmanaam voor
Let op het tonen van eventuele extra infor‐
Na het uitschakelen van RDS wordt matie. De programmanaam is dan
deze functie automatisch weer inge‐ niet meer te zien.
schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of Voorkomen dat aanvullende informa‐
een voorkeuzeknop). tie wordt weergegeven:
RDS configureren Zet RDS-tekst stoppen op Aan.
Om het menu voor de Regionalisatie in- en uitschakelen
RDS-configuratie op te roepen: (RDS moet voor regionalisatie zijn in‐
geschakeld.)
Druk op de CONFIG-toets.
40 Radio

Radiotekst ■ Wanneer de verkeersinformatie is Alleen naar verkeersberichten luiste‐


Als RDS is ingeschakeld en er een ingeschakeld, wordt [ ] op het dis‐ ren
RDS-zender wordt weergegeven, play in zwart weergegeven (na het Schakel verkeersinformatie in en
verschijnt er onder de programma‐ uitschakelen wordt deze grijs). draai het volume van het infotain‐
naam informatie over het actuele pro‐ ■ Er worden alleen verkeersinforma‐ mentsysteem helemaal omlaag.
gramma en over de actuele muziek‐ tiezenders weergegeven. Verkeersberichten blokkeren
track.
■ Als de actuele zender geen ver‐ Om verkeersberichten te blokkeren,
Om de informatie te tonen of te ver‐ keersinformatiezender is, wordt er bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
bergen: automatisch naar de volgende ver‐ Druk op de knop TP of de multifunc‐
Zet Radiotekst op Aan of Uit. keersinformatiezender gezocht. tionele knop om het annuleringsbe‐
TA-volume ■ Wanneer een verkeersinformatie‐ richt op de display te bevestigen.
Het volume voor verkeersberichten zender is gevonden, wordt [TP] op Het verkeersbericht wordt onderbro‐
(TA) kan worden vooringesteld 3 26. het display in zwart weergegeven. ken, maar verkeersinformatie blijft in‐
Wordt er geen verkeersinformatie‐ geschakeld.
Verkeersinformatie zender gevonden, dan wordt TP in
(TP = Traffic Programme) grijs weergegeven. EON (Enhanced Other Networks)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- Met EON kunt u naar verkeersberich‐
■ Verkeersberichten worden afge‐ ten luisteren ook als de zender waar‐
zenders die verkeersinformatie uit‐ speeld op het ingestelde TA-vo‐
zenden. naar u luistert zelf geen verkeersin‐
lume 3 26. formatie uitzendt. Als een dergelijke
Verkeersinformatie in- of uitschake‐ ■ Als verkeersinformatie is ingescha‐ zender is ingeschakeld, wordt net als
len keld, wordt de cd-/mp3-weergave bij verkeersinformatiezenders TP op
Om de stand-by verkeersberichten‐ voor de duur van het verkeersbe‐ het display in zwart weergegeven.
functie van het Infotainmentsysteem richt onderbroken.
in- en uit te schakelen:
Druk op de TP-toets.
Radio 41

CD 300/CD 400 Zet optie Verkeersmelding (TA) op


Aan of Uit.
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn in‐
geschakeld.)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet optie Regionaal (REG) op Aan of
Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
TA-volume
worden er uitsluitend alternatieve fre‐
Het volume voor verkeersberichten quenties (AF) met dezelfde regionale
RDS configureren (TA) kan worden vooringesteld 3 26. programma's geselecteerd.
Om het menu voor de
RDS-configuratie op te roepen: RDS in-/uitschakelen Als regionalisatie is uitgeschakeld,
Zet optie RDS op Aan of Uit. worden alternatieve frequenties van
Druk op de CONFIG-toets.
de desbetreffende zenders geselec‐
Selecteer Radio-instellingen en ver‐ Let op
teerd onafhankelijk van regionale pro‐
volgens RDS-opties. Na het uitschakelen van RDS wordt
gramma's.
deze functie automatisch weer inge‐
CD 300: selecteer Audio-instellingen schakeld bij het afstemmen op een RDS-scrolltekst
en vervolgens RDS-opties. andere zender (via de zoekfunctie of Sommige RDS-zenders verbergen
een voorkeuzeknop). de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
Verkeersmelding (TA)
tonen.
Om de TA-functie permanent in of uit
Voorkomen dat aanvullende informa‐
te schakelen:
tie wordt weergegeven:
42 Radio

Zet RDS-Geen rollende displaytekst ■ Als verkeersinformatie is ingescha‐ Verkeersberichten blokkeren


op Aan. keld, verschijnt [ ] in het radiohoofd‐ Om verkeersberichten te blokkeren,
menu. bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een ■ Er worden alleen verkeersinforma‐ Druk op de knop TP of de multifunc‐
RDS-zender wordt weergegeven, tiezenders weergegeven. tionele knop om het annuleringsbe‐
verschijnt er onder de programma‐ ■ Als de actuele zender geen ver‐ richt op de display te bevestigen.
naam informatie over het actuele pro‐ keersinformatiezender is, wordt er Het verkeersbericht wordt onderbro‐
gramma en over de actuele muziek‐ automatisch naar de volgende ver‐ ken, maar verkeersinformatie blijft in‐
track. keersinformatiezender gezocht. geschakeld.
Om de informatie te tonen of te ver‐ ■ Wanneer een verkeersinformatie‐ EON (Enhanced Other Networks)
bergen: zender is gevonden, wordt [TP] in Met EON kunt u naar verkeersberich‐
Zet optie Radio-tekst: op Aan of Uit. het hoofdmenu van de radio weer‐ ten luisteren ook als de zender waar‐
gegeven. naar u luistert zelf geen verkeersin‐
Verkeersinformatie ■ Verkeersberichten worden afge‐ formatie uitzendt. Als een dergelijke
(TP = Traffic Programme) speeld op het ingestelde TA-vo‐ zender is ingeschakeld, wordt net als
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- lume 3 26. bij verkeersinformatiezenders TP op
zenders die verkeersinformatie uit‐ het display in zwart weergegeven.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
zenden. keld, wordt de cd-/mp3-weergave
Verkeersinformatie in- of uitschake‐ voor de duur van het verkeersbe‐ Digital Audio Broadcasting
len richt onderbroken. (niet beschikbaar voor CD 300)
Om de stand-by verkeersberichten‐ Alleen naar verkeersberichten luiste‐
functie van het Infotainmentsysteem Digital Audio Broadcasting (DAB) is
ren een innovatief en universeel uitzend‐
in- en uit te schakelen: Schakel verkeersinformatie in en systeem.
Druk op de TP-toets. draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag. DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Radio 43

Navi 600 / Navi 900: Algemene informatie Automatische groeplinks en/of


■ Met DAB kunnen verschillende pro‐ Automatische links DAB-FM te ac‐
gramma’s (diensten) op dezelfde tiveren.
frequentie worden uitgezonden ■ Interferentie door zenders op nabu‐
(ensemble). rige frequenties (een verschijnsel
■ Naast hoogwaardige diensten voor dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
digitale audio is DAB ook in staat vangst) doet zich bij DAB niet voor.
om programmagerelateerde gege‐ ■ Als het DAB-signaal door natuur‐
vens en een veelvoud aan andere lijke obstakels of door gebouwen
dataservices uit te zenden, inclusief wordt weerkaatst, verbetert dit de
reis- en verkeersinformatie. ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ AM- en FM-ontvangst in die geval‐
ger een signaal van een zender kan len juist aanmerkelijk verslechtert.
CD 400: opvangen (ook al is het signaal erg ■ De ontvangst van DAB+-zenders
zwak), is de geluidsweergave ge‐ wordt momenteel niet door de
waarborgd. DAB-ontvanger ondersteund.
■ Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Alleen CD 400: als het DAB-signaal
te zwak is om door de radio te wor‐
den geïnterpreteerd, wordt de
weergave geheel onderbroken. Dit
kan worden vermeden door in het
menu DAB-instellingen
44 Radio

Configureren DAB het volume van het infotainment‐ De volgende opties zijn beschikbaar
systeem zo worden afgesteld dat in het configuratiemenu:
Navi 600 / Navi 900 zacht geluid goed hoorbaar is zon‐ ■ Automatische groeplinks: is deze
der dat hard geluid te hard klinkt. functie geactiveerd, schakelt het
■ Frequentieband: na het selecteren systeem over op dezelfde service
van deze optie kan de gebruiker be‐ van een ander DAB-ensemble (fre‐
palen welke DAB-frequentieberei‐ quentie indien beschikbaar) als het
ken door het Infotainmentsysteem DAB-signaal te zwak is om door de
dienen te worden ontvangen. radio te worden geïnterpreteerd.
■ Automatische links DAB-FM: is
CD 400
deze functie geactiveerd, schakelt
het systeem over naar de betref‐
fende FM-zender de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
CONFIG-toets indrukken.
■ Dynamische geluidsaanpas.: is
Selecteer Radio-instellingen en ver‐ deze functie geactiveerd, wordt het
volgens DAB-instellingen. dynamische bereik van het DAB-
De volgende opties zijn beschikbaar signaal gereduceerd. Dat betekent
in het configuratiemenu: dat het volume van hard geluid wel,
■ Dynamische audioaanpassing: is maar dat van zacht geluid niet
deze functie geactiveerd, wordt het wordt gereduceerd. Daardoor kan
dynamische bereik van het DAB- CONFIG-toets indrukken.
signaal gereduceerd. Dat betekent
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
dat het volume van hard geluid wel,
volgens DAB-instellingen.
maar dat van zacht geluid niet
wordt gereduceerd. Daardoor kan
Radio 45

het volume van het infotainment‐


systeem zo worden afgesteld dat
zacht geluid goed hoorbaar is zon‐
der dat hard geluid te hard klinkt.
■ Frequentieband: na het selecteren
van deze optie kan worden bepaald
welke DAB-frequentiebereiken
door het infotainmentsysteem die‐
nen te worden ontvangen.
46 CD-speler

CD-speler Algemene aanwijzingen ■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn


kwetsbaarder dan voorbespeelde
Navi 600 / Navi 900 cd's. Ga op een correcte manier
De CD-speler van het infotainment‐ met de cd's om. Dit geldt vooral
Algemene aanwijzingen ............... 46 systeem kan audio-CD's en MP3/ voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
WMA afspelen. zie hieronder.
Gebruik ........................................ 48
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
Belangrijke informatie over audio- en den mogelijk niet correct of zelfs
mp3/wma-cd's helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een
Voorzichtig combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
Plaats in geen geval dvd's, single- tracks herkend en afgespeeld.
cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de ■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
audiospeler. geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐ ■ Berg CD’s onmiddellijk na het uit‐
ven zitten en het afspeelmecha‐ nemen uit de audiospeler op in de
nisme zwaar beschadigen. Een betreffende hoes om ze tegen be‐
kostbare vervanging van uw toe‐ schadiging en vuil te beschermen.
stel is dan noodzakelijk. ■ Vuil en vloeistof op de CD’s kunnen
de lens van de audiospeler binnen
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging in het apparaat verontreinigen en
die niet voldoen aan de storingen veroorzaken.
audio-cd-standaard, worden moge‐ ■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
lijk niet correct of zelfs helemaal rect zonlicht.
niet afgespeeld.
CD-speler 47

■ De volgende beperkingen zijn van wma-bestanden wordt geplaatst, CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
toepassing op gegevens die op een worden mp3-gerelateerde menu's Form 2.
mp3/wma-cd zijn opgeslagen: weergegeven. ■ De volgende bestandsformaten
Maximale mapstructuurdiepte: kunnen worden gebruikt:
11 niveaus. CD 300/CD 400
ISO9660 Level 1, Level 2, (Romeo,
De cd-speler van het infotainment‐
Maximaal aantal mp3/wma-bestan‐ Joliet).
systeem kan audio-cd's en mp3/
den dat kan worden opgeslagen: MP3- en WMA-bestanden die zijn
wma-cd's afspelen.
1000. geschreven in een ander formaat
Wma-bestanden met Digital Rights Belangrijke informatie over audio- en dan hierboven gegeven kunnen
Management (DRM) van online- mp3/wma-cd's wellicht niet of niet goed worden af‐
muziekwinkels kunnen niet worden gespeeld en hun bestandsnamen
afgespeeld. Voorzichtig en mapnamen kunnen wellicht niet
Wma-bestanden kunnen alleen goed worden weergegeven.
veilig worden afgespeeld als deze Plaats in geen geval dvd's, single- Let op
met Windows Media Player, mini‐ cd's met een diameter van 8 cm of ISO 13346 wordt niet ondersteund.
maal versie 8, zijn aangemaakt. speciaal vormgegeven cd's in de Wellicht moet u bij het branden van
audiospeler. een audio-cd als voorbeeld met Win‐
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls Plak nooit stickers op uw cd's. De dows 7 handmatig ISO 9660 selec‐
cd's kunnen in de speler vast blij‐ teren.
De afspeellijstitems moeten als re‐ ven zitten en het afspeelmecha‐
latieve paden zijn opgemaakt. ■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging
nisme zwaar beschadigen. Een die niet voldoen aan de
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐ kostbare vervanging van uw toe‐
spelen van mp3-bestanden behan‐ audio-cd-standaard, worden moge‐
stel is dan noodzakelijk. lijk niet correct of zelfs helemaal
deld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden hetzelfde niet afgespeeld.
■ De volgende CD-formaten kunnen
is. Wanneer een cd met worden gebruikt: ■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn
kwetsbaarder dan voorbespeelde
CD-ROM Mode 1 en Mode 2. cd's. Ga op een correcte manier
48 CD-speler

met de cd's om. Dit geldt vooral ■ De volgende beperkingen zijn van Gebruik
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's. toepassing op gegevens die op een
Zie hieronder. mp3/wma-cd zijn opgeslagen: Navi 600 / Navi 900
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐ Aantal nummers: max. 999.
den mogelijk niet correct of zelfs Aantal mappen: max. 255.
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met Mapstructuurdiepte: max.
de apparatuur. 64 niveaus (aanbevolen: max.
8 niveaus).
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐
diotracks en gecomprimeerde be‐ Aantal afspeellijsten: max. 15.
standen, bijv. MP3 zijn opgeslagen) Aantal nummers per afspeellijst:
kunnen audiotrackgedeelte en de max. 255.
gecomprimeerde bestanden sepa‐ Toepasbare afspeellijstexten‐
raat worden afgespeeld. sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's ■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
geen vingerafdrukken op de cd's spelen van mp3-bestanden behan‐
komen. deld, omdat de werking voor Afspelen van een CD starten
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na mp3- en wma-bestanden hetzelfde Duw de CD met de beschreven kant
het uitnemen uit de cd-speler om ze is. Wanneer een cd met naar boven zo ver in de CD-sleuf dat
tegen beschadiging en vuil te be‐ wma-bestanden wordt geplaatst, deze naar binnen wordt getrokken.
schermen. worden mp3-gerelateerde menu's Het afspelen van de CD start auto‐
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen weergegeven. matisch en het Audio-cd of Audio-
de lens van de cd-speler binnen in MP3-menu wordt weergegeven.
het apparaat vies maken en storin‐ Zit er al een CD in het apparaat, maar
gen veroorzaken. is het Audio-cd of Audio-MP3-menu
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐ niet actief:
rect zonlicht. Toets CD/AUX indrukken.
CD-speler 49

Het Audio-cd of Audio-MP3-menu Snel vooruit of achteruit Om een track op de audio-CD te se‐
wordt geopend en de CD-speler Druk op de s of u-knop en houd lecteren: selecteer Titellijst en selec‐
wordt gestart. deze ingedrukt om de actuele track teer daarna de gewenste track.
Afhankelijk van de data die op de au‐ vooruit of achteruit te spoelen. Tijdens het afspelen van een MP3
dio- of MP3-CD is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display de betref‐ Selecteren van tracks via het audio-
fende informatie over de CD en de CD of MP3-menu
actuele track. Tijdens het afspelen van een audio-
CD
Selecteren van een track
Draai de multifunctionele knop om
een lijst met alle tracks op de CD weer
te geven. Het nummer dat op dat mo‐
ment wordt afgespeeld, staat gese‐
lecteerd.
Selecteer de gewenste track.
Naar de volgende of vorige track Druk op de multifunctionele knop om
gaan het MP3-gerelateerde menu te ope‐
Druk één of meerdere keren kort op nen.
de s of u-knop.
Voor het afspelen van alle track in wil‐
Track zoeken vooruit en achteruit Druk op de multifunctionele knop om lekeurige volgorde:
Druk kort op de s of u-knop en het audio-CD-gerelateerde menu te Toevalsweergave (RDM) op Aan zet‐
druk weer op de s of u-knop en openen. ten.
houd deze ingedrukt tot de gewenste Voor het afspelen van alle track in wil‐ Om een track te selecteren uit een
track wordt weergegeven. lekeurige volgorde: map of afspeellijst (indien beschik‐
Toevalsweergave (RDM) op Aan zet‐ baar): selecteer Mappen of
ten. Afspeellijsten.
50 CD-speler

Selecteer een map of afspeellijst en Als de CD na het uitwerpen niet wordt Afhankelijk van de data die op de au‐
selecteer daarna de gewenste track. verwijderd, wordt deze na enkele se‐ dio- of MP3-CD is opgeslagen, ver‐
conden automatisch weer naar bin‐ schijnt er op het display de betref‐
Selecteer Zoeken om een menu met
nen getrokken. fende informatie over de CD en de
extra opties voor het zoeken en se‐
actuele track.
lecteren van tracks te openen.
CD 300 / CD 400
CD plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of MP3-CD: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3.
Afhankelijk van het aantal opgesla‐
gen tracks kan het zoekproces enkele Afspelen van een CD starten Selecteer de gewenste optie.
minuten duren. Druk op de CD/AUX-knop om het CD
of MP3-menu te openen. Mapniveau wijzigen
Selecteer een zoekoptie en selecteer (alleen CD 300, MP3 afspelen)
daarna de gewenste track. Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart. Druk op knop g of e of om naar een
Een CD verwijderen hoger of lager mapniveau te gaan.
Toets d indrukken.
Naar de volgende of vorige track
De CD wordt uit de CD-sleuf gewor‐ gaan
pen. Druk kort op knop s of u.
CD-speler 51

Snel vooruit of achteruit Om een track op de audio-CD te se‐ Let op


Druk op de s of u-knop en houd lecteren: selecteer Trackslijst en se‐ Als een cd zowel audio- als
deze ingedrukt om de actuele track lecteer daarna de gewenste track. mp3-data bevat, kan de audiodata
vooruit of achteruit te spoelen. worden geselecteerd via Playlists/
Tijdens het afspelen van een MP3
Mappen.
Selecteren van tracks via het audio-
Voor het openen van een menu met
CD of MP3-menu
de extra opties voor het zoeken en
Tijdens het afspelen van een audio- selecteren van tracks: selecteer
CD Zoeken. Welke opties beschikbaar
zijn is afhankelijk van de op de MP3-
CD opgeslagen gegevens.
Het zoekproces op het MP3-CD kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐
ces wordt de laatst ontvangen zender
afgespeeld.
Een CD verwijderen
Druk op de multifunctionele knop om d-toets indrukken.
het MP3-gerelateerde menu te ope‐ De CD wordt uit de CD-sleuf gewor‐
nen. pen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ Als de CD na het uitwerpen niet wordt
Druk op de multifunctionele knop om lekeurige volgorde: Tracks shuffelen verwijderd, wordt deze na enkele se‐
het audio-CD-gerelateerde menu te op Aan zetten. conden automatisch weer naar bin‐
openen. Om een track te selecteren uit een nen getrokken.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ map of afspeellijst (indien beschik‐
lekeurige volgorde: Tracks shuffelen baar): selecteer Playlists/Mappen.
op Aan zetten. Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer daarna de gewenste track.
52 AUX-ingang

AUX-ingang Algemene aanwijzingen In de middenconsole bevindt zich een


AUX-poort voor het aansluiten van
Navi 600 / Navi 900: externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk een
Algemene aanwijzingen ............... 52 draagbare CD-speler met een 3,5 mm
Gebruik ........................................ 52 stekker aan te sluiten op de AUX-in‐
gang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX-knop om de AUX-modus
te activeren.
CD 300 / CD 400: Navi 600 / Navi 900:
AUX-ingang 53

Een op de AUX-ingang aangesloten


audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.

CD 300 / CD 400:
54 USB-poort

USB-poort Algemene aanwijzingen Let op


Niet alle modellen mp3-spelers,
Navi 600 / Navi 900 USB-drives en iPods worden onder‐
steund door het Infotainmentsys‐
Algemene aanwijzingen ............... 54 teem.
Opgeslagen audiobestanden Belangrijke informatie
afspelen ....................................... 56 MP3-speler en USB-opslagstations
■ De aangesloten MP3-spelers en
USB-opslagstations moeten vol‐
doen aan de USB Mass Storage
Class specification (USB MSC).
■ Alleen MP3-spelers en USB-op‐
slagapparaten met een clusterom‐
vang die kleiner of gelijk is aan
64 kB in het FAT16/FAT32-be‐
standssysteem worden onder‐
In de middenconsole bevindt zich een steund.
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen. ■ Harddiskdrives (HDD) worden niet
ondersteund.
Let op
■ USB-hubs worden niet onder‐
Deze poort moet u altijd schoon- en
steund.
drooghouden.
■ De volgende beperkingen gelden
Een MP3-speler, USB-opslagstation voor de op de MP3-speler en een
of een iPod kan worden aangesloten USB-apparaat opgeslagen gege‐
op de USB-poort. vens:
Maximaal aantal mapniveaus:
11 niveaus.
USB-poort 55

Maximaal aantal bestanden op een CD 400 Belangrijke informatie


MP3/WMA-CD/DVD: 1000. De volgende apparaten kunnen wor‐
WMA-bestanden met Digital Rights den aangesloten op de USB-poort:
Management (DRM) van onlinemu‐ ■ iPod
ziekwinkels kunnen niet worden af‐ ■ Zune
gespeeld.
■ PlaysForSure apparaten (PFD)
WMA-bestanden kunnen alleen
goed worden afgespeeld als deze ■ USB-opslagstation
met Windows Media Player, mini‐ Let op
maal versie 8, zijn aangemaakt. Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
Toepasbare weergavelijstexten‐ of USB-drive worden door het info‐
sies: .m3u, .pls. tainment-systeem ondersteund.
De weergavelijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt. In de middenconsole bevindt zich een
De systeemattributen voor map‐ USB-poort voor het aansluiten van
pen/bestanden die audiogegevens externe audiodatabronnen.
mogen niet zijn ingesteld. Apparaten die zijn aangesloten op de
USB-poort worden bediend via de be‐
dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
56 USB-poort

Opgeslagen De bediening van de via USB aange‐ Op de volgende pagina's worden al‐
sloten gegevensbronnen is hetzelfde leen de afwijkende/aanvullende be‐
audiobestanden afspelen als bij een audio MP3/WMA CD dieningsaspecten beschreven.
3 48. iPod functies
Navi 600 / Navi 900
iPod
MP3-speler / USB-opslagstations

Afhankelijk van de opgeslagen gege‐


vens zijn er verschillende opties voor
Druk één keer of meerdere keren op
Druk één keer of meerdere keren op het selecteren en afspelen van
de CD/AUX-knop om de audio iPod-
de CD/AUX-knop om de audio USB- tracks.
modus te activeren.
modus te activeren. Druk op de multifunctionele knop en
Het afspelen van de op iPod opgesla‐
Het afspelen van de op het USB-ap‐ selecteer vervolgens Zoeken om de
gen audiogegevens start.
paraat opgeslagen audiogegevens beschikbare opties weer te geven.
start. De bediening van de via USB aange‐
Het zoekproces op het apparaat kan
sloten iPod is vrijwel hetzelfde als bij
enkele seconden duren.
een audio MP3/WMA CD 3 48.
USB-poort 57

CD 300 / CD 400 Bediening van de displayschermen is Voor het weergeven van een menu
alleen beschreven voor USB-opslag‐ met de verschillende extra opties
stations. De bediening van andere voor het zoeken en selecteren van
apparaten zoals iPod of Zune is vrij‐ tracks: selecteer Zoeken.
wel hetzelfde. Het zoekproces op het USB-apparaat
kan enkele minuten duren. Tijdens dit
Selecteren van tracks via het USB-
proces wordt de laatst ontvangen
menu
zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in wil‐
lekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen:
Herhalen op Aan zetten.
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX-knop om de USB-modus
te activeren.
Het afspelen van de op het USB-ap‐
paraat opgeslagen audiogegevens
start.
De bediening van audiobronnen die Druk op de multifunctionele knop om
aangesloten zijn via USB is groten‐ het USB-gerelateerde menu te ope‐
deels gelijk aan die voor een audio nen.
MP3-CD 3 48. Voor het achter elkaar afspelen van
Op de volgende pagina's worden al‐ alle tracks: selecteer Alles afspelen.
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
58 Digitale fotolijst

Digitale fotolijst Algemene informatie ■ Alleen de eerste 100 foto's (op volg‐
orde gesorteerd zoals opgeslagen
Met de functie Digitale fotolijst (alleen in de hoofddirectory van het USB-
Navi 600 / Navi 900) kunt u uw favo‐ station) worden aangeboden voor
riete foto's één voor één bekijken op downloaden .
Algemene informatie .................... 58
het display van het Infotainmentsys‐
Gebruik ........................................ 59 teem. ■ Alleen foto's in het standaard
JPEG-formaat (bestandsexten‐
U kunt uw favoriete foto's downloa‐ sies, bijv. .jpg of .jpeg) worden on‐
den van een USB-station dat met de dersteund .
USB-poort 3 54 van het Infotainment‐
systeem is verbonden. Voorbeeld: F:\myPicture.jpg, waar‐
bij F:\ de hoofddirectory is van het
Er kunnen maximaal 10 foto's in het USB-station.
geheugen van het Infotainmentsys‐
teem worden opgeslagen. ■ De maximale ondersteunde resolu‐
tie van een foto is 12 megapixel.
De foto's worden in de oorspronke‐
lijke verhouding (randen, indien no‐ De resolutie van foto's met hogere
dig, zijn zwart) en oriëntatie op het resolutie wordt tijdens het downloa‐
display getoond. den verlaagd.
De resolutie van foto's met lagere
Belangrijke informatie resolutie wordt tijdens het downloa‐
■ De foto's die u wilt downloaden, den niet verhoogd en deze foto's
moeten in de hoofddirectory worden in het midden van het dis‐
(bijv. "F:\") van het USB-station play gecentreerd.
worden opgeslagen.
Digitale fotolijst 59

Gebruik
Foto's downloaden en/of
verwijderen
Verbind een USB-station waarop uw
favoriete foto's zijn opgeslagen, met
op de USB-poort 3 54 van het Info‐
tainmentsysteem.
Druk op de CONFIG-toets, selecteer
Displayinstellingen en vervolgens
Fotolijst. Het onderstaande menu
wordt weergegeven.
Het menu toont een lijst met de be‐ Selecteer max. 10 foto's die u wilt
standsnamen van alle foto's (zie bo‐ downloaden naar (toevoegen aan)
venstaande beperkingen bij "Belang‐ het geheugen van het Infotainment‐
rijke informatie") die in de hoofddirec‐ systeem of in dat geheugen opgesla‐
tory van het verbonden USB-station gen wilt laten.
zijn opgeslagen. Selecteer Bevestigen om het down‐
Als foto's reeds in het geheugen van loaden en/of verwijderen te starten.
het Infotainmentsysteem zijn opge‐ Er verschijnt een bericht dat laat zien
slagen, worden de "oude" foto's eerst hoeveel foto's zullen worden gedown‐
op het menu vermeld en aangegeven load en/of verwijderd.
met MEM; zie onderstaande afbeel‐
ding. Selecteer Doorgaan als u het down‐
loaden en/of verwijderen wilt starten.
Als u "oude" foto's wilt verwijderen,
Selecteer Foto's toevoegen / moet u de selectie ervan ongedaan
verwijderen om het onderstaande maken voordat u nieuwe foto's down‐
menu te openen. loadt.
60 Digitale fotolijst

Foto's weergeven Om een standaard Infotainmentsys‐


Foto's die in het geheugen van het In‐ teem-menu nogmaals weer te geven
fotainmentsysteem zijn opgeslagen, drukt u een toets op het Infotainment‐
kunnen één voor één op het display systeem.
worden getoond. Zo lang een foto geselecteerd blijft in
Druk op de CONFIG-toets, selecteer het Fotokeuze-menu, kan deze op elk
Displayinstellingen, Fotolijst en ver‐ gewenst moment worden weergege‐
volgens Fotokeuze. Het onder‐ ven met behulp van de INFO-toets.
staande menu wordt weergegeven.

Selecteer de foto die u op het display


wilt weergeven.
Druk een aantal keren op de INFO-
toets totdat de momenteel geselec‐
teerde foto op het display wordt ge‐
toond.
Navigatie 61

Navigatie Algemene aanwijzingen deel te nemen. De relevante ver‐


Het navigatiesysteem leidt u op be‐ keersregels moeten zonder uit‐
trouwbare wijze naar uw bestemming zondering in acht worden geno‐
zonder dat u kaarten nodig hebt, zelfs men. Wanneer de routebegelei‐
Algemene aanwijzingen ............... 61 ding tegen de verkeersregels in‐
al bent u nog nooit op deze plaats ge‐
Gebruik ........................................ 62 weest. gaat, moet u altijd de verkeersre‐
Invoer van de bestemming .......... 74 gels volgen.
Bij de routeberekening wordt reke‐
Begeleiding .................................. 92 ning gehouden met de huidige ver‐
keerssituatie als de dynamische rou‐ Werking van het
Dynamische routebegeleiding . . . 102 navigatiesysteem
tebegeleiding wordt gebruikt. Hier‐
Kaarten ...................................... 103 voor ontvangt het Infotainmentsys‐ De positie en beweging van de auto
Symbolenoverzicht .................... 105 teem via RDS-TMC verkeersberich‐ worden door het navigatiesysteem
ten in het betreffende ontvangstge‐ met behulp van sensors gedetec‐
bied. teerd. De afgelegde afstand wordt be‐
Het navigatiesysteem kan echter paald door het signaal van de snel‐
geen rekening houden met de actuele heidsmeter van de auto, de draaibe‐
verkeerssituatie, recentelijk veran‐ wegingen in de bochten door een gy‐
derde verkeersregels en plotseling rosensor. De positiebepaling vindt
optredende gevaren of knelpunten plaats m.b.v. satellieten van het GPS
(bijv. wegwerkzaamheden). (Global Positioning System).
Door de sensorsignalen met de digi‐
Voorzichtig tale kaarten op de SD-kaart met
kaartgegevens te vergelijken, kan de
Het gebruik van het navigatiesys‐ positie tot op ca. 10 m nauwkeurig
teem vrijwaart de bestuurder niet worden bepaald.
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
62 Navigatie

Het systeem werkt in principe ook met gens de vooraf ingestelde criteria om Kaartgegevens
een slechte GPS-ontvangst, maar verkeersproblemen heen wordt gere‐ Alle benodigde kaartgegevens zijn
daarbij neemt de nauwkeurigheid van den. opgeslagen op een SD-kaart die bij
de positiebepaling af, wat in foute po‐ Is er een actueel verkeersprobleem het Infotainmentsysteem wordt gele‐
sitiemeldingen resulteert. tijdens een actieve routebegeleiding, verd.
Na de invoer van het bestemmings‐ vraagt het systeem - afhankelijk van Voor gedetailleerde beschrijvingen
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐ de vooraf gemaakte instelling - of de over het omgaan met en vervangen
zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt route veranderd moet worden. van de SD-kaart met kaartgegevens,
de route berekend vanaf de huidige De TMC-verkeersinformatie wordt op zie hoofdstuk "Kaarten" 3 103.
locatie tot de geselecteerde bestem‐ het routebegeleidingsscherm met
ming. symbolen weergegeven of verschijnt
De routebegeleiding vindt plaats door in het TMC-berichten-menu als gede‐
Gebruik
navigatiecommando’s en door een tailleerde tekst.
richtingspijl, evenals door een meer‐
Bedieningselementen
Een voorwaarde voor het gebruik van De belangrijkste navigatie-specifieke
kleurig kaartscherm. TMC-verkeersinformatie is de ont‐ bedieningselementen zijn de vol‐
vangst van TMC-zenders in de be‐ gende:
TMC- verkeersinformatiesys‐ treffende regio.
teem en dynamische NAV-toets: activeer de navigatie;
Dynamische routebegeleiding werkt toon de huidige positie (bij actieve
routebegeleiding alleen als verkeersinformatie wordt routebegeleiding); toon berekende
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangen via het TMC verkeersin‐ route (bij actieve routebegeleiding);
ontvangt van de TMC-radiozenders formatiesysteem. wisselen tussen weergave volledige
alle actuele verkeersinformatie. Bij
De dynamische routebegeleidings‐ kaart, pijlweergave (bij actieve route‐
een actieve dynamische routebege‐
functie kan worden uitgeschakeld in begeleiding) en weergave in gedeeld
leiding wordt deze informatie gebruikt
het Navigatie-opties-menu, zie hoofd‐ scherm; zie "Informatie op het dis‐
om de hele route te berekenen. Daar‐
stuk "Begeleiding" 3 92. play".
bij wordt de route zo gepland dat vol‐
DEST-toets: menu met opties voor
bestemmingsinvoer openen.
Navigatie 63

Achtwegschakelaar: weergaveven‐ Voor het herhalen van de laatste rou‐ ■ Kaartweergave van de omgeving
ster in navigatiekaartweergave bewe‐ tebegeleidingsinstructie, drukt u op rond de huidige positie.
gen; om de bestemming te selecte‐ de RPT NAV-knop. ■ Op de kaart: huidige positie gemar‐
ren, drukt u de knop in de gewenste keerd door een rode driehoek.
richting om het dradenkruis op een Informatie op het display
bestemming op de kaart te plaatsen. Een kompassymbool dat de noor‐
Routebegeleiding niet actief delijke richting aangeeft.
RPT-toets: laatste routebegeleidings‐
bericht herhalen. Als op de huidige positie geen
GPS-signaal beschikbaar is, wordt
Het navigatiesysteem activeren een "GPS"-symbool met een kruis
erdoor weergegeven onder het
NAV-toets indrukken.
kompassymbool.
Op het display wordt de kaart met de
De actueel geselecteerde kaart‐
huidige positie getoond.
schaal (veranderen van de schaal:
Routebegeleidingsinstructies draai de multifunctionele knop).
Naast de visuele instructies op het Let op
display (zie "Informatie op het dis‐ Voor de volledige kaartweergave op
play" hieronder), krijgt u routebege‐ NAV drukken.
leidingsinstructies te horen, mits rou‐ Routebegeleiding actief
tebegeleiding actief is. Is routebegeleiding niet actief, dan Als routebegeleiding actief is, wordt
Voor het vooraf instellen van het vo‐ wordt de volgende informatie weer‐ de volgende informatie weergegeven
lume van routebegeleidingsinstruc‐ gegeven: (afhankelijk van de huidige Navigatie-
ties, zie "Instellen van het navigatie‐ ■ In de bovenste regel: tijd, straat‐ opties-instellingen, zie hoofdstuk
systeem" hieronder. naam van huidige positie, buiten‐ "Begeleiding" 3 92):
Om het volume van routebegelei‐ temperatuur.
dingsinstructies aan te passen terwijl ■ Adres en geografische coördinaten
u ze hoort, draait u aan de X-knop. van de huidige positie.
64 Navigatie

Informatie in de kopregel ■ Onder het pijlsymbool: de naam


van de huidige straat die wordt ge‐
volgd.
■ Boven het pijlsymbool: de naam
van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ Tijdens het rijden op een snelweg:

Als de optie Rijstrookassistent is


geactiveerd in het Weergave
■ Tijd routegel.-menu (zie hoofdstuk "Be‐
■ Afstand tot eindbestemming geleiding" 3 92), wordt het vol‐
gende afbeeldingstype weergege‐
■ Aankomsttijd of reistijd ven:
■ Buitentemperatuur
Informatie op het pijldisplay Rijrichting en afstand tot de vol‐
■ Een grote pijl die de te volgen rich‐ gende afrit die u moet nemen.
ting weergeeft.
Afstanden tot het volgende par‐
■ Een kleine pijl die de volgende keerplaats met voorzieningen, rust‐
maar enige rijaanbeveling weer‐ plaats, knooppunten en/of afritten
geeft. langs de snelweg.
■ Afstand tot volgende kruising. ■ Bij het naderen van een snelweg‐
■ Te volgen straten die van de hui‐ knooppunt wordt informatie over
dige straat afbuigen. adviesrijstrook weergegeven.
Navigatie 65

Aan de rechterkant van het display Let op


wordt de volgende informatie weer‐ Voor de volledige kaartweergave
gegeven: tweemaal op NAV drukken.
■ Een kompassymbool dat de noor‐
delijke richting aangeeft. Navigatiesysteem instellen
Druk op de CONFIG-toets en selec‐
■ Als op de huidige positie geen
teer vervolgens Navigatie-
GPS-signaal beschikbaar is (zie
instellingen om een menu met instel‐
hoofdstuk "Algemene informatie"
lingen voor navigatie te openen.
3 61), wordt een "GPS"-symbool
met een kruis erdoor weergegeven
onder het kompassymbool.
■ De actueel geselecteerde kaart‐
Informatie over de kaartdisplay schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Op de kaart wordt de volgende infor‐
matie weergegeven:
■ De route als een blauwe lijn.
■ De huidige positie als een rode
driehoek.
■ De eindbestemming als een finis‐
hvlag. Navi-volume
■ Verschillende symbolen (zie hoofd‐ Het volume van het navigatiebericht
stuk "Symbolenoverzicht" 3 105) (Bericht) en van de geluidsbron
geven de verkeersinformatie weer (Achtergrond) tijdens een navigatie‐
en algemene aanwijzingen of spe‐ bericht kan vooraf worden ingesteld.
ciale bestemmingen.
66 Navigatie

Sorteercriteria Selecteer of alle vermeldingen in de


Hier selecteert u of verkeersberichten Adresboek of in de Laatste
op volgorde van afstand worden bestemmingen moeten worden ge‐
weergegeven of op volgorde van de wist.
wegnummering.
Eigen speciale bestemmingen
Waarschuwing bij inactieve routebe‐ importeren
geleiding Alleen van toepassing als een USB-
Beslis of het infotainmentsysteem opslagstation waar speciale bestem‐
ook waarschuwingsmeldingen moet mingen (NP's) op staan opgeslagen,
geven als routebegeleiding niet actief wordt aangesloten op de USB-poort
is. 3 54 van het Infotainmentsysteem.
Lijsten wissen NP's importeren vanaf een USB-op‐
Stel de gewenste waarden voor
slagstation, zie "NP-gegevens expor‐
Bericht en Achtergrond in.
teren en importeren" hieronder.
De huidige instellingen testen: selec‐
teer Volume testen. Alle geïmporteerde speciale
bestemmingen wissen
TMC-instellingen Alleen van toepassing als NP-gege‐
Selecteer Info-types om een sub‐ vens werden geïmporteerd in het In‐
menu met verschillende opties te fotainmentsysteem, zie "NP-gege‐
openen om te bepalen of en welke vens exporteren en importeren" hier‐
verkeersberichtinfo-types moeten onder.
worden weergegeven op de actieve
Selecteer dit menu-onderdeel om alle
routebegeleidingskaart.
geïmporteerde NP-gegevens te ver‐
Wanneer Bepaald door gebruiker wijderen uit het MijnNP-geheugen
wordt geselecteerd, kunnen de info- (myPOIs) van het Infotainmentsys‐
types die moeten worden weergege‐ teem.
ven, worden bepaald.
Navigatie 67

Let op Thuisadres wissen NP-gegevens exporteren en


Persoonlijke geïmporteerde speci‐ Verwijdert het huidige thuisadres importeren
ale bestemmingen kunnen niet di‐ (weergegeven in het Bestemming
rect verwijderd worden van het Mijn invoeren-menu, zie hoofdstuk "Invoer Inleiding
NP-geheugen. van de bestemming" 3 74). Soorten NP-gegevens
Als u persoonlijke geïmporteerde Het Infotainmentsysteem verschaft
speciale bestemmingen wilt verwij‐ myPOIs Melding de volgende soorten speciale be‐
deren: importeer bijgewerkte gege‐ (alleen Navi 900) stemmingen:
vens met speciale bestemmingen Met deze menu-optie kunt u de ■ Vooraf ingesteld Spec.
naar het Infotainmentsysteem die MijnNP-aankondiger van het Infotain‐ bestemmingen opgeslagen op de
niet de adresgegevens van de be‐ mentsysteem activeren en instellen. SD-kaart met kaartgegevens en
treffende speciale bestemmingen Als de MijnNP-aankondiger geacti‐ aangegeven met pictogrammen op
bevatten. veerd en juist ingesteld is, zal deze u de kaartweergave.
Om alle geïmporteerde speciale be‐ automatisch op de hoogte stellen via U kunt dergelijke vooraf ingestelde
stemmingen van een bepaalde ca‐ een bericht op het display en een NP's opslaan in het adresboek of
tegorie te verwijderen: importeer pieptoon wanneer de auto een speci‐ als persoonlijke NP's in het MijnNP-
een leeg bestand voor speciale be‐ ale bestemming (nuttige plaats, NP) geheugen van het Infotainmentsys‐
stemmingen van de betreffende ca‐ nadert die in het MijnNP-geheugen is teem, zie hieronder.
tegorie naar het Infotainmentsys‐ opgeslagen; zie "MijnNP-aankondi‐
■ Favoriete bestemmingen die waren
teem. ger" hieronder.
opgeslagen in de Adresboek.
Speciale bestemmingen exporteren U kunt deze adresboekgegevens
Exporteert alle NP-gegevens opge‐ exporteren naar een USB-opslag‐
slagen in het MijnNP-geheugen van station voor later gebruik, bijvoor‐
het Infotainmentsysteem naar een beeld in andere auto's.
USB-opslagstation dat is aangeslo‐
ten op de USB-poort 3 54, zie "NP- ■ Eigen speciale bestemmingen: fa‐
voriete bestemmingen die waren
gegevens exporteren en importeren"
opgeslagen in het MijnNP-geheu‐
hieronder.
gen.
68 Navigatie

U kunt deze individuele NP-gege‐ Voordelen van het exporteren en im‐ Zie "NP-gegevens rangschikken in
vens exporteren naar een USB-op‐ porteren van NP's meerdere submappen" hieronder.
slagstation voor later gebruik, bij‐ Het exporteren en importeren van
voorbeeld in andere auto's. speciale bestemmingen kan u Persoonlijke NP's en
bijvoorbeeld de volgende voordelen adresboekinvoeren exporteren en
■ Door de gebruiker bepaalde NP's:
opleveren: importeren
favoriete bestemmingen die u via
GPS-coördinaten heeft ingegeven ■ U hoeft uw favoriete bestemmingen Beknopte beschrijving:
(bijv. aan de hand van een topogra‐ slechts één keer in te geven en op 1. Sluit een USB-opslagstation aan
fische kaart) en die u in tekstbe‐ te slaan, en u kunt deze adresge‐ op de USB-poort van het Infotain‐
standen heeft ingevoerd. gevens later in andere auto's ge‐ mentsysteem in uw auto.
U kunt deze door de gebruiker be‐ bruiken. 2. Sla (exporteer) uw favoriete be‐
paalde NP-gegevens opslaan op Zie "Persoonlijke NP's en adressen stemmingen op op het USB-op‐
een USB-opslagstation en de ge‐ uit adresboek exporteren en impor‐ slagstation.
gevens later importeren naar het teren" hieronder. 3. Sluit het USB-opslagstation aan
MijnNP-geheugen van het Infotain‐ ■ Geef thuis op uw gemak het adres op de USB-poort van een auto die
mentsysteem, zie hieronder. van uw favoriete bestemming in en is uitgerust met een Navi 600- of
■ Geïmporteerde speciale gebruik het later in uw auto. Navi 900-systeem.
bestemmingen: favoriete bestem‐ Zie "Door de gebruiker bepaalde 4. Download (importeer) de adres‐
mingen die eerder werden opgesla‐ NP's aanmaken en importeren" gegevens naar het Infotainment‐
gen op een USB-opslagstation en hieronder. systeem van uw auto.
vervolgens zijn geïmporteerd naar Na het importeren kunnen de adres‐
het MijnNP-geheugen van het Info‐ ■ Een grote hoeveelheid bestemmin‐
gen overzichtelijk rangschikken, sen worden geselecteerd als bestem‐
tainmentsysteem. mingen voor routebegeleiding.
bijv. favoriete bestemmingen van
andere gezinsleden of bestemmin‐ Zie hieronder voor gedetailleerde be‐
gen voor uw volgende vakantie of schrijvingen.
zakenreis in aparte submenu's.
Navigatie 69

NP-gegevens exporteren naar een Alle persoonlijke NP's worden auto‐ Let op
USB-opslagstation matisch opgeslagen in het MijnNP- Als reeds bestanden met speciale
Sluit een USB-opslagstation aan op geheugen en alle adressen uit het bestemmingen uit dezelfde catego‐
de USB-poort van het Infotainment‐ adresboek zullen automatisch wor‐ rie zijn opgeslagen op het USB-op‐
systeem, zie hoofdstuk "USB-poort" den geëxporteerd. slagstation in de map myPOIs, zul‐
3 54. Indien gewenst kunt u aangeven len deze oude bestandsversies wor‐
Druk op de CONFIG-toets, selecteer welke soorten adresgegevens u niet den vervangen door gelijknamige
Navigatie-instellingen en selecteer wilt exporteren. nieuwe bestandsversies.
vervolgens Speciale bestemmingen Selecteer Exporteren starten om de De map myPOIs en de bestanden
exporteren. geselecteerde soort(en) adresgege‐ met speciale bestemmingen mag
Het Spec. best. exporteren -menu vens op het aangesloten USB-op‐ geen andere naam krijgen of worden
verschijnt. slagstation op te slaan. verplaatst naar een andere map op
het USB-opslagstation. Anders kan
De adresgegevens worden opgesla‐ het Infotainmentsysteem de adres‐
gen in de map myPOIs die u terug‐ gegevens niet nog eens importeren.
vindt in de hoofddirectory van het
USB-opslagstation. NP-gegevens importeren vanaf een
USB-opslagstation
Voor iedere geëxporteerde NP-cate‐
Sluit een USB-opslagstation met NP-
gorie, bijv. Restaurant of Privé vindt u
gegevens daarop opgeslagen (voor
een gelijknamig bestand in die map.
details zie hierboven) aan op de USB-
Voorbeelden: poort van het Infotainmentsysteem;
F:\myPOIs\Restaurant_3.poi of zie hoofdstuk "USB-poort" 3 54.
F:\myPOIs\Privé_1.poi, waarbij F:\ de
hoofddirectory is van het USB-op‐ Om het importeren te starten: druk op
slagstation. de CONFIG-toets, selecteer
Navigatie-instellingen, selecteer
Eigen speciale bestemmingen
importeren en selecteer vervolgens
Doorgaan.
70 Navigatie

Alle NP-gegevens die op het USB- Beknopte beschrijving: U moet voor iedere NP-categorie een
station stonden opgeslagen, worden 1. Maak de tekstbestanden aan voor apart tekstbestand aanmaken.
geïmporteerd naar het MijnNP-ge‐ de NP-gegevens. De tekstbestanden kunnen bijv. met
heugen van het Infotainmentsys‐ 2. Voer de gewenste adresgege‐ behulp van een eenvoudig tekstver‐
teem. vens in in de tekstbestanden. werkingsprogramma kunnen worden
Als het importeren voltooid is, kunnen 3. Sla de tekstbestanden met uw aangemaakt.
de geïmporteerde NP's worden gese‐ NP-gegevens op op een USB-op‐ Let op
lecteerd als bestemming via het slagstation. Het tekstverwerkingsprogramma
Bestemming invoeren-menu, zie
4. Sluit het USB-opslagstation aan moet de UTF-8 tekencodering voor
hoofdstuk "Invoer van de bestem‐
op de USB-poort van het Infotain‐ Unicode ondersteunen.
ming" 3 74.
mentsysteem in uw auto. De naam van ieder tekstbestand
Door de gebruiker bepaalde NP's 5. Download (importeer) de tekstbe‐ moet bestaan uit de naam van de ca‐
aanmaken en importeren standen met uw NP-gegevens tegorie, een enkel liggend streepje,
Door de gebruiker bepaalde speciale naar het Infotainmentsysteem. het nummer van de categorie en de
bestemmingen moeten worden inge‐ Na het importeren kunnen de adres‐ bestandsextensie .poi.
geven via GPS-coördinaten die bijv. sen worden geselecteerd als bestem‐ Voorbeeld bestandsnamen:
van een topografische kaart worden mingen voor routebegeleiding.
genomen. ■ Zakelijk_2.poi
Zie hieronder voor gedetailleerde be‐ ■ Huis & wonen_8.poi
De GPS-coördinaten en verdere schrijvingen.
adresgegevens moeten worden inge‐ ■ Cultuur_15.poi
voerd in tekstbestanden, waarbij ie‐ Tekstbestanden voor NP-gegevens
aanmaken Let op
der bestand staat voor een NP-cate‐ De namen van de tekstbestanden
gorie. U kunt uw favoriete bestemmingen
toekennen aan 20 verschillende NP- mogen niet langer zijn dan 32 te‐
categorieën, waarbij u aan iedere NP- kens.
categorie een nummer toekent, zie NP-categorieën en toegekende
"NP-categorieën en toegekende nummers:
nummers" hieronder.
Navigatie 71

(1) Privé, (2) Zakelijk, (3) Restaurant, De naam van de speciale bestem‐
(4) Hotel, (5) Auto's, (6) Reizen, (7) ming mag maximaal 60 tekens lang
Bioscoop, (8) Huis & wonen, (9) zijn. Hetzelfde geldt voor het veld ex‐
Winkelen, (10) Handwerk, (11) tra informatie en het veld telefoon‐
Sport, (12) Bezienswaardigheid, (13) nummer.
Gezondheidszorg, (14) Vrije tijd, (15) De NP-gegevens van iedere bestem‐
Cultuur, (16) Nachtleven, (17) ming moeten op een enkele, aparte
Communicatie, (18) Nieuws & beurs, regel worden ingevoerd; zie boven‐
(19) Overheidsinstantie, (20) staande afbeelding.
Algemeen.
Tekstbestanden opslaan op een
NP-gegevens invoeren in de tekstbe‐ USB-opslagstation
standen De tekstbestanden met NP-gegevens
In onderstaande afbeelding ziet u een De NP-gegevens moeten in het vol‐ moeten worden opgeslagen in een
voorbeeld van een tekstbestand met gende formaat worden ingevoerd in map met de naam myPOIs die u te‐
de naam Huis & wonen_8.poi met een de tekstbestanden: rugvindt in de hoofddirectory van het
aantal voorbeelden van NP-gege‐ USB-opslagstation.
Lengtecoördinaat,
vens:
breedtecoördinaat, "Naam van NP", Voorbeeld: F:\myPOIs\Huis &
"Eventuele extra informatie", wonen_8.poi, waarbij F:\ de hoofddi‐
"Telefoonnummer (optioneel)" rectory is van het USB-opslagstation.
Voorbeeld: 7.0350000, 50.6318040, Na het importeren van de persoon‐
"Huis van Michael", "Bonn - Hellweg lijke NP-gegevens in het Infotain‐
6", "02379234567", zie boven‐ mentsysteem (zie beschrijving van
staande afbeelding. importeren hieronder), ziet u in het
De GPS-coördinaten moeten als de‐ Geïmp. spec. best.-menu een lijst
cimale graden worden ingevoerd. met NP-categorieën die u kunt selec‐
teren, zoals:
72 Navigatie

Alle NP-gegevens die op het USB-


station stonden opgeslagen, worden
geïmporteerd naar het MijnNP-ge‐
heugen van het Infotainmentsys‐
teem.
Als het importeren voltooid is, kunnen
de geïmporteerde NP's worden gese‐
lecteerd als bestemming via het
Bestemming invoeren-menu, zie
hoofdstuk "Invoer van de bestem‐
ming" hieronder.

NP-gegevens rangschikken in meer‐ Na het selecteren van een submenu MijnNP-aankondiger


dere submappen verschijnt een lijst met geïmporteerde (alleen Navi 900)
U kunt de tekstbestanden ook orde‐ NP-categorieën. Via de MijnNP-aankondiger kunt u via
nen in aparte, willekeurig genaamde een bericht op het display (zie onder‐
submappen. NP-gegevens importeren in het Info‐
tainmentsysteem staande afbeelding) en een pieptoon
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs Sluit het USB-opslagstation met uw op de hoogte worden gesteld wan‐
of F:\myPOIs\MyJourney, waarbij F:\ persoonlijke NP-gegevens aan op de neer de auto een speciale bestem‐
de hoofddirectory is van het USB-op‐ USB-poort van het Infotainmentsys‐ ming (nuttige plaats, NP)nadert die in
slagstation. teem, zie hoofdstuk "USB-poort" het MijnNP-geheugen van het Info‐
3 54. tainmentsysteem is opgeslagen.
Na het importeren van op die manier
gerangschikte persoonlijke NP-gege‐ Om het importeren te starten: druk op
vens in het Infotainmentsysteem (zie de CONFIG-toets, selecteer
beschrijving van importeren hieron‐ Navigatie-instellingen, selecteer
der), ziet u in het Geïmp. spec. best.- Eigen speciale bestemmingen
menu een lijst met submenu's die u importeren en selecteer vervolgens
kunt selecteren, zoals: Doorgaan.
Navigatie 73

nadert die zich naast een nabijgele‐ U kunt nu bepalen welke van de weer‐
gen weg bevindt en als het systeem gegeven NP-categorieën door de
het zeer waarschijnlijk acht dat u die MijnNP-aankondiger in acht moeten
weg zult inslaan. worden genomen voor latere kennis‐
geving.
De MijnNP-aankondiger instellen
Selecteer een NP-categorie. Het on‐
Druk op de CONFIG-toets, selecteer derstaande menu wordt weergege‐
Navigatie-instellingen en selecteer ven.
vervolgens myPOIs Melding.
Een menu verschijnt dat de NP-cate‐
gorieën toont die momenteel in het
MijnNP-geheugen zijn opgeslagen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van NP's die in het MijnNP-geheugen
zijn opgeslagen, kunt u boven‐
staande "NP-gegevens exporteren
en importeren" en het onderstaande
hoofdstuk "Invoer van de bestem‐
ming" raadplegen.
Als routebegeleiding actief is, wordt u
alleen bericht als de auto een NP na‐
dert die zich langs een weg op de be‐ U kunt nu bepalen in welke relatieve
rekende route bevindt. afstand tot NP's van de geselec‐
teerde categorie u bericht wilt worden
Als routebegeleiding niet actief is, wanneer u ze nadert.
wordt u bericht als de auto een NP
nadert die zich langs de weg bevindt
waarop u momenteel rijdt. Bovendien
wordt u bericht als de auto een NP
74 Navigatie

Selecteer Speciale bestemmingen Invoer van de bestemming ■ Adres invoeren: directe invoer van
vroeg melden als u bericht wilt wor‐ een bestemmingsadres met land,
den wanneer de auto betrekkelijk ver Druk op de knop DEST om een menu plaats, straat en huisnummer. Zie
(ong. 400 m) van de plaats van de te openen met verschillende opties "Direct een adres invoeren" hieron‐
betreffende NP is. voor het invoeren of verwijderen van der.
een bestemming.
Selecteer Speciale bestemmingen ■ Adresboek: selecteren van een in
laat melden als u alleen bericht wilt het adresboek opgeslagen bestem‐
worden wanneer de auto betrekkelijk ming. Zie "Selecteren van een
dicht bij (ong. 200 meter) van de adres uit het adresboek" hieronder.
plaats van de betreffende NP is. Zie ook "Een adres opslaan in het
Nadat de gewenste optie is geselec‐ adresboek of MijnNP-geheugen"
teerd, wordt een lijst met NP-catego‐ en "Een opgeslagen adres bewer‐
rieën nogmaals weergegeven. ken of verwijderen" hieronder.
Als u Speciale bestemmingen vroeg ■ Laatste best.: selectie uit een lijst
melden hebt geselecteerd voor een van recentelijk geselecteerde be‐
categorie, is de invoer voor de betref‐ stemmingen. Zie "Een eerder ge‐
fende lijst nu ingesteld op <Aan. kozen bestemming selecteren"
Als u Speciale bestemmingen laat hieronder.
melden hebt geselecteerd voor een ■ Thuis: selecteren van het huidige ■ myPOIs: selecteren van een in het
categorie, is de invoer voor de betref‐ thuisadres (indien beschikbaar). MijnNP-geheugen opgeslagen be‐
fende lijst nu ingesteld op Aan>. Thuisadres instellen/wijzigen, zie stemming. Zie "Een in het MijnNP-
"Thuisadres instellen" hieronder. geheugen opgeslagen adres selec‐
Nadat alle gewenste NP-categorieën
zijn geselecteerd en ingesteld, selec‐ Na het selecteren van het thuis‐ teren" hieronder.
teert u Bevestigen om de nieuwe in‐ adres berekent het Infotainment‐ Zie ook "Een adres opslaan in het
stellingen voor de MijnNP-aankondi‐ systeem onmiddellijk een route adresboek of MijnNP-geheugen"
ger op te slaan. vanaf de huidige positie naar het en "Een opgeslagen adres bewer‐
thuisadres en begint vervolgens ken of verwijderen" hieronder.
met routebegeleiding.
Navigatie 75

■ Spec. bestemmingen: selecteren


van NP's (adressen van, bijv., res‐
taurants, tankstations, ziekenhui‐
zen, etc.) die staan opgeslagen op
de SD-kaart met kaartgegevens
van het Infotainmentsysteem. Zie
"Een speciale bestemming selecte‐
ren" hieronder.
■ Kiezen vanaf kaart: selecteren van
een bestemming vanaf de kaart‐
weergave met de achtwegschake‐
laar 3 6. Zie "Selecteren van een
bestemming vanaf de kaart" hier‐ Om het zoeken naar tankstations na‐ Hieronder ziet u de lijst met gedetail‐
onder. bij de huidige positie van de auto te leerde informatie over het momenteel
■ Geogr. breedte-/lengte: selectie starten: selecteer Tankstations. geselecteerde tankstation: de ge‐
van een bestemming met behulp Nadat de zoekopdracht is afgerond, schatte richting naar het tankstation,
van geografische coördinaten. Zie wordt een lijst met alle tankstations het adres, de afstand en de beschik‐
"Selecteren van een bestemming weergegeven. bare brandstofsoorten (naast benzine
via de geografische coördinaten" en diesel).
hieronder. Afkortingen die voor brandstofsoor‐
ten worden gebruikt: CNG (Compres‐
Selecteren van een tankstation sed natural gas (aardgas onder
als bestemming na een druk)), LPG (Liquefied petroleum
Brandstofpeil laag- gas).
waarschuwing
Als het brandstofniveau in de tank Routebegeleiding naar een
laag is, verschijnt er een waarschu‐ tankstation starten
wing. Selecteer het gewenste tankstation.
76 Navigatie

Het Navigatie -menu verschijnt. en druk dan op de multifunctionele


Selecteer Navigatie starten om route‐ knop om het Landen-menu te ope‐
begeleiding naar het weergegeven nen.
adres te starten.
Beschrijving over routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.

Een adres rechtstreeks


invoeren
Druk op de DEST-toets en selecteer
vervolgens Adres invoeren om onder‐
staande menu te openen.
Gebruik de multifunctionele knop om
de letters voor de gewenste stad te
markeren en vervolgens te accepte‐
ren. Tijdens dit proces zal het sys‐
Selecteer het gewenste land. teem automatisch de letters blokke‐
Een adres invoeren met de ren die als volgende letter in de naam
spelfunctie van een stad niet mogelijk zijn.
Markeer het Stad:-invoerveld en druk De volgende symbolen kunnen op de
vervolgens op de multifunctionele onderste regel worden gekozen:
knop om de spellingsfunctie te acti‐ ⇧ : Lijsten met speciale letters worden
veren. op de onderste regel weergegeven.
◀▶ : De vorige/volgende letter wordt
gemarkeerd.
Om het land te veranderen/selecte‐
ren: selecteer het veld voor landin‐ k : Laatste letter verwijderen.
voer (zie bovenstaande afbeelding) Aa : Hoofdletter, kleine letter.
Navigatie 77

j : Lijstfunctie - zodra er twee letters Na het voltooien van het adres, se‐
ingevoerd zijn (en soms slechts één lecteer OK.
letter), worden alle namen die met Het Navigatie -menu verschijnt.
deze letters beginnen weergegeven.
Hoe meer letters er ingevoerd wor‐ Routebegeleiding starten
den, hoe korter de lijst wordt. Selecteer Navigatie starten om route‐
OK : Invoer afronden of zoekterm ac‐ begeleiding naar het weergegeven
cepteren. adres te starten.
Door lang op de knop BACK te druk‐ Beschrijving over routebegeleiding,
ken worden alle ingevoerde letters zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
van de invoerregel in één keer gewist.
Het adres opslaan
Herhaal het proces voor de reste‐
Selecteer Opslaan als u het weerge‐ Selecteer het gewenste adres uit de
rende invoervelden (invoer van huis‐
geven adres wilt opslaan in het adres‐ adreslijst.
nummer of knooppunt is optioneel).
boek of MijnNP-geheugen.
Het Navigatie -menu verschijnt.
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
ven, zie "Een adres opslaan in het Routebegeleiding starten
adresboek of MijnNP-geheugen" Selecteer Navigatie starten om route‐
hieronder. begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
Selectie van een adres uit het Beschrijving over routebegeleiding,
adresboek zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
Druk op de DEST-toets en selecteer
dan Adresboek. Selectie van een voorgaande
bestemming
Druk op de DEST-toets en selecteer
vervolgens Laatste bestemmingen
om onderstaande menu te openen.
78 Navigatie

Het Opslaan-menu wordt weergege‐ station, zie "Speciale bestemmingen


ven, zie "Een adres opslaan in het exporteren en importeren" in het
adresboek of MijnNP-geheugen" hoofdstuk "Gebruik" hierboven.
hieronder. Selecteer de gewenste optie. Er
wordt een menu weergegeven met de
Een in het MijnNP-geheugen verschillende sorteeropties:
opgeslagen adres selecteren
Druk op de DEST-toets en selecteer
vervolgens myPOIs om onder‐
staande menu te openen.

Er verschijnt een lijst met de meest


recent ingevoerde bestemmingen.
Selecteer de gewenste bestemming.
Het Navigatie -menu verschijnt.
Routebegeleiding starten
Selecteer Navigatie starten om route‐
De sorteeropties bepalen in welke
begeleiding naar het weergegeven
volgorde de adressen van de per‐
adres te starten.
soonlijke/geïmporteerde speciale be‐
Beschrijving over routebegeleiding, stemmingen later worden weergege‐
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92. Let op ven.
De optie Geïmporteerde speciale
Het adres opslaan Selecteer de gewenste sorteeroptie.
bestemmingen kan alleen worden
Selecteer Opslaan als u het weerge‐ geselecteerd als speciale bestem‐ Er verschijnt een menu met de hui‐
geven adres wilt opslaan in het adres‐ mingen (adresgegevens) werden dige beschikbare NP-categorieën.
boek of MijnNP-geheugen. gedownload vanaf een USB-opslag‐
Navigatie 79

Beschrijving over routebegeleiding,


zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.

Selecteren spec. bestemming


Druk op de DEST-toets en selecteer
dan Spec. bestemmingen.
Een menu met verschillende opties
voor de selectie van speciale bestem‐
mingen (bijv. restaurants, tankstati‐
ons, ziekenhuizen, enz.) wordt weer‐
gegeven.

Kies de gewenste categorie. Onder de lijst wordt gedetailleerde in‐


Er verschijnt een menu met een lijst formatie over de huidige geselec‐
met alle beschikbare speciale be‐ teerde speciale bestemming gege‐
stemmingen van de geselecteerde ven: de geschatte richting naar de
categorie (bijv. Restaurant). speciale bestemming, het adres en
de afstand.
Let op
Speciale bestemmingen die ver ver‐ Routebegeleiding naar een speciale
wijderd zijn van de huidige positie bestemming starten
van de auto, worden wellicht niet Selecteer de gewenste spec. bestem‐
weergegeven in de lijst. ming.
Het Navigatie -menu verschijnt.
Selecteer Navigatie starten om route‐ Omgeving huidige positie
begeleiding naar het weergegeven Selectie spec. bestemmingen nabij
adres te starten. de huidige positie van de auto.
80 Navigatie

Na het selecteren van de optie ver‐ anderen van de filtercriteria, zie "In‐ Afkortingen die voor brandstofsoor‐
schijnt een lijst met alle beschikbare stellen filters voor verfijnen zoekop‐ ten worden gebruikt: CNG (Compres‐
speciale bestemmingen. drachten" hieronder). sed natural gas (aardgas onder
U zoekt bijvoorbeeld een tankstation: Nadat de zoekopdracht is afgerond, druk)), LPG (Liquefied petroleum
wordt een lijst met alle tankstations gas).
Selecteer Automobiel en tanken.
weergegeven. Instellen filters voor verfijnen zoekop‐
Er wordt een menu weergegeven met drachten
opties verdere verfijning van het zoe‐ Na het selecteren van Keten wordt
ken naar een tankstation. een lijst weergegeven met alle mer‐
ken/ketens van tankstations in de
buurt.

Hieronder ziet u de lijst met gedetail‐


leerde informatie over het momenteel
geselecteerde tankstation: de ge‐
Na het selecteren van Start zoeken, schatte richting naar het tankstation,
wordt het zoeken naar alle tankstati‐ het adres, de afstand en de beschik‐
ons in de buurt gestart. Bij het zoeken bare brandstofsoorten (naast benzine Het aantal tankstations kan geredu‐
wordt rekening gehouden met alle en diesel). ceerd worden door tenminste één
tankstations die overeenkomen met benzinemerk/keten te markeren.
de actueel ingestelde filtercriteria
voor Keten en Fueltype (voor het ver‐
Navigatie 81

Na het selecteren van de gewenste Routebegeleiding starten Omgeving bestemming


merken/ketens: selecteer Zoeken Selecteer Navigatie starten om route‐ Selectie van spec. bestemmingen na‐
met gekozen filter starten of, voor ver‐ begeleiding naar het weergegeven bij de ingevoerde bestemming.
dere verfijning van de zoekopdracht, adres te starten. Selecteren van een spec. bestem‐
selecteer Doorgaan met volgende Beschrijving over routebegeleiding, ming: zie voorbeeld hierboven voor
filter (brandstofsoorten). zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92. "Omgeving huidige positie".
Na het selecteren van Fueltype wordt
Het adres opslaan Rondom andere steden
een lijst weergegeven met alle be‐
Selecteer Opslaan als u het weerge‐
schikbare brandstofsoorten (naast Selectie spec. bestemmingen rond
geven adres wilt opslaan in het adres‐
benzine en diesel) bij tankstations in een stad.
boek of MijnNP-geheugen.
de buurt. Na het selecteren van een optie wordt
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
Het aantal tankstations kan geredu‐ een lijst met landen weergegeven.
ven, zie "Een adres opslaan in het
ceerd worden door tenminste één Selecteer het gewenste land. Er ver‐
adresboek of MijnNP-geheugen"
brandstoftype te markeren. schijnt een menu voor invoer van een
hieronder.
Na het selecteren van de gewenste plaatsnaam.
brandstofsoorten: selecteer Zoeken Langs de snelweg
met gekozen filter starten of, voor ver‐ Selectie van spec.bestemmingen be‐
dere verfijning van de zoekopdracht, horend bij de snelweg (bijv. tankstati‐
selecteer Doorgaan met volgende ons of parkeerplaatsen met voorzie‐
filter (merken/ketens van tankstati‐ ningen) langs de route. Alleen be‐
ons). schikbaar wanneer u op een snelweg
Na het starten van de zoekopdracht rijdt.
wordt een lijst met alle tankstations Selecteren van een spec. bestem‐
weergegeven die voldoet aan de eer‐ ming: zie voorbeeld hierboven voor
der geselecteerde filtercriteria. "Omgeving huidige positie".
Selecteer het gewenste tankstation.
Het Navigatie -menu verschijnt.
82 Navigatie

Voer de gewenste stad in met behulp Routebegeleiding starten


van de spellingsfunctie, zie "Een Selecteer Navigatie starten om route‐
adres invoeren met behulp van de begeleiding naar het weergegeven
spellingsfunctie" hierboven. adres te starten.
Zodra de invoer specifiek genoeg is, Beschrijving over routebegeleiding,
wordt er een lijst van mogelijke ste‐ zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
den weergegeven. Soms is het nodig
Het adres opslaan
j te selecteren voor het weergeven
Selecteer Opslaan als u het weerge‐
van de lijst. geven adres wilt opslaan in het adres‐
Selecteer de gewenste stad. Er ver‐ boek of MijnNP-geheugen.
schijnt een menu waarop de spec. be‐ Het Opslaan-menu wordt weergege‐
stemmingen nabij de geselecteerde ven, zie "Een adres opslaan in het
stad per categorie worden weergege‐ Voer de naam van de gewenste spe‐ adresboek of MijnNP-geheugen"
ven. ciale bestemming in met behulp van hieronder.
Selecteren van een spec. bestem‐ de spellingsfunctie, zie "Een adres in‐
ming: zie voorbeeld hierboven voor voeren met behulp van de spellings‐ Zoeken op tel.-nummer
"Omgeving huidige positie". functie" hierboven. Selecteren van spec. bestemmingen
Zodra de invoer specifiek genoeg is, door het invoeren van een telefoon‐
Zoeken op naam wordt een lijst van mogelijke speciale nummer.
Selectie spec. bestemmingen door in‐ bestemmingen weergegeven. Soms Na het selecteren van een optie wordt
voeren naam. is het nodig j te selecteren voor het een lijst met landen weergegeven.
Na het selecteren van een optie wordt weergeven van de lijst.
Selecteer het gewenste land. Er ver‐
een lijst met landen weergegeven. Selecteer de gewenste spec. bestem‐ schijnt een menu voor nummerinvoer.
Selecteer het gewenste land. Er ver‐ ming.
schijnt een menu voor naaminvoer. Het Navigatie -menu verschijnt.
Navigatie 83

Routebegeleiding starten
Selecteer Navigatie starten om route‐
begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
Beschrijving over routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
Het adres opslaan
Selecteer Opslaan als u het weerge‐
geven adres wilt opslaan in het adres‐
boek of MijnNP-geheugen.
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
ven, zie "Een adres opslaan in het
Voer het gewenste telefoonnummer adresboek of MijnNP-geheugen" Let op
in met behulp van de spellingsfunctie, hieronder. U kunt de kaartschaal veranderen
zie "Een adres invoeren met behulp door de multifunctionele knop te ver‐
van de spellingsfunctie" hierboven. Selectie van een bestemming draaien.
Zodra de invoer specifiek genoeg is, vanaf de kaart Met behulp van de achtwegschake‐
wordt een lijst van mogelijke telefoon‐ Druk op de DEST-toets en selecteer laar op de multifunctionele knop 3 6
nummers weergegeven (waarbij ie‐ vervolgens Kiezen vanaf kaart (of: plaatst u het dradenkruis op een be‐
der nummer staat voor een speciale druk tweemaal op de NAV-toets en stemming op de kaart.
bestemming). Soms is het nodig j te druk vervolgens op de achtwegscha‐ Druk op de multifunctionele knop om
selecteren voor het weergeven van kelaar op de multifunctionele knop de selectie te bevestigen.
de lijst. 3 6). Het Navigatie -menu verschijnt.
Selecteer de gewenste spec. bestem‐ Er verschijnt een menu met een kaart
ming. waarop het gebied rondom de huidige Routebegeleiding starten
Het Navigatie -menu verschijnt. locatie te zien is. Selecteer Navigatie starten om route‐
begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
84 Navigatie

Beschrijving over routebegeleiding, 5. Druk op de multifunctionele knop


zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92. om de invoer te bevestigen.
6. Geef de gewenste coördinaten
Het adres opslaan
van de breedtegraad in graden,
Selecteer Opslaan als u het weerge‐ minuten en seconden in.
geven adres wilt opslaan in het adres‐
boek of MijnNP-geheugen. Lengtecoördinaat invoeren
1. Selecteer Lengte.
Het Opslaan-menu wordt weergege‐
ven, zie "Een adres opslaan in het 2. Draai aan de multifunctionele
adresboek of MijnNP-geheugen" knop voor de selectie van W of O
hieronder. (westelijk of oostelijk van de nul‐
meridiaan in Greenwich).
Selectie van een bestemming Breedtecoördinaat invoeren 3. Druk op de multifunctionele knop
via de geografische coördinaten 1. Selecteer Breedte. om de invoer te bevestigen.
Druk op de DEST-toets en selecteer 4. Geef de gewenste coördinaten
2. Draai aan de multifunctionele
dan Geogr. breedte-/lengte. van de lengtegraad in graden, mi‐
knop voor de selectie van N of Z
Er verschijnt een menu voor de invoer (noordelijk of zuidelijk van de eve‐ nuten en seconden in en bevestig
van geografische coördinaten als be‐ naar). deze.
stemmingsadres. Selecteer Overnemen om de weer‐
3. Druk op de multifunctionele knop
om de selectie te bevestigen. gegeven coördinaten te bevestigen.
4. Draai aan de multifunctionele Het Navigatie -menu verschijnt.
knop voor het invoeren van de ge‐
wenste breedtegraad. Routebegeleiding starten
Selecteer Navigatie starten om route‐
begeleiding naar het weergegeven
adres te starten.
Beschrijving over routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 92.
Navigatie 85

Het adres opslaan Een adres opslaan in het adresboek


Selecteer Opslaan als u het weerge‐ Druk op de DEST-toets om het
geven adres wilt opslaan in het adres‐ Bestemming invoeren-menu te ope‐
boek of MijnNP-geheugen. nen en selecteer dan een optie voor
Het Opslaan-menu wordt weergege‐ de invoer of selectie van een bestem‐
ven, zie "Een adres opslaan in het mingsadres (bijv. Adres invoeren of
adresboek of MijnNP-geheugen" Laatste bestemmingen); zie hierbo‐
hieronder. ven voor beschrijvingen over adres‐
invoer of -selectie.
Een adres opslaan in het Na het invoeren of selecteren van de
adresboek of MijnNP-geheugen gewenste bestemming verschijnt het
Het Infotainmentsysteem voorziet in Navigatie-menu.
twee verschillende geheugenruimtes Selecteer Opslaan. Optioneel kan een telefoonnummer
waar u uw favoriete bestemmingen Het menu Opslaan wordt weergege‐ worden ingegeven.
kunt opslaan: het adresboek en het ven, met de eerder ingegeven of ge‐ De standaard categorie Privé kan
MijnNP-geheugen. selecteerde bestemming als stan‐ worden veranderd in Zakelijk:
Voordat u een adres kunt opslaan in daard naam. Selecteer de weergegeven categorie
een van deze geheugenruimtes, De standaard naam kan veranderd om een menu te openen met een lijst
moet u het adres aan een categorie worden (zie voorbeeld in onder‐ van alle beschikbare adrescatego‐
toewijzen. staande afbeelding) met behulp van rieën.
■ Als u een adres in het adresboek de spellingsfunctie, zie "Een adres in‐
wilt opslaan, moet u het adres toe‐ voeren met behulp van de spellings‐
wijzen aan de categorieën Privé of functie" hierboven.
Zakelijk.
■ Als u een adres in het MijnNP-ge‐
heugen wilt opslaan, kunt u kiezen
uit 18 categorieën (bijv. Restaurant,
Reizen of Cultuur).
86 Navigatie

Een adres opslaan in het MijnNP- Een adresboekinvoer bewerken of


geheugen volledig verwijderen
Het opslaan van een bestemming in Druk op de DEST-toets, selecteer
het MijnNP-geheugen werkt het‐ Adresboek, selecteer de gewenste
zelfde als hierboven beschreven voor adresinvoer en selecteer vervolgens
het adresboek. Bewerken.
Het enige verschil: selecteer een ca‐ Het Bewerken -menu verschijnt.
tegorie die anders is dan Privé of
Zakelijk, bijv. Restaurant, Auto's of
Winkelen.
Let op
Als u een van de categorieën Privé
Let op of Zakelijk selecteert, wordt de be‐
Als u een andere categorie selec‐ stemming opgeslagen in het adres‐
teert dan Privé of Zakelijk, wordt de boek en niet in het Mijn NP-geheu‐
bestemming opgeslagen in het Mijn gen.
NP-geheugen en niet in het adres‐
boek. Een opgeslagen adres
bewerken of verwijderen
Selecteer Zakelijk.
Adresgegevens (waaronder catego‐
Het menu Opslaan wordt opnieuw rie en telefoonnummer) die zijn opge‐ U hebt de volgende opties:
weergegeven. slagen in het adresboek of MijnNP- ■ Adres: opent het Adres invoeren-
Selecteer OK om de bestemming op geheugen, kunnen te allen tijde wor‐ menu. U kunt het weergegeven
te slaan in het adresboek onder de den bewerkt of volledig verwijderd. adres bewerken met behulp van de
weergegeven naam en categorie. spellingsfunctie, zie "Een adres in‐
U kunt maximaal 100 bestemmingen voeren met de spellingsfunctie"
in het adresboek opslaan. hierboven.
Navigatie 87

Na het bevestigen van het be‐ Een invoer in MijnNP-geheugen Het bewerken of verwijderen van de
werkte adres, wordt het Navigatie- bewerken of verwijderen weergegeven invoeren van het
menu opnieuw weergegeven. Druk op de DEST-toets en selecteer MijnNP-geheugen werkt hetzelfde als
Als u ook de naam wilt bewerken of vervolgens myPOIs om onder‐ beschreven voor een adresboek‐
de categorie wilt veranderen, moet staande menu te openen. invoer, zie hierboven.
u het betreffende adres opnieuw Opmerkingen over
selecteren in het adresboek, zie Geïmporteerde speciale
hierboven. bestemmingen
■ Naam & nummer: na het selecteren Geïmporteerde speciale bestemmin‐
van deze optie kunt u de naam van gen (NP's gedownload vanaf een
de adresboekinvoer bewerken, het USB-opslagstation) kunnen niet di‐
telefoonnummer bewerken of een rect bewerkt worden.
nieuwe categorie selecteren, zie Als u de adresgegevens van een
"Een adres opslaan in het adres‐ geïmporteerde NP wilt bewerken:
boek" hierboven. ■ Moet u het adres eerst opslaan in
■ Wissen: wist het weergegeven het adresboek of als persoonlijke
adres uit het adresboek. speciale bestemming. Vervolgens
■ Naam toevoegen (alleen Navi 900): Eigen speciale bestemmingen be‐ kunt u de adresgegevens van de
wijst een naam (spraaklabel) aan werken of verwijderen betreffende adresboekinvoer of in‐
het weergegeven adres toe. Het Selecteer Eigen speciale voer van MijnNP-geheugen bewer‐
betreffende adres kan later worden bestemmingen, selecteer de gewen‐ ken (te selecteren via Eigen
geselecteerd als bestemming door ste sorteeroptie (bijv. Omgeving speciale bestemmingen).
eenvoudigweg de toegewezen huidige positie), selecteer de gewen‐ ■ Of u kunt bijgewerkte adresgege‐
naam te zeggen; zie het hoofdstuk ste categorie (bijv. Restaurant), se‐ vens importeren vanaf een USB-
"Spraakherkenning". lecteer het gewenste adres en selec‐ opslagstation, zie "Geïmporteerde
■ Als "Thuis": stelt het weergegeven teer vervolgens Bewerken. NP-gegevens exporteren en impor‐
adres in als thuisadres, zie "Het Het Bewerken -menu verschijnt. teren" in hoofdstuk "Gebruik" hier‐
thuisadres instellen" hieronder. boven.
88 Navigatie

Het is ook niet mogelijk om de adres‐ Het thuisadres instellen


gegevens van persoonlijke geïmpor‐ Voordat u een adres als thuisadres
teerde speciale bestemmingen direct kunt instellen, moet u dit adres op‐
uit het MijnNP-geheugen te verwijde‐ slaan in het adresboek of MijnNP-ge‐
ren. heugen, zie bijbehorende beschrijvin‐
Als u persoonlijke geïmporteerde gen hierboven:
NP's wilt verwijderen:
Een adresboekinvoer instellen als
importeer bijgewerkte NP-gegevens thuisadres
naar het Infotainmentsysteem die niet
Druk op de DEST-toets, selecteer
de adresgegevens bevatten van de
Adresboek, selecteer de gewenste
NP's die u wilt verwijderen.
adresinvoer, selecteer Bewerken en
Om alle geïmporteerde NP-gegevens selecteer vervolgens Als "Thuis".
van een bepaalde categorie te verwij‐ Een persoonlijke NP instellen als
Het weergegeven adres wordt inge‐ thuisadres
deren: importeer een leeg NP-gege‐
steld als nieuw thuisadres en weer‐ Selecteer Eigen speciale
vensbestand voor de betreffende ca‐
gegeven als eerste optie in het bestemmingen, selecteer de gewen‐
tegorie.
Bestemming invoeren-menu. ste sorteeroptie (bijv. Omgeving
Voor beschrijvingen over het impor‐
huidige positie), selecteer de gewen‐
teren van NP-gegevens, zie "NP-ge‐ Een invoer uit MijnNP-geheugen ste categorie (bijv. Restaurant), se‐
gevens exporteren en importeren" in instellen als thuisadres lecteer het gewenste adres, selecteer
hoofdstuk "Gebruik" hierboven. Druk op de DEST-toets en selecteer Bewerken en selecteer vervolgens
Alle geïmporteerde NP's in één keer vervolgens myPOIs om onder‐ Als "Thuis".
verwijderen: staande menu te openen.
Het weergegeven adres wordt inge‐
Druk op de CONFIG-toets, selecteer steld als nieuw thuisadres en weer‐
Navigatie-instellingen en selecteer gegeven als eerste optie in het
vervolgens Alle geïmporteerde Bestemming invoeren-menu.
speciale bestemmingen wissen.
Navigatie 89

Opmerkingen over worden aangedaan. Deze functie is


Geïmporteerde speciale handig voor regelmatig terugkerende
bestemmingen rondritten, omdat u de afzonderlijke
Geïmporteerde speciale bestemmin‐ bestemmingen niet steeds opnieuw
gen (NP's gedownload vanaf een hoeft in te voeren. Rondritten worden
USB-opslagstation) kunnen niet di‐ onder een naam opgeslagen. U kunt
rect worden ingesteld als thuisadres. maximaal tien rondritten met elk 9
Als u het adres van een geïmpor‐ tussenbestemmingen opslaan. U
teerde NP als thuisadres wilt instel‐ kunt een bestaande rondrit verande‐
len: ren door de volgorde van de bestem‐
mingen te wijzigen of door bestem‐
moet u het adres eerst opslaan in het mingen te wissen.
adresboek of als persoonlijke speci‐
ale bestemming. Er worden verschillende opties voor Rondrit aanmaken
Vervolgens kunt u de adresgegevens het selecteren van speciale bestem‐
van de betreffende adresboekinvoer mingen op basis van de reisgidscrite‐
of invoer van MijnNP-geheugen in‐ ria (bijv. accommodatie, beziens‐
stellen (te selecteren via Eigen waardigheden, vrijetijdsbestedingen
speciale bestemmingen) als thuis‐ enz.) weergegeven.
adres. Selecteren spec. bestemming op ba‐
sis van reisgidscriteria: zie de desbe‐
Reisgids treffende beschrijvingen in "Selecte‐
(alleen Navi 900) ren spec. bestemming".
Druk op de DEST-toets en selecteer
dan Reisgids. Rondritten
(alleen Navi 900)
Een rondrit biedt u de mogelijkheid
om een reeks bestemmingen in te
voeren, die dan achtereenvolgens
90 Navigatie

Na het selecteren van Nieuwe tocht Tussenbestemmingen aan de rondrit Selecteer een optie voor de invoer
voert u een naam in voor de tocht met toevoegen van de bestemming en selecteer/voer
behulp van de spellingsfunctie 3 74. vervolgens de gewenste tussenbe‐
stemming in 3 74.
Er verschijnt een menu waarin de
adresgegevens van de geselec‐
teerde/ingevoerde tussenbestem‐
ming wordt getoond.

Selecteer de nieuwe rondrit en ver‐


Accepteer de ingevoerde naam met volgens Nieuwe tussenstop
behulp van OK. De naam wordt weer‐ toevoegen.
gegeven in het Tochten -menu. In het submenu Tussenstop
toevoegen worden de volgende op‐
ties voor het selecteren/invoeren van
tussenbestemmingen weergegeven: Nadat u Toevoegen hebt geselec‐
■ Tussenstop invoeren (adresinvoer) teerd, verschijnt er een lijst met alle
voordien toegevoegde tussentijdse
■ Adresboek bestemmingen.
■ Laatste best.
■ Kiezen vanaf kaart
■ Spec. bestemmingen
Navigatie 91

Rondrit starten

Standaard worden nieuwe tussen‐ Om routebegeleiding te starten: se‐


stops toegevoegd aan het einde van lecteer Tocht starten. Voor routebe‐
de lijst. Wanneer een andere positie Selecteer een rondrit in het Tochten - rekening wordt rekening gehouden
gewenst is, draait u aan de multifunc‐ menu. Het menu Navigatie wordt met alle vooraf bepaalde tussenbe‐
tionele knop om een ander invoeg‐ weergegeven. stemmingen.
punt te selecteren. Als u op de rit vooraf bepaalde tus‐
Herhaal de beschreven procedure senbestemmingen wilt overslaan en
om nog meer tussenbestemmingen directe routebegeleiding naar een be‐
toe te voegen. paalde bestemming wilt starten: se‐
lecteer Tocht starten vanaf. Er ver‐
schijnt een lijst met alle vooraf be‐
paalde tussenbestemmingen.
92 Navigatie

De uitgeknipte tussenbestemming
vóór een andere bestemming invoe‐
gen: markeer deze bestemming en
druk vervolgens op de multifunctio‐
nele knop.
Tussenstops wissen
Toont een lijst met alle tussenbe‐
stemmingen van de geselecteerde rit.
Markeer de gewenste tussenbestem‐
ming en druk vervolgens op de multi‐
functionele knop.
Bevestig het getoonde bericht.
Selecteer de gewenste volgende be‐ Tocht weergeven
stemming. Er wordt een route bere‐ Toont een lijst met alle tussenbe‐ Tocht wissen
kend die rechtstreeks naar de gese‐ stemmingen van de geselecteerde rit. Wist de huidige geselecteerde rit vol‐
lecteerde tussenbestemming leidt. ledig.
Tussenstops verplaatsen
Toont een lijst met alle tussenbe‐ Om het wissen uit te voeren, moet u
Rondrit bewerken het getoonde bericht bevestigen.
Selecteer een rondrit in het Tochten - stemmingen van de geselecteerde rit.
menu en selecteer vervolgens Tocht Markeer de te verwijderen tussenbe‐ Namen bewerken
bewerken om een submenu met de stemming. U kunt de naam van de momenteel
volgende opties weer te geven: geselecteerde tocht bewerken met de
Druk op de multifunctionele knop om
spellingsfunctie 3 74.
de gemarkeerde bestemming eruit te
knippen.
De uitgeknipte bestemming aan het Begeleiding
einde van de lijst invoegen: druk op‐ Druk op de NAVI-toets en vervolgens
nieuw op de multifunctionele knop. op de multifunctionele knop om het
navigatiemenu weer te geven.
Navigatie 93

Verschillende menuopties zijn be‐ MijnNP-geheugen" in hoofdstuk


schikbaar, afhankelijk van het inactief "Invoer van de bestemming" hier‐
of actief zijn van de routebegeleiding. boven.
■ Bewerken: het weergegeven adres
Functies bij niet actieve veranderen/bewerken, zie "Een op‐
routebegeleiding geslagen adres bewerken of ver‐
wijderen" in hoofdstuk "Invoer van
de bestemming" hierboven.
■ Routecriteria: instellen/wijzigen
van criteria voor routeberekening,
zie "Navigatieopties" hieronder.

U hebt de volgende opties: TMC-berichten


Informatie over TMC, zie hoofdstuk
■ Navigatie starten: routebegeleiding
"Dynamische routebegeleiding" 3 61.
naar het weergegeven adres star‐
ten. Selecteer TMC-berichten voor het
■ Tonen op kaart: weergeven van het weergeven van alle TMC-verkeers‐
weergegeven adres op de kaart. berichten die momenteel zijn ontvan‐
gen.
Navigatie starten ■ Opbellen: als de adresgegevens
Na het selecteren van Navigatie een telefoonnummer bevatten en
starten wordt onderstaand menu er een telefoonportaal beschikbaar
weergegeven. is, wordt het telefoonnummer geko‐
zen.
■ Opslaan: het weergegeven adres
opslaan in het adresboek of
MijnNP-geheugen, zie "Een adres
opslaan in het adresboek of
94 Navigatie

Wanneer u het contactslot voor het


eerst inschakelt nadat u de sleutel
erin hebt gestoken, vraagt een bericht
u het type komende tocht te bepalen:

Selecteer een TMC-verkeersbericht Logboek


voor het weergeven van gedetail‐ (alleen Navi 900)
leerde informatie over het verkeers‐ Met de logboekfunctie kunt u elke
probleem. tocht die u met de auto maakt vast‐
leggen. Voor elke tocht worden de volgende
Navigatie-opties
Het corresponderende menu biedt Let op gegevens automatisch vastgelegd:
opties een veelvoud aan gerelateerde De logboekfunctie van het Infotain‐ ■ Een uniek serienummer voor de
submenu's voor het configureren van mentsysteem voldoet aan niet aan tocht (voor ondubbelzinnige labels
de routebegeleiding. officiële wettelijke vereisten. van tochten).
In geval de logboekfunctie momen‐ ■ Start- en bestemmingspositie (ge‐
teel geactiveerd is (zie onderstaande ografische coördinaten).
"Logboekinstellingen"): ■ Start- en aankomsttijd.
■ Stand van kilometerteller bij start
en bestemming.
Navigatie 95

■ Het vastgestelde type tocht. ■ Bestandsnaam: met behulp van de


■ Een optionele beschrijvende tekst spellingsfunctie (zie het hoofdstuk
(zie onderstaande "Logboekinstel‐ "Invoer van de bestemming") kunt
lingen"). u een basisbestandsnaam invoe‐
ren (max. 15 tekens) voor het op‐
De start van tocht: wordt vastgesteld slaan van de logboekgegevens op
door de contactsleutel in het contact‐ een USB-station.
slot te steken en dan het contact in te
schakelen. Het systeem voegt "Logbook" toe
aan het begin en de huidige datum
Einde van tocht: wordt vastgesteld en tijd aan het eind van de basis‐
door de contactsleutel te verwijderen bestandsnaam,
(niet door alleen het contact uit te bijv. "Logbook_my‐
schakelen). Zo lang de contactsleutel Trips_2011.09.23_09.45.txt".
niet is verwijderd, blijft het systeem de ■ Logboek: activeert/deactiveert de
huidige tocht vastleggen. logboekfunctie. ■ Beschrijving: met behulp van de
■ Privé / Dienstrit: bepaalt het type spellingsfunctie kunt u een optio‐
Gegevens opslaan/exporteren: de nele beschrijvende tekst toevoegen
vastgelegde tocht/logboekgegevens komende tocht.
(max. 80 tekens) die aan de log‐
worden in het geheugen van het Info‐ Het geselecteerde type kan via dit boekgegevens van een tocht wor‐
tainmentsysteem opgeslagen . Deze menu worden veranderd wanneer den toegevoegd; zie onderstaand
gegevens kunnen dan later op elk ge‐ een tocht wordt gestart (zie boven‐ "Voorbeeld van logboekgegevens".
wenst moment worden geëxporteerd staande afbeelding van logboekbe‐
naar een USB-station dat met de richt) of op elk gewenst moment tij‐ De beschrijving wordt aan de log‐
USB-poort 3 54 van het Infotainment‐ dens een tocht. boekgegevens van elke komende
systeem is verbonden. tocht toegevoegd zo lang de be‐
In de logboekgegevens wordt een schrijving niet wordt veranderd.
Logboekinstellingen: privé tocht aangeduid met een "0",
een zakenreis met een "1"; zie on‐ Als u tijdens de tocht een beschrij‐
derstaand "Voorbeeld van logboek‐ ving invoert/verandert, wordt de be‐
gegevens". schrijving aan de logboekgegevens
van de huidige tocht toegevoegd.
96 Navigatie

■ Logboek exporteren: exporteert 0000000023; N 52° 07' 01"; E 009° Routecriteria


alle vastgelegde tochtgegevens die 53' 31"; 22.09.2011; 13:53; 013550; N
momenteel in het geheugen van 52° 07' 00"; E 009° 53' 00";
het Infotainmentsysteem zijn opge‐ 22.09.2011; 14:47; 013580; 1; "Mijn
slagen, op een USB-station dat met reis naar XY bedrijf (project 77)"
de USB-poort 3 54 van het Infotain‐ Beschrijving van de afzonderlijke ge‐
mentsysteem is verbonden. gevensonderdelen:
De gegevens worden opgeslagen ■ 0000000023 = serienummer
in een eenvoudig tekstbestand in
de hoofddirectory van het USB-sta‐ ■ N 52° 07' 01"; O 009° 53' 31" =
tion. startpositie in geografische coördi‐
Voorbeeld: "F:\Logbook_my‐ naten (breedtegraad; lengtegraad)
Trips_2011.09.23_09.45.txt" ■ 22.09.2011; 13:53 = startdatum; tijd
■ Logboek wissen: wist alle vastge‐ ■ 013550 = kilometerstand bij start‐
legde tochtgegevens uit het geheu‐ positie Het berekenen van de route kan op
gen van het Infotainmentsysteem. basis van verschillende criteria wor‐
■ B 52° 07' 00"; O 009° 53' 00" = co‐ den geregeld.
Voorbeeld van logboekgegevens: ordinaten van bestemming
Selecteer één van de volgende crite‐
Het volgende voorbeeld met gege‐ ■ 22.09.2011; 14:47 = aankomstda‐ ria:
vens geeft een enkele vastgelegde tum; tijd
tocht weer. De gegevens worden in ■ Snelste
■ 013580 = kilometerstand bij be‐
het geëxporteerde tekstbestand in stemming ■ Kortste
één regel opgeslagen. De afzonder‐ ■ Zuinigste: een energietechnisch
■ 1 = zakenreis
lijke gegevensonderdelen worden optimale route wordt berekend, met
door een puntkomma gescheiden. ■ "Mijn tocht naar ..." = optionele be‐ inachtneming van de autospeci‐
schrijvende tekst. fieke parameters die op dit moment
zijn ingesteld in het Voertuigpara‐
meters-menu, zie hieronder.
Navigatie 97

Selecteer Voertuigparameters voor Informatie over dynamische routebe‐ Selecteer Opnieuw berekenen met
het openen van een menu voor auto‐ geleiding, zie hoofdstuk "Dynamische controle als u wilt dat de route alleen
specifieke parameters. routebegeleiding" 3 102. opnieuw wordt berekend na bevesti‐
ging van het bijbehorende bericht.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en het verlaten van het
menu.

De geselecteerde instellingen wor‐ Selecteer Dynamische routegel. voor


den meegenomen in de routebereke‐ het activeren/deactiveren van de rou‐
ning. Als Zuinigste op dit moment ge‐ tebegeleiding.
selecteerd is, zie hierboven. Als dynamische routebegeleiding is
Druk na het instellen van de gewen‐ geactiveerd:
ste autoparameters op de BACK- Selecteer Opnieuw berekenen Selecteer één of meerdere van de
knop om het menu te verlaten. automatisch als u wilt dat de route au‐ volgende opties in het Routecriteria-
Selecteer Dynamische routegel. om tomatisch opnieuw wordt berekend menu:
een menu voor het configureren van wanneer er verkeersproblemen zijn. ■ Snelwegen mijden
de dynamische routebegeleiding te ■ Tolwegen mijden
openen.
■ Tunnels mijden
98 Navigatie

■ Veren mijden Met de Pop-ups-optie kunt u selecte‐


■ Wegen met tijdsbeperking ren of de routebegeleidingsinformatie
gebruiken van de navigatie moet worden weer‐
gegeven in popup-vensters bij andere
Weergave routegel. bedieningsmodi (bijv. radio). De infor‐
De volgende opties zijn beschikbaar matie wordt verborgen na een inge‐
voor het weergeven van de routebe‐ stelde tijd of door het indrukken van
geleiding: de BACK-knop.
Selecteer Instellingen overnemen
voor het activeren van de displayin‐
stellingen en terugkeer naar het
Navigatie-opties-menu.
Als Rijstrookassistent wordt geacti‐ Kaartopties
veerd, wordt het volgende afbeel‐ Selecteer Kaartopties en daarna
dingstype getoond: Kaartoriëntatie voor het weergeven
van het volgende submenu:

Met behulp van de Rijstrookassis‐


tent-optie kunt u bepalen welk afbeel‐
dingstype moet worden getoond wan‐
neer u een knooppunt van snelwegen
nadert.
Als Rijstrookassistent wordt gedeac‐
tiveerd, wordt het volgende afbeel‐
dingstype getoond:
Navigatie 99

U kunt de kaartrichting (noordgericht/ Informatie huidige positie boek of MijnNP-geheugen" in hoofd‐


rijrichting) en de dimensie (2D/3D) Voor uw huidige positie wordt de vol‐ stuk "Invoer van de bestemming"
van het kaartscherm (3D alleen be‐ gende informatie weergegeven: hierboven.
schikbaar voor Navi 900) selecteren.
■ Plaats Informatie bestemming
Selecteer Kaartopties en daarna
Spec. bestemmingen tonen op kaart ■ Straat Weergegeven informatie: zelfde als
voor het openen van een submenu ■ Lengtegraad op het display voor Huidige positie.
met verschillende opties voor het al ■ Breedtegraad
dan niet weergeven van speciale be‐ Functies voor actieve
■ Kaartvenster routebegeleiding
stemmingen op de kaart.
Als Bepaald door gebruiker is gese‐
lecteerd, kan het type speciale be‐
stemmingen worden gedefinieerd die
moeten worden weergegeven, bijv.
restaurants, hotels, openbare gele‐
genheden, etc.
Weergave van aankomsttijd of ritduur
Na het selecteren van de optie
Indicatie verwachte reistijd of
Indicatie verwachte aankomsttijd in
het menu Navigatie-opties, wordt de
betreffende tijd getoond op de boven‐
ste regel van het routebegeleidings‐ De huidige positie kan worden geko‐
scherm. pieerd naar het adresboek of MijnNP-
geheugen met behulp van Opslaan,
zie "Een adres opslaan in het adres‐
100 Navigatie

Navigatie stoppen
Na het selecteren van Navigatie
stoppen wordt de routebegeleiding
gedeactiveerd en worden de menu-
opties voor inactieve routebegelei‐
ding weergegeven, zie "Functies bij
inactieve routebegeleiding" hierbo‐
ven.
TMC-berichten
Informatie over TMC, zie hoofdstuk
"Dynamische routebegeleiding" 3 61.
Na het selecteren van TMC- Alle straten op de berekende route
berichten wordt het Filteren-menu Navigatie-opties
Beschrijving, zie "Functies bij inac‐ worden gegeven met de betreffende
weergegeven. afstanden.
tieve routebegeleiding" hierboven.
Selecteer of Alle verkeersberichten of Trajectlijstitems die gemarkeerd zijn
alleen Verkeersberichten langs de Route-informatie: met een "+" symbool kunnen worden
route moet worden weergegeven in De volgende informatie is toeganke‐ uitgevouwen door het selecteren van
de TMC-berichten-lijst, zie hieronder. lijk in het Route-informatie:-menu: het geselecteerde lijstitem. Na het se‐
■ Trajectlijst lecteren worden meer details weer‐
gegeven voor het betreffende lijsti‐
■ Informatie huidige positie
tem.
■ Informatie bestemming
Informatie huidige positie
■ Overzicht huidige route Beschrijving, zie "Functies bij inac‐
Trajectlijst tieve routebegeleiding" hierboven.
Informatie bestemming
Beschrijving, zie "Functies bij inac‐
tieve routebegeleiding" hierboven.
Navigatie 101

Overzicht huidige route


Voor uw huidige route wordt de vol‐
gende informatie weergegeven:

Trajectlijst Om een straat uit te sluiten van de


In de lijst met straatnamen voor de routebegeleiding:
actueel berekende route kunnen stra‐ Markeer de desbetreffende straat‐
ten worden uitgesloten van de route‐ naam en druk op de multifunctionele
■ Stand begeleiding. knop. De straatnaam wordt doorge‐
■ Bestemming haald weergegeven.
■ Aankomsttijd Sluit indien gewenst meer straten uit
■ Afgelegde weg van de routebegeleiding.
■ Kaartvenster Selecteer Instellingen overnemen en
bevestig de weergegeven melding.
Traject blokkeren
De route wordt opnieuw berekend,
De volgende opties zijn beschikbaar
waarbij rekening wordt gehouden met
voor het handmatig uitsluiten van be‐
de uitgesloten straten.
paalde zones/trajectgedeelten van de
routebegeleiding:
102 Navigatie

Afstand Alle blokkeringen opheffen Verkeersproblemen in de buurt wor‐


Door het instellen van een trajectaf‐ Na het selecteren van deze optie den ook gemeld als routebegeleiding
stand vanaf de huidige positie naar de wordt bij de routebegeleiding reke‐ niet actief is.
ingestelde positie kan deze worden ning gehouden met alle zones/traject‐ Is routebegeleiding actief, controleert
uitgesloten van de routebegeleiding. gedeelten die eerder zijn uitgesloten. het systeem doorlopend op basis van
de verkeersinformatie of het beter is
Dynamische de route te herbereken of de alterna‐
tieve route te nemen waarbij rekening
routebegeleiding is gehouden met de actuele verkeers‐
Is dynamische routebegeleiding ac‐ situatie.
tief, wordt bij het berekenen van de Het activeren en deactiveren van de
route rekening gehouden met de to‐ dynamische routebegeleiding, even‐
tale verkeersituatie die het infotain‐ als de criteria voor de berekening van
mentsysteem via TMC ontvangt. De de route en andere navigatie-instel‐
aanbevolen route wordt gebaseerd lingen, worden ingesteld in het
op alle verkeersproblemen en beper‐ Navigatie-opties-menu 3 92.
kingen volgens de vooringestelde cri‐
teria (bijv. "kortste route", "mijd snel‐
Stel de gewenste afstand in, druk op wegen", etc.).
de multifunctionele knop en bevestig Bij een verkeersprobleem (bijv. file,
vervolgens het weergegeven bericht. afgesloten weg) op de gereden route,
De route wordt herberekend, waarbij wordt een melding gegeven op het
rekening wordt gehouden met het uit‐ display en een gesproken melding die
gesloten trajectgedeelte. de aard van het probleem aangeven.
Let op De bestuurder kan besluiten om het
De ingevoerde trajectblokkeringen verkeersprobleem heen te rijden en
blijven actief totdat u een nieuwe de suggestie voor het wijzigen van de
route laat berekenen. route te volgen of door het verkeers‐
probleem te rijden.
Navigatie 103

Dynamische routebegeleiding werkt Vanwege de productiedatum van de ■ Ga zorgvuldig om met de SD-kaart.


alleen als verkeersinformatie wordt kaartgegevens op de SD-kaart kan Raak de metalen contactpunten
ontvangen via het RDS-TMC ver‐ het zijn dat sommige nieuwe wegen nooit aan.
keersinformatiesysteem. niet bekend zijn, of dat sommige na‐ ■ Gebruik geen conventioneel reini‐
De mogelijke vertraging door ver‐ men en wegen inmiddels anders zijn gingsproduct, wasbenzine, thinner
keersproblemen die wordt berekend dan ten tijde van de productie van de of antistatische spray.
door het infotainmentsysteem wordt kaartgegevens.
■ Als u de SD-kaart moet reinigen,
gebaseerd op de van de actueel in‐ Om extra SD-kaarten of een update gebruik dan een zachte doek.
gestelde RDS-TMC zender ontvan‐ van de kaartgegevens te bestellen,
gen gegevens. De werkelijke vertra‐ neemt u contact op met uw Opel Ser‐ ■ Buig de SD-kaart niet. Gebruik
ging kan afwijken van de berekende. vice Partner. geen SD-kaart die gebogen of ge‐
broken is.
Voor het vervangen van een SD-kaart
■ Plak geen sticker op de SD-kaart
Kaarten met kaartgegevens, zie hieronder.
en beschrijf deze niet.
Alle kaartgegevens die nodig zijn Belangrijke informatie over het ■ Bewaar de SD-kaart niet op plaat‐
voor gebruik van het navigatiesys‐ omgaan met een SD-kaart sen waar deze blootstaat aan direct
teem zijn opgeslagen op een SD- zonlicht, hoge temperaturen of
kaart die bij het Infotainmentsysteem Voorzichtig vocht.
wordt geleverd.
■ Plaats de SD-kaart altijd in het
Probeer nooit een gescheurde, daartoe bestemde doosje als u de
SD-kaart met kaartgegevens vervormde of met plakband gere‐
De SD-kaartlezer van het Infotain‐ kaart niet gebruikt.
pareerde SD Card te gebruiken.
mentsysteem kan alleen de SD-kaart Als u dat toch doet, kan de appa‐
lezen die speciaal bedoeld is voor ge‐
Een SD-kaart met
ratuur beschadigd raken. kaartgegevens vervangen
bruik in combinatie met het navigatie‐
systeem van de auto. De SD-kaartle‐ De sleuf voor de SD-kaart bevindt
zen kan geen andere SD-kaarten le‐ zich in de middenconsole.
zen.
104 Navigatie

De SD-kaart verwijderen De SD-kaart inbrengen

Druk op de geplaatste SD-kaart om Druk de SD-kaart met de afgeknipte


deze te ontgrendelen, en trek de SD- rand voorzichtig naar rechts (zie bo‐
kaart vervolgens voorzichtig uit de venstaande afbeelding) in de sleuf
sleuf. voor de SD-kaart totdat de kaart vast‐
klikt.
Let op
De SD-kaart en de sleuf voor de SD-
kaart moeten altijd schoon en droog
worden gehouden.
Navigatie 105

Symbolenoverzicht
106 Navigatie

Nr. Verklaring Nr. Verklaring


1 Huidige positie 20 Tolweg
2 Bestemming 21 Toeristische informatie
3 niet beschikbaar 22 Bezienswaardigheid
4 niet beschikbaar 23 Sport & vrijetijd
5 niet beschikbaar 24 Uitgaan
6 Mist 25 Museum
7 Wegwerkzaamheden 26 Autoverhuur
8 Gladde weg 27 Reisinformatie
9 Smog 28 Vrijetijdsbesteding
10 Sneeuw 29 Dienstverlening
11 Storm 30 Geldautomaat
12 Voorzichtig / waarschuwing 31 Busstation
13 Weg afgesloten 32 Camping
14 Verkeersdrukte
15 File
16 Versmalde rijstroken
17 Open lijst
18 Gesloten lijst
19 Winkelcentrum
Navigatie 107
108 Navigatie

Nr. Verklaring Nr. Verklaring


33 Drogist 52 Restaurant
34 Bioscoop 53 WC
35 Vliegveld 54 Historisch monument
36 Pretpark 55 Ziekenhuis
37 Plaats 56 Noodgeval
38 Bank 57 Politie
39 Verkeersbericht 58 Haven
40 Veer 59 Bergpas
41 Grens 60 Openbare plaats
42 Tunnel 61 Rondom de auto
43 Kiosk 62 Werkplaats
44 Levensmiddelen 63 Begraafplaats
45 Hotel/motel
46 Snelwegafrit
47 Parkeerplaats
48 Park & ride
49 Parkeergarage
50 Benzinestation
51 Rustplaats
Spraakherkenning 109

Spraakherkenning Algemene informatie bevestigt de spraakherkenning be‐


langrijke instructies en stelt zo nodig
De spraakherkenning van het Info‐ een vraag hierover.
tainmentsysteem stelt u in staat om
verschillende functies van het navi‐ Om te voorkomen dat gesprekken in
Algemene informatie .................. 109 de auto onbedoeld de systeemfunc‐
gatiesysteem (alleen Navi 900; met
Bediening navigatie ................... 110 inbegrip van audiosysteemfuncties) ties beïnvloeden, moet u de spraak‐
en het telefoonportaal via spraakin‐ herkenning pas starten nadat deze is
Telefoonregeling ........................ 120
voer te gebruiken. De spraakbestu‐ geactiveerd.
ring herkent commando's en cijfer‐
reeksen, ongeacht de desbetreffende Belangrijke opmerkingen over
spreker. De instructies en cijferreek‐ taalondersteuning
sen kunnen zonder pauze tussen de ■ Niet alle talen die voor het display
afzonderlijke woorden worden uitge‐ van het Infotainmentsysteem be‐
sproken. schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
U kunt bestemmingsadressen, radio‐
zenders en telefoonnummers op‐ ■ Niet alle talen die voor de spraak‐
slaan en er een door u gekozen naam herkenning van het telefoonportaal
(spraaklabel) aan toewijzen. Met die beschikbaar zijn, zijn ook beschik‐
namen kunt u later het bestemmings‐ baar voor de spraakherkenning van
adres voor een komende tocht instel‐ het navigatiesysteem (met inbegrip
len, een radiozender selecteren of van audiosysteemfuncties).
een telefoonverbinding tot stand ■ Spraakherkenning van het tele‐
brengen. foonportaal: als de momenteel ge‐
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐ selecteerde taal voor het display
mando's geeft de spraakherkenning u niet door de spraakherkenning
visuele en/of akoestische feedback wordt ondersteund, moet u de
en wordt u gevraagd het gewenste spraakcommando's in het Engels
commando te herhalen. Bovendien invoeren.
110 Spraakherkenning

Om spraakcommando's in het En‐ Let op mando's die momenteel beschikbaar


gels te kunnen invoeren moet u Als u de taal op het display van het zijn, wordt op het display getoond; zie
eerst het telefoonhoofdmenu acti‐ infotainmentsysteem verandert, onderstaande "Helpmenu's".
veren door op de PHONE-toets op worden alle namen die momenteel Zodra de spraakherkenning klaar is
het Infotainmentsysteem te druk‐ aan voorkeuzezenders en/of be‐ voor spraakinvoer, hoort u een piep‐
ken en dan de spraakherkenning stemmingsadressen zijn toegewe‐ toon en wordt het rode symbool in de
van het telefoonportaal te activeren zen, verwijderd. rechter benedenhoek van het help‐
door op de w-toets op het stuur te menu grijs.
drukken.
Bediening navigatie U kunt nu een spraakcommando ge‐
■ Spraakherkenning van het naviga‐ ven om een systeemfunctie direct te
tiesysteem: als de momenteel ge‐ Algemene informatie starten (zoals een voorkeuzezender
selecteerde taal voor het display De spraakherkenning van het naviga‐ afspelen) of om een dialoogreeks te
niet door de spraakherkenning tiesysteem (alleen Navi 900; met in‐ starten met een aantal dialoogstap‐
wordt ondersteund, is de spraak‐ begrip van audiosysteemfuncties) pen (zoals het invoeren van een be‐
herkenning niet beschikbaar. werkt alleen als een SD-kaart met stemmingsadres); zie "Bediening via
In dat geval moet u een andere taal kaartgegevens en spraakherken‐ spraakcommando's" verderop.
selecteren voor het display als u het ningsgegevens is geplaatst 3 103. Nadat een dialoogreeks voltooid is,
Infotainmentsysteem via spraak‐ Met navigatie verband houdende wordt de spraakherkenning automa‐
commando's wilt bedienen. spraakcommando's zijn pas beschik‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
Druk op de CONFIG-toets, selec‐ baar als het aanvankelijke afwijzings‐ dialoogreeks te starten moet u de
teer het menu-onderdeel Talen en bericht is bevestigd. spraakherkenning weer activeren.
maak dan een keuze, bijv. English.
Als Engels een van de talen is die Spraakherkenning activeren Het volume van de
door de spraakherkenning van het Druk op het stuurwiel op de knop w. spraakuitvoerberichten instellen
navigatiesysteem wordt onder‐ Het audiosysteem wordt onderdrukt, Draai aan de volumeknop van het In‐
steund, dan is spraakherkenning een spraakuitvoerbericht vraagt u fotainmentsysteem of druk op de + of
beschikbaar. een commando te zeggen en een ―-toets op het stuur.
helpmenu met de belangrijkste com‐
Spraakherkenning 111

Een dialoogreeks annuleren Een lopend sloten zijn, kan ertoe leiden dat
Er zijn verschillende mogelijkheden spraakuitvoerbericht spraakcommando's verkeerd be‐
om de spraakherkenning te deactive‐ onderbreken grepen worden.
ren en om een dialoogreeks te annu‐ Als ervaren gebruiker kunt u het hui‐ ■ De spraakherkenning herkent al‐
leren. dige spraakuitvoerbericht onderbre‐ leen commando's op grond van de
■ Druk op de x-toets op het stuur of ken door even op de w-toets op het taal die momenteel voor het Info‐
een toets op het Infotainmentsys‐ stuur te drukken. tainmentdisplay is geselecteerd.
teem. Daarna wordt de huidige dialoo‐ Visuele en akoestische help
■ Houd de w-toets op het stuur en‐ greeks automatisch vervolgd. Na het activeren van spraakherken‐
kele seconden ingedrukt. ning wordt u door een dialoogreeks
■ Zeg "Stoppen". Belangrijke opmerkingen over geleid via helpmenu's, spraakuitvoer‐
spraakinvoer berichten en berichten op het scherm.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐ ■ Als het systeem problemen heeft
leerd: met het herkennen van een com‐ Helpmenu's
mando, bevestig dan dat het com‐ Al naargelang de momenteel actieve
■ Als u enige tijd geen commando's mando juist is. Probeer het com‐ bedrijfsmodus (radio, CD-speler, na‐
zegt (standaard wordt u driemaal mando duidelijk te zeggen of wacht vigatie etc.) wordt een helpmenu met
gevraagd een commando te zeg‐ even na de pieptoon. de belangrijkste beschikbare spraak‐
gen). commando's weergegeven.
■ Achtergrondlawaai zoals een kli‐
■ Als u commando's zegt die niet maatregelingventilator die op hoog Voorbeeld: Radiohelpmenu's
door het systeem worden herkend staat, open ruiten en zeer hard la‐ Als de radiomodus momenteel actief
(standaard wordt u driemaal ge‐ waai buiten, zelfs als de ruiten ge‐ is, wordt het radiohelpmenu (deel 1)
vraagd een juist commando te zeg‐ weergegeven.
gen).
112 Spraakherkenning

Zodra u en pieptoon hoort en het sym‐ ■ Een van de hoofdcommando's voor Belangrijke opmerkingen over com‐
bool in de rechter bovenhoek van het de spraakherkenning; zie onder‐ mando's
helpmenu (zie bovenstaande afbeel‐ staande afbeelding. ■ Sommige commandowoorden die
ding) van kleur is veranderd, van rood Voorbeeld: Algemeen helpmenu op de helpmenu's staan, zijn optio‐
naar grijs, kunt u een van de volgende (hoofdcommando's) neel.
commando's zeggen: Het algemene helpmenu toont voor‐ Voorbeeld: wanneer u het com‐
■ Een van de commando's op het namelijk de commando's die nodig mando "Frequentie
helpmenu. zijn om naar een andere bedrijfsmo‐ <87.5..108.0> MHz" gebruikt, kunt
dus te gaan, bijv. om van de radiomo‐ u MHz weglaten.
■ Een van de extra commando's be‐ dus naar de CD-spelermodus te
schikbaar voor de radiomodus; zie U kunt gewoon uitproberen of er
gaan.
onderstaande afbeelding. kortere varianten beschikbaar zijn
Om de algemene help weer te geven voor bepaalde commando's.
Om deze extra commando's weer zegt u "Algemene hulp".
te geven zegt u "Meer hulp". Het ■ Voor elk commando op de helpme‐
radiohelpmenu (deel 2) wordt weer‐ nu's zijn diverse synonieme com‐
gegeven. mandovarianten beschikbaar.
Spraakherkenning 113

Voorbeeld: in plaats ken. U kunt bijvoorbeeld zeg‐ Voorbeeld: Autostorelijsten


van "Zenderlijst" te zeggen kunt u gen "Frequentie 96 punt 3".
ook "Zenders weergeven" of "Lijst
van zenders" zeggen. Helpberichten
U kunt gewoon uitproberen of er sy‐ U kunt het systeem ertoe brengen om
nonieme commandovarianten be‐ alle spraakcommando's die momen‐
schikbaar zijn die u beter aanstaan teel beschikbaat zijn, op te lezen.
dan de weergegeven standaardva‐ Na het zeggen van het commando:
rianten. ■ "Help": leest het systeem de be‐
■ Schuine strepen "/" scheiden een langrijkste commando's op die be‐
aantal commando's op een enkele schikbaar zijn voor de momenteel
helpmenuregel. Soms moet u com‐ actieve bedrijfsmodus.
mandowoorden aan beide zijden ■ "Meer hulp": het systeem leest alle
van een schuine streep combine‐ bijkomende commando's op die be‐
ren. Om een item uit zo'n lijst te selecteren
schikbaar zijn voor de momenteel hoeft u alleen het getal vóór het ge‐
Voorbeeld: "Navigatie starten / actieve bedrijfsmodus. wenste item in de lijst te zeggen,
stoppen". In dat geval moet u bij‐ ■ "Algemene hulp": het systeem leest bijv. "5".
voorbeeld "Navigatie stoppen" zeg‐ alle hoofdcommando's op; zie bo‐
gen. "Stoppen" op zichzelf is geen In de meeste gevallen zijn er een aan‐
venstaand "Algemeen helpmenu". tal "pagina's" met lijstgegevens be‐
geldig commando.
Lijsten met selecteerbare items schikbaar. Om van de ene "pagina"
■ Punthaken "< ... >" geven plaats‐ naar een andere te gaan moet
aanduidingstekst aan. Tijdens dialoogreeksen wordt u vaak
u "Verder" of "Terug" zeggen.
gevraagd om een item te selecteren
Voorbeeld: wanneer u het com‐ Op elke pagina zijn de items in de lijst
(bijv. een voorkeuzezender of een
mando "Frequentie genummerd van "1." t/m "6." (geen
plaatsnaam) uit een lijst.
<87.5..108.0>" wilt gebruiken, opeenvolgende nummering).
moet u in plaats
van "<87.5..108.0>" een specifiek
getal tussen 87,5 en 108,0 gebrui‐
114 Spraakherkenning

Berichten op het scherm en scherm en wordt het spraakuitvoer‐ Actie: de gebruiker wil naar de radio‐
akoestische prompts / feedback bericht "Zeg de zendernaam." door modus gaan.
Tijdens dialoogreeksen wordt u vaak het systeem aangekondigd. Gebruiker: activeert spraakherken‐
een vraag gesteld via berichten op Zodra u en pieptoon hoort en het sym‐ ning.
het scherm (zie onderstaande afbeel‐ bool in de rechter bovenhoek van het Gebruiker: "Radio".
ding) en spraakuitvoerberichten, die schermbericht (zie bovenstaande af‐
aangeven welk commando u vervol‐ beelding) van kleur is veranderd, van Systeem: "Radio".
gens moet zeggen. rood naar grijs, kunt u de gewenste Systeem: activeert de radiomodus.
Voorbeeld: Een radiozender opslaan naam zeggen: Om een bepaalde radiofunctie via
met een naam Nadat u een naam hebt gezegd, geeft spraakregeling uit te voeren moet de
het systeem u visuele en akoestische gebruiker spraakherkenning weer ac‐
feedback en meldt het of het com‐ tiveren en dan het gewenste com‐
mando wel of niet uitgevoerd kon wor‐ mando zeggen; zie onderstaande
den. voorbeelden.

Bediening via Voorbeelden van radioregeling


spraakcommando's Situatie: de radiomodus is momenteel
Hieronder vindt u een beschrijving actief.
van diverse typische en/of belangrijke Naar een ander frequentiebereik
voorbeelden van dialoogreeksen. gaan
Dialoogreeksen die niet hieronder Actie: de gebruiker wil van AM- naar
worden beschreven, werken bijna FM-frequentiebereik gaan.
identiek/gelijk aan de beschreven dia‐ Gebruiker: activeert spraakherken‐
Als de radiomodus actief is en u het ning.
loogreeksen.
commando "Zendernaam
toevoegen" zegt, verschijnt het hier‐ Gebruiker: "FM".
Naar een andere bedrijfsmodus gaan
boven afgebeelde bericht op het Situatie: de CD-spelermodus is mo‐ Systeem: gaat naar het FM-frequen‐
menteel actief. tiebereik.
Spraakherkenning 115

Een zender via frequentie selecteren Een naam aan een voorkeuzezender De betreffende zender kan nu op elk
Actie: de gebruiker wil naar een an‐ toewijzen gewenst moment worden geselec‐
dere FM-zender gaan door een fre‐ U kunt een naam toewijzen aan maxi‐ teerd door eenvoudigweg de toege‐
quentie in te voeren. maal 12 voorkeuzezenders (opgesla‐ wezen naam te zeggen; zie hieron‐
Gebruiker: activeert spraakherken‐ gen in de autostorelijsten of favorie‐ der.
ning. tenlijsten; zie het hoofdstuk "Radio"). Let op
Gebruiker: "Frequentie 96 punt 3". Om een naam aan een voorkeuze‐ Als u de taal op het display van het
zender te kunnen toewijzen moet de infotainmentsysteem verandert,
Systeem: gaat naar de betreffende betreffende zender momenteel afge‐ worden alle namen die momenteel
frequentie. speeld worden en moet de autostore- aan voorkeuzezenders en/of be‐
Een voorkeuzezender selecteren of favorietenlijst waarin de zender is stemmingsadressen zijn toegewe‐
Actie: de gebruiker wil een zender se‐ opgeslagen, op het display worden zen, verwijderd.
lecteren die in de tweede autostore‐ weergegeven.
Een voorkeuzezender via de toege‐
lijst (AS2) is opgeslagen. Nadat u een naam aan de zender wezen naam selecteren
Gebruiker: activeert spraakherken‐ hebt toegewezen, kunt u die zender
ning. selecteren door eenvoudigweg de Let op
toegewezen naam te zeggen. Als u een naam gebruikt die aan een
Gebruiker: "Autostore-zenders". zender of andere person is toege‐
Systeem: geeft de eerste autostore‐ Actie: de gebruiker wil een naam aan wezen, is het mogelijk dat de naam
lijst (AS1) weer. de momenteel afspelende (voor‐ niet wordt herkend door de spraak‐
keuze)zender toewijzen.
Gebruiker: "Verder". herkenning vanwege de mogelijk
Gebruiker: activeert spraakherken‐ zeer verschillende stemmen en uit‐
Systeem: geeft de tweede autostore‐ ning. spraken.
lijst (AS2) weer.
Gebruiker: "Zendernaam Gebruiker: activeert spraakherken‐
Gebruiker: "3". toevoegen". ning.
Systeem: speelt de derde zender die Systeem: "Zeg de zendernaam."
in de lijst is opgeslagen af. Gebruiker: "Speel BBC 2 af".
Gebruiker: "BBC 2". Systeem: speelt de betreffende zen‐
der af.
116 Spraakherkenning

Voorbeelden van regeling van CD- Gebruiker: "Titel 14" (of met gebruik
speler van enkele cijfers: "Titel" "1" "4").
Situatie: een audio of MP3 CD is Systeem: speelt de geselecteerde
reeds geplaatst, de CD-spelermodus track af.
is momenteel actief.
Een album op een MP3 CD selecte‐ Voorbeelden van navigatiebediening
ren Situatie: de navigatiemodus is mo‐
Gebruiker: activeert spraakherken‐ menteel actief, routebegeleiding is
ning. niet actief.
Gebruiker: "Albums". Routeopties veranderen
Actie: de gebruiker wil de huidige in‐
Systeem: toont de lijst met albums op
stellingen van sommige routeopties
de MP3 CD (indien albums beschik‐
veranderen voor een komende tocht. Gebruiker: "Zuinigste".
baar zijn).
Gebruiker: activeert spraakherken‐ Gebruiker: "Tolwegen mijden".
Gebruiker: selecteert het gewenste
ning.
album handmatig. Gebruiker: "Veren gebruiken".
Gebruiker: "Routeopties".
Een track op een audio CD selecteren Systeem: geeft vinkjes naast de
Gebruiker: activeert spraakherken‐ Systeem: toont het betreffende help‐ nieuwe instellingen weer.
ning. menu. De momenteel geactiveerde
Gebruiker: "Overnemen".
routeopties worden met vinkjes aan‐
Gebruiker: "Alle titels". gegeven. Systeem: slaat alle veranderde instel‐
Systeem: toont de lijst met tracks die lingen voor routeopties op.
op de audio CD zijn opgeslagen. Selecteren spec. bestemming
Gebruiker: selecteert de gewenste Actie: de gebruiker wil een naburig
track handmatig. tankstation als bestemmingsadres
selecteren.
Of als u het nummer van de gewenste
track weet: Gebruiker: activeert spraakherken‐
ning.
Spraakherkenning 117

Gebruiker: "Bestemming Gebruiker: voert de verdere bedie‐


invoeren" (als het menu Bestemming ningsstappen handmatig uit; zie het
invoeren niet reeds actief is). hoofdstuk "Navigatie".
Gebruiker: "Speciale Een adres invoeren
bestemmingen". Actie: de gebruiker wil het bestem‐
Systeem: toont een lijst met zoekop‐ mingsadres voor een komende tocht
ties. invoeren.
Gebruiker: "Omgeving positie". Gebruiker: activeert spraakherken‐
ning.
Systeem: toont een lijst met catego‐
rieën speciale bestemmingen. Gebruiker: "Bestemming
invoeren" (als het menu Bestemming
invoeren niet reeds actief is).
Let op
Gebruiker: "Adres invoeren". De laatste berekende bestemming
Systeem: toont een menu voor adres‐ heeft mogelijk geen geldige adres‐
invoer. De adresgegevens van de elementen beschikbaar die als basis
laatste berekende bestemming wor‐ voor adresinvoer via spraakcom‐
den als basis voor de adresinvoer ge‐ mando's kunnen worden gebruikt.
bruikt. Bijvoorbeeld: niet alle speciale be‐
stemmingen die op de SD-kaart met
kaartgegevens zijn opgeslagen of
alle bestemmingen die uit het kaart‐
display worden gekozen (zie het
hoofdstuk "Navigatie") leveren de
Gebruiker: "2".
vereiste geldige adresgegevens.
Systeem: toont het navigatiemenu
In dergelijke gevallen wordt een leeg
voor zoeken naar tankstation.
of niet volledig ingevuld menu voor
de adresinvoer weergegeven.
118 Spraakherkenning

Situatie: alle adresgegevens van de Systeem: geeft de geselecteerde Voorbeeld: de weergegeven taal van
laatste berekende bestemming zijn straatnaam weer op het menu voor het Infotainmentsysteem is momen‐
beschikbaar; de gebruiker hoeft al‐ adresinvoer. teel ingesteld op Engels en u wilt de
leen de straatnaam en het huisnum‐ Gebruiker: "Nummer". naam van een plaats in Duitsland in‐
mer te veranderen om het gewenste voeren.
nieuwe bestemmingsadres aan te Systeem: "Naar welk huisnummer
wilt u?". In dat geval vraagt het systeem u de
maken. plaatsnaam te spellen.
Gebruiker: "Straat". Gebruiker: "17".
Als een taalspecifieke speciale letter
Systeem: "Wat is de straatnaam?". Systeem: geeft het ingevoerde huis‐ (bijv. "Ü" of "Ñ") niet beschikbaar is
nummer weer op het menu voor voor de momenteel geselecteerde
Gebruiker: zegt de gewenste straat‐ adresinvoer.
naam. weergegeven taal, moet u de dichtst‐
Gebruiker: de gebruiker kan bijzijnde letter van het alfabet gebrui‐
Systeem: geeft een alfabetische lijst nu "Navigatie stoppen" zeggen om de ken die de momenteel geselecteerde
van straatnamen weer die ongeveer routebegeleiding naar het weergege‐ weergegeven taal heeft (bijv. "U" of
net zo klinken als de naam die de ge‐ ven adres te starten of "Bestemming "N"). Het systeem kiest de speciale
bruiker gezegd heeft. opslaan" zeggen om het weergege‐ letter dan automatisch. Streepjes of
Let op ven adres in het adresboek of spaties hoeven niet te worden inge‐
Als de lijst met straatnamen niet de MijnNP-geheugen op te slaan, zie het voerd/gespeld.
gewenste straatnaam bevat, kunt hoofdstuk "Navigatie". Voorbeeld: de taal van het Infotain‐
u "Spellen" zeggen. Na een bijbeho‐ Adresinvoer voor bestemmingen in mentsysteem is ingesteld op Engels,
rend spraakuitvoerbericht kunt u dan het buitenland Land is ingesteld op "GERMANY (D)
de straatnaam invoeren door deze Als u het adres van een bestemming " en u wilt de plaats‐
te spellen, bijv. "H" "O" "O" "F" "D" in het buitenland wilt invoeren, moet naam "BAD MÜNDER" invoeren.
"S" "T" "R" "A" "A" "T". u de gewenste plaatsnaam en straat‐ Wanneer u de plaatsnaam spelt, kunt
Gebruiker: zegt het nummer van de naam spellen. u de spatie weglaten en in plaats van
regel die de gewenste straatnaam be‐ de speciale Duitse letter "Ü" een "U"
vat, bijv. "4". gebruiken.
Gebruiker: "Stad".
Spraakherkenning 119

Systeem: "Spel de naam van de Systeem: geeft het menu Navigatie aan voorkeuzezenders en/of be‐
stad.". weer. stemmingsadressen zijn toegewe‐
Gebruiker: "B" "A" "D" "M" "U" "N" "D" Gebruiker: selecteert handmatig het zen, verwijderd.
"E" "R". menu-onderdeel Bewerken.
Voorbeelden van telefoonregeling
Systeem: geeft een lijst met de plaat‐ Systeem: geeft het menu Bewerken Zie voor voorbeelden van telefoonre‐
sen die het beste erbij passen, bijv.: weer. geling via spraakherkenning het
"1. BAD MÜNDER" Gebruiker: selecteert handmatig het hoofdstuk "Telefoonregeling".
"2. BAD MÜNSTER" menu-onderdeel Naam toevoegen. Algemene informatie
"3. ..." etc. Systeem: "Zeg de naam van het Wanneer u op de w-toets op het stuur
reisdoel. " drukt en het telefoonportaal momen‐
Gebruiker: "1" (of "Ja"). teel actief is (een telefoonmenu wordt
Gebruiker: kan een willekeurige
Systeem: stelt Stad in op naam zeggen. weergegeven), wordt de spraakher‐
BAD MÜNDER. kenning van het telefoonportaal ge‐
Het betreffende bestemmingsadres activeerd.
Een naam aan een bestemmings‐ kan nu op elk gewenst moment wor‐
adres toewijzen den geselecteerd door eenvoudig‐ Zo lang de spraakherkenning van het
U kunt een naam aan maximaal 20 weg de toegewezen telefoonportaal actief is, kunt u niet
bestemmingsadressen toewijzen die naam: "Navigeren naar <>" te zeg‐ met een spraakcommando naar een
in het adresboek zijn opgeslagen. gen. andere bedrijfsmodus gaan (bijv. ra‐
Daarna kunt u een van deze bestem‐ diomodus).
Let op
mingsadressen selecteren door een‐ Als u een adres uit het adresboek U moet de andere bedrijfsmodus
voudigweg de toegewezen naam te verwijdert, wordt een naam (spraak‐ handmatig activeren door de desbe‐
zeggen. label) die aan dit adres is toegewe‐ treffende toets op het Infotainment‐
Gebruiker: selecteert handmatig een zen, ook verwijderd. systeem in te drukken (bijv. de
adres in het adresboek; zie boven‐ RADIO-toets) of de SRC-toets (bron)
Let op op het stuur.
staand hoofdstuk "Invoer van de be‐
Als u de taal op het display van het
stemming".
infotainmentsysteem verandert,
worden alle namen die momenteel
120 Spraakherkenning

Telefoonregeling Bediening ■ "Selecteer apparaat"


Met behulp van de spraakherkenning ■ "Gesproken feedback"
Spraakherkenning activeren kunt u de mobiele telefoon handig
Druk op de w-toets op het stuur om de met uw stem bedienen. Het is vol‐ Veelal beschikbare commando's
spraakherkenning van het telefoon‐ doende om de spraakherkenning te ■ "Help": de dialoog wordt afgesloten
portaal te activeren. Voor de duur van activeren en het gewenste com‐ en alle in de actuele functie be‐
de dialoog wordt het geluid van alle mando in te voeren (te zeggen). Na schikbare commando's worden op‐
actieve audiobronnen onderdrukt en het geven van het commando leidt gesomd.
worden er geen verkeersmeldingen het Infotainmentsysteem u door de ■ "Annuleren": de spraakherkenning
weergegeven. dialoog door de voor het uitvoeren is uitgeschakeld.
van de gewenste handeling beno‐
■ "Ja": afhankelijk van de context
Het volume van de stemoutput digde vragen te stellen en feedback
wordt een geschikte actie onderno‐
instellen te geven.
men.
Draai aan de volumeknop van het In‐
fotainmentsysteem of druk op de + of
Hoofdcommando's ■ "Nee": afhankelijk van de context
Na het inschakelen van de spraak‐ wordt een geschikte actie onderno‐
―-toets op het stuur. men.
herkenning geeft een korte toon aan
Een dialoog annuleren dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht. Een telefoonnummer invoeren
Er zijn diverse mogelijkheden om de Na het commando "Kiezen" vraagt de
spraakherkenning uit te schakelen en Beschikbare hoofdcommando's spraakherkenning om het invoeren
de dialoog te annuleren: ■ "Kiezen" van een nummer.
■ Toets x op het stuur indrukken. ■ "Bellen" Het telefoonnummer moet met nor‐
■ Zeg "Annuleren". ■ "Opnieuw kiezen" male stem worden gesproken, zonder
■ Gedurende een bepaalde tijd geen kunstmatige pauzes tussen de afzon‐
■ "Opslaan"
commando's invoeren (zeggen). derlijke cijfers.
■ "Verwijderen"
■ Na het derde niet herkende com‐ De spraakherkenning werkt het best
■ "Lijst" als er tussen elke drie tot vijf cijfers
mando.
■ "Koppelen" een pauze van minimaal een halve
Spraakherkenning 121

seconde wordt ingelast. Het Infotain‐ Om met het buitenland te kunnen te‐ Een naam invoeren
mentsysteem herhaalt vervolgens de lefoneren, kunt u aan het begin van Met het commando "Bellen" wordt er
herkende cijfers. het telefoonnummer het woord "Plus" een telefoonnummer ingevoerd dat in
Daarna kunt u een nieuw nummer in‐ (+) zeggen. De plus stelt u in staat om het telefoonboek onder een bepaalde
voeren of de volgende commando's vanuit elk willekeurig land te bellen naam (spraaklabel) is opgeslagen.
geven: zonder dat u de internationale toe‐ Beschikbare commando's:
gangscode kent van het land waarin
■ "Kiezen": de invoer is geaccep‐ u zich bevindt. Zeg vervolgens het ge‐ ■ "Ja"
teerd. wenste landnummer. ■ "Nee"
■ "Verwijderen": het laatst inge‐ Voorbeeld van een dialoog ■ "Help"
voerde cijfer of de laatst ingevoerde Gebruiker: "Kiezen"
cijferreeks wordt gewist. ■ "Annuleren"
Stemoutput: "Zeg het nummer dat u Voorbeeld van een dialoog
■ "Plus": een "+" wordt voor het num‐ wilt bellen"
mer geplaatst voor telefoneren met Gebruiker: "Bellen"
het buitenland. Gebruiker: "Plus Vier Negen" Stemoutput: "Zeg de naam die u wilt
■ "Controleren": de invoer wordt door Stemoutput: "Plus Vier Negen" bellen"
de stemoutput gerepeteerd. Gebruiker: "Zeven Drie Eén" Gebruiker: <Naam>
■ "Sterretje": er wordt een sterretje "*" Stemoutput: "Zeven Drie Eén" Stemoutput: "Wilt u <Michael>
ingevoerd. Gebruiker: "Eén Eén Negen Negen" bellen?"
■ "Hekje": er wordt een hekje "#" in‐ Stemoutput: "Eén Eén Negen Negen" Gebruiker: "Ja"
gevoerd. Stemoutput: "Het nummer wordt
Gebruiker: "Kiezen"
■ "Help" gekozen"
Stemoutput: "Het nummer wordt
■ "Annuleren" gekozen" Een tweede gesprek starten
De maximumlengte van het inge‐ Tijdens een actief telefoongesprek
voerde telefoonnummer is 25 cijfers. kan er een tweede gesprek worden
gestart. Druk hiertoe op toets w.
122 Spraakherkenning

Beschikbare commando's: Opnieuw kiezen Om het spraaklabel onafhankelijk van


■ "Verzenden": handmatig DTMF Het laatst gekozen nummer wordt op‐ de locatie, d.w.z. ook in andere lan‐
(toondruktoets-kiezen) inschake‐ nieuw gekozen met het com‐ den, te kunnen gebruiken, moeten
len, bijv. voor voicemail of telefo‐ mando "Opnieuw kiezen". alle telefoonnummers met een "plus"
nisch bankieren. en een landnummer worden inge‐
Opslaan voerd.
■ "Naam verzenden": DTMF (toon‐ Met het commando "Opslaan" kunt u
druktoetskiezen) inschakelen door Beschikbare commando's:
een telefoonnummer onder een naam
een naam (spraaklabel) in te voe‐ (spraaklabel) opslaan in het telefoon‐ ■ "Opslaan": de invoer is geaccep‐
ren. boek. teerd.
■ "Kiezen" De ingevoerde naam moet een keer ■ "Controleren": de laatste invoer
■ "Bellen" worden herhaald. De toonhoogte en wordt herhaald.
■ "Opnieuw kiezen" de uitspraak moeten beide keren zo ■ "Help"
gelijk mogelijk zijn. Anders verwerpt ■ "Annuleren"
■ "Help"
de spraakherkenning de invoer.
■ "Annuleren" Voorbeeld van een dialoog
Er kunnen maximaal 50 spraaklabels Gebruiker: "Opslaan"
Voorbeeld van een dialoog in het telefoonboek worden opgesla‐
Gebruiker: <als er een telefoonge‐ Stemoutput: "Zeg het nummer dat u
gen.
sprek actief is: druk op toets w> wilt opslaan"
Spraaklabels zijn sprekerafhankelijk,
Gebruiker: "Verzenden" (voor het invoeren van een nummer
d.w.z. dat alleen de persoon die het
zie het dialoogvoorbeeld bij Een
Stemoutput: "Zeg het nummer dat u spraaklabel heeft ingesproken ze kan
telefoonnummer invoeren)
wilt verzenden" openen.
Gebruiker: "Opslaan"
(voor het invoeren van een nummer Om te voorkomen dat het begin van
zie het dialoogvoorbeeld bij Een de opname van een opgeslagen Stemoutput: "Zeg de naam die u wilt
telefoonnummer invoeren) naam wordt afgesneden, moet er na opslaan"
een verzoek om invoer een korte Gebruiker: <Naam>
Gebruiker: "Verzenden"
pauze in acht worden genomen. Stemoutput: "Herhaal de naam om te
bevestigen"
Spraakherkenning 123

Gebruiker: <Naam> Een mobiele telefoon toevoegen aan Een mobiele telefoon uit de
Stemoutput: "Naam opslaan" of verwijderen van de apparatenlijst apparatenlijst selecteren
Met het commando "Koppelen" kunt Met het commando "Selecteer
Wissen u een mobiele telefoon aan de appa‐ apparaat" kunt u een mobiele tele‐
Een eerder opgeslagen spraaklabel ratenlijst van het telefoonportaal toe‐ foon op de apparatenlijst selecteren
kan worden gewist met het com‐ voegen of ervan verwijderen 3 129. om een Bluetooth-verbinding op te
mando "Verwijderen". Beschikbare commando's: bouwen.
Beschikbare commando's: ■ "Toevoegen" Voorbeeld van een dialoog
■ "Ja" Gebruiker: "Selecteer apparaat"
■ "Verwijderen"
■ "Nee" Stemoutput: "Zeg het nummer van
■ "Help" het apparaat dat uw wilt selecteren"
■ "Help" ■ "Annuleren" Gebruiker: <apparaat_nummer>
■ "Annuleren" Voorbeeld van een dialoog Stemoutput: "Wilt u apparaatnummer
Gebruiker: "Koppelen" <apparaatnummer> selecteren?"
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen Stemoutput: "Wilt u een apparaat Gebruiker: "Ja"
namen (spraaklabels) wordt gestart toevoegen of verwijderen?"
Stemoutput: "Wilt u het apparaat
met het commando "Lijst". Gebruiker: "Toevoegen" koppelen?"
Tijdens stemoutput van de spraakla‐ Stemoutput: "Probeer te koppelen Gebruiker: "Ja"
bels beschikbare commando's: aan <1234> in het externe apparaat"
Stemoutput: "Eén moment. Het
■ "Bellen": het telefoonnummer van Stemoutput: "Wilt u het apparaat systeem zoekt het geselecteerde
het laatst voorgelezen spraaklabel koppelen?" apparaat"
wordt geselecteerd. Gebruiker: "Ja" Stemoutput: "Apparaatnummer
■ "Verwijderen": de invoer van het Stemuitvoer: "Het apparaat is <app_num> is geselecteerd"
laatst voorgelezen spraaklabel verbonden als nummer
wordt gewist. <apparaat_nummer>"
124 Spraakherkenning

Gesproken feedback
Elke steminvoer wordt door het Info‐
tainmentsysteem beantwoord of be‐
commentarieerd met een aan de si‐
tuatie aangepaste stemoutput.
Voer "Gesproken feedback" in om de
stemuitvoer in of uit te schakelen of
druk op toets w.
Telefoon 125

Telefoon Algemene aanwijzingen Belangrijke informatie voor de


Het telefoonportaal biedt u de moge‐ bediening en de
lijkheid om via een microfoon en de verkeersveiligheid
luidsprekers van de auto telefoonge‐
Algemene aanwijzingen ............. 125 9 Waarschuwing
sprekken te voeren en met het info‐
Verbinding .................................. 127 tainmentsysteem van de auto de be‐
Bluetooth-verbinding .................. 129 langrijkste functies van de mobiele te‐ Mobiele telefoons hebben invloed
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐ op uw omgeving. Daarom zijn er
Noodoproep ............................... 139
portaal te kunnen gebruiken, moet de veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
Bediening ................................... 139 mobiele telefoon via Bluetooth aan‐ nen opgesteld. Alvorens gebruik
Mobiele telefoons en gesloten zijn. te maken van de telefoonfunctie
CB-zendapparatuur .................. 145 Het telefoonportaal kan daarnaast dient u op de hoogte te zijn van de
ook met het spraakherkenningsys‐ desbetreffende richtlijnen.
teem worden bediend.
U kunt de telefoon met behulp van 9 Waarschuwing
een externe autoantenne laten wer‐
ken. U steekt de antenne daartoe in Het gebruik van de telefoon in
een bij de telefoon passende adapter. handsfree-modus tijdens het rij‐
Niet alle functies van het telefoonpor‐ den kan gevaarlijk zijn doordat uw
taal worden door elke mobiele tele‐ concentratie afneemt tijdens het
foon ondersteund. Welke telefoon‐ telefoneren. Parkeer uw auto
functies mogelijk zijn, hangt af van de
desbetreffende mobiele telefoon en
van de netwerkprovider. Verdere in‐
formatie hierover vindt u in de bedie‐
ningshandleiding van uw mobiele te‐
lefoon. U kunt hierover ook informatie
vragen bij uw netwerkprovider.
126 Telefoon

voordat u de telefoon in hands‐ Voldoet aan EU R & TTE Basisplaat voor de


free-modus gebruikt. Volg de be‐ telefoonspecifieke adapter
palingen van het land waarin u Houd de contacten van de basisplaat
zich bevindt. vrij van stof en vuil.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet Telefoonbatterij opladen
uw mobiele telefoon uit als mobiel De batterij van de telefoon worden
telefoneren verboden is, als de opgeladen zodra het telefoonportaal
mobiele telefoon interferentie ver‐ wordt ingeschakeld en de telefoon in
oorzaakt of als er zich gevaarlijke de telefoonspecifieke adapter wordt
situaties kunnen voordoen. geplaatst.

Bluetooth Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
Het telefoonportaal ondersteunt Blue‐ Hierbij verklaren wij dat de Bluetooth- bedieningselementen zijn de vol‐
tooth Handsfree Profile V. 1.5 en is systeemontvanger voldoet aan de es‐ gende:
gespecificeerd in overeenstemming sentiële vereisten en andere rele‐
met de Bluetooth Special Interest PHONE-toets: opent het telefoon‐
vante voorwaarden van Richtlijn hoofdmenu.
Group (SIG). 1999/5/EG.
Meer informatie over de specificatie Knoppen op het stuurwiel:
vindt u op internet op de website De spraakherkenning gebruiken q, w: gesprek aannemen, spraak‐
http://www.bluetooth.com. Daarnaast Gebruik de spraakherkenning niet in herkenning activeren.
ondersteunt de telefoonportal SIM noodsituaties, omdat uw stem onder n, x: gesprek beëindigen/weige‐
Access Profile (SAP). stress zodanig kan veranderen dat hij ren, spraakherkenning uitschakelen.
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor Het telefoonportaal kan daarnaast
wellicht niet snel genoeg tot stand kan ook met spraakherkenning worden
worden gebracht. bediend 3 109.
Telefoon 127

Verbinding Gebruik alleen adapters die voor uw


auto en uw mobiele telefoon zijn
Het telefoonportaal schakelt zichzelf goedgekeurd.
in en uit via de ontsteking. Bij uitge‐
schakelde ontsteking kunt u het tele‐ Mobiele telefoons met een
foonportaal in- en uitschakelen via verbindingsinterface aan de
het infotainmentsysteem. onderzijde
U kunt via Bluetooth een verbinding Adapter monteren
maken tussen uw mobiele telefoon en Bevestig de adapter op de basisplaat.
het telefoonportaal. Daarvoor moet Zorg ervoor dat de contacten op de
uw mobiele telefoon Bluetooth onder‐ juiste manier zijn aangesloten.
steunen.
Om een Bluetooth-verbinding op te
Dan brengt u de achterzijde omlaag.
zetten, moet het telefoonportaal zijn
ingeschakeld en moet Bluetooth in‐ Er moet een klikkend geluid hoorbaar
geschakeld zijn. zijn als de adapter wordt vergrendeld.
Voor informatie over de Bluetooth- Om te verwijderen, drukt u op de ont‐
functie van uw mobiele telefoon zie grendelknop op de basishouder en tilt
de bedieningshandleiding van de mo‐ u de achterzijde van de adapter om‐
biele telefoon. hoog.
Mobiele telefoon plaatsen
Telefoonspecifieke adapters Plaats de mobiele telefoon in de
Bij het gebruik van een telefoonspe‐ adapter. Zorg ervoor dat de contacten
cifieke adapter werkt de telefoon via op de juiste manier zijn aangesloten.
de externe antenne. De adapter dient Eerst brengt u de voorzijde van de
ook als oplaadstation. adapter omlaag, zoals getoond in de
bovenstaande afbeelding.
128 Telefoon

Laat vervolgens de bovenkant zak‐ Eerst brengt u de voorzijde van de


ken. Er moet een klikkend geluid adapter omlaag, zoals getoond in de
hoorbaar zijn als de mobiele telefoon bovenstaande afbeelding.
vergrendelt.
Om te verwijderen, drukt u op de ont‐
grendelknop op de adapter en tilt u
eerst de bovenkant van de telefoon
eruit.
Mobiele telefoons met een
verbindingsinterface aan de lange
zijde
Laat de onderzijde eerst zakken, Adapter monteren
zoals getoond in bovenstaande af‐ Bevestig de adapter op de basisplaat.
beelding. Zorg ervoor dat de contacten op de
juiste manier zijn aangesloten.
Dan brengt u de achterzijde omlaag.
Er moet een klikkend geluid hoorbaar
zijn als de adapter vergrendelt.
Om te verwijderen, drukt u tegelijker‐
tijd de ontgrendelknoppen in aan
beide zijden van de basishouder.
Telefoon 129

Mobiele telefoon plaatsen Bluetooth-verbinding


Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur. Informatie zoals een te‐
lefoonboek, gesprekkenlijsten, de
naam van de netwerkoperator en de
sterkte van de verbinding kan worden
overgedragen. Welke functies er be‐
schikbaar zijn hangt af van het type
telefoon.
Om een Bluetooth-verbinding met het
Terwijl de zijbeugels van de adapter telefoonportaal tot stand te kunnen
geopend zijn, brengt u de mobiele te‐ brengen, moet de Bluetooth-functie
Wanneer de zijbeugels op de adapter lefoon verticaal omlaag in de adapter
gesloten zijn, drukt u op de knop vlak‐ van de mobiele telefoon zijn inge‐
zoals in de bovenstaande afbeelding schakeld en moet de mobiele tele‐
bij de bovenste rand van de adapter wordt getoond, terwijl de zijbeugels
om de beugels te openen. foon in de stand "zichtbaar" worden
vastklikken. gezet. Zie hiertoe de gebruiksaanwij‐
Er moet een klikkend geluid hoorbaar zing van de mobiele telefoon.
zijn als de mobiele telefoon vergren‐
delt.
Om de mobiele telefoon te verwijde‐
ren, drukt u op de ontgrendelknop op
de adapter en tilt u de mobiele tele‐
foon eruit.
130 Telefoon

Navi 600 / Navi 900 Apparatenlijst handsfree-apparaat toe te voegen of


Wordt een mobiele telefoon voor het door het SIM Access Profile (SAP) te
Bluetooth-menu eerst via Bluetooth met het telefoon‐ gebruiken.
portaal verbonden, dan wordt de te‐ Handsfree-modus
lefoon in de apparatenlijst opgesla‐ Wanneer de mobiele telefoon wordt
gen. toegevoegd als een handsfree-
apparaat kan de gebruiker gesprek‐
ken voeren en ontvangen en andere
functies gebruiken via het telefoon‐
portaal. Het aantal beschikbare func‐
ties is afhankelijk van de mobiele te‐
lefoon. Terwijl deze met het telefoon‐
portaal is verbonden, kan de mobiele
telefoon normaal worden bediend.
Let op dat de accu van de mobiele te‐
lefoon met een hogere snelheid dan
Toets CONFIG indrukken. gebruikelijk kan ontladen als gevolg
Selecteer Telefooninstellingen en van de actieve Bluetooth-verbinding
vervolgens Bluetooth. in combinatie met het normale ge‐
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons bruik van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen op de apparatenlijst opslaan.
Als de Bluetooth-functie van het tele‐ SAP-modus
foonportaal is uitgeschakeld: Mobiele telefoon voor het eerst Wanneer de SAP-optie wordt ge‐
aansluiten bruikt, zijn er meer functies beschik‐
Zet Activeren op Aan en bevestig de baar via het telefoonportaal, zoals
Er zijn twee opties voor het verbinden
boodschap die verschijnt. verschillende beveiligings-berichtver‐
van een mobiele telefoon met het te‐
lefoonportaal: door het als een zendingsopties. Het werkelijke aantal
beschikbare functies is afhankelijk
Telefoon 131

van de netwerkprovider. Daarnaast Het telefoonportaal kan nu door an‐ De Bluetooth-code wijzigen
bevindt de mobiele telefoon zich in de dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ (alleen relevant voor handsfree-
SAP-modus in de stand-bystand. Al‐ detecteerd. modus)
leen de Bluetooth-verbinding en de Zodra de mobiele telefoon het tele‐ De eerste keer dat een Bluetooth-
simkaart zijn actief, wat resulteert in foonportaal heeft gedetecteerd, kan verbinding met het telefoonportaal
een lager energieverbruik van de de Bluetooth-code in de mobiele te‐ wordt ingesteld, wordt een standaard‐
aangesloten mobiele telefoon. lefoon worden ingevoerd. code weergegeven. Deze standaard‐
Een mobiele telefoon als een hands‐ code kan op elk gewenst moment
free-apparaat aansluiten worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u een willekeurig geko‐
zen viercijferige code gebruiken.

Zodra het telefoonportaal de mobiele


telefoon heeft herkend, kan het tot
Selecteer Handsfree-apparaat stand komen van de verbinding wor‐
toevoegen . De Bluetooth-code die in den bevestigd.
de mobiele telefoon moet worden in‐ De mobiele telefoon wordt in de ap‐ Selecteer Bluetooth-code wijzigen.
gevoerd, verschijnt. paratenlijst opgenomen en kan via Bewerk in het weergegeven menu de
het telefoonportaal worden bediend. huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
132 Telefoon

Een mobiele telefoon via SIM Access


Profile (SAP) verbinden
Selecteer SIM Access Profile-
apparaat toevoegen (SAP). Het mo‐
bieletelefoonportaal scant of er be‐
schikbare apparaten zijn en toont een
lijst met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐
veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.

Voer de weergegeven Voer de pincode van de sim van de


SAP-wachtwoordcode in de mobiele mobiele telefoon in. De mobiele tele‐
telefoon in (zonder spaties). De pin‐ foon wordt gekoppeld aan het tele‐
code van de mobiele telefoon wordt in foonportaal. Diensten van de mobiele
het infotainmentdisplay getoond. netwerkprovider kunnen worden ge‐
Wanneer de Pincode invoeren -func‐ bruikt via het telefoonportaal.
tie actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.

Selecteer de gewenste mobiele tele‐


foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het in‐
fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Telefoon 133

Op apparatenlijst opgeslagen mo‐ Een mobiele telefoon uit de appara‐ Beveiligingsinstellingen wijzigen
biele telefoon aansluiten tenlijst verwijderen Toets CONFIG indrukken.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐ Selecteer Telefooninstellingen en
foon in de apparatenlijst. Selecteer vervolgens Beveiliging.
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt. Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐ Pinverzoek in/uitschakelen
toon aan te passen: Selecteer Pincode invoeren Aan of
Uit.
Toets CONFIG indrukken.
Voer de pincode in van de simkaart
Selecteer Telefooninstellingen en van de mobiele telefoon en bevestig
vervolgens Beltoon. deze.
Selecteer de gewenste optie.
Let op
Ga als volgt te werk om het volume Deze optie hangt af van de indivi‐
Kies de gewenste mobiele telefoon van de beltoon aan te passen:
en selecteer vervolgens de optie duele netwerkprovider.
Kiezen in het weergegeven menu. Als de telefoon overgaat, draait u aan De pincode wijzigen
de m-knop van het Infotainmentsys‐ Selecteer Pincode wijzigen.
Zodra het telefoonportaal de mobiele
teem of drukt u op de + / --knoppen
telefoon heeft herkend, kan het tot‐ Voer de huidige pincode in. Voer de
op het stuurwiel.
standkomen van de verbinding wor‐ nieuwe pincode in. Herhaal de
den bevestigd. Een verbonden telefoon instellen nieuwe pincode en bevestig deze.
De mobiele telefoon kan via het tele‐ Verschillende instellingen van de mo‐ PIN is gewijzigd.
foonportaal worden bediend. biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐ Netwerkdiensten configureren
reerd, wanneer de telefoon via SAP is Selecteer Telefooninstellingen en
aangesloten. vervolgens Netwerkdiensten. Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten
wordt weergegeven.
134 Telefoon

Afhankelijk van de netwerkprovider Om het nummer van de sms-centrale Selecteer Telefooninstellingen en


en de mobiele telefoon zijn er ver‐ te configureren, selecteert u Tele‐ vervolgens Bluetooth.
schillende opties beschikbaar. fooninstellingen en dan Nummer Bluetooth inschakelen
■ Netwerk kiezen: kies tussen auto‐ SMS-centrale. Indien noodzakelijk Wanneer de Bluetooth-functie van
matische of handmatige netwerk‐ past u het nummer van de sms-cen‐ het telefoonportaal uitgeschakeld is:
selectie. trale aan. Activering instellen op Aan en het
■ In wachtstand: gesprek in de wacht De fabrieksinstellingen van de mo‐ daaropvolgende bericht bevestigen.
in- of uitschakelen. biele telefoon herstellen Apparatenlijst
Selecteer Telefooninstellingen en Wordt een mobiele telefoon voor het
■ Omleiding: doorschakelopties se‐
vervolgens Standaardinstellingen. eerst via Bluetooth met het telefoon‐
lecteren op basis van de situatie.
portaal verbonden, dan wordt de te‐
■ Blokkeren: gespreksblokkerings‐ CD 300 / CD 400 lefoon in de apparatenlijst opgesla‐
opties configureren op basis van de
gen.
situatie. Bluetooth-menu
Voor details over de configuratie van
de netwerkdiensten raadpleegt u de
handleiding van de mobiele telefoon
of u neemt contact op met de mo‐
biele-netwerkprovider.
Nummer sms-centrale configureren
Het nummer van de sms-centrale is
een telefoonnummer dat fungeert als
een poort voor het verzenden van
sms-berichten tussen mobiele tele‐
foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider. U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
CONFIG-toets indrukken.
in de apparatenlijst opslaan.
Telefoon 135

Mobiele telefoon voor het eerst SAP-modus Selecteer Apparaat (handsfree)


aansluiten Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ toevoegen. De Bluetooth-code die in
Er zijn twee opties voor het verbinden bruikt, zijn er meer functies beschik‐ de mobiele telefoon moet worden in‐
van een mobiele telefoon met het te‐ baar via het telefoonportaal, zoals gevoerd, verschijnt.
lefoonportaal: door het als een verschillende beveiligings-berichtver‐ Het telefoonportaal kan nu door an‐
handsfree-apparaat toe te voegen of zendingsopties. Het werkelijke aantal dere Bluetooth-apparaten worden ge‐
door het SIM Access Profile (SAP) te beschikbare functies is afhankelijk detecteerd.
gebruiken. van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de Zodra de mobiele telefoon het tele‐
Handsfree-modus foonportaal heeft gedetecteerd, kan
Wanneer de mobiele telefoon wordt SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de de Bluetooth-code in de mobiele te‐
toegevoegd als een handsfree- lefoon worden ingevoerd.
apparaat kan de gebruiker gesprek‐ simkaart zijn actief, wat resulteert in
ken voeren en ontvangen en andere een lager energieverbruik van de
functies gebruiken via het telefoon‐ aangesloten mobiele telefoon.
portaal. Het aantal beschikbare func‐ Een mobiele telefoon als een hands‐
ties is afhankelijk van de mobiele te‐ free-apparaat aansluiten
lefoon. Terwijl deze met het telefoon‐
portaal is verbonden, kan de mobiele
telefoon normaal worden bediend.
Let op dat de accu van de mobiele te‐
lefoon met een hogere snelheid dan
gebruikelijk kan ontladen als gevolg
van de actieve Bluetooth-verbinding
in combinatie met het normale ge‐
bruik van de mobiele telefoon. Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
136 Telefoon

De mobiele telefoon wordt in de ap‐ Selecteer Bluetooth-code wijzigen.


paratenlijst opgenomen en kan via Bewerk in het weergegeven menu de
het telefoonportaal worden bediend. huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree- Een mobiele telefoon via SIM Access
modus) Profile (SAP) verbinden
De eerste keer dat een Bluetooth- (alleen CD 400)
verbinding met het telefoonportaal Selecteer Apparaat simtoegang
wordt ingesteld, wordt een standaard‐ toevoegen.
code weergegeven. Deze standaard‐ Het telefoonportaal scant of er be‐
code kan op elk gewenst moment schikbare apparaten zijn en toont een
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐ lijst met de gevonden apparaten.
denen moet u een willekeurig geko‐ Selecteer de gewenste mobiele tele‐
zen viercijferige code gebruiken. Let op foon in de lijst. De prompt met de
De mobiele telefoon moet geacti‐ SAP-wachtwoordcode wordt in het in‐
veerd zijn voor Bluetooth en op fotainmentdisplay getoond met een
zichtbaar ingesteld staan. 16-cijferige code.
Telefoon 137

Op apparatenlijst opgeslagen mo‐


biele telefoon aansluiten

Voer de weergegeven Voer de pincode van de sim van de


SAP-wachtwoordcode in de mobiele mobiele telefoon in. De mobiele tele‐
telefoon in (zonder spaties). De pin‐ foon wordt gekoppeld aan het tele‐
code van de mobiele telefoon wordt in foonportaal. Diensten van de mobiele Kies de gewenste mobiele telefoon
het infotainmentdisplay getoond. netwerkprovider kunnen worden ge‐ en selecteer vervolgens de optie
bruikt via het telefoonportaal. Selecteren in het weergegeven
Wanneer de Pinbeveiliging -functie menu.
actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon invoeren. telefoon heeft herkend, kan het tot‐
standkomen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon kan via het tele‐
foonportaal worden bediend.
138 Telefoon

Mobiele telefoon van apparatenlijst Beveiligingsinstellingen wijzigen Afhankelijk van de netwerkprovider


verwijderen Toets CONFIG indrukken. en de mobiele telefoon zijn er ver‐
Selecteer de gewenste mobiele tele‐ Selecteer Telefooninstellingen en schillende opties beschikbaar.
foon in de apparatenlijst. Selecteer vervolgens Beveiliging. ■ Netwerkselectie: kies tussen auto‐
Wissen in het getoonde menu en be‐ matische of handmatige netwerk‐
vestig de boodschap die verschijnt. Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven. selectie.
Beltoon aanpassen ■ Wisselgesprek: gesprek in de
Ga als volgt te werk om het type bel‐ Pinverzoek in/uitschakelen
wacht in- of uitschakelen.
toon aan te passen: Selecteer Pinbeveiliging Aan of Uit.
■ Gespreksdoorschakeling: door‐
Toets CONFIG indrukken. Voer de pincode in van de simkaart
schakelopties selecteren op basis
van de mobiele telefoon en bevestig
Selecteer Telefooninstellingen en van de situatie.
deze.
vervolgens Beltoon. ■ Gespreksblokkering: gespreks‐
Let op blokkeringsopties configureren op
Selecteer de gewenste optie.
Deze optie hangt af van de indivi‐ basis van de situatie.
Ga als volgt te werk om het volume duele netwerkprovider.
van de beltoon aan te passen: Voor details over de configuratie van
De pincode wijzigen de netwerkdiensten raadpleegt u de
Als de telefoon overgaat, draait u aan Selecteer Pin wijzigen.
de m-knop van het Infotainmentsys‐ handleiding van de mobiele telefoon
Voer de huidige pincode in. Voer de of u neemt contact op met de mo‐
teem of drukt u op de + / --knoppen
nieuwe pincode in. Herhaal de biele-netwerkprovider.
op het stuurwiel.
nieuwe pincode en bevestig deze. Nummer sms-centrale configureren
Een verbonden telefoon instellen PIN is gewijzigd. Het nummer van de sms-centrale is
Verschillende instellingen van de mo‐
Netwerkdiensten configureren een telefoonnummer dat fungeert als
biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
Selecteer Telefooninstellingen en een poort voor het verzenden van
instellingen -menu worden geconfigu‐
vervolgens Netwerkdiensten. Het dia‐ sms-berichten tussen mobiele tele‐
reerd, wanneer de telefoon via SAP is
loogvenster voor netwerkdiensten foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
aangesloten.
wordt weergegeven. vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider.
Telefoon 139

Om het nummer van de sms-centrale Voor sommige netwerken kan het Een noodoproep maken
te configureren, selecteert u Tele‐ noodzakelijk zijn dat er op de juiste Vorm het noodnummer (bijv. 112).
fooninstellingen en dan Nummer manier een geldige simkaart in de
sms-centrale. Indien noodzakelijk De telefoonaansluiting met het nood‐
mobiele telefoon is aangebracht. oproepcentrum wordt ingesteld.
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan. Beantwoord de vragen van het per‐
9 Waarschuwing soneel over de noodoproep.
De fabrieksinstellingen van de mo‐
biele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en Denk eraan dat u met uw mobiele 9 Waarschuwing
vervolgens Fabrieksinstellingen telefoon kunt bellen en ontvangen
indien u zich in een gebied bevindt Beëindig het gesprek pas als de
herstellen.
met een voldoende sterk signaal. alarmcentrale u daarom vraagt.
Onder bepaalde omstandigheden
Noodoproep kunnen nooddiensten niet op alle Bediening
mobiele telefoonnetwerken wor‐
9 Waarschuwing den gebeld; mogelijkerwijs kun‐ Inleiding
nen deze oproepen niet gedaan Zodra er een Bluetooth-verbinding
Het tot stand brengen van de ver‐ worden wanneer bepaalde net‐ tussen uw mobiele telefoon en het in‐
binding kan niet onder alle om‐ werkdiensten en/of telefoonfunc‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
standigheden worden gegaran‐ ties actief zijn. U kunt hierover uw bracht, kunt u tal van functies van uw
deerd. Daarom is het belangrijk lokale netwerkexploitant raadple‐ mobiele telefoon ook via het infotain‐
dat u bij gesprekken van levens‐ gen. mentsysteem bedienen.
belang (bijv. bij het inroepen van Het alarmnummer kan per land en
medische hulp) niet alleen op een U kunt via het infotainmentsysteem
regio variëren. Wij raden u aan het bijv. een verbinding tot stand brengen
mobiele telefoon vertrouwt. juiste alarmnummer voor de rele‐ met de telefoonnummers die in uw
vante regio van tevoren op te vra‐ mobiele telefoon zijn opgeslagen of
gen. telefoonnummers wijzigen.
140 Telefoon

Let op Navi 600 / Navi 900 telefoonboek en gesprekkenlijsten en


In de handsfree-modus blijft bedie‐ voor het bekijken en bewerken van
ning van de mobiele telefoon moge‐ Volume van de handsfree-installatie berichten.
lijk, bv. een gesprek beantwoorden instellen Met behulp van het commando
of het volume regelen. Draai aan de m-knop van het infotain‐ Telefoon uit kan de verbonden tele‐
Na het tot stand brengen van een ver‐ mentsysteem of druk op de + / - -toet‐ foon worden losgekoppeld van het te‐
binding tussen de mobiele telefoon sen op het stuurwiel. lefoonportaal.
en het Infotainmentsysteem worden Een telefoonnummer bellen
de gegevens van de mobiele telefoon Handmatig een nummer invoeren
naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt
mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van het telefoonportaal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt. Zie
voor verdere informatie de instructies Druk terwijl het telefoonhoofdmenu
van de telefoonspecifieke adapter. Selecteer Nummer invoeren en voer
actief is op de multifunctionele knop vervolgens de gewenste cijferreeks
om Telefoonmenu te openen. in.
Er zijn verschillende opties beschik‐ Om het kiesproces te starten, selec‐
baar voor het kiezen van telefoon‐ teert u y.
nummers, voor het gebruik van het
Telefoon 141

Om het telefoonboekmenu te ope‐ Een telefoonnummer selecteren uit


nen, selecteert u z. het telefoonboek

Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
simkaart of dezelfde telefoon worden
gebruikt. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn, Let op
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐ Telefoonboekvermeldingen worden
laden. Afhankelijk van het model te‐ bij de overdracht vanuit de mobiele
lefoon kan dit proces enkele minuten Selecteer Telefoonboek. telefoon overgezet. De presentatie
duren. Selecteer in het menu Zoeken de ge‐ en volgorde van de telefoonboekver‐
wenste reeks van beginletters om meldingen kunnen op het display
een voorselectie te maken van de van het Infotainmentsysteem en op
items in het telefoonboek die u wilt la‐ het display van de mobiele telefoon
ten weergeven. verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐
lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
142 Telefoon

Gesprekkenlijsten Berichtfuncties Let op


Berichten mogen maximaal 70 te‐
kens bevatten.
Inkomend gesprek
Als u wordt gebeld, verschijnt er een
menu waarin u kunt aangeven of u het
gesprek wilt aannemen of weigeren.
Selecteer de gewenste optie.
Functies tijdens een telefoongesprek
Druk tijdens een telefoongesprek op
de multifunctionele knop om een sub‐
menu te openen.
Via het menu Bellijsten kunnen de Wanneer de mobiele telefoon is ge‐ Afhankelijk van de situatie en het
binnenkomende, uitgaande en ge‐ koppeld met behulp van de SAP- functiebereik van de mobiele telefoon
miste gesprekken worden bekeken methode, kunnen berichten worden zijn er diverse opties beschikbaar:
en de relevante nummers worden ge‐ bekeken, samengesteld en verzon‐ ■ Ophangen: verbreek de telefoon‐
beld. In dit menu kan de lijst ook wor‐ den via het telefoonportaal. In dit verbinding.
den verwijderd. menu kunnen de berichten ook wor‐ ■ Nummer bellen: voer een telefoon‐
Om het bellen te starten: selecteer de den verwijderd. nummer in om een tweede tele‐
gewenste gesprekkenlijst, een item in De ontvangen berichten bekijken: se‐ foongesprek te voeren of voor
de desbetreffende gesprekkenlijst en lecteer Postvak in. DTMF (toondruktoets-kiezen) bijv.
ten slotte het gewenste telefoonnum‐ De verzonden berichten bekijken: se‐ voor voicemail of telefonisch ban‐
mer. lecteer Postvak uit. kieren.
Een bericht opstellen: selecteer ■ Gesprek scheiden: de verbinding
Nieuw bericht. met een deelnemer in een telefoon‐
conferentie verbreken.
Telefoon 143

■ Gesprekken combineren: bij meer‐ Een telefoonnummer bellen Handmatig een nummer invoeren
dere actieve gesprekken twee ge‐
sprekken samenvoegen.
■ Gesprekken wisselen: bij meerdere
gesprekken tussen gesprekken
wisselen.
■ Geluid onderdrukken: het geluid
van een gesprek onderdrukken.
Let op
Wanneer het contact uitgeschakeld
wordt tijdens een telefoongesprek
blijft de verbinding in stand totdat het
telefoongesprek wordt beëindigd.
CD 300 / CD 400 Druk terwijl het telefoonhoofdmenu Selecteer Nummer invoeren en voer
actief is op de multifunctionele knop vervolgens de gewenste nummer‐
Volume van de handsfree-installatie om het gewenste telefoonbedienings‐ reeks in.
instellen menu te openen. Selecteer Bellen om het bellen te
Draai aan de m-knop van het infotain‐ Er zijn verschillende opties beschik‐ starten.
mentsysteem of druk op de + / - -toet‐ baar voor het kiezen van telefoon‐ U kunt op het telefoonboekmenu
sen op het stuurwiel. nummers, voor het gebruik van het overschakelen door PB te selecteren.
telefoonboek en gesprekkenlijsten en
voor het bekijken en bewerken van Telefoonboek
berichten. Na het tot stand brengen van de ver‐
Met behulp van het commando binding wordt het telefoonboek ver‐
Telefoon uit kan de verbonden tele‐ geleken met het telefoonboek in het
foon worden losgekoppeld van het te‐ tijdelijke geheugen, mits dezelfde
lefoonportaal. simkaart of dezelfde telefoon worden
144 Telefoon

gebruikt. Tijdens het vergelijken kan Gesprekkenlijsten


eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn,
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐
laden. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit proces enkele minuten
duren.
Een telefoonnummer selecteren uit
het telefoonboek

Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele Via het menu Gesprekslijsten kan de
telefoon overgezet. De presentatie gebruiker binnenkomende, uitgaande
en volgorde van de telefoonboekver‐ en gemiste gesprekken bekijken en
meldingen kunnen op het display de relevante nummers draaien. Om
van het Infotainmentsysteem en op het bellen te starten: selecteer de ge‐
het display van de mobiele telefoon wenste gesprekkenlijst, een item in
verschillend zijn. de desbetreffende gesprekkenlijst en
ten slotte het gewenste telefoonnum‐
Na het maken van de voorselectie: mer.
selecteer het gewenste item in het te‐
Selecteer Telefoonboek. Selecteer in lefoonboek om de nummers te tonen Berichtfuncties
het menu de gewenste reeks van be‐ die hieronder zijn opgeslagen. (alleen CD 400)
ginletters om een voorselectie te ma‐ Selecteer het gewenste nummer om
ken van de items in het telefoonboek het bellen te starten.
die u wilt laten weergeven.
Telefoon 145

Let op ■ Gesprekken samenvoegen: bij


Berichten mogen maximaal 70 te‐ meerdere actieve gesprekken twee
kens bevatten. gesprekken samenvoegen.
Inkomend gesprek ■ Van gesprek wisselen: bij meer‐
Als u wordt gebeld, verschijnt er een dere gesprekken tussen gesprek‐
menu waarin u kunt aangeven of u het ken wisselen.
gesprek wilt aannemen of weigeren. ■ Ruggespraakstand: het geluid van
Selecteer de gewenste optie. een gesprek onderdrukken.

Functies tijdens een telefoongesprek


Druk tijdens het bellen op de multi‐
Mobiele telefoons en
functionele knop om een submenu te CB-zendapparatuur
Wanneer de mobiele telefoon is ge‐ openen.
koppeld met behulp van de SAP- Installatie-instructies en
Afhankelijk van de situatie en het
methode, kan de gebruiker berichten functiebereik van de mobiele telefoon bedieningsrichtlijnen
bekijken, opstellen en verzenden via zijn er diverse opties beschikbaar: De installatie-instructies die eigen zijn
het telefoonportaal. In dit menu kun‐ aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen de berichten ook worden verwij‐ ■ Ophangen: verbreek de telefoon‐ nen van de mobiele telefoon- en
derd. verbinding. handsfreefabrikant moeten in acht
De ontvangen berichten bekijken: se‐ ■ Nummer bellen: voer een telefoon‐ worden genomen wanneer u een mo‐
lecteer Inbox. nummer in om nog een telefoonge‐ biele telefoon installeert en bedient.
sprek te maken of voor DTMF Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
De verzonden berichten bekijken: se‐ (toondruktoetskiezen) bijv. voor keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
lecteer Outbox. voicemail of telefonisch bankieren. 95/54/EC).
Een bericht opstellen: selecteer ■ Gesprek vrijgeven: de verbinding
Nieuw bericht schrijven. met een deelnemer in een telefoon‐
conferentie verbreken.
146 Telefoon

Aanbevelingen voor probleemloze Voor veiligheidsredenen mag u geen


werking: telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ het gebruik van een handsfree-tele‐
tenantenne om het grootst moge‐ foon vormt een afleiding tijdens het
lijke bereik te verkrijgen, rijden.
■ maximale vermogenstransmissie
10 watt,
9 Waarschuwing
■ installatie van de telefoon op een Gebruik van zendapparatuur en
daartoe geschikte plek, houd reke‐ mobiele telefoons die niet aan de
ning met de relevante opmerking in bovenstaande normen voor mo‐
de Gebruikershandleiding, hoofd‐ biele telefoons voldoen en radio's
stuk Airbagsysteem. is alleen toegestaan met een bui‐
Vraag raad over voorafbepaalde in‐ tenantenne op de auto.
stallatiepunten voor de buitenan‐
tenne of toestelhouder en over de
manier waarop toestellen met een Voorzichtig
transmissievermogen van meer dan
Mobiele telefoons en zendappara‐
10 watt moeten worden gebruikt.
tuur kunnen als de voornoemde
Het gebruik van een handfree-beves‐ aanwijzingen niet in acht worden
tiging zonder buitenantenne met mo‐ genomen bij gebruik in het interi‐
biele telefoonstandaarden GSM eur zonder buitenantenne aanlei‐
900/1800/1900 en UMTS is alleen ding geven tot functiestoringen in
toegelaten als het maximale trans‐ de autoelektronica.
missievermogen van de mobiele tele‐
foon 2 watt is voor GSM 900 of 1 watt
voor andere types.
Telefoon 147
148

Trefwoordenlijst A
Activeren van de radio.................. 29
D
DAB.............................................. 42
Adresboek.................................... 74 De digitale fotolijst gebruiken....... 58
Adresinvoer.................................. 74 Digital Audio Broadcasting........... 42
Afspelen van een CD starten....... 48 Door de gebruiker bepaalde NP's 74
Algemene aanwijzingen............ Dynamische routebegeleiding.... 102
.................... 4, 46, 52, 54, 61, 125
Algemene informatie............ 58, 109 E
Antidiefstalfunctie .......................... 5 Enhanced Other Networks........... 38
Automatische volumeregeling...... 16 EON.............................................. 38
Autostore-lijsten............................ 30 F
B Favorietenlijst............................... 31
BACK-knop................................... 17 Frequentiebereikmenu's............... 33
Basisbediening............................. 17 G
Bediening.................................... 139 Gebruik........... 16, 29, 48, 52, 59, 62
Bediening navigatie.................... 110 Gebruik van de AUX-ingang......... 52
Begeleiding .................................. 92 Gebruik van de radio.................... 29
Bluetooth.................................... 125 Gebruik van de USB-poort........... 54
Bluetooth-verbinding.................. 129 Geluidsinstellingen....................... 23
Bijwerken zenderlijst..................... 33
H
C Handsfree-modus....................... 129
CD-speler Het Infotainmentsysteem in- of
activeren.................................... 48 uitschakelen.............................. 16
belangrijke informatie................ 46 Het navigatiesysteem activeren. . . 62
gebruik...................................... 48 Het navigatievolume instellen....... 62
CD-speler activeren...................... 48
CD-speler gebruiken..................... 48
Configureren DAB........................ 42
149

I MijnNP's....................................... 74 Speciale bestemmingen............ 74


Infotainment-systeem MijnNP-aankondiging................... 62 Speciale bestemmingen
audiobedieningsknoppen aan (NP's) importeren/exporteren.... 62
stuur............................................ 6
N Thuisadres................................ 74
automatische aanpassing van Navigatie TMC-meldingen......................... 92
het volume................................. 26 activeren.................................... 62 waarschuwing laag
bedieningselementen.................. 6 Adresboek................................. 74 brandstofpeil.............................. 74
geluidsinstellingen..................... 23 bedieningselementen................ 62 werking...................................... 61
instrumentenpaneel.................... 6 bestemmingsinvoer................... 74 wissen thuisadres...................... 62
maximaal opstartvolume........... 26 dynamische routebegeleiding Navigatiedisplay........................... 62
Multifuncionele eenheid.............. 6 .......................................... 92, 102 Navigatiesysteem gebruiken........ 62
personalisering.......................... 28 gebruik...................................... 62 Navigatievolume........................... 62
volume voor verkeersberichten. 26 gebruik van de spellingsfunctie. 74 Noodoproep................................ 139
volume-instellingen................... 26 geïmporteerde NP's
Infotainmentsysteem gebruiken. . . 16 verwijderen................................ 62 O
Inschakelen van de radio............. 29 Herhalen laatste navigatie- Opgeslagen audiobestanden
Invoer van de bestemming .......... 74 instructie.................................... 92 afspelen..................................... 56
Logboek.................................... 92 Overzicht bedieningselementen..... 6
K MijnNP-aankondiging................ 62
Kaarten ...................................... 103 MijnNP's.................................... 74 P
Kiezen van frequentiebereik......... 29 navigatie starten........................ 92 Personaliseren.............................. 28
navigatiedisplay........................ 62 Persoonlijke instellingen
M navigatieopties.......................... 92 configureren.............................. 28
Menubediening............................. 17 navigatievolume........................ 62 Persoonlijke NP's......................... 62
Mobiele-telefoonadapter............. 127 overzicht van symbolen.......... 105
Mobiele telefoons en
R
routebegeleiding....................... 92 Radio
CB-zendapparatuur................. 145 routeblokkering.......................... 92
Multifunctionele toets.................... 17 Radio Data System (RDS)........ 38
routelijst..................................... 92 activeren.................................... 29
Mute.............................................. 16 SD-kaart met kaartgegevens. . 103 autostorelijsten.......................... 30
snelwegrijstrook begeleiding..... 92
150

Digital audio broadcasting Spraakherkenning activeren...... V


(DAB)........................................ 42 ........................................ 110, 120 Verbinding.................................. 127
Favorietenlijst............................ 31 Stemherkenning......................... 109 Verkeersberichten........................ 26
frequentiebereikmenu's............. 33 Symbolenoverzicht .................... 105 Volume instellen........................... 16
gebruik...................................... 29 Volume-instellingen...................... 26
kiezen van frequentiebereik...... 29 T Volume voor stemuitvoer.... 110, 120
zender zoeken.......................... 29 Telefoon
zenderlijsten.............................. 33 bedieningselementen.............. 125 Z
Radio Data System (RDS) ........... 38 belangrijke informatie.............. 125 Zenders oproepen.................. 30, 31
RDS.............................................. 38 belsignalen instellen................ 129 Zenders opslaan..................... 30, 31
RDS configureren......................... 38 berichtfuncties......................... 139 Zender zoeken.............................. 29
Regionalisering............................. 38 Bluetooth................................. 125
Routebegeleiding................. 92, 102 Bluetooth-verbinding............... 129
Een telefoonnummer vormen.. 139
S functies tijdens een gesprek. . . 139
SAP-modus................................ 129 gesprekkenlijsten.................... 139
SD-kaart..................................... 103 handsfree-modus.................... 129
SD-kaart met kaartgegevens Het volume instellen................ 139
omgaan met............................ 103 noodoproepen......................... 139
vervangen............................... 103 SIM-toegangsprofiel (SAP)..... 129
SIM-toegangsprofiel (SAP)......... 129 telefoonbatterij opladen........... 125
Spellingsfunctie............................ 74 telefoonboek........................... 139
Spraakherkenning...... 109, 110, 120 telefoonspecifieke adapter...... 127
activeren......................... 110, 120 Telefoonadapter......................... 127
gebruik............................ 110, 120 Telefoonbatterij opladen............. 125
navigatiebediening/ Telefoonregeling......................... 120
audioregeling.......................... 110 Telefoonspecifieke adapter........ 127
telefoonregeling...................... 120 Thuisadres.................................... 62
volume aanpassen.................. 110
volume voor stemoutput.......... 120
Copyright by ADAM OPEL AG, Rüsselsheim, Germany.
De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze
publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel AG voorbehouden.
Uitgave: augustus 2012, ADAM OPEL AG, Rüsselsheim.
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier.

KTA-2677/8-nl augustus 2012

*KTA-2677/8-NL*

You might also like