Scorevoorstel oefenproefwerk vwo B deel 1

Hoofdstuk 2 De afgeleide functie

1 a de grafiek van f is een bergparabool met top (3, 9) 1p

afnemend stijgend op ←, 3 1p
toenemend dalend op 3, → 1p
∆y f (7) − f (2) −7 − 8
b op [2, 7] is het differentiequotiënt = = = −3 2p
∆x 7−2 5
c oplossen van −x2 + 6x = 2x 1p
geeft x = 0 en x = 4, dus p = 4 1p
∆y f (4) − f (3) 8 − 9
d op [3, 4] is het differentiequotiënt = = = −1, dus
∆x 4−3 1
∆y
[3, 4] is een interval met = −1 2p
∆x
(ook de intervallen [2, 5], [1, 6], [0, 7], [_1, 8], ... zijn goed)
e y

2p
6
x
O

x2 − x − 2 4 − 2 − 2 0
2 a lim = = = 0 1p
x →2 x−3 2−3 −1
x −x−2
2
( x + 1)( x − 2)
lim = lim = lim ( x +=
1) 3 2p
x →2 x−2 x →2 x−2 x →2

© NOORDHOFF 2015 SCOREVOORSTEL OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 1 HOOFDSTUK 2 1

 b de perforatie van de grafiek van g is het punt (2, 3) 1p
x −x−2 2
f ( x) =
geeft
x−3
( x − 3)(2 x − 1) − ( x 2 − x − 2) ⋅1 2 x 2 − x − 6 x + 3 − x 2 + x + 2
= f '( x) = =
( x − 3) 2 ( x − 3) 2
x2 − 6x + 5
2p
( x − 3) 2
4 + 12 + 5
stel k: =y ax + b met a = f '(−2) = = 0,84 1p
(−5) 2
= y 0,84 x + b
f (−2) =−0,8, dus A(−2; − 0,8) 0,84 ⋅ −2 + b = −0,8 }
b = 0,88
dus= k: y 0,84 x + 0,88 1p
x = 2 invullen = in y 0,84 x + 0,88 geeft y = 2,56 1p
2,56 ≠ 3, dus k gaat niet door (2, 3) 1p

3 a f (=
x) 2
5 x3 − 43 x 2 geeft f =
'( x) 1 15 x 2 − 1 12 x 2p
b g ( x) = 6 − (3 x − 1) = 6 − (9 x − 6 x + 1) =−9 x + 6 x + 5
2 2 4 2 4 2
1p
geeft g '( x) = −36 x3 + 12 x 1p
2x2 − x ( x + 3)(4 x − 1) − (2 x 2 − x) ⋅1
c h( x=) x2 − geeft h '( x=
) 2x − 1p
x+3 ( x + 3) 2
4 x 2 − x + 12 x − 3 − 2 x 2 + x 2 x 2 + 12 x − 3
= 2x − =
2 x − 2p
( x + 3) 2 ( x + 3) 2

4 4 x3 + 1 ⋅ 4 x3 + 1= 4 x3 + 1 1p
links en rechts differentiëren geeft
 4 x3 + 1 '⋅ 4 x3 + 1 + 4 x 3 + 1 ⋅  4 x 3 + 1 ' =12 x 2 1p
   
2 4 x + 1 ⋅  4 x + 1 ' =
3 3
12 x 2
1p
 
 4 x3= 12 x 2 6 x2 6x2
+ 1 ' = ofwel f '( x) = 1p
  2 4 x3 + 1 4 x3 + 1 4 x3 + 1

© NOORDHOFF 2015 SCOREVOORSTEL OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 1 HOOFDSTUK 2 2

5 a f ( x) = 0 geeft − 14 x3 + 2 x 2 − 3x =0
x(− 14 x 2 + 2 x − 3) =0
x = 0 ∨ − 4 x + 2x − 3= 0
1 2

x =0 ∨ x 2 − 8 x + 12 =0
x =0 ∨ ( x − 2)( x − 6) =0
x =0∨ x =2∨ x =6
dus A(2, 0) en B(6, 0) 2p
f ( x) = − x + 2 x − 3 x geeft f '( x) =
1
4
3 2
− x + 4x − 3
3
4
2
1p
stel k: =y ax + b met a =f '(2) =− 34 ⋅ 4 + 4 ⋅ 2 − 3 =2 1p
y= 2 x + b en A(2, 0) geeft b = −4, dus k: y = 2x − 4 1p
stel l: =
y ax + b met a =f '(6) =− 4 ⋅ 36 + 4 ⋅ 6 − 3 =−6
3
1p
y= −6 x + b en B (6, 0) geeft b =36, dus l: y = −6 x + 36 1p
b raaklijn evenwijdig met m dus f '( x=C) f '( x=
D) rc=
m 1 1p
f=
'( x) 1 geeft − 34 x 2 + 4 x=
−3 1 1p
− 34 x 2 + 4 x − 4 =0
3 x − 16 x + 16 =
2
0
D = 64
16 − 8 1 16 + 8
x= = 13 ∨ x = = 4
6 6
dus de x-coördinaten zijn 1 13 en 4 2p

© NOORDHOFF 2015 SCOREVOORSTEL OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 1 HOOFDSTUK 2 3