Professional Documents
Culture Documents
Alfa Romeo 33 PDF
Alfa Romeo 33 PDF
Inhoudsopgave
1 Algemeen
1.1 Inleiding
1.2 Instrumentenpaneel
1.3 Identificatieplaatjes
1.4 Adressen
2 Benzinemotoren
2.1 Inleiding
2.2 Klepspeling controleren en afstellen (behalve 1712 cm3-motoren)
2.3 Distributieriemen uit- en inbouwen
2.4 Motor uit- en inbouwen
2.5 Motor uit elkaar nemen, onderdelen controleren en motor in elkaar zetten
2.5.1 Motor uit elkaar nemen
2.5.2 Diverse onderdelen van de cilinderkop controleren
2.5.3 Diverse onderdelen van de motor controleren
2.5.4 Motor in elkaar zetten
2.6 Smeersysteem
3 Koelsysteem en verwarming
3.1 Inleiding
3.2 Koelsysteem aftappen en vullen
3.3 Waterpomp uit- en inbouwen
3.4 Thermostaat uit- en inbouwen
3.4.1 Thermostaat uit- en inbouwen; 1351 en 1490 cm3-motoren
3.4.2 Thermostaat uit- en inbouwen; 1712 cm3-motor
3.5 Radiateur uit- en inbouwen
3.6 Verwarming uit- en inbouwen
4 Brandstofsysteem
4.1 Inleiding
4.2 Brandstofsysteem met één dubbele carburateur
4.2.1 Stationair toerental en CO-percentage (vol.) controleren en afstellen
4.2.2 Werking automatische verwarming van de aangezogen lucht controleren
4.2.3 Vlotterniveau controleren en afstellen
4.2.4 Chokeklepopening controleren en afstellen
4.2.5 Gasklepopening controleren en afstellen
4.2.6 Carburateur in onderdelen uit elkaar nemen en in elkaar zetten
4.3 Brandstofsysteem met twee dubbele carburateurs
4.3.1 Stationair toerental en CO-percentage (vol.) controleren en afstellen
4.3.2 Werking automatische verwarming van de aangezogen lucht controleren
4.3.3 Vlotterniveau controleren en afstellen
4.3.4 Gasklepbediening afstellen
4.3.5 Carburateur in onderdelen uit elkaar nemen en in elkaar zetten
4.4 Brandstoftank uit- en inbouwen
5 Ontsteking
5.1 Inleiding
5.2 Ontstekingstijdstip controleren en afstellen
5.3 Stroomverdeler
6 Koppeling
6.1 Inleiding
6.2 Hoofdkoppelingscilinder uitbouwen, reviseren en inbouwen
6.3 Koppelingsbedieningscilinder uitbouwen, reviseren en inbouwen
6.4 Koppeling uit- en inbouwen
6.5 Hydraulisch systeem ontluchten
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.1 Inleiding
7.2 Versnellingsbak uit- en inbouwen
7.3 Versnellingsbak uit elkaar nemen en in elkaar zetten
8 Aandrijfassen
8.1 Inleiding
8.2 Aandrijfassen uit- en inbouwen
8.3 Aandrijfassen reviseren
9 Wielophanging
9.1 Inleiding
9.2 Voorwielophanging
9.2.1 Wielnaaf uit- en inbouwen en wiellager vervangen
9.2.2 Veerpoot uitbouwen, uit elkaar nemen en inbouwen
9.2.3 Wieldraagarm en reactiestang uit- en inbouwen
9.3 Achterwielophanging
9.3.1 Wiellager vervangen
9.3.2 Veerpoot uit- en inbouwen
9.3.3 Achteras uit- en inbouwen
9.4 Wielstanden controleren en afstellen
10 Stuurinrichting
10.1 Inleiding
10.2 Stuurwiel uit- en inbouwen
10.3 Stuurkolom uit- en inbouwen
10.4 Stuur-/contactslot uit- en inbouwen
10.5 Spoorstang uit- en inbouwen
10.6 Stuurhuis uit- en inbouwen
11 Remmen
11.1 Inleiding
11.2 Voorwielremmen
11.2.1 Remblokken vervangen
11.2.2 Remzadel uit- en inbouwen
11.2.3 Remzadel reviseren
11.3 Achterwielremmen
11.3.1 Remschoenen vervangen
11.3.2 Wielremcilinder reviseren
11.4 Hoofdremcilinder uitbouwen, reviseren en inbouwen
11.5 Rembekrachtiger
11.6 Handrem
11.7 Remdrukregelaar uit- en inbouwen
11.8 Remsysteem ontluchten
12 Elektrische installatie
12.1 Elektrische schema's
12.1.1 Inleiding
Elektrische Installatie
12.1.2 Draadkleuren
12.1.3 Toegepaste coderingen
12.1.4 Elektrische schema's voor modellen tót modeljaar 1987
12.1.5 Elektrische schema's voor modellen ná modeljaar 1987
12.2 Dynamo
12.3 Startmotor
12.4 Ruitewissermotor uit- en inbouwen
12.5 Plaatsing van de diverse relais
12.6 Zekeringen
13 Carrosserie
13.1 Richtmaten van de carrosserie
13.2 Console, middenconsole en dashboard uit- en inbouwen
13.3 Portieren en ruitbedieningsmechanisme
14 Periodiek onderhoud
15 Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
16 Revisiematen
17 Technische gegevens
^ 1 Algemeen
Alfa Romeo 33 1983-1990
In het hoofdstuk "Algemeen" vindt u een algemene inleiding, een overzicht van de
autotypes die per model beschreven worden, de lokatie van de identificatieplaatjes en
een overzicht van het dashboard en instrumentenpaneel.
^ 1.1 Inleiding
De Alfa 33 werd eind 1983 geïntroduceerd als opvolger van de Alfa Sud. De type-
aanduiding 33 is afgeleid van de in de jaren 1967-1975 op het circuit bijzonder
succesvolle Tipo 33 van Alfa Romeo.
De techniek van de 33 is voor een deel afgeleid van zijn voorganger de Alfa Sud. Zo
komen we ook in de 33 de bekende lichtmetalen-boxermotor tegen, maar ook het
onderstel van de 33 vertoont overeenkomsten.
Bij aanvang is de 33 leverbaar met een 1350 of een 1490 cm3-boxermotor. Voor de
liefhebber is er ook nog een bijzonder fraaie 4x4-stationcar-uitvoering die door
Pininfarina werd ontworpen. Vanaf modeljaar 1985 wordt dit traditioneel door Alfa als
Giardinetta aangeduide model, ook met voorwielaandrijving geleverd. Om mee te
kunnen in de concurrentie met snelle modellen als de GTI, de GSi en de XR3i, lanceert
Alfa eind 1986 een 33 met een 1712 cm3-motor die 87 kW (118 pk) levert bij 5800 min-
1. In tegenstelling tot de andere motoren is deze versie met hydraulische klepstoters
uitgerust. Tegelijkertijd worden ook bij de overige modellen enkele kleine wijzigingen
doorgevoerd (onder andere verbeterd remsysteem en gewijzigde wielgeometrie).
Vanaf modeljaar 1989 beleeft de Giardinetta in de vorm van de Sport Wagon een soort
herintroductie. De auto is nu gelukkig wat gunstiger geprijsd, maar wordt alleen met
de 1351 cm3-motor geleverd. Tevens verschijnt de eerste 33 met geregelde drieweg-
katalysator. De twee dubbele carburateurs hebben op dit model plaats moeten maken
voor een LE-Jetronic-inspuitsysteem van Bosch. Deze 1.7 i.e.-motor levert 75 kW (102
pk) bij 5500 min-1.
Alle modellen zijn standaard uitgerust met een vijfversnellingsbak, een automatische
transmissie wordt niet geleverd. Met uitzondering van de 4x4 hebben alle modellen
voorwielaandrijving. Overigens is de vierwielaandrijving niet in deze beschrijving
opgenomen.
^ 1.2 Instrumentenpaneel
Figuur 1.4: Dashboard van de Alfa Romeo 33 vanaf modeljaar 1987.
Het dashboard van vóór modeljaar 1987 wijkt op enkele punten iets af. Let op! Een
aantal van de afgebeelde onderdelen is niet op alle modellen aanwezig.
1 Plafonnier
2 Digitaalklokje
3 Binnenspiegel
4 Ventilatierooster
5 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzer
6 Instrumentenpaneel
7 Claxon
8 Wiswasschakelaar achterruit
9 Alarmknipperlichtschakelaar
10 Ruitewisser-/ruitesproeierschakelaar
11 Luchtroosters voorruitontwaseming
12 Middelste ventilatieroosters
13 Inbouwplaats radio
14 Handschoenenkastje
15 Inbouwruimte luidspreker
16 Aflegruimte
17 Asbak
18 Bedieningspaneel voor verwarming en ventilatie
19 Schakelpook
20 Schakelaar rechter portierruit
21 Handremhefboom
22 Schakelaar linker portierruit
23 Boardcomputer
24 Sigarette-aansteker
25 Hendel voor stuurhoogteverstelling
26 Choke
27 Contact-/stuurslot
28 Noodkabel voor motorkapontgrendeling
29 Hendel voor motorkapontgrendeling
30 Schakelaar mistachterlicht
31 Schakelaar mistlampen vóór
32 Schakelaar achterruitverwarming
Het instrumentenpaneel van vóór modeljaar 1987 wijkt op enkele punten iets af. Let
op! Afhankelijk van de uitvoering kan een aantal onderdelen niet aanwezig zijn.
1 Snelheidsmeter
2 Kilometerteller
3 Brandstofvoorraadmeter
4 Verklikkerlampje brandstofreserve
5 Verklikkerlampje koelvloeistoftemperatuur
6 Koelvloeistoftemperatuurmeter
7 Toerenteller
8 Dagteller
9 Nulstelling dagteller
10 Oliedruklampje
11 Verklikkerlampje verlichting
12 Laadstroomcontrolelampje
13 Verklikkerlampje richtingaanwijzers
14 Verklikkerlampje grootlicht
15 Verklikkerlampje remvloeistofniveau en remblokslijtage (niet op modellen met
boardcomputer)
16 Verklikkerlampje choke
17 Verklikkerlampje handrem
18 Oliedrukmeter
19 Voltmeter
^ 1.3 Identificatieplaatjes
Figuur 1.6: Plaatsing van de diverse identificatieplaatjes
1 Chassisnummer
2 Motornummer
3 Identificatieplaatje (type- en homologatienummer)
4 Voorschriften smeermiddelen
5 Lakcode
^ 1.4 Adressen
Fabrikant: Alfa-Lancia Industriale S.p.A., Viale Alfa Romeo, 20020 Arese, Italië.
Importeur voor Nederland: Alfa Romeo Nederland BV, Kabelweg 100, 1014 BC
Amsterdam, tel.: 020-821551.
^ 2 Benzinemotoren
^ 2.1 Inleiding
De Alfa Romeo 33 is uitgerust met een lichtmetalen viercilinder-boxermotor met twee
bovenliggende nokkenassen die ieder apart door een distributieriem worden
aangedreven en een driemaal gelagerde krukas. De 1712 cm3-motor is uitgerust met
hydraulische klepstoters.
Speciaal gereedschap
Het afstellen van de klepspeling gebeurt met behulp van vulplaatjes. Voor het
controleren en afstellen van de klepspeling heeft u in principe speciaal gereedschap
nodig.
Controleren
Figuur 2.2: Opmeten van de klepspeling met de gevorkte voelermaat Alfa C.6.0168
- Verdraai de krukas zodat de speciale inbussleutel door het gat in de nokkenas kan
worden aangebracht.
- Verdaai de krukas totdat de nokken van de af te stellen klep weer naar voren
wijzen (klep gesloten).
- Verdraai de klepbekers van in- en uitlaatklep totdat de ingebrachte groeven schuin
naar elkaar toe (naar binnen) wijzen en breng nu de blokkeerpen Alfa A.2.0278 aan
(figuur 2.3).
- Stel de juiste klepspeling af met de inbussleutel; door verdraaien vindt een axiale
verplaatsing van de klepbeker plaats waardoor de klepspeling verandert.
- Verwijder het speciale gereedschap.
- Controleer of de nokken van de af te stellen klep nog naar voren wijzen (klep
gesloten).
- Verdraai de klepbekers zodanig dat de ingebrachte groeven naar boven wijzen, zie
figuur 2.4.
Figuur 2.4: Klepbekers verdraaien totdat de ingebrachte groef naar boven wijst
- Breng het speciaal gereedschap Alfa A.5.0240 aan tussen de klepbekers van de in- en
uitlaatklep (figuur 2.5).
- Druk de klepveer met de hefboom Alfa A.5.0240 zover in totdat het mogelijk is om
met een punttang het vulplaatje te verwijderen (figuur 2.6).
Nota bene: De vulplaatjes zijn er in diktes van 3,25 ± 0,02 mm tot 4,65 ± 0,02 mm,
oplopend met 0,05 mm.
Methode 1 en 2
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
koud 37-46
warm 29-35
Uitbouwen
Figuur 2.7: Zuiger van de eerste cilinder in het BDP van de compressieslag.
1 Vast merkteken
2 T-merkteken
- Los de moer (1 in figuur 2.8) van de spanrol.
- Druk de spanrol (2) naar beneden zodat de distributieriem wordt ontspannen en
draai de moer (1) weer vast.
Figuur 2.9: Merkteken op nokkenas in lijn met kerf in nokkenashuis (1351 en 1490
cm3-motoren)
- Breng de distributieriemen aan, te beginnen vanaf het linker nokkenasriemwiel.
- Span de distributieriem door de moer (1) van de spanrol te lossen, zie figuur 2.8.
- Controleer of de merktekens uit figuur 2.7 en 2.9 nog in lijn staan, zonodig een en
ander herstellen.
- Draai de krukas in draairichting enkele omwentelingen rond opdat de
distributieriemen zich kunnen zetten.
- Zet de nokkenassen, een voor een, zie merktekens in figuur 2.9, in de neutrale
stand. Los de moer van de spanrol, druk de spanrol naar boven en zet de moer weer
vast.
- Laat de krukas nogmaals enkele omwentelingen en herhaal de voorgaande
handeling.
- Controleer de afstelling van de distributie.
- Monteer de overige onderdelen in de omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Laat de motor warmdraaien totdat deze op bedrijfstemperatuur is en span
nogmaals de distributieriem na en controleer de afstelling van de distributie.
- Controleer of de zuiger van de eerste cilinder nog in het BDP van de compressieslag
staat; de merktekens uit figuur 2.7 moeten in lijn staan. Verdraai vanaf dit punt de
krukas ongeveer 45° tegen de wijzers van de klok in (vanuit rijrichting gezien), dit
om te voorkomen dat bij verdraaien van de nokkenas de kleppen tegen de zuiger
komen.
- Verdraai de linker nokkenas (bestuurderszijde) totdat het merkteken op de
nokkenasriemwiel in lijn staat met het vaste merkteken op het achterste
distributiedeksel, zie figuur 2.10.
Figuur 2.10: Merkteken op nokkenasriemwiel in lijn met vast merkteken (1712 cm3-
motoren).
1 Achterste distributiedeksel
2 Merkteken op nokkenasriemwiel
- Verdraai de krukas totdat de zuiger van de eerste cilinder weer in het BDP van de
compressieslag staat.
- Breng de distributieriem aan voor de aandrijving van de linker nokkenas. Let op
dat de merktekens niet verlopen.
- Los de moer van de spanrol van de linker nokkenas, de distributieriem wordt nu
gespannen.
- Verdraai de krukas nogmaals 45° tegen de wijzers van de klok (vanuit rijrichting).
- Verdraai de rechter nokkenas totdat het merkteken op de nokkenaspoelie in lijn
staat met het vaste merkteken op het achterste distributiedeksel.
- Verdraai de krukas totdat de zuiger van de eerste cilinder weer in het BDP van de
compressieslag staat.
- Breng de distributieriem aan voor de aandrijving van de rechter nokkenas. Maak
gebruik van sleutel Alfa A.5.0195 om het meedraaien van de nokkenas te
voorkomen.
- Los de moer van de spanrol, zodat de distributieriem wordt gespannen.
- Draai de krukas één omwenteling in draairichting totdat de merktekens uit figuur
2.7 weer in lijn staan.
- Draai de krukas verder totdat met driehoekige merkteken op het vliegwiel
tegenover het vaste merkteken staat, zie figuur 2.11.
Figuur 2.11: Krukas verdraaien totdat het driehoekige merkteken tegenover het vaste
merkteken staat
- Los de moer van de spanrol van de rechter distributieriem. Draai vervolgens de
moer met het juiste aanhaalmoment vast.
- Draai de krukas één omwenteling in draairichting totdat de merktekens uit figuur
2.11 weer in lijn staan.
- Los de moer van de spanrol van de linker distributieriem. Draai vervolgens de moer
met het juiste aanhaalmoment vast.
- Controleer nogmaals de afstelling van de distributie en monteer de overige
onderdelen in de omgekeerde volgorde van uitbouwen.
Uitbouwen
Figuur 2.12: Elektrische bedrading van de volgende onderdelen losnemen voor het
uitbouwen van de motor
1 Elektronische ontsteking
2 Bougiekabels
3 Gever koelvloeistoftemperatuur
4 Bobinekabel
5 Laagspanning/toerenteller
6 Laadstroomcontrolelampje
7 Koplampen
8 Thermocontact elektrische ventilateur
9 Mistlamp
10 Claxon
11 Elektrische ventilateur
12 Ruitewisser
13 Koelvloeistoftemperatuur
14 Oliedruk
15 Startmotor
16 Startmotor
17 Massakabel motor
- Draai de dop van het expansietankje.
- Verwijder links en rechts, onder de auto, de pluggen en tap de koelvloeistof af (zie
ook paragraaf 3.2).
- Tap zonodig de motorolie en de versnellingsbak/differentieel-olie af.
- Neem de diverse koelvloeistof- en brandstofslangen los die in figuur 2.13 worden
aangegeven.
Let op! In geval een stabilisatorstang is gemonteerd, moet deze ook worden
verwijderd.
Nota bene: De diverse motorsteunen mogen niet onder spanning worden bevestigd.
Let op! In de figuur staat een motor aangegeven met één dubbele carburateur; er zijn
ook motoren met twee dubbele carburateurs.
1 Aansluitstuk koelvloeistofslang
2 Aansluitstuk onderdrukslang rembekrachtiger
3 Gever koelvloeistoftemperatuur
4 Stroomverdeler
5 Brandstofpomp
6 Verdeelstuk
7 Waterpomp
8 Voorste distributiedeksel
9 Poelie waterpomp
10 V-snaar
11 Dynamo
12 Thermostaat
13 Oliefilter
14 Zender koelvloeistoftemperatuurmeter
15 Oliepeilstaaf
16 Oliedrukzender
17 Inlaatspruitstuk
18 Beugel
19 Carburateur
- Bouw de motor uit, zie paragraaf 2.4.
- Bouw de startmotor uit.
- Verwijder de vliegwielafdekplaat.
- Verwijder de overige bevestigingbouten van motor/versnellingsbak en scheid de
versnellingsbak/differentieel van de motor.
- Verwijder de diverse onderdelen van de motor die in figuur 2.18 staan aangegeven.
Figuur 2.19: Distributie en cilinderkop uitbouwen en cilinderkop uit elkaar nemen bij
de 1351 en 1490 cm3-motoren
A Cilinderkop vóór modificatie
B Cilinderkop ná modificatie (klepspeling afstellen met vulplaatjes)
1 Spanrol
2 Distributieriem
3 Rechter nokkenasriemwiel
4 Achterste distributiedeksel
5 Voorste motordeksel
6 Krukaskeerring
7 Motorblok
8 Afstandsring
9 Krukasriemwiel
10 Krukaspoelie
11 Afstandsplaat
12 Tussenstuk
13 Klep
14 Cilinderkop
15 Klepgeleider
16 Onderste klepveerschotel
17 Onderlegring
18 Klepsteelrubber
19 Klepveren
20 Bovenste klepveerschotel
21 Spietjes
22 Klepbeker
23 Kleppendeksel
24 Nokkenas
25 Deksel nokkenashuis
26 Nokkenashuis
27 Oliekeerring
28 Vulplaatje voor afstellen klepspeling
Figuur 2.20: Distributie en cilinderkop uitbouwen en cilinderkop uit elkaar nemen bij
1712 cm3-motoren (hydraulische klepstoters)
1 Spanrol
2 Distributieriem
3 Nokkenasriemwiel
4 Achterste distributiedeksel
5 Voorste motordeksel
6 Krukaskeerring
7 Motorblok
8 Afstandsring
9 Krukasriemwiel
10 Krukaspoelie
11 Afstandsplaat
12 Tussenstuk
13 Klep
14 Cilinderkop
15 Klepgeleider
16 Onderste klepveerschotel
17 Onderlegring
18 Klepsteelrubber
19 Klepveren
20 Bovenste klepveerschotel
21 Spietjes
22 Klepbeker
23 Nokkenashuis
24 Nokkenas
25 Deksel nokkenashuis
26 Koppakking
27 Oliekeerring
28 Voorste distributiedeksel
Neem de motor in onderdelen uit elkaar als wordt aangegeven in de figuren 2.19 tot en
met 2.21. Let op de volgende punten:
1 - Cilinderkop
- Controleer de vlakheid van de cilinderkop met een rei en een voelermaat in zes
richtingen, zie figuur 2.22. Zonodig de kop vlakken, waarbij u wel de minimumhoogte
van de cilinderkop in acht moet houden.
2 - Klepgeleiders
- Meet met een nieuwe klep de speling van de klepsteel in de klepgeleider. Als de
voorgeschreven waarden worden overschreden, moet de klepgeleider worden
vervangen.
- Tik de klepgeleider met stempel A.3.0311 vanaf de nokkenaszijde uit de
cilinderkop.
- Breng de nieuwe klepgeleider aan met stempel A.3.0312.
- Ruim de boring van de nieuwe klepgeleider tot de juiste maat op met behulp van
ruimer U.6.007.
- Bewerk de klepzittingen na en schuur de kleppen in op de zittingen.
3 - Klepzittingen
4 - Nokkenas
1 - Krukas
- Meet met een micrometer de onrondheid van de lagertappen op, zie figuur 2.23.
- Meet met een micrometer de tapsheid van de lagertappen op, zie figuur 2.24.
3 - Zuigers en zuigerveren
- Meet de hoogtespeling van de zuigerveren in de groef, zie figuur 2.25. Bij te grote
speling de zuigers vervangen.
4 - Cilinderboringen controleren
Bij elke cilinderboring staat in het motorblok een letter ingeslagen (A, B, C, D of E),
zie figuur 2.27. Hiermee kan de klasse van de cilinderboring worden bepaald, zie het
hoofdstuk "Revisiematen".
Figuur 2.27: Op het motorblok zijn letters ingeslagen ter identificatie van de klasse
van de cilinderboringen
- Zonodig kan de cilinderboring worden opgeboord. Voor verdere details zie het
hoofdstuk "Revisiematen".
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
- Stel de zuigers en drijfstangen samen. Borg de zuigerpen met nieuwe borgringen. Let
op! Bij de zuigers voor de rechterzijde van de motor moeten de op de zuigerbodem
aangebrachte pijlen naar boven wijzen en bij de zuigers voor de linkerzijde van de
motor naar beneden (figuur 2.29).
Cilinderkop inbouwen:
- Verdraai de krukas totdat de zuiger van de eerste cilinder in het BDP van de
compressieslag staat (zie merktekens figuur 2.7).
- Alléén 1351 en 1490 cm3-motoren: Verdraai de nokkenas zodat het merkteken in
lijn staat met de kerf (zie figuur 2.9).
- Alléén 1712 cm3-motor: Controleer of de nokkenas in een zodanige stand staat dat
alle kleppen zijn gesloten.
- Breng de koppakking aan en monteer de cilinderkop op het motorblok.
- Zet de zes cilinderkopbouten in de juiste volgorde en met het juiste aanhaalmoment
vast (figuur 2.35). De schroefdraad van de bouten moet u eerst met olie insmeren.
Let op! Na warmdraaien van de motor, deze weer af laten koelen. Vervolgens de
kopbouten verwijderen, schroefdraad met olie insmeren en nogmaals, in de juiste
volgorde en met het juiste aanhaalmoment, vastzetten.
- Zet de vier bevestigingsbouten van het nokkenashuis kruiselings en met het juiste
aanhaalmoment vast.
^ 2.6 Smeersysteem
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
Oliepomp uitbouwen
^ 3 Koelsysteem en verwarming
^ 3.1 Inleiding
De Alfa Romeo 33 heeft een gesloten koelsysteem dat bestaat uit een radiateur, een
expansietankje, een thermostaat, een waterpomp en een elektrische ventilateur.
Vullen
Uitbouwen
Inbouwen
Figuur 3.5: Let op de juiste inbouw van de thermostaat: de pijl moet in de richting van
de koelvloeistofstroom wijzen
- Vul het koelsysteem, zie paragraaf 3.2 en controleer het koelsysteem op lekkage.
^ 4 Brandstofsysteem
^ 4.1 Inleiding
De brandstofvoorziening van de Alfa Romeo 33 wordt verzorgd door één of twee
dubbele carburateurs. Voor wat betreft de modellen met één carburateur kan dit een
Solex- of een Weber-carburateur zijn. Modellen met twee dubbele carburateurs zijn
voorzien van twee Dell'Orto- of twee Weber-carburateurs.
Afstelvoorwaarden:
- luchtfilter schoon;
- ontstekingssysteem in orde en ontstekingstijdstip juist afgesteld;
- gasklep juist afgesteld;
- motor op bedrijfstemperatuur.
- Verwijder bij koude motor het deksel van het luchtfilterhuis en verwijder het
luchtfilter.
- Houd een thermometer in de buurt van de thermostaat die in de aanzuigmond van
het luchtfilterhuis is geplaatst.
- Controleer of de thermostaat de klep bij een afgesloten koude luchttoevoer wel
volledig sluit.
2 - Solex-carburateur
Chokeklepopening:
Weber-carburateur (maat Gw1) 5,5-6,5 mm
Solex-carburateur (maat Gs1) 4,5-4,8 mm
Startcarburateur
1 - Weber-carburateur
2 - Solex-carburateur
1 Onderdrukversteller
^ 4.2.5 Gasklepopening controleren en
afstellen
1 - Weber-carburateur
1 Afstelschroef
2 - Solex-carburateur
Tabel 4.3:
Technische gegevens
Afstelvoorwaarden:
- luchtfilter schoon;
- ontstekingssysteem in orde en ontstekingstijdstip juist afgesteld;
- gasklepbediening juist afgesteld (zie paragraaf 4.3.3).
Controleren en afstellen
- Zet de auto op een hefbrug of boven een put en neem de uitlaatpijpen los van de
cilinderkop.
- Breng de CO-meetbuisjes Alfa C.2.0054 aan met de bijbehorende pakking en
monteer de uitlaat met meetbuisjes weer aan de cilinderkoppen (figuur 4.15).
Figuur 4.15: Het CO-percentage wordt met behulp van het speciale gereedschap Alfa
C.2.0054 voor iedere cilinder apart gemeten
- Sluit een toerenteller aan.
- Open de beide onderdrukopneempunten op de carburateur, zie figuur 4.16.
Indien afstelling noodzakelijk is als volgt te werk gaan (zie ook figuur 4.17).
Vlotterniveau:
Dell 'Orto (1490 cm3-motoren) 5-6 mm
Dell 'Orto (1712 cm3-motor) 20-22 mm
Weber (1490 cm3, 95 pk) 9,0-9,5 mm
Weber (1490 cm3, 105 pk) 8,5-9,5 mm
Weber (1712 cm3-motor) niet afstelbaar
en aanslag 1 mm
Figuur 4.24: Brandstoftank uit- en inbouwen; modellen met één dubbele carburateur
A Vóór modificatie
B Ná modificatie
1 Brandstoftank
2 Veiligheidsklep
3 Ontluchtingsslang
4 Ontluchtingsslang (bij tanken)
5 Vulbuis
6 Brandstofleiding
7 Massakabel
8 Bevestigingsband
9 Houderklem
10 Bout
11 Tankvlotter
12 Pakking
Figuur 4.25: Brandstoftank uit- en inbouwen; modellen met twee dubbele
carburateurs
1 Brandstoftank
2 Veiligheidsklep
3 Ontluchtingsslang
4 Ontluchtingsslang (bij tanken)
5 Vulbuis
6 Brandstofleiding
7 Massakabel
8 Bevestigingsband
9 Houderklem
10 Bout
11 Tankvlotter
12 Retourleiding
13 Brandstofdoorvoermeter
^ 5 Ontsteking
^ 5.1 Inleiding
Alle Alfa Romeo 33-modellen zijn uitgerust met elektronische transistorontsteking dat
nagenoeg onderhoudsvrij is. Alleen het viltje dat bovenin de stroomverdeleras is
aangebracht, moet van tijd tot tijd worden gesmeerd. Het ontstekingssysteem bestaat
uit een stroomverdeler met magnetische impulsgever waarin tevens een mechanische
centrifugaal-vervroegingsregeling is ondergebracht, een bobine en een elektronische
moduul.
*Krukasgraden en krukastoerental.
**Krukasgraden en mmHg.
Nota bene: Indien het niet mogelijk is op de hier beschreven wijze het
ontstekingstijdstip af te stellen, moet de stroomverdeler worden gereviseerd.
^ 5.3 Stroomverdeler
Technische gegevens
Let op! Bij het weer in elkaar zetten van de stroomverdeler moet bij de Marelli-
stroomverdeler de afstand tussen de impulsgever en de impulsrotor worden afgesteld:
R = rijrichting
^ 6 Koppeling
In het hoofdstuk "Koppeling" vindt u een beschrijving van de koppeling, het uit- en
inbouwen van de koppeling en het uit- en inbouwen van de overige koppelingsdelen.
^ 6.1 Inleiding
De Alfa Romeo 33 is uitgerust met een hydraulisch bediende enkelvoudige droge
plaatkoppeling met diafragmaveer. In figuur 6.1 ziet u de diverse onderdelen van de
koppeling in doorsnede.
^ 6.2 Hoofdkoppelingscilinder
uitbouwen, reviseren en inbouwen
Uitbouwen (zie ook figuur 6.2)
Figuur 6.2: Hoofdkoppelingscilinder uitbouwen
1 Dop
2 Slang
3 Bevestigingsbouten
4 Hoofdkoppelingscilinder
5 Aansluitnippel
6 Leiding
7 Reservoir
- Tap het rem-/koppelingsreservoir af.
- Neem de slang (2) los van de hoofdkoppelingscilinder.
- Neem de leiding (6) aan de hoofdkoppelingscilinder los.
- Neem binnen in de auto de hoofdkoppelingscilinder los van zijn bevestiging met het
koppelingspedaal.
- Draai de bevestigingsschroeven van de koppelingscilinder los en neem de cilinder
uit de auto.
In elkaar zetten
Het in elkaar zetten gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uit elkaar nemen. Let
op de volgende punten:
Inbouwen
^ 6.3 Koppelingsbedieningscilinder
uitbouwen, reviseren en inbouwen
Uitbouwen
- Verwijder de bedieningscilinder.
In elkaar zetten
Het in elkaar zetten gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uit elkaar nemen. Let
op de volgende punten:
Inbouwen
Uitbouwen
Onderdelen controleren
- Controleer het druklager op aanlopen, zonodig druklager vervangen.
- Controleer de dikte van de voering van de koppelingsplaat.
- Controleer de drukgroep op oververhitting, scheurtjes, slijtage of andere
beschadigingen. Controleer ook de vlakheid van de drukgroep.
- Controleer de krukaskeerring, zonodig vervangen.
Inbouwen
Het ontluchten kan het beste met een ontluchtingsset gebeuren, anders bestaat de
kans dat u het systeem niet goed krijgt ontlucht.
- Controleer tijdens het ontluchten steeds het vloeistofniveau van het reservoir van
het rem-/koppelingssysteem. Vul zonodig bij.
- Sluit de ontluchtingsset aan op de ontluchtingsnippel op de
koppelingsbedieningscilinder.
- Draai de ontluchtingsnippel open.
- Draai de nippel weer dicht zodra er vloeistof zonder luchtbellen uitstroomt.
- Controleer het vloeistofreservoir en vul zonodig bij.
- Controleer of de slag (c) van de drukstift van de bedieningscilinder 16-18 mm
bedraagt, zie figuur 6.7. Let op! De slag (c) kan niet worden afgesteld en is
afhankelijk van de slag van de zuiger van de hoofdkoppelingscilinder. Bij
afwijkingen moet u het hydraulisch circuit controleren.
Figuur 6.7: De slag (c) van de drukstift van de hoofdkoppelingscilinder moet 16-18 mm
bedragen
^ 7 Handgeschakelde versnellingsbak
en differentieel
^ 7.1 Inleiding
Alle modellen van de Alfa Romeo 33 zijn uitgerust met een handgeschakelde
vijfversnellingsbak.
Overbrengings-
verhouding :1
1e versnelling 3,143
2e versnelling 1,864
3e versnelling 1,323
4e versnelling 1,027
5e versnelling 0,854
Achteruit 3,091
Vulhoeveelheid in
liter 2,4
Kwaliteit API GL 4
Viscositeit SAE 80W-90
Uitbouwen
1 Vliegwielafdekplaat
Inbouwen
Speciaal gereedschap
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
Let op! Zoals u kunt zien, is voor het werken aan de versnellingsbak een aanzienlijke
hoeveelheid speciaal gereedschap nodig.
Hoofdas inbouwen
- Smeer wat vet op de buitenzijde van de buitenring van het conische lager van de
uitgaande as.
- Monteer de buitenring met een passende stempel. Let op dat de ring tot de aanslag
in het versnellingsbakhuis zit.
- Monteer de vulring op de uitgaande as.
- Monteer het conische lager met behulp van een pers en Alfa A.3.0307 op de as.
- Monteer de diverse onderdelen van de synchroniseerinrichting indien u deze uit
elkaar heeft genomen.
- Smeer de buitenzijde van de bussen in met versnellingsbakolie (zie tabel 7.1) en
breng de bussen aan in de versnellingsbak. Let op dat de bussen op dezelfde wijze
als vóór uitbouw worden aangebracht.
- Breng de diverse onderdelen aan die in figuur 7.19 staan aangegeven.
Figuur 7.19: Onderdelen van de uitgaande as aanbrengen
1 Tandwiel voor achteruit
2 Aanloopring 4e versnelling
3 Vulring (Alfa A.4.0141)
4 Achterste lager
5 Spanmoer
- Monteer de bus en de synchronaaf van de 5e versnelling.
- Monteer de spanmoer voor de uitgaande as en zet deze handvast.
- Schakel twee versnellingen tegelijk in en zet de spanmoer met het juiste
aanhaalmoment vast.
- Bepaal de dikte van de vulring om de juiste voorspanning van de lagers te
verkrijgen, zie verderop in deze paragraaf.
- Zet de synchroniseerinrichtingen voor de 2e, 3e, 4e en 5e versnelling in elkaar.
Merk op dat de synchroniseerinrichting voor de 1e versnelling één sperring minder
heeft.
Figuur 7.21: Lager met behulp van het aangegeven speciaal gereedschap met het
juiste aanhaalmoment vastzetten
1 Binnenring van het voorste lager
2 Binnenring van het achterste lager
- Draai de dummy-as enkele malen links- en rechtsom, zodat de lagers zich kunnen
zetten.
- Monteer een meetklok op het speciale gereedschap als wordt aangegeven in figuur
7.22. Stel vervolgens de meetklok op nul in met behulp van de aanslagschroef
C.6.0161.
S = (L1 + L2)/2 - (± C)
- Bouw de assen in, zie ook figuur 7.18 en breng het speciale gereedschap aan zoals in
figuur 7.25 wordt aangegeven.
S = 9,60 - G - 0,10
Zonodig afstellen door een vulring van een andere dikte te monteren.
Ingaande as inbouwen
Schakelvorken inbouwen
Overige onderdelen
^ 8 Aandrijfassen
In het hoofdstuk "Aandrijfassen" vindt u een uit- en inbouwbeschrijving van de
aandrijfassen, een beschrijving van het vervangen van de homokinetische koppeling
en het vervangen van de stofhoes.
^ 8.1 Inleiding
De Alfa Romeo is uitgerust met aandrijfassen met homokinetische koppelingen.
Uitbouwen
Inbouwen
1 As
2 Naafmoer
3 Onderlegring
4 Koppeling
5 Vulringen
6 Borgring
7 Binnenring van de koppeling
8 Lagerkooi
9 Kogel
10 Klemband
11 Stofhoes
12 Klemband
13 Klemband
14 Stofhoes
15 Klemband
16 Binnenste deksel
17 Keerring
18 Buitenste deksel
19 Binnenring van de koppeling
20 Lagerkooi
21 Kogel
22 Borgring
23 Buitenste deksel
24 Borgplaatje
^ 9 Wielophanging
In het hoofdstuk "Wielophanging en vering" vindt u een beschrijving van de
toegepaste wielophanging, uit- en inbouwbeschrijvingen van de verschillende
componenten van de wielophanging, een tabel met de wieluitlijngegevens en een
overzicht van de toegepaste wielen en banden.
^ 9.1 Inleiding
De voorwielophanging van de Alfa Romeo 33 is van het McPherson-type, terwijl
sommige modellen ook met een stabilisatorstang zijn uitgerust. De
achterwielophanging bestaat uit een starre as met panhardstang.
^ 9.2 Voorwielophanging
Figuur 9.1: Doorsnede van de voorwielophanging
1 Schroefveer
2 Bevestigingspunt spoorstang
3 Schokdemper
4 Koppeling aandrijfas
5 Aandrijfas
6 Wieldraagarm
7 Reactiestang
8 Fuseekogel
9 Fusee
10 Wieldop
11 Wiellager
12 Naafmoer
13 Wielnaaf
14 Wielbout
15 Remschijf
16 Stofplaat
17 Velg
^ 9.2.1 Wielnaaf uit- en inbouwen en
wiellager vervangen
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
Wielnaaf uitbouwen
1 Bevestigingsbouten (4x)
Wiellager vervangen
Wielnaaf inbouwen
Het inbouwen van de wielnaaf gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen.
Naafmoer en moer voor bevestiging fuseekogel vernieuwen.
Veerpoot uitbouwen
- Los de wielbouten.
- Krik de voorzijde van de auto op en zet deze op bokken.
- Verwijder het wiel.
- Draai de moer los en neem met een passende trekker de spoorstang los van de
veerpoot.
- Verwijder onder de motorkap de vier bevestigingsmoeren van de veerpoot.
- Neem onderaan de veerpoot de vier bevestigingsbouten los, zie figuur 9.2.
- Neem de complete veerpoot onder de auto weg.
Veerpoot uit elkaar nemen en in elkaar zetten (zie ook figuur 9.3)
Veerpoot inbouwen
A oude uitvoering
B nieuwe uitvoering
1 Onderlegring
2 Bovenste ringplaat
3 Stootrubber
4 Houder
5 Houder
6 Afdichting
7 Bovenste schijfring
8 Stofhoes
9 Schroefveer
10 Onderste ringplaat
11 Aanslagrubber
12 Onderste schijfring
13 Houderring
14 Rollenlager
15 Ring
16 Dichtring
17 Zuigerstang schokdemper
18 Bevestigingspunt voor spoorstang
19 Bevestigingsbeugel
20 Rubber lager (silent-bloc)
21 Borgplaatje
22 Wieldraagarm
23 Rubber lager (silent-bloc)
24 Fuseekogel
25 Reactiestang
26 Rubber lager (silent-bloc)
Inbouwen
Het inbouwen gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Zet de diverse
onderdelen met het juiste aanhaalmoment vast. De zelfborgende moeren en de
naafmoer moeten worden vervangen.
^ 9.3 Achterwielophanging
Figuur 9.5: Wieldraagarm en reactiestang uitbouwen
1 Subframe
2 Bevestigingsbout reactiestang aan subframe
3 Reactiestang
4 Fuseekogel
5 Bevestigingsbout reactiestang aan wieldraagarm
6 Wieldraagarm
7 Bevestigingsbout wieldraagarm aan carrosserie
Inbouwen
Wiellager afstellen
- Zet de naafmoer vast met 25-30 Nm (2,5-3,0 kgm) terwijl u gelijktijdig het wiel
rechts- en linksom draait.
- Draai de naafmoer iets los en sla met een kunststof hamer enkele malen op de
astap.
- Draai de naafmoer met de hand vast.
- Controleer met een meetklok de axiale speling (0-0,05 mm) van het wiellager. Stel
zonodig af door de naafmoer te verdraaien.
- Borg de naafmoer door de kraag te stuiken.
- Monteer de naafdop en het wiel en zet de auto weer op de grond.
^ 9.3.2 Veerpoot uit- en inbouwen
Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
Inbouwen
A oude uitvoering
B nieuwe uitvoering
Alvorens tot opmeten van de wielstanden over te gaan, moet u de maat (A), zie figuur
9.10 en de maat (B), zie figuur 9.11 opmeten. Het gemiddelde van de links en rechts
opgemeten waarde moet met de specificaties overeenkomen. Het opmeten gebeurt met
het speciaal gereedschap Alfa A.4.0146, Alfa A.4.0149, Alfa A.4.0153 en Alfa A.4.0206
(alléén achter).
Figuur 9.9: Vóór het controleren van de wielstanden moet de auto volgens de figuur
worden belast
A = 50 kg
B = 25 kg
C = 50 kg
Figuur 9.10 Maat (A) bepalen: A = -12 + 5 tot - 10 mm
1 Fuseekogel
2 Bevestiging wieldraagarm
Voorwielophanging
Achterwielophanging
^ 10 Stuurinrichting
^ 10.1 Inleiding
De stuurinrichting van de Alfa Romeo 33 is van het tandheugel-en-rondsel-type. In
figuur 10.1 ziet u een overzicht van de onderdelen van de stuurinrichting.
Inbouwen
Het inbouwen gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Let op de
volgende punten:
Uitbouwen
- Los de wielbouten van het linker voorwiel en plaats de voorzijde van de auto op
bokken.
- Verwijder het linker voorwiel.
- Draai het stuurwiel naar rechts en neem de spoorstangen los bij het stuurhuis.
- Neem de onderste kruiskoppeling los van het rondsel op het stuurhuis.
- Verwijder het kunststof deksel voor op het stuurhuis.
- Verwijder de bevestigingsbouten van het stuurhuis aan de carrosserie en verwijder
de montagebeugel.
- Bouw het stuurhuis uit.
Inbouwen
^ 11 Remmen
In het hoofdstuk "Remmen" vindt u een beschrijving van het toegepaste remsysteem
en uit- en inbouwbeschrijvingen van de verschillende componenten van het
remsysteem zoals de remblokken, de remklauw, de remschijf of remtrommel, de
hoofdremcilinder, de rembekrachtiger en de handremkabel. Daarnaast worden enkele
revisies en controles aan het remsysteem beschreven, en het ontluchten ervan. Verder
wordt het antiblokkeerremsysteem (ABS) beschreven, uit- en inbouw van diverse
componenten van het antiblokkeerremsysteem en diagnose met storingscodes.
^ 11.1 Inleiding
De Alfa Romeo 33 is uitgerust met schijfremmen voor en trommelremmen achter. De
handrem werkt met kabels op de achterwielen. In het achterremcircuit is een
remdrukbegrenzer opgenomen. Figuur 11.1 geeft u een overzicht van de onderdelen
van het remsysteem.
Figuur 11.1: Overzicht van de onderdelen van het remsysteem van de Alfa Romeo 33
1 Remblokken
2 Remzuiger
3 Ontluchtingsnippel
4 Hefboom voor handrem
5 Trekstang handremkabel
6 Handremkabel
7 Trommelremmen
8 Remlicht
9 Veer van remdrukbegrenzer
10 Remdrukbegrenzer
11 Bedieningshefboom remdrukbegrenzer
12 Verklikkerlampje minimum remvloeistofniveau en slijtage remvoering van
remblokken
13 Rempedaal
14 Remlichtschakelaar
15 Rem-/koppelingsvloeistofreservoir
16 Contact voor (12)
17 Hoofdremcilinder en rembekrachtiger
18 Schakelaar verklikkerlampje handrem
19 Onderdrukaansluiting op motor voor rembekrachtiger
^ 11.2 Voorwielremmen
^ 11.2.1 Remblokken vervangen
DBA-remzadel
Uitbouwen
Figuur 11.2: Trek met een tang de borgpennen (2) uit de houderplaten (1)
Inbouwen
ATE-remzadel
Uitbouwen
Inbouwen
Inbouwen
A: oude uitvoering
B: nieuwe uitvoering
A: oude uitvoering
B: nieuwe uitvoering
1 Remzadel
2 Ontluchtingsnippel
3 Steun voor remzadel
4 Veer
5 Onderlegring
6 Bout
7 Bevestigingsbeugel
8 Binnenste remblokje
9 Buitenste remblokje
10 Klemveer
11 Borgpen
12 Keerring
13 Zuiger
14 Stofhoes
15 Borgring
^ 11.3 Achterwielremmen
Inbouwen
Hoofdremcilinder op rembekrachtiger:
Benditalia-rembekrachtiger 12-15 (1,2-1,5)
ATE-rembekrachtiger 21-28 (2,1-2,8)
Reviseren
- Neem de hoofdremcilinder uit elkaar aan de hand van figuur 11.13.
- Reinig de diverse onderdelen in spiritus of schone remvloeistof.
- Controleer de diverse onderdelen op beschadiging of slijtage.
- Zet de hoofdremcilinder in omgekeerde volgorde van uit elkaar nemen weer in
elkaar. Vernieuw in elk geval de cups. Zuigers, keerringen en dergelijke vóór
montage insmeren met ATE-vet.
Inbouwen
^ 11.5 Rembekrachtiger
Rembekrachtiger controleren
Trap bij stilstaande motor het rempedaal enkele malen stevig in. Als gevolg hiervan
zal de onderdruk uit de rembekrachtiger verdwijnen. Start nu de motor terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt. Als de rembekrachtiger goed functioneert, zal het
rempedaal een stukje naar beneden zakken doordat nu weer onderdruk ontstaat.
Terugslagklep controleren
^ 11.6 Handrem
De handrem werkt via kabels op de achterrem.
Handremkabel afstellen
- Trap het rempedaal enkele malen in zodat de remvoeringen zich goed tegen de
remtrommel zetten.
- Trek de handremhefboom aan, na twee tandjes aantrekken moeten de
achterremmen blokkeren.
- Stel zonodig af bij het verdeelstuk, zie figuur 11.15.
- Controleer na afstellen of de remschoenen niet aanlopen als de handremhefboom in
de ruststand staat.
- Controleer of het handremcontrolelampje werkt.
2 - linksachter;
3 - rechtsvoor;
4 - linksvoor;
Als u niet over een ontluchtingsset beschikt, heeft u bij het ontluchten een assistent
nodig. Voor het ontluchten met een ontluchtingsset zie bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
^ 12 Elektrische installatie
Uitklapschema's
^ Elektrische Installatie
Elektrisch schema 1A Elektrisch schema van de buitenverlichting achter; 1.5
Quadrifoglio Verde + Oro
Elektrisch schema 1B
Elektrisch schema 1C
Elektrisch schema 2B
Elektrisch schema 2C
Elektrisch schema 3B
Elektrisch schema 3C
Elektrisch schema 4B
Elektrisch schema 4C
Elektrisch schema 5B
Elektrisch schema 7B
Elektrisch schema 7C
Elektrisch schema 8B
Elektrisch schema 8C
Elektrisch schema 9B
Elektrisch schema 9C
^ 12.1.2 Draadkleuren
A Blauw
AB Blauw/Wit
AN Blauw/Zwart
AR Blauw/Rood
B Wit
BN Wit/Zwart
BR Wit/Rood
BLN Blauw/Zwart
BLR Blauw/Rood
C Oranje
CN Oranje/Zwart
CB Oranje/Wit
G Geel
GN Geel/Zwart
GV Geel/Groen
GR Geel/Rood
GB Geel/Rood
H Grijs
HG Grijs/Geel
HN Grijs/Zwart
HR Grijs/Rood
HV Grijs/Groen
M Bruin
MB Bruin/Wit
N Zwart
NZ Zwart/Violet
R Rood
RN Rood/Zwart
S Rose
SB Rose/Wit
SN Rose/Zwart
V Groen
VN Groen/Zwart
VB Groen/Wit
Z Violet
ZN Violet/Zwart
A - Start- en laadsysteem
A1 Accu
A2 Dynamo
A3 Dynamo met ingebouwde spanningsregelaar
A4 Spanningsregelaar
A5 Stroomverdeler
A6 Impulsgever
A7 Rotor
A8 Bobine
A9 Voorschakelweerstand
A10 Tweewegstekker voor bobine
A11 Startmotor
A12 Bougies
A14 Stekkeraansluiting dynamo
B - Elektrische bedieningsorganen
B1 Contactslot
B2 Ruitewisserschakelaar
B3 Ruitesproeier-/koplampsproeierschakelaar
B4 Verlichtingsschakelaar
B5 Claxonschakelaar
B6 Richtingaanwijzerschakelaar
B7 Bedieningsschakelaar lichtsignaal grootlicht
B8 Bedieningsschakelaar lichtsignaal dimlicht
B9 Schakelaar achterruitverwarming
B10 Schakelaar mistlampen vóór
B11 Schakelaar mistachterlicht
B12 Schakelaar alarmknipperlichten
B13 Bedieningsschakelaar voorste binnenverlichting
B14 Schakelaar achterste binnenverlichting
B15 Bedieningsschakelaar binnenverlichting
B16 Regeling instrumentenpaneelverlichting
B17 Schakelaar controleverlichting olieniveau versnellingsbak
B18 Bedieningsschakelaar deurvergrendeling; rechtsvoor
B19 Bedieningsschakelaar deurvergrendeling; linksvoor
B20 Bedieningsschakelaar portiervergrendeling
B21 Schakelaar elektrische zijruitbediening; rechts
B22 Schakelaar elektrische zijruitbediening; links
B23 Bedieningsschakelaar elektrische zijruitbediening; rechtsachter
B24 Bedieningsschakelaar elektrische zijruitbediening; linksachter
B25 Schakelaar voor instelling elektrische zijruitbediening achter
B26 Schakelaar voor instelling elektrische zijruitbediening achter en
sigaretteaansteker
B27 Bedieningsschakelaar elektrische hoogteverstelling van de voorstoel
B28 Bedieningsschakelaar elektrisch rugleuningverstelling; linksvoor
B29 Bedieningsschakelaar elektrisch rugleuningverstelling; rechtsvoor
B30 Bedieningsschakelaar elektrische binnenspiegelverstelling
B31 Bedieningsschakelaar elektrische antenne
B32 Bediening ruitewissersproeierpomp
B36 Dubbele bedieningsschakelaar elektrische buitenspiegel
B37 Bedieningsschakelaar parkeerverlichting
B38 Schakelaar achterruitewisser
C - Instrumenten
C1 Toerenteller
C2 Snelheidsmeter
C3 Voltmeter
C4 Benzinemeter
C5 Oliedrukmeter
C6 Koelvloeistoftemperatuurmeter
C7 Klokje
C11 Alfa Romeo Control
D - Verklikkerlampjes
D1 Verklikkerlampje dynamo
D2 Verklikkerlampje richtingaanwijzer
D3 Verklikkerlampje ingeschakelde verlichting
D4 Verklikkerlampje grootlicht
D5 Verklikkerlampje remvloeistofniveau
D7 Verklikkerlampje handrem
D8 Verklikkerlampje benzinereserve
D9 Verklikkerlampje choke
D10 Verklikkerlampje remvloeistofniveau/handrem
D11 Verklikkerlampje oliedruk
D13 Verklikkerlampje motortemperatuur
D19 Verklikkerlampje remvoeringslijtage
D21 Verklikkerlampje Alfa Romeo Control
D22 Verklikkerlampje achterruitverwarming
D24 Verklikkerlampje mistachterlicht
D25 Verklikkerlampje mistlampen vóór
E - Buitenverlichting
E1 Richtingaanwijzer vóór
E2 Stadslicht vóór
E8 Dim-/grootlicht
E9 Zijclignateur
E10 Mistlampen vóór
E11 Richtingaanwijzer áchter
E13 Achterlicht
E14 Achteruitrijverlichting
E15 Remlichten
E16 Mistachterlicht
E17 Nummerplaatverlichting
E19 Achterlicht; rechts
E20 Achterlicht; links
F - Binnenverlichting
F1 Voorste binnenverlichting
F2 Achterste binnenverlichting
F3 Plafonnier
F4 Motorruimteverlichting
F5 Kofferruimteverlichting
F6 Kofferruimteverlichting
F8 Verlichting kachelbediening
F10 Verlichting asbakje
F12 Instrumentenverlichting
F16 Contactslotverlichting
F17 Verlichting schakelaars
G1 Zekeringenkast
G2 Extra zekeringenkast
G3 Klemmen in zekeringenkast
G4 Vrije zekering
G5 Meervoudige aansluiting
G6 Meervoudige aansluiting B instrumentenpaneel
G7 Meervoudige aansluiting R instrumentenpaneel
G8 Enkelvoudige aansluiting
G9 Verbinding kabelboom linkervoordeur met schakelaar spiegel
G10 Verbinding kabelboom rechtervoordeur met schakelaar spiegel
G11 Verbinding voorste kabelboom met achterste kabelboom
G12 Verbinding voorste kabelboom met schakelaar spiegel
G13 Verbinding voorste kabelboom met kabelboom voor console
G14 Aansluiting naar driewegverbinding voorste kabelboom naar bedrading
portieren
G15 Aansluiting tweewegverbinding voorste kabelboom naar bedrading portieren
G16 Aansluiting zeswegverbinding voorste kabelboom naar bedrading portieren
G17 Aansluiting voorste kabelboom met kabelboom portier; rechts
G18 Aansluiting voorste kabelboom met kabelboom portier; rechts
G19 Aansluiting voorste kabelboom met binnenverlichting
G20 Aansluiting naar motor centrale portiervergrendeling; rechtsvoor
G21 Aansluiting kabelboom rechtervoorportier
G22 Aansluiting naar motor centrale portiervergrendeling; linksvoor
G23 Aansluiting kabelboom linkervoorportier
G24 Aansluiting naar motortje centrale portiervergrendeling; rechtsachter
G25 Aansluiting kabelboom rechterachterportier
G26 Aansluiting naar motortje centrale portiervergrendeling; linksachter
G27 Aansluiting kabelboom linkerachterdeur
G28 Aansluiting kabelboom rechtervoorportier met schakelaar zijruitbediening
G28a Aansluiting kabelboom rechterachterdeur met schakelaar zijruitbediening
G29 Aansluiting bedrading portiervergrendeling met zijruitbediening
G30 Aansluiting naar zijruitbediening en portiervergrendeling
G31 Aansluiting kabelboom linkervoorportier met zijruitbediening
G31a Aansluiting kabelboom linkerachterportier met schakelaar zijruitbediening
G32 Aansluiting kabelboom console met kabelboom rechterachterportier
G33 Aansluiting kabelboom console met kabelboom linkerachterportier
G34 Aansluiting kabelboom zijruitbediening
G35 Aansluiting achterste kabelboom met rechter koplamp
G36 Aansluiting naar motortjes elektrische zijruitbediening
G37 Aansluiting knipperlichten
G39 Aansluiting naar klokje
G40 Aansluiting naar schakelgroep rechterportiervergrendeling
G41 Aansluiting schakelaar toerenteller met impulsgever
G42 Aansluiting dynamo met sensor minimale oliedruk
G43 Aansluiting naar kachelbediening
G44 Aansluiting mistachterlichten
G45 Aansluiting kabelboom ruitewissersproeierinstallatie
G46 Aansluiting naar koplampen
G47 Verbinding met zijknipperlichten
G48 Aansluiting met elektrische spiegel
G49 Extra aansluiting
G50 Aansluiting voor inbouw luidspreker
G51 Aansluiting voor radio
G52 Massa in zekeringenkast
G53 Massa in motorruimte
G53a Massa in motorruimte; rechts
G53b Massa in motorruimte; links
G54 Massa in passagiersruimte
G54a Massa in passagiersruimte; rechts
G54a Massa in passagiersruimte; links
G57 Extra aansluiting magneetklep stationairinstelling
G58 Aansluiting naar sigaretteaansteker
G59 Aansluiting met elektrische buitenspiegel
G61 Aansluiting bobine
G63 Massa achter
G63a Massa achter; rechts
G63b Massa achter; links
G63c Massa achter; links
G64 Aansluiting Trip-computer met klok
G65 Coax-kabel
G71 Aansluiting verklikkerlampjes dashboard
G72 Aansluiting kabelboom rugleuninginstelling
G73 Aansluiting áchter
G73a Aansluiting; rechtsachter
G73b Aansluiting; linksachter
G74 Aansluiting kabelboom Alfa Romeo Control
G75 Aansluiting kabelboom met binnenverlichting
G76 Aansluiting kabelboom met binnenverlichting; rechts
G77 Aansluiting kabelboom met binnenverlichting; links
G78 Aansluiting met kabelboom voorportieren
G79 Aansluiting met kabelboom achterdeuren
G80 Aansluiting voorste kabelboom
G81 Aansluiting elektrische rugleuninginstelling; linksvoor
G82 Aansluiting elektrische rugleuninginstelling; rechtsvoor
G83 Achterste aansluiting voor stationair draaien
G84 Aansluiting kabelboom console
G85 Aansluiting vóór
G86 Aansluiting naar plafonnier
G87 Aansluiting naar motortjes centrale portiervergrendeling achter
G88 Aansluiting naar achterlichten
G89 Tussenaansluiting A
G90 Tussenaansluiting B
G91 Massa sensoren achterportieren
G92 Massa kofferruimte
G93 Massa op bovenste dwarsdrager
G94a Tienwegaansluiting in motorruimte
G94b Achtwegaansluiting in motorruimte
G94c Aansluiting motorruimte; rechts
G94d Aansluiting motorruimte; links
G95 Centrale zekeringenkast
G95A Aansluiting voor schakelaar
G95B Aansluiting voor schakelaar
G95C Aansluiting voor verklikkerlampjes instrumentenpaneel
G95D Aansluiting voor Alfa Romeo Control
G95E Aansluiting voor console
G95F Aansluiting voor mistlampen; voor en achter
G95G Aansluiting voor knipperlichtgroep
G95L Aansluiting voor klok en regelbare instrumentenpaneelverlichting
G95M Aansluiting voor elektrisch schuifdak
G95N Aansluiting voor accu
G95O Aansluiting voor contactschakelaar
G95P Aansluiting voor portierbediening
G95Q Aansluiting voor werkingsmeter
G95R Aansluiting voor achterruitverwarming
G95S Aansluiting voor instrumentenpaneel
G95V Zekeringen
G96 Enkelvoudige aansluiting Alfa Romeo Control
G97 Aansluiting linkervoorportier
G98 Aansluiting rechtervoorportier
G100 Aansluiting kabelbomen console/portieren
G101 Aansluiting trip-computer
G103 Aansluiting remvloeistofreservoir
G105 Aansluiting verlichting asbakje
G106 Massa stoelen
G111 Aansluiting kabelboom instrumentenpaneel
G114 Aansluiting sensor buitentemperatuur
G115 Aansluiting stekkerdoos trekhaak
G116 Aansluiting stekkerdoos trekhaak
G117 Aansluitverbinding motorruimteverlichting
G118 Aansluitverbinding kofferruimteverlichting
G119 Aansluiting spiegelverlichting
G120 Aansluiting kaartleeslamp
G121 Aansluiting voertuigkabelboom
G122 Aansluiting voertuigkabelboom
H - Schakelaars
H1 Handremschakelaar
H2 Achteruitrijschakelaar
H3 Remlichtschakelaar
H4 Plafonnierschakelaar
H5 Signaalschakelaar geopend linkervoorportier
H6 Signaalschakelaar geopend rechtervoorportier
H7 Signaalschakelaar geopend linkerachterportier
H8 Signaalschakelaar geopend rechterachterportier
H9 Schakelaar versleten remvoering rechts
H10 Schakelaar versleten remvoering links
H13 Chokeschakelaar
H15 Schakelaar in versnellingsbak voor minimum olieniveau
H17 Schakelaar remvloeistofniveau
H23 Verlichtingsschakelaar motorruimte
H25 Schakelaar verlichting handschoenenkastje
H26 Contactschakelaar bij achterdeur voor achterruitewisser
H27 Contactschakelaar op achterklep (achterruitverwarming)
H28 Schakelaar op carburateur
H33 Schakelaar kentekenverlichting
I - Relais
L - Zenders
L2 Oliedrukzender
L5 Koelvloeistoftemperatuurzender (lampje)
L6 Thermocontact
L7 Koelvloeistoftemperatuurzender (meter)
L8 Zender voor oliedrukmeter
L9 Tankvlotter
L10 Zender voor koelvloeistoftemperatuurmeter en verklikkerlampje max.
koelvloeistoftemperatuur
L12 Sensor olieniveau
L13 Sensor ruitesproeiervloeistofniveau
L14 Sensor koelvloeistofniveau
L16 Impulsgever toerenteller
L17 Sensor snelheidsmeter
L19 Sensor voor buitentemperatuur
M - Elektromagneten
M1 Magneetklep stationair-toerental-regeling
M7 Elektromagneet openen/sluiten portieren
O - Diversen
O1 Achterruitverwarming
O2 Claxons
O4 Autoradio
O6 Sigaretteaansteker; vóór
O7 Sigaretteaansteker; achter
P - Elektromotoren
P1 Ruitewissermotor
P2 Ventilateur
P4 Koplampwissers
P5 Motor elektrische stoelverstelling; linksvoor
P6 Motor rugleuningverstelling; rechtsvoor
P7 Motor rugleuningverstelling; linksvoor
P10 Centrale portiervergrendeling; rechtsvoor
P11 Centrale portiervergrendeling; linksvoor
P12 Centrale portiervergrendeling; rechtsachter
P13 Centrale portiervergrendeling; linksachter
P14 Zijruitbediening; rechtsvoor
P15 Zijruitbediening; linksvoor
P16 Zijruitbediening; rechtsachter
P17 Zijruitbediening; linksachter
P19 Ruitesproeiers
P20 Koplampsproeiers
P21 Ruitewissermotor; achter
P22 Ruitesproeierpomp achterruitewisser
Q - Verwarming
Q1 Aanjager
Q4 Aanjagerschakelaar
Figuur 12.2: Elektrisch schema van de achterste buitenverlichting; 1.3, 1.3S en 1.5
Figuur 12.5: Elektrisch schema van het instrumentenpaneel; 1.5 Quadrifoglio Verde
Figuur 12.14: Elektrisch schema voor de mistlampen; 1.3, 1.3S, 1.5 en 1.5 Quadrifoglio
Oro
^ 12.2 Dynamo
De Alfa Romeo 33 kan met verschillende typen dynamo's zijn uitgerust. In de figuren
12.21 tot en met 12.23 ziet u de verschillende dynamo's in onderdelen.
^ 12.3 Startmotor
De Alfa Romeo 33 kan met verschillende typen startmotoren zijn uitgerust. In de
figuren 12.24 tot en met 12.26 ziet u de verschillende startmotoren in onderdelen.
^ 12.6 Zekeringen
De zekeringenkast bevindt zich linksvoor onder de motorkap.
^ 13 Carrosserie
Maat A C E Q R S T U V
Waarde 2315 2450 2457 78 159 237 496,5 952,5 91,5
Tolerantie _1/+2 ±2 ±2 ±0,5 +2/_3 +0/_15 +0/_15 ±1 ±3
Maat B D F G H I L M N O P
Waarde 405 502 507 2313,65 493,93 2826,7 891 519 535 392196
Tolerantie ±0,5 _1/+2 ±2 ±1,5 ±1,5 ±1 ±0,75 ±1 ±2±1±3
^ 13.3 Portieren en
ruitbedieningsmechanisme
Figuur 13.9: Voorbeeld van de opbouw van een voorportier en het
ruitbedieningsmechanisme
^ 14 Periodiek onderhoud
Werkzaamheden om de 10 000 km
Werkzaamheden om de 20 000 km
Werkzaamheden om de 40 000 km
Werkzaamheden om de 60 000 km
- Distributieriemen vervangen.
^ 15 Aanhaalmomenten in Nm (kgm)
Motor
Wielophanging
Stuurinrichting
Remmen
^ 16 Revisiematen
Indien niet anders vermeld, worden de revisiematen in millimeters gegeven.
* Let op! Bij motoren met een halfbolvormige verbrandingskamer moeten altijd beide
cilinderkoppen worden gevlakt.
Nokkenas en klepbediening
In het hoofdstuk "Revisiematen" vindt u per beschreven motor een overzicht van de
revisiematen. Behandeld worden ondermeer de cilinderkop, de in- en uitlaatklep, de
nokkenas, de zuiger en cilinder, de zuigerveren, de krukas en drijfstang, de oliepomp
en het vliegwiel.
^ 17 Technische gegevens
Motor
Nota bene: De vulplaatjes zijn er in diktes van 3,25 ± 0,02 mm tot 4,65 ± 0,02 mm,
oplopend met 0,05 mm.
Smeersysteem
Koelsysteem
Inhoud (liter) ca. 7,3
Thermostaat:
opent bij 84-88 °C
geheel open bij 98 °C
slag > 7 mm
Inschakeltemperatuur
elektrische ventilateur 88-92 °C
Brandstofsysteem
Stationair toerental (min-1):
1351 en 1490 cm3-motoren 900-1000
1712 cm3-motor 850-1000
CO-percentage (vol.):
1351 en 1490 cm3-motoren < 3,5
1712 cm3-motor < 3,5
Brandstofopvoerdruk (bar) 0,18-0,30
Ontstekingssysteem
Ontstekingstijdstip vóór BDP:
bij 900 min-1 8° ± 1°
bij 4500 min-1 36° ± 1° (1712 cm3-motor: 34° ± 1°)
Ontstekingsvolgorde 1-3-2-4
Bougies Golden Lodge 25 HL
Elektrodenafstand (mm) n.v.t.
Koppeling en versnellingsbak
Min. dikte kop.plaat (mm) 6,5
Inhoud versn.bak (liter) 2,4
Oliekwaliteit API GL 4
Viscositeit SAE 80 W 90
Wielophanging
Bandspanning (bar):
vóór 1,8
áchter (1.3/1.3 S) 1,6
áchter (QV/Sport Wagon) 1,8
Bij volle belasting de bandspanning met 0,2 bar verhogen. Bij volle belasting van de
achteras de bandspanning van de achterwielen met 0,6 bar verhogen.
Remmen
Voorwielremmen
Buitendiameter remschijf 239 mm
Minimale dikte remschijf:
1351 en 1490 cm3-motoren 9 mm
1712 cm3-motor 20,2 mm
Minimale dikte na slijpen:
1351 en 1490 cm3-motoren 10 mm
1712 cm3-motor 21 mm
Slingering remschijf max. 0,03 mm
Minimale remblokdikte 7 mm
Trommelremmen
9"-uitvoering 228,6
8"-uitvoering 203,2
Max. diameter na uitdraaien:
9"-uitvoering 229,1
8"-uitvoering 204,0
Min. dikte remvoering 0,5 mm
Handrem 2 klikken vast