c



   

2
 

ñ ? Wil je  

krijgen in de beslissingen i.v.m. onze leefruimte, dan dien

je de spelregels te kennen. De overheid stelt die op in een
democratische besluitvorming.
ñ ? De 
 die nu gelden, kunnen in de toekomst best   
ñ ? Joch zijn er een aantal principes van ruimtelijke ordening die

 

 en kunnen helpen bij het zoeken naar argumenten voor een
bepaalde keuze.

ñ ? aitgebreid en gevarieerd aanbod van woon-mogelijkheden,

arbeidsplaatsen, transport-mogelijkheden, onderwijsvoorzieningen en
ontspanningsmogelijkheden
 kenmerk bij uitstek van stedelijkheid
ñ ? cet samengaan van al deze functies veroorzaakt soms conflicten
ñ ? „bn?
Ô? „eranderde rijrichting in Wervik

 
 

      

ñ ? ë
 

 eisen ¶waterruimte·. De plannen om wateroverlast te
vermijden, zijn er maar er is ook actie nodig om die uit te voeren.
Milieuorganisaties dringen aan op minstens 4000 ha bijkomende
overstromingsgebieden en een ¶onthardingsbelasting·.
ñ ? ^   

 daarentegen pleiten voor diepere baggering en
hogere dijken, maar volgens de milieubewegingen zou dat het
probleem niet structureel oplossen en duurder zijn dan de aanleg van
natuurlijke overstromingsgebieden.
?
£ ? 6

 
 
?
ñ ? „erkeersdrukte, conflicten, « o.a. veroorzaakt door ruimtelijke wanorde
in het gegroeide ruimtegebruik

ontstaan door gebrek aan goede ruimtelijke ordening

] 


   


   


ñ ? Doel is het bekomen van ruimtelijke



Ruimtelijke functies gaan harmonieus met mekaar samen (= complex)


 



   

 
  


ñ ? 2 Vlaa
r 
?  

 

v r al
 f 

 r 
 vrvll 

?
?
?

?  

 rv
   waar
 r
br  


ñ ? Úpl

 Ú p plala
 vrwv va f  


vb. parr ara  
r pl  (vb. Krr )

vb. b (rra + pr
 + b

b
vr)

 
ñ ? a
a  vr rl  r
 

Ô? ÿa pra p
 r p  
?? ?

 b a
r
?
 

?   ? ??? ?
 ? ?   ?


 , 
 vr
  
 ?

 . Z bl.
ñ ? Ú aa
 
 va
 vrll
 r brr   

D vr
( wl , prv aal   l ) l



plr l p  
ra blvr  
rvr r 
a
 plr l vl
wr
 .


?   ?

ñ ? 2 vr l   brla
 wa
 ^
? p 
 ?



 vr laa ( 1962).
ñ ? c Vlaa Gw f
 w v b
 f
ralr
vr    afwa va  w r aa pa
w v .
ñ ? ÿrl 1 va
 w f    a va va

b
l  va
 l w

 ñ ? D rl  r
  br aa
 a
va 

?
(grafische plannen) waarp vr  af ba
 pla b


?
 (bv. w  , la
bw, rra,

r) wr
  lr
. c 
  l.
{
em{estemmingsplannen.

 a
 b
b l  p prl va .b.v. p
 ??



??

bva  br
 l 
 + l b l 


ñ ? D pla  r  va
 vr
   arar

Ô? c pla 
a l
 vr  bpaal
 
,  pr p  
wr
 vrva 
r  w pla va lf
 
.
ñ ? D w vr pla  va vrll
 

 a aal
pla , rpla  , wpla  , al    b 
r
 l  pla  (ÿ ÿ
  B ÿ
), vravl  
bwpla  .

ñ ? ‰ pla va  bpr b
 À ? ??? ?

? ? ??? ? ’ c 
 b
b
vr  l r b
vral   r  



p plaal  a
 
 .
ñ ? D w f
  l 
 p   , aar  l  

 p. c  alv va
 w a l
   raf. D

   aa b  va  raf  baa 

!
rlaar l (bvb.  afbr va  w w  ,
p w bb ).

ñ? î
 


   



 





Ñ    
     

ñ ? De gewestplannen en 

 


 (zoals de APA·s,

 

 


, voor gehele gemeente en de BPA·s,

   

 


, voor een wijk)legden voor elk perceel

de bestemming vast.
ñ ? Wilde men een bestemming wijzigen, dan moest dat meestal volgens
een logge,      
Ô? cet was dus zeer moeilijk om aan te knopen bij de veranderingen
van een snel evoluerende samenleving

ñ ? Andere kritieken«
Ô? de plannen werden 

 opgesteld (de suburbanisatie was

reeds in volle gang)
Ô? de plannen raakten snel   , er werd te weinig rekening
gehouden met de snelle groei van sommige regio·s

"
Ô? de plannen waren zeer  , moeilijk te veranderen

#
Ô? er was  


  

Ô? de plannen werden vaak   

 door politieke,
financiële en economische belangen
Ô? „erschillende naast mekaar gelegen bestemmingen met mekaar
in  

Ô? Ruimte in „laanderen verder    

0 ?
 

0  c 
 





ñ ? „anaf jaren ·80

Ú
  zoeken voor probleem van de knelpunten in de

bestaande ruimtelijke ordening
*
concept van   

 
ñ ? aitgaande van een overleg over het samengaan van diverse

$
economische, demografische, sociale en ecologische noden
A
%&
D    ruimtelijke ontwikkeling van
„laanderen in de ste eeuw

'(( )
ñ ? Die gewenste ruimtelijke ontwikkeling werd het 
   

„laanderen (RS„) ² periode 7- 007

*

*
beleidsdocument dat de gewenste ruimtelijke structuur van
„laanderen tegen 007 aangaf
0   
 

+
ñ ? ‰en bestemmingsplan is altijd    aan een structuurplan.
Concreet betekent dit dat de oude en de nieuwe
bestemmingsplannen 
   

 zijn (RaP)

0  ?
 

ñ ? RaP·s werden uitgewerkt op drie beleidsniveaus

,
Ô? het Ruimtelijk Structuurplan 

  (RS„) door het „laams

ewest

-
Ô? een Œ  

Ruimtelijk Structuurplan (PRS) door elke provincie

Ô? een D 
  Ruimtelijk Structuurplan ( RS) door elke
gemeente

.
ñ ? ^epalingen in RS„ zijn    voor ontwikkeling van Provinciale en
emeentelijke structuurplannen
ñ ? aitgangspunt
beslissingen worden genomen op het meest geschikte
bestuursniveau, d.i. het zgn. 
  

0 0 ? c  

/
ñ ? Analse van

 ruimtelijke kenmerken

de  ruimtelijke structuur

/
daarna volgt een overleg met onderhandeling besluitvorming tussen alle
betrokkenen
ñ ? Ruimtelijk Structuurplan volgt 3 sporen
Ô? Spoor van 

      

 
Ô? Spoor van de  
     moeten
behandeld worden
Ô? Spoor van de 

 van de bevolking
Jussen de drie sporen voortdurend confrontatie om doelstellingen aan
mekaar te toetsen

0  ?   

Naast de grafisch uitgewerkte plannen (kaarten) «

ñ ? 2  

 met beschrijving, analse en evaluatie van de
ruimtelijke structuur
Ô? nederzettingsstructuur
Ô? openruimtestructuur
Ô? ruimtelijk economische structuur
Ô? de lijn- en mobiliteitsstructuur

0
Ô? de globale structuur
ñ ?     gedeelte met visies
ñ ? D   (zelfde onderdelen als vorige)
ñ ? ^  
 (opnieuw vorige onderdelen)
Ô? Niet afwijkbaar

ñ ? Drafische plannen zijn geen kaarten meer met bestemmingen maar

met structuren

 ?  
 





ñ ? î
  
Ô? Dichtbebouwde gebieden
Ô? Meestal kleiner dan de gemeentegrenzen van een gemeente
die stad heet
Ô? Soms kunnen ze ook verder reiken dan de centrumgemeente
van die stad
Ô? cet RS„ wil die gebieden versterken door woningen en
bedrijventerreinen te voorzien

ñ ? De 
   
Ô? streven naar het gericht verweven en  
 
  
    waaronder de economische activiteiten binnen
de stedelijke gebieden
Ô? een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande
stedelijke structuur is   

Ô? „b. „laamse Ruit,
Kuststreek, Kortrijk
en omgeving, regio
casselt-Denk,
gebied langs
Kempense kanalen

ñ ? De economische netwerken
Ô? concentreren van economische activiteiten in die economische
netwerken in plaatsen die deel uitmaken van de bestaande
economische structuur van „laanderen is essen tieel
Ô? „b. aan het Albertkanaal en Kanaal Dent-Jerneuzen

1
ñ ? Stedelijke gebieden, stedelijke en economische netwerken
Ô? Ëandschap speelt binnen deze gebieden een    rol
Ô? -oveel mogelijk functies  
 (Nieuwe woonwijken,
fabrieken, winkelcentra, kantoorgebouwen moeten zoveel
mogelijk in deze gebieden ondergebracht worden.

2
ñ ? î     

Ô? van „laanderen, de kust over het Meetjesland, de
Scheldepolders en de Kempen tot de Maasvlakte, „laamse
Ardennen, Westhoek, de polders,«

 Ô? ^

         
ñ ? De      bundeling (= binnen bestaande
verspreiding van de bebouwing streven naar verdichting)
gaat in tegen de ongebreidelde suburbanisatie en
versnippering en vermindert zo de druk op het
buitengebied
ñ ? †  
 biedt mogelijkheden
voor het draagvlak van de steden
en de kernen van het
buitengebied, voor het
collectief vervoer en het
behoud van de
verscheidenheid van de
landschappen

ñ ? î  

3
Ô? cier moet de
 optimale kansen krijgen
Ô? Deze gebieden beschikken over heel  




landschappen
Ô? î  dient behouden te worden
Ô? cet toekennen van bouwvergunningen moet hier aan heel strikte
 

 
onderworpen worden.

ñ ? cet vrijwaren en versterken van de      tussen de

grotere, aaneengesloten gebieden
Ô? ‰ssentieel voor de    binnen het buitengebied
Ô? cier bouwen zal haast onmogelijk worden.
Ô? Waar wegen of andere onnatuurlijke hindernissen de verbinding
verbreken, zal men gebruik maken van ecotunnels en
ecobruggen

ñ ?   

 
Ô? Ruimtelijke structuur v/h buitengebied wordt vandaag bepaald
door het samenhangend geheel van «
ñ ? rivier- en beekvalleien
ñ ? grote en aaneengesloten natuur- en boscomplexen
ñ ? belangrijke landbouwgebieden
ñ ? de de nederzettingsstructuur
ñ ? het landschap
ñ ? de infrastructuur
Ô? „ervullen belangrijke rol als


     
 die de migratie van
fauna en flora mogelijk
moet maken.
 4
ñ ? î  


  
Ô? 
  Antwerpen, Dent, -eebrugge en Oostende (in
samenhang met de regionale luchthaven van Oostende)
Ô? stations voor de  
  (Antwerpen en ^russel)
Ô? internationale passagiers- en vrachtluchtaven van -aventem

motor voor de economische ontwikkeling van „laanderen

ñ ? î  


  
Ô? Wegens hun bestaande of potentiële positie in het internationale
communicatienetwerk
? water, weg, spoor, lucht, telecommunicatie

Ô? element van de economische structuur op  



 

Ô? kunnen belangrijke
 


    
aantrekken (groeipolen)
Ô? voldoende ruimte voorzien