Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 26

1 Zakenrecht

2 Inleiding
- Iets meer casus dan theorie
- Vermogensrecht in kort bestek: goederen en bijzondere overeenkomstenrecht plus
aanvullen met ppt
- Wetteksten steeds mee naar college => boek 2 BW
- Akte afdrukken
- Goederenrecht is een extra boek en kan handig zijn
- Zakelijk zekerheidsrecht => hypotheek

3 Deel 1 Algemene begrippen van het vermogensrecht

3.1 Hoofdstuk 1: vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke


rechten
- FOD Economie => intellectuele rechten
- Persoonlijke rechten => verbintenissenrecht = tussen 2 partijen
- Zakelijke rechten => heb je een recht op een goed
- Veldwetboek mag je niet meenemen maar er is daar één stukje dat je moet kennen
- Zakelijke hoofdrechten die op zichzelf staan
- Hypotheek is zakelijk zekerheidsrecht
- Definitie nooit vragen
- Onderscheid tussen persoonlijk en zakelijk recht
o Verjaringstermijn: 10 en 30 jaar enorm verschil
o Territoriale bevoegdheidsregeling: plaats van de verweerder of het onroerend
goederen
o Bekendmaken => de eerste die registreren krijgen het

o
o In het boekje niet: nummer 3-4-5-6-7-8-9
3.2 Hoofdstuk 2: bijzondere kenmerken van zakelijke rechten
- Bescherming tegen insolvabiliteit
o Kunnen de schuldeisers aan zijn woning? Nee dat gaat niet want het is zijn privé
vermogen
o Oefening garagist zie ppt
 Audi A6 maakt geen deel uit
 Delen door 2 (laatste in rij) chiropraphaire en je hebt ook nog
pondspondsgewijs => een breuk
 De laatste bank krijgt het volledig
- Volgrecht
o Oefening ppt
 Niet concurrentie beding
 Dat het op het pand kleeft => zakelijk recht
 Recht op natrekking: eigenaar van grond is ook eigenaar van gebouw en met
opstal kan je dat oplossen want dan ga je het splitsen
 Erfpacht: begijnhof
 Erfdienstbaarheid is van toepassing op deze oefening: voorbeeld is recht van
doorgang
- Specialiteitsbeginsel
o Je kan het bepalen
o Dat gaat niet op geld
o In het boekje niet nummer 15
- Zakelijke subrogatie

o
o Brandverzekering
o Geld krijgen met mensen die verdwenen zijn
o Clausule van wederbelegging
o Enkel deze drie artikelen kennen
3.3 Hoofdstuk 3: numerus clausus vs wilsautonomie

-
- In het boekje niet nummer: 19 al 2 en 3 – 21-22-23-24-25-26-27

3.4 Hoofdstuk 4 zakelijke en persoonlijke rechtsvorderingen

-
3.5 Hoofdstuk 5 vermogensleer
- Iedereen heeft 1 vermogen
- Je maakt een rechtspersoon met eigen vermogen => scheiding
- Onroerende goederen
o Uit hun aard
 Grond, gebouw, fabriek met de lift erin
 Stacaravan
 Camper is daarentegen roerend
 RB => registratiebelasting
o Onroerend door bestemming
 Tractor
 Bestek met hotel logo
 Kip => ei => onroerend door bestemming
 Kip eten => roerend
o Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
 Als er RG bijstaat is het ook roerend goed
- Roerende goederen
o Restcategorie => alles wat je kan vastpakken en meepakken dus eigenlijk alles wat
niet onroerend is
o Anticipatie => vooruitlopen op de verkoop
 Voorbeeld kriekenboom => confituur
 Stel dat we de fruitboom verkopen voor 100 000 euro dan moet je naar de
notaris voor registratiebelasting van onroerend goed. Je gaat het opsplitsen
in onroerend en roerend voor 80 000 onroerend dus 8000
registratiebelasting in plaats van 10000.
 Ander voorbeeld is een villa kopen
 Je moet correct zijn zie verkoopovereenkomst woning – notariële praktijk


o Belang onderscheid het heeft heel wat gevolgen
- Opdracht zie ppt

-
o 1) onroerend uit aard
o 2) roerend
o 3) onroerend uit zijn aard
o 4) onroerend door bestemming
o 5) roerend
o 6) onroerend door bestemming
o 7) roerend
o 8) onroerend uit aard
o 9) onroerend uit aard
o 10) onroerend uit aard
o 11) onroerend uit zijn aard
o 12) roerend
o 13) roerend
- Lichamelijke en onlichamelijk
o Ook ruiken is dus lichamelijk zoals gas
o Onlichamelijk kan je niet zien want je kan een handelszaak niet vastpakken
- Openbare en private
o Niet nr 35; nr 57 tem 60; nr 63 tem 74 wel nr 75
- Cultuurgoederen moet je niet kennen
- Niet verbruiksgoederen en verbruiksgoederen
o Verdwijnen niet bij het eerste normaal gebruik => niet verbruiksgoederen
o Verbruiksgoederen => verdwijnt bij eerste gebruik
o Vervangbaar nieuw eieren
o Niet vervangbaar goed => uw laatste fles dus je geeft een fles van dezelfde waarde
- Niet nr 82 tem 84
4 Deel 2: overeenkomsten inzake overdracht van eigendom

4.1 Hoofdstuk 1: eigendomsrecht


- Artikel 544 Burgerlijk Wetboek is van toepassing
o Je mag doen wat je wilt met je eigendom, maar je mag niet alles
o Eigenaar => genot, beschikken, gebruik
o Huurder => mag niet beschikken dus dat wilt zeggen verkopen of vernielen. De
huurder mag enkel gebruiken
o Vruchtgebruik => heeft ook het genot = dus je mag de vruchten ervan hebben
o Je kan ook een aandeel in vruchtgebruik hebben dus je mag ervan genieten => uw
dividenden
o Het heeft geen absoluut karakter
o Niet nummer 86; laatste alinea van nummer 88; en laatste alinea van nummer 89
- Kenmerken
o Eeuwigdurend => eigendom gaat over op uw erfgenamen
 Het is in strijd met de sociale dimensie
 Als iemand er wel iets op zet dan ben je het wel kwijt
 Er is niets om tegen te houden
 Bij een woning => leegstandbelasting
o Alomvattend => eigenaar mag beschikken, gebruiken of genieten
 Beperkingen staan in de wet
o Exclusief => 1 eigenaar heeft alle bevoegdheden en bij mede eigenaars moet je
samen beslissen
- Beperkingen eigendom
o Publiekrechtelijke beperkingen
 Erfdienstbaarheden
 Zo maar veranderen van woongrond naar bosgrond is niet tof voor de
mensen => openbaar nut
o Privaatrechtelijk beperkingen
 Burenhinder
 Ze willen daar enkele artikels aan toevoegen
 Gebaseerd op evenwichtsleer => er moet evenwicht zijn en wanneer
verstoren dan is er geen evenwicht meer
 Je hebt het schoorsteenarrest 6 april 1960 => artikel 1382 ging hier al
niet bij en artikel 544 ging wel want hij kon niet ten volle genieten
van zijn eigendom
 Plaats, tijdstip, intensiteit, eerste ingebruikname, technische
vooruitgang en modernisering => dan is er bovenmatige hinder
 Geen rekening houden met subjectieve factoren
 Wie stelt de vordering in
o Naast u en over u wonen
o Iedereen die een persoonlijk of zakelijk recht heeft
o Een aannemer of architect is geen buur
 Verhouding tussen art 1382 en 544
o Voor de billijke compensatie => integrale schadevergoeding


 Eerste pijl is 1382
 De pijlen daaronder zijn 544 en 1382 en de pijl naar boven is contractuele
aansprakelijkheid
 Filmpjes kemphaantjes
 Eiser => plaats, 1ste eigenaar, intensiteit
 Verweerder => plaats, intensiteit en enigste buur die last kan hebben
 Muziekschool deze oefeningen waren een examenvraag
 Intensiteit +++
 Art 544 is er bovenmatige hinder
 Subjectief mag niet
 Wie was er eerst
 Mag de muziekschool er zijn
 Artikel 1382 BW
 Hond
 Art 544 bovenmatige hinder
 Intensiteit +++
 Plaats
 1382 een onzorgvuldigheid
 Varkenskwekerij
 Ze weten dat als ze er komen wonen
 Ze kunnen niet ten volste genieten van het eigendom => artikel 544
 Modernisering
 Rechtsmisbruik hoort ook nog onder privaatrechtelijke beperkingen
 Algemeen rechtsbeginsel
 Art 1382 BW
o De bedoeling om aan de andere schade te berokkenen =>
een muur bouwen zo hoog dat de zon niet door kan
o Meest schadelijke uitoefeningswijze
o De grenzen van uw woning te buiten gaan

- Kenmerken

- Vruchten

4.2 Hoofdstuk 2: Mede-eigendom en onverdeeldheid


- Meervoudige eigendom
o Mede eigendom => trap van een appartementsgebouw
o Collectieve eigendom => beleggingsfonds => een liedje maken
o Multi eigendom => time sharing => we gaan de tijd opsplitsen
- Begripsomschrijving en onverdeeldheden
o Abstract mathematisch aandeel
o Je gaat altijd een breuk vinden in de gemeenschappelijk delen
o Zakelijk recht kan men opsplitsen
o Niet nummer 128 alinea 2
- Soorten mede eigendom
- Toevallige mede- eigendom
o Algemeen
 Niet organiseren
 Tijdelijk karakter
 Beslissingen worden met unanimiteit gegeven
 577 2de kleine letters lezen tot en met 9
 Alle bevoegdheden kan je doen met uw deel => bedenking
o Met betrekking tot het onverdeeld goed zelf
 Genot, gebruik
 Beheer
 Beschikking
o Daden van behoud en beheer
 Ze moeten alle drie akkoord gaan
o Plichten van de deelgenoten
 Bijdrageplicht => aanvullend recht
 Bevoegde rechter
 In de ppt alles wat rood is dwingend recht
o Einde
 Verdeling
 Vermenging
 Afstand
- Gedwongen mede eigendom
o Algemeen
 Art 577-2, §9-10§ mag men niet van afwijken
 Geen toepassing van art 815
 Niet nummer 159 tem 161
o Bevoegdheden
 Niet beschikken over bijzaak zonder hoofdzaak
 Gebruiken en genieten
 Herstelling en zelfs vernieuwing in de vorm van herstelling
o Einde
 Tenietgaan
- Appartement mede eigendom
o
o Vroeger woonden niet in appartement
o Allemaal dwingend recht
o Allemaal aparte mede eigenaars
o Toepassingsgebied
 3 voorwaarden art 577-3
 Onroerend goed
 Privatief en gemeenschappelijk delen
 Meerdere eigenaars
 Men mag hier van afwijken
o Verplichte akten
 Statuten
 Basisakte
 Reglement voor mede eigendom
 577-4 notariële akte
 Reglement van interne orde
o Casus
 Casus 2: zien of het lek uit het gemeenschappelijk deel komt want anders
privatief en dus individueel => vloerbekleding is privatief maar de roofing is
gemeenschappelijk want alles niet in de statuten is gemeenschappelijk en
ook inherent aan de ruwbouw.
 Casus 1: lift gemeenschappelijk aan iedereen maar man handelspand
gebruikt dat niet. Het exclusief gebruiksrecht is de statuten zetten.
o De organen
o Algemene vergadering van mede-eigenaars en die zitten er allemaal in
o Syndicus die voert de beslissingen van de algemene vergadering uit. => deze twee
vormen samen de vereniging voor mede-eigenaars.
o De VME
 2 voorwaarden
 De overdracht van een andere kavel op een ander
 Deelverenigingen gaan ze opstellen als er meerdere gebouwen zijn
o De AV
 Elke mede-eigenaar
 2 soorten: de gewone en de bijzondere
 Aanwezigheid 577-6§5 het gehele tweede lid en beslissingen 2/3
 Volstrekte meerderheid => de helft plus 1
 Gekwalificeerde meerderheid 4/5 (art 577-7§1)
 Eenparigheid (art 577-7§3) eerst hier bij kijken en dan bij gekwalificeerde en
dan volstrekte
 Oefening art 577-7§1,2°,d dus 4/5 meerderheid
 Oefening art 577-7§1,1°,b 2/3 meerderheid tenzij wettelijk opgelegde
werken volstrekte meerderheid
 Oefening hetzelfde als hier boven
 Vraagje
 Vertegenwoordigen door een volmacht
 Syndicus moet melden wanneer de algemene vergadering is (art
577-8,§4,8°)
o Syndicus
 Benoeming en is voor 3 jaar maar kan op elk moment ontslagen worden
 Zeer veel taken zie art 577-8
 Oefening: 1) alleen beslissen 2) mag advertentie plaatsen en de offertes op
AV 3) alleen beslissen
o Raad van mede-eigendom
 Toezicht op syndicus
 Verplicht vanaf 20 kavels
 Eerst tekening in ppt => compromis => naar notaris voor notariele akte
 De risico’s gaan over bij de compromis
 In de praktijk bij de sleutel dus tegen de wet
o Eigendomsrecht van een kavel => aanvullend recht
 Bij de compromis de verslagen AV en hoe de verdeling is
 De kosten NE indien opeisbaar (verzoek betaling factuur) na datum
overdracht kavel
 Gewone lasten
 NE vanaf datum overdracht kavel behoudens effectief gebruik
 Buitengewone kosten
 Vanaf datum overdracht kavel behoudens volmacht AV
 Casus
 Valt onder puntje 3 bij de kosten => NE want factuur na overdracht
kavel
 Factuur voor overdracht kavel
 Het is voor de oude
 => oplossing andersluidende clausule dus alles voor de oude
o Werkingskapitaal: om de dagelijkse rekeningen en vaste kosten te betalen. Het
werkingsfonds wordt pro rato berekend bij overdracht appartement => kleine
werken
o Reservekapitaal: nieuw en daar spaar je voor de grote werken eigenlijk. Je bent dat
kapitaal kwijt als verkoper en blijft van de vereniging van mede-eigenaars. => vroeger
voor 1/1/2019 was dat verplicht voor een reservefonds en we moeten jaarlijks
minstens 5% bedraagt. Waarom => heel veel wettelijke verplichtingen nu en dat is
om te motiveren die 5% de wet voorziet opt out wanneer 4/5 van de mede eigenaars
dit fonds niet willen.
o Solidariteitsbeginsel art 577-11/1 BW
 Heel veel schulden en de wet zegt dat de notaris het recht om schulden in te
houden vb 200000 verkoop => koop => schulden 20000 => notaris inhouden
dus 180000. Ze krijgen wel 20 dagen om die schulden te betalen en dan
krijgen ze het volledige bedrag.
o Precontractuele informatieplicht
 Je moet de syndicus aanschrijven
 Zijn er schulden
 Aandeel in reservekapitaal
 Aandeel in werkingskapitaal
 Notaris, vastgoedmakelaar en mede-eigenaars zijn verplicht
 Notaris krijgt 30 dagen

o Procedures
 VME – individuele mede eigenaars
 Kan je dagvaarden
 VME => syndicus komt dan
o Oefening
 Niet tevreden met de syndicus
 3 weten we ja en 5 niet
 Allemaal dezelfde in gemeenschappelijke delen
 577-6 en 8
 577-8§6 => de algemene vergadering kan steeds de syndicus ontslaan
 577-6§2 tweede lid => je moet minstens 1/5 van de aandelen 2400 dus ze
heeft 900 om een bijzondere algemene vergadering te houden => wanneer
syndicus niets doet dan is het 1 van de mede-eigenaars die dat doet
 Meer dan de helft moet aanwezig zijn dus 5 en de helft van de
gemeenschappelijke delen hebben
 De 50+1 => 577-6§8 de volstrekte meerderheid

4.3 Eigendomsverkrijging
- Natrekking de eigenaar van de grond is ook de eigenaar van de gebouwen
- Opstal overeenkomst is ik wil geen natrekking
- Zaakwaarneming moet je niet kennen
- Onroerende natrekking de bijzaak die de hoofdzaak volgt
o We krijgen een bouwgrond van onze ouders en we bouwen daar op en je gaat
uiteen. Grond en woning van u.
o Dubbel weerlegbaar vermoeden 553 BW
o Artikel 554 BW => de partner heeft centjes gegeven voor materiaal dus dan moet je
die vergoeden => enkel die materialen
o Artikel 555 BW => ik koop een bouwgrond en teken compromis en dan notariële
akte. Je bouwt al op de grond van de andere en de verkoopovereenkomst
tenietgegaan TGT niet afbreken dus je kan materiaal vragen en meerwaarde grond
en bij TKT => afbraak op eigen kosten
- Verkrijgende verjaring
o Materieel heb het
o Intentioneel dat ik als eigenaar heb
o Deugdelijk => voortdurend, onafgebroken, openbaar en niet dubbelzinnig
o Kan je de 0 termijn aanhouden
o Art 2279 BW

5 Deel III: overeenkomsten inzake gebruik en genot van een goed


5.1 Hoofdstuk 1: erfdienstbaarheden en vruchtgebruik
- Recht van doorgang
- Heersend erf mag de weg gebruiken en lijdend/dienend erf heeft dat wegje maar moet dat
ondergaan
- Notariële akte
o De eerste heeft er geen en de ander wel
- Definitie en kenmerken
o Art 637 -710 bis BW
o Geen beschikking
o Een onroerend zakelijk recht
o Volgrecht aangekoppeld => wie het ook koopt dat de erfdienstbaarheid aan gaat
koppelen
o Het recht ondeelbaar
o 2 verschillende eigenaars
- Kenmerken
o Een kost voor een lijdend erf en het moet op een zaak gericht zijn
o Het moet een verband hebben
o Verschillende eigenaars

o
- Indeling
o Private/openbare erfdienstbaarheden
 Algemeen belang
o Volgens hun oorsprong 639 BW


 Wettelijk zoals recht van uitweg, lichten en zichten
o Wijze van uitoefening
 Voortdurende maar je moet er niets voor doen
 Niet-voortdurende uitoefening verreist van de mens zie artikel 688 tweede
lid en derde lid BW
 Zichtbaar is zie ik
 Niet zichtbaar => zie ik niet dus artikel 689 tweede lid en derde lid BW
o Belang
 Enkel voortdurende en zichtbare kunnen ontstaan door verkrijgende
verjaring
 Recht van doorgang is het niet maar enkel door rechtshandelingen
 Bij richten en zichten wel
o Vraag
 Verzwaringsverbod 702 het heersend erf
 Verminderingsverbod 701 het lijdend erf mag niets doen om het te
veranderen
 Het doel van de erfdienstbaarheid
 Kosten => heersende erf en anders de kosten verdelen
 Beschrijving over welk erf het gaat
 Hoe lang is een recht van doorgang => eeuwig durend
 De rechten van het heersend erf
 Vergoeding
 Procedure => art 697 -699
 Beëindiging
 Pro fisco verklaring => registratiebelasting en hoeveel waarde heeft de
erfdienstbaarheid
 Arbitrageprocedure
- Erfdienstbaarheid door de mens gevestigd => conventioneel
o Door titel
o Door verkrijgende verjaring

o Door bestemming van de huisvader art 692 BW


- Wettelijke en natuurlijke erfdienstbaarheid
o Ontstaan door de wet of natuurlijke ligging
o Recht van uitweg 682 -684
 Ingesloten
 Geen toegang tot de openbare weg en onmogelijk zonder overdreven kosten
te maken
 Vergoeding
 De minst schadelijke weg
 Rechter vorderen


- Einde art 703 -710bis BW

o
- Oefening blog
o Recht van doorgang
o Contract maar wet zegt dat heersend erf moet betalen
o Art 697 – 698 BW He en de kosten He
o Art 702 BW He verzwaringsverbod => Sv
- Oefening blog 2
o Recht van doorgang verlies van nut art 710bis BW
o Recht van uitweg art 684 BW
5.2 Hoofdstuk 2 Vruchtgebruik
- Begrip en kenmerk

o
o Naakte eigenaar kan heel weinig
o Wanneer vruchtgebruiker sterft en dat komt samen met naakte eigenaar => volle
eigenaar => automatisch
o VG + BE = VE
- Zakelijk recht
o Roerend als onroerend
o Lichamelijk als onlichamelijk
o Volgrecht
o Persoonsgebonden recht
o Tijdelijk recht want gebonden aan de levensduur
o Geen vergoeding
- Door een overeenkomst of testament

o
o Bovenaan => VE => schenk vruchtgebruik onder voorbehoud van de blote eigendom
=> VG dus je hebt nog steeds de BE => na 3 jaar gaat het VG terug
o Naar het rusthuis dus schenken blote eigendom en behouden VG en het moment ze
sterven want dan vruchtgebruik bij blote eigendom => VE deze is onderaan
o
o Ouders koopt vruchtgebruik en kind koopt blote eigendom => schenken het geld om
zo het blote eigendom te kopen.
- Hoe kan men vruchtgebruik verkrijgen
o Door de wet (art 745 BW)
o Door een rechtshandeling
 door een overeenkomst (art. 1 Hyp.W.): 3 praktijkgevallen
 Vennootschap koopt VG en zaakvoerder koopt BE
 Ouders kopen VG en kinderen BE
 Gesplitste aankopen
 Schenken/verkopen onder voorbehoud van vruchtgebruik
 door een eenzijdige rechtshandeling (testament)
o de gesplitste aankopen
o de verkrijgende verjaring (art 2265 – 2279 BW) uitzonderlijk: niet
- Rechten en plichten van de vruchtgebruiker
o Bij aanvang van het vruchtgebruik (art. 600 - 601 BW)
 Afgifte (staat)
 Borgstelling = aanvullend recht
 Inventaris RG/staat OG ten laste van VG
o Tijdens duur vruchtgebruik
 Rechten van de vruchtgebruiker t.a.v. het recht van vruchtgebruik
 Hij kan ‘zijn recht’ vervreemden, met zakelijke rechten bezwaren (art. 595
BW)
 Geen betekening vereist aan blote eigenaar
 Oppassen vruchtgebruik 2de vruchtgebruiker tot dood 1ste
vruchtgebruiker

o
 Rechten van de vruchtgebruiker t.a.v. het bezwaarde goed
 Gebruik (art. 587 en 589 BW) en genot (art. 582 BW): dubbele beperking
 (1) als goede huisvader beheren
 (2) bestemming handhaven
 Lot vruchten bij beëindiging
 Natuurlijke vruchten (art. 585 BW)
 Burgerlijke vruchten (art. 586 BW)
 Niet: nr. 943 vanaf ‘Een stilzwijgende …; nr. 947 in het boek
 Het goed in standhouden als goede huisvader en bestemming handhaven
(art. 578 – 601 - 605 - 606 BW)
 Onderhoudsplicht (art. 605-606 BW): alle herstellingen die geen grove
herstellingen zijn
 vb nieuwe bevloering in de hal; herstel van de garage oprit en van een
muurtje; schilderen van de woning ook aan de buitenkant; herstellen van
deuren, trappen en waterleiding; aanbrengen van afsluitingen enz.
 = aanvullend recht
- Bijzondere vormen
o In welke staat moeten de goederen worden teruggeven? Welke oplossing kan je
bedenken voor de onderstaande situaties?
 Een vruchtgebruiker krijgt een oldtimer in vruchtgebruik voor 10 jaar. Hoe
moet deze auto teruggegeven worden? Art. 589 BW
 Bob krijgt een wijnkelder in vruchtgebruik. Hoe moet Bob aan zijn
teruggaveplicht voldoen? Art. 587 BW
- Einde van het vruchtgebruik (art 617 ev BW)
o Overlijden van de vruchtgebruiker (niet BE!)
o Verstrijken van de termijn
o Vermenging
o Afstand aan BE
o Vervullen van ontbindende voorwaarde
o Vervallenverklaring (art. 618 BW)
o Het tenietgaan van de zaak
 Natuurlijke wijze: brand of aardbeving
 Juridische wijze: onteigening
 Moet wel geheel zijn, dwz als het nog gedeeltelijk bestaat kan het
vruchtgebruik worden verder gezet op dat deel
- Gevolgen van de beëindiging: teruggave van de zaak
o Niet-verbruikbare zaak: zaak in de staat zoals het zich na een zorgvuldig beheer zou
bevinden, normale slijtage wordt aanvaard (art. 589 BW)
o Verbruikbare zaak: eenzelfde hoeveelheid zaken van dezelfde hoedanigheid en
waarde of de geschatte waarde (art.587 BW)

5.3 Hoofdstuk 3 Recht van erfpacht


- Het is een gebruik en genot gedurende een termijn
- Termijn 27 jaar tot en met 99 jaar => dwingende bepaling
o Minder dan 27 jaar is het gewoon huur
- De vergoeding is een canon en is verplicht
o Je hebt ook een instapvergoeding
- Zeer goedkoop in aankoop => maar 2% RB (registratiebelasting) dus daarom zeer oude
wetten.
o Ze gaan het hervormen en dat is er wel even
- Begripsomschrijving
o een tijdelijk zakelijk recht om
o het volle genot te hebben van
o een aan een ander toebehorend onroerend goed
o onder de verplichting een vergoeding (in natura of in geld) te betalen aan de
grondeigenaar (art. 1 Erfpachtwet)
o niet het volle genot als een eigenaar maar je mag veel als erfpachter
o altijd onroerend goed!!!
- Voordelen
o Meest volledige beperkt zakelijk recht
o Overerfbaar
o Bijzonder soepel zakelijk recht
o Fiscale aantrekkelijke behandeling: 2% RB
o Natrekking speelt ten aanzien van grondeigenaar na termijn
o Braakliggende gronden/gebouwen worden gebruikt en onderhouden
o Heel veel grond werd vroeger niet gebruikt en is dus erfpacht ontstaan
- 3 kenmerken
o Onroerend zakelijk recht => bij de notaris
 Canvas is een clausule
 EO => erfpachtovereenkomst
 Erfpachter is grondeigenaar
 Overschrijving in de registers van de Hypotheekbewaarder voor
tegenstelbaarheid aan derden (art. 1, lid 2 Erfpachtwet – art. 1, eerste lid
Hyp.W.)
 Grondeigenaar verliest recht van gebruik en recht van genot
o Tijdelijk recht
 Dwingend recht
 Als je niets doet dan stopt het ook
 Min. 27 jaar, max. 99 jaar (art. 2 Erfpachtwet) !
 Verlengbaar binnen periode van 99 jaar
 Geen stilzwijgende verlenging;
 Kortere duur: overeenkomst is een huur
 Langere duur: herleiden tot max. 99 jaar
o Vergoeding – canon art 10 erfpachtwet
 Symbolisch
 Contractuele indexatieclausule => niet in de wet bepaald. Indexatie
aanpassing van het geld
- Vestiging van recht van erfpacht
o Overdracht of voorbehouden
o Testament
o Verkrijgende verjaring
- Bevoegdheden van de erfpachter
o BW pagina 993
o Beplanten en bebouwen
o Bestemming hetzelfde blijven in de overeenkomst zetten
o Art 6 => geen beschikkingsrecht
o Recht vervreemden zie art 8 van de EO
o In het boek niet nr 976 vanaf onduidelijkheid
- Verplichtingen van de erfpachter
o Canon betalen >< vrijstelling art 11 erfpachtwet
 Als je 5 jaar geen gebruik en genot
o Gewone en buitengewone lasten (art 9 erfpachtwet)
 De gewone => onroerende voorheffing = erfpachter
 De buitengewone => de bodem saneren
o Art 5 erfpachtwet
 Ze spreken elkaar tegen
 Grondeigenaar moet niets en de erfpachter enkel kleine
herstellingen dus je moet bepalen wie de grote herstellingen doet
o Waarde van de grond niet verminderen
 Art 3
- Rechten van de erfpachter
o Schadevergoeding vragen
o Vervallen erfpacht
- Erfpacht begijnhof en opstal is iets anders!!!!!!
- Einde van de erfpacht
o Vermenging
o Niet gebruiken gedurende 30 jaar
o Verstrijken van de termijn
- Oefening 1
o Ze missen de vergoeding dus neen
o 40 plus 60 is 100 dus neen kan wel verlengen voor 59 jaar
o Vervallen verklaring plus schadevergoeding
o Dat kan
- Oefening 2
o Contractuele indexatieclausule
o Wat voor goed en duur
o Grote herstellingen
o Bestemming
- Vergelijking
o Erfpacht 2% RB
 Soort recht => beperkt zakelijkrecht
 Bestemming goed wijziging => mag je wijzigen
 Lasten => gewone en buitengewone
 Overerfbaar => ja
 Vergoeding => ja
 Op welke goederen => onroerend
 Vervallen verklaring => ja art 15 – 16
o Vruchtgebruik 10 % RB
 Soort recht => beperkt zakelijk recht
 Niet wijzigen
 Gewone art 608 BW
 Neen
 Kan of niet
 Onroerend en roerend
 Ja art 618 BW

5.4 Hoofdstuk 4 recht van opstal


- Opstal eigenaar gebouw en jij bent eigenaar grond => is om natrekking te voorkomen
- Ze verkopen de appartementen dus daarna 1/100 ste in de grond en gemeenschappelijke
delen
- Verkopen in kleine stukjes
- Aanvullend recht
- “Het recht van opstal is een zakelijk recht om gebouwen, werken of beplantingen te hebben
voor het geheel of een deel, op, boven of onder andermans grond. Het opstalrecht kan
gevestigd worden door elke titularis van een onroerend zakelijk recht, binnen de grenzen van
zijn recht.
(art. 1 Opstalwet)
o In 2014 is er op, boven of onder bijgekomen
- Vragen
o Bovenop gebouw => ja kan men doen
o Onder kan men ook doen
- Opstalovereenkomst voor bouw en grond
- Praktisch voorbeeld wet recht van opstal pagina 994 BW
o Ja
o Beide
- Nuttig bij familiaal vermogensplanning
o Er is een tekening
o Mama vg dus als ze sterft komt alles samen
- Kenmerken
o Tijdelijk max 50 jaar en dit is dwingend recht
o Onroerend zakelijk recht
- Opstalhouder
o Moet het gebouw onderhouden
o Geen onverdeeldheid maar een horizontale splitsing
- Vestiging
o Overeenkomst
o Verkrijgende verjaring
o Wet
- Recht van opstal en fiscale voordelen
- Rechten en plichten opstalhouder
o De grond
o Oh => opstalhouder
o Plichten
 Indien contractueel bedongen, vergoeding ‘solarium’
 Einde: vergoeding ontvangen (art. 6 Opstalwet)
 Teruggaveplicht – herstellingsplicht - onderhoudsplicht op andere opstallen
(art. 7 Opstalwet)
- Belasting
o Ov => onroerendevoorheffing
- Rechten en plichten opstalgever
o Opstalhouder vrijwaren voor uitwinning
o Betaling van de actuele waarde van de gebouwen in het opstalrecht begrepen bij het
einde van de overeenkomst (art. 6 Opstalwet): Keuze afbraak door opstalhouder?
Keuze geen vergoeding?
o Retentierecht
- Einde van het opstalrecht
o Vermenging
o Tenietgaan grond
o Verjaring van 30 jaar
o Verstrijken termijn
o Uitdrukkelijk ontbindend beding

6 Deel IV voorrechten en hypotheken


- Eerst uitleg over de examens
o Zeker de ppt kennen + canvas checken voor praktisch
o Handboek ook kennen
o Voorrechten en hypotheken de ppt kennen
 Kan een klein oefening zijn
o Theorie over mede eigendom, verdeling koper en verkoper en erfdienstbaarheid,
zakelijke subrogatie
o Wetsartikel erbijzetten
o Iets minder op theorie en meer op casussen

6.1 Deel 1 voorrechten


- Buitengewone schuldeisers: eerst betalen dus fiscus, bank, werknemer, verhuurder
- Gewone schuldeiser
- Wat doe je als een schuldeiser zijn schulden niet kan betalen
o Artikel 7 van de Hypotheekwet.
o Ieder die persoonlijk verbonden is, is gehouden zijn verbintenissen na te komen,
onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, hetzij onroerende, zo
tegenwoordige als toekomstige.
 Heel het vermogen van een SA = onderpand SE.
 SE kiest zelf op welk deel vermogen!
- Verdeling verschillende schuldeisers
o Artikel 8 van de Hypotheekwet
o De goederen van de schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor
zijn schuldeisers, en de prijs ervan wordt onder hen naar evenredigheid van hun
vordering verdeeld.
o = principe pondspondsgewijze verdeling onder chirografaire schuldeisers.
o Voorbeeld
 Vb. vordering SE1 = 500 € vordering SE2 = 1000 €
 SA kan slecht 600 € betalen, hoe verdelen:
 SE1 = 600€ * (500/500+1000) = 200€
 SE2 = 600€ * (1000/500+1000) = 400€
- Schulden
o Die naar de andere bokaal gaan hebben voorrechten
o De goederen van de schuldenaar strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor
zijn schuldeisers, en de prijs ervan wordt onder hen naar evenredigheid van hun
vordering verdeeld
MAAR!
o Artikel 8 van de Hypotheekwet heeft nog een addertje onder het gras
o tenzij er tussen de schuldeisers wettige redenen van voorrang bestaan.
- Voorrang
o Dat zijn diegene die preferente rechten hebben

Samenloop SE SALDO
Eerst te verdelen
pondpondsgewijs
ACTIVA Volstaan onder SE met
onder chirografaire
niet voorrecht
SE

- Voorrecht
o Artikel 12 Hypotheekwet:
o Voorrecht is een recht dat uit hoofde van de bijzondere aard der schuldvordering aan
een schuldeiser toekomt en hem voorrang verleent boven de andere schuldeisers,
zelfs de hypothecaire.
o Voorrechten zijn geen:
 zelfstandige rechten maar verbonden als bijzaak aan een schuldvordering.
 Zakelijke rechten: enkel een rangorde tussen SE
 Voorrechten enkel belang als er meerdere SE zijn! Het zijn zakelijke
zekerheidsrechten.
- Belang zekerheden
o Belangrijk SE => eerst uitbetalen
o Belangrijk SA => makkelijker een project afsluiten
o Belangrijk maatschappij => duidelijk systeem
- Waarom voorrang
o Art 17 tot 27 begint vanaf pagina 944 BW
o Art 19, 3° de kosten van uw ziekte
o Art 20, 4° de herstelling van iets gaan ze eerst uitbetalen omdat het belangrijk is voor
dat onderpand
o Begrafeniskosten
- Voorrechten kunnen enkel ingesteld worden door de wetgever => ze staan in de wet dus
geen contractuele vrijheid
- Borgstelling of iets in pand geven
- Hoe worden ze verdeeld
o Er zijn 4 categorieën
 Algemeen voorrecht op roerende en onroerende goederen (art. 17 Hyp.W.)
 = gerechtskosten voor alle SE die er belang bij hebben
 Vb. kosten van een beslag worden eerst aan de beslaglegger
terugbetaald.
 Algemeen voorrecht op roerende goederen (art. 19 Hyp.W.)
 = begrafeniskosten, kosten van de laatste ziekte, onderhoudsgelden,
achterstallig loon, …
 ! Art. 19 Hyp. W in fine
 Saldo verkoop onroerende goederen worden toegevoegd
 Bijzonder voorrecht op roerende goederen (art. 20 Hyp.W.)
 ° huurder: de inboedel waarborgt de huurgelden (vervallen als
toekomstig) (art. 20, 1° Hyp.W.)
 => Wat bij verplaatsing? Volgrecht! Beslag!
 ° de kosten tot behoud van de zaak gemaakt (art. 20, 4° Hyp.W.)
 ° de niet-betaalde verkoper van RG (art. 20,5° Hyp.W.)
 Bijzonder voorrecht op onroerende goederen (art. 27 Hyp.W.)
 ° het voorrecht van de niet-betaalde verkoper van een onroerend
goed op de prijs van dit onroerend goed (art. 27, 1° Hyp.W.)
 ° het voorrecht van de schenker van een onroerend goed voor wat
betreft de niet-nakoming van de geldelijke lasten of andere begrote
lasten die aan de begiftigde opgelegd werden (art. 27, 3° Hyp.W.)
- Hoe verdelen ze voorrechten
o Art. 29. Hyp. W.
o Tussen de schuldeisers hebben de voorrechten slechts gevolg ten aanzien van de
onroerende goederen, voor zover zij zijn openbaar gemaakt door inschrijving in de
registers van de hypotheekbewaarder (rechtszekerheid), met uitzondering van de
voorrechten der gerechtskosten.
Hoe?
o Wanneer de akte wordt overgeschreven zal de hypotheekbewaarder ambtshalve
vaststellen dat er nog een schuld is en deze inschrijven op het kantoor der
rechtszekerheid.
- De 5 belangrijke regels van het verdelen
o 1) Voorrechten > hypotheken (art. 12 Hyp.W.)
o 2) Bijzondere voorrechten > algemene voorrechten (art. 26 Hyp.W.) behoudens
wanneer de wet het anders bepaalt
o 3) De volgorde van de voorrechten voor dewelke de tegenwerpelijkheid afhankelijk is
gemaakt van publiciteit op het hypotheekkantoor, wordt bepaald door de datum van
de publiciteit tenzij de wet het anders bepaalt.
o 4) Bevoorrechte schuldeisers die in dezelfde rang zijn, worden naar evenredigheid
van hun vordering betaald (art. 14 Hyp.W.)
o 5) Rangregeling art. 19 Hyp.W.
- Opdracht 1
o Waar
o Fout want het is een bijzonder recht
o /
o Waar
o Waar pondsponds
o Waar behalve als het buitensporig is
o Fout max 1 jaar
- Opdracht 2

o
o Onroerend goed 300000
 Onbekende verkoper (art 27, 1°) 32000
 Hypothecaire schuldeiser 250000 gaat voor op chirografaire
 Saldo onroerend goed 18000
o Roerend goed
 Huur bijzonder voorrecht art 26 en art 20,1° verhuurder wordt betaald met
inboedel 1500 dus saldo inboedel 500
 De gerechtskosten 19,1° en dan het loon
 Saldo 18000+10000+23000+35000-1500-25000 = 60000
 Nu pondspondsgewijs
 60000*50000/150000=20000
 60000*100000/150000=40000
 Artikel 23 tweede lid is de laatste vraag over de tv

You might also like