Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 39

Informatie

Dit Profielwerkstuk is geschreven door:


Jesper Ackers (Teamleider)
Shantanu Kisoentewari (Vervangend Teamleider)
Ibrahim Vaarnold
Bartu Kuzucu

Andere betrokken bij de project zijn:


Dhr. van Yperen (Begeleider vanuit school)
Dhr. van Soelen (Begeleider vanuit school)
Dhr. Smoolenaars (Opdrachtgever)
Dhr. Vesters (Expert)
Rijkswaterstaat (Expert)

6 VWO Technasium
Onderzoek en Ontwerpen
Calandlyceum Amsterdam

2
Voorwoord
Voor het tot stand komen van dit profielwerkstuk willen de schrijvers van dit
profielwerkstuk graag verschillende mensen bedanken. Allereerst willen de schrijvers
de profielwerkstukbegeleiders vanuit school bedanken, dat zijn Dhr. van Soelen en
Dhr. van Yperen. Daarnaast willen de leerlingen graag de Technische Universiteit
van Eindhoven bedanken en dan met name de studenten Bram Smoolenaars, voor
het beschikbaar stellen van de opdracht waarop het profielwerkstuk is gebaseerd en
Mathijs Vesters, voor het helpen en begeleiden bij het schrijven van dit
profielwerkstuk. Tot slot willen de schrijvers van dit profielwerkstuk ook het
Rijkswaterstaat bedanken voor het informatie ter beschikking stellen, het begeleiden
en het helpen bij dit profielwerkstuk.

3
Inleiding

De Nederlandse dijken en polders zijn overal op de wereld bekend. Nederland staat


dan ook bekend als het land dat onder zeespiegel ligt en toch de zee buiten de deur
kan houden. Maar de zee die Nederland tot nu toe buiten de deur wist te houden is
niet de zee die het in de toekomst zal zijn. De opwarming van de aarde zorgt er
namelijk voor dat er veel ijs op de Noordpool en in Antarctica aan het smelten is. Al
het gesmolten ijs komt in de zee terecht en dit zorgt ervoor dat de zeespiegel in rap
tempo toeneemt. Dit is heel erg zorgwekkend en in het bijzonder voor Nederland,
omdat Nederland voor een groot deel onder de zeespiegel ligt.1
De verwachting is dat de zeespiegel in de toekomst zal blijven toenemen. Voor het
jaar 2040 zal er dus iets veranderd moeten worden aan de huidige Nederlandse
waterkeringen, die Nederland beschermen tegen het zeewater.
De TU-Eindhoven heeft een wedstrijd georganiseerd, genaamd de Innovation
Challenge. Het doel van deze wedstrijd is om leerlingen onderzoek te laten doen naar
problemen die zich in het jaar 2040 voor zouden kunnen doen en hier een oplossing
voor te bedenken. Het probleem wat in de eerste alinea van de inleiding is genoemd
is een voorbeeld van een probleem die de leerlingen zouden kunnen onderzoeken.2
Een groep van 6VWO-leerlingen van het Technasium van het Calandlyceum doen
mee aan de Innovation Challenge en zullen zich tijdens hun meesterproef alles
ervoor geven om de Innovation Challenge te winnen. Het probleem waar de
leerlingen voor hebben gekozen is de stijgende zeespiegel. In dit profielwerkstuk
kunt u de onderzoeken lezen die de leerlingen hebben uitgevoerd omtrent de huidige
waterkeringen in Nederland en wat daar allemaal bij komt kijken.

1
​Schuttenhelm, R. (2019, 7 februari). ​De zeespiegelstijging is een groter probleem dan we
denken. En Nederland heeft geen plan B​. Geraadpleegd op 15 december 2019, van
https://www.vn.nl/zeespiegelstijging-plan-b/
2
​TU-Eindhoven. (2019, 3 september). ​Innovation Challenge​. Geraadpleegd op 15 december
2019, van https://www.tue.nl/studeren/mystarttue/innovation-challenge/

4
Samenvatting

In dit profielwerkstuk staat het onderzoek beschreven dat nodig is ter voorbereiding
op de meesterproef. Het profielwerkstuk is te verdelen in vijf delen: het onderzoek
naar de ontwikkeling van de Nederlandse waterkeringen, het onderzoek naar de
moderne waterkeringen, het actoren-onderzoek, het onderzoek naar de gevolgen van
een nieuwe overstroming en het effecten-onderzoek. In het eerste deel wordt gekeken
naar hoe de Nederlandse waterkeringen zich door de jaren heen hebben ontwikkeld
en verbeterd. Hieruit is geconcludeerd dat vroeger alleen de door de natuur
aangelegde duinen Nederland beschermde tegen het zeewater, later begon men met
het aanleggen van dijken op laaggelegen delen. Naar aanleiding van de
watersnoodramp van 1953 wist men dat er modernere waterkeringen aangelegd
moesten worden, dus ging met deltawerken bouwen. De deltawerken bestaan uit
dammen, sluizen en stormvloedkeringen. In het onderzoek naar de actoren staat
beschreven welke partijen er allemaal betrokken zijn bij werkzaamheden, zoals het
verbeteren en het aanleggen van waterkeringen. De leerlingen konden naar
aanleiding van dit onderzoek concluderen dat de belangrijkste betrokkenen partijen
Rijkswaterstaat, de Waterschappen, Watermanagementcentrum Nederland en Het
ministerie van Infrastructuur en Waterveiligheid zijn. In het onderzoek naar de
gevolgen van een nieuwe overstroming wordt er gekeken wat de gevolgen van een
watersnoodramp in 2020 zouden zijn. De conclusie die is getrokken uit dit onderzoek
is dat de gevolgen groter zouden veel groter zouden zijn dan de gevolgen van de
watersnoodramp van 1953, zo zouden meer dan de helft van de mensen in Nederland
moeten evacueren. In het laatste onderzoek is beschreven wat de effecten van de
Waterkeringen zijn in Nederland. Hieruit is geconcludeerd dat alle waterkeringen
naast het belangrijke effect dat ze Nederland beschermen tegen een overstroming,
ook sommige negatieve effecten hebben. De meeste negatieve effecten van de
waterkeringen zijn omtrent de leefomgeving van dieren en planten. De afronding van
dit profielwerkstuk betekent dat de leerlingen zich kunnen gaan richten op de
meesterproef.

5
Inhoudsopgave

- Informatie 2
- Voorwoord 3
- Inleiding 4
- Samenvatting 5
- Inhoudsopgave 6
- Onderzoeksvraag en Hypothese 7
- Geschiedenis van de bescherming tegen zeewater 8
- Moderne Waterkeringen 13
- Actoren onderzoek 20
- Gevolgen van een overstroming 25
- Effecten onderzoek 29
- Conclusie en Toekomst 33
- Evaluatie 34
- Logboek 35

6
Onderzoeksvraag
Hoe beschermt Nederland zich tegen de stijgende zeespiegel?

Deelvragen:
- Hoe hebben de waterkeringen die ons te beschermen tegen het
zeewater in Nederland zich ontwikkelt in de loop der tijd?
- Welk type waterkering functioneert op dit moment het best in
Nederland?
- Welke actoren spelen de belangrijkste rol bij de technieken die
Nederland beschermen tegen de stijgende zeespiegel en wat zijn hierbij
hun doelen, en machtsposities?
- Wat zouden de gevolgen van een nieuwe overstroming zijn in
Nederland?
- Welke effecten hebben de technieken die Nederland beschermen tegen
het zeewater?

Hypothese:
Nederland beschermt zich tegen de stijgende zeespiegel door middel van de
Waterkeringen die bestaan uit duinen, dijken en deltawerken.

7
Geschiedenis van de bescherming
tegen het zeewater

Inleiding

Het is belangrijk om te kijken naar de geschiedenis, voordat je gaat kijken naar de


toekomst. Zo schreef de in spanje geboren Amerikaanse filosoof George Santayana
ooit in een van zijn boeken: “Those who do not know history’s mistakes are doomed
to repeat it.”3 Deze uitspraak betekent degene die niet leren van fouten die in de
geschiedenis zijn gemaakt zijn verdoemd deze fouten te herhalen.
Nederland ligt voor 35% onder de het NAP, het NAP is het
Normaal Amsterdams Pijl en dat is ongeveer gelijk aan het
gemiddelde zeeniveau. Zonder waterkeringen die ons beschermen
tegen het zeewater zouden alle paarse gebieden op de kaart hier
rechts onder water staan.4 Gelukkig hebben we in Nederland
waterkeringen die ons beschermen tegen het zeewater. Naast de
natuurlijke keringen zoals duinen, zijn er bijna 1.500 aangelegde
keringen zoals dijken, dammen, stuwen, gemalen en
stormvloedkeringen.5
In dit onderzoek zal er onderzoek gedaan worden naar hoe de
bouwwerken die ons beschermen tegen het zeewater zich hebben
ontwikkeld in de loop der tijd.

Onderzoeksvraag

Hoe hebben de waterkeringen die ons te beschermen tegen het zeewater in


Nederland zich ontwikkelt in de loop der tijd?

Hypothese

Die hypothese die de leerlingen hebben gesteld luidt als volgt: “Voordat de dijken aan
werden gelegd, had Nederland alleen de duinen die Nederland beschermden tegen
het zeewater en daarna gingen de mensen dijken aanleggen. In de jaren vijftig van de
twintigste eeuw werden er extra waterkeringen, zoals de deltawerken aangelegd.”

3
​Santayana, G. (1905). ​The Life of Reason.​ Verenigde Staten: Uitgeverij onbekend.
4
​Nederland en de zeespiegel | klimaatgek.​ (2016, 22 juli). Geraadpleegd op 15 oktober
2019, van https://klimaatgek.nl/wordpress/2016/07/22/nederland-en-de-zeespiegel/
5
​Waterkeringen​. (2019, 29 juli). Geraadpleegd op 15 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/index.aspx

8
Duinen
De duinen kun je verdelen in twee soorten duinen: de oude duinen en de nieuwe
duinen. De oude duinen zijn ongeveer 5.000 jaar geleden ontstaan. In die tijd steeg
de zeespiegel heel erg door het smelten van de landmassa’s van de laatste ijstijd.
Delen van Noord- en West-Nederland liepen onder water en op de plek van het
huidige kustgebied strandwallen. Deze strandwallen schermden een groot stuk
waddengebied af van de zee. In de loop der tijd begon de zeespiegel zich te
stabiliseren, er werd vanuit zee meer zand aangevoerd en het deel van Nederland wat
onder water lag, kwam langzamerhand weer droog te liggen. Door al het aangevoerde
zand werden de strandwallen steeds groter. Op een gegeven moment waren de
strandwallen op sommige plekken zelfs zo’n tien kilometer breed. Op deze oude lage
en oude duinen zijn veel dorpen en steden ontstaan enkele bekende voorbeelden van
steden en dorpen die op oude duinen zijn ontstaan zijn: Alkmaar, Den Helder, Den
Haag en Haarlem.6
Zo’n duizend jaar geleden kreeg de zee het kustgebied iets beter onder controle en
verdwenen er door het gure klimaat en de zware stormen stukken van de
strandwallen. Al het zand werd door de zee meegenomen, maar dat spoelde later
weer aan. Door de branding van de zee spoelt al het zand niet in een keer aan. Zo
ontstonden er kleine duintjes van zand. Onder gunstige omstandigheden van de
vloedstroom worden deze kleine duintjes steeds iets verder het zand opgeblazen tot
deze uiteindelijk de oude duinen bereikten. Op die plek werden alle kleine duintjes
verzameld en zo ontstond er een hogere en steile nieuwe duin.7
Het Nederlandse Duingebied is op dit moment zo’n honderd kilometer lang en
bevindt zich langs de Nederlandse Westkust. Tegenwoordig vindt duinvorming alleen
nog plaats lang het waddengebied en in sommige delen van zeeland. Het is ook heel
lastig om nog jonge duinen te vormen, omdat alle jonge duintjes die in het voorjaar
ontstaan in de zomer worden platgelopen door de mensen die naar het strand gaan.8

6
​Wesselingh, F. (z.d.). ​Duinlandschap - Geologie van Nederland.​ Geraadpleegd op 16
oktober 2019, van
http://www.geologievannederland.nl/landschap/landschappen/duinlandschap
7
​Stichting Duinbehoud. (z.d.). ​Natuurinformatie - Het ontstaan van de duinen.​ Geraadpleegd
op 16 oktober 2019, van
http://www.natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i000270.html
8
​Zie bron 6

9
Dijken
Hoe oud de dijken precies zijn is niet bekend. Het is wel bekend dat al in de
Romeinse tijd kleine dijken werden gebruikt om akkers te beschermen tegen het
water. In de middeleeuwen werden dijken in Nederland aangelegd die ons
beschermden tegen het zeewater en water uit de rivieren. In het begin werden de
dijken aangelegd door mensen die hun dorp wilden beschermen tegen
overstromingen. Later werden de waterschappen opgericht die de bouw van de
dijken gingen coördineren. Onder leiding van de waterschappen onstonden er
omvangrijkere dijkenstelsels. Rond het jaar 1300 waren de meeste laaggelegen
gebieden in Nederland beschermt door een aaneengesloten dijk. De meeste dijken
hadden als functie om bestaand land te beschermen, maar er werden ook dijken
aangelegd om land te winnen.9
In de loop der tijd werden de dijken steeds zwakker en nam de kans op dijkval, het
instorten van een stuk van de dijk, steeds meer toe. Daarom werden sommige
plekken voorzien van een extra inlaagdijk. Bovendien werden de dijken verstevigt
met zinkstukken. Zinkstukken zijn grote gevlochten matten die gemaakt werden van
wilgentenen en afgedankte visnetten. Tegenwoordig worden de zinkstukken nog
steeds gebruikt als versteviging van de dijk, maar nu worden ze gemaakt van
gevlochten rijshout.
In het jaar 1920 werd de bekendste Nederlandse dijk gebouwd: De Afsluitdijk. In de
17e eeuw werden de eerste plannen al gemaakt voor een afsluitdijk, maar in die tijd
was het aanleggen van de afsluitdijk technisch gezien nog onhaalbaar. De ingenieur
Cornelis Lely kwam in het jaar 1893 met nieuwe plannen voor een afsluitdijk, maar
deze werden niet opgevolgd door het parlement. Totdat in 1916 er een overstroming
plaatsvond in het zuiderzeegebied. Er vielen doden, gewonden en de schade was
enorm. Dit mocht niet nog een keer gebeuren dus besloot het parlement op in te
stemmen met het plan van Cornelis Lely om een afsluitdijk te maken. In 1920 begon
de bouw aan de afsluitdijk. Op 28 mei 1932 werd het laatste stukje dijk, vlieter,
gesloten. Het binnendijkse deel heet het Ijsselmeer, en het deel wat buiten de dijk ligt
heet de waddenzee. De zuiderzee bestond dus niet meer. Op 25 september 1933 werd
de afsluitdijk opengesteld voor auto’s die nu vanaf Den Oever (Noord-Holland) naar
Kornwerderzand (Friesland) kunnen rijden over de afsluitdijk.10

9
​Rijksdienst voor het cultureel erfgoed. (z.d.). ​Waterveiligheid door de eeuwen heen |
Landschap in Nederland​. Geraadpleegd op 16 oktober 2019, van
https://www.landschapinnederland.nl/waterveiligheid-door-de-eeuwen-heen
10
​De Afsluitdijk. (2019, 3 juni). ​Historie | De Afsluitdijk.​ Geraadpleegd op 16 oktober 2019,
van https://deafsluitdijk.nl/historie/

10
Deltawerken

Het oorspronkelijke plan van de rijkswaterstaat was om


de deltawerken geleidelijk in te voeren. Tot de nacht van
31 januari 1953 op zondag 1 februari 1953, toen vond de
watersnoodramp plaats. De storm met windkracht 12 en
het springtij zorgt voor de hoge golven. De dijken zijn te
zwak voor deze hoge golven en breken door. Op meer dan
150 plaatsen in Zeeland, Zuid-Holland en in
Noord-Brabant breken de dijken door. 1836 mensen
komen ter overlijden door de watersnoodramp.
Bovendien overlijden er tienduizenden dieren en is de
schade aan de huizen en aan de infrastructuur enorm.11
Dit was een teken voor de rijkswaterstaat dat er nu iets
moest gebeuren, want er mocht nooit meer een watersnoodramp komen. Twintig
dagen na de watersnoodramp werd er een deltacommissie opgesteld die
verantwoordelijk is voor de bouw van de deltawerken. De deltawerken zouden het
nieuwe verdedigingssysteem worden van Nederland. Deltawerken kun je
onderverdelen in 3 groepen sluizen, dammen en stormvloedkeringen.12
De bouw van de deltawerken was een gedurfd proces, want nog nooit eerder werd de
kustlijn verkort door door uitlopers van de zee af te sluiten door middel van dammen
en stormvloedkeringen. Door het afsluiten van de uitlopers van de zee werd de
Nederlandse kustlijn, de grens tussen zee en land, teruggebracht van 700 kilometer
naar 80 kilometer. Het eerste deltawerk was af in 1958 en dat was de Hollandse
Ijsselkering. Deze stormvloedkering beschermt het laagst gelegen deel van Nederland
en Randstad tegen overstromingen. De meest recente deltawerken dateren uit 1997,
de Maeslantkering en de Hartelkering.13

11
​Rijkswaterstaat. (2019, 26 september). ​Watersnoodramp 1953.​ Geraadpleegd op 16
oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/watersn
oodramp-1953/index.aspx
12
​Deltawerken - Deltawerken.​ (z.d.). Geraadpleegd op 16 oktober 2019, van
http://www.deltawerken.com/16
13
​Rijkswaterstaat. (2019a, 22 juli). ​Deltawerken.​ Geraadpleegd op 16 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/deltawerken/index.aspx

11
Conclusie

Totdat de mensen zich ermee gingen bemoeien, waren er alleen de duinen die ons in
Nederland beschermden tegen het zeewater. In de Middeleeuwen begonnen de
mensen te beseffen hoe gevaarlijk het zeewater eigenlijk wel niet is en dus begonnen
de mensen met het bouwen van dijken. Daarna werden deze dijken steeds meer
verstevigt en werden er nieuwe dijken zoals de Afsluitdijk aangelegd. Na de oorlog
lagen er plannen om deltawerken te bouwen en deze stap voor stap in te voeren,
maar de watersnoodramp van 1953 bracht daar verandering in. De gevolgen waren
enorm en de watersnoodramp kostte 1836 mensen hun leven. Dus moest er snel iets
gebeuren en werd er een deltacommissie opgericht die verantwoordelijk voor de
bouw van de deltawerken. Het eerste deltawerk was in 1958 af en de laatste pas in
1997.

12
Moderne waterkeringen

Inleiding

Een groot deel van Nederland ligt onder de zeespiegel dus is het heel erg belangrijk
dat Nederland zichzelf beschermt tegen het zeewater. Dit doet Nederland door
middel van waterkeringen. Op dit moment heeft ons land 3700 kilometer aan
waterkeringen. Voorbeelden van waterkeringen zijn dijken, dammen, stuwen, sluizen
en stormvloedkeringen.14 In het onderzoek naar de werking van de waterkeringen zal
er beschreven worden hoe alle waterkeringen functioneren. En door de voor- en
nadelen op een rijtje te zetten en met elkaar te vergelijken zal er bepaald wat de best
functionerende waterkering is in Nederland.

Onderzoeksvraag

Welk type waterkering functioneert op dit moment het best in Nederland?

Hypothese

Die hypothese die de leerlingen hebben gesteld luidt als volgt: “De
stormvloedkeringen zijn de best functionerende waterkeringen in Nederland.”

14
​Rijkswaterstaat. (2019, 29 juli). ​Waterkeringen.​ Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/index.aspx

13
Dijken
Dijken zijn aangelegde verhogingen die het water afsluit
van het land. Daarmee beschermen de dijken ons tegen
het zeewater. De eerste dijken zijn in Nederland naar
alle waarschijnlijkheid al in de elfde eeuw aangelegd.
Na de watersnoodramp van 1953 bleek hoe belangrijk
de dijken eigenlijk wel niet zijn voor ons in Nederland.
De rijkswaterstaat houdt de hoogte van het water en de
sterkte van dijken goed in de gaten en informeert
beheerders van de dijk als er een kans is op dijkdoorbraak. De Afsluitdijk is de
grootste en bekendste dijk van Nederland. Deze dijk scheidt namelijk het waddenzee
van het Ijsselmeer af en door het aanleggen van de afsluitdijk werd de kust van
Nederland dat grenst aan de zee heel erg verkleind, waardoor de kans op
overstromingen vanuit zee veel kleiner zijn. De afsluitdijk is 32,5 kilometer lang.15

Voordelen
+ De economische voordelen van het bouwen en ophogen van dijken om
overstromingsschade te verminderen, zijn wereldwijd veel hoger dan de
kosten.16
+ Er is door het kabinet al 7,9 miljard euro beschikbaar gesteld voor het
aanleggen van nieuwe dijken en het ophogen van bestaande dijken.17

Nadelen
- Door de opwarming van de aarde zal de zeespiegel ook in de toekomst blijven
stijgen, dus de dijken zullen de toekomst steeds verhoogd moeten blijven
worden.18
- Dijken zijn minder veilig en hebben minder weerstand in vergelijking met de
moderne deltawerken.19
- Sommige dijken hebben een al niet zo’n sterke ondergrond en als de dijken
dan nog verder verhoogd worden worden de dijken instabiel.20

15
​Duinen en dijken​. (2019, 11 januari). Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.onswater.nl/onderwerpen/duinen-en-dijken
16
​Ward, P. J. (2017). A global framework for future costs and benefits of river-flood
protection in urban areas. ​Vrije Universiteit Amsterdam​. Geraadpleegd van
https://www.nature.com/articles/nclimate3350
17
​Rijkswaterstaat. (2018, 16 november). ​Dijken.​ Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/dijken/index.aspx
18
​Stichting Deltawerken Online. (z.d.). ​Deltawerken - Het derde advies.​ Geraadpleegd op 17
oktober 2019, van http://www.deltawerken.com/Het-derde-advies/247.html
19
​Zie bron 18
20
​Dijken verhogen.​ (2015, 26 mei). Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.ruimtevoorderivier.nl/faq/kunnen-de-dijken-niet-gewoon-worden-verhoogd/

14
Dam
Een dam is een verhoging dat twee wateren van elkaar
afscheid. Nederland heeft 6 dammen: Zandkreekdam, Veerse
Gatdam, Grevelingendam, Brouwersdam, Philipsdam en
Oesterdam. Eigenlijk is de afsluitdijk ook een dam, want de
afsluitdijk scheidt twee wateren en een dijk heeft aan de ene
kant van de dijk water en aan de andere kant van de dijk een
dam.21 Een stuwdam is een dam waarbij al het water wat wordt
tegen gehouden wordt opgeslagen in een waterreservoir. In de
stuwdam zit een dunne buis waar het water doorheen kan lopen met aan het eind van
de buis een turbine. Door het hoogteverschil van water in het waterreservoir en het
water aan de andere kant van de dam gaat de turbine draaien. In Nederland
bevinden zich in tegenstelling tot veel andere landen geen stuwdammen.22
Voordelen
+ Een dam kan ook een verkeersfunctie hebben, er kan een weg over een dam
lopen.23
+ Het is mogelijk om een getijdencentrale aan te leggen in een dam, waardoor er
duurzame energie kan worden opgewekt. (Dit is niet hetzelfde als een
stuwdam).24
Nadelen
- De temperatuur van het water kan snel oplopen omdat het water stilstaat,
hierdoor kunnen veel micro-organismen zich gaan vestigen in het water. Deze
micro-organismen produceren methaan. De uitstoot van methaan draagt bij
aan het versterkte broeikaseffect.25
- Vissen kunnen niet meer van de ene kant van de dam naar de andere kant
zwemmen. (Als ze dat in een stuwdam wel proberen zullen ze dood gaan door
de turbine).26
- De veranderende stroomsnelheid in stuwdammen tasten ecosystemen aan.27

21
​Rijkswaterstaat. (2018, 22 november). ​Dammen, sluizen en stuwen.​ Geraadpleegd op 17
oktober 2019, van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-
het-water/waterkeringen/dammen-sluizen-en-stuwen.aspx
22
​Milieu Centraal. (2017, 11 april). ​Waterkracht: een energiebron.​ Geraadpleegd op 17
november 2019, van
https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/energiebronnen/waterkracht/
23
​Rijkswaterstaat. (2018, 3 december). ​Brouwersdam.​ Geraadpleegd op 17 oktober 2019,
van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/
waterkeringen/deltawerken/brouwersdam.aspx
24
Zie bron 23
25
​Redactie Down to Earth. (2019, 19 februari). ​Stuwdammen: elke verwijderde dam is het
begin van iets moois.​ Geraadpleegd op 17 november 2019, van
https://downtoearthmagazine.nl/stuwdammen-verwijderde-dam-is-begin-iets-moois/
26
​Zie bron 25
27
Zie bron 25

15
Sluizen
Een sluis sluit 2 wateren van elkaar af, maar
doet dit in tegenstelling tot dammen door
middel van deuren. Deze deuren kunnen zo
het waterpeil regelen, waardoor het
makkelijker wordt voor schepen op te
passeren. In Nederland zijn er heel veel
sluizen, een hoop van die sluizen liggen in
rivieren en grachten, bijvoorbeeld in de
Amsterdamse grachten. Maar er zijn ook twee
sluizen die tot de deltawerken behoren en ons
daarmee beschermen tegen het zeewater. Dat
zijn de Volkeraksluizen en de Bathse Spuisluis.28

Voordelen
+ Er kunnen schepen door de sluizen heen varen, waardoor een sluis van groot
economisch belang kan zijn voor de zeevaart.29
+ Door middel van sluizen kan het waterpeil geregeld worden, als het zeewater
te hoog is dan kunnen de sluisdeuren worden opengezet, waardoor het water
de rivier in kan lopen.30
+ Een sluis kan het water verversen, waardoor de waterkwaliteit beter wordt.31
+ Door de sluizen open te zetten kan het zoute grondwater worden afgevoerd,
waardoor verzilting van landbouwgrond wordt voorkomen.32
Nadelen
- Als het zeewater erg hoog is door bijvoorbeeld hevige regenval, dan zal het
water in de rivieren ook hoog staan, waardoor het openstellen van de sluizen
geen effect meer zal hebben.

28
​Rijkswaterstaat. (2018, 22 november). ​Dammen, sluizen en stuwen.​ Geraadpleegd op 17
oktober 2019, van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-
het-water/waterkeringen/dammen-sluizen-en-stuwen.aspx
29
​Rijkswaterstaat. (2019, 4 april). ​Volkeraksluizen.​ Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/deltawerken/volkeraksluizen.aspx
30
​Rijkswaterstaat. (2019a, 16 januari). ​Bathse Spuisluis.​ Geraadpleegd op 17 oktober 2019,
van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/wat
erkeringen/deltawerken/bathse-spuisluis.aspx
31
​Zie bron 30
32
​Zie bron 29

16
Stormvloedkeringen
Stormvloedkeringen zijn beweegbare keringen in riviermondingen, waterwegen en
zeewegen. Als het water tot een bepaald niveau is gestegen, meestal 3 meter boven
het N.A.P., dan zullen de keringen sluiten. Er zijn verschillende manieren om een
kering te sluiten. Deze keringen sluiten zodat het zeewater niet de kans krijgt om
verder het land in te stromen. Door deze keringen worden de waterstanden achter de
keringen minder hoog en hoeven de achterliggende dijken ook minder hoog te zijn.
In Nederland hebben we op dit moment vijf stormvloedkeringen:
Oosterscheldekering, Maeslantkering, Hollandse Ijsselkering, Hartelkering en de
Stormvloedkering Ramspol.33
Een van de mogelijke manieren om een kering te sluiten is door middel van schuiven.
Deze schuiven kunnen bij hoog water met een druk op de knop dicht worden gedaan
waardoor het zeewater niet meer de rivieren in kan stromen. Dit wordt bijvoorbeeld
zo gedaan bij de Oosterscheldekering. (zie onderstaande tekeningen)

​ Tekening 1, Oosterscheldekering bij laagwater34Tekening 2, Oosterscheldekering bij hoogwater35


Een andere manier om een kering te sluiten wordt gebruikt bij De Maeslantkering.
De Maeslantkering heeft dokken die vol met water lopen bij een storm, waardoor de
twee holle deuren van de kering gaan drijven en de Nieuwe Waterweg op kunnen
draaien. Als de deuren elkaar genaderd zijn, lopen ze vol water, waardoor ze afzinken
tot op de bodem. ​(zie onderstaande tekeningen)

Tekening 3, Maeslantkering bij laagwater36 Tekening 4, Maeslantkering bij hoogwater37

33
​Rijkswaterstaat. (2019, 31 oktober). ​Stormvloedkeringen.​ Geraadpleegd op 20 november
2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water
/waterkeringen/stormvloedkeringen/index.aspx
34
​Rijkswaterstaat. (2019, 31 oktober). ​Stormvloedkeringen​ [Video]. Geraadpleegd op 19
november 2019, van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-
tegen-het-water/waterkeringen/stormvloedkeringen/index.aspx
35
Zie bron 34
36
Zie bron 34
37
Zie bron 34

17
De Stormvloedkering bij Ramspol ligt niet aan de zee, maar aan het Ijsselmeer en
hoeft dus minder stevig en sterk te zijn als de andere keringen die wel allemaal aan
zee liggen. Deze kering bestaat uit drie balgen, een soort van reuze ballonnen, die bij
hoogwater vol worden gepompt met lucht of met water, waardoor de waterweg wordt
afgesloten. (zie onderstaande tekeningen)

Tekening 5, Stormvloedkering Ramspol bij laagwater38 Tekening 6, Stormvloedkering Ramspol bij hoogwater39

Voordelen
+ Door middel van getijdenturbines bij de stormvloedkeringen is het mogelijk
om energie op te wekken.40
+ Er kunnen nog steeds boten en schepen door de Maeslantkering heen varen.41
+ Omdat stormvloedkeringen alleen dicht moeten bij hoogwater en bij laagwater
gewoon open kunnen is er nog steeds eb en vloed en blijft het water zout.42
+ Het is goed voor de vissen en de visserij dat het water zout kan blijven.43

38
Zie bron 34
39
Zie bron 34
40
​ oolen, G. (2015, 30 september). ​Getijdeninstallatie in Oosterschelde stormvloedkering
K
geïnstalleerd.​ Geraadpleegd op 20 november 2019, van https://www.stimulus.nl/
getijdeninstallatie-in-oosterschelde-stormvloedkering-geinstalleerd/
41
​De Deltawerken.​ (2011, 24 juni). Geraadpleegd op 20 november 2019, van
https://schooltv.nl/files/Infoblok/Voortgezet_onderwijs/Aardrijkskunde/2011_d_EW_Delta
werken_WO.pdf
42
​Rijkswaterstaat. (2018, 24 september). ​Oosterscheldekering.​ Geraadpleegd op 20
november 2019, van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-
tegen-het-water/waterkeringen/deltawerken/oosterscheldekering
43
Zie bron 41

18
Conclusie

De stormvloedkeringen zijn op dit moment de best functionerende waterkeringen in


Nederland. De stormvloedkeringen zijn namelijk een stuk flexibeler dan alle andere
waterkeringen. Een stormvloedkering kan namelijk anticiperen op de waterhoogte,
bij laagwater kunnen de stormvloedkeringen namelijk worden uitgeschakeld
waardoor het water gewoon de oorspronkelijke stroming kan voortzetten. Andere
waterkeringen zoals dijken en dammen kunnen niet aangepast worden aan de
waterhoogte en blijven altijd functioneren zoals ze functioneren.

19
Onderzoek naar de actoren die betrokken zijn
bij het beschermen van Nederland tegen de
zeespiegel

Inleiding
Actoren44 zijn tijdens dit onderzoek individuen, groepen, en instellingen die
betrokken zijn bij het beschermen van Nederland tegen de zeespiegel. Tijdens dit
onderzoek worden de belangrijkste actoren die Nederland beschermen tegen de
zeespiegel in kaart gebracht. Dit is van belang om beter te begrijpen wat de rollen,
doelen en machtspositie van de actoren zijn. De actoren worden tijdens dit
onderzoek in beeld gebracht aan de hand van45:
● Een schema waarin de macht, rol en doel is van de belangrijkste actoren.
● Een schets waarin de niveaus waarop de actoren actief zijn weergegeven.
● Het schrijven van een toelichting bij de actoren en de niveaus.

Onderzoeksvraag
Welke actoren spelen de belangrijkste rol bij de technieken die Nederland
beschermen tegen de stijgende zeespiegel en wat zijn hierbij hun doelen, en
machtsposities?

Hypothese
De belangrijkste rollen opgedeeld worden in:
● De voortbrenger
● De gebruiker
● De regulator
● De adviseur
De voortbrenger van de technieken die Nederland beschermd tegen de stijgende
zeespiegel is de overheid.
De gebruikers van de technieken die Nederland beschermen tegen de stijgende
zeespiegel is de bevolking van Nederland.
De regulator van de technieken die Nederland beschermen tegen de stijgende
zeespiegel is een organisatie van de overheid.
De adviseur voor de technieken die Nederland beschermen tegen de stijgende
zeespiegel is een organisatie van de overheid.

44
​TU Eindhoven. (z.d.). ​Begrippenlijst - Techniek in Nederland.​ Geraadpleegd op 17 oktober
2019, van https://techniekinnederland.nl/nl/index.php?title=Begrippenlijst
45
​Opdrachtomschrijving TU Eindhoven:
Smits, J.,​ Opdrachtomschrijving Innovation Challenge TU Eindhoven​, oktober 2019

20
Onderzoek
Nederland wordt beschermt tegen de zeespiegel aan de hand van dijken, dammen
deltawerken en duinen.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is onder andere verantwoordelijk


voor het beschermen van ons land tegen wateroverlast. Het organogram van dit
ministerie is weergegeven in de onderstaande afbeelding.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is dus de regulator van de


technieken die te maken hebben met het beschermen van Nederland tegen
wateroverlast.46

In Nederland zijn Rijkswaterstaat (RWS) en de Waterschappen de waterbeheerders.


De waterbeheerders zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van overstromingen.
RWS is verantwoordelijk voor het beheer van grote wateren, zoals de zee en rivieren.
Hierdoor is RWS ook verantwoordelijk voor het onderhouden van dijken, dammen,
stuwen en stormvloedkeringen.
Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de regionale wateren, zoals kanalen en
poldervaarten. Hierdoor zijn ze ook verantwoordelijk voor het beschermen van het
land tegen overstromingen.

46
​Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.​ (z.d.). Geraadpleegd op 27 oktober 2019, van
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-infrastructuur-en-waterstaat

21
In de waterwet staat welke overheden verantwoordelijk zijn voor het waterbeheer en
wat deze verantwoordelijkheden zijn. Hierin staat dat:
● RWS verantwoordelijk is voor het nationale beleid en landelijke maatregelen
en de normen voor waterveiligheid van de primaire waterkeringen. De
primaire waterkeringen zijn dijken en duinen die het land beschermen tegen
water uit zee en grote rivieren.
● Waterschappen verantwoordelijk is voor de regionale waterkeringen. De
regionale waterkeringen beschermen het land bijvoorbeeld tegen water uit
kanalen.47

Waterkeringen
Dammen
Een dam is een verhoging die twee wateroppervlakten van elkaar scheidt. Een
voorbeeld van een dam is de Afsluitdijk, deze dam scheidt de Waddenzee van het
Ijsselmeer.

Stuwen
Een stuw is een vaste of beweegbare afdamming tussen twee wateren. Wanneer de
weerstand van het water boven een bepaalde hoogte komt loopt de stuw over of
openen er deuren zodat het water op de gewenste peil kan blijven.

Sluizen
Een sluis is net als een dam een scheiding tussen twee wateren. Er is echter een groot
verschil namelijk een sluis heeft deuren. Deze deuren zorgen ervoor dat het waterpeil
beïnvloed kan worden deze mogelijkheid wordt gebruikt om schepen te laten
passeren.48

Stormvloedkeringen
Stormvloedkeringen zijn beweegbare keringen in riviermondingen, waterwegen en
zeearmen. Bij het geval van extreem hoogwater sluiten deze keringen.49

47
​Waterbeheer in Nederland.​ (2019, 26 juni). Geraadpleegd op 27 oktober 2019, van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/water/waterbeheer-in-nederland
48
​Rijkswaterstaat. (2018a, 22 november). ​03 Dammen, sluizen en stuwen.​ Geraadpleegd op
29 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/dammen-sluizen-en-stuwen.aspx
49
​Rijkswaterstaat. (2019, 31 oktober). ​Stormvloedkeringen.​ Geraadpleegd op 29 oktober
2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/stormvloedkeringen/index.aspx

22
Dijken
Een dijk is een aangelegde verhoging die het achterliggende land beschermt tegen
overstromingen.
Er zijn drie soorten dijken:
● zeewaterkerende dijken
● rivier-waterkerende dijken
● binnen-waterkerende dijken50

De verantwoordelijke organisaties
De Waterschappen zijn alleen verantwoordelijk voor de binnen-waterkerende dijken.
RWS is dus verantwoordelijk voor alle overige waterkeringen.

Dijken
Waternet controleert de binnen-waterkerende dijken elke 12 jaar grondig. Bovendien
maken de dijk experts van waternet elk jaar in november en december een ronde om
te controleren of de dijk niet beschadigd is. Indien er sprake is van beschadiging
zorgt waternet ervoor dat de schade wordt gerepareerd.51

Rijkswaterstaat (RWS)
RWS houdt constant de waterstanden in de gaten. Hierdoor kunnen de beheerders
van de dijken direct ingelicht worden als er risico is op een doorbraak. RWS regelt
deze zaken via het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN). Binnen het
WMCN werken alle waterbeheerders van Nederland samen. Het WMCN houdt zich
vooral bezig met waterberichtgeving, crisis advisering en kennisdeling.52
Ook zorgt RWS ervoor dat al het onderhoud en controle aan de waterkeringen is
verzorgt. RWS is namelijk kering beheerder. RWS voert al jaren het onderhoud en
controle aan de waterkeringen uit.53

50
​Dijken.​ (2018, 16 november). Geraadpleegd op 27 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/dijken/index.aspx
51
​Waternet. (z.d.). ​Controle van de dijken.​ Geraadpleegd op 29 oktober 2019, van
https://www.waternet.nl/ons-water/dijken/
52
​Rijkswaterstaat. (2018, 6 december). ​Watermanagementcentrum Nederland.​
Geraadpleegd op 29 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/watermanagementcentrum-nederland
53
​Rijkswaterstaat. (2019a, 25 februari). ​Zorgplicht primaire waterkeringen.​ Geraadpleegd op
29 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/zorgplicht-primaire-waterkeringen/index.aspx

23
Conclusie
Welke actoren spelen de belangrijkste rol bij de technieken die Nederland
beschermen tegen de stijgende zeespiegel en wat zijn hierbij hun doelen, en
machtsposities?
De technieken die Nederland beschermen tegen de stijgende zeespiegel heten de
waterkeringen.

Gebruikers
De gebruikers van de techniek die Nederland beschermd tegen de stijgende
zeespiegel is de bevolking van Nederland. Zonder deze technieken zou namelijk 60
procent van Nederland overstromen.

Regulator
Het ministerie van Infrastructuur en Waterveiligheid is de regulator van de
waterkeringen. De ministerie beheerd namelijk het geld wat voor waterveiligheid
door de overheid beschikbaar is gesteld. Bovendien bepaald de ministerie welke
organisaties verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en de controle van de
waterkeringen. De ministerie heeft als doel het voorkomen van een crisis in
Nederland ontstaan door falende waterkeringen.

Voortbrenger
De voortbrengers van de waterkeringen zijn RWS en de Waterschappen. RWS is de
voortbrenger van de Waterkeringen die Nederland beschermen tegen zee- en
rivierwater. De Waterschappen is de voortbrenger van de overige waterkeringen.
Deze organisaties hebben beide als doel het voorkomen dat waterkeringen
doorbreken, ervoor zorgen dat de waterkeringen stevig genoeg zijn en
overstromingen in Nederland voorkomen.

Adviseur
De adviseur voor de waterkeringen is een organisatie binnen RWS namelijk, het
Watermanagementcentrum Nederland (WMCN). Deze organisatie geeft advies aan
alle organisaties verantwoordelijk voor waterkeringen in Nederland. Deze organisatie
heeft als doel de organisaties verantwoordelijk voor waterkeringen tijdig advies
geven over hoe en wat ze het best kunnen doen met hen waterkeringen.

24
Gevolgen van een nieuwe watersnoodramp.

Inleiding
Nederland is constant in strijd met het water. Zonder goed werkende dijken en
duinen staat 60% van Nederland regelmatig onder water. Een dijkbreuk zal voor dit
kwetsbaar landje catastrofale gevolgen hebben. Een voorbeeld uit de recente
geschiedenis is de watersnoodramp van 1953.

Onderzoeksvraag
Wat zouden de gevolgen van een nieuwe overstroming zijn in Nederland?

Hypothese
Een nieuwe watersnoodramp in 2020 zal nog significant meer schade aanrichten dan
de watersnoodramp van 1953

Oorzaak
Op 29 januari 1953 ontwikkelde er zich een noordwesterstorm ten zuiden van
Ijsland. De storm koerste via Schotland verder zuidwaarts. Op de noordelijke
Noordzee draaide wind naar noordnoordwest waarvan als gevolg een stormveld van
1000 km lang recht op de Nederlandse kust afkwam.
De storm bereikte op zaterdagavond 31 januari 1953 met windkracht 10 de
Nederlandse kust. De zware noordwesterstorm zorgde samen met springtij voor een
springvloed. Het zeewater stuwde op tot uitzonderlijke hoogtes. In Vlissingen werd
de hoogste waterstand gemeten: 4.55 m boven het NAP(Normaal Amsterdams Peil,
ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau van de noordzee).

Gevolg
Op meer dan 150 plaatsen in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant braken de
dijken, omdat de hoeveelheid water teveel was om er weerstand tegen te kunnen
bieden. De gevolgen waren rampzalig. De watersnoodramp kostte aan 1.836 mensen,
47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee het leven. Ruim 72.000 mensen werden
geëvacueerd. Schade aan de infrastructuur en Landbouwgrond was immens. Ruim
150.00 ha grond overstroomde, 4.300 huizen en gebouwen werden vernield en
43.000 huizen en gebouwen raakten beschadigd. De totale schade was 1,5 miljard
gulden(dat gelijk aan 5.4 miljard euro)54.

54
Rijkswaterstaat. (2019, 26 september). ​Watersnoodramp 1953.​ Geraadpleegd op 18
december 2019, van https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-
tegen-het-water/watersnoodramp-1953/index.aspx

25
Hoe?

De schade die is aangericht door de ramp, kwam onder ander door de slechte staat
van de dijken. In Zuid-West Nederland waren de dijken te zwak en te laag. De
waterschappen hadden in de voorgaande jaren weinig onderhoud gepleegd en te
weinig geïnvesteerd in de dijken. Er was wel wat uitgegeven aan waterbescherming,
maar de prioriteiten lagen bij het herstellen van de oorlogsschade. De extreme
waterstanden en de langdurige storm, langer dan een dag, zijn ook grote factoren in
het veroorzaken van de ramp.

Herstel

Onder leiding van Rijkswaterstaat werd het Bureau Coördinatie Dijkherstel in leven
geroepen. Duizenden arbeiders en militairen vanuit het binnen- en buitenland,
werkten samen om de dijken te herstellen. Driekwart jaar na de natuurramp, werd
het laatste gat in de dijk gedicht in Ouwerkerk op het Zeeuwse eiland
Schouwen-Duiveland.

26
Huidig risico
Nederland is de afgelopen 66 jaar bijzonder veel gegroeid.
De bevolking is met ongeveer 7 miljoen gegroeid sinds 1953,
dat is een groei van circa 70%. De bevolkingsdichtheid is
sinds 1953 ook met 191 inwoners/km² toegenomen. Ook op
het gebied van geld is Nederland gegroeid sinds 1953, met
een BNP van 826 miljard USD (in 1953 10,7 miljard USD55)
bevindt Nederland zich in het rijtje van de top 15 rijkste
landen ter wereld. Maar Nederland ligt constant onder vuur
beter gezegd, onder water. Zonder goed werkende dijken en
duinen zou 60% van Nederland onder water staan56, Dit
betekent dat de bevolkingsdichtheid niet 411 inwoners/km²
zou zijn, maar 1030 inwoners/km². Dat zou Nederland op
de 14e plek van landen met de grootste bevolkingsdichtheid
plaatsen(voorheen plek 29). Ook woont meer dan de helft van de Nederlandse
bevolking: 9 miljoen mensen57, op de overstroombare gebieden. Die gebieden zijn
vooral belangrijk voor de Nederlandse financiën, 70 procent van het Bruto Nationaal
product wordt namelijk verdiend in de overstroombare gebieden, dat is 616 miljard
Euro per jaar.

Gegevens
Bevolking Nederland 2019(CBS): 17.400.000
Bevolking Nederland 1953(CBS): 10.430.000
Schade 5.400.000.000 euro
Oppervlakte Nederland : 41.543 km²
Bruto Binnenlands Product 1953: 10.699.000.000
Bruto Nationaal Product 2017(wereldbank): 826.200.000.000

55
Centraal Bureau voor Statistiek. (2014, 26 juni). ​CBS Statline​. Geraadpleegd op 8 december
2019, van https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/7343nr/table?fromstatweb
56
​Rijkswaterstaat. (2015, 19 februari). ​Ons Water in Nederland.​ Geraadpleegd op 18
december 2019, van https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/
brochures/2015/02/19/ons-water-in-nederland/ons-water-in-nederland.pdf.
57
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

27
Conclusie
Naar aanleiding van deze gegevens blijkt dat een dijkbreuk catastrofale gevolgen zal
hebben voor zowel de bevolking als de economie van Nederland. Een nieuwe
watersnoodramp zal zeker meer schade aanrichten aan het land dan die uit 1953,
mede dankzij de sterke toename van de bevolkingsaantallen sinds 1953. Meer dan de
helft van de bevolking zal moeten evacueren, het BNP zal sterk dalen,
landbouwgrond zal onder water lopen en vee en pluimvee zullen verdrinken
waardoor er minder voedsel beschikbaar wordt, wegen zullen overstromen en schoon
drinkwater zal moeilijk verkrijgbaar zijn. De schade van de watersnoodramp was 5,4
miljard euro, meer dan de helft van het toenmalige BBP. In verhouding mett het
huidige BNP zou een nieuwe watersnoodramp rond de 400 miljard euro in schade
opleveren.

28
Effecten van de bescherming tegen het zeewater

Inleiding
Het is belangrijk om te kijken naar de effecten van de bescherming tegen het
zeewater hier in Nederland, aangezien de waterkeringen er niet
voor niets staan. Wij Nederlanders staan erom bekend om het
water als beste te kunnen bestrijden. De deltawerken in Zeeland
zijn zelfs benoemd tot één van de zeven moderne
wereldwonderen.58 De helft van ons land zou onder water liggen
als we geen dijken, duinen, etc. hadden. In dit onderzoek zal er
onderzoek gedaan worden naar de effecten van de bescherming
tegen het zeewater. Hierbij zijn er vier verschillende soorten
effecten:
● Bedoelde effecten
● Onbedoelde effecten
● Directe effecten
● Indirecte effecten

Onderzoeksvraag

Welke effecten hebben de technieken die Nederland beschermen tegen het zeewater?

Hypothese

Die hypothese die de leerlingen hebben gesteld luidt als volgt: “Als Nederland niet
werd beschermd van het zeewater door o.a. de dijken, duinen en de deltawerken, dan
had een groot deel van Nederland onder water gelegen.”59

58
​ eltawerken een van de zeven moderne wereldwonderen​ (17 mei 2006). Uitgeverij: De
D
Volkskrant
59
​De dreiging die we allemaal onderschatten. Wat als het water komt? (​ 26 september 2014)
Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van https://www.vn.nl/de-dreiging-die-we-allemaal
-onderschatten-wat-als-het-water-komt/

29
Onderzoek

Bedoelde effecten
De bedoelde effecten zijn de effecten die men wil bereiken. Zo heeft elke waterkering
weer zijn eigen bedoelde effecten. Dijken zijn bijvoorbeeld door de mens gebouwd
om het land te beschermen. De dijken hier in Nederland zorgen ervoor dat
Nederland beschermd wordt tegen hoogwater en/of overstromingen. Hierdoor
behoudt Nederland haar stukken grond en blijft het water gecontroleerd. Hiernaast
kunnen dijken ook een ecologisch effect hebben. Op de helling van de dijk, aan de
andere kant van het water, kan er een microklimaat ontstaan. Zodra er aan die zijde
ook bomen en planten worden geplant, dan is dat o.a. gunstig voor de biodiversiteit.
60
De duinen beschermen Nederland ook tegen hoogwater en/of overstromingen. Al
zijn duinen meestal wel op een natuurlijke manier ontstaan, worden de duinen
tegenwoordig ook door de mens gemaakt. Ze nemen hierbij een grote hoeveelheid
aan zand en verplaatsen dit dan weer naar een aantal kilometer van de kust af. Op
deze manier wordt dat zand weer met de golven meegenomen richting de kust om de
duinen aan te sterken.61 Ook is er fauna aanwezig op de meeste duinen. Er leven
namelijk veel dieren in en op de duinen. Dammen en een aantal andere
waterkeringen in Nederland worden o.a. gebruikt om het water te regelen in een
gebied. Zo kunnen deze dammen en waterkeringen water tegenhouden wanneer dat
nodig is en juist weer doorlaten als dat niet van belang is, of om het waterpeil op
niveau te houden. Hierdoor kan de waterspiegel in dat gebied heel erg schommelen.

Onbedoelde effecten
Onbedoelde effecten zijn effecten waar geen rekening mee werd gehouden. Ze waren
spontaan en kwamen eigenlijk als een verrassing aan. Eén van de onbedoelde
effecten bij dijken is bijvoorbeeld droogte. Doordat er dijken worden geplaatst,
hebben sommige plaatsen geen last meer van overstromingen
en/of hoogwater. De grond op die gebieden droog. Hierdoor
verdwijnen er veel essentiële mineralen. Daarnaast brengen
sluizen ook onbedoeld effect met zich mee. Namelijk dat de
dieren die in het water leven af en toe ook aan de andere kant
van de dammen terecht kunnen komen, wat niet hoort. Ook kan
de aanleg van dijken voor ontwatering van moerassen zorgen.62

60
De rijke dijk​ (pdf). ​innoverenmetwater.nl
61
​Kustonderhoud. ​Geraadpleegd op 17 oktober 2019
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/maatreg
elen-om- overstromingen-te-voorkomen/kustonderhoud
62
​W.G. Hood (2004). Indirect environmental effects of DikesChannels: 'Thinking outside of
the dike and monitoring on estuarine tidal for habitat restoration', ​Eustaries and coast,​
volume 27, Springerlink

30
Directe effecten
Directe effecten zijn effecten die je meteen kunt waarnemen. Nadat de deltawerken
gebouwd waren, waren de effecten ervan al meteen duidelijk. Er kwam meer land
boven het water te liggen; het water ging dus wegzakken in de grond. Het water werd
tegengehouden. De deltawerken zijn zo gebouwd dat ze tegen de heftige stormen
bestendig zijn (denk maar aan de watersnoodramp). Ze beschermen ons niet alleen
tegen het hoge zeewater, ze helpen ook met de zoetwatervoorziening en een betere
waterhuishouding. Ook zijn er nieuwe natuurgebieden aangelegd, daarnaast zorgen
de deltawerken ook voor een betere bereikbaarheid van Zeeland.63 De deltawerken
die bestaat o.a. uit sluizen. Deze sluizen helpen ons bij de zoetwatervoorziening en
een betere waterhuishouding. Als er teveel water in de rivieren is, dan gaan de
sluizen open en wordt het teveel aan water als het ware in de zee gedumpt. Maar als
er juist te weinig water in de rivieren is, dan gaan diezelfde sluizen dicht.

Indirecte effecten
Indirecte effecten zijn effecten die pas later opdoken. Het afsluiten van de zeearmen
van Zeeland heeft zo ook z’n indirecte effecten. Er zijn bijvoorbeeld bepaalde dier- en
plantensoorten uit dat gebied verdwenen.64 Dit met name doordat veel dieren en
planten die eerst in dat leefden, leefden in het zeewater. Zeewater is zout, dus die
dieren en planten kregen opeens een heel andere leefomgeving door de deltawerken.
In plaats van het zeewater dat ze gewend waren, kregen ze nu juist te verduren met
zoetwater uit de rivieren. Veel van de dieren en planten zijn hierdoor uit dat gebied
verdreven. Denk maar aan mosselen, zalm, zeeforel, etc. Doordat er een grotere
beschikbaarheid van het zoetwater is, wordt deze veel gebruikt door agrariërs,
drinkwaterbedrijven en de industrie in de loop der jaren. De gevolgen hiervan zijn
dat de natuur en de waterkwaliteit in dat gebied het zwaar te verduren hebben.65

63
​ eltawerken. ​Geraadpleegd op 16 oktober 2019, van
D
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/deltawerken/
64
​Dieren die leven op de grens van land en zee. ​(28 oktober 2004). Uitgeverij: Trouw
65
​Deltawerken. ​Geraadpleegd op 17 oktober 2019, van
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterke
ringen/deltawerken/

31
Conclusie

Alle waterkeringen in Nederland hebben hun voor- en nadelen, dus ook zo hun
positieve en negatieve effecten. De onbedoelde en de indirecte effecten zijn vooral
negatieve effecten die met de leefomgeving van dieren en planten te maken hebben.
Ook heeft het een negatief effect op de ondergrond op die plekken.66 De bedoelde en
de directe effecten zijn echter ook te zien. De waterkeringen in Nederland
beschermen ons niet alleen tegen het water, ze brengen ook veel positieve effecten
met zich mee. De waterkeringen helpen ons met de zoetwatervoorziening en een
betere waterhuishouding. Er zijn ook positieve ​ecologische ​effecten. Zo hebben de
meeste dijken in Nederland op hun helling een eigen microklimaat. Dit kan gunstig
zijn voor de biodiversiteit in dat gebied.67

66
​ ojeong Kang & Emily H. Stanley (2005). 'Effects of levees on soil microbial activity in a
H
large river floodplain', ​River rechearch and application,​ Wily
67
​W.G. Hood (2004). Indirect environmental effects of DikesChannels: 'Thinking outside of
the dike and monitoring on estuarine tidal for habitat restoration', ​Eustaries and coast,​
volume 27, Springerlink

32
Conclusie en Toekomst

Conclusie

Nederland beschermt zichzelf momenteel tegen het zeewater met dijken, duinen en
de deltawerken. Duinen worden op een natuurlijke wijze aangelegd. Omdat de
duinen niet heel Nederland kon beschermen tegen het zeewater begon men met het
aanleggen van dijken. Naar aanleiding van de watersnoodramp van 1953 begon men
met het bouwen van de deltawerken. De deltawerken bestaan uit sluizen, dammen en
stormvloedkeringen. Bij de bouw en reparatiewerken van de waterkeringen zijn
meerdere partijen betrokken. De belangrijkste partijen die hierbij betrokken zijn,
zijn Rijkswaterstaat, de Waterschappen, Watermanagementcentrum Nederland en
Het ministerie van Infrastructuur en Waterveiligheid. Alle waterkeringen hebben
naast het belangrijke effect dat ze Nederland beschermen tegen een overstroming,
ook sommige negatieve effecten. De meeste negatieve effecten van de waterkeringen
zijn omtrent de leefomgeving van dieren en planten.

Toekomst

Het profielwerkstuk heeft als functie om een theoretische basis te leggen voor de
meesterproef. Alle literatuur die is gebruikt om dit profielwerkstuk te schrijven kan
worden gebruikt om de meesterproef tot een zo goed mogelijk resultaat te brengen.

Naar aanleiding van het schrijven van dit profielwerkstuk is gebleken dat het
onderwerp heel erg breed is. Daardoor is in overleg met de profielwerkstukbegeleider
besloten dat de meesterproef meer gespecialiseerd moet worden, door bijvoorbeeld
in te zoomen op één locatie.

Van januari 2020 tot en met maart 2020 zullen de leerlingen aan de slag gaan met de
meesterproef. De leerlingen zullen uiteindelijk een ontwerptekening, een
3d-tekening en een proto-type afleveren aan de opdrachtgever. Daarnaast zullen de
leerlingen een poster, een presentatie en een eindverslag maken van hun ontwerp.

33
Evaluatie

Afgelopen maanden zijn wij druk bezig geweest met dit profielwerkstuk. Het
schrijven van dit profielwerkstuk ging zoals het meestal gaat met vallen en opstaan.
In de vijfde klas hebben we ook al een project met elkaar gedaan, dus we wisten wat
we van elkaar konden verwachten en waar we geïnteresseerd in waren. Ondanks dat
we wisten welke kant we op wilden met onze meesterproef hadden we moeite met het
vinden van een opdrachtgever. Dit kwam omdat we van veel opdrachtgevers geen
reactie kregen na mails en telefoongesprekken. Bovendien werden we een beetje aan
het lijntje gehouden door de opdrachtgever die wel reageerde op onze mails.
Gelukkig vonden we uiteindelijk de Innovation Challenge tegen. Dit is een wedstrijd
georganiseerd door de TU Eindhoven. Deze wedstrijd sprak ons meteen aan en in
overleg met onze profielwerkstukbegeleider en onze O&O-docent mochten we ons
inschrijven voor deze wedstrijd. Mathijs Vesters begeleidde ons namens de
TU-Eindhoven bij het schrijven van dit profielwerkstuk. De uitvoering van het
profielwerkstuk verliep redelijk goed. De communicatie tussen de auteurs van dit
profielwerkstuk verliep af en toe een beetje moeilijk. Voor de rest verliep het
schrijven van dit profielwerkstuk wel goed en heeft iedereen zijn steentje
bijgedragen.
We hebben veel tijd en energie gestoken in het schrijven van dit profielwerkstuk,
hierdoor hebben we een hoop geleerd en kunnen we met een goede theoretische
basis beginnen aan onze meesterproef.

34
Logboek

Jesper
28-08 Groepjes voor de meesterproef vormen en nadenken over onderwerp van
de opdracht

29-08 Onderwerp van de meesterproef bepalen en op zoek naar mogelijke


opdrachtgevers

30-08 Mailtjes sturen naar mogelijke opdrachtgevers

06-09 Telefonisch contact met opdrachtgevers en mailtjes naar nieuwe


opdrachtgevers

13-09 Contact met opdrachtgevers en inventariseren of de Innovation


Challenge van de TU-Eindhoven iets voor ons is

20-09 Pitchen aan de O&O-docenten waarom wij mee zouden willen doen aan
de Innovation Challenge

27-09 Inschrijven voor de Innovation Challenge en concept van de PVA


inleveren

29-09 Concept van de PVA ingeleverd en ons POP opgesteld en ingeleverd

04-10 Tickets regelen voor bezoek aan de TU-Eindhoven en werken aan de PVA

09-10 Bezoek aan de TU-Eindhoven: opstartdag van de Innovation Challenge

11-10 Werken aan de PVA

13-10 PVA af en ingeleverd

14-10 Brainstormen over onderwerp voor de Innovation Challenge

15-10 Deelonderzoeksvraag, Hypothese opgesteld voor onderzoek over de


ontwikkeling van de waterkeringen en bronn

16-10 Werken aan onderzoek over de ontwikkeling van de waterkering

17-10 Onderzoek naar de ontwikkelingen van de waterkeringen afronden en


start maken aan onderzoek naar de Moderne waterkeringen

18-10 Werken aan onderzoek naar de Moderne Waterkeringen

01-11 Werken aan onderzoek naar de Moderne Waterkeringen

15-11 Gesprek met Meneer van Yperen

22-11 Afronden onderzoek naar de Moderne Waterkeringen en contact met


Rijkswaterstaat

35
29-11 Titelblad en informatie PWS maken en contact met Rijkswaterstaat

06-12 Werken aan presentatie voor Technasiumparade.

11-12 Presenteren op Technasiumparade

15-12 Inhoudsopgave en Inleiding schrijven voor PWS

18-12 Conclusie schrijven voor PWS

Shantanu
28-08 Groepjes voor de meesterproef vormen en nadenken over onderwerp
van de opdracht

29-08 Onderwerp van de meesterproef bepalen en op zoek naar mogelijke


opdrachtgevers

30-08 Mailtjes sturen naar mogelijke opdrachtgevers

06-09 Telefonisch contact met opdrachtgevers en mailtjes naar nieuwe


opdrachtgevers

13-09 Contact met opdrachtgevers en inventariseren of de Innovation


Challenge van de TU-Eindhoven iets voor ons is

20-09 Pitchen aan de O&O-docenten waarom wij mee zouden willen doen
aan de Innovation Challenge

27-09 Inschrijven voor de Innovation Challenge en concept van de PVA


inleveren

29-09 Concept van de PVA ingeleverd en ons POP opgesteld en ingeleverd

04-10 Tickets regelen voor bezoek aan de TU-Eindhoven en werken aan de


PVA

09-10 Bezoek aan de TU-Eindhoven: opstartdag van de Innovation


Challenge

11-10 Werken aan de PVA

13-10 PVA af en ingeleverd

14-10 Brainstormen over onderwerp voor de Innovation Challenge

15-10 Onderzoeksvraag en hypothese formuleren

17-10 Opzet van het onderzoek naar de Actoren maken

18-10 Deelondezoeksvraag en hypothese voor het onderzoek naar de actoren


opstellen

36
26-10 Onderzoek naar de actoren afmaken

21-11 Conclusie van de onderzoek naar de actoren schrijven

22-11 Onderzoek naar de actoren laatste puntjes op de i en inleveren bij de


teamleider.

24-11 Het onderzoek in het profielwerkstuk zetten.

25-11 Onderzoeksvraag en hypothese voor het profielwerkstuk aanpassen

29-11 Profielwerkstuk verbeteren

06-12 Presentatie voor de technasiumparade maken

11-12 Presenteren op de technasiumparade

13-12 Werken aan het profielwerkstuk

17-12 Onderzoeksvraag en hypothese aanpassen

19-12 logboek afmaken

Ibrahim
28-08 Groepjes voor de meesterproef vormen en nadenken over onderwerp
van de opdracht

29-08 Onderwerp van de meesterproef bepalen en op zoek naar mogelijke


opdrachtgevers

30-08 Mailtjes sturen naar mogelijke opdrachtgevers

06-09 Telefonisch contact met opdrachtgevers en mailtjes naar nieuwe


opdrachtgevers

13-09 Contact met opdrachtgevers en inventariseren of de Innovation


Challenge van de TU-Eindhoven iets voor ons is

20-09 Pitchen aan de O&O-docenten waarom wij mee zouden willen doen
aan de Innovation Challenge

27-09 Inschrijven voor de Innovation Challenge en concept van de PVA


inleveren

29-09 Concept van de PVA ingeleverd en ons POP opgesteld en ingeleverd

04-10 Tickets regelen voor bezoek aan de TU-Eindhoven en werken aan de


PVA

09-10 Bezoek aan de TU-Eindhoven: opstartdag van de Innovation


Challenge

37
11-10 Werken aan de PVA

13-10 PVA af en ingeleverd

14-10 Brainstormen over onderwerp voor de Innovation Challenge

15-10 Onderzoeksvraag en hypothese formuleren

17-10 Opzet van het onderzoek naar gevolgen van een nieuwe
watersnoodramp gemaakt

18-10 Deelonderzoeksvraag opgesteld in het onderzoek

26-10 Onderzoek naar de gevolgen van een nieuwe watersnoodramp doen

20-11 Onderzoek naar de gevolgen van een nieuwe watersnoodramp


afmaken

24-11 Onderzoek in het profielwerkstuk gezet

06-12 Presentatie voor de technasium parade gemaakt

11-12 Gepresenteerd op de technasium parade

19-12 Logboek afgemaakt

Bartu
28-08 Groepjes voor de meesterproef vormen en nadenken over onderwerp
van de opdracht

29-08 Onderwerp van de meesterproef bepalen en op zoek naar mogelijke


opdrachtgevers

30-08 Mailtjes sturen naar mogelijke opdrachtgevers

06-09 Telefonisch contact met opdrachtgevers en mailtjes naar nieuwe


opdrachtgevers

13-09 Contact met opdrachtgevers en inventariseren of de Innovation


Challenge van de TU-Eindhoven iets voor ons is

20-09 Pitchen aan de O&O-docenten waarom wij mee zouden willen doen
aan de Innovation Challenge

27-09 Inschrijven voor de Innovation Challenge en concept van de PVA


inleveren

29-09 Concept van de PVA ingeleverd en ons POP opgesteld en ingeleverd

04-10 Tickets regelen voor bezoek aan de TU-Eindhoven en werken aan de


PVA

38
09-10 Bezoek aan de TU-Eindhoven: opstartdag van de Innovation
Challenge

11-10 Werken aan de PVA

13-10 PVA af en ingeleverd

14-10 Brainstormen over onderwerp voor de Innovation Challenge

15-10 Werken aan onderzoek naar de effecten

16-10 Werken aan onderzoek naar de effecten

17-10 Werken aan onderzoek naar de effecten

18-10 Werken aan onderzoek naar de effecten

06-12 Presentatie voor de technasium parade gemaakt

11-12 Gepresenteerd op de technasium parade

19-12 Logboek afgemaakt

39

You might also like