Pws

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 64

Profielwerkstuk 

2019/2020 
Onderwijs 

 
 

 
 

 
Bijles platform 

Voorwoord 

Het is niet alleen zo dat we gepassioneerd zijn over dit onderwerp en bereid zijn tijd en
moeite erin te stoppen, ook geloven wij dat we in de ideale positie zitten om het probleem
ook echt aan te pakken of op zijn minst een positieve impact kunnen achterlaten.

In de vierde klas wisten we al dat we iets wilde doen aan dit probleem, nu zitten we in het
eindexamenjaar en kunnen we met vrij veel zekerheid zeggen dat we het allemaal wel
gezien hebben; van docenten die tijdens bijna elke klassikale uitleg het voor elkaar krijgen
om zonder uitzondering elke leerling zijn aandacht kwijt te raken, tot docenten die zoveel
orde opeisen dat je door het hele lokaal een zucht van opluchting hoort zodra de leraar heel
even weg moet. Het zou oneerlijk zijn om alleen de rol van docenten de schuld te geven van
de huidige tekortkomingen. Veel leerlingen kunnen pas een week voor de wiskundetoets
met nuttige huiswerkvragen komen omdat ze tot die tijd alles nog zaten uit te stellen.

Wij vermoeden dat het het onderwijs alleen maar goed zou doen als docenten wat meer
een coachrol zouden innemen en dat ze leerlingen meer begeleiden en vrijheid bieden dan
dat ze leerlingen altijd maar bij het zogenaamde handje vasthouden. Toch zijn we ook
sceptisch over het huidige daltononderwijs, je kan jonge studenten niet vrijheid gaan bieden
voordat je ze de benodigde verantwoordelijk hebt bijgebracht. Verantwoordelijkheid is in
onze ogen het sleutelwoord voor een betere maatschappij in de toekomst en het is een
woord dat volgens ons nog lang niet goed genoeg wordt benadrukt. Maar
verantwoordelijkheid bijbrengen als docent is niet makkelijk, je zult leerlingen moeten
overtuigen om zichzelf aan het werk te zetten. Inspireer jongeren tijdens de
geschiedenislessen door ze uit te leggen dat het vak niet hoeft te gaan over wanneer de
mona lisa is getekend, maar dat het veel meer gaat om de les dat wat er in het verleden is
gebeurd onder de juiste omstandigheden zich kan herhalen, en dat ook jij minstens even
schuldig had kunnen zijn voor wat er in 1939 gebeurde omdat we vaak niet tegen
autoriteiten durven in te gaan wanneer dat nodig is. Leer kinderen niet alleen dat de
westerse wereld door CO2 uitstoot het ecosysteem verpest, maar leer ze hoe ze hun eigen
voetafdruk kunnen verminderen. Als je merkt dat het kind erg creatief of technisch is,
inspireer hem/haar om deze vaardigheden toe te passen om daarmee ook de voetafdruk
van anderen te verminderen. School is er vooral in gespecialiseerd om mensen uit de arme
onderklasse te krijgen, maar niet om het individu te helpen zich optimaal te ontplooien.

Als laatste moet alleen nog gezegd worden dat ondanks dit kritische stuk over onze huidige
schoolsysteem, we heel dankbaar en positief zijn over onze middelbare schooltijd. We zijn

1
Bijles platform 

blij met de schoolkeuzes en al helemaal met O&O, maar het doel is alleen dat de volgende
generatie leerlingen het nog beter heeft.
Leer kinderen dat hun acties uitmaken, en we zijn ervan overtuigt dat we niet alleen betere
schoolresultaten zullen zien in het onderwijs, maar ook verbeteringen in hoe diezelfde
kinderen na hun studie in de maatschappij zullen staan.

2
Bijles platform 

Inhoudsopgave:
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Situatie
1.3 Opdracht
1.4 Onderzoeksvraag
1.5 Deelvragen

2. Literatuuronderzoek
​2.1 Probleemanalyse
2.1.1 Probleemstelling
2.1.2 Probleemanalyse
2.2 Intentie
2.2.1 Doelstelling
2.2.2 Eindresultaat
2.3 Vooronderzoek
2.3.1 Oriëntaties
2.3.2 Inventarisatie

3. Eigen onderzoek
​ 3.1 Enquête
3.1.1 Methode en gegevensverzameling
3.1.2 Interviews
3.1.3 Resultaten en conclusie
3.2 Interviews
3.2.1 Resultaten en conclusie
3.3 Veldonderzoek
3.3.1 Doel experiment
3.3.2 Eerste poging experiment (inclusief evaluatie)
3.3.3 Tweede poging experiment (inclusief evaluatie)

4. Conclusie

5. Aanpak
5.1 De planning
5.2 Logboek

6. Projectorganisatie
6.1 Persoonsgegevens team
6.2 Gegevens contactpersonen

3
Bijles platform 

1. Inleiding en relevantie

1.1 Aanleiding
Als je kijkt naar onze wereld van nu en deze vergelijkt met de wereld van 100 jaar geleden,
zul je bijna in alles verbeteringen of veranderingen zien; van hoe men uit eten als een
sociale ervaring in plaats van een eerste levensbehoefte is gaan zien, tot hoe we
tegenwoordig constant met het internet en elkaar verbonden zijn. Als je alleen al je
magische machine uit je broekzak zou halen in de wereld van 20 jaar geleden, zou de
overheid de doodstraf voor hekserij herintroduceren. Maar in een tijd van constante
verandering, moet er op zoek gegaan worden naar belangrijke levensaspecten die
achterlopen op deze veranderingen.

1.2 Situatie
De docent zit de stof van de volgende paragraaf klassikaal uit te leggen. Op datzelfde
moment zoekt een leerling in het hoekje van het lokaal dezelfde stof op, maar dan uitgelegd
door een youtube docent die hij heeft gevonden. Het opmerkelijke was dat de brave
luisterende leerlingen gemiddeld minder op hadden gepikt van de uitleg, vergeleken met de
jongen die alternatieven leermethodes online op had gezocht.
Wie je het ook vraagt binnen het onderwijs, haast iedereen zal zeggen dat de gemiddelde
tijdsbesteding op school niet efficiënt is. Sinds de leerplichtwet uit 1901 is er niet veel
veranderd aan ons schoolsysteem, ondanks het feit dat je niet meer beloond wordt voor het
zijn van een gehoorzame leerling die zijn mond houd, maar voor het zijn van een kritische en
creatieve denker. School is er vooral in gespecialiseerd om mensen uit de arme onderklasse
te krijgen, maar niet om het individu te helpen zich optimaal te ontplooien.Buiten school om
is er al wel veel verandering aan de gang, een heel erg groot deel van de jongeren (⅓) maakt
volgens ​onderzoeksbureau Oberon ​gebruik van een vorm van extra bijles buiten de
schooluren om. Een ander groot deel, met name jongeren die ouders hebben met een laag
inkomen kan hun kinderen niet dezelfde hulp bieden. Maar dat de scholen zo erg
achterlopen qua efficiency en ontwikkeling kun je als zorgelijk zien. Het is erg makkelijk om
te concluderen dat meer vrijheid voor leerlingen gelijk zal staan aan beter onderwijs, maar
voordat je meer vrijheid biedt, moet je de jongeren ook meer verantwoordelijkheid en
discipline aanleren. Is dit iets waar we tot aan 2040 naartoe kunnen werken, en kan dit
project een belangrijk aandeel worden binnen het daltononderwijs waar we naartoe
proberen te werken?

1.3 De opdracht
Het belang van dit project is om een concreet en innovatieve oplossing te bedenken voor
een probleem dat zich vaak in deze tijd afspeelt. De bedoeling is dat het niet nu al toegepast
kan worden, maar in het jaar 2040. Met inzicht in de toekomst en de ontwikkelingen van de
technische middelen zou het dan wel toegepast kunnen worden. Om aan een onderwerp als

4
Bijles platform 

bijles te beginnen als PWS wordt er gevraagd naar vooronderzoek en verdieping in de


literatuur.
Er zullen verschillende meningen zijn, vooral omdat er persoonlijke gezinszaken bij
in betrekking komen. Zo wordt er niet alleen gericht op de bijles zelf maar ook op de
financiële zaken ervan, de moraliteit erachter, de noodzaak van de bijles en veel andere
punten.
De kern van schoolproblemen wordt niet alleen door één factor beïnvloedt. Er zijn
altijd meer zaken die een rol spelen, in elke situatie verschillen deze. Als men niet genoeg
les krijgt om iets te snappen kan dit bijvoorbeeld leiden tot verminderde schoolprestaties en
uiteindelijk misschien wel werkloosheid. Zo kun je verder gaan met het schetsen van een
oorzaak-gevolg voorspelling. Daarom is het belangrijk om dieper te graven dan alleen als
doel hebben het probleem op te lossen.

1.4 Onderzoeksvraag
Onze onderzoeksvraag luidt:  
Wat is het verschil in effect (qua begrip van de stof en enthousiasme over het onderwerp)
tussen een uur bijles gegeven door een oudere leerling (vanaf nu wijpo genoemd) en een
gewone les die je krijgt van een (school)docent?

1.5 Deelvragen:
❖ Hoeveel behoefte is er voor bijles binnen het onderwijs?
❖ Welke groepen jongeren nemen eerder bijles?
❖ Wat is de reden dat bepaalde groepen geen bijles nemen?
❖ Hoeveel verschil qua stof beheersing is er tussen een leerling die een uur les krijgt
van een wijpo vergeleken met een uur uitleg van een docent?
❖ Hoeveel verschil qua stof toepassing is er tussen een leerling die een uur les krijgt
van een wijpo vergeleken met een uur uitleg van een docent?
❖ Hoeveel verschil qua stof interesse is er tussen een leerling die een uur les heeft
gekregen van een wijpo vergeleken met een uur uitleg van een docent?

5
Bijles platform 

2. Literatuuronderzoek

2.1 Probleemanalyse

2.1.1 Probleemstelling
Leerlingen hebben vaak weinig keus qua manier waarop ze les willen krijgen, en bepaalde
groepen jongeren kunnen niet dezelfde hulp krijgen als anderen wanneer ze die hulp nodig
hebben.

2.1.2 Doelstelling
Het doel van het onderzoek is om te analyseren en te bepalen wat de verschillen zijn tussen
huidige vormen van onderwijs, en deze vergelijken met uitleg die leerlingen krijgen van
(bijna) leeftijdsgenoten.

Hoofdopdrachten/vragen Deelvragen/opdrachten

1. Wat wordt er momenteel op school - Bestaande methodes


gedaan voor kinderen die moeite - Enquêtes afleggen
hebben met de schoolstof? - Scholen bezoeken
- Hoeveel behoefte is er voor bijles?

2. Wat zijn de problemen waar - Literatuuronderzoek


kinderen tegenaan lopen als ze een - Welke problemen komen het
drempel tegenkomen op school meeste voor bij leerlingen?
waar ze niet overheen kunnen
stappen?

3. Zijn de kansen in het onderwijs wel - Morele kijk op de realiteit


gelijk? - Financieel stabiele ouders versus
ouders die het wat minder hebben.
- Ongelijkheid stimulerend of is dit
eerlijk?
- Welke mensen nemen bijles?
- Wat is de reden dat bepaalde
mensen geen bijles nemen?

4. In welke opzichten verschilt bijles - Het systeem uitleggen.


van regulier onderwijs? - De belangrijkste zaken alleen
benoemen.

5. Doet de overheid er iets aan? - Ministerie van onderwijs bereiken.


- Bij de gemeente langs gaan voor

6
Bijles platform 

een interview.

6. Wat wordt er door de leerlingen zelf - Leerlingen ondervragen


gedaan om bij te blijven met de - Mentoren spreken over wat
lessen als ze tegen een probleem leerlingen hun vertellen over de
aanlopen? ondernomen acties

2.2 Intentie

2.2.1 Doelstelling
Het uiteindelijke doel dat we met dit project willen bereiken is dat het onderwijssysteem
drastisch wordt veranderd. Het team gelooft erin dat verandering binnen het onderwijs de
komende generaties goed zal doen. De bedoeling is dat iedereen wordt voorzien van de
juiste en meest kwalitatieve vorm van onderwijs. In dit project staan dan ook “gelijke
kansen” en “efficiëntie” voorop.

2.2.2 Eindresultaat
Het centrale doel van deze opdracht is om een database van gegevens te verzamelen die
kan helpen met het vinden van een oplossingen voor de zwakke punten binnen het
onderwijs. Er wordt vanuit gegaan dat er niet slechts één probleem is die hierbij een rol
speelt, maar vele verschillende factoren. Het eindresultaat voor dit profielwerkstuk is een
concept neerleggen dat rekening houdt met de verlangens en behoeftes van leerlingen die
moeite hebben met bepaalde stof.

7
Bijles platform 

2.3 Vooronderzoek

2.3.1 Oriëntatie op onderwijs  


Er staat natuurlijk al behoorlijk wat op internet over bijles en hoe de samenleving er tegenop kijkt. 
Deze gegevens zijn kort en krachtig verzameld voor als literatuuronderzoek voor het project. E​en 
beschrijving van de meest voorkomende oorzaken van problemen met begrip voor schoolstof en 
wat de gevolgen hiervan zijn. ​Hierbij werden de volgende deelvragen beantwoord en een kort 
verslag over geschreven.  
● 1.1 Oriëntatie: ​Wat wordt er momenteel gedaan aan schoolproblemen?
- Pagina: 9
● 1.2 Oriëntatie: ​Wat zijn de problemen waar kinderen tegenaan lopen?
- Pagina: 12
● 1.3 Oriëntatie: ​Zijn de kansen in het onderwijs wel gelijk?
- Pagina:15
● 1.4 Oriëntatie:​ ​In welke opzichten verschilt bijles van regulier onderwijs?
- Pagina:17
● 1.5 Oriëntatie:​ ​Doet de overheid er iets aan?
- Pagina:19
● 1.6 Oriëntatie: ​Wat doen leerlingen er zelf aan?
- Pagina:22
 

2.3.2 Inventarisatie bestaande methoden 

In de inventarisatie wordt ​weergegeven welke diverse methoden er al bestaan voor het probleem. 
Tevens wordt ook aangegeven wat de pluspunten en eventuele minpunten er bij zijn en waarom dit 
zo is. Er is gebruik gemaakt van wetenschappelijke artikelen.  
● 2.1 Inventarisatie:​ Overzicht van hulp die in Nederland wordt aangeboden aan leerlingen. 
- Pagina: 25  
● 2.2 Inventarisatie: ​Beoordelingen van de verschillende manieren van onderwezen worden.  
- Pagina: 30 

8
Bijles platform 

Literatuuronderzoek 1.1 

Bijles Platform 
Wat wordt er momenteel gedaan aan schoolproblemen?
 
 

 
 
Inleiding 
Problemen binnen het onderwijs zijn heel actueel. Het gaat hierbij om ontevredenheden
over de beperkte hoeveelheid persoonlijke ondersteuning die leerlingen aangeboden
krijgen. Dit veroorzaakt een eventuele kennis achterstand. Het docententekort en de
ontzettend dure bijlessen (die een groot deel van de samenleving niet kan betalen) hebben
hieraan bijgedragen.​ ​Wat doen scholen eraan om de kwaliteit van hun lessen op peil te
houden en wat voor extra hulp wordt er aangeboden (bieden scholen) aan kinderen die
daar behoefte aan hebben .

9
Bijles platform 

Problemen binnen het onderwijs


Binnen het onderwijs zijn er veel obstakels op te noemen waar we tegenaan lopen. Deze
kunnen gaan over het zeer oude schoolsysteem, de manier van lesgeven, extra
ondersteuning, etcetera. De meest voorkomende problemen zijn het docententekort en de
dure bijlessen die een geringe deel van de samenleving kan veroorloven. Deze problemen
praktiseren zich in onze maatschappij en zorgen ervoor dat kinderen van onvoldoende
onderwijs voorzien worden. Het is zelfs zo dat scholen tijdelijk sluiten vanwege het tekort
aan docenten. Veel ouders maken zich dan ook zorgen om de educatie van hun kind en
maken gebruik van extra ondersteuning in (erg vaak in de vorm van bijles).
Spijtig genoeg kan alleen een klein deel van de samenleving dit soort extra ondersteuning
inschakelen. Dit komt veelal omdat bijles erg duur is. Aangezien bijles nemen derhalve voor
de meeste inwoners een rib uit het lijf is, bestaat er zo een figuurlijke kloof in de
samenleving. Met aan de ene kant, de inwoners die het wat breder hebben en dus bijles
nemen en aan de andere kant de mensen die op financieel vlak deze extra last niet
aankunnen. In dit project staat de term gelijke kansen dan ook voorop.

In de Nederlandse rechtsstaat is de waarde gelijkheid een zeer essentieel onderdeel van


onze staat. Dit verliest waarde doordat de gelijke kansen binnen de samenleving (in dit geval
onderwijs) bedreigt worden. Goed onderwijs is een belangrijke basisvoorziening en daar
heeft elke burger recht op.

Maatregelen

10
Bijles platform 

De overheid is actief bezig om het toenemende docententekort te bestrijden. Manieren


waarop dit gedaan wordt zijn:
- In-, door- en uitstroom van de lerarenopleidingen
Om het kiezen van de docentenopleiding veel aantrekkelijker te maken, wordt het
collegegeld de eerste 2 jaar van de lerarenopleiding gehalveerd door het kabinet
- Behoud van leraren
Door strategisch personeelsbeleid te voeren kunnen werkgevers bijdragen aan een
aantrekkelijk beroep, nieuwe leraren aantrekken en leraren die al voor de klas staan
vasthouden.
- Beloning en carrièreperspectief
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap investeert € 270 miljoen in de
salarissen van leraren in het primair onderwijs. Met het nieuwe cao-akkoord krijgen leraren
in het primair onderwijs gemiddeld 8,5% meer salaris in 2018.
- Anders organiseren en innovatieve ideeën
Het veranderen van de manier van onderwijs geven (het leuker maken). ​Dat kan op een
manier waarbij met minder leraren voor eenzelfde hoeveelheid leerlingen wordt les
gegeven (bijvoorbeeld in units). Het kan ook op andere manieren​. Er zijn tot op de dag van
vandaag geen maatregelen tegen de ontstane ongelijkheid die begint te bloeien in de
samenleving. Uit onderzoek is gebleken dat een groot deel van leerlingen die bijles willen
het niet kunnen betalen.

Omdat bijles nu echt zeer noodzakelijk is proberen veel leerlingen hiervan gebruik te maken,
maar wat als je het niet kunt betalen. Het is namelijk zo dat de de kosten voor extra
ondersteuning recentelijk toenemen. Naast het feit dat de kosten voor bijles toemenen,
begint het aantal bijlesbedrijvjes ook behoorlijk toe te nemen (een toeneme van 67%).

Referentielijst
- Bijles: dure grap​. (2006, 2 november). Geraadpleegd van
https://www.beteronderwijsnederland.nl/forum/bijles-dure-grap/
- Willems, M. (2017, 18 mei). ​Bijles te duur? Voor deze vakkenvullers is het gratis​.
Geraadpleegd van
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/18/bijles-te-duur-voor-deze-vakkenvullers-grati
s-9325724-a1559520

11
Bijles platform 

 
Literatuuronderzoek 1.2

Bijles Platform 
Wat zijn de problemen waar kinderen tegenaan lopen?
 

 
 
 

Inleiding
Leerlingen op het primair en voortgezet onderwijs krijgen in tegenstelling tot vroeger niet
genoeg aandacht meer. Dat komt omdat leraren voor veel grotere groepen komen te staan.
Ook zijn er minder onderwijsassistenten die de druk op de leraren eventueel kunnen
verminderen. Dit is gebleken uit een representatief onderzoek onder ruim 1600 directeuren,
leraren en zorgbegeleiders op het primair en voortgezet onderwijs. Dit onderzoek is
uitgevoerd door het AD en DUO.

12
Bijles platform 

Niet genoeg aandacht voor leerlingen

Leraren zijn een jaar later (na de invoering van de PO wet) nog niet te spreken over de
toekomst van de leerlingen die extra aandacht nodig hebben in hun onderwijs. Het was
namelijk de bedoeling om kinderen met een aandoening (bijv. autisme of ADHD) niet vaker
meer naar het speciaal onderwijs te sturen.

Uit een enquête is gebleken dat gemiddeld 5 kinderen per klas extra aandacht en zorg nodig
hebben. Deze leerlingen hebben dan vaak een aandoening (autisme of ADHD)​. Als de klas
dan ook nog eens 20 andere leerlingen heeft, dan wordt het iets te veel voor de leraren.

Vincent van Grinsven geeft echter aan dat leraren zelf aangeven dat zij té veel aandacht
geven aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daar zijn weer de ‘normale’
leerlingen de dupe van. Ruim 70 procent van de ondervraagde leerkrachten geeft aan dat ze
vinden dat de ‘normale’ leerlingen de dupe worden, aangezien het gebrek aan aandacht.
Zelfs de leerlingen die extra aandacht nodig hebben, krijgen die soms niet eens. Leraren
merken tevens op dat de leerlingen die veel aandacht nodig hebben, het erg moeilijk
hebben in de klas. Voor deze leerlingen zijn de klassen veel te groot. Hierdoor krijgen zij net
als de andere kinderen niet genoeg aandacht. Voor de leerlingen wordt het hierdoor lastig
om het tempo van de leerstof bij te blijven houden.

Leerkrachten geven ten slotte aan dat het hen niet uitmaakt of er nu veel of weinig
extra-aandacht behoefte leerlingen in de klas zitten. Het gaat hen vooral om de grootte van
de klas. Ook geeft 54 procent van de leerkrachten (op het voortgezet onderwijs is dat 60%)
aan totaal niet blij te zijn met de invoering van het PO. Ze zien het vooral als een manier van
bezuinigen en niet als een manier om leerlingen verder op weg te helpen.

Referentie:
van Gaalen , E. (2015, 31 augustus).​ Leraren kunnen leerlingen niet genoeg aandacht geven.
Geraadpleegd op 19 oktober 2019, van
https://www.ad.nl/binnenland/leraren-kunnen-leerlingen-niet-genoeg-aandacht-geven~a0b
f1758/​.

13
Bijles platform 

Te weinig individuele aandacht


Uit het onderzoek van Scholieren.com samen met EenVandaag blijkt dat leerlingen
daadwerkelijk de gevolgen van grotere klassen ondervinden. Bijna de helft van de leerlingen
(4 op de 10) geven aan dat de klas waarin zij zitten eigenlijk te groot is om goed onderwijs te
krijgen. Waar merken deze leerlingen het aan? Hier volgen een paar reacties uit het
onderzoek:

- De leerling krijgt te weinig aandacht en begeleiding als gevolg van de abnormale


grootte van de klas. Bezuinigen en de kwaliteit van het onderwijs behouden gaan
niet hand in hand met elkaar. Belangrijke informatie wordt gemist.
- Docent kan onmogelijk zijn aandacht eerlijk verdelen over alle leerlingen. Hierdoor
ga je als leerling met vragen het proefwerk in.
- De grootte van de klas is omgekeerd evenredig met de hoeveelheid aandacht per
leerling. Dit wil zeggen dat naarmate de klas groter wordt, de hoeveelheid
individuele aandacht per leerling alsmaar kleiner wordt. Een grotere klas neemt ook
andere nadelen met zich mee, namelijk dat het heel snel té onrustig wordt in de les.
Leerlingen kunnen zich daarom dan niet optimaal focussen op hun schoolwerk. Ook
ervaren leerlingen een bepaalde druk vanuit deze grotere klas en zullen daarom
eerder geen vragen stellen als zij wat niet begrijpen. In kleinere groepen is deze druk
bijna miniem.
- Hoe groter de groep, des te slechter het onderwijs.
- ‘Ik zit bij alle vakken die ik volg in even grote klassen, behalve bij wiskunde. Bij
wiskunde volg ik namelijk de les met maar negen andere leerlingen. Ik heb gemerkt
dat het in de les dan ook bijna onmogelijk is om ‘even’ niet op te letten of te niksen.
In een grotere groep is de aandacht van de leerkracht minder gericht op jou en dus
kan je gewoon je gang gaan.
- De klassen worden alleen maar groter en in de toekomst wordt ook verwacht dat ze
nóg groter worden.
De grootte van de klassen heeft direct invloed op het kwaliteit van de lessen. De leerkracht
heeft minder tijd voor jou en je wordt dan ook niet geholpen als je de stof onvoldoende of
niet begrijpt. De ‘zwakkere’ vertragen de rest van de leerlingen. Vijfenzestig procent van de
leerlingen geeft aan dat ze beter zouden presteren als ze in een kleinere klas zaten.
Leerlingen gaan in een grotere klas ook minder goed op letten en voelen zich ook niet
betrokken bij de les. Kortom, de band tussen de leerling en leerkracht wordt, als de klassen
steeds groter worden, alsmaar slapper.

Referentie:

14
Bijles platform 

van Vliet, L. (2013, 14 november). ​Te weinig individuele aandacht​. Geraadpleegd op 19


oktober 2019, van
https://eenvandaag.avrotros.nl/panels/jijvandaag/item/te-weinig-individuele-aandacht/​.

Literatuuronderzoek 1.3 

Bijles Platform  
Oriëntatie: Zijn de kansen in het onderwijs wel gelijk? 
 
 

Inleiding 
Het rijkere deel van onze samenleving heeft minder beperkingen als de reguliere burgers
van onze samenleving. Bij de basisvoorziening ‘onderwijs’ dreigt dit helaas ook zo te zijn. De

15
Bijles platform 

betekenis van een rechtsstaat begint geleidelijk af te brokkelen. Kunnen we de kansen in het
onderwijs tegenwoordig wel gelijk noemen?

Bijles: dure grap?

Het is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld om extra ondersteuning te hebben.


Een op de zes leerlingen heeft dan ook bijles. Het is zeer essentieel om extra hulp te krijgen
bij zwakheden. Volgens men begint bijles ontzettend duur te worden. Jammer genoeg kan
alleen een klein deel van de samenleving gebruik maken van dit soort ondersteuning. Deze
situatie veroorzaakt een kloof in de maatschappij waarbij de elite de basisvoorziening
onderwijs kwalitatief kunnen behouden en de reguliere burgers dit niet kunnen. In dit
project staat de term gelijke kansen dan ook voorop.

Dit is een situatie dat zich op een onbewuste wijze vergroot. Hierdoor zullen de gevolgen op
lange termijn ernstig zijn. Een deel van de bevolking zal het hoogstwaarschijnlijk verder
schoppen dan het deel dat deze extra ondersteuning niet kan bekostigen (tenminste, op het
educatieve vlak). Dit veroorzaakt een kloof tussen armen en rijken en is (kwalitatief)
onderwijs zoals in de jaren 70 alleen nog maar weggelegd voor de elite.

De gemiddelde kosten voor bijles is vanaf 20 euro per uur. Bijles door studenten is
gemiddeld 15 euro, bijles door professionals is ruwweg 40 euro per uur. Volgens men is dit
veelste duur.

In de Nederlandse rechtsstaat is de waarde gelijkheid een zeer essentieel onderdeel van


onze staat. Dit verliest zijn waarde doordat de gelijke kansen binnen de samenleving (in dit
geval onderwijs) bedreigt worden. Goed (kwalitatief) onderwijs is een belangrijke
basisvoorziening en daar heeft elke burger recht op. In dit project pleiten we dan ook voor
gelijke kansen en bijles voor elke groep in onze samenleving.

Referentie:
- Ooms, J. (2018, 30 november). ​Kosten bijles basisschool​. Geraadpleegd van
https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&cad=rja&u
act=8&ved=2ahUKEwjQpoKuxNblAhXIPFAKHc_SCxgQFjACegQICxAH&url=https%3A%
2F%2Fuurtarief.tips%2Fnl%2Fzzp%2Fonderwijs%2Fkosten-bijles-basisschool&usg=A
OvVaw0VKWjOlFLF-wvmCTqVmuXz

- Bijles: dure grap​. (2006b, 2 november). Geraadpleegd van


https://www.beteronderwijsnederland.nl/forum/bijles-dure-grap/

16
Bijles platform 

 
Literatuuronderzoek 1.4

Bijles Platform 
Oriëntatie: In welke opzichten verschilt bijles van regulier onderwijs?  
 

 
 
 

Inleiding
Steeds meer ouders willen dat hun kinderen bijles gaan volgen, om op die manier, beter te
gaan scoren op school. Is het nemen van bijles echter wel nuttig?

17
Bijles platform 

Steeds meer leerlingen krijgen bijles.

Mensen die bijles volgen krijgen hulp op maat aangeboden. Dat is dan ook het kritiekpunt
als het gaat om het regulier onderwijs: De klassen zijn veels te groot en te weinig leraren. Dit

betekent dus dat er minder individuele aandacht voor de leerling beschikbaar is. Vaak is dat
precies wat leerlingen nodig hebben, individuele aandacht. Een persoon die zijn aandacht
volledig op een leerling richt en kijkt naar wat de leerling nodig heeft. Dit is het geval tijdens
bijles. De leerling krijgt individueel of in hele kleine groepen hulp en aandacht aangeboden.

Tijdens de bijles wordt tevens alleen de nadruk gelegd op de vakken waar de


desbetreffende
leerling moeite mee heeft of op achterloopt. De manier van leren door de leerling kan door
de bijlesgever worden opgemerkt en op basis hiervan eventueel worden aangepast. In de
reguliere lessen is het veranderen van een lesmethode of het uitproberen van verschillende
benaderingen vrijwel niet te doen. Bij bijles wordt hier echter wel naar gestreefd. Vaak is
dat hetgene dat ervoor kan zorgen dat de leerling iets beter gaat begrijpen. Dikwijls wordt
dat kleine extra beetje hulp, dat aangeboden wordt tijdens de bijles, onderschat, maar uit
cijfers van het CBS blijkt dat leerlingen door deze hulp met meer zelfvertrouwen hun
toetsen maken en daardoor ook beter presteren.

Tijdens de bijles wordt er ook aandacht besteedt aan het leren in te plannen van het
huiswerk en studie. Tegenwoordig wordt steeds vaker verwacht van leerlingen dat ze hun
tijd zo efficiënt mogelijk indelen. Dit wordt vaak als lastig ervaren door de leerlingen. Tijdens
de bijles wordt getracht de leerlingen te leren door de bomen het bos weer te zien. Aan
leerlingen wordt de vaardigheid plannen geleerd, zodat zij zelfstandig weer aan de slag
kunnen. Niet alleen op school, maar ook in hun verdere leven en carrière hebben zij hier wat
aan.

Referentie:
- Bron: Steeds meer leerlingen krijgen bijles. (2013, 10 zomer). Geraadpleegd op 20
oktober 2019, van
https://www.particulieronderwijsnederland.nl/bijles-om-bij-te-blijven/

18
Bijles platform 

Literatuuronderzoek 1.5 

Bijles Platform 
Wat doet de gemeente eraan?  
 

 
 

Inleiding 
In een land als Nederland zijn jouw problemen ook die van het land. Er is veel betrokkenheid
vanuit de overheid die hulp verlenen in alle vormen​.​ Het is belangrijk om je rechten te
kennen en gebruik te maken van de beschikbare regelingen.​ ​Hieronder staat een kort

19
Bijles platform 

verslag van wat de gemeente Amsterdam doet om leerlingen (met ouders met een laag
inkomen) die moeite hebben met school te helpen.

Overheidsinstanties die hulp aanbieden aan leerlingen: 


Gemeente
De gemeente heeft als belangrijkste taak op het gebied van onderwijs de huisvesting van de scholen.
Dit is althans niet het enige waar ze zich mee bezig houden. De gemeente heeft subsidiepotjes waar
inwoners van een stadsdeel gebruik van kunnen maken. Met een buurtinitiatief klop je bij de
gemeente aan met een voorstel waar een grote groep mensen achterstaat. Dit kan een buurthuis
zijn waar kinderen extra huiswerkbegeleiding kunnen krijgen zonder ervoor te betalen. In bepaalde
gevallen geeft de gemeente direct geld aan kinderen die extra begeleiding nodig hebben.

Vergoeding voor leerlingen tot 18 jaar

● Begeleiding en begeleidende verzorging:​ Jeugdzorg biedt de behorende zorg aan en maakt


afspraken over passend onderwijs voor de leerling via een regionale samenwerking tussen
scholen. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk.

● Verpleging en verzorging:​ Dit wordt geregeld door de zorgverzekering, samen met de school
worden hier afspraken over gemaakt.

● Scholierenvergoeding:​ Extra geld voor schoolgaande kinderen met ouders die een laag
inkomen hebben. Per schooljaar kan er voor elk kind een bedrag beschikbaar gesteld
worden.

€ 250,- per jaar per kind op de voorschool.

€ 216,- per jaar per kind op de basisschool.

€ 325,- per jaar per kind op de middelbare school.

Voordat je het bedrag krijgt van de gemeente wordt er gecheckt of de vergoeding wel
geschikt en terecht is. Het bedrag moet gedeclareerd worden om zo misbruik van het geld te
voorkomen.

Referentielijst:

20
Bijles platform 

- ​prodemos . (z.d.). ​Wat doet de gemeente?​ Geraadpleegd op 21 oktober 2019, van


https://prodemos.nl/kennis-en-debat/publicaties/informatie-over-politiek/de-gemeente/wa
t-doet-de-gemeente/
-​gemeente Amsterdam. (z.d.). ​Scholierenvergoeding aanvragen​. Geraadpleegd op 21
oktober 2019, van
https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/pak-je-kans/scholierenvergoeding/

Wethouder van Onderwijs Marjolein Moorman


Beheert de portefeuilles:
❖ Onderwijs
❖ Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
❖ Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen
❖ Armoede en Schuldhulpverlening
❖ Stadsdeel Zuidoost

De wethouder krijgt een budget om veranderingen te brengen in het onderwijs en houdt in


de gaten of het schoolbeleid wordt uitgevoerd. Het laatste waar de wethouder Marjolein
over heeft gesproken ging over de problemen die zich afspelen in Amsterdam die leerlingen
ervan weerhouden om goed hun best te kunnen doen op school: ‘’...onderadvisering, te
vroege selectie, segregatie en andere systeemfouten die de kansenongelijkheid en de
tweedeling in het onderwijs vergroten. Vooral voor kinderen met een taalachterstand,
kinderen met ouders die zelf weinig onderwijs hebben gehad of ouders met weinig geld,
pakken die systeemfouten slecht uit. Hoger-opgeleide, rijkere ouders weten namelijk de
weg naar bijscholing of hulpverlening meestal wel te vinden. In de afgelopen twintig jaar zijn
de particuliere uitgaven aan bijles en andere vormen van schaduwonderwijs gestegen van
26 naar 186 miljoen euro. Op zich al een bedenkelijke ontwikkeling, want het liefst zou je
willen de bijles helemaal niet nodig is. Maar als er dan toch zoveel aan wordt uitgegeven,
komt het dan tenminste terecht bij de kinderen die het het hardst nodig hebben?’’

Referentielijst: 
- gemeente Amsterdam . (2019, 4 december). ​Toespraak Gelijke Kansen Alliantie.​
Geraadpleegd op 21 oktober 2019, van
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/college/wethouder/marjolein-moor
man/toespraken/toespraak-gelijke-kansen-alliantie/

21
Bijles platform 

- gemeente Amsterdam. (z.d.-a). ​Portefeuilleverdeling (alfabetisch).​ Geraadpleegd op


21 oktober 2019, van
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/college/portefeuilles/
- Dorsselaer, , S., van, Looze, , M., & de, Vermeulen-Smit, , E. (2010). ​Top-10
Ondersteuningsvragen in het onderwijs​. Geraadpleegd van
https://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Publicatie-NJi/Top-10-Ondersteuningsvragen-in
-het-onderwijs.pdf

 
 
 
 
 
 
Literatuuronderzoek 1.6 

Bijles Platform 
Wat doen leerlingen er zelf aan?  
 

22
Bijles platform 

Inleiding

Het is lastig om altijd bij te blijven met het huiswerk en de lessen, dit draagt ook bij aan de
leerachterstanden. Er is altijd een reden waarom een leerling niet genoeg motivatie heeft of
inzet toont. De maatregelen die leerlingen nemen verschillen onderling. De meeste
leerlingen vragen hulp aan de dichtbijzijnden zoals leraren, oudere broers/zussen, vrienden
of bijlesdocenten. Toch hebben sommige kinderen moeite met het zoeken naar een
methode die het beste voor hen werkt. Dit kan zijn door de omgeving waarin ze zitten of
een ongeschikt systeem van de school.

Bijles
De optie die ouders vaak nemen om hun kinderen beter te laten presteren is ze op bijles te
zetten. Het is voor kinderen die zich moeilijk in de les kunnen concentreren vaak ook handig,
omdat er gericht wordt op het kind en niet op een groot groep. Het is niet altijd het geval
dat kinderen zich inzetten en het meeste uit de bijlessen halen. Het probleem ligt dan of aan
het kind of aan de ouders. Soms slaan ouders door en willen dat hun kinderen een niveau
behalen die ze niet aankunnen. Er ontstaat een druk op het kind, die misschien een
tegenwerkende kracht kan hebben.

Cijfers
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) vergeleek het aantal gegeven
huiswerkbegeleiding in 1995 met het jaar 2011. In 1995 was dit € 26 miljoen en in 2011 was
dit € 149 miljoen. Deze cijfers zijn exclusief de niet geregistreerde instituten, denk hierbij
aan bijvoorbeeld privé bijlessen.

Nadelen
Kansenongelijkheid
Bijles heeft als grootste nadeel dat er veel geld voor wordt gevraagd wat sommige ouders
niet kunnen financiëren. Een uur bijles kan al van € 20 tot € 50 oplopen. Er is hierdoor een
beperkt aantal leerlingen die deze kans krijgen en dus geen sprake van gelijke kansen tussen
de leerlingen.

Bijlesdocenten
Niet elk persoon die bijles geeft is professioneel en als ouder kun je hier moeilijk achter
komen. Het kind zelf kan wel melden aan zijn ouders als hij of zij vindt dat ze niet genoegen
nemen met de docent. Over het algemeen ligt de beslissing natuurlijk bij de ouders waar ze
hun kinderen bijles laten nemen. Hoeveel de portemonnee aan kan speelt hierbij dan ook
een groot rol.

23
Bijles platform 

Voordelen
Serieuzer werken
Wanneer kinderen bijles nemen worden ze begeleidt door een bijlesdocent. Er is controle
over het kind en het werkt dan ook beter en geconcentreerder met een kleine kans op
afleiding (geen telefoon, games of vrienden). Als je in een huiswerkklas zit zit je met
meerdere leerlingen die bezig zijn met huiswerk maken, deze sfeer motiveert al direct.

Bijlesdocent
De docent die je begeleidt heeft kennis over leerlingen iets bijbrengen waar niet alle leraren
over beschikken en focust zich vooral op waar de leerling problemen mee heeft. Een leraar
zou niet zo veel tijd individueel aan iemand kunnen besteden. Ook kunnen de
bijlesdocenten snel ingrijpen bij leerachterstanden en maatwerk bieden.

Studeren met vrienden


Het kan zijn dat sommige leerlingen een duwtje in de rug nodig hebben om aan het
huiswerk te beginnen. Er kan wel blijven gepusht worden, het blijft moeilijk om aan iets te
beginnen wat je niet snapt en zelf geen zin in hebt om te doen. Een goede oplossing voor
deze laksheid is om te studeren met vrienden. Dit zorgt voor motivatie onderling en het
samen snappen van de struikelblokken. De kennis wordt aan elkaar overgebracht, wat de
ene niet weet weet de ander misschien wel. Zo heb je een groter kans om het huiswerk op
tijd af te hebben en begrip te hebben van de lesstof.

Referentielijst:

- Voor- en nadelen van bijles en huiswerkbegeleiding.​ (2019, 22 augustus).


Geraadpleegd op 20 oktober 2019, van
https://www.educazione.nl/voor-en-nadelen-van-bijles-en-huiswerkbegeleiding/
- Je basisschoolkind op bijles: doen of niet doen?​ (2019, 14 oktober). Geraadpleegd op
20 oktober 2019, van
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/4884291/basisschool-kind-bijles
-ongelijkheid-arie-slob

24
Bijles platform 

Literatuuronderzoek 2.1 

Bijles Platform 
Inventarisatie: Overzicht van hulp die in Nederland wordt aangeboden aan leerlingen.  
 
 

25
Bijles platform 

Inleiding

Leerlingen vinden het vaak lastig om bij te blijven met het opgegeven huiswerk en
inleveropdrachten. Dit fenomeen is te verklaren. De leerlingen bevinden zich in de
middelbare school periode tevens in de puberteit. Tijdens de puberteit is de prefrontale
cortex(het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor plannen) sterk in ontwikkeling.
De leerlingen kunnen hierdoor niet altijd even goed plannen. De manier waarop hiermee
omgegaan wordt verschilt sterk onder de leerlingen. Het grof van de leerlingen kiest vaak
voor een oplossing dichtbij huis(bijv. leraren, oudere broers/zussen, vrienden)Toch hebben
sommige kinderen moeite met het zoeken naar een methode die het beste voor hen werkt.
Oorzaken hiervoor zijn bijvoorbeeld de omgeving waaraan de leerlingen verkeren.

Zoekwoorden: problemen rond het onderwijs


Dujardin, A. (2019, 10 april). ​De kansen zijn nog altijd ongelijk in het onderwijs, maar
langzaam verandert er iets​. Geraadpleegd van
https://www.trouw.nl/nieuws/de-kansen-zijn-nog-altijd-ongelijk-in-het-onderwijs-maar-lan
gzaam-verandert-er-iets~b9cad646/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Een vrij recent artikel uit april dit jaar: ‘’​Na een jarenlange verslechtering maken scholen
meer werk van gelijke kansen voor leerlingen. Een ‘belangrijke eerste stap’, stelt de
Inspectie, maar er is nog een lange weg te gaan’’. Er schijnt dus een proces van de gemeente
gaande te zijn omdat we in het onderwijs steeds meer met bepaalde problemen kampen.
De laaggeletterdheid neemt toe, de segregatie neemt toe, er is veel vraag naar meer
competente docenten en bovenal is het schoolsysteem haar vermogen om zich aan te
passen zorgelijk laag.
Sinds in 2016 zowel de inspectie als de Oeso concludeerden dat kinderen met ouders die
een universitaire studie hebben afgerond vaak meer kansen krijgen om het beste uit zich te
halen in vergelijking met armere kinderen is het verschil in kansen door de loop van de jaren
al gaan beginnen te minderen. Er werd bijvoorbeeld een Gelijke Kansen Alliantie (GKA)
opgericht, met deze oprichting wilden de gemeente in samenwerking met scholen en
maatschappelijke organisaties verandering brengen.
Vooral in de steden is de ongelijkheid het grootst, in Amsterdam is het het ergst. Een nog
groter probleem is dat er een docententekort is, juist scholen die veel leerlingen met

26
Bijles platform 

migratieachtergrond hebben, hebben moeite met het regelen van een voldoende aantal
competente docenten.
Wat de gemeente op dit moment hieraan wil doen is meer werken met extra subsidies. Juist
de docenten die de leerlingen die last hebben van ongelijkheid proberen te helpen (dit zijn
onder andere jongeren met een niet westerse achtergrond), juist die docenten horen het
meest betaalt te worden omdat zij het meeste impact hebben.

Imago problemen leraren en onderwijs. (z.d.). Geraadpleegd van


https://www.nu.nl/weekend/5727078/imagoprobleem-leraren-onderwijs-heeft-last-van-he
t-kleuterjufeffect.html

Heel mooi aansluitend op het laatste probleem uit het vorige artikel, want dit artikel uit
nu.nl gaat verder op het docententekort. Dat er een tekort is, is volgens dit artikel te
verklaren. Er schijnt namelijk een imagoprobleem te zijn, sterker nog, het is
wetenschappelijk aangetoont dat docentschap in aanzien is gedaald over de koers van de
afgelopen decennia.
De verklaringen hiervoor beginnen met hoe jongeren bang zijn voor het overwegen van
docent worden tijdens de studiekeuze. Zij zien te weinig carrièreperspectief binnen het
onderwijs (blijkt uit onderzoek van een onderzoeksbureau, studiekeuzeplatform en
Qompas). Uit ander onderzoek blijkt dat scholieren positiever denken over dit soort
opleidingen zodra er in de toekomst een breder curriculum wordt aangeboden zoals het
kunnen doorgroeien tot jeugdhulpverlening of coaching.
Ook worstelt het onderwijs met onterechte oordelen. Zo stelt Hoogleraar aan de
Universiteit van Maastricht Frank Cörvers; ​"De feminisering van een beroepsgroep zorgt
over het algemeen voor een daling van het aanzien. Dat is in de wetenschap een
wetmatigheid, hoe onterecht en ongefundeerd dat ook is. Hoe meer vrouwen in een
bepaald beroep werken, hoe lager het aanzien is. We noemen dat in het onderwijs het
'kleuterjuf effect'. De vergrijzing van de beroepsgroep brengt een vergelijkbaar probleem
met zich mee. "Imagovorming heeft vaak weinig te maken met rationele argumenten", legt
Cörvers uit. "Beelden van veel vijftigers in het onderwijs zijn gewoon niet heel sexy voor
jongeren die overwegen dezelfde kant op te gaan."

Zoekwoorden: problemen slimme leerlingen onderwijs

Hoogbegaafde leerlingen krijgen nog lang niet waar ze recht op hebben. (z.d.).
Geraadpleegd van
https://www.trouw.nl/opinie/hoogbegaafde-leerlingen-krijgen-nog-lang-niet-waar-ze-recht-
op-hebben~baaa48c9/

We hebben het gehad over leerlingen met achterstanden in het onderwijs die hulp nodig
hebben, maar het is ook zo dat jongeren die juist een heel erg hoog iq het moeilijk hebben
op school. Deze jongeren worden niet genoeg gestimuleerd door een ‘domme’

27
Bijles platform 

schoolsysteem. Deze groep kinderen krijgen geen extra financiële steun van de gemeente,
terwijl zij (op een andere manier) evenveel problemen mee krijgen van hoe het systeem in
elkaar zit. Iedereen die niet gemiddeld is zal eigenlijk niet ideaal passen in hoe het onderwijs
nu in elkaar zit. Het is volgens de schrijver van dit artikel vrij makkelijk om veel meer
potentie uit deze kinderen te krijgen: juiste coaching en begeleiding en een leeromgeving
waar ze uit hun comfortzone gehaald kunnen worden. Zo kunnen ze hun persoonlijke
interesses uitdiepen, leren omgaan met het onvermijdelijke falen in het leven en zelfsturing
ontwikkelen. Het is goed dat we in het onderwijs ons best doen om te letten op kinderen
met een achterstand, maar laten we de kinderen aan de bovenkant niet vergeten terwijl we
dit doen.

Zoekwoorden: ​self responsibility in education


(gebeurd in Hong Kong, maar is toch interessant)
Students must take responsibility for their own learni. (z.d.). Geraadpleegd van
https://www.scmp.com/lifestyle/family-education/article/1618574/students-must-take-res
ponsibility-their-own-learning

Een artikel uit scmp wat staat voor south China morning post, is een engelstalige krant uit
Hongkong. Hierin wordt weer duidelijk gemaakt dat er een positieve trend gaande is in het
onderwijs, maar dat deze doorgetrokken moet worden. Het is namelijk lastig om leerlingen
zomaar meer vrijheid te bieden zonder ze eerste de benodigde verantwoordelijkheid bij te
brengen, dit artikel wijst erop dat leerlingen steeds zelfstandiger aan het worden zijn (ook
heb ik een exacte studie gevonden waarin werd gekeken wat de invloed was van leerlingen
zelf dingen laten bepalen zoals hun dagplanning op hun verantwoordelijkheid, ik kon hem
echter niet openen zonder toestemming of betaling. Link:
https://journals.sagepub.com/doi/10.3102/00028312013003159​). In scholen uit Hongkong
wordt er momenteel uitgebreid geëxperimenteerd met hoe je leerlingen het beste les kunt
geven. ​Leraren betrekken studenten bij het bepalen van hun eigen leerdoelen door middel
van begeleidde klas discussies. Studenten krijgen zinvolle keuzes aangeboden die zijn
afgestemd op leerdoelen. Ze kunnen kiezen hoe ze willen leren en hoe ze hun kennis van
een onderwerp willen presenteren. Ze krijgen begeleiding die zelfbewaking van hun eigen
inzicht aanmoedigt. Ook wordt er gepuzzeld met het toepassen van bestaande
technologieën om leerlingen meer geïnteresseerd te krijgen.
Even los van dit artikel, dit is persoonlijke ervaring. Bij ons op school waren er een vorig jaar
een groep Hongkongers die inderdaad geïnteresseerd waren in hoe wij O&O geven bij ons
op school en de verantwoordelijkheid die bij het vak komt kijken.
Tijdens het bezoek van deze Hongkongers ging het op een gegeven moment over een
wereldbekende psychologen/filosofen die beschrijven hoe je eerst verantwoordelijkheid
moet bijbrengen, en daarna pas vrijheid kan bieden, en het niet andersom hoort te
gebeuren. Kort en poëtisch beschreven “je moet jezelf eerst overgeven aan een intens en
disciplinaire proces voor een bepaalde tijd in je leven, voordat je enige vorm van echte
vrijheid kan ontwikkelen”

28
Bijles platform 

Zoekwoorden: Peer tutoring als bijles

Peer-tutoring maakt bijles betaalbaarder’. (z.d.). Geraadpleegd van


https://www.parool.nl/columns-opinie/peer-tutoring-maakt-bijles-betaalbaarder~b1198925
/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Een artikel uit het parool dat onder andere reageerde op een eerder artikel over hoe groot
de rol is van bijles binnen het onderwijs. Naar schatting gaat het in de sector om 185 miljoen
tot 286 miljoen euro, krijgen 12 procent van de middelbare scholieren betaalde bijles, en
met onbetaalde bijles meegerekend gaat het al om de kwart van de leerlingen. Genoeg
cijfers hebben laten zien dat het vooral de hoger opgeleiden ouders zijn die extra hulp voor
hun kinderen weten te regelen.

Dit artikel ging echter meer over hoe scholen nu bezig zijn met het vinden van oplossingen
voor dit probleem, op het spinoza lyceum wordt er peer-tutoring georganiseerd. Een oudere
leerling helpt een jongere leerling om zich de stof eigen te maken. De belangrijkste
voordelen die genoemd worden is dat een oudere leerling nog goed weet wat er belangrijk
was voor de toets, en daarnaast zijn tarieven voor leerling-bijles een stuk goedkope

29
Bijles platform 

Literatuuronderzoek 2.2 

Bijles Platform 
Inventarisatie: Beoordelingen van de verschillende manieren van onderwezen worden.  
 
 

30
Bijles platform 

Inleiding

Onderwijs geven kan op veel verschillende manier, maar we kennen voornamelijk de


traditionele manier van onderwijs geven en dit is “ de docent staat voor de klas en de
leerlingen luisteren” maar wat voor manieren van onderwijs geven zijn er tegenwoordig
allemaal?

Zoekwoorden: problemen rond het onderwijs

https://www.trouw.nl/nieuws/de-kansen-zijn-nog-altijd-ongelijk-in-het-onderwijs-maar-lan
gzaam-verandert-er-iets~b9cad646/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Maatregel:​ De overheid die juist daar waar de meeste achterstanden op worden gelopen,
dus in scholen waar veel leerlingen met een migratieachtergrond zitten, het meeste ​subsidie
aan bieden (bijvoorbeeld door de docenten op die scholen beter te betalen).

Effect:​ ​Het heeft al een aardig beginnend effect, door meer geld te investeren in de plekken
waar de meeste achterstanden worden opgelopen (door docenten bijvoorbeeld beter te
bepalen) geef je deze groepen meer de mogelijkheid om achterstanden in te halen. Uit de
praktijk is echter gebleken dat dit enkele stappen maakt in de juiste richting, maar dat het
niet heel effectief is.

Dit zou te maken kunnen hebben met wat volgens bepaalde onderzoeken is gebleken; als je
mensen hun loon simpelweg gaat verhogen, gaan ze niet beter werken. Er is veel meer
hierover te vinden in de literatuur, zowel uit Nederlandse kranten als wetenschappelijke
onderzoeken, maar dit ​artikel​ vat het goed samen. Simpelweg extra geld ergens inpompen
gaat niet beter presterend personeel creëren. ​Aandacht, betekenis en ontwikkeling​ werkt
echter heel erg goed.
______________________________________________________________________

1. Zoekwoorden: Peer tutoring als bijles

https://www.parool.nl/columns-opinie/peer-tutoring-maakt-bijles-betaalbaarder~b1198925
/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Maatregel:​ Op het spinozalyceum wordt gebruik gemaakt van peer-tutoring, een oudere
leerling helpt dan een jongere leerling om de stof te beheersen.

31
Bijles platform 

Effect:​ ​Het grote voordeel van peer-​tutoring is dat bijles tegen een jongerentarief aanzienlijk
betaalbaarder is, waardoor veel meer ouders het serieus kunnen overwegen. Voor de kleine
groep ​ouders bij wie het niet lukt, kan de school of de gemeente mogelijk een regeling
treffen.​ ​Docenten kunnen op hun kerntaak blijven focussen en de school benut zijn eigen
potentieel aan getalenteerde leerlingen dat een leerzame bijbaan wordt geboden, waarin
verbondenheid en van elkaar leren centraal staat.

Er zou misschien meer mee moeten worden geëxperimenteerd om te kijken of het ook op
andere scholen zo een positief effect zal hebben.

Interessante studie gedaan met jongeren die andere jongeren les geven

______________________________________________________________________

2. Zoekwoorden: self responsibility in education

https://www.scmp.com/lifestyle/family-education/article/1618574/students-must-take-res
ponsibility-their-own-learning

Maatregel:​ In scholen uit Hongkong wordt er momenteel uitgebreid geëxperimenteerd met


hoe je leerlingen het beste les kunt geven. ​Leraren betrekken studenten bij het bepalen van
hun eigen leerdoelen door middel van begeleidde klas discussies. Studenten krijgen zinvolle
keuzes aangeboden die zijn afgestemd op leerdoelen. Ze kunnen kiezen hoe ze willen leren
en hoe ze hun kennis van een onderwerp willen presenteren. Ze krijgen begeleiding die
zelfbewaking van hun eigen inzicht aanmoedigt. Ook wordt er gepuzzeld met het toepassen
van bestaande technologieën om leerlingen meer geïnteresseerd te krijgen.

Effect: ​Leerlingen meer de vrijheid geven, en de docenten meer een coach positie laten
innemen. Het klinkt goed, maar er komt ook wat bij kijken. Je kunt leerlingen niet extra
vrijheid gaan bieden om zelf te kiezen hoe en wat te leren en wanneer, zonder ze eerst wat
verantwoordelijkheid bij te brengen. Deze maatregelen worden namelijk genomen in
Hongkong, en het schijnt daar te werken, maar je kan niet verwachten dat het hier in
Nederland ook automatisch zal werken. Cultuur speelt hierbij natuurlijk een grote rol. Onze
leerlingen zullen dus eerst zichzelf beter leren verantwoorden voordat ons onderwijs hun
meer vrijheid kan gaan bieden.

Voordat er dus geprofiteerd kan worden van de voordelen die de vrijheid binnen het
onderwijs kan bieden, moet er eerst verantwoordelijkheid worden bijgespijkerd. ​American
educational research journal​ heeft onderzoek gedaan naar mogelijkheden om dit aan te
leren, uit de resultaten blijkt dat het zelf kunnen bepalen waar je dagindeling uit bestaat een
grote invloed heeft op kinderen hun perceptie van zelfverantwoordelijkheid voor hun

32
Bijles platform 

educatie, ook zorgt het voor significant verschil in gevoel van verantwoording om hun
schoolwerk te maken.

5. Eigen onderzoek

3.1 Enquête
3.1.1 Methode en gegevensverzameling
Bijles is een extra onderwijsondersteuning die tegenwoordig veel voorkomt in de
samenleving. Leerlingen die extra hulp nodig hebben bij bepaalde zwakke vakken en /of
aspecten in het onderwijs en die dus behoefte hebben aan hulp kunnen bijles krijgen tegen
betaling. Meestal is het zo dat de gemiddelde prijs voor bijles ontzettend hoog is, en niet elk
huishouden kan zich zulke hulp (financieel) veroorloven. Hierdoor kan alleen een deel van
de samenleving voorzien worden van bijles.

Tijdens dit project zal er onderzoek gedaan worden naar het verschil in lesgeven tussen
docenten en leerlingen/studenten. Ook zal er tussen de behaalde prestaties van leerlingen
die les krijgen van een docent of een oudere leerling met elkaar vergeleken worden. Het is
eerst zeer belangrijk om te onderzoeken hoeveel behoefte er is voor (extra ondersteuning)
bijles. Op basis van deze resultaten zullen vervolgonderzoeken volgen waarbij vooral de
kern van het project “efficiëntie” en “gelijkheid” luidt.

Gegevens worden verzameld door middel van literatuuronderzoeken en afgenomen


enquêtes (interviews). Voor de enquêtes is het belangrijk om een groot publiek te bereiken,
zo worden de uiteindelijke resultaten van het onderzoek aannemelijker en beter te
vertrouwen. Voor dit onderzoek zal het team experts moeten vinden op gebied van
onderwijs om vragen te stellen over de heersende problemen en ontevredenheden rondom
het onderwijs. Dit zal ook verwerkt worden in het onderzoek.

Eventuele onderzoeken: Methode en gegevensverzameling

Behoefte naar extra ondersteuning (bijles) Literatuuronderzoek/ enquête( gesloten


bevraging)

Online bijles of face-to face bijles Experiment

33
Bijles platform 

Bestaande ideeën Literatuuronderzoek/Interviews (open


bevraging)

Bereidheid om bijles te betalen (anoniem) Literatuuronderzoek/ enquête (gesloten


bevraging)/ experiment

Prestaties (vergelijken) Veldonderzoek (enquête)

Literatuur onderzoek:
Voor literatuuronderzoek is het zo dat er veel artikelen zijn op het internet. Om een
literatuuronderzoek uit te voeren is het dan ook zeer important om ​literatuurstudie
systematisch aan te pakken.

Structuur van een literatuuronderzoek:


1. Voorbereiden
2. Literatuur verzamelen
3. Literatuur beoordelen en selecteren
4. Literatuur verwerken

Om een globaal beeld te creëren van het onderzoeksgebied is het van belang om je te
oriënteren op het onderwerp (problemen rondom het onderwijs).​ Ook stel je een lijst met
zoekwoorden op die als basis dient voor de tweede stap.

Dankzij het voorbereidende werk zal het moeilijk zijn om doelgericht te zoeken naar
literatuur (bronnen). Het onderzoek begint vrij vaak op het internet. Het gebruik van de
juiste zoektermen is daarbij van groot belang, daarom heb je in de eerste stap een lijst
opgesteld. Het is erg interessant om zowel nederlandse als engelse zoektermen te
gebruiken voor het literatuuronderzoek. Zo krijg je een minder beperkte toegang tot
literatuur en bronnen.
Literatuur kan verzameld worden via
​ ww.scholar.google.nl​ (google zoekmachine)
- Het internet (​google scholar) → w
- De online catalogus van de bibliotheek van je school of universiteit.
Het literatuuronderzoek zal gebaseerd zijn op wetenschappelijke artikelen (betrouwbare
nieuwsartikelen en (onderwijs artikelen). Voor een literatuuronderzoek is het van belang om
op een brede schaal te oriënteren.

Het is de bedoeling om veel artikelen te lezen. Waarschijnlijk vind je veel literatuur en ben je
genoodzaakt een selectie te maken​. ​Beoordeel gevonden literatuur daarom eerst op
relevantie en wetenschappelijke kwaliteit. Om de relevantie van artikelen te bepalen is het
vaak genoeg om de inleiding en de conclusie te lezen.
Voor een literatuuronderzoek is het erg handig om de literatuurlijst van de publicatie te
bekijken. In de literatuurlijst zijn namelijk andere relevante bronnen te vinden voor het
onderzoek. Deze manier van onderzoeken wordt ook wel het ​sneeuwbaleffect ​genoemd.

34
Bijles platform 

Nu de juiste bronnen en artikelen zijn verzameld is het de bedoeling al deze informatie te


verwerken (theoretische kader en probleemanalyse). De geselecteerde publicaties
bestudeer je grondig en je vraagt je kritisch de volgende zaken af:

● Wat is het probleem en hoe zal het onderzoek aangepakt worden?


● Welke kernbegrippen staan centraal en hoe worden deze begrippen gedefinieerd?
● Welke theorieën en modellen worden in de wetenschappelijke artikelen gebruikt?
● Wat zijn de uiteindelijke resultaten en conclusies van het onderzoek?
● Hoe verhoudt dit artikel zich tot andere publicaties met betrekking tot het
onderzoeksgebied?
● Hoe kan dit onderzoek voor mijn eigen onderzoek worden gebruikt?

Een helder beeld van het onderzoeksveld is gegarandeerd als alle bronnen op deze wijze
worden bestudeerd. Door deze manier van aanpak zal het literatuuronderzoek een goed
onderbouwde kritische bespreking van literatuur worden.

Enquête​ ​(gesloten bevraging)

Een ander manier van onderzoek is het afleggen van een enquête. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van een vragenlijst. De resultaten uit deze vorm van onderzoek zullen verwerkt
worden in grafieken en diagrammen. Deze vorm van onderzoek zal toegepast worden bij de
vraag of er een groot behoefte is aan bijles.

Enquête (vragen):

35
Bijles platform 

36
Bijles platform 

37
Bijles platform 

Interview ​(​open bevraging)


In dit onderzoek zullen er interviews afgenomen worden. Het team zal “experts” zoeken die
verhaal zullen doen over problemen of eventuele oplossingen rond het onderwijs. Dit
kunnen bijvoorbeeld mensen zijn met een bijlesschool en of docenten (in opleiding) die
deze problemen in praktijk meerdere malen tegemoet komen. Dit zijn natuurlijk de mensen
die het in de praktijk meemaken, het is daarom potentieel super waardevol om die mensen
over hun eigen ervaringen te laten spreken.

Benodigdheden om onderzoek uit te voeren:

● Wetenschappelijke artikelen (internet)

● Enquêtes (gesloten bevraging)

● Experts (docenten / men met een


bijlesbedrijf)

38
Bijles platform 

3.1.2 Interviews + resultaten en conclusies

1. Interview met mevrouw Benschop (wiskunde/scrum docent op het calandlyceum)

Hoe bent u op het idee gekomen van dalton/scrum?

Het is meer scrum wat ik hier op school doe. Scrum is eigenlijk mijn leven hier op school en
de directie heeft het helemaal goed gekeurd.

Hoe ik op Eduscrum kwam was ruwweg 10 jaar geleden. De directeur Heinemeijer wilde dat
we actief bezig zijn met adaptief onderwijs. Ik had geen flauw idee wat dit was dus zocht ik
het op en kwam ik adaptive, ik ben wel goed in engels dus besloot ik om op engelse sites te
kijken, toen zag ik scrum staan.Toen dacht ik wat is scrum nou weer. Uit nieuwsgierigheid
ben ik hierover verder gaan lezen. Ik zag toen termen als groepsgericht en teamwork,
verantwoordelijkheid, bedrijfsleven, dit leek me heel interessant. Ik ben me daarom gaan
verdiepen in scrum. De leerlingen zullen op een gegeven moment de maatschappij in gaan
dus zullen deze aangeleerde vaardigheden hun goed helpen. Daarom besloot ik om op deze
manier les te geven. Hier begon scrum.

Maar als je kinderen te veel vrijheid geeft en zeker in het begin al, zou dit dan niet
averechts werken?

Ik bied de leerlingen zeker geen vrijheid in het begin, ik ben dan ben ik een “vreselijk mens”
dan heb ik alle touwtjes in handen. Het vertrouwen en vrijheid wordt geleidelijk aangeleerd
en gevoed. het kan wel een anderhalf maand duren voordat de leerlingen volle vrijheid en
verantwoordelijkheid krijgen. Dit gaat natuurlijk niet in een keer want dan gaat het mis. In
het begin houd ik ze aan mn handje en naarmate tijd laat ik ze los. Als ik merk dat mijn
leerlingen het aankunnen hoef ik ze niet meer aan te pakken, neem bijvoorbeeld mijn 3e
klassers (Havo) die kennen me al 3 jaar en die weten precies wat scrum is. Maar bij mn
eerste klassers doe ik het rustig aan en bouw ik het vertrouwen en vrijheid op.

Wij merken er een specifieke groep leerlingen is die niet naar school komt of tijdens een
les niet aan het werk gezet kan worden, wat er dus voor zorgt dat lessen niet zo effectief
voor hen zijn. Het is dan ook zo dat wanneer ze een lesuur van een medestudent uitleg
krijgen meer geleerd hebben dan alle lessen die hij/zij heeft gekregen.
Misschien merkt u het ook wel dat sommige leerlingen niet met zoveel vrijheid kunnen
omgaan dan andere

39
Bijles platform 

het hangt er ook van af hoe deze kinderen opgevoed worden. Als jij als kind leert om
boodschappen te doen, als je als kind weet hoeveel geld je bijvoorbeeld nodig hebt voor een
boodschapje. Of bijvoorbeeld de topsport leerlingen, die zouden perfect in het scrum concept
passen, Die heb je meteen in de scrum. Ook zijn het vaak meisjes die de daltons de scrum
aankunnen want die zijn thuis ook meer bezig met hun moeder helpen of boodschappen
doen de jongens daarentegen zijn dit niet gewend. `Dus de mensen die het niet aankunnen
zijn kinderen die niet zelfstandig opgevoed zijn.

Wat is een kind eigenlijk gewend vanuit huis en wat niet denk je dan. Als dit kind gewend is
om niets te doen dan is het voorspelbaar dat dalton/ scrum niet zal passen bij dit kind. Het
kind is het dan niet gewend dat wij als docenten wat van ze verwachten. het is best moeilijk ,
niet iedereen kan de scrum namelijk aan. Dit is grotendeels door gebrek van motivatie, die is
bij iedere leerling anders. De meeste leerlingen worden dan ook gedwongen om te werken
en dit is niet goed.

Stelt u zich voor dat u de directeur bent en mag bepalen welk schoolsysteem wordt
toegepast, hoe zou u het aanpakken.

Ik zou mensen aannemen die daadwerkelijk de passie heeft of dezelfde visie heeft als ik,
want dan zit je op een lijn. De neuzen zitten dan ook allemaal dezelfde kant op. Lumion doet
dit wel goed, de docenten zijn een team en hebben dezelfde visie. Op onze school zijn de
visies ongelofelijk verdeeld. maar als ik de directeur was zou ik met elke docent een gesprek
houden, en als ik dan hoor van “Ik sta voor de klas en de kinderen moeten luisteren”, dan
neem ik die zeker niet aan. Ik wil met mensen samenwerken die durven te veranderen , zo
een mentaliteit van lukt dit niet dan verzinnen we wat anders, echt iemand die openstaat
voor verandering en verbetering

Je hebt ook docenten die heel erg gepassioneerd zijn over hun vak maar het gewoon niet
kunnen overbrengen aan de leerlingen. Het stukje lesgeven/uitleggen dit ontbreekt want
niet iedereen kan het volgen. En dan komen we dus bij het uitleg geven door de
medestudenten. Want studenten die kunnen het ook echt overbrengen aan hun
medeleerlingen. En daar is ons onderzoek dan ook op gebaseerd.Kan een leerling bepaalde
stof beter en efficiënter overbrengen aan een medeleerling dan dat een( ouder) docent dit
kan?

40
Bijles platform 

5.3 Resultaten en conclusie


Ons voornaamste doel van deze enquête is om de problemen, waar leerlingen over
struikelen bij het kiezen voor bijles, in kaart te brengen. Onze doelgroep bestaat uit alle
leerlingen van het calandlyceum, ongeacht leerjaar en/of niveau. Verder proberen wij deze
problemen te koppelen aan het leerjaar van de leerlingen. Hierbij proberen wij te zien of er
een verband bestaat tussen de leeftijd van de kinderen en het eventuele niveau van de stof
waar zij mee geconfronteerd worden. Ook wordt er in onze enquête rekening gehouden
met het financiële gedeelte van het nemen van bijles. U kunt u namelijk voorstellen dat niet
elke ouder zich een extra maandelijkse last kan veroorloven, terwijl zijn/haar kind bijles wel
nodig heeft. Als er door middel van al deze punten resultaten worden geboekt, kunnen wij
door middel van deze resultaten, een adequate conclusie trekken. Aan de hand van deze
conclusie kunnen wij vervolgens aan de slag gaan aan een prototype en uiteindelijk aan een
eindproduct, dat niet alleen de leerlingen, maar ook de ouders aanstaat.

Dit is de eerste vraag van de enquête. De antwoorden op deze vraag bieden ons een
overzicht van het niveau van de ondervraagde groep. Zoals te zien is zijn ruim de helft van
de antwoorden afkomstig van vwo leerlingen. De vmbo-t en havo leerlingen staan in

41
Bijles platform 

verhouding aan elkaar gelijk en daarvoor gelden dus de antwoorden op de volgende vragen
in de enquête een minder deel van het totale percentage.

Op grond van de informatie aangeboden in het bovenstaande diagram zijn een aantal
conclusies te trekken. Zo kun je de conclusie trekken dat vooral de exacte vakken als lastig
worden ervaren door de leerlingen. De antwoorden gegeven op de vraag lopen echter wel
uiteen. Zo is er een groot aantal leerlingen dat aangeeft dat zij aardrijkskunde lastig vinden.
Voor de andere vakken geven er maar weinig leerlingen aan deze moeilijk te vinden. Diverse
onderzoeken, waarbij ook aan de leraren is gevraagd wat zij denken dat de reden is voor het
klasgemiddelde, bevestigen onze resultaten. Zoals het onderzoek van Arie Wilschut op de
Hogeschool van Amsterdam.

42
Bijles platform 

Ruim tweederde van de ondervraagde leerlingen geeft aan het fijner te vinden om les te
krijgen van een leeftijdsgenoot dan van een (oudere) docent. Er zijn ook een aantal die geen
verschil zien in het ondersteund worden door een leeftijdsgenoot of een docent of het juist
fijner vinden om uitleg te krijgen van een docent.

43
Bijles platform 

88.5% van de leerlingen geeft aan geen bijles te volgen. Dit is vreemd, gezien een vorige
diagram aantoont dat leerlingen wel degelijk moeite hebben met vakken.
Hoogstwaarschijnlijk heeft de keuze van deze leerlingen om geen bijles te volgen dus een
andere oorzaak dan dat het een lastig vak is. Hier wordt later op teruggekomen in de
enquête om te achterhalen wat de redenen hiervoor zijn.

44
Bijles platform 

De meeste leerlingen (81.1%) geven aan dat zij door middel van extra hulp, hoger zouden
scoren. In de vorige vraag bleek dat het grootste deel geen bijles neemt, toch geven ze aan
dat met bijles er hoger gescoord wordt voor het vak. Hoe komt het dat bijles overwegen
wordt maar toch niet wordt genomen?

45
Bijles platform 

De conclusie uit dit diagram is onbetwistbaar. Ook de leerlingen op onze school vinden bijles
nemen veels te duur en kiezen er daarom voor om toch maar geen bijles te nemen. Ondanks
dat 81.1% van de leerlingen aangeeft dat ze met extra hulp hoger zouden scoren. Geld
speelt dus een grotere rol in het nemen van bijles dan de drang om hoger te willen scoren.
Is bijles dan nog wel een eerlijk hulpmiddel in onze samenleving. Er is maar een klein groep
die zich dit kan veroorloven. Naast het te duur zijn van de bijles geeft ook een groot
hoeveelheid aan dat ze niet de juiste persoon kunnen vinden voor de ondersteuning.

46
Bijles platform 

Zoals je kunt zien geeft het gros van de leerlingen aan dat zij niks tot 10 euro bereid zijn te
betalen voor bijles. Dit gegeven bevestigd dus ook waarom het grootste deel van de
leerlingen (88,6%) geen bijles volgt. In ons onderzoek zijn wij erachter gekomen dat bijles
volgen veel duurder is dan 10 euro per uur. De leerlingen kunnen deze bijles dus simpelweg
niet betalen óf hebben dat er niet voor over.

47
Bijles platform 

6. Veldonderzoek

6.1 Doel experiment

Het doel is om te kijken in hoeverre les krijgen van leerlingen van rond de eigen leeftijd
verschilt in vergelijking met gewoon les krijgen van een oudere docent, en in hoeverre dit
verschil beter of slechter is.

6.2 Eerste poging experiment (inclusief evaluatie)

Uitvoering 1 van experiment


Het eerste experiment is uitgevoerd op een 2 VMBO-T klas voor het vak wiskunde. Voor
deze proef wordt een deel van de docent zijn leerlingen mee naar een aparte lokaal om ze
daar les te laten krijgen van bijna leeftijdsgenoten (leerling-docenten). Voor de les laat je
zowel de gewone docent als de leerlingen die zullen doceren op tijd de lesstof zien zodat ze
ruim de tijd krijgen om het eventueel te kunnen voorbereiden op hun eigen manier.
Voor de proef zijn leerling-docenten van 3 verschillende jaarlagen gebruikt, namelijk; 6, 5
en 3 VWO. Alle 3 de docenten gaven les aan 2 leerlingen, dus in totaal kregen 6 kinderen les
van een medeleerling. De normale wiskunde docent gaf aan de rest van zijn 2 VMBO-T
groep les op de gewoonlijke manier (dus de standaard wiskundedocent die voor de klas
staat en les geeft zoals je gewend bent op school). dit was dus de controlegroep in ons
experiment.
Het verschil in leskwaliteit wordt gemeten door middel van een toets die aan het einde van
de les wordt afgenomen, het idee is dan dus dat je aan de hand van de resultaten op deze
toets kunt gaan bepalen welke groep de stof het beste heeft weten op te pikken; de klas die
op de normale manier les kreeg van de wiskundedocent, of het duo die les kreeg van 3, 5 of
6 VWO.

48
Bijles platform 

De 2 VMBO-T proeftoets:

De resultaten:

Type docent: Hoeveelheid kinderen Het gem. behaalde cijfer van de leerlingen
(geparticipeerd en de (aantal behaalde punten gedeeld door totale
proeftoets afgenomen) aantal punten op de toets)

6 VWO leerling 2 8.55/10

5 VWO leerling 2 5.7/10

3 VWO leerling 2 7.1/10

Wiskunde docent 6 5.93/10

Gem behaalde cijfer door leerling-docenten groep: 7.1/10

Gem behaalde cijfer door docent groep: 5.9/10

Evaluatie eerste poging van het experiment:

49
Bijles platform 

Voor onze onderzoeksvraag kunnen we literatuuronderzoek doen naar bestaande bronnen,


en ook dingen als interviews met docenten en enquêtes gebruiken. Toch wilden wij alsnog
een eigen proef uitvoeren, en dit lijkt ons nog steeds de ideale opstelling voor een eigen
experiment. Er moet nog wel wat aan verbeterd worden;
Het is lastig om uit dit eerste experiment een conclusie te trekken, voor een betrouwbare
conclusie moeten er namelijk behalve datgene wat je wil meten zo min mogelijk factoren
verschillen. Voor een volgend experiment zouden dus het aantal leerlingen dat les krijgt per
type docent dus gelijk moeten zijn (dus niet een docent die een hele grote groep les geeft,
en een leerling-docent die lesgeeft aan een duo).
Ook is het zo dat er maar 7 te behalen punten waren in de proeftoets van de leerlingen,
gepaard met het beperkte aantal leerlingen waar het experiment op is uitgevoerd zorgt dit
ervoor dat je door kleine rekenfoutjes van leerlingen al heel snel uiteenlopende cijfers krijgt.
Eén van de redenen waarom het aantal te behalen punten zo beperkt is gebleven is doordat
je alleen de hoeveelheid stof kunt toetsen die je binnen een les weet te behandelen. Voor
het volgende experiment is het dus handiger om een blokuur te nemen in plaats van één
lesuur. Meer tijd betekent dat er meer stof te behandelen is, er dus ook meer te toetsen valt
en dus betrouwbaardere resultaten. Als laatste is het nog belangrijk om te weten dat hoe
goed het experiment ook uitgevoerd wordt, het alsnog meerdere keren uitgevoerd moet
worden. Een klas zal namelijk nooit uit veel meer dan 30 kinderen bestaan, voor echt
betrouwbare resultaten heb je een grotere groep nodig voordat je dingen kunt gaan
concluderen.

Persoonlijke opmerking

Zelf hebben we naast het opstellen van het experiment ook zelf deels deel uitgemaakt
van de proef. Als 6 VWO’er heb ik voor het eerste experiment les gegeven aan 2 jongens
uit VMBO-T, ik had verwacht dat aangezien het een wat lager niveau is ik mijn uitleg dus
ook heel erg moest gaan versimpelen. Maar ik merkte dat de jongens helemaal geen
moeite hadden met het oppikken van de stof, zelfs toen de vragen wat moeilijker werden
pakte ze de vragen erg goed aan. Het enige wat ik probeerde was om vooraf een beetje te
vragen naar wat de jongens hun interesses waren buiten school om, en de stof hierop
aanpassen door praktische gerelateerde voorbeelden te gebruiken. Ik had het idee dat dit
er misschien mee te maken had. Waar het ook aan lag, de jongens kwamen voor mij
totaal niet over als VMBO’ers die niet slim genoeg zijn om door te stromen naar
bijvoorbeeld de HAVO. De week na het experiment kwam ik dezelfde jongen tegen op de
gang, hij beweerde dat de docent hem had weggestuurd omdat hij teveel drukte
veroorzaakte en de les verstoorde. Dit was totaal niet de indruk die ik van de jongen kreeg
tijdens het experiment. Bepaalde verschillen tussen beide vormen van lesgeven hebben
dus behoorlijke grote impact gehad op hoe productief dezelfde leerling was tijdens
verschillende lessen. Ik verwacht dat dit alles te maken heeft met wie er precies voor de
klas staat. Ik geef toe dat dit alles behoorlijk anekdotisch is, en dat de twee jongens

50
Bijles platform 

slechts uitzonderingen kunnen zijn vergeleken met de gemiddelde leerling. Conclusies


kunnen nog niet getrokken worden, maar het is wel heel opvallend (of op zijn minst
interessant) dat we tijdens de eerste proef gelijk zoiets hebben gezien.

6.3 Tweede poging experiment (inclusief evaluatie)

Uitvoering 2 van experiment

Het tweede experiment wordt uitgevoerd op een 2 VWO groep, en het zal voor een groot
gedeelte hetzelfde verlopen als het vorige experiment: in totaal 4 soorten docenten die
zullen doceren; een ervaren wiskundedocent, een 6 VWO, 5 VWO en een 3 VWO leerling.
Maar dit keer is er een blokuur voor vrij gemaakt in plaats van 45 minuten.

De 2 VWO proeftoets:

51
Bijles platform 

De resultaten:

Type docent: Hoeveelheid kinderen Het gem. behaalde cijfer van de leerlingen
(geparticipeerd en de (aantal behaalde punten gedeeld door totale
proeftoets afgenomen) aantal punten op de toets)

52
Bijles platform 

6 VWO leerling 7 7.2

5 VWO leerling 7 5.8

3 VWO leerling 7 4

Wiskunde docent 7 5

Evaluatie tweede poging van het experiment:

De theorie achter dit experiment was beter dan hoe het in de praktijk tot uiting kwam. Het
is opgevallen dat het heel erg moeilijk is om zo een proef goed te laten verlopen. Tijdens de
klassikale uitleg van hoe het experiment eruit zou zien werd de vraag gesteld wie met de
oudere leerlingen wilden meekomen. Blijkbaar zorgt zo een vraag voor een bepaalde reactie
die de indruk wekt dat bepaalde leerlingen de kans zien om druk te doen buiten het zicht
van de docent, en dat schrikte bepaalde andere leerlingen af om met ons mee te gaan. Je
zag dat deze groep kinderen hun handen opstaken toen we ook vroegen wie graag in het
klaslokaal wilde blijven en de les wil volgen van de docent. Hierdoor ben je al aan het
selecteren wat voor leerlingen er in beide groepen zitten. Er waren ook wat andere
problemen, in veel gevallen was uitleg geven over de opgegeven stof onmogelijk omdat veel
kinderen nog bij het begin van het hoofdstuk waren (​§​3.1/​§​3.2 in plaats van ​§​3.4/​§​3.5 waar
de stof over ging), en bij bepaalde docenten lukte het niet om ze te overtuigen om die
paragrafen tijdelijk over te slaan en de nieuwe stof tot zich te nemen. De andere problemen
met het experiment waren; docenten die te laat de proeftoets aan de kinderen gaven
waardoor ze te weinig tijd hadden, De laatste vragen uit de proeftoets werden door weinig
kinderen ingevuld (dit kan aan het niveau van de vraag liggen, maar ook aan de tijdnood),
het klaslokaal van de docent bestond uit 7 kinderen, alle andere 21 kinderen zaten in
hetzelfde lokaal met 3 leerling-docenten (en die kinderen waren ook erg druk onderling, dus
dit had weldegelijk invloed). Nog een belangrijk punt is de uitschieter qua cijfers bij de 6
VWO docent, om eerlijk te blijven is het bij het nakijken opgevallen dat er één leerling uit
deze bijbehorende groep goede uitwerkingen had staan, en bij de andere leerlingen stonden
alleen maar antwoorden. Waarschijnlijk is er bij deze groep dus gesjoemeld of afgekeken
toen er even geen toezicht was.

Hetgene wat hier echt uit te leren valt is dat bij zo een sociaal experiment het veel lastiger is
om met alle verschillende factoren rekening te houden dan hoe je het gewoonlijk gewend
bent bij een praktisch experiment, al helemaal bij een drukke klas zoals bij deze proef.
Achteraf kregen we te horen dat dit één van de drukste klassen was (en dat geloofde we
meteen), dus met dat in gedachte ging het al met al wel beter dan je zou verwachten.

7.0 Conclusie

(op basis van eigen onderzoeken)

53
Bijles platform 

Er is een groot deel van de bevolking die behoefte heeft aan extra school hulp, toch kan een
groot deel zich deze extra hulp niet veroorloven wegens de hoge bijles tarieven.
Er zit zeker potentie in leerlingen die les geven aan medeleerlingen, maar we kunnen nog
niet nauwkeurig deze potentie meten (op basis van onze leerling-docent experimenten
alleen). Één op één schijnt les krijgen van een oudere medeleerling heel erg goed te werken
volgens ons experiment.
Zodra leerlingen les krijgen in groepsvorm, schijnen ze minder goed te scoren op de
proeftoets vergeleken met de docent.
Sommige scholen zoals het spinoza lyceum maken al gebruik van peer-tutoring en profiteren
van de voordelen, bijles tegen een jongerentarief is bij hun ook aanzienlijk betaalbaarder, en
daar hoeft de kwaliteit van de les zelf nog niet eens onder te leiden volgens de school.
Al zou een simpele korte termijn oplossing op basis van ons gehele onderzoek kunnen zijn
om bijles te bieden aan kinderen waar ze les krijgen van iets oudere medeleerlingen, stopt
de visie voor beter onderwijs hier niet. Van de gesprekken met mevrouw Benschop, en de
artikelen over verantwoordelijkheid onder leerlingen bijbrengen zoals het in Hong Kong
gebeurd valt ook nog te leren.

(op basis van literatuur onderzoeken en gesprekken met “experts”)


Het is vanzelfsprekend dat je jonge kinderen nog bij het handje vasthoud door hun eerste
schooljaren, ook de dalton docenten op onze school zijn het daarmee eens. Maar we
zouden ze in die tijd breder kunnen opleiden dan het 1 dimensionale weetjes en trucjes
aanleren. Je wilt niet alleen dat een kind hulp krijgt bij het oplossen van dat ‘’dat ene
probleem’’ , maar je wilt hem ook leren om zelfstandig problemen aan te pakken. Leer het
kind om zijn eigen tijd in te plannen en organiseren, gedisciplineerd kunnen werken, zijn
eigen verantwoordelijkheid te nemen en waar zijn ambities liggen. Geef het kind simpel
gezegd de skills waar hij de rest van zijn (school) carrière nog wat aan heeft. Dan, en alleen
dan pas, is het volgens dit onderzoek verstandig om leerlingen vrijheid te bieden. Pas in de
bovenbouw kun je dus gaan denken aan docenten die wat meer een coach rol kunnen
innemen voor bepaalde leerlingen (zoals nu dus al in Hong Kong gebeurd). De vrijheid heeft
weinig nut als er geen verantwoordelijkheid vooraf is bijgebracht.

Toekomstig onderzoek
Al waren de onderzoeken en de literatuuronderzoeken allemaal erg op 1 lijn als het om de
potentie van peer-teaching gaat, is het alsnog handig om nog met uitgebreid onderzoek uit
te zoeken wat een leerling docent nu precies wel en niet aan kan. Het experiment dat wij
hebben uitgevoerd zou dus opnieuw en vaker uitgevoerd moeten worden, en na de eerste
paar experimenten zullen er waarschijnlijk wat dingen fout gaan die dan moeten worden
verbeterd voor het experiment erna. Het probleem hiermee is alleen dat uit onze eerdere
experimenten is gebleken dat het erg lastig is om aan een grote hoeveelheid betrouwbare
metingen te komen; je hebt een beperkt aantal kinderen, het is soms lastig om als
buitenstaander in te schatten wat voor toets je het beste kan maken die goed bij het niveau

54
Bijles platform 

van de kinderen past, je kan leerlingen niet altijd overtuigen om aan de nieuwe stof te zitten
omdat ze perse achterstanden willen inhalen en de voorbeelden gaan zo nog een tijdje
door.
Ook is het goed om naast het kijken naar toetsresultaten tussen de soorten docenten ook te
kijken naar waar de leerlingen qua hun manier van voor de klas staan in verschillen in
vergelijking tot hun docenten, denk dan aan; de energie voor de klas, autoriteit,
zelfverzekerdheid etc. Om dit te meten zou je tijdens het experiment een stille observeerder
kunnen gebruiken die voor elk criteria punt een cijfer geeft, ook kun je de docenten die voor
de klas stonden laten zelf reflecteren op hoe ze zelf vonden dat ze het deden.

Tot slot zou het mooi zijn dat zodra kinderen op school bijles mogen geven, dat ze er ook op
andere manieren van zouden kunnen profiteren behalve het uurloon dat ze verdienen. Wat
kan een 6 VWO docent bijvoorbeeld nou nog leren van de 3/4 VWO stof die hij aan het
uitleggen is?

Hoe het verder zal verlopen


De meesterproef zal aansluiten op het profielwerkstuk. In tegenstelling tot het PWS wat er
vooral voor was bedoeld om onderzoek en kennis over het onderwerp op te doen, zal de
meesterproef oplossingsgericht zijn.

8. Aansluiting op innovation challenge

Introductie:
Nu is het gebruiken van technologie in het onderwijs op school en voor online bijles geen
nieuw concept, maar de rol die het speelt kan volgens ons nog veel uitgebreider
geïmplementeerd worden. Met de filosofie die eerder werd uitgelegd; leerlingen die meer
van elkaar leren, docenten die steeds meer een coach rol innemen en leerlingen die
geleidelijk meer de vrijheid krijgen om te leren op hun manier naarmate ze ouder worden in
de bovenbouw. Dit alles mits er in de onderbouw genoeg verantwoordelijkheid is
bijgebracht en opgepikt door de leerling. Maar welke rol kan technologie innemen in dit
proces; welke dingen worden er al gedaan/waar wordt mee geëxperimenteerd, wat werkt
goed wat werkt minder goed, hoe is het in het verleden gegaan en hoe kunnen we het in de
toekomst beter doen?

1. De geschiedenis

De leerplicht werd in Nederland geïntroduceerd op 1 januari 1901, dit was natuurlijk een tijd
met beperkte technologie. Voor een lange tijd was het de bedoeling van het onderwijs om
mensen uit de onderklasse te krijgen. Nu bestaat deze onderklasse natuurlijk niet meer in

55
Bijles platform 

ons land op dezelfde manier als toen, toch beginnen kinderen die moeite hebben binnen
het onderwijs met steeds meer problemen te kampen. Het docententekort laat ook zien dat
door het alleen aan de scholen over te laten om dit probleem op te lossen misschien niet de
beste oplossing is. Er moeten dus slimme oplossingen komen. Er is voor een lange tijd niet
heel veel veranderd aan het educatiesysteem op technologisch vlak, totdat er online steeds
meer hulp begon te ontstaan. Ook online bijles aanbieders hebben een plekje gevonden als
alternatief voor extra buitenschoolse hulp. Technologie wordt uiteraard steeds vaker in de
laatste jaren gebruikt, in de RAI zagen we ook een aantal bedrijven die systemen maakte
waardoor docenten heel gemakkelijk via de computer opdrachten konden opgeven en
feedback konden leveren en de leerlingen steeds meer hun eigen ding kunnen doen. Ook
steeds meer scholen beginnen gebruik te maken van leerlingen die les geven aan jongere
leerlingen (het spinoza lyceum is hier een goed voorbeeld van). Kortom, er is een proces
gaande dat heel erg aansluit op onze filosofie over het onderwijs. Waar wij op willen
hameren is de uitgebreide toepassing van online bijles tussen leerlingen op school, en
docenten die meer nadruk leggen op het aanleren van eigen verantwoordelijkheid in de
onderbouw en later meer een coach rol innemen in de bovenbouw (zoals bijvoorbeeld
gebeurd bij vakken zoals onderzoeken & ontwerpen).

2. De technieken
We waren bij de ISE (integrated
systems Europe) 2020 aan de
RAI, dit is s werelds grootste
tentoonstelling voor AV en
systeem integratie (AV heeft
alles te maken met audio,
belichting en video).
Het meest opmerkelijke aan dit
grote tentoonstelling was dat er
veel technieken beschikbaar zijn.
Alleen kunne deze technieken niet toegepast worden vanwege het feit dat deze zeer prijzig
zijn

We kennen de traditionele opstelling van het onderwijs, een opstelling/systeem dat


nauwelijks een ontwikkeling heeft doorgemaak. Hier willen wij verandering in brengen. Dit
gefocust op extra ondersteuning. Hierbij willen wij gebruik maken van nieuwe technieken.
Op de RAI zagen we allemaal nieuwe technieken die in het onderwijs toegepast worden.
Programma’s waardoor de docenten meer inzage (absentie, roosters, toetsen, plannen)
heeft op de leerlingen en opdrachten/huiswerk digitaal kan verzenden. Programma's
waarbij je presentaties kan voorbereiden of programma’s waar je verslagen op kunt maken
zijn tegenwoordig ontzettend populair. Dit zijn de meest gebruikte technieken die in het

56
Bijles platform 

onderwijs toegepast worden om het geven van onderwijs veel efficiënter en overzichtelijker
te maken.

3. De actoren/Stakeholder analyse

Actoren Belangen en doel Machtsmiddelen

App ontwikkelaar De app designen en uitwerken. Ervaring, technieken

Markt Het idee voorstellen en laten Inhoud


uitsteken.

Student Ontvangt bijles op een efficiënte Wil, geld, motivatie


manier.

School Raad de bijles aan studenten Hoog aanzien


met moeite voor bepaalde
vakken.

Social media Het idee promoten en Promotie


verspreiden.

Bijlesdocent Flexibel werk Kennis

voortbrenger​ : ontwikkelaar
gebruiker​ : leerlingen voortgezet onderwijs
regulator​ : leerlingen die de bijles geven
adviseur​ : school, social media

4. Actoren

57
Bijles platform 

8. Aanpak
8.1 De planning
Sara Soumaya David Bilal
Leider Co-leider Uitvinder Organisator

02-09-2019 BEGIN BEGIN BEGIN BEGIN

29-09-2019 PVA concept inleveren PVA concept inleveren PVA concept inleveren PVA concept inleveren

17-10-2019 PVA definitief inleveren PVA definitief inleveren PVA definitief inleveren PVA definitief inleveren
18-10-2019 Deliverable 1.1 +1.3 Deliverable 1.5 +1.6 Deliverable 2.1 + 2.2 Deliverable 1.2 + 1.4
21-10-2019 Herfstvakantie Herfstvakantie Herfstvakantie Herfstvakantie

Deliverable 3.1 Deliverable 4.1


01-11-2019 Enquête houden  Enquête houden Enquête houden Deliverable 4.2
08-11-2019 Toetsweek Toetsweek Toetsweek Toetsweek

15-11-2019 Toetsweek Toetsweek Toetsweek Toetsweek

17-11-2019 Deliverable 4.3


21-11-2019 PWS concept PWS concept PWS concept PWS concept
29-11-2019 Feedback verwerken Feedback verwerken Feedback verwerken Feedback verwerken
02-12-2019 Uitloop Uitloop Uitloop Uitloop
06-12-2019 PWS definitief PWS definitief PWS definitief PWS definitief
16-12-2019 Brainstormen Brainstormen Brainstormen Brainstromen
27-12-2019 Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie

58
Bijles platform 

03-01-2020 Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie Kerstvakantie

10-01-2020 Meesterproef uitschrijven Meesterproef uitschrijven Meesterproef uitschrijven Meesterproef uitschrijven

17-01-2020 Toetsweek Toetsweek Toetsweek Toetsweek

24-01-2020 Toetsweek Toetsweek Toetsweek Toetsweek

27-01-2020
03-02-2020 Deliverable 5.1
Deadline meesterproef Deadline meesterproef Deadline meesterproef Deadline meesterproef
14-02-2020 concept concept concept concept

17-02-2020 Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie

24-02-2020 Deliverable 7.1


04-03-2020 Deadline meesterproef Deadline meesterproef Deadline meesterproef Deadline meesterproef
10-03-2020 Presentatie PWS + MSP Presentatie PWS + MSP Presentatie PWS + MSP Presentatie PWS + MSP
16-03-2020 Meesterproef eindgesprek Meesterproef eindgesprek Meesterproef eindgesprek Meesterproef eindgesprek
Deliverable 6.1
20-03-2020 I-DAY I-DAY I-DAY I-DAY
30-03-2020
06-04-2020
17-04-2020 CIJFERS CIJFERS CIJFERS CIJFERS

9.2 Logboek

Datum Wat we hebben gedaan Sa So B D uur

28/07/2019 De afgelopen week stond centraal in het zoeken naar x x x x


tot potentiële opdrachtgevers en opdrachten. Zelf hadden we
30/07/2019 al een paar opdrachten bedacht waar we alleen een
opdrachtgever voor hoefden te regelen. Meer dan vijftien 12
e-mails zijn verzonden naar bekende bedrijven, stichtingen
en universiteiten. Niet direct van iedereen is een reactie
ontvangen.

Vrijdag 6 Eerste bezoek naar de potentiële opdrachtgever JIP dat x x x x


september zich bevindt op het osdorpplein. JIP is het Jongeren
Informatie Punt van Amsterdam Nieuw-West. Er volgde
een uitgebreid gesprek over de grootste problemen onder
de jongeren die ons ook bekend voorkwamen. De nummer
een probleem heeft te maken met jongeren die geen werk

59
Bijles platform 

kunnen vinden of werk die écht bij hun past. Een ander
probleem die hij ons vertelde is dat het jongerenpunt niet
zo bekend is onder iedereen. Grootschalig en effectief
promotie van het JIP is de opdracht waar we mee uit de ​5
deur liepen.

David kwam zelf ook met een idee waar JIP ons bij zou
kunnen begeleiden:
Online bijles voor een betaalbare prijs en flexibele tijden
van leerlingen voor leerlingen.
De opdrachtgever was erg geïnteresseerd hierin en wilt
nog een afspraak met ons maken om hierover te praten.

Vrijdag 13 Zelfstandig aan de slag met de opdracht over het bijles. Het x x x x
september concept was er al, maar deze moest nog onderzocht en
verder ontwikkeld worden. Deze dag werd besteed aan
internet research en het vergelijken van al bestaande 3
ideeën om zo te voorkomen dat ons idee plagiaat betreft.

Maandag 23 Afspraak met onze pws begeleider Suyderhout. Introductie x x x x


september van het onderwerp waar we mee aan de slag willen gaan
plus de voortgang ervan bespreken. 1

Vrijdag 27 Na een lange tijd geen reactie te hebben gekregen van JIP x
september werd weer een bericht verzonden waarop even later
gereageerd werd. De reactie was teleurstellend. Er werd
gemeld dat er pas plek was op zijn agenda voor een
vervolgafspraak na 21 oktober. Wanhopig vroegen we de 3
leraar om hulp en hij kwam snel met de oplossing om mee
te doen met het Tu Eindhoven innovation challenge
project.

Weekend Werken aan PVA x

Weekend Werken aan PVA x 9

Weekend Werken aan PVA x 8

Weekend Werken aan PVA x 10

Woensdag 9 Startbijeenkomst en een presentatietraining op de TU/e. x x x x


oktober We zijn naar Eindhoven gegaan om de eerste bijeenkomst
van het project bij te wonen. Het was een bruikbare dag 10
waarbij we veel hebben gezien en gedeeld.

Maandag 14 De palweek stond speciaal in de teken van het x x x x


oktober tot literatuuronderzoek voor het project. Op school en
vrijdag 18 zelfstandig thuis is er gewerkt aan de deelvragen en
oktober onderzoeksvragen. 13
(Palweek)

60
Bijles platform 

21 oktober- De literatuuronderzoek is uitgebreid en de eerste delen van x x x x


27 oktober het PVA zijn afgerond als de oriëntatie en de inventarisatie.
vakantie Vervolgens hebben we even stilgestaan bij wat we al
hebben gedaan en wat er nog gedaan moet worden. Een 5
korte evaluatie van de afgelopen periode dus.

Palweek Oriëntatie x

Palweek Inventarisatie x 12

Palweek Oriëntatie x
15

Palweek Oriëntatie x 6

Vrijdag 1 Feedback van de PVA teruggekregen en direct verbeterd. x x x x


november Dezelfde week hebben we het ingeleverd en een cijfer
ontvangen waar we niet tevreden mee waren. Na een 2
discussie met de leraren waarbij we onze standpunten
hebben verdedigt kregen we de cijfer waar we uiteindelijk
erg tevreden mee zijn.

8 tot 14 Toetsweek
november 0

Vrijdag 15 De enquête is naar elk leerjaar op het calandlyceum x x


november verstuurd. Elke klas van elk niveau en leerjaar is de enquête
naar gestuurd in de groepschat. Ruim 200 antwoorden zijn
er ontvangen die we meteen in een spreadsheet hebben 12
verzameld.

Maandag 18 Afspraak met de PWS begeleider Suijderhoud. We hebben x x


november overlegd over de aanpak en plannen van onze
veldonderzoek. Na dit gesprek zijn we op zoek gegaan naar
mevrouw Benschop (Wiskunde/scrum docente op het
Calandlyceum). We hebben haar geïnterviewd voor onze
PWS. Ze heeft dan ook als enige docent op school haar 5
eigen manier van lesgeven toegepast genaamd
“Eduscrum”. Wij waren erg nieuwsgierig naar dit concept
van lesgeven en we waren ook benieuwd of het aansluit op
ons project en visie van de toekomst in het onderwijs.

Weekend Deel in PWS schrijven. x

Weekend Deel in PWS schrijven. x 12

Weekend Deel in PWS schrijven. x 15

Weekend Deel in PWS schrijven. x 10

Donderdag (Het 3e uur is het veldonderzoek uitgevoerd)


21 5
november

61
Bijles platform 

Maandag 2
december

Woensdag Technasiumparade: x x x x
11 december Presentatie + voorbereiding 5

Woensdag 8 TU Eindhoven, tweede bijeenkomst x x x


januari 10

Donderdag Verbeteren PWS x x x x


30 januari 15
tot zaterdag
1 februari

totaal uur 145 124 121 172

9. Projectorganisatie

9.1 Persoonsgegevens team

Naam: Sara Ben Hmido


E-mailadres: ​sara_116031@hotmail.com
Telefoonnummer: 06 87662990

Naam: Soumaya Daia


E-mailadres: ​115651@leerling.calandlyceum.nl
Telefoonnummer: 06 19192781

Naam: David Siha


E-mailadres: ​115692@leerling.calandlyceum.nl
Telefoonnummer: 06 41416799

Naam: Bilal El Aissati


E-mailadres: ​115173@calandlyceum.nl
Telefoonnummer: 06 87569512

9.2 Teamverdeling

Naam teamlid Functie binnen het team

Sara ben Hmido Teamleider

62
Bijles platform 

Soumaya Daia Co-Teamleider

David Siha Teamlid

Bilal El-aissati Teamlid

9.3 Gegevens contactpersonen

Opdrachtgever: ​Bram Smoolenaars


TU Eindhoven
E-mailadres: ​info@tue.nl 
Telefoonnummer: ​+31 (0)40 247 9111

63

You might also like