Professional Documents
Culture Documents
Nova 1-2hv Tekstuele Samenvatting H1 PDF
Nova 1-2hv Tekstuele Samenvatting H1 PDF
Stoffen bestaan uit kleine deeltjes die je moleculen noemt. Die zijn erg klein. Een
pingpongbal is 300 miljoen keer zo groot als een molecuul.
1
Nova © Uitgeverij Malmberg
H1 Stoffen Tekstuele samenvatting 1-2 havo/vwo
Het gewicht is in de natuurkunde een kracht. Als je een voorwerp optilt, is het de kracht
waarmee het voorwerp aan je handen trekt. Die kracht hangt af van de grootte van de
zwaartekracht. Op de maan bijvoorbeeld, is het gewicht van een voorwerp lager dan op
aarde.
Het volume is de ruimte die een stof inneemt. Het volume van een vloeistof bepaal je met
een maatcilinder. Voor vloeistoffen en gassen gebruik je de eenheid liter (L); voor vaste
stoffen dm3.
1 m3 = 1000 dm3
1 dm3 = 1 liter (L)
1 dm3 = 1000 cm3
1 cm3 = 1 milliliter (mL)
Voor het bepalen van volume van voorwerpen met een onregelmatige vorm gebruik je de
onderdompelmethode. Je laat het voorwerp in een met vloeistof gevulde maatcilinder
zakken.
volume = eindstand − beginstand
2
Nova © Uitgeverij Malmberg
H1 Stoffen Tekstuele samenvatting 1-2 havo/vwo
Paragraaf 4 Dichtheid
De dichtheid is de massa die in een bepaald volume zit. Dichtheid is een stofeigenschap.
Aluminium heeft een dichtheid van 2,7 gram per kubieke centimeter (g/cm3). Dat betekent
dat 1 cm3 aluminium een massa van 2,7 gram heeft. Goud heeft een dichtheid van
19,3 (g/cm3). Goud wordt daarom zwaarder dan aluminium genoemd. Dat kun je alleen
vergelijken als beide voorwerpen hetzelfde volume hebben.