Professional Documents
Culture Documents
Bodemattest
Bodemattest
Bodemattest
Wetgeving
• De verkoper van de grond moet het bodemattest bij de OVAM aanvragen (gebeurt meestal
via de vastgoedmakelaar of notaris).
Opgelet!
Er wordt in het BD een duidelijk verschil gemaakt tussen de overdrachtsprocedure van een niet-
risicogrond en deze van een risicogrond.
• Risicogrond
• Als de over te dragen grond geen risicogrond is volstaat de aanwezigheid van het
bodemattest. Er is in eerste instantie geen onderzoeksplicht.
• Risico-inrichtingen
• Als de over te dragen grond een risicogrond is, moet er aan de verplichtingen van
artikel 101 en en met 115 van het Bodemdecreet voldaan worden. De overdrager van
een risicogrond heeft een onderzoeksplicht en eventueel ook een verdere
saneringsplicht.
Overdracht
Onderstaande rechtshandelingen worden wel als overdracht beschouwd volgens artikel 2, 18°
van het BD:
• De overdracht onder levenden van het eigendomsrecht op een grond (vb. verkoop,
schenking);
• Het vestigen onder levenden van recht van vruchtgebruik, erfpacht en opstalrecht op een
grond of het beëindigen onder de levenden van de op voormelde wijze gevestigde rechten;
• Het aangaan of beëindigen van een concessie op een grond;
• De overdracht van het eigendomsrecht op een grond en de beëindiging van een recht als
hierboven vermeld, door de ontbinding van een rechtspersoon;
• De overdracht onder levenden van een recht zoals hierboven vermeld;
• De fusie van rechtspersonen, de splitsing van rechtspersonen en met fusie of splitsing
gelijkgestelde verrichtingen waarbij de rechtspersoon of de rechtspersonen waarvan het
vermogen zal overgaan eigenaar is van grond of houder is van een recht zoals hierboven
vermeld;
• De inbreng of de overdracht van een algemeenheid of een bedrijfstak, voor zover daartoe
een recht als hierboven vermeld;
• Het opstellen van de statuten van het gebouw als bedoeld in artikel 577-4 van het Burgerlijk
Wetboek (voornamelijk appartementen).
• Het acteren van de instemming van de mede-eigenaars met de afwijking zoals bedoeld in
artikel 577-3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;
Grond
Grond wordt gedefinieerd als de bodem of de opstallen die zich op of in de bodem bevinden, met
uitzondering van de opstallen die door de Vlaamse Regering worden bepaald (artikel 2 § 9 BD).
In artikel 4 van het Vlarebo wordt bepaald welke opstallen niet worden beschouwd als grond:
• scheidingsmuren en omheiningen
• reclameborden en -zuilen
• straatmeubilair en abri's
• antennes en masten
• hoogspanningsmasten, tellers, laagspanningskasten
• installaties voor het opwekken van water-, wind- en zonne-energie
• waterleiding-, elektriciteits- en gasdistributienetwerk
• datacommunicatie-, computer- en televisiekabelnetwerk
• rails van trein, tram en metro.
Als het gaat over een opstal zoals hierboven beschreven, is er geen sprake van grond.
• De notaris
Het is de taak van de notaris om voor het verlijden van elke overdrachtsakte van een
grond, na te gaan of de overdracht betrekking heeft op een risicogrond of niet.
Dit impliceert dat de notaris voor het verlijden van elke overdrachtsakte van een grond
moet nagaan of het gaat om een risicogrond of niet.
• Vastgoedmakelaars
Omdat volgens het Bodemdecreet, het bodemattest reeds aanwezig moet zijn bij het
afsluiten van de compromis (artikel 101, § 2 BD) en een overdracht van grond belangrijke
gevolgen kan hebben voor de verwerver, is het belangrijk dat vastgoedmakelaars kennis
hebben van het BD. Zo kunnen ze kopers en verkopers wijzen op de implicaties ervan.
• Als de over te dragen grond geen risicogrond is volstaat de aanwezigheid van het
bodemattest. Er is in eerste instantie geen onderzoeksplicht.
• Als de over te dragen grond een risicogrond is, moet er aan de verplichtingen van artikel
101 en en met 115 van het Bodemdecreet voldaan worden.
• De overdrager van een risicogrond heeft een onderzoeksplicht en eventueel ook een
verdere saneringsplicht. De verwerver van de risicogrond heeft in het kader van de
verwerving van zijn grond een algemene informatieplicht.
• Indien er op de grond het stelsel van gedwongen mede-eigendom van toepassing is ligt in
de gevallen vermeld in art. 30 bis BD zowel de onderzoeks- als de saneringsplicht bij de
vereniging van mede-eigenaars, gezien deze als gebruiker van de mede-eigendom wordt
beschouwd. Er is dan enkel een eenmalige onderzoeksplicht conform art. 30 bis BD.
• Vanaf het moment dat de OVAM informatie heeft over een grond wordt deze opgenomen in
het grondeninformatieregister (GIR).
• Het is een veelvoorkomende misvatting dat een bodemattest slechts één jaar geldig is.
• Voor niet-risicogronden is een bodemattest geldig zolang de toestand van het terrein
dezelfde blijft en zolang er geen administratieve gegevens van de grond wijzigen.
• Voor risicogronden is de geldigheidsduur van een bodemattest gekoppeld aan de
geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek.
• Conform art. 101 BD moet telkens vóór het sluiten van een overeenkomst tot overdracht
van een grond een nieuw bodemattest worden aangevraagd. Indien de overdrachten
binnen een aanvaardbare termijn op elkaar volgen kan - bij akkoord van de verwerver -
gewerkt worden met eenzelfde bodemattest. De verwerver kan echter steeds een nieuw
attest eisen om op de hoogte te zijn van de meest actuele toestand van de grond die hij
verwerft.
• U kan een bodemattest aanvragen aan de hand van een aanvraagformulier voor
bodemattesten. Dit aanvraagformulier kan u downloaden op www.ovam.be/bodemattest.
• Het volledig ingevulde aanvraagformulier kan u dan samen met de kadastrale gegevens en
het bewijs van betaling van de retributie naar de OVAM opsturen.
Vanaf 1 juni 2010 kost een bodemattest voor een volledig perceel 32 €.
Web
www.ovam.be
‘Hulp bij overdrachten’ [zie: www.ovam.be/overdracht , doorklikken naar ‘hulp bij overdracht’]
'Handleiding overdrachten volgens het Bodemdecreet' (2009) [zie: www.ovam.be doorklikken naar
'publicaties']