Preparaten practicum 2

Preparaat E12/3 Dunne darm (overlangs)

AZAN
1. Tunica serosa
2. Tunica muscularis
3. Tela submucosa
4. Tunica mucosa
5. Crypten van Lieberkühn (witte deel)
6. Villi intertestinales

De crypten van Lieberkühn lopen eigenlijk

door tot aan de tela submucosa, maar door
het snijden is in het bovenste deel van de tela
submucosa de crypten meestal niet meer
zichtbaar (op het preparaat).

Preparaat E12/3 Dunne darm (overlangs)

AZAN
1. Lamina epithelialis (Eenlagig cilindrisch
epitheel met een staafjeszoom en
slijmbekercellen)
2. Staafjeszoom (Bovenste blauwe laagje van
het epitheel; slecht zichtbaar)
3. Slijmprop van slijmbekercel
4. Lamina propria

Preparaat E12/3 Dunne darm (overlangs)

AZAN
1. Tunica serosa
2. Buitenste spierlaag: longitudinale spierlaag
3. Binnenste spierlaag: circulaire spierlaag
4. Tela submucosa (met bloedvaten en
lymfevaten)
5. Bloedvaten
6. Lamina muscularis mucosae
Preparaat 12/3 Dunne Darm (overlangs)
AZAN
1. Enterocyten (darmepitheelcellen)

2. Slijmprop met daaronder slijmbekercel

3. Staafjeszoom

Wel genoemd in practicum, maar niet in

cursus:
4. Chromosomen (witte rondjes met roze;
voor vernieuwing van het epitheel)
5. Lymfocyten (ronde rode cellen)
Preparaat 12/8 Dunne Darm (dwarse snede)
PAS
1. Tunica serosa (Bovenste donkere laagje)
2. Tunica muscularis
3. Tela submucosa
4. Lamina muscularis mucosae (Niet goed
zichtbaar op dit preparaat; tussen T.
submucosa en Tunica mucosa)
5. Tunica mucosa
6. Lamina propria
7. Lamina epithalialis

Preparaat 12/8 Dunne darm (dwarse snede)

PAS
1. Lamina epithelialis (Eenlagig cilindrisch
epitheel met een staafjeszoom en
slijmbekercellen)
2. Staafjeszoom
3. Slijmprop van slijmbekercel (De
slijmbekercel is het donkerpaarse deel
eronder)
4. Lamina propria
5. Entherocyten (Darmepitheelcellen; hebben
een langwerpige kern)

Preparaat B2/7 Trachea

1. Lamina epithelialis Tunica mucosa

2. Lamina propria respiratoria
3. Tela submucosa
4. kraakbeenring
5. Tunica adventitia
6. Lumen
Preparaat B2/7 Trachea – Tunica mucosa,
Lamina epithelialis

1. Lamina epithelialis (meerrijig cilindrisch

epitheel/ respiratoir epitheel)
2. Trilharen

Preparaat B2/7 Trachea – Tunica mucosa,

Lamina epithelialis

1. Slijmproppen van slijmbekercellen

2. Basale vervangcellen
Extra opmerkingen bij preparaat B2/7
*Lamina epithelialis bevat trilharen, slijmbekercellen en
basale vervangcellen.
*De trachea heeft respiratoir epitheel, dit is
pseudomeerlagig, cilindrisch, gecillieerd epitheel met
slijmbekercellen
*Kraakbeenring is géén afzonderlijke laag, maar hoort
bij de tela submucosa.
*Tela submucosa bevat seromuceuze klieren.
*Tunica adventitia bevat zenuwbundels, bloedvaten en
vetweefsel.
Preparaat B2/7 Trachea – Tela submucosa

1. Tela submucosa (met kraakbeenring)

2. Seromuceuse klieren

Preparaat B2/7 Oesophagus

1. Tunica adventitia
2. Tunica muscularis
3. Tela submucosa
4. Tunica mucosa
5. Lamina propria (bevat afvoergangen van
oesophagus klieren)
6. Lamina epithelialis (Onverhoornd,
meerlagig plaveiselepitheel; gaat bij de maag
over in eenlagig cilindrisch epitheel)
7. Lumen

8. Glandulae oesophageales
 Preparaat B2/7 Oesophagus – Tunica
muscularis
Tunica adventitia

1. Buitenste Longitudinale spierlaag

2. Binnenste circulaire spierlaag

lumen
Preparaat D14/5 Cornea

1. Stratum superficiale (bovenste laagje)

2. Stratum spinosum
3. Stratum basale
4. Lamina limitans anterior/ Membraan van
Bowman (dun laagje tussen stratum basale
en het stroma)
5. Stroma/Substantia propria (met platte
kernen van bindweefselcellen)
6. Lamina limitans posterior/ Membraan van
Descemet
7. Epithelium posterior/ endotheel (dun roze
laagje)

Het cornea heeft meerlagig onverhoornd

plaveiselepitheel
Preparaat D2/11 Dikke huid (Cutis)
Epidermis
1. Stratum disjuctivum (loskomende cellen
van het stratum corneum)
2. Stratum corneum
3. Stratum lucidum (donker roze laagje)
4. Stratum granulosum (paars gestipt laagje)
5. Stratum spinosum
6. Stratum basale (1 laag met basale cellen)

7. Epitheelkammen

Deze onderdelen/laagjes bevinden zich

allemaal in het epidermis van de huid (en
vormen zo ook de epidermis van de huid).
Preparaat D2/11 Dikke huid (Cutis) –
Epidermis (Close-up)

1. Stratum disjuctivum
2. Stratum corneum
3. Stratum lucidum
4. Stratum granulosum (De paarse puntjes in
deze laag zijn kerato-hyaline korrels)
5. Stratum spinosum
6. Stratum basale

Preparaat D2/11 Dikke huid (Cutis) – Dermis

1. Stratum papilare (dermis papillen)

2. Stratum reticulare

Deze twee lagen vormen de dermis van de

huid

Onder de dermis bevindt zich het

hypodermis, deze is op het preparaat niet
zichtbaar.

Preparaat F2/9 Urether

1. Tunica adventitia
2. Tunica muscularis
3. Tunica mucosa
4. Lamina propria
5. Lamina epithelialis (overgangsepitheel)

De urether heeft GEEN Tela submucosa

Preparaat F2/9 Urether - Tunica muscularis

1. Stratum longitudinale externum

2. Stratum circulare

3. Stratum longitudinale internum

Preparaat F2/9 Urether Tunica mucosa

1. Lamina propria

2. Bloedvat

3. Stratum basale

4. Stratum intermedium

5. Stratum superficiale

6. Paraplucellen

7. Crustea