Professional Documents
Culture Documents
Ballorex Regulating Valves PDF
Ballorex Regulating Valves PDF
Ballorex Regulating Valves PDF
Contents
1 Ballorex inregelventielen 7
2 Inregeltechnologie 11
3 Statische strangregelventielen 35
5 Drukverschilregelaar 124
7 Assortiment 181
1 Ballorex inregelventielen
Inregelen van verwarmings- en koelinstallaties
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40% van het totale energieverbruik, 60% van
die energie wordt voor verwarming en koeling gebruikt. Helaas zijn vele installaties
onvoldoende ingeregeld zodat er kostbare energie verloren gaat en de gebruikers
aan comfort moeten inboeten. Nieuwe milieuwetgeving, stijgende energiekosten
en hoge eisen op het gebied van comfort vereisen nieuwe oplossingen. Perfect
ingeregelde installaties kunnen tot 40% energie besparen! VSH heeft een breed
programma Ballorex inregelventielen om verwarmings- en koelinstallaties in te
regelen. De Ballorex inregelventielen zijn zo ontworpen dat inregelen eenvoudig
wordt, zodat er optimale resultaten tegen de laagst mogelijke kosten behaald
worden. Lagere installatie- en inregelkosten, lagere kosten voor dagelijks gebruik en
een hoger comfort voor de bewoners.
Hoge nauwkeurigheid
Het is zeer belangrijk om ruimtes nauwkeurig in te regelen zodat er zo weinig
mogelijk temperatuurschommelingen zijn. De Ballorex Venturi geeft een sterk
meetsignaal met een hoge meetnauwkeurigheid. Door deze meetnauwkeurigheid
kunt u tot 2 graden besparen. Onderzoek heeft aangetoond dat men per graad
6,25% kan besparen op de stookkosten. Met Ballorex betekent dat dus een
energiebesparing tot 12,5%!
Compacte inbouw
Ballorex Venturi en Dynamic inregelventielen mogen direct voor en na bochten
gemonteerd worden. Reguliere inregelventielen hebben 3 tot 5 x DN rechte
leiding nodig na een bocht. Doordat Ballorex inregelventielen verkrijgbaar zijn in
overlappende bereiken (lage flow, standaardflow en hoge flow) kunt u compacter
monteren, heeft u minder verloopkoppelingen nodig en bespaart u op montagetijd.
De Ballorex inregelventielen kunnen tevens worden gemonteerd in elke positie, iets
dat ideaal is voor installaties in kleine ruimtes.
Ballorex | 9
Kwaliteit en verkrijgbaarheid
De Ballorex inregelventielen zijn verkrijgbaar bij ons vertrouwde netwerk van
vakbekwame, servicegerichte groothandels in binnen- en buitenland. Daarnaast
adviseren onze specialisten van de afdeling Customer Service u graag over de
beste keuze uit ons brede pakket inregelventielen.
Assortiment
Het Ballorex assortiment bevat statische, dynamische, drukonafhankelijke
regelventielen en drukverschilregelaars.
Ballorex Venturi
Het innovatieve design van de Ballorex Venturi is zeer compact en combineert
flowmeting, inregeling en afsluiting in één ventiel, terwijl de functies toch
onafhankelijk van elkaar werken. Hierdoor blijft de instelling behouden wanneer het
ventiel wordt afgesloten en is het mogelijk om tegelijkertijd het ventiel in te regelen
en uit te lezen. Ballorex past het Venturi-principe toe, welke een sterk meetsignaal
geeft en zorgt voor een hoge nauwkeurigheid van de inregeling. Door het stabiele
signaal van de Venturi mogen Ballorex ventielen direct na een bocht worden
gemonteerd waardoor zeer compacte installaties mogelijk zijn. Door het grote bereik
van Ballorex ventielen kunt u altijd een ventiel kiezen dat maximale regelautoriteit
heeft en toch perfect aansluit bij uw leidingdiameter, zonder het gebruik van extra
verloopkoppelingen.
10 | Ballorex systeem
Ballorex Vario
De Ballorex Vario is een inregelventiel met variabele opening voor het inregelen
van verwarmings- en koelsystemen. Door de eenvoud van het ontwerp heeft de
Ballorex Vario een zeer korte inbouwmaat en combineert de flowmeting, inregelen
en afsluiten in één compact ventiel. De Ballorex Vario is ook leverbaar met een
draaibaar aftapventiel. Hierdoor doet de Ballorex Vario ook uitstekend dienst als
partnerventiel voor de Ballorex Delta.
Ballorex Dynamic
De Ballorex Dynamic is een drukonafhankelijk inregelventiel en regelt de flow zeer
nauwkeurig en onafhankelijk van drukschommelingen in de rest van het gebouw.
De Ballorex Dynamic kan worden uitgerust met een actuator en kan hierdoor ook
gebruikt worden als naregeling, gekoppeld aan uw gebouwbeheersysteem of
de kamerthermostaat. Doordat de instel- en afsluitunit onafhankelijk van elkaar
functioneren, behoudt de actuator altijd een volledige slag en daarmee 100%
regelautoriteit. Toepassing van het Venturi-principe geeft ook hier een sterk
meetsignaal en zorgt voor een hoge nauwkeurigheid van de inregeling. De cartridge
van de Ballorex Dynamic kan worden verwijderd zonder het ventiel te demonteren,
om doorspoelen van het systeem en onderhoud mogelijk te maken.
Ballorex | 11
2 Inregeltechnologie
2.1 Wat is inregelen
Het doel van inregelen is om de flow in het hele systeem af te stellen zodat er op elk
ogenblik in elk deel van een verwarmings- of koelinstallatie voor de benodigde flow
wordt gezorgd.
Niet-ingeregeld systeem
Als vuistregel geldt dat water altijd de weg van de minste weerstand zoekt. In de
praktijk betekent dit dat het water in de zones nabij de pomp zal circuleren, terwijl
gebruikers op afstand/kritieke gebruikers te weinig flow krijgen. Op die manier biedt
het systeem onvoldoende thermisch comfort.
12 | Inregeltechnologie
Voor een goed thermisch comfort voor alle gebruikers worden vaak kortzichtige
oplossingen overwogen, zoals in veel gevallen deze twee:
• De opvoerhoogte van de pomp verhogen zodat er voldoende flow naar kritieke
gebruikers stroomt. In 2-pijpsystemen waar de pomp een slechte hydraulische
balans moet opvangen, is het niet uitzonderlijk dat het volume van circulerend
water met 50% kan worden teruggebracht. Bij een gehalveerde flow neemt de
leidingweerstand met de helft af en valt de benodigde pompenergie terug tot
25%.
• De aanvoertemperatuur (verwarmingsinstallatie) verhogen en bijgevolg ook de
watertemperatuur voor alle gebruikers. In geval van een hogere temperatuur
zal het warmteverlies aanzienlijk toenemen. Onze ervaring leert ons dat de
verwarmingskosten voor een niet-ingeregeld systeem na een goede inregeling
met minstens 15% kunnen worden teruggedrongen.
Ballorex | 13
Hydraulische balans
In een normaal leidingsysteem zal de druk in de stromingsrichting afnemen.
Dit is een gevolg van het wrijvingsverlies dat water onvermijdelijk ondervindt
wanneer het in contact komt met de leidingwanden en andere geïnstalleerde
systeemcomponenten. In het onderstaande voorbeeld heeft een systeem drie
identieke stijgleidingen.
De flow tussen twee punten (aanvoer- en retourzijde) wordt bepaald door het
drukverschil tussen beide en de weerstand die het water van de leidingen en
andere systeemcomponenten ondervindt. Omdat de stijgleidingen in bovenstaand
voorbeeld identiek zijn (zelfde weerstand van leidingen en systeemcomponenten),
moet over alle stijgleidingen hetzelfde drukverschil tot stand worden gebracht om
overal de juiste flow te verkrijgen. Dat is de taak van het inregelventiel.
Deze zogenoemde ‘kritieke ventielen’ of ‘referentieventielen’ worden geplaatst op
de unit/kring met de hoogste weerstand. Dit is meestal het ventiel dat zich het verst
van de pomp bevindt. In geval van goed geplaatste en ingestelde inregelventielen
stroomt de juiste flow, zoals het door de ontwerper is berekend, naar alle
afgifteapparaten in het systeem zodat alle gebruikers in alle omstandigheden een
aangenaam thermisch comfort genieten.
14 | Inregeltechnologie
• D
e kosten kunnen worden gedrukt door de kamertemperatuur te optimaliseren.
De gemiddelde kamertemperatuur verlagen betekent een besparing op de
energiefactuur. Gebouweigenaren en -beheerders kunnen op die manier hun
winst vergroten.
Ballorex | 15
Q = Kv x √ Δp
Q = Flow
Kv = Ventielcoëfficiënt
Δp = Drukverschil
Het inregelventiel heeft tot taak de flow te regelen zodat het overeenstemt met
de ontwerpflow. Dit zorgt er dan weer voor dat alle afgifteapparaten in elke
situatie over de benodigde waterflow beschikken. Dit betekent in basis dat de
doorstroomcapaciteit van het ventiel moet kunnen worden afgesteld terwijl tegelijk
de flow moet kunnen worden bepaald.
Uit de flowvergelijking leren we dat de flow kan worden berekend als we de zone
rond de opening (opvoerhoogte bij een bepaalde instelling) en de drukval over de
ventielopening kennen.
Q = Kv x √ ∆p
Q = Kv x √ ∆p
Venturi-principe
Een uniek kenmerk van de Ballorex Venturi is de ingebouwde Venturi-meetopening,
waardoor de flow op elk ogenblik kan worden gemeten. Dankzij een directe
flowmeting kan steeds de reële flow worden gemeten voor een precieze inregeling
en correcte documentatie. Ook de foutopsporing verloopt beduidend vlotter en
bespaart zo tijd. Sluit gewoonweg een flowmeter aan, voer de vaste Kv-waarde
van de ingebouwde Venturi-opening in en de flow wordt direct op de flowmeter
getoond met een onnauwkeurigheid van slechts ± 3%. Na het smalste stuk in de
Venturi wordt de druk grotendeels heropgebouwd naarmate de vloeistof door de
trompetvormige Venturi stroomt.
18 | Inregeltechnologie
In de Venturi wordt de drukval over de opening gemeten op het punt waar de druk
respectievelijk het hoogst en het laagst is. Door de trompetvorm van de Venturi
wordt de druk grotendeels hersteld zodat er bij een laag totaal drukverlies toch
een sterk meetsignaal is. De directe flowmeting wordt niet beïnvloed door een
verandering van de ventielinstelling omdat de Kvm-waarde tussen de meetpunten
constant blijft. De Kv-waarde wordt elders in het ventiel veranderd om de flow te
regelen.
Drukverlies buis
Drukverlies
Totaal
Signaal drukverlies
Buislengte
Δp - Venturi Δp - ventiel
Gemeten signaal over Venturi-opening. Totaal drukverlies over het open ventiel.
Een sterk signaal betekent een hoge De druk wordt deels door de Venturi
meetnauwkeurigheid. hersteld.
Ballorex | 19
Flowvergelijking
Q = Kvm * √Δp
Q = De te berekenen flow [m³/h].
Kvm = D
e Venturi-coëfficiënt die de doorstroomcapaciteit door de Venturi
bepaalt. Deze wordt bepaald op het smalste punt in de Venturi en
blijft constant bij instelling van de flow.
Δp = Drukverschil gemeten over de Venturi-opening.
Drukverschilregelaars (DP)
Een drukverschilregelaar (Δp of DP) is een inregelventiel dat het drukverschil over
een stijgleiding of unit constant houdt. Dankzij een constant en stabiel drukverschil
kan er in het systeem een goede hydraulische balans worden verzekerd als het met
manuele inregelventielen op de eindunits wordt gecombineerd.
20 | Inregeltechnologie
Q = Kv * √Δp
TU
TU
TU
TU
Automatische flowregelaars
Indien de Ballorex Dynamic zonder actuator wordt geïnstalleerd, is het een
automatische flowregelaar.
2.1.2 Inregelmethoden
Inregelen heeft tot doel om in alle delen van leidingsystemen voor de door
ontwerpers bepaalde flow te zorgen. Op die manier dalen de energiekosten
en is het thermisch comfort gegarandeerd. De uitdaging bestaat erin voor elk
inregelventiel in het systeem de juiste instelling te vinden. Wanneer de flow op
een inregelventiel wordt afgesteld, zal het drukverlies in de ventielen en leidingen
veranderen, wat vervolgens een invloed heeft op de drukverschillen over de
inregelventielen elders in het systeem. In de praktijk betekent dit dat wanneer
de flow op een ventiel in een bepaalde strang wordt afgesteld, de flow in andere
ventielen die eventueel al zijn afgesteld ook zal veranderen.
Willekeurig inregelen
De installateur probeert op goed geluk de juiste instelling van elk ventiel te vinden.
Dit is mogelijk in heel kleine installaties met slechts enkele ventielen. In grote
installaties lukt dit echter niet.
Voorinstelmethode
De installateur stelt de flow van de ventielen in op basis van een voorinstelling die de
ontwerper berekend heeft. Er worden enkele testmetingen en afstellingen verricht.
Het hydraulisch gedrag van het systeem wijkt echter altijd af van ontwerpwaarden
zodat deze methode in de praktijk niet zal werken.
Proportionele methode
De basismethode voor een correcte afstelling van een verwarmings- of
koelinstallatie is de proportionele methode die hierna wordt beschreven.
Als de flow in een kring verandert, zal de flow in alle delen van de kring in dezelfde
verhouding veranderen. Dit principe vormt de basis van de proportionele methode.
24 | Inregeltechnologie
Definitie:
Gemeten flow
λ (Lambda)-waarde = ------------------------------------
Berekende flow
Voorbereiding
Vóór het inregelen van een systeem:
• Controleer of de inregelventielen correct geïnstalleerd zijn
• Het systeem moet volledig gespoeld en ontlucht zijn en de filters/zeven moeten
gereinigd zijn
• Het systeem moet al een tijdje werken voordat het inregelen wordt aangevangen
• Er moeten ontwerptekeningen met genummerde ventielen en de
overeenkomstige ontwerpflow voorbereid worden
• 2 personen moeten elk een meettoestel en radio of gsm bij zich hebben
• De pomp moet tijdens de inregelprocedure op een constante flow ingesteld zijn
• Alle ventielen en thermostatische units moeten volledig open zijn
Ballorex | 25
1 2 4
• Stel het hoofdventiel/de pomp zo in dat
hij ongeveer 110% van de totale
ontwerpflow levert (λ-waarde = 110%)
• Meet de λ-waarde op elk ventiel van
alle stijgleidingen
• Identificeer het ventiel van een
stijgleiding met de hoogste λ-waarde,
m.a.w. de stijgleiding die het meest
overbedeeld wordt
• Ga verder met de strangventielen op
deze stijgleiding
NB: Als de λ-waarde voor een ventiel van een stijgleiding of een strangventiel
meer dan 110% bedraagt, wordt de gemeten waarde geregistreerd en wordt de
λ-waarde teruggebracht tot 110% voordat de procedure wordt voortgezet
26 | Inregeltechnologie
103%
97%
(99%)
103%
30 | Inregeltechnologie
101%
(Door het principe van
proportionaliteit verandert de
λ-waarde op ventiel 1.2.0
proportioneel ten opzichte
101% van 1.3.0 en 1.1.0, zodat het
(103%)
dezelfde λ-waarde zal hebben).
Nu zijn de strangventielen op
stijgleiding 1 ingeregeld. Pas
dezelfde procedure toe op
de stijgleiding met de op een
na hoogste λ-waarde (2.0).
Zodra alle eindventielen en
strangventielen ingeregeld
zijn, kunnen de ventielen van
stijgleidingen ingeregeld worden.
Ballorex | 31
• Bevestig flowmeter #1
aan het ventiel (2.0 -
98%)
• Bevestig flowmeter #2
aan het volgende ventiel
(1.0 - 105%)
• Stel ventiel 1.0 af totdat
beide flowmeters
dezelfde λ-waarde
weergeven
Het systeem is nu
ingeregeld. Dit betekent
dat alle inregelventielen
in het systeem dezelfde
λ-waarde hebben (zie
schema op de volgende
103% 103% pagina). Nu moet enkel
(105%) (98%)
nog het hoofdventiel/de
pomp worden afgesteld
zodat dit/deze maximaal
100% van de ontwerpflow
levert.
32 | Inregeltechnologie
100%
Inregelrapport
Men behoort als documentatie bij elke inregeling een inregelrapport te verstrekken.
Het inregelformulier voor de Ballorex Venturi is een uitstekend document. Noteer
alle ventielen met hun positienummers, zoals hierboven vermeld, het ventieltype,
formaat en ontwerpflow. In de volgende kolom kunnen alle meetresultaten en
ventielinstellingen worden ingevuld. Het ininregelformulier voor de Ballorex Venturi
kan op www.vsh.nl/downloads worden gedownload en afgedrukt.
Ballorex | 33
1. Directe flowmeting
Dankzij de ingebouwde Venturi geven de Ballorex inregelventielen direct de flow
weer. Deze eigenschap maakt van de Ballorex Dynamic het meest nauwkeurig in te
stellen inregelventiel. Bij gebruik van een flowmeter kiest u het ventieltype dat moet
worden gemeten (voer Kvm van de Venturi in). De flow wordt rechtstreeks op de
flowmeter weergegeven en het ventiel wordt afgesteld totdat precies de benodigde
flow wordt weergegeven.
Pomp instellen
De pomp wordt ingesteld op basis van het kritieke ventiel/referentieventiel, m.a.w.
de unit/kring die met de hoogste weerstand af te rekenen krijgt. Dit is meestal het
ventiel dat zich het verst van de pomp bevindt. De pomp wordt naar beneden
afgesteld terwijl de flow op een flowmeter wordt gemeten. Het instelpunt van de
pomp is het punt waarop het gemeten flow begint af te nemen.
34 | Inregeltechnologie
2.1.5 Foutopsporing
Een enorm voordeel van inregeling aan de hand van directe flowweergave zoals bij
de Ballorex ventielen is de eenvoudige foutopsporing. Uit feedback van installateurs
die zich met inregeling bezighouden blijkt dat zij slechts 10% van hun tijd aan
het eigenlijke inregelen van de inregelventielen besteden en de overige 90% aan
foutopsporing. Veel systeemfouten kunnen echter op voorhand tijdens het meten
van de flow worden vastgesteld. Een te lage of te hoge flow is snel opgespoord en
de bron kan gemakkelijk geïdentificeerd worden. De proportionele inregelmethode
biedt een goede en systematische grondslag voor het opsporen en verhelpen van
systeemfouten voordat het gebouw voltooid is. Vroege foutopsporing kan bijzonder
kostenbesparend zijn. Problemen die in een vroeg stadium vastgesteld worden,
kosten beduidend minder.
3 Statische strangregelventielen
3.1 Ballorex Venturi
3.1.1 Inleiding
Ventielen DN15-50:
• Snelle en gemakkelijke instelling met een inbussleutel
• Precieze en gemakkelijk leesbare instelschaal
• Geen verandering in instelling bij afsluiten en heropenen
• Eenvoudige afsluiting door kwartdraai van de ventielhendel
• Gemakkelijke identificatie van open of afgesloten stand
• Geen rechte leidingen nodig bij montage
• Rechtstreekse montage op bochten, verloopstukken en flexibele slangen
• Montage in alle posities mogelijk
• Geprefabriceerde isolatie snel en gemakkelijk aan te brengen
• Isolatie mogelijk vóór inbedrijfstelling
1 - Venturi nozzle
5
2 - Afsluitkogel
3 - Regelnaald
6 4
4 - Hendel om ventiel af te sluiten
3 5 - Bediening van regelnaald
2 6 - Meetpunten voor aansluiting van
flowmeter
Drukverlies buis
Drukverlies
Totaal
Signaal drukverlies
Buislengte
De flow door een Venturi nozzle levert een sterk meetsignaal op. Het drukverlies
wordt aan de uitlaat van de Venturi nozzle grotendeels weer opgebouwd.
Het drukverschil over de Venturi nozzle wordt gemeten op het punt waar de druk
het hoogst en het laagst is. Door de trompetvorm van de Ballorex Venturi nozzle
wordt de druk grotendeels hersteld zodat er bij een lage totale drukval toch een
sterk meetsignaal is.
Ballorex | 39
115%
Typische nauwkeurigheid VODRV
110%
105%
Ballorex Venturi nauwkeurigheid
100% }
± 3%
95%
90%
85%
met eindunits, worden drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
tenietgedaan in het gecontroleerde deel van de strang. Tegelijkertijd zal het op de
Ballorex Venturi ingestelde ontwerpflow nooit overschreden worden dankzij een
constante drukverschilregeling. Een installatie die een Ballorex Venturi en Ballorex
Delta combineert, kan snel en kosteneffectief in bedrijf worden gesteld.
3.1.2 Montagevoorschriften
0 x DN 0 x DN
Montagevoorschriften DN15-50
0 x DN 0 x DN
5 x DN 0 x DN
Kvm
2. De Ballorex Venturi kan 360° rond de
5 x DN 0 x DN
leidingas worden geïnstalleerd.
Kvm
5 x DN 0 x DN
Kvm
DN 15 - 25: 3 mm
3. Er moet voldoende ruimte zijn voor de DN 32 - 50: 5 mm
afsluitfunctie van 90°.
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
X
DN 15 - 25: 3 mm
X
DN 32 - 50: 5 mm
DN 15 - 25: X = 75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm
0 x DN 0 x DN
DN 15 - 25: X = X75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm
4. 0 × d rechte leiding is nodig. De Ballorex
0 x DN 0 x DN
Venturi kan rechtstreeks gemonteerd
worden op bochten, verloopstukken,
DN 15 - 25: X = 75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm
flexibele leidingen, enz.
Kvm
Kvm
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
Kvm Ballorex | 43
DN 15 - 25: 3 mm
6. EDN
r mag geen hennep in de leiding
32 - 50: 5 mm
loshangen.
DN 15 - 25: 3 mm
DN 15 - 25: 3 mm 9. Het ventiel wordt eenvoudig met een
DN 32 - 50: 5 mm
DN 32 - 50: 5 mm inbussleutel ingesteld. Het ventiel wordt
afgesteld totdat de benodigde flow op de
flowmeter wordt weergegeven.
44 | Ballorex Venturi
Montagevoorschriften DN65-600
10 x DN 0 x DN
5 x DN 0 x DN
4. Er wordt aangeraden om vóór het
ventiel een rechte leiding met een lengte
5 x DN 0 x DN van minstens 5 × d leidingdiameter te
voorzien. Er zijn geen minimumvereisten
5 x DN 0 x DN voor de lengte van de rechte leidingen na
het ventiel.
10 x DN 0 x DN
3.1.3 Toepassingen
Toepassing 1 - Vloerverwarming
In een vloerverwarmingssysteem zorgen Ballorex Venturi ventielen voor de
vereiste flowverdeling naar alle verdelers. Actuators die met het GBS of een
kamerthermostaat verbonden zijn, controleren de flow in elke lus door de
tweewegventielen al naargelang de kamertemperatuur te openen of te sluiten.
De flow en de temperatuur worden gecontroleerd om het benodigde thermische
binnencomfort te garanderen.
Ballorex | 47
Toepassing 2 - Variabele-flowsysteem
In variabele-flowsystemen met gemotoriseerde tweewegventielen garandeert
de Ballorex Venturi een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle units bij
maximale belasting (dimensionering) voldoende flow krijgen. De actuators die
zich op de gemotoriseerde tweewegventielen bevinden, zijn aangesloten op
een kamerthermostaat of het GBS om de flow in elke unit (zoals een fancoil,
luchtverwarmer, stralingspaneel, enz.) te controleren. Door de tweewegventielen
al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten, wordt het benodigde
thermische binnencomfort bereikt.
48 | Ballorex Venturi
Toepassing 3 - Constante-flowsysteem
In constante-flowsystemen met gemotoriseerde driewegventielen garandeert
de Ballorex Venturi een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle units bij
elke belasting voldoende flow krijgen. De Ballorex Venturi zorgt voor hetzelfde
drukverlies in de strang met de eindunit, ongeacht de positie van het driewegventiel.
De actuators die zich op de gemotoriseerde driewegventielen bevinden, zijn
aangesloten op een kamerthermostaat of het GBS om de flow in elke unit
(zoals een fancoil, luchtverwarmer, stralingspaneel, enz.) te controleren. Door de
driewegventielen al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten, wordt
het benodigde thermische binnencomfort bereikt.
Ballorex | 49
Toepassing 5 - Éénpijpverwarmingsinstallatie
Ballorex Venturi ventielen in een Éénpijpverwarmingsinstallatie zorgen voor de
gewenste flowverdeling over alle strangen en segmenten.
Ballorex | 51
3.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden
3 2 1
0,3 30 6,0
0,2 20 7,0
8,0
0,1 10 9,9
0,08 8
0,07 7
0,06 6
Ballorex Venturi nr. 1
0,05 5
0,04 4
0,03 3 Flow
0,036 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,1 0,148 l/s
129,6 144,0 180,0 216,0 252,0 288,0 324,0 360,0 532,8 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 1
Voor elke kring wordt het kleinste beschikbare Ballorex Venturi ventiel gekozen dat
aan de vereiste beantwoordt. In geval van een DN15S bedraagt het drukverlies 5,0
kPa bij een flow van 0,10 l/s en instelling 9,9. Dit ventiel zal voor een goede regeling
zorgen. Bij een Ballorex Venturi DN15S-ventiel wordt een flow van 0,10 l/s bereikt
bij een instelling tussen 3,6 (drukverlies van 55 kPa) en 9,9 (drukverlies van 5 kPa).
Ter vergelijking: bij een DN20S-ventiel wordt een flow van 0,1 l/s bereikt bij een
instelling tussen 1,2 (drukverlies van 55 kPa) en 5,6 (drukverlies van 5 kPa).
Het instelbereik voor de Ballorex Venturi DN15S voor een flow van 0,1 l/s
is 9,9 - 3,6 = 6,3
Het instelbereik voor de Ballorex Venturi DN20S voor een flow van 0,1 l/s
is 5,6 - 1,2 = 4,4
De voorkeur gaat uit naar het DN15S-ventiel omdat dit ventiel gemakkelijker op de
benodigde flow kan worden ingesteld dan het DN20S-ventiel.
54 | Ballorex Venturi
0,3 30 6,0
7,0
0,2 20 8,0
9,9
0,03 3 Flow
0,075 0,09 0,1 0,2 0,25 0,3 0,325 l/s
266 324 360 720 1080 1170 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 2 en nr. 3
Niet-aanbevolen instelling van ventiel nr. 1
Voor een flow van 0,20 l/s en 0,25 l/s wordt de Ballorex Venturi DN20S gekozen.
Ballorex | 55
0,3 30
5,0
Ballorex Venturi nr. 4
0,2 20 6,0
7,0
0,1 10 8,0
0,08 8 9,9
0,07 7
0,06 6
0,05 5
0,04 4
0,03 3 Flow
0,14 0,2 0,3 0,55 0,603
0,4 0,5 l/s
504 720 1080 1440 1800 2170 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 4
Voor een flow van 0,55 l/s wordt de Ballorex Venturi DN25S gekozen.
3.1.5 Productzoeker
DN 50 H
DN 40 H
DN 25 H & DN 32 H
DN 20 H & DN 25 S
DN 15 H DN 20 S
DN 15 S & DN 20 L
DN 15 L
DN 15 UL
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144.0 216.0 288.0 360.0 720.0 1080.0 1440.0 1800.0 2160.0 2880.0 3600.0 7200.0 10800.0 14400.0 l/h
DN 300
DN 250
DN 200
DN 150
DN 125
DN 100
DN 80
DN 65
Flow rate
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 200 300 l/s
3.6 7.2 10.8 14.4 18.0 21.6 28.8 36.0 72.0 108 144 180 216 288 360 720 1,080 m3/h
3.1.6 Specificaties
DN 40 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 32 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 25
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 0,1
3.0 0,2 7.0 9.9 0,3
4.0 5.0 6.0 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.6
DN 50
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 1.6 2.0 3.0 4.0 4.3
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
Kv-value
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
Kv-value
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30
DN 50 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 40 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 32 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 25
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30
Kv-value
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30
Kv-value
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
Kv-value
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
3 4 5 6 7 8 9 10
DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 40 3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 10 3 4 5 6 7 8 9 10
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
Kv-value
7 8 9 10 MMA STV
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 40 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
1 2 3 4 5 6 7
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9
1 2 3 4 5 6 7
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1 2 3 4 5 6 7
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 10 1 2 3 4 5 6 7
0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
Kv-value
4 5 6 7 Oventrop Hydrocontrol R
3.2.1 Inleiding
1
1 Inbussleutel voor
4 voorinstelling
2 Inregelspindel
4 3 Kogelkraan voor afsluiting
van de flow
4 Afsluithendel
2 6
5 Optionele aftapkraan
6 Meetpunten
3
5
Flowrichting over de
Ballorex Vario is niet van
belang voor de werking van
het ventiel.
66 | Ballorex Vario
Via de optionele aftapkraan van de Ballorex Vario kan tegelijkertijd een capillaire
buis op de Ballorex Delta, een drukverschilventiel, worden aangesloten. Door de
Ballorex Vario te combineren met een Ballorex Delta in de strang van een installatie
met eindunits, worden drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
tenietgedaan binnen de strang. De op de Ballorex Vario ingestelde ontwerpflow
zal nooit overschreden worden dankzij een constante drukverschilregeling.
Een installatie die een Ballorex Vario en Ballorex Delta combineert, kan snel en
kosteneffectief in bedrijf worden gesteld.
Ballorex | 67
3.2.2 Montagevoorschriften
Montagevoorschriften DN15-50
2 x DN 10 x DN 2 x DN
X
DN 10-25: 3 mm
X DN 32-50: 5 mm
DN 10-25: 3 mm
DN 32-50: 5 mm
70 | Ballorex Vario
2 x DN
6. De Ballorex Vario kan worden
DN 10-25: 3 mm
2 DN 32-50: 5 mm
10 x DN
2 x DN
geïnstalleerd ongeacht de5 hoek
x DN
van de
X leiding.
N
D
x
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm
N
D
10 x DN
x
5 x DN 2 x DN 2 x DN
10
2 x DN
X
7. De Ballorex Vario mag niet worden D
D
geïnstalleerd als er hennep in de leiding
loshangt.
5 2x DN
N
D
5 mm
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm
x
m
0: 3
m
-5 5:
32 0-2
1
N
D
N
N
2 x DN 10 x DN 2 x DN
D
D
5 x DN DN 10-25: 3 mm
x
5
DN 32-50: 5 mm
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm
DN 32-50: 5 mm
X
0:
m
75
inregelcomputer gekozen en de
=
X
5:
-2
3.2.3 Toepassingen
Toepassing 1 - Vloerverwarmingssysteem
In een vloerverwarmingssysteem zorgt de Ballorex Vario voor de benodigde
flowverdeling naar alle verdelers. Actuators die met de kamerthermostaat of het
GBS verbonden zijn, controleren de flow in elke lus door de tweewegventielen
al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten. De flow- en
temperatuurcontrole zorgt voor het benodigde thermische binnencomfort.
72 | Ballorex Vario
Ballorex | 75
Toepassing 5 - Éénpijpverwarmingsinstallatie
Een Ballorex Vario in een Éénpijpverwarmingsinstallatie zorgt voor de gewenste
flowverdeling over alle strangen en segmenten.
78 | Ballorex Vario
3.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden
3 2 1
Strang in een installatie met fancoils, ingeregeld door Ballorex Vario ventielen.
5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10 9,0
9,9
0,01 1 Flow
0,0054 0,7 0,1 0,148 l/s
19,4 252 360 533 l/h
Aanbevolen instelling
Voor elke kring wordt de kleinste Ballorex Vario gekozen die aan de vereisten
beantwoordt. In dit geval zal een DN15-ventiel met instelling 8,5 de benodigde flow
van 0,07 l/s en het benodigde drukverlies van 3,0 kPa tot stand brengen. Deze
ventielmaat zorgt voor een goede regeling aangezien elke verandering van instelling
tot een groter drukverlies leidt dan bijvoorbeeld in het geval van een DN20-ventiel.
Het is bijgevolg gemakkelijker om een DN15-ventiel op de gewenste flow af te
stellen dan een DN20-ventiel (zie grafiek op de volgende pagina).
Het instelbereik voor de Ballorex Vario DN15 voor een flow van 0,7 l/s is
9,9 - 1,4 = 8,5
Het instelbereik voor de Ballorex Vario DN20 voor een flow van 0,7 l/s is
6,8 - 1,0 = 5,8
De voorkeur gaat uit naar het DN15-ventiel omdat dit ventiel door de hogere
instelresolutie gemakkelijker op de benodigde flow kan worden ingesteld dan het
DN20-ventiel.
80 | Ballorex Vario
5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10 Ballorex Vario nr. 3
9,0
Ballorex Vario nr. 2
0,07 7 9,9
0,01 1 Flow
0,0153 0,7 0,1 0,2 0,25 0,325 l/s
55 252 360 720 900 1170 l/h
Aanbevolen instelling Niet-aanbevolen instelling
5,0
6,0
9,9
0,01 1 Flow
0,0232 0,05 0,1 0,2 0,3 0,4 0,52 0,603 l/s
83,5 180 360 720 1080 1440 1872 2171 l/h
Aanbevolen instelling
Voor een flow van 0,20 l/s en 0,25 l/s wordt de Ballorex Vario DN20 gekozen en
voor een flow van 0,52 l/s wordt de Ballorex Vario DN25 gekozen.
3.2.5 Productzoeker
DN 50
DN 40
DN 32
DN 25
DN 20
DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 l/h
3.2.6 Specificatie
Specificaties
Max. temperatuur 120°C
Min. temperatuur -20°C
Max. druk 25 bar
Max. druk met drukeinden 16 bar
Markering op ventiel (Hendel) DN, Maat inbussleutel
(Ventielhuis) DN, PN
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N CuZn36Pb2As
Kogel en naald Ontzinkingsbestendig messing CW602N (verchroomd)
Ventielhendel Polyamide (PA6.6 30%GF)
Dichtingen O-ringen EPDM
Pakkingen PTFE
Dichting testpunt EPDM
Ballorex | 83
4 Dynamische strangregelventielen
4.1 Ballorex Dynamic
4.1.1 Inleiding
1 Actuator
8 1 2 Radiaal bewegende voorinstelunit en
axiaal bewegend tweewegventiel
2 3 Inlaatopening gecontroleerd door
unit 2
7 3
4 Venturi-opening voor flowcontrole
4
5 5 Drukverschilregelaar
6 6 Ventielhuis
7 Uitlaatopening, gecontroleerd door
regelaar 5
8 Meetpunten voor flowcontrole
Als de voorinstelunit radiaal beweegt en de functie van het tweewegventiel tot stand
wordt gebracht door de axiale beweging van diezelfde unit, dan heeft de actuator
een volledige slag, ongeacht de voorinstelling.
De ingebouwde regelaar handhaaft een constant drukverschil over de voorinstelunit
en het tweewegventiel. Op die manier wordt de benodigde flow constant
gehouden, ongeacht de drukschommelingen in het systeem. Hierdoor is er in alle
situaties 100% regelautoriteit.
Wanneer de actuator de positie van het tweewegventiel verandert in reactie op een
signaal van het GBS of een kamerthermostaat, wordt er een nieuwe inlaatopening
voorzien en een nieuwe flow bereikt. Dankzij de werking van de drukverschilregelaar
wordt ook in dit geval de flow constant gehouden.
De flow wordt ingesteld door het voorinstelapparaat van 0° tot 90° te draaien. Elke
markering op de schaal geeft een stap van 10% weer. Wanneer de benodigde flow
is ingesteld en het begindrukverschil is voorzien, wordt de flow door het Ballorex
Dynamic ventiel constant gehouden.
Een uniek kenmerk van het Ballorex Dynamic ventiel is de ingebouwde Venturi
nozzle, waardoor de flow direct kan worden gemeten. Hierdoor krijg je een
precieze flowinstelling van het ventiel en kan de effectieve flow op elk ogenblik
worden gecontroleerd voor een correcte documentatie. Daarbovenop verloopt de
foutopsporing beduidend vlotter en bespaart zo tijd.
Q m³/h
Meetopening
Wanneer enkel het drukverschil wordt gemeten, bestaat de kans dat afzetting
in het systeemwater geblokkeerd raakt in het ventiel, wat een verkeerde
drukverschilwaarde veroorzaakt. In dat geval geeft de flowmeter aan dat het
benodigde drukverschil voor een dynamische flowcontrole bereikt is, maar in
werkelijkheid wordt de flow niet verzekerd omdat het ventiel verstopt is. Aangezien
het Ballorex Dynamic ventiel over een directe uitlezing van de effectieve flow
beschikt, wordt tijdens de inbedrijfstelling aangegeven of de cartridge door afzetting
wordt geblokkeerd. In dit geval moet de cartridge verwijderd, gereinigd en opnieuw
ingebracht worden, waarna de flowcontrole wordt herhaald. Dit heeft geen enkele
invloed op de overige ventielen omdat de Ballorex Dynamic drukonafhankelijk is.
Er is geen
meetopening in de
strangen nodig bij
gebruik van Ballorex
Dynamic ventielen.
Bij gebruik van het Ballorex Dynamic ventiel hoeven er geen meetopeningen
voorzien te worden omdat de flow direct over het ventiel kan worden gecontroleerd.
De begindruk van het referentieventiel draagt bij tot het totale drukverlies van het
systeem en heeft daarom een invloed op de dimensionering van de pomp. De
90 | Ballorex Dynamic
De regelaar die
Qsized voor een constant
drukverschil over de
voorinstelunit en het
twee wegventiel zorgt,
heeft een drukverlies
kPa
van minimaal 30 kPa
0 30.0 400 en maximaal 400 kPa
over het volledige ventiel
nodig om goed te kunnen werken. Binnen dit drukverliesbereik zal het ventiel een
constante flow verzorgen (Qsized).
m3/h
Het minimale
QA drukverschil van de
Qsized Ballorex Dynamic in
QB vergelijking met de
nauwkeurigheid van de
Q1
flowcontrole.
kPa
0 Pmin1 PminA Pmax
Ballorex | 91
Veel voorkomend bij drukonafhankelijke regelventielen is dat een afname van het
drukverschil de nauwkeurigheid van het ventiel beïnvloedt. Daarom is voor de
Ballorex Dynamic zorgvuldig gekozen voor een begindrukverschil van 30 kPa. Door
deze waarde van PminA tot Pmin1 te verlagen, is niet alleen een lagere opvoerhoogte
van de pomp vereist, maar neemt de nauwkeurigheid van de flowcontrole ook
dienovereenkomstig af: Qa-Qb < Qa-Q1. Een grote nauwkeurigheid van de
flowcontrole leidt daarom tot een betere energie-efficiëntie van het systeem dan een
drukonafhankelijk regelventiel met een laag begindrukverschil.
kPa
0 Pmin1 PminA Pmax
92 | Ballorex Dynamic
0,036
0,034
± 5,78%
0,032
0,03
0,028
0,026
0,024
0,022
0,02
0,018
0,016
0,014
0,012
± W7,46% 0,01
0,008
0,006
0,004
0,002
0
0 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180 195 210 225 240 255 270 285 300 315 330 345 360 375 390
h P
[m] [W]
12 240
10 200
8 160
9m
6 120
90
4 80 1m
2 40
0 0
0 2 4 6 8 10 Q [m3/h] 0 2 4 6 8 10 Q [m3/h]
Pompeigenschap Benodigd pompvermogen
Het Ballorex Dynamic ventiel werkt bij een begindrukverschil van 30 kPa.
Het pompvermogen is gelijk aan 90 W.
0,036
0,034
± 5,78%
0,032
0,03
± 11%
0,028
0,026
0,024
0,022
0,02
0,018
0,016
0,014
0,012
± 7,46% 0,01
0,008
0,006
0,004
0,002
0
0 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180 195 210 225 240 255 270 285 300 315 330 345 360 375 390
h P
[m] [W]
12 240
10 200
8 160
m
9
6 120
m
4 80 75 1
65
2 40
0 0
4.2 4.2
0 2 4 6 8 10 Q [m3/h] 0 2 4 6 8 10 Q [m3/h]
100
90
% van ingestelde flow
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Spanning (V)
Een Ballorex Dynamic DN50H is ingesteld op een flow van 10.000 l/h. Om de
flow bij een actuatorspositie van 5 V te bepalen, toont de grafiek dat 45% van de
vooringestelde flow door het ventiel stroomt: 10.000 l/h x 45% = 4500 l/h. Het
DN50H-ventiel met de actuator bevindt zich oorspronkelijk in een gesloten positie
bij 0 V. Hoe hoger de spanning is, des te meer staat het ventiel open. Het gaat om
een lineaire eigenschap.
96 | Ballorex Dynamic
Nadat het systeem gespoeld is, worden alle filters en zeven gereinigd, wordt de
voorinsteldop verwijderd en wordt de cartridge opnieuw in het ventielhuis geplaatst
en zorgvuldig vastgezet.
Met de afsluitdop wordt de flow over het ventiel afgesloten op voorwaarde dat het
drukverschil over het gesloten ventiel nooit meer dan 400 kPa bedraagt.
10
6
p = const
4
0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Q [m³/h]
QDESIGN
Voor pompen met variabele snelheid in een systeem met Ballorex Dynamic ventielen
die onder constante druk werken geldt het volgende: wanneer de flow onder de
ontwerpwaarde zakt, blijft het drukverschil op hetzelfde niveau zodat voor de
benodigde condities is gezorgd waarin Ballorex Dynamic ventielen met 100%
regelautoriteit kunnen werken.
Er wordt aangeraden om een pomp met variabele snelheid altijd bij een constant
drukverschil te laten werken. Hierdoor wordt de flow altijd overeenkomstig de
huidige belastingsbehoefte afgesteld en zorgt het constante drukniveau voor de
benodigde conditie zodat de drukverschilregelaar in de Ballorex Dynamic ventielen
correct kan werken.
Ballorex | 99
4.1.2 Montagevoorschriften
Montagevoorschriften DN15-50
1. Het pijltje op het Ballorex Dynamic huis
geeft de na te leven flowrichting weer.
37 mm
0 x DN 0 x DN 37 mm
0 x DN 0 x DN 37 mm
0 x DN 0 x DN
3. Rechte leidingen zijn niet nodig. De
0 x DN 0 x DN
Ballorex Dynamic kan rechtstreeks
gemonteerd worden op bochten, flexibele
0 x DN 0 x DN
leidingen, enz.
10 mm
37 mm
DN15-32
Wanneer de Ballorex Dynamic in maat
DN15-32 als regelventiel wordt gebruikt,
moet er een actuator worden geïnstalleerd.
Plaats op het ventielhuis een aansluitring
waarop de Ballorex actuator wordt
vastgeklikt.
DN15-32
Zowel de Ballorex Dynamic DN15-
32-ventielen als de Ballorex actuator
kunnen in elke benodigde positie worden
geïnstalleerd.
DN40-50
Wanneer de Ballorex Dynamic DN40-50
als regelventiel wordt gebruikt, moet er een
actuator worden geïnstalleerd. Schuif de
meegeleverde adapter op de aandrijfspindel,
waarna de Ballorex actuator op de Ballorex
Dynamic wordt vastgeschroefd.
DN40-50
Zowel de Ballorex Dynamic DN40-50-
ventielen als de Ballorex actuator kunnen in
elke mogelijk positie worden geïnstalleerd,
behalve de Ballorex actuator die zich onder
het Ballorex Dynamic ventiel bevindt.
102 | Ballorex Dynamic
DN15-32
Om het systeemflow af te sluiten, plaats een
Ballorex afsluitdop op de Ballorex Dynamic
DN15-32-ventielen.
DN15-32
De Ballorex afsluitdop mag enkel handmatig
worden vastgedraaid. Gereedschap is
hiervoor niet toegestaan.
DN15-32
Nadat de Ballorex afsluitdop is
vastgedraaid, wordt de flow over het
Ballorex Dynamic ventiel geblokkeerd.
DN15-32
Het maximale drukverschil over het Ballorex
Dynamic ventiel mag niet meer dan 400 kPa
bedragen.
Ballorex | 103
4.1.3 Toepassingen
Toepassing 3 - cv-installatie
De Ballorex Dynamic kan geïnstalleerd worden in een strang van een cv-installatie
met radiatoren of andere eindunits. De Ballorex Dynamic zorgt er op deze
manier voor dat drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
de gecontroleerde strang niet beïnvloeden door de flow constant te houden.
De actuator die het tweewegventiel van de Ballorex Dynamic controleert, is
verbonden met een thermostaat of GBS. Door het tweewegventiel al naargelang
de kamertemperatuur te openen of te sluiten, zorgt de Ballorex Dynamic voor het
benodigde thermische binnencomfort.
Kamer 1
Kamer 2
106 | Ballorex Dynamic
Toepassing 4 - Eenpijpverwarmingsinstallatie
De Ballorex Dynamic wordt in een eenpijpverwarmingsinstallatie zonder actuator
geïnstalleerd. De Ballorex Dynamic werkt in dit geval als een automatische
flowregelaar die voor de benodigde waterdistributie in alle strangen en stijgleidingen
zorgt.
Ballorex | 107
A 1 2 3
P3
B 4 5 6
P1
C 7 8 9
P5 P4
Koelinstallatie met fancoils ingeregeld door een Ballorex Dynamic ventiel op elke
eindunit.
Voor het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1 bevindt de benodigde flow zich binnen het
flowbereik van een Ballorex Dynamic DN15L-ventiel. Om de juiste instelling voor
het DN15L-ventiel te vinden, moet er een verticale lijn worden getrokken vanaf de
as ‘flow’ (0,014 l/s) naar de zwarte curve. Vervolgens moet er een horizontale lijn
worden getrokken vanaf het snijpunt van de verticale lijn met de curve naar de as
‘instelling’. De afgelezen ventielinstelling bedraagt 21% om een flow van 0,014 l/s te
behalen in het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1.
% Ventielinstelling
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0 Flow
l/s
0,005 0,01 0,015 0,02 0,025 0,03
0,033
18 36 54 72 90 108
119 l/h
Flowdiagram voor Ballorex Dynamic DN15L met een benodigde instelling van 21%
bij 0,014 l/s.
Ballorex | 109
Tijdens de inbedrijfstelling van het systeem kan de flow worden afgesteld met
behulp van het instelapparaat of meer in het bijzonder met een Ballorex flowmeter.
Bij gebruik van een andere flowmeter moet de Kvm-waarde in de flowmeter worden
ingevoerd om zo tot de juiste flowweergave te komen. Het drukverlies over de
meetopeningen van het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1 moet bij een flow van 0,014
l/s 5,0 kPa bedragen.
kPa Meetsignaal
30,0
25,0
20,0
15,0
10,0
5,0
0,0 Flow
l/s
0,005 0,01 0,015 0,02 0,025 0,03
0,033
18 36 54 72 90 108
119 l/h
Grafiek met meetsignalen voor Ballorex Dynamic DN15L. Het drukverlies gemeten
over de meetpunten van Ballorex Dynamic DN15L bij een flow van 0,014 l/s
bedraagt 5,0 kPa.
110 | Ballorex Dynamic
4.1.5 Productzoeker
DN 50 H
DN 40 S
DN 32 H
DN 25 H
DN 25 S
DN 20 H
DN 20 S
DN 15 H
DN 15 S
DN 15 L
Flow
0,02 72
0,03 108
0,04 144
0,05 180
0,06 216
0,07 252
0,08 288
0,09 324
0,1 360
0,2 720
0,3 1080
0,4 1440
0,5 1800
0,6 2160
0,7 2520
0,8 2880
0,9 3240
1,0 3600
2,0 7200
3,0 10.800
0,01 4,0 l/s
36 14.400 l/h
l/s l/h
4.1.6 Specificaties
Specificaties
Thermo-elektrische ON/OFF- en
modulerende actuator DN15-25 1/2 - 1”
Ballorex | 113
1 Functiedisplay
1 2 Actuator huis
Ballorex 3 Waselement
3
Voordat de actuator onder stroom wordt gezet, bevindt ze zich in een open positie
voor de ‘first-open’-functie. Hierdoor kan de verwarmings- of koelinstallatie al
tijdens de bouwfase worden bediend voordat de elektriciteitswerken voltooid
zijn. Wanneer vervolgens het elektrische systeem wordt opgestart, wordt de
‘first-open’-functie ontgrendeld door de actuator gedurende meer dan 6 minuten
onder bedrijfsspanning te zetten. Hierna is de actuator volledig operationeel. De
‘first-open’-functie van de actuator is niet geschikt om de installatie te vullen of te
spoelen. Er wordt aanbevolen om de cartridge uit het ventielhuis te verwijderen
alvorens de installatie te spoelen. Om de installatie te vullen moet de actuator
worden verwijderd.
7 mm
Ballorex
(installatiehoogte)
50,3 mm
52,2 mm
44,3 mm 48,4 mm
Ballorex | 115
Dynamic ventiel te moduleren vanaf elke 3-puntsregelaar of elk apparaat van 24V
(AC). De AVUM is een modulerende lineaire actuator op netspanning van 230V (AC)
die wordt gecontroleerd door elke regelaar of elk apparaat met een 3-puntsuitgang.
1 Huis
2 Klauwkoppeling
1
3 Borgende stelschroeven
2 4 Adapter wordt in de klauw (2)
geschoven (DN40-50)/ Adaptor
wordt op het ventiel geschroefd
3
(DN15-32)
4
Ballorex | 117
Bedrading van actuator naar regelaar Max. lengte niet- Max. weerstand
afgeschermde kabel per geleider
van 1,5 mm
AVUE signaal van 0-10V DC 100 m 50Ω
AVUM - 230V AV 100 m 10Ω
4.2.3 Specificaties
Specificaties
Slag (mm)
Verhoogde lift
Aansluitgrens
Voltage range
De Ballorex Dynamic actuator blijft normaal gezien gesloten. Het ventiel gaat
eenmaal met 0,5 mm open en sluit dan weer nadat de bedrijfsspanning van 24V AC
is toegepast. Dit gebeurt als ‘first-open’-functie om de actuator te ontgrendelen en
het sluitpunt van het ventiel te vinden. Hierdoor sluit ze perfect aan op het ventiel.
Ballorex
Blauw
Rood
Zwart
Specificaties
Slag (mm)
max.
230V AC / 24V DC
Ballorex
Blauw Bruin
Aansluiting
van de actuator.
Timer
Bruin/Rood
Elektromechanische On/Off-actuator van 24V van Ballorex Dynamic
Blauw
Reg
Blauw
Bruin/Rood
Spanning
Zwart
Regelaar
Regelaar Blauw Regela
Blauw
Bruin/Rood
Bruin/Rood
Zwart
Zwart
R
Zwart
Bruin/Rood
Spanning
Blauw
R
Ballorex | 123
Regelaar
Zwart
Bruin/Rood
Blauw
Regelaar
Blauw
Regelaar
Blauw
Bruin/Rood
ZwartBruin/Rood
Zwart
Regelaar
Blauw Regelaar
Bruin/Rood
Regelaar Zwart
Zwart
Bruin/Rood
Blauw
Aansluiting van de 24V modulerende actuator.
124 | Ballorex Delta
5 Drukverschilregelaar
5.1 Ballorex Delta DN15-50
5.1.1 Inleiding
druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich binnen de door het Ballorex Delta ventiel
gecontroleerde kring. In dit geval moet het drukverlies over het Ballorex Vario ventiel
bij het drukverlies in de gecontroleerde kring worden geteld en moet het in
aanmerking worden genomen bij de instelling van de Ballorex Delta. Wanneer de
capillaire buis is aangesloten op de aftapkraan op de p/T-poort met de laagst
gemeten druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich buiten de door het Ballorex
Delta ventiel gecontroleerde kring.
Radiatorverwarming met thermostatische radiatorkranen die
voorinstelbaar zijn.
Wanneer het Ballorex Delta ventiel samen met een Ballorex Venturi of Ballorex Vario
wordt geïnstalleerd, kunnen de ventielen worden gebruikt om een constante druk
én een maximale flow te regelen. Op die manier beschikt elke zone of eindunit over
de benodigde drukval en wordt de ontwerpflow nooit overschreden. Deze oplossing
wordt veel gebruikt in radiatorverwarmingen met thermostatische radiatorkranen die
niet voorinstelbaar zijn.
Ballorex | 129
Aangezien de Ballorex Delta bij alle belastingen het benodigde drukverschil voor een
kring verzekert, kan een project in stadia worden opgeleverd dankzij de inregeling in
zones. Hierdoor neemt het opnieuw in bedrijf stellen minder tijd en geld in beslag. In
de praktijk betekent dit dat delen van een gebouw geleidelijk aan in gebruik kunnen
worden genomen zodra ze klaar zijn. Dit zorgt voor een kosteneffectieve oplevering
van het volledige project. Gedeeltelijke stillegging is ook mogelijk zonder invloed
op andere delen van het systeem. De Ballorex Delta voorkomt een overflow en
bijgevolg onnodig energieverbruik en veroorzaakt amper geluidshinder. Het resultaat
is een perfect gecontroleerd systeem.
130 | Ballorex Delta
Bij installatie van de Ballorex Delta in een systeem moeten de volgende richtlijnen
worden opgevolgd:
8. S
tel het drukverschil in met een inbus-
Max.
20 × 360° sleutel door het aantal volledige slagen
te tellen. Er moet met de klok mee wor-
den gedraaid vanaf de eerste (vooringe-
stelde) positie van:
• 5,0 kPa voor Ballorex Delta 5-25 kPa
• 20 kPa voor Ballorex Delta 20-40 kPa
• 35 kPa voor Ballorex Delta 35-75 kPa
• 60 kPa voor Ballorex Delta 60-100 kPa
De instellingstabellen in hoofdstuk 6.5 geven aan hoe vaak de inbussleutel (4 mm)
moet worden gedraaid om de gewenste Ballorex Delta instelling te verkrijgen.
NB: Er mag vanaf de eerste positie niet vaker worden gedraaid dan in de tabellen
wordt vermeld.
5.1.3 Toepassingen
136 | Ballorex Delta
Ballorex | 137
Toepassing 7 - Vloerverwarmingssysteem
In een systeem met meerdere vloerverwarmingsverdelers wordt het drukverschil
met behulp van een Ballorex Delta op elke strang gestabiliseerd. De flowafstelling in
de ene verdeler heeft geen invloed op de flow in de overige verdelers. Een Ballorex
Venturi of Ballorex Vario zorgt voor de ontwerpflow in elke verdeler. Bijgevolg is
inbedrijfstelling van het systeem eenvoudig, tijd- en kostenbesparend en wordt de
ontwerpflow nooit overschreden.
Ballorex | 143
5.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden
∆pBV
∆pa
∆pC
Het drukverlies over het Ballorex Delta ventiel wordt vermeld in de grafieken op het
productinformatieblad dat beschikbaar is op www.vsh.nl.
Ballorex | 145
0,35 35
0,30 30
0,25 25
0,20 20
0,15 15
0,13 13
0,10 10
0,05 5
0,00 0
Flow
0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50 0,55 0,60 0,65 0,70 0,75 l/s
0 180 360 540 720 900 1080 1260 1440 1620 1800 1980 2160 2340 2520 2700 l/h
Drie ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 0,4 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN20 Δpdelta = 33 kPa
• Ballorex Delta DN25 Δpdelta = 13 kPa
• Ballorex Delta DN32 Δpdelta = 5 kPa
Het geschikte Ballorex Venturi partnerventiel wordt gekozen uit het flowdiagram
in hoofdstuk 3.1. Er wordt aanbevolen om de ventielen bij de benodigde flow in
volledig open positie te gebruiken om de opvoerhoogte van de pomp te beperken
en energie te besparen:
De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN20 Min. Δpa = 6,5 kPa + 20 kPa + 33 kPa = 59,5 kPa
• DN25 Min. Δpa = 3,5 kPa + 20 kPa + 13 kPa = 36,5 kPa
• DN32 Min. Δpa = 1,2 kPa + 20 kPa + 5 kPa = 26,2 kPa
Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
(Δpc + Δpbv) [kPa] bij een flow van 0,4 l/s binnen de kring constant houdt, moeten
de productinformatiebladen worden geraadpleegd.
Ballorex | 147
20 89 1790
22 94 1880
24 98 1960
26 102 2040
28 106 2120
30 110 2190
Bij een instelling van 24 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 98-1960 l/h en ligt
de ontwerpflow van 1440 l/h binnen het bereik.
∆pBV
0,35 35
0,30 30
0,25 25
0,20 20
0,15 15
0,10 10
0,05 5
0,00 0
Flow
0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 l/s
0 180 360 540 720 900 1080 1260 1440 1620 l/h
Drie ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 0,15 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN15 Δpdelta = 11,5 kPa
• Ballorex Delta DN20 Δpdelta = 4,5 kPa
• Ballorex Delta DN25 Δpdelta = 2,0 kPa
Het geschikte Ballorex Vario partnerventiel wordt gekozen op basis van het
flowdiagram in hoofdstuk 3.2.4. Het is aanbevolen om de ventielen bij de benodigde
flow in volledig open positie te gebruiken om de opvoerhoogte van de pomp te
beperken en energie te besparen:
• Ballorex Vario DN15 Δpbv = 10,0 kPa
• Ballorex Vario DN20 Δpbv = 1,5 kPa
• Ballorex Vario DN25 Δpbv = 1,0 kPa
150 | Ballorex Delta
5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10
9,0
0,07 7 9,9
0,03 3
0,01 1
Flow
0,0153 0,7 0,1 0,2 0,25 0,325 l/s
55 252 360 720 900 1170 l/h
De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN15 Min. Δpa = 10,0 kPa + 15,0 kPa + 11,5 kPa = 36,5 kPa
• DN20 Min. Δpa = 1,5 kPa + 15,0 kPa + 4,5 kPa = 21,0 kPa
• DN25 Min. Δpa = 0,5 kPa + 15,0 kPa + 2,0 kPa = 17,5 kPa
De correcte Δp-instelling op het Ballorex Delta ventiel bedraagt: Δpc = 15,0 kPa
Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
Δpc [kPa] bij een flow van 0,15 l/s binnen de kring constant houdt, moeten de
productinformatiebladen worden geraadpleegd.
Ballorex | 151
12 43 866
13 45 901
14 47 935
15 48 968
16 50 1000
Bij een instelling van 15 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 48-968 l/h en ligt
de ontwerpflow van 540 l/h binnen het bereik.
152 | Ballorex Delta
5.1.5 Productzoeker
DN 50
DN 40
DN 32
DN 25
DN 20
DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 18000 21600 l/h
DN 50
DN 40
DN 32
DN 25
DN 20
DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 l/h
DN 50 H
DN 40 H
DN 25 H & DN 32 H
DN 20 H & DN 25 S
DN 15 H DN 20 S
DN 15 S & DN 20 L
DN 15 L
DN 15 UL
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144.0 216.0 288.0 360.0 720.0 1080.0 1440.0 1800.0 2160.0 2880.0 3600.0 7200.0 10800.0 14400.0 l/h
5.1.6 Specificaties
Specificaties DN15-32
Specificaties DN15-32
5.2.1 Inleiding
6 2 14 10
12 15
11 16
13 9
2 7 10 17
5 3 9 8
2 3
1 7
De Ballorex Delta zorgt voor een constant drukverschil over een gemotoriseerd
ventiel op een eindunit.
162 | Ballorex Delta
Systeem met eindunits gecontroleerd door een Ballorex Delta en ingeregeld door
een Ballorex Venturi.
Ballorex | 163
Bij installatie van de Ballorex Delta in een systeem moeten de volgende richtlijnen
worden opgevolgd:
0xDN 0xDN
5 x DN 0 x DN
5.2.3 Toepassingen
5.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden
Een Ballorex Delta en een Ballorex Venturi partnerventiel zijn gedimensioneerd
overeenkomstig de volgende condities:
Δpa
beschikbaar drukverschil in
het systeem
1,20 120
1,10 110
1,00 100
0,90 90
0,80 80
0,70 70
0,60 60
0,50 50
0,40 40
0,30 30
0,20 20
0,10 10
0,0 0 Flow
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 l/s
0 3600 7200 10.800 14.400 18.000 21.600 25.200 28.800 32.400 36.000 39.600 43.200 46.800 50.400 54.000 57.600 61.200 64.800 68.400 l/h
Twee ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 5,0 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN65 Δpdelta = 10 kPa
• Ballorex Delta DN80 Δpdelta = 5 kPa
0,5 50 5,0
0,4 40
0,3 30
6,0
0,2 20
7,0
0,1 10 8,0 9,0
10,0
0,05 5
0,04 4
0,03 3 Flow
1,8 2 3 4 5 6 7 l/s
6,48 7,2 10,8 14,4 18,0 21,6 25,2 m³/h
De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN65 Min. Δpa = 5,3 kPa + 40 kPa + 10 kPa = 55,3 kPa
• DN80 Min. Δpa = 4,0 kPa + 40 kPa + 5 kPa = 49,0 kPa
Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
(Δpc + Δpbv) [kPa] bij een flow van Q [l/s] binnen de kring constant houdt, moeten
de productinformatiebladen worden geraadpleegd.
Bij een instelling van 46 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 1570 l/h tot
39.340 l/h en ligt de ontwerpflow van 18.000 l/h binnen het bereik.
172 | Ballorex Delta
20-80 kPa
38 1430 35.750
40 1470 36.680
42 1500 37.590
44 1540 38.470
46 1570 39.340
5.2.5 Productzoeker
DN 80
DN 65
Flow rate
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 1 2 3 4 6 8 10 20 30 40 60 l/s
360 720 1080 1440 2160 2880 3600 7200 10800 14400 21600 2880036000 72000 108000 144000 216000 l/h
DN 80
DN 65
Flow rate
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 1 2 3 4 6 7 8 10 20 30 40 60 l/s
360 720 1080 1440 2160 2880 3600 7200 10800 14400 21600 28800 36000 72000 108000 144000 216000 l/h
5.2.6 Specificaties
Max. temperatuur 120°C (150°C enkel als de 120°C (150°C enkel als de
actuator onder het ventiel is actuator onder het ventiel is
geïnstalleerd) geïnstalleerd)
Min. temperatuur -20°C -20°C
Max. drukverschil 1600 kPa 1600 kPa
Max. druk 16 bar 16 bar
drukverschil 20-80 kPa, 70-130 kPa 20-80 kPa, 60-150 kPa
Lekbereik inder dan 0,05% van de
M inder dan 0,05% van de
M
volledige flow (overeenkomstig volledige flow (overeenkomstig
VDI/VDE 2174) VDI/VDE 2174)
Markering op ventiel N, PN, flowpijl, Kvs,
D N, PN, flowpijl, Kvs,
D
instelbereik van drukverschil, instelbereik van drukverschil,
materiaal materiaal
Aansluiting Flens EN 1092-2 PN16 Flens EN 1092-2 PN16
Ventielhuis Gietijzer EN-GJS-400-15 Gietijzer EN-GJS-400-15
Zitting, kop en spindel Roestvrij staal Roestvrij staal
Veer Roestvrij staal Roestvrij staal
Moeren en bouten 24 CrMo 5/A4 24 CrMo 5/A4
Dichting en membraan EPDM EPDM
174 | Ballorex flowmeter
6 Ballorex flowmeter
6.1 Inleiding
De Ballorex Balancing Computer BC2 wordt als volledige set geleverd, bestaande
uit een koffer, inregelcomputer met draagriem, USB-kabel, lader, een paar slangen
met snelkoppelingen, meetnaalden, een dop van 3/4” met meetpunt en een cd met
software.
De Ballorex Balancing Computer BC2 wordt geleverd met een bibliotheek van
voorgeprogrammeerde kenmerken en afbeeldingen van Ballorex inregelventielen
voor een snelle en gemakkelijke identificatie.
6.2 Opbouw
1 1 - ON/OFF
2 - Omhoog scrollen
7
2 3 - Menu
3
4 - OK-functie ter bevestiging
8
5 - Preset
4 6 - Omlaag scrollen
9
7 - Functie nulstelling
5
8 - Annuleren
6 9 - Ventiel
Het scherm bevat alle gegevens die tijdens een inbedrijfstelling nodig zijn.
6.3 Werking
6.4 Specificaties
Afmetingen Specificaties
D2
D1
H1
slw1 slw2
l0
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1"
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1"
86 44 64 16 122 109 50 50 Rp1¼" Rp1¼"
91 49 70 19 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½"
99 57 73 23 122 119 70 70 Rp2" Rp2"
184 | Ballorex productassortiment
D1 D2
slw2 H1
slw1
a l0
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1" 101
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1" 101
86 44 64 16 122 109 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 109
91 49 70 19 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 114
99 57 73 23 122 119 70 70 Rp2" Rp2" 118
186 | Ballorex productassortiment
D1 D2
H1
slw1 slw0 slw0 slw2
l0
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
100 63 78 41 28 75 82 41 41 41 28
100 63 78 41 28 75 82 41 41 41 28
118 67 91 49 35 122 109 50 48 48 35
130 88 98 55 42 122 112 57 58 58 42
143 102 109 68 54 122 119 70 75 75 54
188 | Ballorex productassortiment
a H1
D1 H2 H3 D2
l1 l2
l1 l2 D1 D2 L0 H1 H2 H3 a
86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
102 65 115 115 75 83 85 85 14
102 65 115 115 75 83 85 85 14
118 77 140 140 122 109 100 100 18
129 86 150 150 122 113 110 110 18
136 95 165 165 122 120 125 125 18
190 | Ballorex productassortiment
B6609 Isolatieblok Venturi
Vb
Vh
Vl
a
Artikelnr. Afmeting Vl Vb Vh a
B6605 Press-adapters
H1
H2 l1 l2
D1
l1 l2 D1 l0 H1 H2 DN1 DN2 a
Op aanvraag DN15
Op aanvraag DN20
Op aanvraag DN25
Op aanvraag DN32
Op aanvraag DN40
Op aanvraag DN50
Kan ook worden gebruikt voor Ballorex Venturi zonder aftap
Artikelnr. Afmeting
B6608 Vlinderklep
b
slw1 slw2
H1
DN1 DN2
z1 z2
l1 l2
DN1 DN2
a
z1 z2
l1 l2
29 29 16 16 75 75 28 28 Rp1/2" Rp1/2" 52
32 32 17 17 75 77 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 53
38 38 21 21 75 122 41 41 Rp1" Rp1" 57
45 45 25 25 122 108 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 63
49 49 29 29 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 65
60 60 36 36 122 119 40 40 Rp2" Rp2" 71
29 29 16 16 75 75 28 28 Rp1/2" Rp1/2" 50 49
32 32 17 17 75 77 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 50 82
38 38 21 21 75 122 41 41 Rp1" Rp1" 51 84
45 45 25 25 122 108 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 51 90
49 49 29 29 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 50 94
60 60 36 36 122 119 70 70 Rp2" Rp2" 50 98
200 | Ballorex productassortiment
Vh
Vl
a
Vb
slw1 slw2
H1
DN1 DN2
z1 z2
l1 l2
slw1 slw2
H1
DN1 DN2
z1 z2
l1 l2
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
61 59 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
61 559 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
75 79 53 57 87 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 72
90 100 65 75 125 55 55 Rp1½" Rp1½" 85
91 104 61 74 127 68 68 Rp2" Rp2" 85
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
61 59 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
75 79 53 57 87 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 72
90 100 65 75 125 55 55 Rp1½" Rp1½" 85
91 104 61 74 127 68 68 Rp2" Rp2" 85
204 | Ballorex productassortiment
B6621 Cartridge
Artikelnr. Omschrijving Vb Vl H1 d1 a
Artikel Omschrijving Vb H1 d1 a b
a l0 b
H1
Vb
Artikel Omschrijving Vb L0 H1 a b
B6631 Afsluitdop
Artikelnr. Afmetingen d1
B6654 Isolatieblok
Artikelnr.
Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
7.4 Ballorex Delta Ballorex
208 | Ballorex productassortiment
Vb
slw1 slw2 H1
a
DN1 DN2
z1 z2
l1 l2
D1 H2 H3 D2
H1
Vb
l1 l2 D1 D2 H1 H2 H3 a b Vb
Op aanvraag R1/4” Combi Drain Maxi – aftap met meetpunt voor Ballorex
Venturi DN65-600. De capillaire buis van de Ballorex®
Delta kan worden aangesloten op de koppeling van 1/4”
die bij de Combi Drain Maxi wordt meegeleverd en op de
aftap wordt gemonteerd
B6610 Ballorex flowmeter
B6627 Set naalden
Artikel Omschrijving
Verbindingstechnologie
Onder verbindingstechnologie vindt u een serie u
itgekiende productlijnen van verschillende
verbindingstechnieken in metaal en kunststof waarmee u voor iedere aansluiting een oplossing heeft.
VSH SudoPress Leidingsysteem met V-profiel pressfittingen in koper, staalverzinkt en RVS, geschikt
voor verwarmings-, water-, gas- en solarsystemen.
VSH MultiPress Kunststof leidingsysteem met multiprofiel pressfittingen voor toepassingen in onder
meer s anitair-, verwarmings-, gas-en vloerverwarmingssystemen.
VSH PowerPress Leidingsysteem met DW-profiel pressfittingen speciaal voor dikwandige stalen leidingen
geschikt voor verwarmings-, koel-, perslucht en sprinklersystemen.
VSH Tectite Pushfittingen in koper, messing en RVS geschikt voor sanitair-, verwarmings- en
persluchtinstallaties.
Afsluitertechnologie
De productlijnen van onze verbindingstechnologie zijn uitstekend te combineren met de producten van
onze afsluitertechnologie, om daarmee tot één geïntegreerd systeem te komen met constante hoge
kwaliteit. Binnen deze technologie biedt VSH diverse productlijnen aan, waarmee u bij ons voor ieder
gewenst afsluitprobleem een passende oplossing vindt.
5001075-2018-1.1-NL