Ballorex Regulating Valves PDF

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 218

INTEGRATED PIPING SYSTEMS

Technisch handboek Ballorex


Disclaimer:
De technische informatie is vrijblijvend en geeft niet de gegarandeerde eigenschappen
van de producten weer. Deze zijn onderhevig aan veranderingen. Wij adviseren u onze
Algemene Voorwaarden te raadplegen. Extra informatie is op aanvraag beschikbaar. Het is
de verantwoordelijkheid van de ontwerper om producten te selecteren, die geschikt zijn voor
de beoogde toepassing en die voldoen aan de drukwaarden en ontwerpkarakteristieken. De
installatie-instructie moet altijd gelezen en opgevolgd worden. Het is nooit toegestaan een
systeemonderdeel of een defect component te verwijderen, aan te passen of te verbeteren,
zonder eerst de druk van het systeem af te halen en het leeg te laten lopen.
Ballorex | 3

Contents
1 Ballorex inregelventielen 7

2 Inregeltechnologie 11

2.1 Wat is inregelen 11


2.1.1 Hoe werken inregelventielen? 15
2.1.2 Inregelmethoden 23
2.1.3 Procedure van proportionele methode 24
2.1.4 Ballorex Dynamic inregelen 33
2.1.5 Foutopsporing 34

3 Statische strangregelventielen 35

3.1 Ballorex Venturi 35


3.1.1 Inleiding 35
3.1.2 Montagevoorschriften 42
3.1.3 Toepassingen 46
3.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden 52
3.1.5 Productzoeker 56
3.1.6 Specificaties 58
3.1.7 Conversietabellen voor ventielen 60
3.2 Ballorex Vario 63
3.2.1 Inleiding 63
3.2.2 Montagevoorschriften 69
3.2.3 Toepassingen 71
3.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden 78
3.2.5 Productzoeker 81
3.2.6 Specificatie 82
4 Dynamische strangregelventielen 83

4.1 Ballorex Dynamic 83


4.1.1 Inleiding 83
4.1.2 Montagevoorschriften 99
4.1.3 Toepassingen 103
4.1.4 Dimensionering van Ballorex Dynamic installatie 107
4.1.5 Productzoeker 111
4.1.6 Specificaties 112
4.2 Ballorex Dynamic actuators 112
4.2.1 Thermo-elektrische actuator 112
4.2.2 Elektromechanische actuator 115
4.2.3 Specificaties 118

5 Drukverschilregelaar 124

5.1 Ballorex Delta DN15-50 124


5.1.1 Inleiding 124
5.1.2 Installatie- en spoelprocedure 130
5.1.3 Toepassingen 135
5.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden 144
5.1.5 Productzoeker 152
5.1.6 Specificaties 153
5.2 Ballorex Delta DN65-80 156
5.2.1 Inleiding 156
5.2.2 Installatie- en spoelprocedure 163
5.2.3 Toepassingen 167
5.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden 169
5.2.5 Productzoeker 172
5.2.6 Specificaties 173
Ballorex | 5

6 Ballorex flowmeter 174

6.1 Inleiding 174


6.2 Opbouw 176
6.3 Werking 178

7 Assortiment 181

7.1 Ballorex Venturi 181


7.2 Ballorex Vario 197
7.3 Ballorex Dynamic 201
7.4 Ballorex Delta 207
7.5 Ballorex flowmeter 215
6 | Ballorex systeem

VSH Integrated Piping Systems bestaan uit verschillende productlijnen


in verbindings- en afsluitertechnologie. Samen vormen ze de ultieme
oplossing voor geïntegreerde leidingsystemen van de hoogste kwaliteit.
Deze systemen, geschikt voor gassen en vloeistoffen, worden toegepast
in de woningbouw, utiliteitsbouw, industrie, brandbeveiliging en
scheepsbouw.

VSH Integrated Piping Systems


De Integrated Piping Systems van VSH onderscheiden zich door de hoge en
constante kwaliteit met een eenvoudige en snelle wijze van installatie en onderhoud.
Alle leidingsystemen van VSH kunnen naadloos worden gecombineerd en daarmee
biedt VSH Integrated Piping Systems vanaf 6 mm tot 104” in groef-, press-, knel-
en pushsystemen geschikt voor dik- en dunwandig- of kunststofbuis.

De juiste technologie voor de juiste toepassing


Bij VSH vinden we dat voor iedere toepassing in een installatie de juiste technologie
beschikbaar moet zijn, zodat naast de beste verbinding, deze ook op de meest
efficiënte wijze wordt verwerkt. Onze afdeling Engineering Service adviseert en
begeleidt u bij complexe projecten. Eén systeem van één producent maakt immers
een eind aan compatibiliteitsproblemen met verschillende fabrikanten.

VSH Fittings B.V.


VSH bestaat ruim 85 jaar en beschikt over gedegen ervaring. Zij behoort tot het
­internationale, technologische concern Aalberts Industries en maakt onderdeel uit
van de divisie Building Installations. Dat geeft ons een financieel gezonde, solide
basis waarop klanten kunnen vertrouwen en bouwen. Het biedt bovendien de
mogelijkheid om op basis van een langetermijnvisie continue te innoveren en zo de
beste geïntegreerde leidingsystemen beschikbaar te hebben, nu én in de toekomst.
Ballorex | 7

1 Ballorex inregelventielen
Inregelen van verwarmings- en koelinstallaties
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40% van het totale energieverbruik, 60% van
die energie wordt voor verwarming en koeling gebruikt. Helaas zijn vele installaties
onvoldoende ingeregeld zodat er kostbare energie verloren gaat en de gebruikers
aan comfort moeten inboeten. Nieuwe milieuwetgeving, stijgende energiekosten
en hoge eisen op het gebied van comfort vereisen nieuwe oplossingen. Perfect
ingeregelde installaties kunnen tot 40% energie besparen! VSH heeft een breed
programma Ballorex inregelventielen om verwarmings- en koelinstallaties in te
regelen. De Ballorex inregelventielen zijn zo ontworpen dat inregelen eenvoudig
wordt, zodat er optimale resultaten tegen de laagst mogelijke kosten behaald
worden. Lagere installatie- en inregelkosten, lagere kosten voor dagelijks gebruik en
een hoger comfort voor de bewoners.

Ballorex biedt een compleet assortiment inregelventielen voor optimale distributie


van energie in verwarmings- en koelsystemen in grote en kleine installaties.
Flowregeling met Ballorex betekent een snelle en eenvoudige ingebruikname,
zeer hoge precisie, flexibiliteit, perfecte balans, kostenbesparing en een duurzame
oplossing. Ballorex maakt inregelen eenvoudig.
8 | Ballorex systeem

Hoge nauwkeurigheid
Het is zeer belangrijk om ruimtes nauwkeurig in te regelen zodat er zo weinig
mogelijk temperatuurschommelingen zijn. De Ballorex Venturi geeft een sterk
meetsignaal met een hoge meetnauwkeurigheid. Door deze meetnauwkeurigheid
kunt u tot 2 graden besparen. Onderzoek heeft aangetoond dat men per graad
6,25% kan besparen op de stookkosten. Met Ballorex betekent dat dus een
energiebesparing tot 12,5%!

Slijtage en vervuiling voorkomen


Ballorex Dynamic drukonafhankelijke inregelventielen zijn voorzien van uitneembare
cartridges zodat het systeem doorgespoeld kan worden. Zo voorkomt u vervuiling
en voortijdige slijtage. Ook kan het instelbereik worden aangepast.

Zeer korte inregeltijd


Bij de Ballorex Venturi inregelventielen geldt voor iedere ventielmaat slechts één
Kvm-meetwaarde. Dit is een aanzienlijk voordeel: instellen en meten kunnen tegelijk
plaatsvinden waardoor inregelen zeer snel en eenvoudig gaat. Het instellen gebeurt
met een inbussleutel, waarna u de meting direct op de flowmeter afleest. Met
Ballorex bespaart u tot 20% op uw inregeluren.

Compacte inbouw
Ballorex Venturi en Dynamic inregelventielen mogen direct voor en na bochten
gemonteerd worden. Reguliere inregelventielen hebben 3 tot 5 x DN rechte
leiding nodig na een bocht. Doordat Ballorex inregelventielen verkrijgbaar zijn in
overlappende bereiken (lage flow, standaardflow en hoge flow) kunt u compacter
monteren, heeft u minder verloopkoppelingen nodig en bespaart u op montagetijd.
De Ballorex inregelventielen kunnen tevens worden gemonteerd in elke positie, iets
dat ideaal is voor installaties in kleine ruimtes.
Ballorex | 9

Kwaliteit en verkrijgbaarheid
De Ballorex inregelventielen zijn verkrijgbaar bij ons vertrouwde netwerk van
vakbekwame, servicegerichte groothandels in binnen- en buitenland. Daarnaast
adviseren onze specialisten van de afdeling Customer Service u graag over de
beste keuze uit ons brede pakket inregelventielen.

De plus van Ballorex:


optimaal comfort bij minimaal energieverbruik
+ Snel en compact in te bouwen
+ Rechtstreekse montage na bochten mogelijk
+ Snel meten en inregelen door de toepassing van het Venturi-principe met
vaste Kvm-waarde
+ Hoge nauwkeurigheid tijdens meten en inregelen dankzij een sterk
meetsignaal
+ Voor alle Ballorex inregelventielen zijn isolatieboxen beschikbaar, waarbij
alle functies toegankelijk blijven
+ Breed assortiment in de maten DN15 t/m DN600

Assortiment
Het Ballorex assortiment bevat statische, dynamische, drukonafhankelijke
regelventielen en drukverschilregelaars.

Ballorex Venturi
Het innovatieve design van de Ballorex Venturi is zeer compact en combineert
flowmeting, inregeling en afsluiting in één ventiel, terwijl de functies toch
onafhankelijk van elkaar werken. Hierdoor blijft de instelling behouden wanneer het
ventiel wordt afgesloten en is het mogelijk om tegelijkertijd het ventiel in te regelen
en uit te lezen. Ballorex past het Venturi-principe toe, welke een sterk meetsignaal
geeft en zorgt voor een hoge nauwkeurigheid van de inregeling. Door het stabiele
signaal van de Venturi mogen Ballorex ventielen direct na een bocht worden
gemonteerd waardoor zeer compacte installaties mogelijk zijn. Door het grote bereik
van Ballorex ventielen kunt u altijd een ventiel kiezen dat maximale regelautoriteit
heeft en toch perfect aansluit bij uw leidingdiameter, zonder het gebruik van extra
verloopkoppelingen.
10 | Ballorex systeem

Ballorex Vario
De Ballorex Vario is een inregelventiel met variabele opening voor het inregelen
van verwarmings- en koelsystemen. Door de eenvoud van het ontwerp heeft de
Ballorex Vario een zeer korte inbouwmaat en combineert de flowmeting, inregelen
en afsluiten in één compact ventiel. De Ballorex Vario is ook leverbaar met een
draaibaar aftapventiel. Hierdoor doet de Ballorex Vario ook uitstekend dienst als
partnerventiel voor de Ballorex Delta.

Ballorex Dynamic
De Ballorex Dynamic is een drukonafhankelijk inregelventiel en regelt de flow zeer
nauwkeurig en onafhankelijk van drukschommelingen in de rest van het gebouw.
De Ballorex Dynamic kan worden uitgerust met een actuator en kan hierdoor ook
gebruikt worden als naregeling, gekoppeld aan uw gebouwbeheersysteem of
de kamerthermostaat. Doordat de instel- en afsluitunit onafhankelijk van elkaar
functioneren, behoudt de actuator altijd een volledige slag en daarmee 100%
regelautoriteit. Toepassing van het Venturi-principe geeft ook hier een sterk
meetsignaal en zorgt voor een hoge nauwkeurigheid van de inregeling. De cartridge
van de Ballorex Dynamic kan worden verwijderd zonder het ventiel te demonteren,
om doorspoelen van het systeem en onderhoud mogelijk te maken.
Ballorex | 11

2 Inregeltechnologie
2.1 Wat is inregelen

Het doel van inregelen is om de flow in het hele systeem af te stellen zodat er op elk
ogenblik in elk deel van een verwarmings- of koelinstallatie voor de benodigde flow
wordt gezorgd.

Basisontwerp van de installatie


De ontwerper berekent het warmteverlies van het gebouw om de capaciteit van een
koel- of verwarmingsinstallatie te kunnen bepalen. De belangrijkste elementen hierbij
zijn de bouwmaterialen, buitentemperaturen en gewenste kamertemperaturen.
Nadat het warmteverlies is bepaald, kan de benodigde flow voor elke zone in het
systeem worden berekend:

Φ x 0,86 (KW - kcal/h)
Q=
(Ts - Tr)
  
   Berekening van flow:
  Q = Flow m3/h
  Φ = Totaal warmteverlies [kW]
  Ts = Mediumtemperatuur, aanvoerzijde
  Tr = Mediumtemperatuur, retourzijde

Zodra de benodigde flow is berekend, kan het formaat van de leidingen,


componenten en inregelventielen worden bepaald.

Niet-ingeregeld systeem
Als vuistregel geldt dat water altijd de weg van de minste weerstand zoekt. In de
praktijk betekent dit dat het water in de zones nabij de pomp zal circuleren, terwijl
gebruikers op afstand/kritieke gebruikers te weinig flow krijgen. Op die manier biedt
het systeem onvoldoende thermisch comfort.
12 | Inregeltechnologie


Voor een goed thermisch comfort voor alle gebruikers worden vaak kortzichtige
oplossingen overwogen, zoals in veel gevallen deze twee:
• De opvoerhoogte van de pomp verhogen zodat er voldoende flow naar kritieke
gebruikers stroomt. In 2-pijpsystemen waar de pomp een slechte hydraulische
balans moet opvangen, is het niet uitzonderlijk dat het volume van circulerend
water met 50% kan worden teruggebracht. Bij een gehalveerde flow neemt de
leidingweerstand met de helft af en valt de benodigde pompenergie terug tot
25%.
• De aanvoertemperatuur (verwarmingsinstallatie) verhogen en bijgevolg ook de
watertemperatuur voor alle gebruikers. In geval van een hogere temperatuur
zal het warmteverlies aanzienlijk toenemen. Onze ervaring leert ons dat de
verwarmingskosten voor een niet-ingeregeld systeem na een goede inregeling
met minstens 15% kunnen worden teruggedrongen.
Ballorex | 13

Hydraulische balans
In een normaal leidingsysteem zal de druk in de stromingsrichting afnemen.
Dit is een gevolg van het wrijvingsverlies dat water onvermijdelijk ondervindt
wanneer het in contact komt met de leidingwanden en andere geïnstalleerde
systeemcomponenten. In het onderstaande voorbeeld heeft een systeem drie
identieke stijgleidingen.


∆p (Pomp) ∆p (Kritisch ventiel)

∆p moet worden gecompenseerd met inregelventielen

De flow tussen twee punten (aanvoer- en retourzijde) wordt bepaald door het
drukverschil tussen beide en de weerstand die het water van de leidingen en
andere systeemcomponenten ondervindt. Omdat de stijgleidingen in bovenstaand
voorbeeld identiek zijn (zelfde weerstand van leidingen en systeemcomponenten),
moet over alle stijgleidingen hetzelfde drukverschil tot stand worden gebracht om
overal de juiste flow te verkrijgen. Dat is de taak van het inregelventiel.
Deze zogenoemde ‘kritieke ventielen’ of ‘referentieventielen’ worden geplaatst op
de unit/kring met de hoogste weerstand. Dit is meestal het ventiel dat zich het verst
van de pomp bevindt. In geval van goed geplaatste en ingestelde inregelventielen
stroomt de juiste flow, zoals het door de ontwerper is berekend, naar alle
afgifteapparaten in het systeem zodat alle gebruikers in alle omstandigheden een
aangenaam thermisch comfort genieten.
14 | Inregeltechnologie

Voordelen van een ingeregeld systeem


• Goed thermisch comfort omdat alle gebruikers in alle omstandigheden de
benodigde energie krijgen.
• Geen onnodig energieverbruik. Pompen hoeven niet harder te werken en het
warmteverlies van het leidingsysteem en de te warme zones in gebouwen, zoals
kelders, gangen, trappen enz., wordt tot een minimum beperkt.
• Met ingeregelde systemen wordt geluidshinder vermeden. Omdat de flow in de
zones nabij de pomp hoog is, moeten thermostatische ventielen vaak met een
zeer kleine opening werken. Door de onbedoeld grote drukval zal het ventiel een
hoge fluittoon laten horen.


• D
 e kosten kunnen worden gedrukt door de kamertemperatuur te optimaliseren.
De gemiddelde kamertemperatuur verlagen betekent een besparing op de
energiefactuur. Gebouweigenaren en -beheerders kunnen op die manier hun
winst vergroten.
Ballorex | 15

2.1.1 Hoe werken inregelventielen?


De basis achter alle inregelventielen is gebaseerd op de flowvergelijking:

Q = Kv x √ Δp

  Q = Flow
  Kv = Ventielcoëfficiënt
  Δp = Drukverschil

Het inregelventiel heeft tot taak de flow te regelen zodat het overeenstemt met
de ontwerpflow. Dit zorgt er dan weer voor dat alle afgifteapparaten in elke
situatie over de benodigde waterflow beschikken. Dit betekent in basis dat de
doorstroomcapaciteit van het ventiel moet kunnen worden afgesteld terwijl tegelijk
de flow moet kunnen worden bepaald.
Uit de flowvergelijking leren we dat de flow kan worden berekend als we de zone
rond de opening (opvoerhoogte bij een bepaalde instelling) en de drukval over de
ventielopening kennen.

Dubbel instelbare regelventielen met variabele opening (VODRV)


Het VODRV-type is een manueel inregelventiel van de “eerste generatie” en wordt
nog steeds het meest gebruikt. Zoals bij andere inregelventielen vereist dit ventiel
een drukverschilmanometer om de Δp te meten. Gewoonlijk zijn deze manometers
met computers uitgerust om gemakkelijk de flow (Q) te kunnen berekenen. Ze
worden doorgaans flowmeters genoemd.
Om de flow door het ventiel te bepalen, meet de flowmeter de Δp. Op de
ventielhendel geeft een schaal de instelling van het ventiel aan. Voor elke
ventielgrootte bestaat er een tabel met daarin de Kv-waarde van het ventiel bij
elke instelling. Deze tabellen zijn normaal gezien in de flowmeter geprogrammeerd
zodat de flow onmiddellijk wordt weergegeven wanneer de ventielinstelling op de
flowmeter wordt ingevoerd.
De Kv-waarde, ook wel ventielcoëfficiënt genoemd, is eenvoudigweg een
omgerekende waarde voor de zone rond de ventielopening waar het water kan
doorstromen. De Kv-waarde geeft weer hoeveel m³ water er per uur door het ventiel
stroomt bij een drukverschil van 1 bar. Zodra de Δp gemeten is en de Kv-waarde
van de ventielhendel/tabel kan worden afgelezen, wordt de flow aan de hand van
de flowvergelijking berekend.
16 | Inregeltechnologie

Q = Kv x √ ∆p

In de praktijk moet deze procedure meermaals worden herhaald om een bepaalde


flow voor het ventiel in te stellen. De instelling wordt gewijzigd door aan de hendel te
draaien om de zittingpositie af te stellen, waarna ook de Kv-waarde verandert.
De nieuwe instelling moet van de ventielhendel worden afgelezen en in de flowmeter
worden ingevoerd om de nieuwe flow te berekenen. Deze procedure wordt
herhaald totdat de weergegeven flow zo dicht mogelijk bij de benodigde flow ligt.
De onnauwkeurigheid van de VODRV’s varieert van ± 5% (volledig geopend) tot
± 15% (25% geopend).
Deze onnauwkeurigheid is het gevolg van toleranties in de ventielhendel, die
bepaalt bij welke instelling de Kv-waarde moet worden vastgesteld, en van
productietoleranties in de zitting binnen in het ventiel. Deze productietoleranties
worden belangrijker naarmate het ventiel meer gesloten wordt.

Dubbel instelbare regelventielen met vaste opening (FODRV)


De Ballorex Venturi is een inregelventiel van het FODRV-type. De Venturi-insert is
een vaste opening met tal van voordelen, zoals een rechtstreekse flowweergave.
Zoals bij de VODRV’s wordt het drukverschil uit de Kvm-vergelijking met een
flowmeter gemeten. De Kv-waarde van de Venturi-opening, waar de Δp wordt
gemeten, is echter constant en zal niet veranderen wanneer de instelling
(weerstand) van het ventiel wordt ingeregeld. De spindel die ervoor zorgt dat het
ventiel kan worden geregeld, wordt na de meetpunten geplaatst en beïnvloedt enkel
het Δp-element van de flowvergelijking. De Kvm-waarde over de meetpunten blijft
immers onveranderd. In de praktijk betekent dit dat het ventiel heel snel kan worden
ingeregeld.
Ballorex | 17

Wanneer de flowmeter wordt bevestigd, wordt de Kvm-waarde (eenmalig)


geselecteerd en wordt de regelspindel afgesteld totdat de flowmeter de juiste flow
weergeeft. Dit is een snelle, gemakkelijke en heel nauwkeurige manier om het
ventiel in te stellen, op voorwaarde dat het meetsignaal voldoende sterk is.

Q = Kv x √ ∆p

Venturi-principe
Een uniek kenmerk van de Ballorex Venturi is de ingebouwde Venturi-meetopening,
waardoor de flow op elk ogenblik kan worden gemeten. Dankzij een directe
flowmeting kan steeds de reële flow worden gemeten voor een precieze inregeling
en correcte documentatie. Ook de foutopsporing verloopt beduidend vlotter en
bespaart zo tijd. Sluit gewoonweg een flowmeter aan, voer de vaste Kv-waarde
van de ingebouwde Venturi-opening in en de flow wordt direct op de flowmeter
getoond met een onnauwkeurigheid van slechts ± 3%. Na het smalste stuk in de
Venturi wordt de druk grotendeels heropgebouwd naarmate de vloeistof door de
trompetvormige Venturi stroomt.
18 | Inregeltechnologie

De Venturi is gebaseerd op de wet van Bernoulli:


“Een vloeistof versnelt wanneer ze door een smalle ruimte beweegt. Naarmate de
snelheid van de vloeistof toeneemt, daalt de druk.”

Lage snelheid - Hoge druk Hoge snelheid - Lage druk

In de Venturi wordt de drukval over de opening gemeten op het punt waar de druk
respectievelijk het hoogst en het laagst is. Door de trompetvorm van de Venturi
wordt de druk grotendeels hersteld zodat er bij een laag totaal drukverlies toch
een sterk meetsignaal is. De directe flowmeting wordt niet beïnvloed door een
verandering van de ventielinstelling omdat de Kvm-waarde tussen de meetpunten
constant blijft. De Kv-waarde wordt elders in het ventiel veranderd om de flow te
regelen.

Drukverlies buis
Drukverlies

Totaal
Signaal drukverlies

Buislengte
Δp - Venturi Δp - ventiel
Gemeten signaal over Venturi-opening. Totaal drukverlies over het open ventiel.
Een sterk signaal betekent een hoge De druk wordt deels door de Venturi
meetnauwkeurigheid. hersteld.
Ballorex | 19

Flowvergelijking

Q = Kvm * √Δp

  Q = De te berekenen flow [m³/h].
Kvm = D
    e Venturi-coëfficiënt die de doorstroomcapaciteit door de Venturi
bepaalt. Deze wordt bepaald op het smalste punt in de Venturi en
blijft constant bij instelling van de flow.
  Δp = Drukverschil gemeten over de Venturi-opening.

De Kvm-waarde van de Venturi wordt eenmalig op een flowmeter ingevoerd,


waarna de flow rechtstreeks op de flowmeter wordt weergegeven. Wanneer de
ventielinstelling wordt veranderd, zal de nieuwe flow meteen worden weergegeven
omdat de Kvm-waarde over de meetpunten constant blijft en enkel het drukverschil
verandert.

Drukverschilregelaars (DP)
Een drukverschilregelaar (Δp of DP) is een inregelventiel dat het drukverschil over
een stijgleiding of unit constant houdt. Dankzij een constant en stabiel drukverschil
kan er in het systeem een goede hydraulische balans worden verzekerd als het met
manuele inregelventielen op de eindunits wordt gecombineerd.
20 | Inregeltechnologie

Met verwijzing naar de flowvergelijking:

Q = Kv * √Δp

Dit betekent dat wanneer de Δp constant wordt gehouden en de juiste weerstand


(Kv) manueel op de eindventielen wordt ingesteld, een correcte en constante flow
verzekerd is.

Afhankelijk van het productmerk


wordt de drukverschilregelaar op de
aanvoerzijde gemonteerd en met een
capillaire buis op de retourleiding
aangesloten, of omgekeerd.
Wanneer de druk stijgt omdat er
TU

TU
TU

TU
TU

meer water door het ventiel wordt


geduwd, zal de regelinrichting in het
ventiel ervoor zorgen dat de
drukverschilregelaar het ventiel ertoe
aanzet de opening te verkleinen
(Kv-waarde). Daarbij wordt het
drukverschil over de aanvoer- en
TU = Terminal Unit retourzijde van het systeem stabiel
gehouden.
Ballorex | 21

Automatische flowregelaars
Indien de Ballorex Dynamic zonder actuator wordt geïnstalleerd, is het een
automatische flowregelaar.

Een ingebouwde drukverschilregelaar houdt de Δp constant over de ventielopening.


Bij de voorinstelling van het ventiel kan de opening afgesteld worden op de Kv-
waarde die voor de benodigde flow zal zorgen. Bij een constant Δp en constante
Kv-waarde zal de maximale flow in geen geval overschreden worden. De flow
wordt rechtstreeks gemeten en het ventiel is eenvoudig in te stellen met een
onnauwkeurigheid van amper ± 3%.
22 | Inregeltechnologie

Automatische flowregelaar en regelventielen


Wanneer de Ballorex Dynamic gecombineerd met een actuator wordt geïnstalleerd,
is het een combinatie van een automatische flowregelaar en een tweewegventiel.
Dankzij een regelautoriteit van 100% reageert het ventiel onmiddellijk en past het de
flow aan zoals door het gebouwbeheersysteem (GBS) wordt doorgegeven.

Het ventiel wordt op de maximale flow ingesteld. Vervolgens kan de actuator de


ventielopening (Kv) verkleinen terwijl de drukverschilregelaar de door het GBS
doorgegeven flow constant houdt.
Ballorex | 23

2.1.2 Inregelmethoden
Inregelen heeft tot doel om in alle delen van leidingsystemen voor de door
ontwerpers bepaalde flow te zorgen. Op die manier dalen de energiekosten
en is het thermisch comfort gegarandeerd. De uitdaging bestaat erin voor elk
inregelventiel in het systeem de juiste instelling te vinden. Wanneer de flow op
een inregelventiel wordt afgesteld, zal het drukverlies in de ventielen en leidingen
veranderen, wat vervolgens een invloed heeft op de drukverschillen over de
inregelventielen elders in het systeem. In de praktijk betekent dit dat wanneer
de flow op een ventiel in een bepaalde strang wordt afgesteld, de flow in andere
ventielen die eventueel al zijn afgesteld ook zal veranderen.

Willekeurig inregelen
De installateur probeert op goed geluk de juiste instelling van elk ventiel te vinden.
Dit is mogelijk in heel kleine installaties met slechts enkele ventielen. In grote
installaties lukt dit echter niet.

Voorinstelmethode
De installateur stelt de flow van de ventielen in op basis van een voorinstelling die de
ontwerper berekend heeft. Er worden enkele testmetingen en afstellingen verricht.
Het hydraulisch gedrag van het systeem wijkt echter altijd af van ontwerpwaarden
zodat deze methode in de praktijk niet zal werken.

Proportionele methode
De basismethode voor een correcte afstelling van een verwarmings- of
koelinstallatie is de proportionele methode die hierna wordt beschreven.
Als de flow in een kring verandert, zal de flow in alle delen van de kring in dezelfde
verhouding veranderen. Dit principe vormt de basis van de proportionele methode.
24 | Inregeltechnologie

2.1.3 Procedure van proportionele methode

De methode in het kort:


Alle eindunits, strangen en stijgleidingen worden in dezelfde verhouding, of ratio,
van de ontwerpflow ingeregeld. Wanneer vervolgens de totale flow aan de pomp
wordt afgesteld, zullen alle units de juiste flow hebben. Daartoe introduceren we de
λ (Lambda)-waarde:

Definitie:

Gemeten flow
λ (Lambda)-waarde = ------------------------------------
Berekende flow

Op de Ballorex flowmeter kiest u gewoon het ventieltype


en voert u de ontwerpflow in. De flowmeter berekent en
toont onmiddellijk de λ-waarde. Nadat de proportionele
methode correct op een systeem is toegepast, zullen alle
inregelventielen dezelfde λ-waarde hebben. Tot slot wordt
de hoofdflow op de pomp op een λ-waarde van 100%
ingesteld. Dankzij de proportionele methode verandert de
flow proportioneel in alle units zodat de flow in alle
ventielen 100% gelijk is aan de ontwerpflow.

Voorbereiding
Vóór het inregelen van een systeem:
• Controleer of de inregelventielen correct geïnstalleerd zijn
• Het systeem moet volledig gespoeld en ontlucht zijn en de filters/zeven moeten
gereinigd zijn
• Het systeem moet al een tijdje werken voordat het inregelen wordt aangevangen
• Er moeten ontwerptekeningen met genummerde ventielen en de
overeenkomstige ontwerpflow voorbereid worden
• 2 personen moeten elk een meettoestel en radio of gsm bij zich hebben
• De pomp moet tijdens de inregelprocedure op een constante flow ingesteld zijn
• Alle ventielen en thermostatische units moeten volledig open zijn
Ballorex | 25

Van start gaan


Ventieltypes:
1 Hoofdventiel
2 Ventielen van stijgleidingen
3 Strangventielen
4 Eindventielen
3

1 2 4
• Stel het hoofdventiel/de pomp zo in dat
hij ongeveer 110% van de totale
ontwerpflow levert (λ-waarde = 110%)
• Meet de λ-waarde op elk ventiel van
alle stijgleidingen
• Identificeer het ventiel van een
stijgleiding met de hoogste λ-waarde,
m.a.w. de stijgleiding die het meest
overbedeeld wordt
• Ga verder met de strangventielen op
deze stijgleiding

In dit voorbeeld is ventiel #1.0 het meest


overbedeelde ventiel van een stijgleiding
105% 98%
met een λ-waarde van 105%.

NB: Als de λ-waarde voor een ventiel van een stijgleiding of een strangventiel
meer dan 110% bedraagt, wordt de gemeten waarde geregistreerd en wordt de
λ-waarde teruggebracht tot 110% voordat de procedure wordt voortgezet
26 | Inregeltechnologie

.• Meet alle inregelventielen op


de stijgleiding (1.0)
• De strang met de
92%
hoogste λ-waarde wordt
geïdentificeerd. Dit is de eerste
strang van eindventielen die
moet worden ingeregeld. In
99% het onderstaande voorbeeld
is ventiel #1.1.0 het meest
overbedeelde ventiel met een
λ-waarde van 103%.
103%

Eindventielen op een strang inregelen


• Meet de λ-waarde op alle eindventielen op de strang
• Het eindventiel met de laagste λ-waarde wordt als referentieventiel
geïdentificeerd, m.a.w. het ventiel dat het meest onderbedeeld is. Het
referentieventiel is doorgaans het laatste ventiel op de strang (1.1.5 bij 82%)*

*Als het ventiel op een strang met de


laagste λ-waarde niet het laatste ventiel is
(bv. 1.1.3), moet het referentieventiel
verplaatst worden zodat het toch het
laatste ventiel op de strang is (1.1.5) met
de laagste λ-waarde.

In de praktijk wordt het referentieventiel


107% 99% 95% 87% 82%
als volgt verplaatst: Plaats flowmeter #1 in
ventiel 1.1.5 en flowmeter #2 in het ventiel op de strang met de laagste λ-waarde.
Daarna wordt ventiel 1.1.5 afgesteld totdat beide flowmeters dezelfde λ-waarde
weergeven. Beide ventielen hebben nu dezelfde λ-waarde en 1.1.5 kan als
referentieventiel worden gebruikt.
Ballorex | 27

• Bevestig flowmeter #1 aan het


referentieventiel (1.1.5 - 82%)
• Bevestig flowmeter #2 aan het volgende
ventiel op de strang (1.1.4 - 87%)
• Stel het ventiel bij flowmeter #2 af totdat
beide flowmeters dezelfde λ-waarde
weergeven

107% 99% 95% 85% 85%


(87%) (82%)

• Laat flowmeter #1 op het referentieventiel


en ga met flowmeter #2 naar het
volgende ventiel op de strang (1.1.3
- 95%). Stel dit af totdat het dezelfde
λ-waarde heeft als het referentieventiel

(Door het principe van proportionaliteit


verandert de λ-waarde op ventiel 1.1.4
107% 99% 93% 93% 93% proportioneel ten opzichte van 1.1.3 en
(95%)
1.1.5, zodat het dezelfde λ-waarde zal
hebben)

• Laat flowmeter #1 op het referentieventiel


en ga met flowmeter #2 naar het
volgende ventiel op de strang (1.1.2
- 99%). Stel dit af totdat het dezelfde
λ-waarde heeft als het referentieventiel

(Door het principe van proportionaliteit


verandert de λ-waarde op ventielen 1.1.4
107% 97% 97% 97% 97% en 1.1.3 proportioneel ten opzichte van
(99%)
1.1.2 en 1.1.5, zodat ze dezelfde λ-waarde
zullen hebben)
28 | Inregeltechnologie

• Laat flowmeter #1 op het referentieventiel


en ga met flowmeter #2 naar het laatste
ventiel op de strang (1.1.1 - 107%). Stel
dit af totdat het dezelfde λ-waarde heeft
als het referentieventiel

(Door het principe van proportionaliteit


verandert de λ-waarde op ventielen 1.1.4,
103% 103% 103% 103% 103%
(107%) 1.1.3 en 1.1.2 proportioneel ten opzichte
van 1.1.1 en 1.1.5, zodat ze dezelfde
λ-waarde zullen hebben)

Nu zijn alle eindventielen op


de strang ingeregeld. De
inregelprocedure wordt
vervolgens voortgezet op de
volgende strang op de
stijgleiding, m.a.w. de strang
met de op een na hoogste
waarde (1.2.0 bij 99%). De
eindventielen op strang 1.2
worden op dezelfde manier
ingeregeld als die op strang
1.1, waarna de procedure
op strang 1.3 met de derde
hoogste λ-waarde wordt
herhaald (1.3.0 bij 92%).
Ballorex | 29

Ventielen van strangen inregelen


Nu zijn alle eindventielen op
stijgleiding 1 ingeregeld. Regel
vervolgens de strangventielen in. De
procedure is dezelfde als voor
92% eindventielen omdat de
strangventielen onderling als
eindventielen kunnen worden
beschouwd. Begin bij het
referentieventiel, m.a.w. het meest
99%
onderbedeelde strangventiel op
stijgleiding 1 (1.3.0 bij 92%).

103%

• Bevestig flowmeter #1 aan het


referentieventiel 1.3.0
• Bevestig flowmeter #2 aan het
volgende ventiel op de strang
97% (1.2.0 - 99%)
(92%)
• Stel het ventiel bij flowmeter #2 af
totdat beide flowmeters dezelfde
λ-waarde weergeven

97%
(99%)

103%
30 | Inregeltechnologie

• Laat flowmeter #1 op het


referentieventiel 1.3.0
• Bevestig flowmeter #2 aan het
volgende ventiel op de strang
101% (1.1.0 - 103%)
• Stel het ventiel bij flowmeter
#2 af totdat beide flowmeters
dezelfde λ-waarde weergeven

101%
(Door het principe van
proportionaliteit verandert de
λ-waarde op ventiel 1.2.0
proportioneel ten opzichte
101% van 1.3.0 en 1.1.0, zodat het
(103%)
dezelfde λ-waarde zal hebben).
Nu zijn de strangventielen op
stijgleiding 1 ingeregeld. Pas
dezelfde procedure toe op
de stijgleiding met de op een
na hoogste λ-waarde (2.0).
Zodra alle eindventielen en
strangventielen ingeregeld
zijn, kunnen de ventielen van
stijgleidingen ingeregeld worden.
Ballorex | 31

Ventielen van stijgleidingen inregelen


Nu worden de ventielen van stijgleidingen als eindventielen beschouwd.
Dit betekent dat het referentieventiel (laagste λ-waarde) wordt geïdentificeerd en dat
flowmeter #1 wordt bevestigd.

• Bevestig flowmeter #1
aan het ventiel (2.0 -
98%)
• Bevestig flowmeter #2
aan het volgende ventiel
(1.0 - 105%)
• Stel ventiel 1.0 af totdat
beide flowmeters
dezelfde λ-waarde
weergeven

Het systeem is nu
ingeregeld. Dit betekent
dat alle inregelventielen
in het systeem dezelfde
λ-waarde hebben (zie
schema op de volgende
103% 103% pagina). Nu moet enkel
(105%) (98%)
nog het hoofdventiel/de
pomp worden afgesteld
zodat dit/deze maximaal
100% van de ontwerpflow
levert.
32 | Inregeltechnologie

Door het principe van


proportionaliteit verandert
de λ-waarde op alle
resterende ventielen in het
systeem proportioneel ten
opzichte van het
hoofdventiel, namelijk een
λ-waarde van 100%.

100%

Inregelrapport
Men behoort als documentatie bij elke inregeling een inregelrapport te verstrekken.
Het inregelformulier voor de Ballorex Venturi is een uitstekend document. Noteer
alle ventielen met hun positienummers, zoals hierboven vermeld, het ventieltype,
formaat en ontwerpflow. In de volgende kolom kunnen alle meetresultaten en
ventielinstellingen worden ingevuld. Het ininregelformulier voor de Ballorex Venturi
kan op www.vsh.nl/downloads worden gedownload en afgedrukt.
Ballorex | 33

2.1.4 Ballorex Dynamic inregelen


De procedure voor dynamische inregeling is veel minder complex dan voor manuele
inregeling. Het ventiel wordt eenvoudig ingesteld om de ontwerpflow te leveren. Het
ventiel kan op twee manieren worden ingesteld:

1. Directe flowmeting
Dankzij de ingebouwde Venturi geven de Ballorex inregelventielen direct de flow
weer. Deze eigenschap maakt van de Ballorex Dynamic het meest nauwkeurig in te
stellen inregelventiel. Bij gebruik van een flowmeter kiest u het ventieltype dat moet
worden gemeten (voer Kvm van de Venturi in). De flow wordt rechtstreeks op de
flowmeter weergegeven en het ventiel wordt afgesteld totdat precies de benodigde
flow wordt weergegeven.

2. Instellen op basis van flowdiagram met dynamische inregelventielen


De meest gebruikelijke manier om
dynamische ventielen in te stellen, is
de minder nauwkeurige voor­instel­
methode. Hierbij wordt de ontwerp­
flow in het flowdiagram van de
ventielen opgezocht en een instelling
opnieuw ingevoerd. Voor de Ballorex
Dynamic ligt de instelling tussen 0 en
100%.

Pomp instellen
De pomp wordt ingesteld op basis van het kritieke ventiel/referentieventiel, m.a.w.
de unit/kring die met de hoogste weerstand af te rekenen krijgt. Dit is meestal het
ventiel dat zich het verst van de pomp bevindt. De pomp wordt naar beneden
afgesteld terwijl de flow op een flowmeter wordt gemeten. Het instelpunt van de
pomp is het punt waarop het gemeten flow begint af te nemen.
34 | Inregeltechnologie

2.1.5 Foutopsporing
Een enorm voordeel van inregeling aan de hand van directe flowweergave zoals bij
de Ballorex ventielen is de eenvoudige foutopsporing. Uit feedback van installateurs
die zich met inregeling bezighouden blijkt dat zij slechts 10% van hun tijd aan
het eigenlijke inregelen van de inregelventielen besteden en de overige 90% aan
foutopsporing. Veel systeemfouten kunnen echter op voorhand tijdens het meten
van de flow worden vastgesteld. Een te lage of te hoge flow is snel opgespoord en
de bron kan gemakkelijk geïdentificeerd worden. De proportionele inregelmethode
biedt een goede en systematische grondslag voor het opsporen en verhelpen van
systeemfouten voordat het gebouw voltooid is. Vroege foutopsporing kan bijzonder
kostenbesparend zijn. Problemen die in een vroeg stadium vastgesteld worden,
kosten beduidend minder.

Typische fouten die tijdens het inregelen worden vastgesteld:


• Kritisch lage flow in strangen of segmenten van een systeem
• Te klein gedimensioneerde aangedreven regelventielen
• Vuil en niet-gereinigde zeven/filters
• Te klein gedimensioneerde koelinstallaties
• Te klein gedimensioneerde of verkeerd geïnstalleerde pomp
• Verkeerd berekende systemen
Ballorex | 35

3 Statische strangregelventielen
3.1 Ballorex Venturi

Dubbel instelbaar regelventiel met vaste opening (FODRV) DN15-600 1/2-24”

3.1.1 Inleiding

Beschrijving van Ballorex Venturi


De Ballorex Venturi is een assortiment van statische inregelventielen die in
verwarmings- en koelinstallaties worden gebruikt om een gelijkmatig verdeelde flow
in zones, strangen, stijgleidingen en eindunits te verzekeren. Typische toepassingen
zijn centraleverwarmings-, stadverwarmings- of koelinstallaties, evenals fancoils in
hoge gebouwen met meerdere verdiepingen.
Het Ballorex Venturi ventiel is een compact ventiel dat flowmeting, inregeling en
afsluiting in één unit combineert. Het assortiment bestaat uit ventielen in maten
DN15-50 uit ontzinkingsbestendig messing (DZR) tot in maten DN65-600 uit
staal en gietijzer. De Ballorex Venturi heeft een ingebouwde Venturi nozzle voor
een nauwkeurige meting. Dit ontwerp verleent de Ballorex Venturi een constante
meetnauwkeurigheid met toleranties binnen ± 3% waarmee de Ballorex Venturi
36 | Ballorex Venturi

nauwkeuriger is dan dubbel instelbare regelventielen met variabele opening.


Vanwege de grotere nauwkeurigheid en het lagere drukverlies zorgt de Ballorex
Venturi voor minder energieverbruik wanneer de verwarmings- en koelinstallaties
ingeregeld worden.

Voordelen van Ballorex Venturi


Ventielen DN15-600:
• Uitgebreid productassortiment van DN15-600
• Constante meetnauwkeurigheid met toleranties binnen ± 3%
• Flowmeting ongevoelig voor afzetting in de installatie
• Eén constante Kvm-waarde weergegeven op het ventiel
• Gelijktijdig meten en regelen

Ventielen DN15-50:
• Snelle en gemakkelijke instelling met een inbussleutel
• Precieze en gemakkelijk leesbare instelschaal
• Geen verandering in instelling bij afsluiten en heropenen
• Eenvoudige afsluiting door kwartdraai van de ventielhendel
• Gemakkelijke identificatie van open of afgesloten stand
• Geen rechte leidingen nodig bij montage
• Rechtstreekse montage op bochten, verloopstukken en flexibele slangen
• Montage in alle posities mogelijk
• Geprefabriceerde isolatie snel en gemakkelijk aan te brengen
• Isolatie mogelijk vóór inbedrijfstelling

Opbouw van Ballorex Venturi


De voorinstelling van de Ballorex Venturi DN15-50 gebeurt door de regelnaald
in te stellen die onafhankelijk van de afsluitfunctie werkt. Op die manier blijft de
ventielinstelling intact wanneer het ventiel wordt afgesloten en heropend.
Voor flowcontrole wordt het drukverschil gemeten over de ingebouwde Venturi
nozzle met een constante Kvm-waarde. De Kvm-waarde van de Ballorex Venturi
moet tijdens de inbedrijfstelling van het systeem slechts eenmaal in de flowmeter
worden ingevoerd.
Ter vergelijking: de Kv-waarde van dubbel instelbare regelventielen met variabele
opening verandert telkens wanneer de instelling wordt gewijzigd. In dat geval is de
nieuwe instelling op de hendelschaal af te lezen en moet ze in de flowmeter worden
ingevoerd telkens wanneer er een nieuwe flow wordt gemeten.
Ballorex | 37

1 - Venturi nozzle
5
2 - Afsluitkogel
3 - Regelnaald
6 4
4 - Hendel om ventiel af te sluiten
3 5 - Bediening van regelnaald
2 6 - Meetpunten voor aansluiting van
flowmeter

De voorinstelling van de Ballorex Venturi DN65-600 gebeurt door de vlinderklep op


de gewenste positie in te stellen. De vlinderklep is met een Venturi nozzle uitgerust.
Zoals bij de Ballorex Venturi DN15-50 wordt het drukverschil gemeten over de
Venturi nozzle waar de Kvm-waarde constant is en niet verandert wanneer de
instelling wordt gewijzigd.
1
1 - Instelwiel
4 2
2 - Instelschaal met
5 3 geheugenstop
3 - Vertragingskast
6 4
4 - Vlinderklep
5 - Meetpunt
6 - Venturi nozzle

De vlinderklep is voorzien van een vertragingskast met geheugenstop. Wanneer de


vereiste instelling van het ventiel bereikt is, wordt de geheugenstop vergrendeld en
ligt de instelling vast.
De Ballorex Venturi ventielen zijn optioneel uitgerust met een aftapkraan. De
aftap kan op ieder ogenblik 360° gedraaid worden, wat bijzonder nuttig is bij
het onderhoud van het systeem. Op de aftap kan tevens een capillaire buis
afkomstig van het Ballorex Delta drukverschilventiel worden aangesloten. Deze
combinatie zorgt voor een constant drukverschil en maximale flowbegrenzing in het
gecontroleerde deel van het systeem.
38 | Ballorex Venturi

Ballorex Venturi met aftapkraan.


Er zijn twee verschillende soorten aftapkranen
voor het Ballorex Venturi-assortiment. De
ventielen DN15-50 gebruiken een Combi
Drain Midi en de Ballorex Venturi DN65-600
gebruiken een Combi Drain Maxi.

Principe van een Venturi nozzle


Dankzij de ingebouwde Venturi nozzle kan de flow direct over het Ballorex
Venturi ventiel worden gemeten. Een directe flowmeting leidt tot een precieze
ventielinstelling en eenvoudige foutopsporing. De Venturi nozzle berust op de wet
van Bernoulli die stelt dat een vloeistof versnelt wanneer ze door een smalle ruimte
beweegt; naarmate de snelheid van de vloeistof toeneemt, daalt de druk.

Drukverlies buis
Drukverlies

Totaal
Signaal drukverlies

Buislengte

De flow door een Venturi nozzle levert een sterk meetsignaal op. Het drukverlies
wordt aan de uitlaat van de Venturi nozzle grotendeels weer opgebouwd.
Het drukverschil over de Venturi nozzle wordt gemeten op het punt waar de druk
het hoogst en het laagst is. Door de trompetvorm van de Ballorex Venturi nozzle
wordt de druk grotendeels hersteld zodat er bij een lage totale drukval toch een
sterk meetsignaal is.
Ballorex | 39

Meetnauwkeurigheid van Ballorex Venturi


Een verandering van de ventielinstelling heeft geen invloed op de directe flowmeting
omdat de Kvm-waarde van de Venturi nozzle tussen de meetpunten constant
blijft. De Kvm-waarde van de Ballorex Venturi wordt eenmalig met een flowmeter
ingevoerd om zo tot een flowweergave te komen. Wanneer de ventielinstelling wordt
veranderd, zal de nieuwe flow meteen worden weergegeven omdat de Kvm-waarde
constant blijft en enkel het drukverschil verandert. Als dubbel instelbaar regelventiel
met vaste opening heeft de Ballorex Venturi een meetnauwkeurigheid van ± 3% in
het hele instelbereik van het ventiel. Deze eigenschap is een belangrijk pluspunt van
de Ballorex Venturi in vergelijking met dubbel instelbare regelventielen met variabele
opening waarbij de nauwkeurigheid afneemt als het ventiel sluit.

115%
Typische nauwkeurigheid VODRV
110%

105%
Ballorex Venturi nauwkeurigheid
100% }
± 3%

95%

90%

85%

Gesloten Volledig open

De meetnauwkeurigheid van de Ballorex Venturi heeft een constante tolerantie


van ± 3%, terwijl ventielen met een variabele opening een meetnauwkeurigheid
met een tolerantie van ± 15% hebben. De Ballorex Venturi nozzle biedt de meest
nauwkeurige meetresultaten op de markt.

Flowinregeling van Ballorex Venturi


Het Ballorex Venturi ventiel is uitgerust met meetpunten voor de meting van het
drukverschil met een flowmeter. De Ballorex Venturi wordt eenvoudig met een
inbussleutel ingesteld. Door de inbussleutel in de ventielhendel te draaien, beweegt
de regelnaald in het ventiel en verandert de instelling dienovereenkomstig. De
precieze digitale instelschaal boven op de hendel geeft de instelling weer die zelfs
van op een afstand gemakkelijk leesbaar is.
40 | Ballorex Venturi

Ballorex beschikt over een specifieke


inregelcomputer waarin de gegevens
van alle Ballorex ventielen zitten
opgeslagen. Op de meetpunten van de
Ballorex Venturi worden slangen met
naalden aangesloten voor de meting
van het drukverschil. Deze
meetresultaten kunnen in de
inregelcomputer in flowwaarden worden
omgezet.
Voor flowmeting wordt de flowmeter op de meetpunten van het ventiel aangesloten
en wordt de betreffende Ballorex Venturi in de getoonde lijst gekozen. Hierna wordt
de flow meteen weergegeven.

Werking van Ballorex Venturi


De Ballorex Venturi kan als autonoom ventiel worden gebruikt om de gewenste
flowverdeling binnen de gecontroleerde installatie te verwezenlijken. Het ventiel
wordt doorgaans op eindunits, strangen, zones en hoofdverdeelleidingen geplaatst.

Het Ballorex Venturi ventiel


kan als een autonoom
ventiel voor flowinregeling
worden gebruikt. De
optionele aftapkraan van
de Ballorex Venturi kan
tegelijkertijd worden
gebruikt om de installatie
af te tappen of om een
capillaire buis afkomstig
van een Ballorex Delta
drukverschilventiel op aan
te sluiten. Door de Ballorex
Venturi te combineren met
een Ballorex Delta in de
strang van een installatie
Ballorex | 41

met eindunits, worden drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
tenietgedaan in het gecontroleerde deel van de strang. Tegelijkertijd zal het op de
Ballorex Venturi ingestelde ontwerpflow nooit overschreden worden dankzij een
constante drukverschilregeling. Een installatie die een Ballorex Venturi en Ballorex
Delta combineert, kan snel en kosteneffectief in bedrijf worden gesteld.

De Ballorex Venturi kan als


partnerventiel voor het Ballorex Delta
drukverschilventiel worden gebruikt.
De capillaire buis wordt aangesloten op
de aftapkraan die vóór de regelnaald
van de Ballorex Venturi geplaatst is,
waardoor het ventiel zich in de door
de Ballorex Delta gecontroleerde kring
bevindt. Het drukverlies over de Ballorex
Venturi moet vervolgens in aanmerking worden genomen bij de instelling van het
Ballorex Delta drukverschilventiel.

De Ballorex Venturi bevindt


zich altijd in de door de
Ballorex Delta gecontroleerde
kring. Bijgevolg moet het
drukverlies worden toegevoegd
aan het vereiste drukverschil
in de gecontroleerde kring
wanneer de Ballorex Delta
drukverschilregelaar wordt
ingesteld.
42 | Ballorex Venturi

3.1.2 Montagevoorschriften
0 x DN 0 x DN

Montagevoorschriften DN15-50
0 x DN 0 x DN

1. Een pijltje op het Ballorex Venturi-huis


geeft 0de
x DN
flowrichting
0 x DN
weer.

5 x DN 0 x DN
Kvm
2. De Ballorex Venturi kan 360° rond de
5 x DN 0 x DN
leidingas worden geïnstalleerd.
Kvm

5 x DN 0 x DN
Kvm

DN 15 - 25: 3 mm
3. Er moet voldoende ruimte zijn voor de DN 32 - 50: 5 mm
afsluitfunctie van 90°.
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
X

DN 15 - 25: 3 mm
X
DN 32 - 50: 5 mm
DN 15 - 25: X = 75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm

0 x DN 0 x DN
DN 15 - 25: X = X75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm
4. 0 × d rechte leiding is nodig. De Ballorex
0 x DN 0 x DN
Venturi kan rechtstreeks gemonteerd
worden op bochten, verloopstukken,
DN 15 - 25: X = 75 mm DN 32 - 50: X = 122 mm
flexibele leidingen, enz.

5. 5 × d rechte leidingen zijn nodig wanneer


5 x DN 0 x DN
het ventiel meteen na de systeempomp
Kvm
5 x DN 0 x DN
wordt geplaatst.
Kvm

Kvm

Kvm

DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm
Kvm Ballorex | 43

DN 15 - 25: 3 mm
6. EDN
r mag geen hennep in de leiding
32 - 50: 5 mm
loshangen.

7. De leidinguiteinden moeten ontbraamd


worden om verstopping te voorkomen.

8. Voor flowcontrole kan een Ballorex


Balancing Computer met vooraf
Kvm
opgeslagen gegevens van de Ballorex
ventielen worden gebruikt. Bij gebruik van
Kvm
Kvm Kvm een andere flowmeter wordt de op de
ventielhendel vermelde Kvm-waarde van
Kvm
Kvm
de Ballorex Venturi eenmalig ingevoerd
om zo tot de juiste flowweergave te
DN 15 - 25: 3 mm
DN 32 - 50: 5 mm komen.

DN 15 - 25: 3 mm
DN 15 - 25: 3 mm 9. Het ventiel wordt eenvoudig met een
DN 32 - 50: 5 mm
DN 32 - 50: 5 mm inbussleutel ingesteld. Het ventiel wordt
afgesteld totdat de benodigde flow op de
flowmeter wordt weergegeven.
44 | Ballorex Venturi

Montagevoorschriften DN65-600

1. Een pijltje op de Ballorex Venturi-buis


geeft de flowrichting weer.
10 x DN 0 x DN

10 x DN 0 x DN

2. De Ballorex Venturi kan geïnstalleerd


10 x DN
worden met de vertragingskast in 0 x DN
eender welke richting. Wanneer de
vertragingskast echter verticaal wordt
geplaatst, wordt ervan uitgegaan dat
60˚ 300˚ er geen onzuiverheden in het systeem

zijn die de werking van het ventiel
60˚ 300˚ kunnen beïnvloeden. Als er een risico

van onzuiverheden bestaat, wordt er
60˚ 300˚
aangeraden om de vertragingskast in een

hoek van 60° tot 300° te plaatsen.

5 x DN 0 x DN
4. Er wordt aangeraden om vóór het
ventiel een rechte leiding met een lengte
5 x DN 0 x DN van minstens 5 × d leidingdiameter te
voorzien. Er zijn geen minimumvereisten
5 x DN 0 x DN voor de lengte van de rechte leidingen na
het ventiel.

5. Als er onmiddellijk vóór het ventiel een


pomp geïnstalleerd wordt, moet er een
rechte leiding van 10 × d leidingdiameter
voorzien worden. Er zijn geen vereisten
10 x DN 0 x DN
voor de lengte van rechte leidingen na
het ventiel.
10 x DN 0 x DN Ballorex | 45

10 x DN 0 x DN

6. Voor flowcontrole kan een Ballorex


Balancing Computer met vooraf
opgeslagen gegevens van de Ballorex
ventielen worden gebruikt. Bij gebruik van
een andere flowmeter wordt de op de
Venturi-buis vermelde Kvm-waarde van
de Ballorex Venturi eenmalig ingevoerd
om zo tot de juiste flowweergave te
komen.

7. De flow wordt afgesteld door de hendel


op de vertragingskast te draaien. De
flow neemt toe wanneer de hendel naar
links (tegen de klok in) wordt gedraaid en
neemt af wanneer de hendel naar rechts
(met de klok mee) wordt gedraaid.
46 | Ballorex Venturi

3.1.3 Toepassingen

Toepassing 1 - Vloerverwarming
In een vloerverwarmingssysteem zorgen Ballorex Venturi ventielen voor de
vereiste flowverdeling naar alle verdelers. Actuators die met het GBS of een
kamerthermostaat verbonden zijn, controleren de flow in elke lus door de
tweewegventielen al naargelang de kamertemperatuur te openen of te sluiten.
De flow en de temperatuur worden gecontroleerd om het benodigde thermische
binnencomfort te garanderen.
Ballorex | 47

Toepassing 2 - Variabele-flowsysteem
In variabele-flowsystemen met gemotoriseerde tweewegventielen garandeert
de Ballorex Venturi een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle units bij
maximale belasting (dimensionering) voldoende flow krijgen. De actuators die
zich op de gemotoriseerde tweewegventielen bevinden, zijn aangesloten op
een kamerthermostaat of het GBS om de flow in elke unit (zoals een fancoil,
luchtverwarmer, stralingspaneel, enz.) te controleren. Door de tweewegventielen
al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten, wordt het benodigde
thermische binnencomfort bereikt.
48 | Ballorex Venturi

Toepassing 3 - Constante-flowsysteem
In constante-flowsystemen met gemotoriseerde driewegventielen garandeert
de Ballorex Venturi een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle units bij
elke belasting voldoende flow krijgen. De Ballorex Venturi zorgt voor hetzelfde
drukverlies in de strang met de eindunit, ongeacht de positie van het driewegventiel.
De actuators die zich op de gemotoriseerde driewegventielen bevinden, zijn
aangesloten op een kamerthermostaat of het GBS om de flow in elke unit
(zoals een fancoil, luchtverwarmer, stralingspaneel, enz.) te controleren. Door de
driewegventielen al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten, wordt
het benodigde thermische binnencomfort bereikt.
Ballorex | 49

Toepassing 4 - cv-installatie met drukverschilregelaars


Doordat de Ballorex Venturi en het Ballorex Delta drukverschilventiel samen
geïnstalleerd zijn in een strang van een cv-installatie met radiatoren of andere
eindunits, worden drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
vermeden binnen de strang. Op die manier worden een stabiele druk en
constante flow verzekerd. Tegelijkertijd wordt geluidshinder ten gevolge van
een hoog drukverschil in de radiatorthermostaten, tweewegventielen en andere
componenten in de installatie voorkomen. Het drukverlies over de Ballorex
Venturi moet in aanmerking worden genomen bij de instelling van het Ballorex
Delta drukverschilventiel. Een installatie die een Ballorex Venturi en Ballorex Delta
combineert, kan snel en kosteneffectief in bedrijf worden gesteld.
50 | Ballorex Venturi

Toepassing 5 - Éénpijpverwarmingsinstallatie
Ballorex Venturi ventielen in een Éénpijpverwarmingsinstallatie zorgen voor de
gewenste flowverdeling over alle strangen en segmenten.
Ballorex | 51

Toepassing 6 - Installatie met luchtbehandelingsunits


De combinatie van Ballorex Venturi ventielen in een installatie met
luchtbehandelingsunits zorgt voor een precieze flowcontrole. Ballorex Venturi 1
met Combi Drain Maxi in combinatie met Ballorex Delta beperkt de maximale flow
(dimensionering). Ballorex Venturi 2 helpt het vereiste temperatuurverschil tussen de
aanvoer- en retourleidingen van de luchtbehandelingsunit afstellen.

Ballorex Venturi 1 Ballorex Venturi 2

Ballorex Venturi 1 Ballorex Venturi 2


52 | Ballorex Venturi

3.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden

Dimensionering van Ballorex Venturi-installatie


Vier Ballorex Venturi ventielen worden in een strang van een installatie met
fancoils geïnstalleerd. De Ballorex Venturi ventielen zorgen voor de benodigde
flowverdeling in de strang, terwijl de gemotoriseerde ventielen die met een GBS of
kamerthermostaten verbonden zijn, de binnentemperatuur controleren.

3 2 1

Strang in een installatie met fancoils - ingeregeld door Ballorex Venturi


ventielen.

De flow van de fancoils wordt bepaald op basis van de dimensionering:


• Ballorex Venturi nr. 1: benodigde flow 0,10 l/s (360 l/h)
• Ballorex Venturi nr. 2: benodigde flow 0,20 l/s (720 l/h)
• Ballorex Venturi nr. 3: benodigde flow 0,25 l/s (900 l/h)
• Ballorex Venturi nr. 4: benodigde flow 0,55 l/s (1980 l/h)

De drukverliezen worden in de leidingen berekend over de volledig geopende


gemotoriseerde ventielen en de fancoils. Op basis van deze berekeningen zijn de
volgende drukverliezen over de Ballorex Venturi ventielen vereist:
• Ballorex Venturi nr. 1: benodigd drukverlies 5,0 kPa
• Ballorex Venturi nr. 2: benodigd drukverlies 7,0 kPa
• Ballorex Venturi nr. 3: benodigd drukverlies 10,0 kPa
• Ballorex Venturi nr. 4: benodigd drukverlies 20,0 kPa
Ballorex | 53

De benodigde ventielautoriteit wordt bereikt wanneer de ventielen gedimensioneerd


worden overeenkomstig de benodigde flow en drukverschil in (bijna) volledig
geopende positie.

bar kPa Drukval over ventiel Positie


1,0 100
0,8 80 0,0 2,0 3,0 4,0
0,7 70
0,6 60
0,5 50
0,4 40

0,3 30 6,0

0,2 20 7,0

8,0

0,1 10 9,9

0,08 8
0,07 7
0,06 6
Ballorex Venturi nr. 1
0,05 5
0,04 4

0,03 3 Flow
0,036 0,04 0,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,1 0,148 l/s
129,6 144,0 180,0 216,0 252,0 288,0 324,0 360,0 532,8 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 1

Flowdiagram voor Ballorex Venturi DN15S

Voor elke kring wordt het kleinste beschikbare Ballorex Venturi ventiel gekozen dat
aan de vereiste beantwoordt. In geval van een DN15S bedraagt het drukverlies 5,0
kPa bij een flow van 0,10 l/s en instelling 9,9. Dit ventiel zal voor een goede regeling
zorgen. Bij een Ballorex Venturi DN15S-ventiel wordt een flow van 0,10 l/s bereikt
bij een instelling tussen 3,6 (drukverlies van 55 kPa) en 9,9 (drukverlies van 5 kPa).
Ter vergelijking: bij een DN20S-ventiel wordt een flow van 0,1 l/s bereikt bij een
instelling tussen 1,2 (drukverlies van 55 kPa) en 5,6 (drukverlies van 5 kPa).
Het instelbereik voor de Ballorex Venturi DN15S voor een flow van 0,1 l/s
is 9,9 - 3,6 = 6,3
Het instelbereik voor de Ballorex Venturi DN20S voor een flow van 0,1 l/s
is 5,6 - 1,2 = 4,4
De voorkeur gaat uit naar het DN15S-ventiel omdat dit ventiel gemakkelijker op de
benodigde flow kan worden ingesteld dan het DN20S-ventiel.
54 | Ballorex Venturi

bar kPa Drukval over ventiel Positie


1,0 100
0,8 80 0,0 1,0 2,0 3,0
0,7 70
0,6 60 4,0
0,5 50
0,4 40 5,0

0,3 30 6,0
7,0
0,2 20 8,0
9,9

Ballorex Venturi nr. 3


0,1 10
0,08 8
Ballorex Venturi nr. 2
0,07 7
0,06 6
Ballorex Venturi nr. 1
0,05 5
0,04 4

0,03 3 Flow
0,075 0,09 0,1 0,2 0,25 0,3 0,325 l/s
266 324 360 720 1080 1170 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 2 en nr. 3
Niet-aanbevolen instelling van ventiel nr. 1

Flowdiagram voor Ballorex Venturi DN20S

Voor een flow van 0,20 l/s en 0,25 l/s wordt de Ballorex Venturi DN20S gekozen.
Ballorex | 55

bar kPa Drukval over ventiel Positie


1,0 100
0,8 80 0,0 1,0 2,0
0,7 70 3,0
0,6 60
0,5 50
0,4 40 4,0

0,3 30
5,0
Ballorex Venturi nr. 4
0,2 20 6,0

7,0

0,1 10 8,0

0,08 8 9,9
0,07 7
0,06 6
0,05 5
0,04 4

0,03 3 Flow
0,14 0,2 0,3 0,55 0,603
0,4 0,5 l/s
504 720 1080 1440 1800 2170 l/h
Aanbevolen instelling van ventiel nr. 4

Flowdiagram voor Ballorex Venturi DN25S

Voor een flow van 0,55 l/s wordt de Ballorex Venturi DN25S gekozen.

De volgende instelling wordt voorzien:


• Ballorex Venturi nr. 1: DN15S, instelling 9,9
• Ballorex Venturi nr. 2: DN20S, instelling 9,5
• Ballorex Venturi nr. 3: DN20S, instelling 9,9
• Ballorex Venturi nr. 4: DN25S, instelling 5,3
56 | Ballorex Venturi

3.1.5 Productzoeker

Ballorex Venturi DN15-50

DN 50 H

DN 40 H

DN 25 H & DN 32 H

DN 20 H & DN 25 S

DN 15 H DN 20 S

DN 15 S & DN 20 L

DN 15 L

DN 15 UL
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144.0 216.0 288.0 360.0 720.0 1080.0 1440.0 1800.0 2160.0 2880.0 3600.0 7200.0 10800.0 14400.0 l/h

Flowbereik Kvs Afmeting


m³/h
l/s l/h
0,0076-0,035 27-126 0,23 DN15UL
0,0172-0,074 62-266 0,63 DN15L
0,036-0,148 130-530 1,62 DN15S
0,074-0,325 267-1170 2,49 DN15H
0,036-0,148 130-530 1,43 DN20L
0,074-0,325 267-1170 2,82 DN20S
0,142-0,603 511-2170 5,72 DN20H
0,142-0,603 511-2170 7,54 DN25S
0,29-1,25 1040-4500 12,1 DN25H
0,29-1,25 1040-4500 13,2 DN32H
0,44-1,88 1580-6760 22,0 DN40H
0,82-3,51 2950-12630 36,0 DN50H

In paragraaf 7.1 wordt het volledige productassortiment gepresenteerd.


Ballorex | 57

Ballorex Venturi DN65-300

DN 300

DN 250

DN 200

DN 150

DN 125

DN 100

DN 80

DN 65
Flow rate
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 200 300 l/s
3.6 7.2 10.8 14.4 18.0 21.6 28.8 36.0 72.0 108 144 180 216 288 360 720 1,080 m3/h

Flowbereik Kvs Afmeting


m³/h
l/s m³/h

1,80-7,00 6,48-25,2 78,2 DN65


3,50-15,0 12,6-54,0 169 DN80
6,20-26,0 22,3-93,6 360 DN100
9,00-40,0 32,4-144 502 DN125
16,8-57,0 60,5-205 1010 DN150
28,0-100 101-360 1910 DN200
41,0-157 148-565 2540 DN250
72,0-226 259-814 4850 DN300
126-304 454-1093 * DN350
162-394 583-1420 * DN400
201-493 723-1780 * DN450
242-602 873-2170 * DN500
333-846 1200-3040 * DN600
* Op aanvraag beschikbaar

In paragraaf 7.1 wordt het volledige productassortiment gepresenteerd.


58 | Ballorex Venturi

3.1.6 Specificaties

Specificaties Venturi met draadaansluiting (met en zonder aftap)


Max. temperatuur 120°C *
Min. temperatuur -20°C
Max. druk 25 bar
Max. druk met presseinden 16 bar
Markering op ventiel (Hendel) DN, flowversie, Kvm (KV-waarde) (Ventielhuis) DN,
PN, flowrichting
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N
Kogel en naald Ontzinkingsbestendig messing CW602N (verchroomd)
Ventielhendel Polyamide (PA6.6 30%GF)
Dichtingen O-ringen EPDM, Pakkingen PTFE, Dichting testpunt EPDM
* Venturi-draad: 135°C met meetpunten voor hoge temperatuur

Specificaties Venturi met knelaansluiting


Max. temperatuur 120°C
Max. druk 20 bar bij 30°C, 16 bar bij 95°C, 10 bar bij 120°C
Markering op ventiel (Hendel) DN, flowversie, Kvm (KV-waarde) (Ventielhuis) DN,
PN, flowrichting
Aansluiting Knelaansluiting EN 1254-2
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N
Kogel en naald Ontzinkingsbestendig messing CW602N (verchroomd)
Ventielhendel Polyamide (PA6.6 30%GF)
Dichtingen O-ringen EPDM, Pakkingen PTFE, Dichting testpunt EPDM
Knelaansluitingen worden niet aanbevolen voor koeltoepassingen. In plaats daarvan worden press- of
draadaansluitingen aanbevolen.
Ballorex | 59

Specificaties Venturi met flensaansluiting DN15-50


Max. temperatuur 135°C
Min. temperatuur -20°C
Max. druk 16 bar/25 bar
Markering op ventiel (Hendel) DN, flowversie, Kvm (KV-waarde)
(Ventielhuis) DN, PN, flowrichting
Flens EN 1092-1 PN16
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N
Kogel en naald Ontzinkingsbestendig messing CW602N (verchroomd)
Ventielhendel Polyamide (PA6.6 30%GF)
Dichtingen O-ringen EPDM, Pakkingen PTFE, Dichting testpunt EPDM
Flenzen Koolstofstaal EN 1092-1 PN16

Specificaties Venturi DN65-600


Max. temperatuur 120°C
Min. temperatuur -20°C
Max. druk 16 bar
Markering op ventiel (Venturi-leiding) DN, max. temperatuur, flowrichting
(Vertragingskast vlinderklep) Ventieltype, DN, Kvm
Aansluiting Flens: EN 1092-1 PN16
Ventielpijp Koolstofstaal
Vlinderklephuis Gietijzer, volledig getrokken (ASTM A126 KL.B)
Schijf Roestvrij staal (ASTM A351)
As Roestvrij staal (ASTM A276)
Testpunten Ontzinkingsbestendig messing CW602N
Dichtingen EPDM en NBR
60 | Ballorex Venturi

3.1.7 Conversietabellen voor ventielen


0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30
De conversietabellen dienen om Ballorex
inregelventielen te dimensioneren wanneer
DN 50 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 40 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 32 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 25

deze andere ventielen in een installatie


0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 0,1
3.0 0,2 7.0 9.9 0,3
4.0 5.0 6.0 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.6
DN 50

moeten vervangen. Op basis van het type,


1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.5
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9 DN 40
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 1.6 2.0 3.0 4.0 4.3
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
Kv-value

de afmetingen en de instelling van het te


1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.2
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi DN 15-50 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.8


0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9

vervangen ventiel kan een Ballorex ventiel


1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.7
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.6 2.0

met de juiste eigenschappen worden


DN 10 3.0 4.0 5.0 6.0 6.3

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi

4 5 6 7 Danfoss MSV BD LENO

gekozen zonder dat er een inbedrijfstelling


moet worden verricht.

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30

DN 50 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 40 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 32 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 25
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9

1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi DN 15-50

Kv-waarden van Ballorex Venturi vs. de instelling van het ventiel.


Ballorex | 61

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30

2.0 2.5 3.0 3.5 4.0


DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

2.0 2.5 3.0 3.5 4.0


DN 40 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

2.0 2.5 3.0 3.5 4.0


DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
2.0 2.5 3.0 3.5 4.0
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 25
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

2.0 2.5 3.0 3.5 4.0


DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.5 2.0 2.5 3.0 3.5 4.0
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 15 1.5 2.0 2.5 3.0 3.5 4.0

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi

2.5 3.0 3.5 4.0 TA STAD

TA STAD vs. Ballorex Venturi.

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.6


DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.5


DN 40
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

1.6 2.0 3.0 4.0 4.3


DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.2
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.8


0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 5.7
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 10 1.6 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 6.3

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi

4 5 6 7 Danfoss MSV BD LENO

Danfoss MSV BD LENO vs Ballorex Venturi.


62 | Ballorex Vario

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

3 4 5 6 7 8 9 10
DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 40 3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

3 4 5 6 7 8 9 10
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
3 4 5 6 7 8 9 10
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 10 3 4 5 6 7 8 9 10

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi

7 8 9 10 MMA STV

MMA STV vs. Ballorex Venturi.

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
DN 50
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

DN 40 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
DN 32
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
1 2 3 4 5 6 7
DN 25 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.9

1 2 3 4 5 6 7
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 20 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6 9.9
1 2 3 4 5 6 7
1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
DN 15 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9
3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 9.9
DN 10 1 2 3 4 5 6 7

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10 20 30 40

Kv-value

5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 9.9 Ballorex Venturi

4 5 6 7 Oventrop Hydrocontrol R

Oventrop Hydrocontrol R vs. Ballorex Venturi.


Ballorex | 63

3.2 Ballorex Vario

Dubbel instelbaar regelventiel met variabele opening (VODRV). DN15-50, 1/2-2”

3.2.1 Inleiding

Beschrijving van Ballorex Vario


De Ballorex Vario is een dubbel instelbaar regelventiel met variabele opening voor
de inregeling van cv- en koelinstallaties. Deze inregeling zorgt voor de benodigde
flowverdeling in de afzonderlijke stijgleidingen en eindunits. Typische toepassingen
zijn cv- of koelinstallaties, evenals fancoils in hoge gebouwen met meerdere
verdiepingen. De Ballorex Vario is verkrijgbaar in maten DN15 tot DN50 en is
vervaardigd uit ontzinkingsbestendig messing (DZR). Voor de maten DN65 t/m
DN600 wordt het assortiment Ballorex Venturi ventielen aanbevolen. De Ballorex
Vario kan optioneel met een aftapkraan worden geleverd. De aftapkraan wordt
niet alleen gebruikt om de installatie af te tappen, maar ook om een capillaire buis
afkomstig van het Ballorex Delta drukverschilventiel op aan te sluiten. De Ballorex
Delta wordt in combinatie met de Ballorex Vario gebruikt voor drukverschilregeling
en maximale flowbegrenzing.
64 | Ballorex Vario

Voordelen van Ballorex Vario


• Productgamma van DN15 tot DN50 voor verwarmings- en koelinstallaties
• Meting, voorinstelling en afsluiting in één unit
• Compacte opbouw voor installaties in krappe ruimtes
• Flowrichting is niet van belang voor de installatie van het ventiel
• Snelle en gemakkelijke voorinstelling met een inbussleutel
• Instelschaal is precies en gemakkelijk leesbaar
• Eenvoudige afsluiting van de flow door een kwartdraai van de hendel
• Geen verandering in voorinstelling bij afsluiten en heropenen
• Aftapkraan kan 360° worden gedraaid voor gemakkelijk onderhoud
• Perfect als partnerventiel voor de Ballorex Delta
drukverschilventielen

Opbouw van Ballorex Vario

1
1 Inbussleutel voor
4 voorinstelling
2 Inregelspindel
4 3 Kogelkraan voor afsluiting
van de flow
4 Afsluithendel
2 6
5 Optionele aftapkraan
6 Meetpunten
3
5

De opbouw van de Ballorex Vario maakt flowmeting, voorinstelling en afsluiting


in één unit mogelijk. De regelspindel binnen in de ingebouwde kogelkraan wordt
onafhankelijk van de afsluitfunctie van de kogelkraan ingesteld. Hierdoor kan de
systeemflow afgesloten en weer geopend worden zonder de ventielinstelling te
veranderen. De systeemflow wordt afgesloten door een eenvoudige kwartdraai
van de ventielhendel. Uit de positie van de hendel kan ook worden afgeleid of het
ventiel open of gesloten is. Door zijn compacte opbouw en de tweerichtingsflow is
de Ballorex Vario gemakkelijk en vlot in elke installatie te plaatsen. De Ballorex Vario
wordt optioneel met een aftapkraan geleverd. Deze aftapkraan kan 360° worden
gedraaid voor een gemakkelijk onderhoud van de installatie.
Ballorex | 65

Flowinregeling van Ballorex Vario


Ballorex beschikt over een
specifieke inregelcomputer
waarin de gegevens van alle
Ballorex ventielen zijn
opgeslagen. Om de flow te
meten wordt de flowmeter
op de meetpunten van het
ventiel aangesloten en wordt
de benodigde Ballorex Vario
in de lijst gekozen om de
flowwaarde te verkrijgen.

De Ballorex Vario is uitgerust met meetpunten voor de meting van het


drukverschil. Wanneer de Ballorex Vario vooringesteld is, kan de flow met een
standaardflowmeter worden bevestigd. De instelling gebeurt eenvoudigweg door de
regelspindel in het ventiel met een inbussleutel te bewegen tot de vereiste positie.
De instelschaal boven op de ventielhendel geeft de precieze instelling weer voor een
gemakkelijke uitlezing, zelfs op afstand.

De Ballorex Vario kan in elke positie worden geïnstalleerd, ongeacht de flowrichting.


Dit bevordert een vlotte en foutloze installatie zonder beperkingen voor installaties
met aanvoer- of retourleidingen.

Flowrichting over de
Ballorex Vario is niet van
belang voor de werking van
het ventiel.
66 | Ballorex Vario

De Ballorex Vario is niet alleen beschikbaar met een standaard draadaansluiting,


maar op aanvraag ook met een selectie aansluitkoppelingen VSH Tectite
(pushfittingen) of VSH XPress (pressfittingen).

Werking van Ballorex Vario


De Ballorex Vario kan als autonoom inregelventiel worden gebruikt om de gewenste
flowverdeling binnen de gecontroleerde installatie te verwezenlijken.

De Ballorex Vario kan


als autonoom ventiel
worden gebruikt voor
flowinregeling en
systeemonderhoud.

Via de optionele aftapkraan van de Ballorex Vario kan tegelijkertijd een capillaire
buis op de Ballorex Delta, een drukverschilventiel, worden aangesloten. Door de
Ballorex Vario te combineren met een Ballorex Delta in de strang van een installatie
met eindunits, worden drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
tenietgedaan binnen de strang. De op de Ballorex Vario ingestelde ontwerpflow
zal nooit overschreden worden dankzij een constante drukverschilregeling.
Een installatie die een Ballorex Vario en Ballorex Delta combineert, kan snel en
kosteneffectief in bedrijf worden gesteld.
Ballorex | 67

Ballorex Vario als partnerventiel voor het


Ballorex Delta drukverschilventiel.

De Ballorex Vario en Ballorex Delta kunnen op twee manieren worden aangesloten,


waarbij de Ballorex Vario zich binnen of buiten de gecontroleerde kring bevindt.
Wanneer de capillaire buis is aangesloten op de aftapkraan van het meetpunt met
de hoogst gemeten druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich binnen de door het
drukverschilventiel gecontroleerde kring. Dit type installatie wordt normaal gezien
gebruikt in verwarmingssystemen met thermostatische radiatorkranen die niet
voorinstelbaar zijn. In dit geval moet het drukverlies over het Ballorex Vario ventiel in
aanmerking worden genomen bij de instelling van het drukverschilventiel.

Ballorex Vario binnen de door de Ballorex


Delta drukverschilregelaar gecontroleerde
kring.
68 | Ballorex Vario

Wanneer de capillaire buis is aangesloten op de aftapkraan van het meetpunt


met de laagst gemeten druk bevindt de Ballorex Vario zich buiten de door
het drukverschilventiel gecontroleerde kring. Dit type installatie wordt normaal
gezien gebruikt in verwarmingssystemen met thermostatische radiatorkranen
die voorinstelbaar zijn. Deze installatie wordt ook aanbevolen in koel- en
verwarmingssystemen met inregelventielen die op de eindunits zijn geïnstalleerd om
de benodigde flow te verzekeren. In dit geval wordt het drukverlies over het Ballorex
Vario ventiel niet in aanmerking genomen bij de instelling van het drukverschilventiel.

Ballorex Vario buiten de door de Ballorex


Delta drukverschilregelaar gecontroleerde
kring.
Ballorex | 69

3.2.2 Montagevoorschriften

Montagevoorschriften DN15-50

1. De Ballorex Vario kan worden


geïnstalleerd ongeacht de flowrichting.

2. De Ballorex Vario kan 360° rond de


10
leidingas worden geïnstalleerd.
5 x DN 2 x DN

2 x DN 10 x DN 2 x DN
X

DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm

3. De Ballorex Vario vereist voldoende


ruimte voor de afsluitfunctie
2 x DN 10 x DN
van 90°.2 x DN DN 10-25:
5 x DN DN 32-50: 5

DN 10-25: 3 mm
X DN 32-50: 5 mm

DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm

4. De Ballorex Vario heeft een rechte leiding


DN 10-25: 3 mm
5 x DN 2 x DN 10 x DN van 5 2×x DN
DN nodig wanneer het direct na
DN 32-50: 5 mm

een bocht wordt geplaatst en een rechte


leiding van 2 × DN wanneer het direct
vóór een bocht wordt geplaatst.
22 mm

5. De Ballorex Vario heeft een rechte leiding


N 10 x DN 2 x DN
DN 10-25: 3 mm
DN 32-50: 5 mm
van 10 × DN nodig wanneer het direct na
de pomp wordt geplaatst.

DN 10-25: 3 mm
DN 32-50: 5 mm
70 | Ballorex Vario

2 x DN
6. De Ballorex Vario kan worden

DN 10-25: 3 mm
2 DN 32-50: 5 mm
10 x DN
2 x DN
geïnstalleerd ongeacht de5 hoek
x DN
van de
X leiding.

N
D
x
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm

N
D
10 x DN

x
5 x DN 2 x DN 2 x DN

10
2 x DN

X
7. De Ballorex Vario mag niet worden D
D
geïnstalleerd als er hennep in de leiding
loshangt.
5 2x DN

N
D

5 mm
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm
x

m
0: 3
m
-5 5:
32 0-2
1
N
D
N

N
2 x DN 10 x DN 2 x DN
D

D
5 x DN DN 10-25: 3 mm
x
5

DN 32-50: 5 mm
DN 10-25: X = 75 mm DN 32-50: X = 122 mm

8. De Ballorex Vario mag enkel worden


geïnstalleerd nadat de leidinguiteinden
122 mm
zijn ontbraamd om verstopping te
voorkomen.
m
m
2

9. Voor flowcontrole wordt een Ballorex


DN 10-25: 3 mm
12
=

DN 32-50: 5 mm
X
0:

inregelcomputer gebruikt. De Ballorex


-5
32
N
D

Vario wordt in het menu van de


X
m
X

m
75

inregelcomputer gekozen en de
=
X
5:
-2

ventielinstelling wordt ingevoerd voor een


10
N
D

directe flowweergave. Andere flowmeters


10 x DN 2 x DN
kunnen voor de flowcontrole worden
gebruikt. In dit geval moet de Kvm-
waarde voor de huidige instelling van de
Ballorex Vario worden ingevoerd voor een
directe flowweergave.

DN 10-25: 3 mm 10. De Ballorex Vario wordt ingesteld door


DN 32-50: 5 mm
het ventiel met een inbussleutel af te
stellen totdat de benodigde flow is
verkregen.
Ballorex | 71

3.2.3 Toepassingen

Toepassing 1 - Vloerverwarmingssysteem
In een vloerverwarmingssysteem zorgt de Ballorex Vario voor de benodigde
flowverdeling naar alle verdelers. Actuators die met de kamerthermostaat of het
GBS verbonden zijn, controleren de flow in elke lus door de tweewegventielen
al naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten. De flow- en
temperatuurcontrole zorgt voor het benodigde thermische binnencomfort.
72 | Ballorex Vario

Toepassing 2 - Fancoilsysteem met gemotoriseerde tweewegventielen


(variabele-flowsysteem)
In een variabele-flowsysteem met gemotoriseerde tweewegventielen garandeert
de Ballorex Vario een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle fancoils
bij maximale belasting de gewenste flow krijgen. De actuators die zich op de
gemotoriseerde tweewegventielen bevinden en op de kamerthermostaat of het
GBS zijn aangesloten, controleren de flow in elke fancoil door de tweewegventielen
naargelang de luchttemperatuur te openen of te sluiten. De flow- en
temperatuurcontrole zorgt voor het benodigde thermische binnencomfort.
Ballorex | 73

Toepassing 3 - Fancoilsysteem met gemotoriseerde driewegventielen


(constante-flowsysteem)
In een constante-flowsysteem met gemotoriseerde driewegventielen garandeert
de Ballorex Vario een hydraulische balans en zorgt hij ervoor dat alle units bij
maximale belasting de benodigde flow krijgen. De Ballorex Vario ventielen zorgen
voor hetzelfde drukverlies in de strang met de eindunit, ongeacht de positie van
het driewegventiel. De actuators die zich op de gemotoriseerde driewegventielen
bevinden en op een kamerthermostaat of het GBS zijn aangesloten, controleren
de flow in elke unit door de driewegventielen naargelang de luchttemperatuur te
openen of te sluiten. De flow- en temperatuurcontrole zorgt voor het benodigde
thermische binnencomfort.
74 | Ballorex Vario

Toepassing 4 - cv-installatie met drukverschilventielen


Wanneer in een strang van de cv-installatie een Ballorex Vario ventiel en Ballorex
Delta drukverschilventiel zijn geïnstalleerd, worden drukschommelingen vanuit
het overige deel van de installatie tenietgedaan binnen de strang. Dit zorgt
voor een stabiele druk, een constante flow en voorkomt tegelijk alle mogelijke
geluidshinder ten gevolge van het enorme drukverschil in de radiatorthermostaten,
tweewegventielen of andere componenten in de installatie. Een installatie met daarin
een Ballorex Vario en Ballorex Delta kan snel en kosteneffectief worden ingeregeld.



Ballorex | 75

Toepassing 4A - cv-installatie met drukverschilventielen


Cv-installatie waarin het Ballorex Vario ventiel en het Ballorex Delta
drukverschilventiel zo zijn aangesloten dat de Ballorex Vario zich binnen de
gecontroleerde kring bevindt. Door een capillaire buis aan te sluiten op de
aftapkraan van de Ballorex Vario op het meetpunt met de hoogst gemeten
druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich binnen de door het Ballorex Delta
drukverschilventiel gecontroleerde kring. Dit type toepassing wordt gebruikt in
cv-installaties met thermostatische radiatorkranen die niet voorinstelbaar zijn. In
dit geval moet het drukverlies over het Ballorex Vario ventiel in aanmerking worden
genomen bij de instelling van het drukverschilventiel. De flow over het Ballorex Vario
ventiel wordt constant gehouden door een constant drukverschil (voor zover er
geen reden is om de belasting van de eindunit te veranderen).
76 | Ballorex Vario

Toepassing 4B - cv-installatie met drukverschilventielen


Cv-installatie waarin het Ballorex Vario ventiel en het Ballorex Delta drukverschilventiel
zo zijn aangesloten dat de Ballorex Vario zich buiten de gecontroleerde kring bevindt.
Door een capillaire buis aan te sluiten op de aftapkraan van de Ballorex Vario op het
meetpunt met de laagst gemeten druk, bevindt de Ballorex Vario zich buiten de door
het Ballorex Delta drukverschilventiel gecontroleerde kring. Dit type toepassing wordt
gebruikt in cv-installaties met thermostatische radiatorkranen die voorinstelbaar zijn.
In dit geval wordt het drukverlies over het Ballorex Vario ventiel niet in aanmerking
genomen bij de instelling van het drukverschilventiel. Het Ballorex Vario ventiel kan
ook als meetventiel worden gebruikt om te controleren of de voorinstelling van de
thermostatische radiatorkraan correct is en of de ontwerpflow in de stijgleiding wordt
bereikt.
Ballorex | 77

Toepassing 5 - Éénpijpverwarmingsinstallatie
Een Ballorex Vario in een Éénpijpverwarmingsinstallatie zorgt voor de gewenste
flowverdeling over alle strangen en segmenten.
78 | Ballorex Vario

3.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden

Dimensionering van Ballorex Vario installatie


Het volgende dimensioneringsvoorbeeld toont een Ballorex Vario die geïnstalleerd is
in een fancoilsysteem. De Ballorex Vario zorgt voor de benodigde flow in de strang
en de gemotoriseerde ventielen, die met een GBS of kamerthermostaten verbonden
zijn, controleren de binnentemperatuur.

3 2 1

Strang in een installatie met fancoils, ingeregeld door Ballorex Vario ventielen.

De flow naar elke fancoil wordt bepaald op basis van de dimensionering:


• Ballorex Vario nr. 1: benodigde flow 0,07 l/s (252 l/h)
• Ballorex Vario nr. 2: benodigde flow 0,20 l/s (720 l/h)
• Ballorex Vario nr. 3: benodigde flow 0,25 l/s (900 l/h)
• Ballorex Vario nr. 4: benodigde flow 0,52 l/s (1872 l/h)

De drukverliezen worden in de leidingen berekend over de volledig geopende


gemotoriseerde ventielen en fancoils. Op basis van deze resultaten moeten de
volgende drukverliezen over de Ballorex Vario ventielen worden voorzien:
• Ballorex Vario nr. 1: benodigd drukverlies 3,0 kPa
• Ballorex Vario nr. 2: benodigd drukverlies 7,0 kPa
• Ballorex Vario nr. 3: benodigd drukverlies 10,0 kPa
• Ballorex Vario nr. 4: benodigd drukverlies 20,0 kPa

De benodigde ventielautoriteit en bijgevolg een goed regelvermogen worden


verwezenlijkt wanneer de ventielen gedimensioneerd worden overeenkomstig de
benodigde flow en drukverschil in (bijna) volledig geopende positie.
Ballorex | 79

bar kPa Drukval over ventiel Positie


2,5 250
0,0 1,0 2,0 3,0

1,0 100 4,0

5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10 9,0

9,9

Ballorex Vario nr. 1

0,01 1 Flow
0,0054 0,7 0,1 0,148 l/s
19,4 252 360 533 l/h
Aanbevolen instelling

Flowdiagram voor Ballorex Vario DN15

Voor elke kring wordt de kleinste Ballorex Vario gekozen die aan de vereisten
beantwoordt. In dit geval zal een DN15-ventiel met instelling 8,5 de benodigde flow
van 0,07 l/s en het benodigde drukverlies van 3,0 kPa tot stand brengen. Deze
ventielmaat zorgt voor een goede regeling aangezien elke verandering van instelling
tot een groter drukverlies leidt dan bijvoorbeeld in het geval van een DN20-ventiel.
Het is bijgevolg gemakkelijker om een DN15-ventiel op de gewenste flow af te
stellen dan een DN20-ventiel (zie grafiek op de volgende pagina).

Het instelbereik voor de Ballorex Vario DN15 voor een flow van 0,7 l/s is
9,9 - 1,4 = 8,5
Het instelbereik voor de Ballorex Vario DN20 voor een flow van 0,7 l/s is
6,8 - 1,0 = 5,8

De voorkeur gaat uit naar het DN15-ventiel omdat dit ventiel door de hogere
instelresolutie gemakkelijker op de benodigde flow kan worden ingesteld dan het
DN20-ventiel.
80 | Ballorex Vario

bar kPa Drukval over ventiel Positie


2,5 250
0,0 1,0 2,0
3,0
1,0 100
4,0

5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10 Ballorex Vario nr. 3
9,0
Ballorex Vario nr. 2
0,07 7 9,9

Ballorex Vario nr. 1


0,03 3

0,01 1 Flow
0,0153 0,7 0,1 0,2 0,25 0,325 l/s
55 252 360 720 900 1170 l/h
Aanbevolen instelling Niet-aanbevolen instelling

Flowdiagram voor Ballorex Vario DN20

bar kPa Drukval over ventiel Positie


2,5 250
0,0 1,0 2,0 3,0

1,0 100 4,0

5,0
6,0

Ballorex Vario nr. 4 7,0


20
8,0
0,1 10 9,0

9,9

0,01 1 Flow
0,0232 0,05 0,1 0,2 0,3 0,4 0,52 0,603 l/s
83,5 180 360 720 1080 1440 1872 2171 l/h
Aanbevolen instelling

Flowdiagram voor Ballorex Vario DN25


Ballorex | 81

Voor een flow van 0,20 l/s en 0,25 l/s wordt de Ballorex Vario DN20 gekozen en
voor een flow van 0,52 l/s wordt de Ballorex Vario DN25 gekozen.

De ventielen zijn ingesteld op:


• Ballorex Vario nr. 1: DN15, instelling 8,5
• Ballorex Vario nr. 2: DN20, instelling 7,2
• Ballorex Vario nr. 3: DN20, instelling 7,4
• Ballorex Vario nr. 4: DN25, instelling 6,9

3.2.5 Productzoeker

DN 50

DN 40

DN 32

DN 25

DN 20

DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 l/h

Flowbereik Kvs Afmeting


m³/h
l/s l/h
0,0054-0,148 19-530 1,71 DN15
0,015-0,325 55-1170 4,40 DN20
0,023-0,603 84-2170 7,46 DN25
0,087-1,25 310-4500 13,50 DN32
0,13-1,88 450-6770 23,70 DN40
0,27-3,51 960-12640 34,50 DN50

In paragraaf 7.2 wordt het volledige assortiment gepresenteerd


82 | Ballorex Vario

3.2.6 Specificatie

Specificaties
Max. temperatuur 120°C
Min. temperatuur -20°C
Max. druk 25 bar
Max. druk met drukeinden 16 bar
Markering op ventiel (Hendel) DN, Maat inbussleutel
(Ventielhuis) DN, PN
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N CuZn36Pb2As
Kogel en naald Ontzinkingsbestendig messing CW602N (verchroomd)
Ventielhendel Polyamide (PA6.6 30%GF)
Dichtingen O-ringen EPDM
Pakkingen PTFE
Dichting testpunt EPDM
Ballorex | 83

4 Dynamische strangregelventielen
4.1 Ballorex Dynamic

Drukonafhankelijk regelventiel (PICV) DN15-50 1/2 - 2”

4.1.1 Inleiding

Beschrijving van Ballorex Dynamic


Het Ballorex Dynamic ventiel is een drukonafhankelijke flowregelaar en regelventiel
in één unit die in verwarmings- of koelinstallaties voor een constante flow zorgt
onafhankelijk van drukveranderingen.
Met actuator is de Ballorex Dynamic een combinatie van een automatische
flowregelaar en een tweewegventiel. Dankzij een regelautoriteit van 100% reageert
het ventiel onmiddellijk en past het de flow aan naargelang het signaal van het GBS
of de kamerthermostaat.
Zonder actuator werkt de Ballorex Dynamic als een automatische flowregelaar. Op
deze manier garandeert het ventiel de ontwerpflow in de eindunits. Het Ballorex
Dynamic ventiel voorkomt ook te allen tijde overflow in de systemen.
84 | Ballorex Dynamic

Voordelen van Ballorex Dynamic


• Automatische inregeling
• Directe meting van effectief flow aan de hand van de ingebouwde Venturi nozzle
• Eenvoudige foutopsporing dankzij controle van effectieve flow
• Altijd 100% regelautoriteit voor een perfecte flowcontrole aangezien een volledige
slag onafhankelijk is van de voorinstelling
• Montage in elke mogelijke positie en rechtstreeks op bochten, verloopstukken en
flexibele leidingen
• Geen overflow en geen onnodig energieverbruik
• Beter thermisch comfort
• Uiterst nauwkeurige flowcontrole met tolerantie van ± 7%
• Geen inbedrijfstelling nodig
• Eenvoudige ventielkeuze
• Cartridges met kleurcode voor gemakkelijke identificatie
• Systeem gemakkelijk te spoelen dankzij verwijderbare cartridge
• Lage installatiekosten dankzij de twee-in-één constructie (gemotoriseeerd ventiel
en automatische flowregelaar)
• Precieze afstemming van de pomp voor minder energieverbruik bij flowcontrole
via meetpunten
• Systeemuitbreiding of herstellingen mogelijk zonder de flow in de actieve
eindunits te moeten wijzigen
• Huis uit één stuk, dat niet aan leidingspanning onderhevig is, waardoor er geen
risico van lekkage uit het ventiel bestaat

Opbouw van Ballorex Dynamic


Het Ballorex Dynamic ventiel bestaat uit een voorinstelunit die als manuele
inregelventiel werkt, een gemotoriseerd tweewegventiel, een thermo-elektrische of
elektromechanische actuator, een drukverschilregelaar, meetpunten, een Venturi-
opening en een ventielhuis.
Ballorex | 85

1 Actuator
8 1 2 Radiaal bewegende voorinstelunit en
axiaal bewegend tweewegventiel
2 3 Inlaatopening gecontroleerd door
unit 2
7 3
4 Venturi-opening voor flowcontrole
4
5 5 Drukverschilregelaar
6 6 Ventielhuis
7 Uitlaatopening, gecontroleerd door
regelaar 5
8 Meetpunten voor flowcontrole

De interne ventieldelen zijn ontworpen als één cartridge-unit. Hierdoor kan de


volledige cartridge worden verwijderd om het systeem gemakkelijk te spoelen.
Nadat de cartridge is verwijderd, wordt een ventieldop aangebracht (die ook als
voorinstelapparaat wordt gebruikt) om het huis tijdens het spoelen af te dichten.

Ballorex Dynamic met verwijderbare cartridge.

De voorinstelunit van de cartridge zorgt voor de ontwerpflow en werkt daarnaast


als een tweewegventiel dat door de actuator gecontroleerd wordt op basis van het
signaal van het GBS of de kamerthermostaat.
86 | Ballorex Dynamic

De actuator heeft 100% regelautoriteit bij


een volledige slag. De voorinstelunit beweegt
radiaal en is onafhankelijk van de
modulerende functie van het tweewegventiel
die tot stand wordt gebracht door een axiale
beweging van de ventielstang.

Als de voorinstelunit radiaal beweegt en de functie van het tweewegventiel tot stand
wordt gebracht door de axiale beweging van diezelfde unit, dan heeft de actuator
een volledige slag, ongeacht de voorinstelling.
De ingebouwde regelaar handhaaft een constant drukverschil over de voorinstelunit
en het tweewegventiel. Op die manier wordt de benodigde flow constant
gehouden, ongeacht de drukschommelingen in het systeem. Hierdoor is er in alle
situaties 100% regelautoriteit.
Wanneer de actuator de positie van het tweewegventiel verandert in reactie op een
signaal van het GBS of een kamerthermostaat, wordt er een nieuwe inlaatopening
voorzien en een nieuwe flow bereikt. Dankzij de werking van de drukverschilregelaar
wordt ook in dit geval de flow constant gehouden.

Flowinstelling van Ballorex Dynamic


Voordat de ontwerpflow op de Ballorex Dynamic wordt ingesteld, moet de pomp op
maximaal vermogen worden ingesteld en moeten alle onderhoudsventielen in het
systeem in volledig open positie staan. Het drukverschil over de Ballorex Dynamic
mag in geen geval meer bedragen dan 400 kPa. De ontwerpflow is gemakkelijk
af te stellen met het bijgevoegde voorinstelapparaat. Nadat de Ballorex Balancing
Computer BC2, of een andere flowmeter, op de Ballorex Dynamic is aangesloten,
wordt de flowwaarde gegeven voor een precieze afstemming van de flow. Het
voorinstelapparaat wordt boven op het ventiel over de ventielstang geplaatst.
De schaal op het voorinstelapparaat wordt vergeleken met de markering op het
messing ventielhuis.
Ballorex | 87

De flow wordt ingesteld door het voorinstelapparaat van 0° tot 90° te draaien. Elke
markering op de schaal geeft een stap van 10% weer. Wanneer de benodigde flow
is ingesteld en het begindrukverschil is voorzien, wordt de flow door het Ballorex
Dynamic ventiel constant gehouden.

Ballorex Dynamic bij:


A 100% vooringestelde flow
A B
B 50% vooringestelde flow

Een uniek kenmerk van het Ballorex Dynamic ventiel is de ingebouwde Venturi
nozzle, waardoor de flow direct kan worden gemeten. Hierdoor krijg je een
precieze flowinstelling van het ventiel en kan de effectieve flow op elk ogenblik
worden gecontroleerd voor een correcte documentatie. Daarbovenop verloopt de
foutopsporing beduidend vlotter en bespaart zo tijd.

Flow gemeten over de


Venturi nozzle die in het
Ballorex Dynamic ventiel
is ingebouwd.

Q m³/h

Om de flow te controleren wordt er een flowmeter op de meetpunten van de


Ballorex Dynamic aangesloten. Daarna wordt de vaste Kvm-waarde van de
ingebouwde Venturi nozzle in de flowmeter ingevoerd, waarna onmiddellijk de
effectieve flow met een nauwkeurigheidstolerantie van ± 3% verschijnt. Zodra de
benodigde flow is ingesteld, is het systeem in balans. De flow wordt ongeacht de
drukschommelingen constant gehouden door het Ballorex Dynamic ventiel.
88 | Ballorex Dynamic

Flowcontrole over het Ballorex Dynamic


ventiel tijdens inbedrijfstelling van het
systeem.

Effectieve flow vs. drukverschilcontrole


Er kan op twee manieren worden gecontroleerd of het ventiel een constante flow
aanhoudt. De eerste manier bestaat uit een meting van de effectieve flow over de
ingebouwde Venturi nozzle (zoals het in de Ballorex Dynamic wordt gebruikt). Bij
de tweede manier wordt enkel het drukverschil over het ventiel gemeten om na te
gaan of de ingebouwde drukverschilregelaar binnen zijn werkbereik functioneert
(flowweergave niet beschikbaar).
De directe weergave van de effectieve flow biedt meer voordelen dan een meting
van het drukverschil over het ventiel. Het belangrijkste voordeel is dat de effectieve
flowverdeling in alle eindunits kan worden gecontroleerd. Dit is bijzonder nuttig
wanneer tijdens de inbedrijfstelling de juiste flowverdeling niet kan worden verkregen
en de oorzaak moet worden opgespoord. Dit is niet mogelijk in het geval van
een meting van het drukverschil over een ventiel en daarom moeten er extra
meetopeningen worden geïnstalleerd om de effectieve flow te kunnen controleren.

Meetopening

Er is een meetopening nodig wanneer enkel het drukverschil over het


ventiel kan worden gemeten om te controleren of de ventielen in een
strang de ontwerpflow verzekeren.
Ballorex | 89

Wanneer enkel het drukverschil wordt gemeten, bestaat de kans dat afzetting
in het systeemwater geblokkeerd raakt in het ventiel, wat een verkeerde
drukverschilwaarde veroorzaakt. In dat geval geeft de flowmeter aan dat het
benodigde drukverschil voor een dynamische flowcontrole bereikt is, maar in
werkelijkheid wordt de flow niet verzekerd omdat het ventiel verstopt is. Aangezien
het Ballorex Dynamic ventiel over een directe uitlezing van de effectieve flow
beschikt, wordt tijdens de inbedrijfstelling aangegeven of de cartridge door afzetting
wordt geblokkeerd. In dit geval moet de cartridge verwijderd, gereinigd en opnieuw
ingebracht worden, waarna de flowcontrole wordt herhaald. Dit heeft geen enkele
invloed op de overige ventielen omdat de Ballorex Dynamic drukonafhankelijk is.

 Er is geen
meetopening in de
strangen nodig bij
gebruik van Ballorex
Dynamic ventielen.

Bij gebruik van het Ballorex Dynamic ventiel hoeven er geen meetopeningen
voorzien te worden omdat de flow direct over het ventiel kan worden gecontroleerd.

Nauwkeurigheid van flowcontrole van Ballorex Dynamic


Wanneer ze op een bepaalde flow zijn ingesteld, hebben alle ventielen die op het
principe van dynamische inregeling zijn gebaseerd een zekere onnauwkeurigheid.
Binnen het werkdrukbereik van het ventiel kan de werkelijke flow afwijken van
de ingestelde ontwerpflow. In de praktijk betekent dit dat de effectieve flow door
het ventiel verschilt van de ingestelde flow vanwege drukschommelingen in het
systeem. Dit is doorgaans het gevolg van hysteresis en het streven naar een lage
begindruk die de drukverschilregelaar in het ventiel nodig heeft om de flow te
stabiliseren.

De begindruk van het referentieventiel draagt bij tot het totale drukverlies van het
systeem en heeft daarom een invloed op de dimensionering van de pomp. De
90 | Ballorex Dynamic

ingebouwde drukverschilregelaar stabiliseert de flow over de Ballorex Dynamic


wanneer het drukverlies over het ventiel tussen 30 kPa en 400 kPa ligt. Wanneer
het drukverlies tot minder dan 30 kPa afneemt, werkt de Ballorex Dynamic minder
nauwkeurig en bij een nog lager drukverschil komt hij in een statische inregelzone
terecht.

Constante flow (Qsized).


m3/h

De regelaar die
Qsized voor een con­­stant
drukverschil over de
voorinstelunit en het
twee­ ­wegventiel zorgt,
heeft een drukverlies
kPa
van minimaal 30 kPa
0 30.0 400 en maximaal 400 kPa
over het volledige ventiel
nodig om goed te kunnen werken. Binnen dit drukverliesbereik zal het ventiel een
constante flow verzorgen (Qsized).

Het benodigde begindrukverschil van 30 kPa over de Ballorex Dynamic zorgt


voor een uiterst nauwkeurige flowcontrole van ± 7%. Het werkbereik voor het
drukverschil wordt in onderstaande grafiek bepaald: van PminA tot Pmax. De
flowtolerantie (gelijk aan de afwijking van Qsized) ligt tussen Qa en Qb (± 7%).

m3/h
Het minimale
QA drukverschil van de
Qsized Ballorex Dynamic in
QB vergelijking met de
nauwkeurigheid van de
Q1
flowcontrole.

kPa
0 Pmin1 PminA Pmax
Ballorex | 91

Veel voorkomend bij drukonafhankelijke regelventielen is dat een afname van het
drukverschil de nauwkeurigheid van het ventiel beïnvloedt. Daarom is voor de
Ballorex Dynamic zorgvuldig gekozen voor een begindrukverschil van 30 kPa. Door
deze waarde van PminA tot Pmin1 te verlagen, is niet alleen een lagere opvoerhoogte
van de pomp vereist, maar neemt de nauwkeurigheid van de flowcontrole ook
dienovereenkomstig af: Qa-Qb < Qa-Q1. Een grote nauwkeurigheid van de
flowcontrole leidt daarom tot een betere energie-efficiëntie van het systeem dan een
drukonafhankelijk regelventiel met een laag begindrukverschil.

Voorbeeld van energie-efficiëntie van Ballorex Dynamic


Uit de onderstaande flowgrafiek voor de Ballorex Dynamic DN15L blijkt dat de
nauwkeurigheid bij hoge flow binnen ± 5,8% valt bij een begindrukverschil van
30 kPa.
Het minimale
m3/h drukverschil van de
Ballorex Dynamic in
QA
vergelijking met de
Qsized
nauwkeurigheid van de
QB
flowcontrole.
Q1

kPa
0 Pmin1 PminA Pmax
92 | Ballorex Dynamic

Flow rate l/h 30 kPa 400 kPa

0,036

0,034
± 5,78%
0,032

0,03

0,028

0,026

0,024

0,022

0,02

0,018

0,016

0,014

0,012

± W7,46% 0,01
0,008

0,006

0,004

0,002

0
0 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180 195 210 225 240 255 270 285 300 315 330 345 360 375 390

ΔP across valve (kPa)

Nauwkeurigheid van flowcontrole van Ballorex Dynamic DN15L bij verschillende


ventielinstellingen.

In dit voorbeeld is een Ballorex Dynamic DN15L-ventiel geïnstalleerd in


een verwarmingssysteem met 35 eindunits. Het verschil in aanvoer- en
retourwatertemperatuur bedraagt 20°C, de totale benodigde flow is 4,0 m³/h en de
benodigde opvoerhoogte van de pomp is 40 kPa, waarvan het Ballorex Dynamic
DN15L-ventiel 30 kPa vereist. Het totale systeemvermogen bedraagt 93,3 kW en
de pomp heeft een stroomtoevoer van 90 W nodig.
Ballorex | 93

h P
[m] [W]
12 240

10 200

8 160

9m
6 120
90
4 80 1m

2 40

0 0
0 2 4 6 8 10 Q [m3/h] 0 2 4 6 8 10 Q [m3/h]
Pompeigenschap Benodigd pompvermogen

Het Ballorex Dynamic ventiel werkt bij een begindrukverschil van 30 kPa.
Het pompvermogen is gelijk aan 90 W.

Wanneer het begindrukverschil met 10 kPa afneemt tot 20 kPa neemt de


nauwkeurigheid van de flowcontrole tegelijkertijd ook af met ongeveer ± 11%.
Flow rate l/h 20 kPa 30 kPa 400 kPa

0,036

0,034
± 5,78%
0,032

0,03
± 11%
0,028

0,026

0,024

0,022

0,02

0,018

0,016

0,014

0,012

± 7,46% 0,01
0,008

0,006

0,004

0,002

0
0 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150 165 180 195 210 225 240 255 270 285 300 315 330 345 360 375 390

ΔP across valve (kPa)

Nauwkeurigheid van flowcontrole van Ballorex Dynamic DN15L bij een


begindrukverschil van 20 kPa.
94 | Ballorex Dynamic

Door de afgenomen nauwkeurigheid van de flowcontrole kan de totale flow in het


systeem afnemen met 11,0% - 5,8% = 5,2%, wat ongeveer gelijk is aan 0,2 m³/h
meer flow en een 4,7 kW hoger energieverbruik. Het resultaat is dat de maximale
overflow in dit voorbeeld een veel hoger energieverbruik kan veroorzaken dan
wanneer een pomp met een 10 kPa hogere opvoerhoogte wordt gebruikt.

h P
[m] [W]
12 240

10 200

8 160

m
9
6 120
m
4 80 75 1
65
2 40

0 0
4.2 4.2
0 2 4 6 8 10 Q [m3/h] 0 2 4 6 8 10 Q [m3/h]

Pompeigenschap Benodigd pompvermogen

Een drukonafhankelijk flowcontroleventiel bij een begindrukverschil van 20 kPa.


De onnauwkeurigheid van de flowcontrole neemt met ± 5% toe, terwijl het
pompvermogen tot 75 W afneemt. De flow neemt van 4,0 m³/h (93,3 kW) bij een
pompvermogen van 65 W toe tot 4,2 m³/h (98,0 kW) bij een pompvermogen van
75 W. Dit leidt in het gecontroleerde systeem tot een toename van het
energieverbruik met 4,7 kW.
Ballorex | 95

De grafiek toont de typische modulerende eigenschappen van de Ballorex Dynamic.


De gegevens zijn gebaseerd op de eigenschappen van een Ballorex Dynamic
DN50H. De grafiek toont welke flow er bij verschillende stuurspanningen door het
ventiel stroomt.

100

90
% van ingestelde flow

80

70

60

50

40

30

20

10

0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Spanning (V)

Een Ballorex Dynamic DN50H is ingesteld op een flow van 10.000 l/h. Om de
flow bij een actuatorspositie van 5 V te bepalen, toont de grafiek dat 45% van de
vooringestelde flow door het ventiel stroomt: 10.000 l/h x 45% = 4500 l/h. Het
DN50H-ventiel met de actuator bevindt zich oorspronkelijk in een gesloten positie
bij 0 V. Hoe hoger de spanning is, des te meer staat het ventiel open. Het gaat om
een lineaire eigenschap.
96 | Ballorex Dynamic

Systeemspoeling van Ballorex Dynamic


Er wordt aangeraden om het systeem te spoelen na de installatie van Ballorex
Dynamic ventielen. Hiertoe wordt de Ballorex Dynamic cartridge verwijderd en
vervangen door de rode voorinsteldop om het ventiel tijdens de spoeling af te
dichten. Daarnaast wordt er ook aangeraden om zeven in het systeem te plaatsen
om eindunits en ventielen te beschermen.

Spoelen van Ballorex Dynamic.

Nadat het systeem gespoeld is, worden alle filters en zeven gereinigd, wordt de
voorinsteldop verwijderd en wordt de cartridge opnieuw in het ventielhuis geplaatst
en zorgvuldig vastgezet.

Afsluitdop van Ballorex Dynamic


Bij de Ballorex Dynamic DN15-32 wordt een afsluitdop geleverd om de flow over
het ventiel in een werkend systeem af te sluiten. De afsluitdop wordt in de plaats
van de actuator op het Ballorex Dynamic ventiel aangebracht. Door de afsluitdop
met de hand vast te draaien wordt de flow afgesloten. Het drukverschil over zowel
een open als een gesloten Ballorex Dynamic ventiel mag nooit meer dan 400 kPa
bedragen. De lekklasse van het ventiel garandeert geen 100% dichtheid zodat het
niet aanbevolen is om dit als onderhoudsventiel te gebruiken.
Ballorex | 97

Met de afsluitdop wordt de flow over het ventiel afgesloten op voorwaarde dat het
drukverschil over het gesloten ventiel nooit meer dan 400 kPa bedraagt.

Werking van Ballorex Dynamic


Bij gebruik van Ballorex Dynamic ventielen is een inregelprocedure overbodig.
De ventielen worden gewoonweg op de benodigde flow ingesteld en vangen de
drukschommelingen in het systeem op. Hierdoor is de hydraulische balans in het
systeem gegarandeerd. Wanneer alle ventielen op de benodigde flow zijn ingesteld,
wordt de opvoerhoogte van de pomp tot een minimum beperkt om onnodig
energieverbruik te vermijden. De opvoerhoogte van de pomp wordt beperkt tot het
optimale punt waarop de pomp net voldoende druk levert als het referentieventiel
nodig heeft om correct te werken.

Aanduiding van het


referentieventiel in
Refe- een fancoilsysteem
rentie-
dat door Ballorex
ventiel
Dynamic ventielen
wordt ingeregeld.
98 | Ballorex Dynamic

De optimale pompinstelling is gemakkelijk te vinden in een systeem met Ballorex


Dynamic ventielen. Tijdens de voorinstelling van de Ballorex Dynamic ventielen
wordt de pomp op het maximumvermogen ingesteld. Nadat alle ventielen zijn
ingesteld, wordt er een flowmeter op het referentieventiel aangesloten. Dit is het
ventiel met het kleinst beschikbare drukverschil. Doorgaans is dit het ventiel dat
zich het verst van de pomp bevindt. Vervolgens wordt de opvoerhoogte van de
pomp verminderd totdat de flow op het referentieventiel drastisch begint af te
nemen. Dit punt is de minimaal benodigde druk. Om zeker te zijn dat er voldoende
druk beschikbaar is, wordt de opvoerhoogte van de pomp enigszins vermeerderd
totdat de ontwerpflow van het referentieventiel weer op de flowmeter verschijnt.
De hydraulische balans is bereikt en de opvoerhoogte van de pomp wordt op een
minimum gehouden.
H
[m]
12

10

6
p = const
4

0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Q [m³/h]
QDESIGN

Voor pompen met variabele snelheid in een systeem met Ballorex Dynamic ventielen
die onder constante druk werken geldt het volgende: wanneer de flow onder de
ontwerpwaarde zakt, blijft het drukverschil op hetzelfde niveau zodat voor de
benodigde condities is gezorgd waarin Ballorex Dynamic ventielen met 100%
regelautoriteit kunnen werken.

Er wordt aangeraden om een pomp met variabele snelheid altijd bij een constant
drukverschil te laten werken. Hierdoor wordt de flow altijd overeenkomstig de
huidige belastingsbehoefte afgesteld en zorgt het constante drukniveau voor de
benodigde conditie zodat de drukverschilregelaar in de Ballorex Dynamic ventielen
correct kan werken.
Ballorex | 99

4.1.2 Montagevoorschriften

Montagevoorschriften DN15-50
1. Het pijltje op het Ballorex Dynamic huis
geeft de na te leven flowrichting weer.

2. De Ballorex Dynamic kan 360° rond de


37 mm
leidingas worden geïnstalleeerd.
37 mm

37 mm

0 x DN 0 x DN 37 mm

0 x DN 0 x DN 37 mm

0 x DN 0 x DN
3. Rechte leidingen zijn niet nodig. De
0 x DN 0 x DN
Ballorex Dynamic kan rechtstreeks
gemonteerd worden op bochten, flexibele
0 x DN 0 x DN
leidingen, enz.

4. Leidinguiteinden moeten worden


ontbraamd om verstopping te
voorkomen. Er mag geen hennep in de
leiding loshangen.
MAX 400 kPa
PN25, 120° C
MAX 400 kPa
PN25, 120° C
MAX 400 kPa
5. Spoel de installatiePN25,
voordat
120° C de cartridge
MAX 400 kPa
in het Ballorex Dynamic ventielhuis
PN25, 120° C wordt
geplaatst. TijdensMAX
het400
PN25, spoelen
kPa
120° C wordt het
ventiel afgedicht met de voorinsteldop.
De maximale druk tijdens het spoelen
bedraagt 16 bar en de maximaal
toegelaten temperatuur is 25°C.
100 | Ballorex Dynamic

6. Haal, nadat de installatie gespoeld is, de


voorinsteldop met een inbussleutel van
10 mm van het ventielhuis.

10 mm

7. Plaats een op de ontwerpflow


afgestemde cartridge in het Ballorex
Dynamic ventielhuis.
NB! De stuurpen van de cartridge moet
in de gleuf van het ventielhuis schuiven.

8. Draai de cartridge voorzichtig met een


steeksleutel van 37 mm vast.
37 mm
NB! Er is geen gereedschap nodig voor
de kleine moer boven op de cartridge.
37 mm
37 mm

37 mm

9. Stel de flow ruwweg voor met de


voorinsteldop met een instelschaal
van 0 tot 100% van het flowbereik van
de cartridge. Sluit, voor een precieze
flowinstelling, de Ballorex Balancing
Computer BC2 aan op de Ballorex
Dynamic. Gebruik de voorinsteldop wordt
daarna gebruikt om de cartridge-instelling
te wijzigen totdat de gewenste flow op de
inregelcomputer verschijnt.

MAX 400 kPa


PN25, 120° C
10. Het maximaal toegelaten drukverschil
over de Ballorex Dynamic bedraagt
MAX 400 kPa 400 kPa en de maximaal toegelaten
MAX 400
PN25, 120°kPa
C
PN25, 120° C
temperatuur is 120°C.
MAX 400 kPa
PN25, 120° C
MAX 400 kPa
PN25,
MAX 120°
400C kPa
PN25, 120° C
Ballorex | 101

DN15-32
Wanneer de Ballorex Dynamic in maat
DN15-32 als regelventiel wordt gebruikt,
moet er een actuator worden geïnstalleerd.
Plaats op het ventielhuis een aansluitring
waarop de Ballorex actuator wordt
vastgeklikt.

DN15-32
Zowel de Ballorex Dynamic DN15-
32-ventielen als de Ballorex actuator
kunnen in elke benodigde positie worden
geïnstalleerd.

DN40-50
Wanneer de Ballorex Dynamic DN40-50
als regelventiel wordt gebruikt, moet er een
actuator worden geïnstalleerd. Schuif de
meegeleverde adapter op de aandrijfspindel,
waarna de Ballorex actuator op de Ballorex
Dynamic wordt vastgeschroefd.

DN40-50
Zowel de Ballorex Dynamic DN40-50-
ventielen als de Ballorex actuator kunnen in
elke mogelijk positie worden geïnstalleerd,
behalve de Ballorex actuator die zich onder
het Ballorex Dynamic ventiel bevindt.
102 | Ballorex Dynamic

DN15-32
Om het systeemflow af te sluiten, plaats een
Ballorex afsluitdop op de Ballorex Dynamic
DN15-32-ventielen.

DN15-32
De Ballorex afsluitdop mag enkel handmatig
worden vastgedraaid. Gereedschap is
hiervoor niet toegestaan.

DN15-32
Nadat de Ballorex afsluitdop is
vastgedraaid, wordt de flow over het
Ballorex Dynamic ventiel geblokkeerd.

DN15-32
Het maximale drukverschil over het Ballorex
Dynamic ventiel mag niet meer dan 400 kPa
bedragen.
Ballorex | 103

4.1.3 Toepassingen

Toepassing 1 - Fancoilsysteem met variabele flow


De Ballorex Dynamic garandeert een hydraulische balans in variabele-flowsystemen
en zorgt in alle belastingsomstandigheden voor voldoende flow in de eindunits.
De Ballorex actuator die het tweewegventiel in de Ballorex Dynamic controleert,
is verbonden met een kamerthermostaat of GBS. Door het tweewegventiel al
naargelang de kamertemperatuur te openen of te sluiten, zorgt de Ballorex Dynamic
voor het benodigde thermische binnencomfort.
104 | Ballorex Dynamic

Toepassing 2 - Fancoilsysteem met constante flow


De Ballorex Dynamic garandeert een hydraulische balans in een constante-
flowsysteem met gemotoriseerde driewegventielen en zorgt in alle
belastingsomstandigheden voor voldoende flow in elke fancoil of andere
eindunit. In deze toepassing heeft de Ballorex Dynamic geen actuator aangezien
de kamertemperatuur wordt geregeld door middel van een gemotoriseerd
driewegventiel. Het gemotoriseerde driewegventiel is verbonden met een
thermostaat of GBS. Door het driewegventiel al naargelang de kamertemperatuur te
openen of te sluiten, wordt het benodigde thermische binnencomfort bereikt.
Ballorex | 105

Toepassing 3 - cv-installatie
De Ballorex Dynamic kan geïnstalleerd worden in een strang van een cv-installatie
met radiatoren of andere eindunits. De Ballorex Dynamic zorgt er op deze
manier voor dat drukschommelingen vanuit het overige deel van de installatie
de gecontroleerde strang niet beïnvloeden door de flow constant te houden.
De actuator die het tweewegventiel van de Ballorex Dynamic controleert, is
verbonden met een thermostaat of GBS. Door het tweewegventiel al naargelang
de kamertemperatuur te openen of te sluiten, zorgt de Ballorex Dynamic voor het
benodigde thermische binnencomfort.

Kamer 1

Kamer 2
106 | Ballorex Dynamic

Toepassing 4 - Eenpijpverwarmingsinstallatie
De Ballorex Dynamic wordt in een eenpijpverwarmingsinstallatie zonder actuator
geïnstalleerd. De Ballorex Dynamic werkt in dit geval als een automatische
flowregelaar die voor de benodigde waterdistributie in alle strangen en stijgleidingen
zorgt.
Ballorex | 107

4.1.4 Dimensionering van Ballorex Dynamic installatie


In het volgende voorbeeld zijn Ballorex Dynamic ventielen in een fancoilsysteem
geïnstalleerd. De ventielen zorgen voor de benodigde flow naar de eindunits om de
binnentemperatuur te controleren.
P2

A 1 2 3

P3

B 4 5 6

P1

C 7 8 9

P5 P4

Koelinstallatie met fancoils ingeregeld door een Ballorex Dynamic ventiel op elke
eindunit.

De flow naar elke fancoil is voor elke dimensionering als volgt:


• Ballorex Dynamic nr. 1: benodigde flow 0,014 l/s (50 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 2: benodigde flow 0,020 l/s (72 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 3: benodigde flow 0,025 l/s (90 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 4: benodigde flow 0,30 l/s (1080 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 5: benodigde flow 0,35 l/s (1260 l/h)
108 | Ballorex Dynamic

• Ballorex Dynamic nr. 6: benodigde flow 0,40 l/s (1440 l/h)


• Ballorex Dynamic nr. 7: benodigde flow 0,50 l/s (1800 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 8: benodigde flow 1,00 l/s (3600 l/h)
• Ballorex Dynamic nr. 9: benodigde flow 1,10 l/s (3960 l/h)

Voor het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1 bevindt de benodigde flow zich binnen het
flowbereik van een Ballorex Dynamic DN15L-ventiel. Om de juiste instelling voor
het DN15L-ventiel te vinden, moet er een verticale lijn worden getrokken vanaf de
as ‘flow’ (0,014 l/s) naar de zwarte curve. Vervolgens moet er een horizontale lijn
worden getrokken vanaf het snijpunt van de verticale lijn met de curve naar de as
‘instelling’. De afgelezen ventielinstelling bedraagt 21% om een flow van 0,014 l/s te
behalen in het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1.

% Ventielinstelling
100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0 Flow
l/s
0,005 0,01 0,015 0,02 0,025 0,03
0,033
18 36 54 72 90 108
119 l/h

Flowdiagram voor Ballorex Dynamic DN15L met een benodigde instelling van 21%
bij 0,014 l/s.
Ballorex | 109

De instelling voor de overige Ballorex Dynamic ventielen is als volgt:


• Ballorex Dynamic nr. 2: DN15L - instelling 33%
• Ballorex Dynamic nr. 3: DN15L - instelling 43%
• Ballorex Dynamic nr. 4: DN15H - instelling 48%
• Ballorex Dynamic nr. 5: DN15H - instelling 65% of DN20H - instelling 28%
• Ballorex Dynamic nr. 6: DN20H - instelling 42%
• Ballorex Dynamic nr. 7: DN20H - instelling 65% of DN25S - instelling 64%
• Ballorex Dynamic nr. 8: DN32H - instelling 50%
• Ballorex Dynamic nr. 9: DN32H - instelling 67%

Tijdens de inbedrijfstelling van het systeem kan de flow worden afgesteld met
behulp van het instelapparaat of meer in het bijzonder met een Ballorex flowmeter.
Bij gebruik van een andere flowmeter moet de Kvm-waarde in de flowmeter worden
ingevoerd om zo tot de juiste flowweergave te komen. Het drukverlies over de
meetopeningen van het Ballorex Dynamic ventiel nr. 1 moet bij een flow van 0,014
l/s 5,0 kPa bedragen.

kPa Meetsignaal
30,0

25,0

20,0

15,0

10,0

5,0

0,0 Flow
l/s
0,005 0,01 0,015 0,02 0,025 0,03
0,033
18 36 54 72 90 108
119 l/h

Grafiek met meetsignalen voor Ballorex Dynamic DN15L. Het drukverlies gemeten
over de meetpunten van Ballorex Dynamic DN15L bij een flow van 0,014 l/s
bedraagt 5,0 kPa.
110 | Ballorex Dynamic

Hetzelfde principe geldt voor de overige ventielen in dit voorbeeld. Om de


benodigde flow te verkrijgen, moet het volgende drukverlies over de meetpunten
van de ventielen worden verzekerd:
• Ballorex Dynamic nr. 2 meetsignaal: 9,0 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 3 meetsignaal: 15,0 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 4 meetsignaal: 19,0 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 5 meetsignaal: 25,5 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 6 meetsignaal: 9,5 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 7 meetsignaal: 14,5 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 8 meetsignaal: 18,5 kPa
• Ballorex Dynamic nr. 9 meetsignaal: 22,5 kPa

Aangezien fancoil nr. 3 zich in de referentiekring bevindt, kan de opvoerhoogte van


de pomp worden berekend. De pompdruk moet gelijk zijn aan de som van het
drukverlies in de warmtewisselaar, leidingen, onderhoudsventielen, zeven, fancoil,
enz. Daar moet vervolgens 30,0 kPa (Δpb) voor de Ballorex Dynamic aan worden
toegevoegd. Als het drukverlies dat berekend wordt over de kring p1, p2, p3, p4,
p5, p1 gelijk is aan Δpc = 35,0 kPa, dan moet de opvoerhoogte van de pomp
Δph minstens het volgende zijn: Δph = Δpc + Δpb = 35,0 + 30,0 kPa = 65,0 kPa.
Indien een pomp met variabele snelheid wordt gebruikt, moet deze bij een constant
drukverschil (65,0 kPa) werken zodat de Ballorex Dynamic ventielen steeds over
een drukverschil van minstens 30 kPa beschikken.
In strangen A, B en C zijn geen inregelventielen nodig. De Ballorex Dynamic
ventielen aan de eindunits zorgen voor de hydraulische balans in het hele systeem.
Ballorex | 111

4.1.5 Productzoeker

DN 50 H

DN 40 S

DN 32 H

DN 25 H

DN 25 S

DN 20 H

DN 20 S

DN 15 H

DN 15 S

DN 15 L
Flow
0,02 72

0,03 108

0,04 144

0,05 180

0,06 216
0,07 252
0,08 288
0,09 324
0,1 360

0,2 720

0,3 1080

0,4 1440

0,5 1800

0,6 2160
0,7 2520
0,8 2880
0,9 3240
1,0 3600

2,0 7200

3,0 10.800
0,01 4,0 l/s
36 14.400 l/h

Flowbereik Afmeting Kleurcode

l/s l/h

0,01-0,033 36-118 DN15L Wit


0,025-0,125 90-450 DN15S Rood
0,083-0,39 300-1400 DN15H Zwart
0,089-0,245 320-882 DN20S Wit
0,232-0,617 835-2221 DN20H Zwart
0,240-0,650 865-2340 DN25S Wit
0,485-0,925 1750-3330 DN25H Zwart
0,530-1,220 1910-4400 DN32H Zwart
1,02-2,10 3670-7560 DN40S Wit
1,44-3,50 5180-12600 DN50H Zwart

In paragraaf 7.3 wordt het volledige assortiment gepresenteerd


112 | Ballorex Dynamic

4.1.6 Specificaties

Specificaties

Max. temperatuur 120°C


Min. temperatuur -20°C
Max. druk 25 bar
Bedrijfsdruk 30-400 kPa
Markering op ventiel DN, PN, flowrichting, DR
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis Ontzinkingsbestendig messing CW602N
Cartridge PPS
Dichtingen O-ringen EPDM
Membraan Versterkt EPDM

4.2 Ballorex Dynamic actuators

4.2.1 Thermo-elektrische actuator

Thermo-elektrische ON/OFF- en
modulerende actuator DN15-25 1/2 - 1”
Ballorex | 113

Beschrijving van thermo-elektrische actuator van Ballorex


Een thermo-elektrische actuator wordt gebruikt om Ballorex Dynamic
DN15-25-ventielen aan te sturen. De actuator wordt gecontroleerd door een
kamerthermostaat, met tweepuntsuitgang of pulsbreedtemodulatie, of een
gebouwbeheersysteem (GBS). De actuator is beschikbaar als normaal gesloten in
de volgende versies:
• modulerend 0-10V DC-signaal, 24V AC
• on/off 24V AC/DC
• on/off 230V

Het aandrijfmechanisme bestaat uit een PTC-weerstand (een verwarmd


waselement) en een drukveer. Het waselement wordt verwarmd onder invloed van
de bedrijfsspanning en beweegt de ingebouwde zuiger. De kracht die door deze
beweging ontstaat wordt op de zuiger overgebracht om het Ballorex Dynamic
ventiel te openen of te sluiten.

Voordelen van thermo-elektrische actuator van Ballorex


• Beperkte afmetingen
• ‘First-open’-functie
• Onderhoudsvrij
• Functiedisplay
• Geruisloos
• Laag energieverbruik
• Installatie over 360°
• Lange verwachte levensduur
• Beschermingsklasse IP54

Opbouw van thermo-elektrische actuator van Ballorex


De thermo-elektrische actuator kan samen met de Ballorex Dynamic DN15-25
worden gebruikt. De actuator wordt geïnstalleerd door de adapter op het ventiel te
plaatsen, waarna de actuator op de adapter wordt vastgeklikt.
114 | Ballorex Dynamic

1 Functiedisplay
1 2 Actuator huis
Ballorex 3 Waselement
3

Voordat de actuator onder stroom wordt gezet, bevindt ze zich in een open positie
voor de ‘first-open’-functie. Hierdoor kan de verwarmings- of koelinstallatie al
tijdens de bouwfase worden bediend voordat de elektriciteitswerken voltooid
zijn. Wanneer vervolgens het elektrische systeem wordt opgestart, wordt de
‘first-open’-functie ontgrendeld door de actuator gedurende meer dan 6 minuten
onder bedrijfsspanning te zetten. Hierna is de actuator volledig operationeel. De
‘first-open’-functie van de actuator is niet geschikt om de installatie te vullen of te
spoelen. Er wordt aanbevolen om de cartridge uit het ventielhuis te verwijderen
alvorens de installatie te spoelen. Om de installatie te vullen moet de actuator
worden verwijderd.

7 mm
Ballorex

(installatiehoogte)
50,3 mm

52,2 mm

44,3 mm 48,4 mm
Ballorex | 115

Het functiedisplayelement van de actuator beweegt op en neer naarmate het


ingebouwde waselement inkrimpt of uitzet in reactie op de toegepaste spanning.
Het functiedisplay is bedoeld om de ventielpositie te controleren. Naarmate het
ingebouwde waselement uitzet of inkrimpt, beweegt het functiedisplayelement op of
neer. Het functiedisplayelement mag in geen geval worden ingedrukt omdat dit de
actuator kan beschadigen.

4.2.2 Elektromechanische actuator

ELEKTROMECHANISCHE ON/OFF- en modulerende actuator DN15-50 1/2 - 2”

Beschrijving van elektromechanische actuator van Ballorex


De elektromechanische actuators voor de Ballorex Dynamic DN15-50-ventielen zijn
in drie versies beschikbaar:
• AVUE - modulerend gecontroleerd door 0-10V DC-signaal, 24V AC
• AVUX - on/off 24V AC
• AVUM - on/off 230V AC

De AVUE-actuator beschikt over een lineaire uitgang voor gebruik in combinatie


met elke regelaar die een gelijkstroomsignaal (DC) van 0-10V uitzendt om een
Ballorex Dynamic DN40-50-ventiel te bedienen. De AVUX is een modulerende
lineaire actuator op een wisselstroom (AC) van 24V die geschikt is om een Ballorex
116 | Ballorex Dynamic

Dynamic ventiel te moduleren vanaf elke 3-puntsregelaar of elk apparaat van 24V
(AC). De AVUM is een modulerende lineaire actuator op netspanning van 230V (AC)
die wordt gecontroleerd door elke regelaar of elk apparaat met een 3-puntsuitgang.

Voordelen van elektromechanische actuator van Ballorex


• Precieze plaatsing
• Eenvoudige installatie en inbedrijfstelling (zelfrefererend/autom. slag)
• Directe koppeling op ventiel
• Bevestiging van actuator aan het ventiel zonder gereedschap
• Ingebouwde handmatige overnameknop als standaard
(met schroevendraaier te bedienen om veiligheidsredenen)
• Handige en compacte opbouw voor gemakkelijke plaatsing op eindunits
• Losse kabel voor eenvoudige aansluiting op de regelaar
• Goedgekeurd conform Europese EMC- en veiligheidsnormen
• Functie handmatige overname/reset (AVUE)
• Signaalingang van 0-10V DC (AVUE)
• Modulerend 3-puntssignaal (AVUX & AVUM)

Opbouw van elektromechanische actuator van Ballorex


De elektromechanische actuators voor Ballorex Dynamic DN15-50-ventielen werken
volgens een schroefvijzelprincipe waarbij een omkeerbare synchroonmotor via een
tandwielmechanisme en magnetische koppeling wordt gebruikt.

1 Huis
2 Klauwkoppeling
1
3 Borgende stelschroeven
2 4 Adapter wordt in de klauw (2)
geschoven (DN40-50)/ Adaptor
wordt op het ventiel geschroefd
3
(DN15-32)
4
Ballorex | 117

Installatie van elektromechanische actuator op Ballorex DN40-50


De actuatorskap moet niet worden verwijderd wanneer de actuator op de Ballorex
Dynamic DN40-50-ventielen wordt geïnstalleerd. De twee borgende stelschroeven
in het montageframe moeten vóór de installatie volledig ingetrokken zijn. Vervolgens
wordt de meegeleverde adapter in de klauwkoppeling geschoven. De actuator
wordt gekanteld en op het ventiel geplaatst zodat de adapter van de aandrijfspindel
in de klauwkoppeling in de ventielspindel grijpt. Het aandrijfframe wordt op het
ventiel geplaatst totdat het evenwijdig is met het klemvlak van het ventiel. De twee
borgschroeven worden tot slot met de vingers vastgedraaid (zonder gereedschap).
De klauwkoppeling zou normaal gezien al in de juiste positie moeten zitten. Zo
niet, dan moet de handmatige overnameknop boven op de unit worden afgesteld
(met een kleine, platte schroevendraaier moet de schroef met de klok mee worden
gedraaid om de klauwkoppeling naar beneden te bewegen). AVUE beschikt over
een resetknop onder aan de actuator wanneer de handmatige overnameknop
wordt bediend bij inschakeling van de unit. Boven de actuator is een minimale
ruimte van 50 mm nodig.

Montageruimte van minimaal


50 mm vanaf de bovenzijde
van de actuator vereist.
50

De losse kabel met kleurcode wordt op de regelaar aangesloten zoals getoond


wordt in het overeenkomstige aansluitschema. Kabellengte en weerstandslimieten
moeten in aanmerking worden genomen.
118 | Ballorex Dynamic

Voorzorgsmaatregelen voor bedrading

Bedrading van actuator naar regelaar Max. lengte niet- Max. weerstand
afgeschermde kabel per geleider
van 1,5 mm
AVUE signaal van 0-10V DC 100 m 50Ω
AVUM - 230V AV 100 m 10Ω

De kabel moet op voldoende afstand van het ventiel en de leidingen worden


geleid. Wanneer de actuator onder stroom wordt gezet voordat ze op het ventiel
geïnstalleerd is, verandert de voorinstelpositie en moet ze met de handmatige
overnameknop afgesteld worden voordat ze op het ventiel wordt geplaatst.

4.2.3 Specificaties

Thermo-elektrische modulerende actuator van 24V

Specificaties

Bedrijfsspanning 24V AC, 50-60 Hz


Basispositie Normaal gesloten
Bedrijfsvermogen 1W
Sluit- en openingsduur 3,5 minuut
Stuurspanning 0-10V DC
Aandrijfslag 4 mm
Aandrijfkracht 100 N ± 5%
Omgevingstemperatuur 0 tot +60°C
Beschermingsklasse IP54
CE-markering EN 60730
Aansluitkabel Wit, 1 m, 3 x 0,22 mm2
Halogeenvrij Ja
Ballorex | 119

Thermo-elektrische modulerende actuator van 24V van Ballorex Dynamic

Slag (mm)

Verhoogde lift

Aansluitgrens

Voltage range

Slag in verhouding tot het besturingssignaal van 0-10V.

De Ballorex Dynamic actuator blijft normaal gezien gesloten. Het ventiel gaat
eenmaal met 0,5 mm open en sluit dan weer nadat de bedrijfsspanning van 24V AC
is toegepast. Dit gebeurt als ‘first-open’-functie om de actuator te ontgrendelen en
het sluitpunt van het ventiel te vinden. Hierdoor sluit ze perfect aan op het ventiel.
Ballorex

Blauw
Rood
Zwart

Aansluiting van de actuator.


120 | Ballorex Dynamic

Thermo-elektrische On/Off-actuator van 230V en 24V

Specificaties

Bedrijfsspanning 230V AC, 50-60 Hz 24V AC/DC, 50-60 Hz


Basispositie Normaal gesloten Normaal gesloten
Bedrijfsvermogen 1W 1W
Sluitings- en
openingsduur 3,5 min. 3,5 min.
Aandrijfkracht 100 N ± 5% 100 N ± 5%
Omgevingstemperatuur 0 tot +60°C 0 tot +60°C
Beschermingsklasse IP54 IP54
CE-markering EN 60730 EN 60730
Aansluitkabel Grijs, 1 m, 2 x 0,75 mm2 Grijs, 1 m, 2 x 0,75 mm2
Halogeenvrij Ja Ja

Thermo-elektrische On/Off-actuator van 230V en 24V van Ballorex Dynamic

Slag (mm)
max.

Aanloop- Terugloop- Tijd


Voltage vertraging vertraging
aan
Voltage aan
uit
Tijd
Verbinding maken Verbinding verbreken

Werking van de actuator.


Ballorex | 121

230V AC / 24V DC

Ballorex

Blauw Bruin

Aansluiting
van de actuator.

Timer

Elektromechanische On/Off- & modulerende actuators

Specificaties On/Off-actuator 24V On/Off-actuator 230V Modulerende actu-


ator 24V

Bedrijfsspanning 24V AC 230V AC 24V AC


Bedrijfsvermogen 2,3 VA 3,6 VA 3,1 VA
Stuurspanning 24V AC 230V AC 0-10V DC
Aandrijfslag 12,7 mm 12,7 mm 12,7 mm
Slagduur 110 s 110 s 110 s
Aandrijfkracht 220 N 220 N 220 N
Omgevingstempe-
ratuur
   - in bedrijf 0-50°C 0-50°C 0-50°C
   - bij opslag -40-70°C -40-70°C -40-70°C
Beschermingsklasse IP40 IP40 IP40
Omgevingsvochtig- 0-95% 0-95% 0-95%
heid
Aansluitkabel Losse kabel met Losse kabel met Losse kabel met
kleurcode, 1,5 m kleurcode, 1,5 m kleurcode, 1,5 m
lang, drieaderig lang, drieaderig lang, drieaderig
Huis Voorgevormd Voorgevormd Voorgevormd
kunststof huis kunststof huis kunststof huis
(brandwerendheid (brandwerendheid (brandwerendheid
volgens UL94V-0) volgens UL94V-0) volgens UL94V-0)
CE-markering EN 60730-1 EN 60730-1 EN 60730-1
122 | Ballorex
RegelaarDynamic
Zwart

Bruin/Rood
Elektromechanische On/Off-actuator van 24V van Ballorex Dynamic
Blauw
Reg
Blauw
Bruin/Rood
Spanning
Zwart

Regelaar
Regelaar Blauw Regela
Blauw
Bruin/Rood
Bruin/Rood
Zwart
Zwart

Aansluiting van de 24V on/off actuator.

Elektromechanische On/Off-actuator van 230V van Ballorex Dynamic

R
Zwart
Bruin/Rood
Spanning
Blauw

R
Ballorex | 123

Regelaar
Zwart

Bruin/Rood
Blauw

Aansluiting van de 230V ON/OFF actuator.

Elektromechanische modulerende actuator van 24V van Ballorex Dynamic

Regelaar
Blauw
Regelaar
Blauw
Bruin/Rood
ZwartBruin/Rood
Zwart

Regelaar
Blauw Regelaar

Bruin/Rood

Regelaar Zwart
Zwart

Bruin/Rood
Blauw
Aansluiting van de 24V modulerende actuator.
124 | Ballorex Delta

5 Drukverschilregelaar
5.1 Ballorex Delta DN15-50

Drukverschilventiel (DPCV) DN15-50 1/2 - 2”

5.1.1 Inleiding

Beschrijving van Ballorex Delta


De Ballorex Delta is een drukverschilventiel dat in hydraulische verwarmings- en
koelinstallaties wordt gebruikt. Door een constant drukverschil over gemotoriseerde
of statische inregelventielen te verzekeren, zorgt het Ballorex Delta ventiel voor de
juiste condities om de gewenste flowverdeling in een installatie tot stand te brengen.
Het Ballorex Delta ventiel voorkomt ook geluidshinder ten gevolge van te groot
drukverschil in radiatorthermostaten, tweewegventielen of andere componenten in
een installatie.
Ballorex | 125

Voordelen van Ballorex Delta


• Breed instelbereik voor verschillende toepassingen: 5-25 kPa, 20-40 kPa, 35-75
kPa, 60-100 kPa
• Verzekert een correcte balans ongeacht drukschommelingen in het systeem
• Voorkomt geluidshinder
• Afsluit- en aftapfuncties
• Kan rechtstreeks op bochten en verloopstukken gemonteerd worden
• Compacte opbouw voor een flexibele installatie
• Robuuste constructie, drukklasse PN25
• Accurate en gemakkelijke instelling van ontwerpflow in combinatie met Ballorex
Venturi of Ballorex Vario
• Mogelijk om project in stadia op te leveren dankzij inregeling in zones
• Gedeeltelijke stillegging mogelijk zonder invloed voor andere delen van het
systeem
• Eenvoudige inbedrijfstelling bespaart tijd en geld
• Geen overflow, geen onnodig energieverbruik, beter thermisch comfort

Ontwerp van Ballorex Delta


De Ballorex Delta wordt op de retourleiding geïnstalleerd. De druk in de
aanvoerleiding wordt over het membraan van het Ballorex Delta ventiel door een
capillaire buis geleid die is aangesloten op een partnerventiel zoals de Ballorex
Venturi, de Ballorex Vario of in sommige gevallen gewoonweg een T-stuk in het
systeem. Wanneer de systeemdruk toeneemt, neemt deze ook toe boven het
binnenmembraan van de Ballorex Delta waardoor de spindel naar beneden wordt
geduwd en het ventiel geleidelijk aansluit. Het resultaat is een constante drukval
over de kring die door de Ballorex Delta wordt gecontroleerd.

1 Spindel voor instelling (inbussleutel)


2 Aansluiting van capillaire buis
1
8 3 Veer voor variabele Δp
2 4 Drukontlaste ventielkop
7 5 Ventielzitting
3 6 Aftapkraan en drukmeting
4 6 7 Rolmembraan
8 Knop voor systeemafsluiting
5
126 | Ballorex Delta

Drukinregeling door Ballorex Delta


De Ballorex Delta is beschikbaar met uiteenlopende bedieningselementen voor
verschillende drukbereiken. Afhankelijk van het type bedieningselement wordt de
Ballorex Delta in de fabriek vooringesteld op:
• 10 kPa - bedieningselement 5-25 kPa voor Ballorex Delta DN15-50
• 30 kPa - bedieningselement 20-40 kPa voor Ballorex Delta DN15-50
• 60 kPa - bedieningselement 35-75 kPa voor Ballorex Delta DN40-50
• 80 kPa - bedieningselement 60-100 kPa voor Ballorex Delta DN50

Met behulp van een inbussleutel is elke


instelling binnen het drukverschilbereik
haalbaar. De flow wordt afgesloten door
de zwarte knop te draaien.

Ballorex Delta met partnerventiel


De Ballorex Delta kan worden gebruikt in
combinatie met de Ballorex Vario met
aftap als partnerventiel. In dit geval wordt
de capillaire buis aangesloten op het
Ballorex Vario ventiel dat zich in de
aanvoerleiding bevindt. Het drukverschil
wordt met een inbussleutel in het
Ballorex Delta ventiel vooringesteld en
vervolgens wordt de ontwerpflow op het
Ballorex Vario ventiel ingesteld. Wanneer
de capillaire buis is aangesloten op de
aftapkraan op de p/T-poort (druk/
temperatuur) met de hoogst gemeten
Ballorex | 127

druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich binnen de door het Ballorex Delta ventiel
gecontroleerde kring. In dit geval moet het drukverlies over het Ballorex Vario ventiel
bij het drukverlies in de gecontroleerde kring worden geteld en moet het in
aanmerking worden genomen bij de instelling van de Ballorex Delta. Wanneer de
capillaire buis is aangesloten op de aftapkraan op de p/T-poort met de laagst
gemeten druk, bevindt het Ballorex Vario ventiel zich buiten de door het Ballorex
Delta ventiel gecontroleerde kring.

Het Ballorex Delta ventiel kan


ook worden gebruikt in
combinatie met de Ballorex
Venturi met aftap als
partnerventiel. In dit geval wordt
de capillaire buis aangesloten
op het Ballorex Venturi ventiel
dat zich in de aanvoerleiding
bevindt. Het drukverschil wordt
op dezelfde manier als
hierboven vooringesteld, terwijl
de ontwerpflow gemakkelijk en precies kan worden ingesteld wanneer de flow
wordt gemeten dankzij de unieke meetfunctie van de Ballorex Venturi. Wanneer de
Ballorex Venturi als partnerventiel wordt gebruikt, bevindt deze zich altijd in de door
het Ballorex Delta ventiel gecontroleerde kring. Daarom moet het drukverlies over de
Ballorex Venturi bij het drukverlies in de gecontroleerde kring worden geteld en moet
het in aanmerking worden genomen bij de instelling van het Ballorex Delta ventiel.
De Ballorex Delta kan ook worden geïnstalleerd in combinatie met de Ballorex Basic
met aftap om het drukverschil constant te houden, het gecontroleerde deel van het
systeem te onderhouden en de flow te meten.

Werking van Ballorex Delta


Afhankelijk van de toepassing kan de Ballorex Delta worden gebruikt als een
zoneventiel in stijgleidingen of strangen om een constant drukverschil over
meerdere eindunits te verzekeren of als ventiel in een eindunit om bij elke mogelijke
belasting de benodigde drukval over elke eindunit te verzekeren.
128 | Ballorex Delta



Radiatorverwarming met thermostatische radiatorkranen die
voorinstelbaar zijn.

Wanneer het Ballorex Delta ventiel samen met een Ballorex Venturi of Ballorex Vario
wordt geïnstalleerd, kunnen de ventielen worden gebruikt om een constante druk
én een maximale flow te regelen. Op die manier beschikt elke zone of eindunit over
de benodigde drukval en wordt de ontwerpflow nooit overschreden. Deze oplossing
wordt veel gebruikt in radiatorverwarmingen met thermostatische radiatorkranen die
niet voorinstelbaar zijn.
Ballorex | 129


Radiatorverwarming met thermostatische radiatorkranen die niet


voorinstelbaar zijn.

Aangezien de Ballorex Delta bij alle belastingen het benodigde drukverschil voor een
kring verzekert, kan een project in stadia worden opgeleverd dankzij de inregeling in
zones. Hierdoor neemt het opnieuw in bedrijf stellen minder tijd en geld in beslag. In
de praktijk betekent dit dat delen van een gebouw geleidelijk aan in gebruik kunnen
worden genomen zodra ze klaar zijn. Dit zorgt voor een kosteneffectieve oplevering
van het volledige project. Gedeeltelijke stillegging is ook mogelijk zonder invloed
op andere delen van het systeem. De Ballorex Delta voorkomt een overflow en
bijgevolg onnodig energieverbruik en veroorzaakt amper geluidshinder. Het resultaat
is een perfect gecontroleerd systeem.
130 | Ballorex Delta

5.1.2 Installatie- en spoelprocedure

Bij installatie van de Ballorex Delta in een systeem moeten de volgende richtlijnen
worden opgevolgd:

Installatie- en spoelprocedure DN15-50


1. Een pijl op het Ballorex Venturi
ventielhuis geeft de bij installatie
na te leven flowrichting weer. Het
Ballorex Delta ventiel moet altijd op de
retourleiding worden geïnstalleerd.

2. Vóór en na de Ballorex Delta en


Ballorex Venturi ventielen zijn er geen
rechte leidingen nodig. De ventielen
kunnen rechtstreeks op bochten,
flexibele slangen, enz. worden
gemonteerd.

3. Wanneer de Ballorex Vario als


5 x DN 2 x DN 10 x DN 2 x DN
partnerventiel wordt gebruikt, is een
rechte leiding van 5 × d nodig wanneer
het ventiel direct na een bocht wordt
: X = 122mm gemonteerd en een rechte leiding van
2 × d wanneer het direct vóór een
DN15-25 : 3mm
DN 32-50 : 5mm bocht wordt gemonteerd. Vóór en na
de Ballorex Delta zijn er geen rechte
leidingen nodig.
Ballorex | 131

5. Voordat de capillaire buis wordt


gemonteerd, moet het systeem
worden gespoeld.

6. Sluit de capillaire buis aan op het


Ballorex partnerventiel (of T-stuk) op de
aanvoerzijde en spoel zodat er geen
lucht in de capillaire buis achterblijft.

7. Monteer daarna de capillaire


buis op de Ballorex Delta. De
drukverschilregelaar is nu actief.
132 | Ballorex Delta

8. S
 tel het drukverschil in met een inbus-
Max.
20 × 360° sleutel door het aantal volledige slagen
te tellen. Er moet met de klok mee wor-
den gedraaid vanaf de eerste (vooringe-
stelde) positie van:
• 5,0 kPa voor Ballorex Delta 5-25 kPa
• 20 kPa voor Ballorex Delta 20-40 kPa
• 35 kPa voor Ballorex Delta 35-75 kPa
• 60 kPa voor Ballorex Delta 60-100 kPa
De instellingstabellen in hoofdstuk 6.5 geven aan hoe vaak de inbussleutel (4 mm)
moet worden gedraaid om de gewenste Ballorex Delta instelling te verkrijgen.
NB: Er mag vanaf de eerste positie niet vaker worden gedraaid dan in de tabellen
wordt vermeld.

9. Bij gebruik van een flowmeter kan het


drukverschil over de stijgleiding of zone
worden bepaald. Nadat de flowmeter op
de hogedrukpoort van de Ballorex
Venturi (of de Ballorex Vario) en op de
aftapkraan van de Ballorex Delta is
aangesloten, geeft de manometer de
drukval over de stijgleiding en het
partnerventiel weer.
Wanneer een Ballorex Venturi als partnerventiel wordt gebruikt, is de drukval
ervan altijd in de door het Ballorex Delta ventiel gecontroleerde kring inbegrepen.
Wanneer een Ballorex Vario als partnerventiel wordt gebruikt, is het belangrijk
te controleren of de drukval over het ventiel in de door het Ballorex Delta ventiel
gecontroleerde kring is inbegrepen.
Ballorex | 133

10. De flow kan rechtstreeks op de


Ballorex Venturi worden gemeten. Sluit
de flowmeter gewoonweg op de
Ballorex Venturi aan, selecteer het ven-
tiel dat wordt gemeten en de flow
wordt rechtstreeks op de flowmeter
weergegeven. De flow kan ook op het
Ballorex Vario ventiel worden gemeten.
Sluit de flowmeter op de Ballorex Vario
aan, selecteer het ventiel dat wordt
gemeten, voer de huidige ventielinstel-
ling in en de flow wordt rechtstreeks
op de flowmeter weergegeven.
In het geval van een Ballorex Venturi is de instelling niet van belang voor de
flowweergave, maar de Ballorex Vario instelling moet daarentegen in de flowmeter
worden ingevoerd telkens wanneer deze verandert. Bij gebruik van een andere
flowmeter dan de Ballorex Balancing Computer BC2 moet de Kvm-waarde van
de Ballorex Venturi of de Kvm-waarde die overeenstemt met de instelling van het
Ballorex Vario ventiel in de flowmeter worden ingevoerd om de flowweergave te
verkrijgen. Er moet voor worden gezorgd dat alle ventielen in de kring volledig open
zijn en dat de pomp zo is ingesteld dat er voldoende flow en druk voor het hele
systeem wordt geleverd.
134 | Ballorex Delta

11. Wanneer de druk in het systeem wordt


getest, moet de capillaire buis aange-
sloten zijn en moeten alle ventielen in
de kring na het Ballorex Delta ventiel
geopend zijn. Op die manier heerst
aan beide zijden van het membraan
dezelfde statische druk zodat de druk-
verschilregelaar niet beschadigd raakt.
Wanneer de Ballorex Delta samen met
een Ballorex Venturi of Ballorex Vario
wordt geïnstalleerd, moeten de ventie-
len open of gesloten zijn. De maximale
testdruk bedraagt 25 bar.
12. De systeemflow kan met behulp van
de Ballorex Delta worden afgesloten
door de zwarte knop met de klok mee
te draaien totdat het ventiel volledig
gesloten is. Om tijdens het afsluiten
schade aan de drukverschilregelaar te
vermijden, mag de drukval over het
ventiel nooit meer dan 250 kPa bedra-
gen. Een alternatief is om
de capillaire buis aan één zijde los te koppelen voordat het ventiel wordt afgesloten
om de drukverschilregelaar te beschermen. Wanneer de ventielen zijn afgesloten,
kan de secundaire zijde van het systeem worden afgetapt via de aftapkraan van
3/4” met uitwendige schroefdraad op de Ballorex Delta. Verwijder de einddop,
bevestig de slang en open de kogelkraan om het systeem af te tappen.
Ballorex | 135

5.1.3 Toepassingen

Toepassing 1 - Verwarmingsinstallatie met voorinstelbare thermostatische


radiatorkranen
Het drukverschil over de kringen wordt met behulp van Ballorex Delta
ventielen gestabiliseerd. In installaties met voorinstelbare thermostatische
radiatorkranen (TRV) zorgt een stabiel drukverschil voor optimale condities om de
kamertemperatuur te controleren. Door de thermostatische radiatorkranen vooraf
in te stellen, wordt de flow beperkt en overflow vermeden. Tegelijkertijd wordt bij
gebruik van Ballorex Delta ventielen ook geluidshinder voorkomen.



136 | Ballorex Delta

Toepassing 2 - Verwarmingsinstallatie met niet voorinstelbare


thermostatische radiatorkranen
Met behulp van Ballorex Delta ventielen wordt het drukverschil over de kringen
gestabiliseerd. Sommige installaties zijn uitgerust met niet-voorinstelbare
thermostatische radiatorkranen (TRV). Zulke installaties zijn moeilijk goed te regelen
zodat overflow vaak voorkomt. De Ballorex Delta stabiliseert het drukverschil
over een kring en zorgt zo voor de juiste condities om de kamertemperatuur
te controleren. Wanneer hij samen met een Ballorex Venturi of Ballorex Vario
als partnerventiel wordt geïnstalleerd, kan de maximumflow tot de ontwerpflow
worden beperkt. Zo wordt overflow in de kring vermeden. Het zorgt niet voor
een correcte flowverdeling over de radiatoren maar verbetert wel aanzienlijk de
systeemprestaties. Tegelijkertijd wordt bij gebruik van Ballorex Delta ventielen ook
geluidshinder voorkomen.



Ballorex | 137

Toepassing 3a - Cv-installatie met Ballorex Delta en Ballorex Vario


Het Ballorex Vario ventiel en het Ballorex Delta drukverschilventiel kunnen zo
zijn aangesloten dat het Ballorex Vario ventiel zich binnen de door het Ballorex
Delta ventiel gecontroleerde kring bevindt. Dit gebeurt door de capillaire buis
van het Ballorex Delta ventiel aan te sluiten op de aftapkraan op de p/T-poort
van het Ballorex Vario ventiel met de hoogst gemeten druk. Deze toepassing
wordt veel gebruikt voor cv-installaties met thermostatische radiatorkranen die
niet voorinstelbaar zijn. In dit geval moet het drukverlies over het Ballorex Vario
ventiel in aanmerking worden genomen bij de instelling van het Ballorex Delta
drukverschilventiel. De flow over het Ballorex Vario ventiel wordt constant gehouden
door het verkregen constante drukverschil (voor zover de belasting van de eindunits
niet hoeft te worden veranderd).
138 | Ballorex Delta

Toepassing 3b - Cv-installatie met Ballorex Delta en Ballorex Vario


Het Ballorex Vario ventiel en het Ballorex Delta drukverschilventiel kunnen zo zijn
aangesloten dat het Ballorex Vario ventiel zich buiten de door het Ballorex Delta
ventiel gecontroleerde kring bevindt. Dit gebeurt door de capillaire buis van het
Ballorex Delta ventiel aan te sluiten op de aftapkraan op de p/T-plug van het
Ballorex Vario ventiel met de laagst gemeten druk. Deze toepassing wordt veel
gebruikt voor cv-installaties met thermostatische radiatorkranen die voorinstelbaar
zijn. Het Ballorex Vario ventiel kan in deze toepassing als meetventiel worden
gebruikt om te controleren of de voorinstelling op de thermostatische radiatorkranen
correct is en of de ontwerpflow wordt bereikt. Het Ballorex Vario ventiel is in deze
toepassing gewoonlijk volledig open of in een positie die net voldoende drukverlies
levert voor de flowmeting. Op die manier wordt het drukverlies in het systeem laag
gehouden.
Ballorex | 139

Toepassing 4 - Cv-installatie met Ballorex Delta en Ballorex Basic


Het Ballorex Basic afsluitventiel kan als partnerventiel voor de Ballorex Delta
worden gebruikt. Deze combinatie is geschikt voor installaties met thermostatische
radiatorkranen die voorinstelbaar zijn. De afzonderlijke flow wordt op elke
thermostatische radiatorkraan ingesteld, terwijl de flow voor de stijgleiding op de
Ballorex Basic kan worden gecontroleerd op voorwaarde dat het drukverlies over
de meetpunten minstens 3,0 kPa is. De Ballorex Basic kan zich binnen of buiten het
door de Ballorex Delta gecontroleerde deel van het systeem bevinden.
140 | Ballorex Delta

Toepassing 5 - Verwarmingsinstallatie met drukverschilventielen op


stijgleidingen en manuele inregelventielen op subkringen
Een Ballorex Delta op elke stijgleiding zorgt voor een stabiel drukverschil van de
hoofdleiding tot aan de stijgleidingen en subkringen. Een Ballorex Venturi of Ballorex
Vario op elke subkring voorkomt overflow. De drukverschilbegrenzing door het
Ballorex Delta ventiel voorkomt bovendien geluidshinder in het systeem.
Ballorex | 141

Toepassing 6 - Koelinstallatie met drukverschilventielen op strangen en


manuele inregelventielen op eindunits
In een installatie met veel kleine eindunits kan het drukverschil over een groep
van eindunits met de Ballorex Delta gestabiliseerd worden. Een Ballorex Venturi
of Ballorex Vario op elke eindunit beperkt tegelijk de flow overeenkomstig de
ontwerpcondities. De drukverschilregeling door het Ballorex Delta ventiel voorkomt
bovendien geluidshinder in het systeem.
142 | Ballorex Delta

Toepassing 7 - Vloerverwarmingssysteem
In een systeem met meerdere vloerverwarmingsverdelers wordt het drukverschil
met behulp van een Ballorex Delta op elke strang gestabiliseerd. De flowafstelling in
de ene verdeler heeft geen invloed op de flow in de overige verdelers. Een Ballorex
Venturi of Ballorex Vario zorgt voor de ontwerpflow in elke verdeler. Bijgevolg is
inbedrijfstelling van het systeem eenvoudig, tijd- en kostenbesparend en wordt de
ontwerpflow nooit overschreden.
Ballorex | 143

Toepassing 8 - Blok- en stadsverwarmingssysteem


De Ballorex Delta kan worden geïnstalleerd in systemen met warmteafleversets.
Bij dit type toepassing zijn flowschommelingen ten gevolge van een aanzienlijk
verschil tussen het warmteverbruik voor de productie van sanitair warm water
en voor verwarming een veelvoorkomend probleem. Door een Ballorex Delta te
installeren wordt het drukverschil in elk deel van het systeem gestabiliseerd. De
Ballorex Delta zorgt ervoor dat een veranderde flow in het ene deel van het systeem
geen invloed heeft op de flow en de werking van het overige deel van het systeem.
Dezelfde functie geldt voor stadsverwarmingssystemen. Een Ballorex Delta in
stadsverwarmingsstations zorgt voor stabiele werkcondities voor gemotoriseerde
ventielen op warmtewisselaars. Bijgevolg werken de gemotoriseerde ventielen enkel
in verhouding tot de veranderde warmtebelasting en niet ter compensatie van de
schommelende druk in het stadsverwarmingssysteem.
144 | Ballorex Delta

5.1.4 Dimensioneringsvoorbeelden

Systeem met Ballorex Delta en Ballorex Venturi


Een Ballorex Delta en een Ballorex Venturi partnerventiel zijn in dit voorbeeld
gedimensioneerd overeenkomstig de volgende condities:
• De ontwerpflow in de door de Ballorex Delta gecontroleerde strang bedraagt
0,4 l/s (1440 l/h).
• Het beschikbare drukverschil in het systeem (Δpa) bedraagt 50 kPa.
• Het benodigde drukverschil in de strang (Δpc) bedraagt 20 kPa.

∆pBV

∆pa
∆pC

∆pA = ∆pBV+ ∆pC + ∆pDELTA


∆pDELTA

Δpa beschikbaar drukverschil in het systeem


Δpc benodigd drukverschil voor de strang
Δpbv drukverlies over Ballorex Venturi
ΔpDELTA drukverlies over Ballorex Delta

Het drukverlies over het Ballorex Delta ventiel wordt vermeld in de grafieken op het
productinformatieblad dat beschikbaar is op www.vsh.nl.
Ballorex | 145

bar kPa Drukval over ventiel - Δpdelta


0,40 40

0,35 35

0,30 30

0,25 25

0,20 20

0,15 15
0,13 13

0,10 10

0,05 5

0,00 0
Flow
0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50 0,55 0,60 0,65 0,70 0,75 l/s
0 180 360 540 720 900 1080 1260 1440 1620 1800 1980 2160 2340 2520 2700 l/h

Grafiek voor Ballorex Delta DN25.

Drie ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 0,4 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN20 Δpdelta = 33 kPa
• Ballorex Delta DN25 Δpdelta = 13 kPa
• Ballorex Delta DN32 Δpdelta = 5 kPa

Het geschikte Ballorex Venturi partnerventiel wordt gekozen uit het flowdiagram
in hoofdstuk 3.1. Er wordt aanbevolen om de ventielen bij de benodigde flow in
volledig open positie te gebruiken om de opvoerhoogte van de pomp te beperken
en energie te besparen:

• Ballorex Venturi DN20H Δpbv = 6,5 kPa


• Ballorex Venturi DN25S Δpbv = 3,5 kPa
• Ballorex Venturi DN32H Δpbv = 1,2 kPa
146 | Ballorex Delta

bar kPa Drukval over ventiel Positie


1,0 100
0,0 1,0 2,0 3,0
0,5 50
0,4 40 4,0
0,3 30 5,0
0,2 20 6,0
7,0
0,1 10 8,0
9,9
0,05 5
0,04 4
0,03 3 Flow
0,14 0,2 0,3 0,4 0,5 0,603 l/s
504 720 1080 1440 1800 2170 l/h

Grafiek voor Ballorex Venturi DN25S.

De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN20 Min. Δpa = 6,5 kPa + 20 kPa + 33 kPa = 59,5 kPa
• DN25 Min. Δpa = 3,5 kPa + 20 kPa + 13 kPa = 36,5 kPa
• DN32 Min. Δpa = 1,2 kPa + 20 kPa + 5 kPa = 26,2 kPa

Om de beste werking van de Ballorex Delta te garanderen, wordt het kleinst


mogelijke ventiel gekozen. De DN20-oplossing vereist echter een minimale Δpa
van 59,5 kPa om goed te werken en het systeem biedt maar een Δpa van 50 kPa.
Daarom wordt het DN25-ventiel gekozen met een actuator van 20-40 kPa.

De correcte Δp-instelling op de Ballorex Delta bedraagt: Δpbv + Δpc =


3,5 kPa + 20 kPa = 23,5 kPa

Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
(Δpc + Δpbv) [kPa] bij een flow van 0,4 l/s binnen de kring constant houdt, moeten
de productinformatiebladen worden geraadpleegd.
Ballorex | 147

Instelling [kPa] Min. flow [l/h] Max. flow [l/h]

20  89 1790
22  94 1880
24  98 1960
26 102 2040
28 106 2120
30 110 2190

Fragment uit de dimensioneringstabel voor Ballorex Delta DN25.

Bij een instelling van 24 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 98-1960 l/h en ligt
de ontwerpflow van 1440 l/h binnen het bereik.

Systeem met Ballorex Delta en Ballorex Vario


Een Ballorex Delta en een Ballorex Vario zijn in dit voorbeeld gedimensioneerd
overeenkomstig de volgende condities:

De ontwerpflow in de door het Ballorex Delta ventiel gecontroleerde strang bedraagt


0,15 l/s (540 l/h).
• Het beschikbare drukverschil in het systeem (Δpa) bedraagt 35 kPa
• Het benodigde drukverschil in de strang (Δpc) bedraagt 15 kPa

Het systeem heeft radiatoren met thermostatische radiatorkranen die voorinstelbaar


zijn. De flow kan bijgevolg op de thermostatische radiatorkranen worden afgesteld
en de Ballorex Vario kan buiten de door de Ballorex Delta gecontroleerde kring
worden geïnstalleerd. Drukverlies over de Ballorex Vario wordt niet in aanmerking
genomen bij de instelling van de Ballorex Delta. De Ballorex Vario moet zich in
volledig open positie bevinden.
148 | Ballorex Delta

∆pBV

∆pA ∆pDELTA ∆pC

∆pA = ∆pBV + ∆pC + ∆pDELTA

Δpa beschikbaar drukverschil in het systeem


Δpc benodigd drukverschil voor de strang
Δpbv drukverlies over Ballorex Vario
ΔpDELTA drukverlies over Ballorex Delta
Ballorex | 149

bar kPa Drukval over ventiel - Δpdelta


0,40 40

0,35 35

0,30 30

0,25 25

0,20 20

0,15 15

0,10 10

0,05 5

0,00 0
Flow
0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 l/s
0 180 360 540 720 900 1080 1260 1440 1620 l/h

Grafiek voor Ballorex Delta DN20.

Drie ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 0,15 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN15 Δpdelta = 11,5 kPa
• Ballorex Delta DN20 Δpdelta = 4,5 kPa
• Ballorex Delta DN25 Δpdelta = 2,0 kPa

Het geschikte Ballorex Vario partnerventiel wordt gekozen op basis van het
flowdiagram in hoofdstuk 3.2.4. Het is aanbevolen om de ventielen bij de benodigde
flow in volledig open positie te gebruiken om de opvoerhoogte van de pomp te
beperken en energie te besparen:
• Ballorex Vario DN15 Δpbv = 10,0 kPa
• Ballorex Vario DN20 Δpbv = 1,5 kPa
• Ballorex Vario DN25 Δpbv = 1,0 kPa
150 | Ballorex Delta

bar kPa Drukval over ventiel Positie


2,5 250
0,0 1,0 2,0
3,0
1,0 100
4,0

5,0
6,0
7,0
8,0
0,1 10
9,0
0,07 7 9,9

0,03 3

0,01 1
Flow
0,0153 0,7 0,1 0,2 0,25 0,325 l/s
55 252 360 720 900 1170 l/h

Grafiek voor Ballorex Vario DN20.

De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN15 Min. Δpa = 10,0 kPa + 15,0 kPa + 11,5 kPa = 36,5 kPa
• DN20 Min. Δpa = 1,5 kPa + 15,0 kPa + 4,5 kPa = 21,0 kPa
• DN25 Min. Δpa = 0,5 kPa + 15,0 kPa + 2,0 kPa = 17,5 kPa

Om de beste werking van de Ballorex Delta te garanderen, wordt het kleinst


mogelijke ventiel gekozen. De DN15-oplossing vereist echter een minimale Δpa
van 36,5 kPa om goed te werken en het systeem biedt maar een Δpa van 35 kPa.
Daarom wordt het DN20-ventiel gekozen met een actuator van 5-25 kPa.

De correcte Δp-instelling op het Ballorex Delta ventiel bedraagt: Δpc = 15,0 kPa

Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
Δpc [kPa] bij een flow van 0,15 l/s binnen de kring constant houdt, moeten de
productinformatiebladen worden geraadpleegd.
Ballorex | 151

Instelling [kPa] Min. flow [l/h] Max. flow [l/h]

12 43 866
13 45 901
14 47 935
15 48 968
16 50 1000

Fragment uit de dimensioneringstabel voor Ballorex Delta DN20.

Bij een instelling van 15 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 48-968 l/h en ligt
de ontwerpflow van 540 l/h binnen het bereik.
152 | Ballorex Delta

5.1.5 Productzoeker

Ballorex Delta DN15-50

DN 50

DN 40

DN 32

DN 25

DN 20

DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 18000 21600 l/h

Ballorex Vario – partnerventiel voor Ballorex Delta DN15-50

DN 50

DN 40

DN 32

DN 25

DN 20

DN 15
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144 216 288 360 720 1080 1440 1800 2160 2880 3600 7200 10800 14400 l/h

In paragraaf 7.4 wordt het volledige assortiment gepresenteerd.


Ballorex | 153

Ballorex Venturi – partnerventiel voor Ballorex Delta DN15-50

DN 50 H

DN 40 H

DN 25 H & DN 32 H

DN 20 H & DN 25 S

DN 15 H DN 20 S

DN 15 S & DN 20 L

DN 15 L

DN 15 UL
Flow rate
0.005 0.007 0.01 0.02 0.03 0.04 0.06 0.08 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.8 1.0 2.0 3.0 4.0 l/s
18.0 25.2 36.0 72.0 108.0 144.0 216.0 288.0 360.0 720.0 1080.0 1440.0 1800.0 2160.0 2880.0 3600.0 7200.0 10800.0 14400.0 l/h

In paragraaf 7.4 wordt het volledige assortiment gepresenteerd.

5.1.6 Specificaties

Ballorex Delta met en zonder aftap. DN15-32 binnendraad x binnendraad

Specificaties DN15-32

Max. temperatuur 120°C (135°C tijdelijk)


Min. temperatuur -20°C
Max. drukverschil 250 kPa
Max. druk 25 bar
Instelbereik drukverschil 5-25 kPa, 20-40 kPa
Nauwkeurigheid ± 25%
Markering op ventiel DN, PN, flowpijl, DR, Kvs
Instelbereik drukverschil
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis, zitting, kop en interne Ontzinkingsbestendig messing CW602N
mechanische onderdelen
Veer Roestvrij staal
Dichtingen en membraan EPDM
Afsluitknop PPS
154 | Ballorex Delta

Ballorex Delta met aftap. DN40-50 binnendraad x binnendraad

Specificaties DN40 DN50

Max. temperatuur 120°C (135°C tijdelijk) 120°C (135°C tijdelijk)


Min. temperatuur -20°C -20°C
Max. drukverschil 250 kPa 250 kPa
Max. druk 25 bar 25 bar
Instelbereik 5-25 kPa, 20-40 kPa,  -25 kPa, 20-40 kPa,
5
drukverschil 35-75 kPa 35-75 kPa, 60-100 kPa
Nauwkeurigheid ± 25% ± 25%
Markering op ventiel  N, PN, flowpijl, DR, Kvs
D  N, PN, flowpijl, DR, Kvs
D
Instelbereik drukverschil Instelbereik drukverschil
Aansluiting Binnendraad ISO 7/1 parallel Binnendraad ISO 7/1 parallel
Ventielhuis, Ontzinkingsbestendig mes- EN-GJL-250 (GG25)
sing CW602N
Zitting, kop en interne me- Ontzinkingsbestendig mes- Ontzinkingsbestendig mes-
chanische onderdelen sing CW602N sing CW602N
Veer Roestvrij staal Roestvrij staal
Dichtingen en membraan EPDM EPDM
Afsluitknop PPS PPS
Boven- en onderplaten EN-GJL-250 (GG25) EN-GJL-250 (GG25)
Ballorex | 155

Ballorex Delta. DN15-32 buitendraad x buitendraad

Specificaties DN15-32

Max. temperatuur 120°C (135°C tijdelijk)


Min. temperatuur -20°C
Max. drukverschil 450 kPa
Max. druk 25 bar
Instelbereik drukverschil 5-25 kPa, 20-40 kPa
Nauwkeurigheid ± 25%
Markering op ventiel DN, PN, flowpijl, DR, Kvs
Instelbereik drukverschil
Aansluiting Buitendraad G3/4” ISO228
Ventielhuis, zitting, kop en interne Ontzinkingsbestendig messing CW602N
mechanische onderdelen
Veer Roestvrij staal
Dichtingen en membraan EPDM
Afsluitknop PPS
156 | Ballorex Delta

5.2 Ballorex Delta DN65-80

5.2.1 Inleiding

Drukverschilventiel (DPCV) DN65-80, 2½ - 3”

Beschrijving van Ballorex Delta


De Ballorex Delta is een drukverschilventiel dat in hydraulische verwarmings- en
koelinstallaties wordt gebruikt. Door een constant drukverschil over gemotoriseerde
of statische inregelventielen te verzekeren, zorgt het Ballorex Delta ventiel voor
de juiste condities om de gewenste flowverdeling in een installatie tot stand te
brengen. Het Ballorex Delta ventiel voorkomt ook geluidshinder ten gevolge van het
mogelijke grote drukverschil in radiatorthermostaten, tweewegventielen en andere
componenten in een installatie.
Ballorex | 157

Voordelen van Ballorex Delta


• Breed instelbereik voor verschillende toepassingen: 20-80 kPa, 70-130 kPa
• Correcte balans ongeacht drukschommeling in het systeem
• Geen geluidshinder
• Rechtstreekse montage op bochten en verloopstukken mogelijk
• Compacte opbouw voor een flexibele installatie
• Veerhuis demonteerbaar voor een gemakkelijke installatie in krappe ruimtes of op
compacte units
• Robuuste constructie – drukklasse PN16
• Accurate en gemakkelijke instelling van ontwerpflow in combinatie met
Ballorex Venturi
• Mogelijk om project in stadia op te leveren dankzij inregeling in zones
• Gedeeltelijke stillegging mogelijk zonder invloed voor andere delen van het
systeem
• Eenvoudige inbedrijfstelling bespaart tijd en geld
• Geen overflow, geen onnodig energieverbruik, beter thermisch comfort

Ontwerp van Ballorex Delta


De Ballorex Delta wordt op de aanvoer- of retourleiding geïnstalleerd. De druk in
de aanvoerleiding wordt over het membraan geleid en de druk in de retourleiding
wordt onder het membraan door de capillaire buizen geleid. De ene capillaire buis
kan op een partnerventiel zoals de Ballorex Venturi of op een T-stuk in het systeem
worden aangesloten, terwijl de andere capillaire buis op de flens van het Ballorex
Delta ventiel wordt aangesloten. Wanneer de systeemdruk toeneemt, neemt deze
ook toe boven het binnenmembraan van de Ballorex Delta waardoor de ventielkop
naar beneden wordt geduwd en het ventiel geleidelijk aansluit. Het resultaat is een
constante drukval over de kring die door de Ballorex Delta wordt gecontroleerd.
Zonder de actuator wordt het ventiel door middel van een veer in een open positie
gehouden. Het ventiel sluit wanneer er kracht op de spindel wordt uitgeoefend.
158 | Ballorex Delta

6 2 14 10

12 15

11 16

13 9

2 7 10 17

5 3 9 8

2 3

1 7

1 Wartelmoer voor ventiel 7 Capillaire buis 13 Pakking


2 Ontluchting 8 Ventielhuis 14 Pakking voor actuator
3 Nippel voor capillaire buis 9  Ventielkop 15 Schijf
4 Membraanhuis 10 Blokkeringsring 16 Veer
5 Membraan 11 Moer 17 Ventielzitting
6 Regelknop 12 Stiftbout

Drukinregeling door Ballorex Delta


De Ballorex Delta is beschikbaar met uiteenlopende bedieningselement voor
verschillende drukbereiken. Afhankelijk van het type bedieningselement wordt de
Ballorex Delta in de fabriek vooringesteld op:
• 50 kPa - bedieningselement 20-80 kPa voor Ballorex Delta DN65-80
• 100 kPa - bedieningselement 70-130 kPa voor Ballorex Delta DN65-80
Ballorex | 159

Door aan de regelknop te draaien is elke instelling binnen


het drukverschilbereik haalbaar.

Ballorex Delta met partnerventiel


De Ballorex Delta kan worden
gebruikt in combinatie met
een Ballorex Venturi met aftap
als partnerventiel. In dit geval
wordt de ene capillaire buis
op de Ballorex Venturi
aangesloten, terwijl de andere
capillaire buis op de flens van
de Ballorex Delta wordt
aangesloten. Het drukverschil
wordt met de regelknop op
het Ballorex Delta ventiel
vooringesteld en vervolgens
wordt de ontwerpflow op het
De Ballorex Delta in combinatie met een Ballorex Venturi ventiel
Ballorex Venturi als partnerventiel.
ingesteld.
160 | Ballorex Delta

Wanneer de Ballorex Venturi als partnerventiel wordt gebruikt en in de


aanvoerleiding geïnstalleerd is, bevindt deze zich binnen de door de Ballorex
Delta gecontroleerde kring. In dit geval wordt het drukverlies over het Ballorex
Venturi ventiel bij het drukverlies in de gecontroleerde kring geteld en moet het in
aanmerking worden genomen bij de instelling van het Ballorex Delta ventiel.

De Ballorex Delta DN65-80 kan op de retourleiding worden geïnstalleerd. Het


drukverlies over de Ballorex Venturi (partnerventiel) wordt bij het drukverlies in de
gecontroleerde kring geteld.

Wanneer de Ballorex Venturi als partnerventiel wordt gebruikt en in de retourleiding


geïnstalleerd is, bevindt deze zich buiten de door de Ballorex Delta gecontroleerde
kring. Bijgevolg wordt dit drukverlies niet in aanmerking genomen bij de instelling
van de Ballorex Delta.

De Ballorex Delta DN65-80 kan op de aanvoerleiding worden geïnstalleerd. Het


drukverlies over de Ballorex Venturi (partnerventiel) wordt niet bij het drukverlies in
de gecontroleerde kring geteld.
Ballorex | 161

Werking van Ballorex Delta


Afhankelijk van de toepassing kan de Ballorex Delta worden gebruikt als een
zoneventiel in stijgleidingen of strangen om een constant drukverschil over
meerdere eindunits te verzekeren of als ventiel in een eindunit om bij elke mogelijke
belasting de benodigde drukval over elke eindunit te verzekeren.

De Ballorex Delta zorgt voor een constant drukverschil over een gemotoriseerd
ventiel op een eindunit.
162 | Ballorex Delta

Systeem met eindunits gecontroleerd door een Ballorex Delta en ingeregeld door
een Ballorex Venturi.
Ballorex | 163

5.2.2 Installatie- en spoelprocedure

Bij installatie van de Ballorex Delta in een systeem moeten de volgende richtlijnen
worden opgevolgd:

Installatie- en spoelprocedure DN65-80

1. Een pijl op het Ballorex


ventielhuis geeft de na
te leven flowrichting
weer.

2. De Ballorex Delta kan


in elke positie worden
geïnstalleerd.

0xDN 0xDN
5 x DN 0 x DN

3. De Ballorex Delta


kan in de retour- of
aanvoerleiding worden
gemonteerd.
164 | Ballorex Delta

4. Vóór en na de Ballorex Delta en Ballorex


Venturi ventielen zijn er geen rechte
0xDN 0xDN leidingen nodig. De ventielen kunnen
5 x DN 0 x DN
rechtstreeks op bochten, flexibele
slangen, enz. worden gemonteerd. Er
wordt aanbevolen om een rechte leiding
van 5 × DN vóór het Ballorex Venturi
ventiel te hebben.

5. Voordat de actuator en capillaire buizen


worden gemonteerd, moet het systeem
worden gespoeld en de druk worden
getest. De Ballorex Delta is normaal
gezien open wanneer de actuator niet is
gemonteerd. De maximale systeemdruk
bedraagt 16 bar.

6. Nadat de actuator en capillaire buizen zijn


gemonteerd, moet de membraankamer
worden ontlucht door uitstroming via de
ontluchtingsgaatjes.

7. Stel het drukverschil in door aan de


regelknop te draaien. Met de rand van de
knop wordt op de schaal van de actuator
het benodigde drukverschil aangeduid.
Ballorex | 165

8. Bij gebruik van een flowmeter kan het


drukverschil over de stijgleiding of zone
worden bepaald. Nadat de flowmeter op
de hogedrukpoort op de Ballorex Venturi
en op de in een T-stuk gemonteerde
aftapkraan (die als accessoire is
meegeleverd) is aangesloten, geeft
de flowmeter de drukval in de
gecontroleerde kring weer.

9. De flow kan met de Ballorex Balancing


Computer op de Ballorex Venturi worden
gemeten met een hoge nauwkeurigheid
van ± 3%. Sluit eerst de inregelcomputer
aan op de Ballorex Venturi en meet
het gekozen ventiel, waarna de directe
flowweergave wordt verkregen.
Wanneer een andere flowmeter wordt
gebruikt, moet de Kvm-waarde van
de Ballorex Venturi worden ingevoerd
om de flowweergave te verkrijgen. Er
moet voor worden gezorgd dat alle
onderhoudsventielen in de kring volledig
open zijn en dat de pomp zo is ingesteld
dat er tijdens de meting zowel voldoende
flow als voldoende druk voor het hele
systeem wordt geleverd.

10. Het Ballorex Delta ventiel heeft geen


afsluitfunctie. Er wordt aanbevolen
om afsluitventielen te installeren om
de gecontroleerde kring te kunnen
onderhouden.
166 | Ballorex Delta

11. De systeemflow kan met behulp van


de Ballorex Delta worden afgesloten
door de zwarte knop met de klok mee
te draaien totdat het ventiel volledig
gesloten is. Om tijdens het afsluiten
schade aan de drukverschilregelaar
te vermijden, mag de drukval over
het ventiel nooit meer dan 250 kPa
bedragen. Een alternatief is om de
capillaire buis aan één zijde los te
koppelen voordat het ventiel wordt
afgesloten om de drukverschilregelaar
te beschermen. Wanneer de ventielen
zijn afgesloten, kan de secundaire zijde
van het systeem worden afgetapt via
de aftapkraan van 3/4” met uitwendige
schroefdraad op de Ballorex Delta.
Verwijder de einddop, bevestig de slang
en open de kogelkraan om het systeem
af te tappen.
Ballorex | 167

5.2.3 Toepassingen

De Ballorex Delta DN65 en DN80 kan worden gebruikt in toepassingen 1-8


die in hoofdstuk 5.1.3 zijn beschreven, alsook in onderstaande:
De Ballorex Delta kan op de retour- of aanvoerleiding worden geïnstalleerd. De
voorkeur gaat uit naar installatie op de retourleiding indien er een risico op lucht in
het systeem bestaat en in hoge gebouwen waar de druk in de retourleiding niet veel
meer dan de statische druk is. Bij lage gebouwen (en hoge drukwaarden) moet de
Ballorex Delta bij voorkeur op de aanvoerleiding worden geïnstalleerd om de druk in
de eindunits te verlagen.

Toepassing 9 - Precieze temperatuurcontrole in luchtbehandelingsunits


Wanneer de temperaturen binnen nauwe grenzen moeten worden gehouden,
zoals in ventilatie-installaties, kan de temperatuurcontrole erg moeilijk zijn als
het drukverschil in het systeem niet constant is. Dit kan worden vermeden door
een Ballorex Delta te installeren die het drukverschil over het gemotoriseerde
ventiel stabiliseert. Bijgevolg reageert het gemotoriseerde ventiel enkel op
temperatuursignalen en niet op drukschommelingen.
168 | Ballorex Delta

Toepassing 10 - Precieze temperatuurcontrole in drinkwatersystemen en


cv-installaties
Het Ballorex Delta ventiel zal in een warmwatertoestel (warmtewisselaar) of in een
cv-installatie een constant drukverschil over het gemotoriseerde ventiel handhaven.
Dankzij een stabiele werkconditie reageert het gemotoriseerde ventiel enkel op het
temperatuursignaal en hoeft het geen drukschommelingen op te vangen.
Ballorex | 169

Toepassing 11 - Drukontlasting door bypass in pomp of aanvoer- en


retourleiding
De Ballorex Delta kan worden gebruikt in een bypass rond pompen of door de
aanvoer- en retourleidingen van een kring. Dit voorkomt dat de pomp moet werken
tegen een afgesloten systeem bij flow nul wanneer alle subkringen gesloten zijn.

5.2.4 Dimensioneringsvoorbeelden
Een Ballorex Delta en een Ballorex Venturi partnerventiel zijn gedimensioneerd
overeenkomstig de volgende condities:

De ontwerpflow in de door de Ballorex Delta gecontroleerde strang bedraagt


5,0 l/s (18.000 l/h). Het beschikbare drukverschil in het systeem (Δpa) bedraagt
60 kPa. Het benodigde drukverschil in de door de Ballorex Delta gecontroleerde
strang (Δpc) bedraagt 40 kPa.

Δpa 
beschikbaar drukverschil in
het systeem

Δpc benodigd drukverschil voor


de kring

Δpbv drukverlies over


partnerventiel (Ballorex
Venturi)
ΔpDELTA drukverlies over de Ballorex
Delta
170 | Ballorex Delta

bar kPa Drukval over ventiel - Δpdelta


1,30 130

1,20 120

1,10 110

1,00 100

0,90 90

0,80 80

0,70 70

0,60 60

0,50 50

0,40 40

0,30 30

0,20 20

0,10 10

0,0 0 Flow
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 l/s
0 3600 7200 10.800 14.400 18.000 21.600 25.200 28.800 32.400 36.000 39.600 43.200 46.800 50.400 54.000 57.600 61.200 64.800 68.400 l/h

Grafiek voor Ballorex Delta DN65.

Twee ventielen (in volledig open positie) kunnen de benodigde flow van 5,0 l/s
leveren:
• Ballorex Delta DN65 Δpdelta = 10 kPa
• Ballorex Delta DN80 Δpdelta = 5 kPa

De geschikte Ballorex Venturi partnerventielen worden gekozen op basis van het


flowdiagram in hoofdstuk 3.1. Er wordt aanbevolen dat het ventiel bij de benodigde
flow zo dicht mogelijk bij de volledig open positie is ingesteld.
Hierdoor kan het ventiel bij de benodigde regelautoriteit werken en zal elke
verandering van ventielinstelling resulteren in een groot drukverlies voor een
precieze flowafstelling:
• Ballorex Venturi DN65, Δpbv = 5,3 kPa ventiel volledig open (zie hoofdstuk 3.1)
• Ballorex Venturi DN80, Δpbv = 4,0 kPa ventiel in positie 3.5 (zie hoofdstuk 3.1)
Ballorex | 171

bar kPa Drukval over ventiel Positie


1,0 100
3,0 4,0

0,5 50 5,0
0,4 40
0,3 30
6,0
0,2 20
7,0
0,1 10 8,0 9,0

10,0
0,05 5
0,04 4
0,03 3 Flow
1,8 2 3 4 5 6 7 l/s
6,48 7,2 10,8 14,4 18,0 21,6 25,2 m³/h

Grafiek voor Ballorex Venturi DN65.

De minimaal benodigde Δpa voor elke ventielset wordt als volgt berekend:
Δpa = Δpbv + Δpc + Δpdelta
• DN65 Min. Δpa = 5,3 kPa + 40 kPa + 10 kPa = 55,3 kPa
• DN80 Min. Δpa = 4,0 kPa + 40 kPa + 5 kPa = 49,0 kPa

Om de beste werking van de Ballorex Delta te garanderen, wordt het kleinst


mogelijke ventiel gekozen. Daarom wordt het DN65-ventiel gekozen met een
actuator van 20-80 kPa.

De correcte Δp-instelling op het Ballorex Delta ventiel bedraagt:


Δpbv + Δpc = 5,3 kPa + 40 kPa = 45,3 kPa

Om er zeker van te zijn dat het Ballorex Delta ventiel het benodigde drukverschil
(Δpc + Δpbv) [kPa] bij een flow van Q [l/s] binnen de kring constant houdt, moeten
de productinformatiebladen worden geraadpleegd.

Bij een instelling van 46 kPa bedraagt het beschikbare flowbereik 1570 l/h tot
39.340 l/h en ligt de ontwerpflow van 18.000 l/h binnen het bereik.
172 | Ballorex Delta

20-80 kPa

Instelling [kPa] Min. flow [l/h] Max. flow [l/h]

38 1430 35.750
40 1470 36.680
42 1500 37.590
44 1540 38.470
46 1570 39.340

Fragment uit de tabel voor Ballorex Delta DN65.

5.2.5 Productzoeker

Ballorex Delta DN65-80

DN 80

DN 65

Flow rate
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 1 2 3 4 6 8 10 20 30 40 60 l/s
360 720 1080 1440 2160 2880 3600 7200 10800 14400 21600 2880036000 72000 108000 144000 216000 l/h

Ballorex Venturi – partnerventiel voor Ballorex Delta DN65-80

DN 80

DN 65

Flow rate
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 1 2 3 4 6 7 8 10 20 30 40 60 l/s
360 720 1080 1440 2160 2880 3600 7200 10800 14400 21600 28800 36000 72000 108000 144000 216000 l/h

In paragraaf 7.4 wordt het volledige assortiment gepresenteerd.


Ballorex | 173

5.2.6 Specificaties

Ballorex Delta. DN65-80 flens/flens

Specificaties DN65 DN80

Max. temperatuur 120°C (150°C enkel als de 120°C (150°C enkel als de
actuator onder het ventiel is actuator onder het ventiel is
geïnstalleerd) geïnstalleerd)
Min. temperatuur -20°C -20°C
Max. drukverschil 1600 kPa 1600 kPa
Max. druk 16 bar 16 bar
drukverschil 20-80 kPa, 70-130 kPa 20-80 kPa, 60-150 kPa
Lekbereik  inder dan 0,05% van de
M  inder dan 0,05% van de
M
volledige flow (overeenkomstig volledige flow (overeenkomstig
VDI/VDE 2174) VDI/VDE 2174)
Markering op ventiel  N, PN, flowpijl, Kvs,
D  N, PN, flowpijl, Kvs,
D
instelbereik van drukverschil, instelbereik van drukverschil,
materiaal materiaal
Aansluiting Flens EN 1092-2 PN16 Flens EN 1092-2 PN16
Ventielhuis Gietijzer EN-GJS-400-15 Gietijzer EN-GJS-400-15
Zitting, kop en spindel Roestvrij staal Roestvrij staal
Veer Roestvrij staal Roestvrij staal
Moeren en bouten 24 CrMo 5/A4 24 CrMo 5/A4
Dichting en membraan EPDM EPDM
174 | Ballorex flowmeter

6 Ballorex flowmeter
6.1 Inleiding

Beschrijving van Ballorex


Balancing Computer BC2
De Ballorex Balancing Computer BC2 is een
compact, handbediend instrument voor een
effectieve inbedrijfstelling van het systeem.
De inregelcomputer kan gemakkelijk met
behulp van de meegeleverde slangen en
meetnaalden via de meetpunten van een
inregelventiel op het systeem worden
aangesloten. De ingebouwde druksensoren
meten het drukverschil dat samen met de Kv
(Kvm)-waarde van het ventiel rechtstreeks
in een flowweergave wordt omgezet. Indien
er in het systeem antivriesmiddelen worden
gebruikt, beschikt de flowmeter over een
dichtheidscorrectie zodat de effectieve flow
wordt weergegeven.

Voordelen van Ballorex Balancing Computer BC2


• Slim menu voor eenvoudige bediening
• Afbeeldingen van ventielen voor snelle identificatie
• Aansluitpoorten voor snelkoppeling
• λ-waarde rechtstreeks berekend en weergegeven
• Gegevensregistratie tot 20.000 metingen
• Tot 1200 voorgeprogrammeerde inregelventielen
• Inbedrijfstelling van project met de mogelijkheid inregelrapporten af te drukken
• Dichtheidscorrectie bij gebruik van antivriesmiddelen
• Registratie van metingen in realtime
• Berekening van voorinstelling voor ventiel
Ballorex | 175

De Ballorex Balancing Computer BC2 wordt als volledige set geleverd, bestaande
uit een koffer, inregelcomputer met draagriem, USB-kabel, lader, een paar slangen
met snelkoppelingen, meetnaalden, een dop van 3/4” met meetpunt en een cd met
software.

Meetset bij de Ballorex Balancing Computer BC2.

De Ballorex Balancing Computer BC2 wordt geleverd met een bibliotheek van
voorgeprogrammeerde kenmerken en afbeeldingen van Ballorex inregelventielen
voor een snelle en gemakkelijke identificatie.

De meest bekende inregelventielen van andere leveranciers


zijn ook in deze bibliotheek opgenomen zodat de Ballorex
Balancing Computer BC2 zelfs gebruikt kan worden om
systemen in bedrijf te stellen die met verschillende ventielen
zijn uitgerust. Dankzij het grote geheugen van de Ballorex
Balancing Computer BC2 kunnen niet alleen geregistreerde
druk- en flowgegevens worden opgeslagen, maar kunnen
eerder geregistreerde waarden ook direct op het scherm
worden afgelezen. Via een mini-USB-connector kan er met
de BC2 worden gecommuniceerd en wordt deze ook
opgeladen.
176 | Ballorex flowmeter

Mogelijkheden van de Ballorex Balancing Computer BC2:


• Drukverschilmeting
• Flowmeting
• Taalkeuze
• Instelling van tijdstip en datum
• Keuze van te meten media
• Keuze van drukeenheid
• Keuze van floweenheid
• Keuze van temperatuureenheid
• Flowmeting met Lambda-waarde
• Directe invoer van Kv-waarde
• Meting van een enkel ventiel
• Werken met projecten
• Berekening van voorinstelling voor ventiel
• Registratie van metingen in realtime

6.2 Opbouw

De Ballorex Balancing Computer BC2 is


1 uitgerust met een verlicht QVGA-
kleurenscherm, druksensoren en een
toetsenbord met 9 toetsen.
2
1 - Drukpoort met snelkoppeling voor
aansluiting van slang
3 2 - LCD-scherm
3 - Toetsenbord
4 - Huis
4
Ballorex | 177

Met het toetsenbord kan door de menu’s worden gebladerd en kunnen de


benodigde flow, de Kv-waarde of de instelling van het in te regelen ventiel worden
ingevoerd.

1 1 - ON/OFF
2 - Omhoog scrollen
7
2 3 - Menu
3
4 - OK-functie ter bevestiging
8
5 - Preset
4 6 - Omlaag scrollen
9
7 - Functie nulstelling
5
8 - Annuleren
6 9 - Ventiel

Het scherm bevat alle gegevens die tijdens een inbedrijfstelling nodig zijn.

1 - Naam van venster


2 - Floweenheid
3 - Drukeenheid
4 - Gebruikte geheugencapaciteit (virtueel
pictogram van SD-kaart)
5 - Tijd
6 - Batterijcapaciteit
7 - Gemeten druk
8 - Gemeten flow
9 - Gekozen ventiel
10 - Gekozen medium
11 - Voorinstelling ventiel
12 - Mediumconcentratie
13 - Mediumtemperatuur
178 | Ballorex flowmeter

6.3 Werking

De Ballorex Balancing Computer BC2 meet het drukverschil om de flow voor


alle Ballorex inregelventielen te berekenen. De flowmeter wordt gebruikt met de
standaard Ballorex meetpunten waarvoor naalden nodig zijn. Hij kan ook gebruikt
worden met meetpunten voor hoge temperaturen. Hiervoor moeten de naalden
worden verwijderd en moeten slangen met snelkoppelingen rechtstreeks op de
ventielmeetpunten worden aangesloten, die vervolgens moeten worden gedraaid.
Dankzij de directe flowweergave van Ballorex Dynamic, Ballorex Venturi en Ballorex
Basic ventielen verloopt de inbedrijfstelling snel, gemakkelijk en precies.

Wanneer de flow op een Ballorex


Dynamic wordt gemeten, moeten
eerst het type en de maat van het
ventiel uit de getoonde lijst worden
gekozen. Daarna wordt de
voorgeprogrammeerde Kvm-waarde
gebruikt om de drukverschilmeting
in een flowweergave om te zetten.
Tot slot wordt de flow rechtstreeks
weergegeven zodra de instelling van
het ventiel is voltooid.

Wanneer de flow op een Ballorex


Venturi wordt gemeten, moeten
eerst het type en de maat van het
ventiel uit de getoonde lijst worden
gekozen. Daarna wordt de
voorgepro­gram­meerde Kvm-waarde
gebruikt om de drukverschilmeting
in een flow­weergave om te zetten.
Tot slot wordt de flow rechtstreeks
weer­gegeven zodra de instelling van
het ventiel is voltooid.
Ballorex | 179

Wanneer de flow op een Ballorex


Vario wordt gemeten, moet de
instelling in de flowmeter worden
ingevoerd. Telkens wanneer de
instelling verandert, moet de flow
opnieuw worden ingevoerd om de
juiste flowweergave te verkrijgen.


Wanneer de flow op een Ballorex


Basic wordt gemeten, moeten eerst
het type en de maat van het ventiel
uit de getoonde lijst worden
gekozen. Daarna wordt de
voorgepro­grammeerde Kvm-waarde
gebruikt om de drukverschilmeting
in een directe flowweergave om te
zetten. Het ventiel kan enkel voor
metingen worden gebruikt als het in
volledig open positie staat en als er
meetpunten als accessoires zijn
meegeleverd.
180 | Ballorex flowmeter

6.4 Specificaties
Afmetingen Specificaties

80 mm Nominaal drukbereik 1000 kPa


Max. overdruk 120% van nominaal bereik
Lineariteits- en hysteresisfout 0,15% van nominaal bereik
Temperatuurfout 0,25% van nominaal bereik
Mediumtemperatuur -5 tot 90°C
Bedrijfstemperatuur -5 tot 90°C
Opslagtemperatuur -5 tot 90°C
Vermogen Interne herlaadbare
Li-Ionbatterij van 900 mAh
180 mm

Energieverbruik 80 mA met actief display


Stand-byverbruik 50 µA
Aantal invoeren 20.000 max.
Aantal ventielfabrikanten 20
Aantal ventielen in de 1200 max.
­bibliotheek
Laden/Communicatie Mini USB 5 V/200 mA
Display  20 × 240 pixels,
3
65 K kleuren
Toetsenbord 9 toetsen
Kap IP65
Geldigheid van de kalibratie 12 maanden
Gewicht 420 g
7.1 Ballorex Venturi Ballorex
182 | Ballorex productassortiment

B6601 Ballorex Venturi (binnendraad x binnendraad)


l1 l2
z1 z2

D2
D1

H1
slw1 slw2

l0

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Kvm Flowbereik


Inch m³/h m³/h
l/s l/h

6401020 DN15UL 1/2” 0,23 0,163 0,0076-0,035 27-126


6401021 DN15L 1/2” 0,63 0,359 0,0172-0,074 62-226
6401010 DN15S 1/2” 1,62 0,746 0,036-0,148 130-530
6401001 DN15H 1/2” 2,49 1,56 0,074-0,325 267-1170
6401065 DN20L 3/4” 1,43 0,746 0,036-0,148 130-530
6401054 DN20S 3/4” 2,82 1,56 0,074-0,325 267-1170
6401043 DN20H 3/4” 5,72 2,95 0,142-0,603 511-2170
6401087 DN25S 1” 7,54 2,95 0,142-0,603 511-2170
6401076 DN25H 1” 12,1 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6401098 DN32H 1¼” 13,2 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6401109 DN40H 1½” 22,0 9,20 0,44-1,88 1580-6760
6401111 DN50H 2” 36,0 17,1 0,82-3,51 2950-12630
Ballorex | 183

l1 l2 z1 z2 L0 H1 slw1 slw2 DN1 DN2

66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4"
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1"
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1"
86 44 64 16 122 109 50 50 Rp1¼" Rp1¼"
91 49 70 19 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½"
99 57 73 23 122 119 70 70 Rp2" Rp2"
184 | Ballorex productassortiment

B6623 Ballorex Venturi partner (binnendraad x binnendraad)


l1 l2
z1 z2

D1 D2

slw2 H1

slw1

a l0

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Kvm Flowbereik


Inch m³/h m³/h
l/s l/h

6402704 DN15UL 1/2” 0,23 0,163 0,0076-0,035 27-126


6402715 DN15L 1/2” 0,63 0,359 0,0172-0,074 62-226
6402726 DN15S 1/2” 1,62 0,746 0,036-0,148 130-530
6402737 DN15H 1/2” 2,49 1,56 0,074-0,325 267-1170
6402748 DN20L 3/4” 1,43 0,746 0,036-0,148 130-530
6402759 DN20S 3/4” 2,82 1,56 0,074-0,325 267-1170
6402761 DN20H 3/4” 5,72 2,95 0,142-0,603 511-2170
6402770 DN25S 1” 7,54 2,95 0,142-0,603 511-2170
6402781 DN25H 1” 12,1 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6402792 DN32H 1¼” 13,2 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6402803 DN40H 1½” 22,0 9,20 0,44-1,88 1580-6760
6402814 DN50H 2” 36,0 17,1 0,82-3,51 2950-12630
Ballorex | 185

l1 l2 z1 z2 L0 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 a

66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
66 28 51 9 75 75 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
69 31 53 10 75 78 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 99
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1" 101
75 37 56 15 75 82 41 41 Rp1" Rp1" 101
86 44 64 16 122 109 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 109
91 49 70 19 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 114
99 57 73 23 122 119 70 70 Rp2" Rp2" 118
186 | Ballorex productassortiment

B6603 Ballorex Venturi (knel x knel)


l1 l2
z1 z2

D1 D2

H1
slw1 slw0 slw0 slw2

l0

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Kvm Flowbereik


Inch m³/h m³/h
l/s l/h

6401220 DN15UL 1/2” 0,23 0,163 0,0076-0,035 27-126


6401221 DN15L 1/2” 0,63 0,359 0,0172-0,074 62-226
6401219 DN15S 1/2” 1,62 0,746 0,036-0,148 130-530
6401208 DN15H 1/2” 2,49 1,56 0,074-0,325 267-1170
6401769 DN20L 3/4” 1,43 0,746 0,036-0,148 130-530
6401758 DN20S 3/4” 2,82 1,56 0,074-0,325 267-1170
6401747 DN20H 3/4” 5,72 2,95 0,142-0,603 511-2170
6401285 DN25S 1” 7,54 2,95 0,142-0,603 511-2170
6401274 DN25H 1” 12,1 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6401296 DN32H 1¼” 13,2 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6401307 DN40H 1½” 22,0 9,20 0,44-1,88 1580-6760
6401318 DN50H 2” 36,0 17,1 0,82-3,51 2950-12630
Knelaansluitingen zijn niet geschikt voor toepassingen bij koelinstallaties en warmtepomp-installaties.
Hiervoor kan de versie met draadaansluiting worden gebruikt.
Ballorex | 187

l1 l2 z1 z2 d1 L0 H1 slw0 slw1 slw2 d2

90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
90 53 69 32 15 75 75 27 24 24 15
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
95 57 69 32 22 75 78 31 34 34 22
100 63 78 41 28 75 82 41 41 41 28
100 63 78 41 28 75 82 41 41 41 28
118 67 91 49 35 122 109 50 48 48 35
130 88 98 55 42 122 112 57 58 58 42
143 102 109 68 54 122 119 70 75 75 54
188 | Ballorex productassortiment

B6619 Ballorex Venturi (flens x flens)


l0

a H1

D1 H2 H3 D2

l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Kvm Flowbereik


Inch m³/h m³/h
l/s l/h

Op aanvraag DN15UL 1/2” 0,23 0,163 0,0076-0,035 27-126


Op aanvraag DN15L 1/2” 0,63 0,359 0,0172-0,074 62-226
Op aanvraag DN15S 1/2” 1,62 0,746 0,036-0,148 130-530
Op aanvraag DN15H 1/2” 2,49 1,56 0,074-0,325 267-1170
Op aanvraag DN20L 3/4” 1,43 0,746 0,036-0,148 130-530
Op aanvraag DN20S 3/4” 2,82 1,56 0,074-0,325 267-1170
Op aanvraag DN20H 3/4” 5,72 2,95 0,142-0,603 511-2170
Op aanvraag DN25S 1” 7,54 2,95 0,142-0,603 511-2170
Op aanvraag DN25H 1” 12,1 6,01 0,29-1,25 1044-4500
Op aanvraag DN32H 1¼” 13,2 6,01 0,29-1,25 1044-4500
6401110 DN40H 1½” 22,0 9,20 0,44-1,88 1580-6760
6401112 DN50H 2” 36,0 17,1 0,82-3,51 2950-12630
Ballorex | 189

l1 l2 D1 D2 L0 H1 H2 H3 a

86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
86 49 95 95 75 76 65 65 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
96 59 105 105 75 79 75 75 14
102 65 115 115 75 83 85 85 14
102 65 115 115 75 83 85 85 14
118 77 140 140 122 109 100 100 18
129 86 150 150 122 113 110 110 18
136 95 165 165 122 120 125 125 18
190 | Ballorex productassortiment

B6609 Isolatieblok Venturi

Vb

Vh
Vl
a

Artikelnr. Afmeting Vl Vb Vh a

6401901 DN15 108 114 124 33


6401912 DN20 114 122 1.313 38
6401923 DN25 127 122 142 44
6401934 DN32 144 135 153 53
6401945 DN40 154 124 165 60
6401956 DN50 169 143 182 72

B6650  Meetpunt voor hoge temperatuur

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

Op aanvraag M14 × 1 / Meetpunt voor hoge temperatuur


snelkoppeling medium - tot 135°C (gemonteerd in de p/T-poort van de
Ballorex Venturi)
Ballorex | 191

B6605 Press-adapters

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

6402308 15 mm × 1/2” (2 stuks), max. 16 bar


6402319 15 mm × 3/4” (2 stuks), max. 16 bar
6402321 22 mm × 3/4” (2 stuks), max. 16 bar
6402330 28 mm × 1” (2 stuks), max. 16 bar
6402341 35 mm × 1¼” (2 stuks), max. 16 bar
6402352 42 mm × 1½” (2 stuks), max. 16 bar
6402363 54 mm × 2” (2 stuks), max. 16 bar

B6626 Aftapkraan met hoge capaciteit

Artikelnr. Afmeting Omschrijving DN1 DN2

6402154 DN15 (Kvs = 4,5 m³/h) Rp1/2" Rp1/2"


Draadaansluiting 1/2” binnendraad x binnen-
draad voor installatie in een systeemleiding
192 | Ballorex productassortiment

B6607 Ballorex Venturi (flens x flens)


l0

H1

H2 l1 l2
D1

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Kvm Flowbereik


Inch m³/h m³/h
l/s m3/h

6401551 DN65 2½” 78,2 37,4 1,80-7,00 6,48-25,2


6401560 DN80 3” 169 72,9 3,50-15,0 12,6-54,0
6401571 DN100 4” 360 129 6,20-26,0 22,3-93,6
6401582 DN125 5” 502 190 9,00-40,0 32,4-144
6401593 DN150 6” 1010 348 16,8-57,0 60,5-205
6401604 DN200 8” 1910 586 28,0-100 101-360
6401615 DN250 10” 2540 861 41,0-157 148-565
6401626 DN300 12” 4850 1513 72,0-226 259-814
op aanvraag DN350 14” 6130 2620 126-304 454-1093
op aanvraag DN400 16” 7980 3370 162-394 583-1420
op aanvraag DN450 18” 10100 4170 201-493 723-1780
op aanvraag DN500 20” 12400 5040 242-602 873-2170
op aanvraag DN600 24” 15600 6920 333-846 1200-3040
Ballorex | 193

l1 l2 D1 l0 H1 H2 DN1 DN2 a

159 24 185 150 210 145 DN65 DN65 150


226 24 200 160 220 160 DN80 DN80 150
299 29 220 160 236 180 DN100 DN10 150
314 29 250 180 250 210 DN125 DN125 150
326 29 285 180 265 240 DN150 DN150 150
348 31 340 180 355 295 DN200 DN200 150
377 35 405 180 390 355 DN250 DN250 150
423 39 460 180 460 410 DN300 DN300 150
552 520 242 480 470 DN350 DN350 150
571 580 340 590 525 DN400 DN400 150
680 640 340 615 585 DN450 DN450 150
751 715 340 675 650 DN500 DN500 150
878 840 476 865 770 DN600 DN600 150
194 | Ballorex productassortiment

B6651 Isolatieblok (voor Balorex Venturi partner)

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

Op aanvraag DN15
Op aanvraag DN20
Op aanvraag DN25
Op aanvraag DN32
Op aanvraag DN40
Op aanvraag DN50
Kan ook worden gebruikt voor Ballorex Venturi zonder aftap

B6652 Combi Drain Maxi met meetpunt

Artikelnr. Afmeting

Op aanvraag R 1/4” / G 3/4”


Ballorex | 195

B6608 Vlinderklep

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

6401692 DN65 Kvs: 148 m³/h


6401703 DN80 Kvs: 237 m³/h
6401637 DN100 Kvs: 603 m³/h
6401648 DN125 Kvs: 888 m³/h
6401659 DN150 Kvs: 2340 m³/h
6401661 DN200 Kvs: 2850 m³/h
6401670 DN250 Kvs: 4550 m³/h
6401714 DN300 Kvs: 7760 m³/h
196 | Ballorex productassortiment
7.2 Ballorex Vario Ballorex
198 | Ballorex productassortiment

B6606 Ballorex Vario (binnendraad x binnendraad)


l0

b
slw1 slw2
H1

DN1 DN2

z1 z2
l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Flowbereik


Inch m³/h
l/s l/h

6401800 DN15 1/2” 1,71 0,0054-0,148 19-530


6401801 DN20 3/4” 4,40 0,015-0,325 55-1170
6401802 DN25 1” 7,46 0,023-0,603 84-2170
6401803 DN32 1¼” 13,50 0,087-1,25 310-4500
6401804 DN40 1½” 23,70 0,13-1,88 450-6770
6401805 DN50 2” 34,50 0,27-3,51 960-12640

B6624 Ballorex Vario met aftap (binnendraad x binnendraad)


l0
b
slw1 slw2
H1

DN1 DN2
a
z1 z2
l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Flowbereik


Inch m³/h
l/s l/h

6401816 DN15 1/2” 1,71 0,0054-0,148 19-530


6401827 DN20 3/4” 4,40 0,015-0,325 55-1170
6401838 DN25 1” 7,46 0,023-0,603 84-2170
6401849 DN32 1¼” 13,50 0,087-1,25 310-4500
6401851 DN40 1½” 23,70 0,13-1,88 450-6770
6401860 DN50 2” 34,50 0,27-3,51 960-12640
Ballorex | 199

l1 l2 z1 z2 L0 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 b

29 29 16 16 75 75 28 28 Rp1/2" Rp1/2" 52
32 32 17 17 75 77 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 53
38 38 21 21 75 122 41 41 Rp1" Rp1" 57
45 45 25 25 122 108 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 63
49 49 29 29 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 65
60 60 36 36 122 119 40 40 Rp2" Rp2" 71

l1 l2 z1 z2 L0 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 a b

29 29 16 16 75 75 28 28 Rp1/2" Rp1/2" 50 49
32 32 17 17 75 77 34 34 Rp3/4" Rp3/4" 50 82
38 38 21 21 75 122 41 41 Rp1" Rp1" 51 84
45 45 25 25 122 108 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 51 90
49 49 29 29 122 112 57 57 Rp1½" Rp1½" 50 94
60 60 36 36 122 119 70 70 Rp2" Rp2" 50 98
200 | Ballorex productassortiment

B6653 Isolatieblok (voor Balorex Vario)

Vh
Vl
a

Vb

Artikelnr. Afmeting Omschrijving Vl Vb Vh a

Op aanvraag DN15 Kan ook worden gebruikt voor 77 70 120 35


Ballorex Vario met aftap
6401991 DN20 Kan ook worden gebruikt voor 81 80 127 40
Ballorex Vario met aftap
Op aanvraag DN25 Kan ook worden gebruikt voor 94 86 137 43
Ballorex Vario met aftap
Op aanvraag DN32 Kan ook worden gebruikt voor 106 107 152 53
Ballorex Vario met aftap
Op aanvraag DN40 Kan ook worden gebruikt voor 114 122 163 61
Ballorex Vario met aftap
Op aanvraag DN50 Kan ook worden gebruikt voor 131 134 175 67
Ballorex Vario met aftap
7.3 Ballorex Dynamic Ballorex
202 | Ballorex productassortiment

B6620 Ballorex Dynamic (binnendraad x binnendraad)

slw1 slw2
H1

DN1 DN2

z1 z2
l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvm Flowbereik


Inch m³/h l/s

6402000 DN15L 1/2” 0,23 0,01-0,033


6402011 DN15S 1/2” 0,78 0,025-0,125
6402022 DN15H 1/2” 2,50 0,083-0,39 (0,42)
6402033 DN20S 3/4” 1,90 0,089-0,245
6402044 DN20H 3/4” 4,70 0,232-0,617
6402055 DN25S 1” 5,05 0,240-0,650
6402066 DN25H 1” 8,25 0,485-0,925
6402077 DN32H 1¼” 8,35 0,530-1,220
6402088 DN40S 1½” 17,5 1,02-2,10
6402099 DN50H 2” 29,5 1,44-3,50

B6622 Ventielhuis met voorinsteldop (exclusief cartridge)

slw1 slw2
H1

DN1 DN2

z1 z2
l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Inch

6402209 DN15 1/2”


6402242 DN20 3/4”
6402253 DN25 1”
6402275 DN32 1¼”
6402286 DN40 1½”
6402297 DN50 2”
Ballorex | 203

l1 l2 z1 z2 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 a

46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
61 59 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
61 559 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
75 79 53 57 87 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 72
90 100 65 75 125 55 55 Rp1½" Rp1½" 85
91 104 61 74 127 68 68 Rp2" Rp2" 85

l1 l2 z1 z2 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 a

46 49 31 34 76 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 35
61 59 46 44 83 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 49
60 67 41 48 81 40 40 Rp1" Rp1" 56
75 79 53 57 87 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 72
90 100 65 75 125 55 55 Rp1½" Rp1½" 85
91 104 61 74 127 68 68 Rp2" Rp2" 85
204 | Ballorex productassortiment

B6621 Cartridge

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

6402001 DN15L Wit - lageflow cartridge


6402012 DN15S Rood - standaardflow cartridge
6402023 DN15H Zwart - hogeflow cartridge
6402034 DN20S Wit - standaardflow cartridge
6402045 DN20H Zwart - hogeflow cartridge
6402056 DN25S Wit - standaardflow cartridge
6402067 DN25H Zwart - hogeflow cartridge
6402078 DN32H Zwart - hogeflow cartridge
6402089 DN40S Wit - standaardflow cartridge
6402091 DN50H Zwart - hogeflow cartridge

B6625 Electro-thermische actuator (voor DN15-25)

Artikelnr. Omschrijving Vb Vl H1 d1 a

6402101 On/Off-actuator 24V 44 48 52 M30 7


6402110 On/Off-actuator 230V 44 48 52 M30 7
6402121 Modulerende actuator 24V (0-10V) 44 48 52 M30 7
Ballorex | 205

B6659  Electro-mechanische actuator (voor DN15-32)

Artikel Omschrijving Vb H1 d1 a b

6402847 On/Off-actuator 24V 50 68 M30 17 60


6402143 On/Off-actuator 230V 50 68 M30 17 60
6402858 Modulerende actuator 24V (0-10V) 50 68 M30 17 60

B6634  Electro-mechanische actuator (voor DN40-50)

a l0 b

H1

Vb

Artikel Omschrijving Vb L0 H1 a b

6402187 On/Off-actuator 24V 80 78 76 23 50


6402176 On/Off-actuator 230V 80 78 76 23 50
6402165 Modulerende actuator 24V (0-10V) 80 78 76 23 50
206 | Ballorex productassortiment

B6631 Afsluitdop

Artikelnr. Afmetingen d1

6402133 M³0 × 1,5 30

B6654 Isolatieblok

Artikelnr.

Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
7.4 Ballorex Delta Ballorex
208 | Ballorex productassortiment

B6630 Ballorex Delta met aftap (binnendraad x binnendraad)

Vb

slw1 slw2 H1

a
DN1 DN2

z1 z2
l1 l2

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Δp Instelbe- Vb


Inch m³/h reik
[kPa]

6402506 DN15 1/2” 1,6 5-25 62


6402517 DN15 1/2” 1,6 20-40 62
6402528 DN20 3/4” 2,5 5-25 62
6402539 DN20 3/4” 2,5 20-40 62
6402541 DN25 1” 4,0 5-25 96
6402550 DN25 1” 4,0 20-40 96
6402561 DN32 1¼” 6.3 5-25 96
6402572 DN32 1¼” 6.3 20-40 96
6402583 DN40 1½” 10 5-25 138
6402594 DN40 1½” 10 20-40 138
6402627 DN40 1½” 10 35-75 138
6402605 DN50 2” 20 5-25 138
6402616 DN50 2” 20 20-40 138
6402638 DN50 2” 20 35-75 138
6402649 DN50 2” 20 60-100 138
DN15 t/m DN32: 20-65 kPa uitvoering op aanvraag.
Flensuitvoeringen DN65 en DN80 op aanvraag (20-80 kPa en 70-130 kPa).
Ballorex | 209

l1 l2 z1 z2 H1 slw1 slw2 DN1 DN2 a

31 31 14 14 101 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 62


31 31 14 14 101 27 27 Rp1/2" Rp1/2" 62
36 36 18 18 104 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 62
36 36 18 18 104 32 32 Rp3/4" Rp3/4" 62
42 42 22 22 146 40 40 Rp1" Rp1" 65
42 42 22 22 146 40 40 Rp1" Rp1" 65
48 48 23 23 148 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 69
48 48 23 23 148 50 50 Rp1¼" Rp1¼" 69
50 50 25 25 161 57 57 Rp1½" Rp1½" 73
50 50 25 25 187 57 57 Rp1½" Rp1½" 73
50 50 25 25 202 57 57 Rp1½" Rp1½" 73
68 68 38 38 283 70 70 Rp2" Rp2" 77
68 68 38 38 198 70 70 Rp2" Rp2" 77
68 68 38 38 213 70 70 Rp2" Rp2" 77
68 68 38 38 251 70 70 Rp2" Rp2" 77
210 | Ballorex productassortiment

B6628 Ballorex Delta dop (met testpunt)

Artikelnr. Afmeting Omschrijving DN1

6401553 3/4” Dop met testpunt op de aftapkraan van de Ballorex Rp 3/4"


Delta om het drukverschil tijdens inbedrijfstelling te
meten

B6655 Ballorex Delta (binnendraad x binnendraad)

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Δp Instelbereik


Inch m³/h [kPa]

Op aanvraag DN15 1/2” 1,6 5-25


Op aanvraag DN15 1/2” 1,6 20-40
Op aanvraag DN20 3/4” 2,5 5-25
Op aanvraag DN20 3/4” 2,5 20-40
Op aanvraag DN25 1” 4,0 5-25
Op aanvraag DN25 1” 4,0 20-40
Op aanvraag DN32 1¼” 6.3 5-25
Op aanvraag DN32 1¼” 6.3 20-40
Ballorex | 211

B6656 Ballorex Delta (buitendraad x buitendraad)

Artikelnr. Afmeting Nom. Kvs Δp Instelbereik


Inch m³/h [kPa]

Op aanvraag DN15 3/4” 1,6 5-25


Op aanvraag DN15 3/4” 1,6 20-40
212 | Ballorex productassortiment

B6657 Ballorex Delta (flens/flens)

D1 H2 H3 D2

H1

Vb

Artikelnr. Afmeting Omschrijving Kvs Δp Instelbereik


m³/h [kPa]

Op aanvraag DN65 Ventiel 58 -


Op aanvraag DN80 Ventiel 80 -
Op aanvraag Bedieningselement 20-80
Op aanvraag Bedieningselement 70-130
Ballorex | 213

l1 l2 D1 D2 H1 H2 H3 a b Vb

145 145 185 185 772 145 145 18 108 240


155 155 200 200 788 160 160 18 108 240
214 | Ballorex productassortiment

B6652 Ballorex Delta Combi Drain Maxi

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

Op aanvraag R1/4” Combi Drain Maxi – aftap met meetpunt voor Ballorex
Venturi DN65-600. De capillaire buis van de Ballorex®
Delta kan worden aangesloten op de koppeling van 1/4”
die bij de Combi Drain Maxi wordt meegeleverd en op de
aftap wordt gemonteerd

B6658 Ballorex Delta Capillaire buis

Artikel Afmeting Omschrijving

Op aanvraag 1,0 m, Ø4 mm Capillaire buis met G1/16” flare aansluiting


Op aanvraag 2,0 m, Ø4 mm Capillaire buis met G1/16” flare aansluiting
7.5 Ballorex flowmeter Ballorex
216 | Ballorex productassortiment

B6610 Ballorex flowmeter

Artikelnr. Aantal Omschrijving H1 H2

6401549 - BC2 180 80


6401554 2 stuks Set filters voor flowmeter

B6627  Set slangen

Artikelnr. Afmeting Omschrijving

6401550 2 × 1,5 m Set slangen (blauw en rood) met snelkoppelingen


Ballorex | 217

B6627 Set naalden

Artikel Omschrijving

6401552 Set meetnaalden


VSH heeft de beste oplossingen op het gebied van Integrated Piping Systems. De term Integrated Piping
Systems omvat verschillende productlijnen in verbindings- en afsluitertechnologie die samen de u
­ ltieme
oplossing bieden voor geïntegreerde leidingsystemen van de allerhoogste kwaliteit.

Verbindingstechnologie
Onder verbindingstechnologie vindt u een serie u
­ itgekiende productlijnen van verschillende
­verbindingstechnieken in metaal en kunststof waarmee u voor iedere aansluiting een oplossing heeft.

VSH XPress Leidingsysteem met M-profiel pressfittingen in vier verschillende materiaalsoorten:


­staalverzinkt, koper, RVS en cunifer. Geschikt voor verwarming, koeling, water, gas,
solar, perslucht en brandbeveiliging in de woning-, utiliteits-, scheepsbouw en industrie.

VSH SudoPress Leidingsysteem met V-profiel press­fittingen in koper, staalverzinkt en RVS, geschikt
voor ­verwarmings-, water-, ­­gas- en solarsystemen.

VSH MultiPress Kunststof leidingsysteem met multiprofiel pressfittingen voor toepassingen in onder
meer s­ anitair-, verwarmings-, gas-en vloerverwarmingssystemen.

VSH PowerPress Leidingsysteem met DW-profiel pressfittingen speciaal voor dikwandige stalen leidingen
geschikt voor verwarmings-, koel-, perslucht en sprinkler­systemen.

VSH Shurjoint Leidingsysteem met groefkoppelingen geschikt voor verwarmings-, koel-,


perslucht- en sprinklersystemen.

VSH Super Knelfittingen voor drinkwater-, gas-, verwarmings- en solarinstallaties.


Geschikt voor stalen, koperen, RVS en kunststof buizen.

VSH Tectite Pushfittingen in koper, messing en RVS geschikt voor sanitair-, verwarmings- en
perslucht­installaties.

Afsluitertechnologie
De productlijnen van onze verbindingstechnologie zijn uitstekend te combineren met de producten van
onze afsluitertechnologie, om daarmee tot één geïntegreerd systeem te komen met constante hoge
­kwaliteit. Binnen deze technologie biedt VSH diverse productlijnen aan, waarmee u bij ons voor ieder
gewenst afsluitprobleem een passende oplossing vindt.
5001075-2018-1.1-NL

VSH Fittings B.V.


Oude Amersfoortseweg 99
1212 AA Hilversum
Postbus 498 VSH app VSH app
Android iOS
1200 AL Hilversum
T +31 (0)35 68 84 330
informatie@vsh.nl
www.vsh.nl

You might also like