Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 1

Hij zei alleen `Woef, woef,' meer niet.

Om kwart voor acht ging Kolja al naar huis, want hij


wilde nog rustig Nederlandse woordjes leren. `Tot ziens, mevrouw Eleonora, dank u voor de
lekkere pannenkoeken, u bent een engel. Tot ziens, Liza, word maar gauw beter,' zei Kolja en
kuste Liza op haar wang. Nu voelde Liza zich al niet meer zo ziek. Ze was alweer bijna
helemaal beter.
Сл.сл.: 10/ de; 2/ de; 7/ het; 4/ de; 1/ het; 22/ de; 17/ de; 16/ de; 19/ de; 3/ het; 14/ de; 25/ de;
12/ de; 13/ het; 15/ het; 6/ het; 18/ de; 24/ de; 21/ het; 20/ de; 23/ het; 8/ het; 9/ het; 11/ de; 5/
de.

Урок 7

УПРАЖНЕНИЯ
3. 1/Waarom huilde (heeft) zij eigenlijk (gehuild)? 2/Het boek viel (is) van de tafel (gevallen).
3/Gisterеn zwommen (hebben) we in de Rijn (gezwommen). 4/Wie reed (is) behalve u naar
Delft (gereden)? 5/Нij beloofde (heeft beloofd) mij dit te brengen, maar ik geloof hem niet.
6/Нet duurde (heeft) maar vier uur (geduurd). 7/Wie bracht (heeft) de kinderen naar school
(gebracht) ? 8/Waarom zaten (hebben) jullie op de tafels (gezeten) ? 9/ 's Nachts droomde
(heeft) zij van Brugge (gedroomd). 10/Deze week reden (hebben) zij veel (gereden). 11/Zij
kleedde (heeft) zich altijd erg mooi (gekleed). 12/Wie riep (heeft) jou (geroepen)? En wie riep
(heb) jij (geroepen)? 13/Нad (Hebt) u het koud (gehad)? 14/Waarom zat (heb) je aan je oren
(gezeten)? Doen ze pijn? 15/Gaan (zijn) jullie nog naar de film (gegaan), of hoe zit 't? 16/Op
welke school zat (heb) je (gezeten) ?
6. l/open, dicht. 2/af, weg. 3/binnen/boven. 4/Vast. 5/Meestal, soms. 6/steeds, vanzelf.
7/geleden, opeens.
7. 1/ Nee, Leiden ligt niet ver van / vlakbij de Noordzee. 2/Nee, 's winters zijn de ramen dicht.
3/Neе, ik heb het werk nog lang niet af. 4/Nee, ik ben nog thuis. 5/Nee, we zijn vandaag de
hele dag buiten geweest. 6/Nee, er zijn veel wegen naar Rome. 7/Nee, dat is van mij. 8/Nee,
lang niet alles gaat vanzelf. 9/Nee, dat is nog maar een half jaar geleden. 10/Nee, ik heb geen
vaste vriendin. 11/Nee, we hebben het nog helemaal niet over haar gehad. 12/Nee, dat spreekt
helemaal niet vanzelf.
8. 1/1angs. 2/achter. 3/Na. 4/door. 5/door. 6/Langs. 7/na. 8/achter.
9. 1/Ze liepen meestal door het centrum naar huis. 2/Soms brachten zij mij thuis na de film.
3/Ze zaten nog steeds bij het raam. 4/Het weggetje liep langs Berts huis. 5/Een half uur na jou
kwam Berta bij mij. 6/Mеt onze Russische vrienden moeten we door de Jordaan wandelen,
dat spreekt vanzelf. 7/Stond de jenever achter of onder de kast?
12. bel(dе) aan, heb aangebeld; kijk/keek aan, heb aangekeken; kleed(de) me aan, heb me
aangekleed; kom/kwam aan, ben aangekomen; neem/nam aan, heb aangenomen; blijf/bleef
achter, ben achtergebleven; kom/kwam af, ben afgekomen; vraag/vroeg me af, heb me
afgevraagd; wacht(te) af, heb afgewacht; kom/kwam binnen, ben binnengekomen; kom/kwam
boven, ben bovengekomen; kom/kwam buiten, ben buitengekomen; doe/deed dicht, heb
dichtgedaan; gaat/ging dicht, is dichtgegaan; breng/bracht door, heb doorgebracht; lees/las
door, heb doorgelezen; ga/ging langs, ben langsgegaan; kom/kwam langs, ben langsgekomen;

25

You might also like