Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 1

9/Hebben ... gevonden? 10/hebben ... ontbeten. 11/hebben ... gedronken. 12/heeft ... geleken.

13/Hebben ... gemoeten of gemogen? 14/hebben ... gedacht. 15/hebben ... gegeten. 16/heeft ...
gelachen. 17/Неbbеn ... geheten? 18/heeft ... geschenen. 19/heb ... gezien. 20/zijn ... begonnen
op die fabriek te werken? 2l/heeft ... geslapen. 22/heeft ... genomen. 23/zijn ... gegaan.
24/heb ... gedaan. 25/heeft ... gebakken. 2б/Неbbеn ... gekregen? 27/heeft ... geweten.
28/heb ... gehouden. 29/hebben ... gesproken. 30/heb ... gekeken. 31/bent ... verschenen? 32/
hebben ... geschreven?
V. uit, in; bij, van; met, van; Met, over, op, van, in; naar; met, tegen, van, in, in; naar; van, tot,
op; in, op, naar; tot; in, naar, zonder; van, van; over, naar, naar.
VII. 1/Overdag bleven ze thuis en keken ze zelfs niet naar buiten. 2/Gisternacht hebben we
goed geslapen. 3/We konden aan het eind van de week beginnen op de fabriek te werken. 4/In
het voorjaar mocht hij dit niet meer doen. 5/Eerst kwamen ze uit het westen, nu uit het oosten.
6/Eergisteren hebben we de halve avond alleen maar over deze nieuwe oefeningen gepraat.
7/Ik bel je overmorgen tegen zeven uur. Doe iedereen de groeten. 8/We hoefden ons niet meer
te vervelen. 9/Van juli tot september lagen (hebben) ze op het strand (gelegen). 10/`Tot
gisteren was ze tegen,' zei hij, `maar nu is ze voor.' 11/Die steden lagen ten zuiden van de
Zwarte Zee. 12/U liep 's morgens toch naar de universiteit? 13/In de herfst hebben we samen
een reis naar Spanje gemaakt. 14/In het begin van het jaar zijn we op vakantie naar de Zwarte
Zee geweest. Dat was erg nodig. 15/Over anderhalf jaar kunt u Chinees beginnen te spreken.
16/In de winter aten we altijd alleen maar echte boter. 17/Er gingen bijna twaalf jaar voorbij,
maar ik zag hen niet meer. 18/Eindelijk hebben ze deze boeken toch gelezen. 19/`Heeft die
domme leraar nog veel studenten?' `Hij heeft er nog drie, geloof ik. Grappig, hé?' 20/`Wat is
er gebeurd?' `Op woensdag om drie uur heeft jouw aardige dokter mij op mijn lippen gekust!'
21/Op zeven november hebben de leraren niet eens drie liter gedronken. 22/Hij is echt niet
dom, maar erg lui, hij is weer niet op tijd verschenen. 23/`Веnt u van plan zo'n winkel te
beginnen?' `Ja, het is uit de mode, maar ik ben het toch van plan.' 24/Hebt u echt geen tijd om
nu op bezoek te komen?
VIII. 1/de vakantie -> vakantie. 2/is-> is er. 3/jou ->je. 4/briefen -> brieven. 5/stadden ->
steden.
IX. Op dinsdag werd Liza ziek. Ze had hoofdpijn en koorts. Natuurlijk ging ze niet naar de
universiteit. Ze lag in bed en oma kookte lekker eten voor haar. Je moet goed eten, dan word
je gauw weer beter,' zei oma. Je hebt toch geen buikpijn?' Om half zes kwam Kolja bij Liza
op bezoek. `Wat is er gebeurd? Wat is er aan de hand? Ben je echt ziek? Of ben je gewoon
moe? Misschien heb je medicijnen nodig?' vroeg hij. Kolja was niet ziek, maar moest ook
goed eten. Dat zei oma Eleonora en Kolja vond dat erg lief. Ze aten allemaal van oma's
pannenkoeken en praatten eerst over de zomer, over bossen en eilanden, over vakantie aan de
Zwarte Zee, en daarna over dokters en ziektes. Kolja vertelde een grap: `Er komt een hele
ouwe man met een hele lange baard bij de dokter en zegt: `Dokter, ik heb last van mijn
linkerbeen. Het doet 's nachts pijn.' `En overdag dan?' vraagt de dokter. `Overdag ook.' `En 's
avonds?' "s Avonds ook.' `En 's morgens?' `Ook.' De dokter keek een tijdje naar de oude man
en zei tenslotte: `Het is de ouderdom.' `Nee,' antwoordt de oude man, `dat kan niet, want mijn
rechterbeen is ook oud, maar dat is helemaal in orde.' Het was een nogal dom grapje, maar
Liza en oma Eleonora vonden het toch leuk. Ze lachten, en Kolja lachte ook. Iedereen lachte,
alleen de papegaai niet, want dat kon hij niet.

24

You might also like