Professional Documents
Culture Documents
Observatieschema Klaar
Observatieschema Klaar
Observatieschema Klaar
Hebben jullie goed kunnen samenwerken? Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat er een ‘eerlijke’
taakverdeling is?
Wie heeft wat gedaan? Maak een eerlijke taakverdeling.
Zouden jullie het volgende keer anders aanpakken?
Hoe komt dat de meisjes het versierd hebben en de jongens
het gebouwd?
Wie is er op het idee gekomen? Hebben de meisjes/ jongens ook ideeën gegeven? (Te observeren: Meisjes denken en jongens doen
Bedenk samen een idee. gewoon?)
Laat de meisjes/jongens eens een idee geven.
Hoe kan je ervoor zorgen dat iedereen zijn ideetjes kan Uit onderzoek: Meisjes kunnen hun gedachten
zeggen? beter onder woorden brengen
Kunnen jullie samen brainstormen tot een goed idee?
Hoe gaan jullie een kunstwerk maken van jullie We vragen waarom bv de meisjes dit doen? Uit onderzoek: Jongens zijn meer bezig met het
constructie? We vragen waarom ze bv voor roos kiezen en geven dan ontwerpen en maken van hun constructie. Jongens
/Wie gaat een kunstwerk maken van jullie verder impulsen? -> waarom kies je voor roos en niet voor bv vinden techniek vakken leuker.
constructie? blauw? Waarom wil je geen blauw? ….. Uit onderzoek: Meisjes zijn meer bezig met het
Hoe komt het dat de meisjes versieren en de jongens niet? -> ‘versieren’ van de constructie
zouden de jongens ook eens kunnen versieren?
Laat de jongens/meisjes eens proberen.
Laat de jongens eens versieren.
Wie van jullie gaat het ei laten vallen? -> Hoe Hoe komt het dat de jongens het ei laten vallen en mag een
komt het dat? meisjes dat niet doen? (jongens leiding gevend?)
Mogen de meisjes het ei ook eens laten vallen?
Legende observatieschema
S: stereotype
NS: niet stereotype
P.A.: passen het gedrag aan na de impulsen
Waarom doen jongens of meisjes iets bepaald met impulsen dit doorbreken.
- Observaties vergelijken met onderzoek om zo tot een conclusie te komen. Zo wordt ons subjectief onderzoek een objectief onderzoek.
- Een open stuk laten in het observatieschema Kijken wat we op dat moment zien om daarop in te kunnen gaan met impulsen.