Opdracht 2: Egyptische religie

a) De Egyptenaren leefde dicht bij de natuur. Ze observeerden het gedrag van dieren in hun omgeving. Noteer in de
tabel bij de namen van de dieren bij de juiste afbeelding. 
ibis - jakhals - krokodil - leeuw – valk
b) Noteer in de tabel bij elk dier de letter van het passende gedrag. 
c) De Egyptenaren legden een verband tussen het gedrag van dieren en de bovennatuurlijke krachten van goden.
Noteer in de tabel bij elk dier de letter van de passende god.
d) De Egyptenaren beeldden in hun religie de goden vaak af als half mens, half dier. Verbind elke god met het
passende dier. 

gedrag God
1 Deze vogel pikt en wroet in de modder. Zijn snavel A Thot is de god van de wetenschap, de
lijkt op een pen die in een inktpot wordt gestoken. wijsheid in het schrift.
2 Dit gevaarlijke dier zwemt rond in de Nijl. Het voelt B Sechmet is de godin van de oorlog en
zich niet bedreigd door de overstroming. de brenger van ziektes.
3 Deze aaseter zwerft rond op verlaten C Horus is de beschermgod van de
begraafplaatsen. hemel.
4 Deze vogel heeft een scherpe blik. Hij valt razendsnel D Sobek is de god die bescherming biedt
uit de lucht om een dier in de vlucht te doden. Hij tegen de gevaren van de Nijl.
verjaagt de vogels van de pas ingezaaide akkers. E Anoebis is de god van de
5 Dit machtige roofdier besluipt zijn prooi en slaat snel mummificatie. Hij beschermd de
toe. doden.

Dier
Gedrag
God
a) Besluit
Plaats de begrippen in de juiste kolom.
Één god – monotheïsme – polytheïsme – verschillende goden

Natuurgodsdienst Jodendom/Christendom/ Islam