Professional Documents
Culture Documents
De Foto's Liegen Niet - Scriptie Stef Arends (Versie Zonder Bijlagen)
De Foto's Liegen Niet - Scriptie Stef Arends (Versie Zonder Bijlagen)
Figuur 2: De demonstratie had ook een rustige en gemoedelijke kant. Foto: Stef Arends
Voorwoord
Begin 2015 reisde ik door Noord- en Midden-Amerika en maakte ik video’s in
ruil voor een slaapplaats. Op 11 maart was ik samen met journalist Arjen van
Veelen aanwezig bij een protest van Black Lives Matter in Ferguson, Missouri,
vlak bij Saint Louis. De sfeer bij de demonstratie was tegelijkertijd gemoedelijk
en gespannen. Mensen waren aan het barbecuen en scandeerden leuzen tegen
buitensporig politiegeweld en institutioneel racisme.
Tijdens dat protest werden twee agenten neergeschoten. De schoten kwamen niet
van de kant van de demonstratie. De demonstranten vluchtten weg en wij ook.
Wat ik ook had gezien, was een soort persvak bij de demonstratie waar alle
journalisten en hun camera’s zo opgesteld stonden dat ze zelf op geen enkel
nieuwsbeeld zichtbaar waren (fig. 3). De journalisten hadden hun eigen
aanwezigheid verborgen, en hadden beelden geproduceerd die klopten met hun
idee van hoe een demonstratie eruit hoort te zien. Een barbecue paste daar niet bij.
Het werk aan deze scriptie is gebeurd over een tijdspanne van vier jaar. Dat was
niet de bedoeling, maar er zijn wel redenen voor. Een eindeloze interesse in het
onderwerp maakte het moeilijk de scope van het onderzoek af te bakenen. Een uit
de hand gelopen journalistieke stage bij de onafhankelijke nieuwssite apache.be
zorgde ervoor dat ik het grootste deel van mijn scriptiewerk moest uitvoeren naast
een fulltime baan. Tot slot speelde ook mijn gevoel voor time-management - dat
nog volop in ontwikkeling is - mee.
6 VOORWOORD DE FOTO’S LIEGEN NIET
Ik wil mijn begeleider Jaap de Jong dan ook hartelijk bedanken voor zijn geduld
en blijvende bereidheid om steeds nieuwe tussenversies van het onderzoek te
becommentariëren, die steeds tóch nog net niet af waren.
Maar de meeste steun tijdens de laatste periode van mijn scriptiewerk kwam wel
van Sigrid, mijn vriendin. Zij heeft er steeds in geloofd dat ik het kon, en heeft tot
drie keer toe gedetailleerd commentaar gegeven op tussenversies van de scriptie.
Ook heeft ze wekenlang mijn opmerkingen aangehoord dat het deze week écht
af zou zijn en dat we het dan konden vieren, terwijl dat steeds toch niet het geval
bleek te zijn. Tot vandaag. Veel leesplezier!
Samenvatting
Om journalistieke foto’s correct te interpreteren, hebben mensen inzicht nodig
in hoe ze tot stand komen. Veel grote mediaorganisaties hebben de afgelopen
decennia richtlijnen voor beeldbewerking gepubliceerd die dat inzicht pretenderen
te verschaffen.
Door middel van een inhoudsanalyse van de richtlijnen van ANP, Associated
Press, Reuters, National Press Photographers Association en World Press Photo en
interviews met beeldredacteuren wordt een antwoord gegeven op de de volgende
vraag:
De analyse toont aan dat de richtlijnen de rol van de fotograaf niet altijd eerlijk
beschrijven. Een deel van de richtlijnen houdt vast aan een verouderd idee van
persfotografie als neutrale, niet door mensen beïnvloede nieuwsvorm.
De eerste groep beschermt het vakgebied tegen nieuwe actoren door in hun
richtlijnen te hameren op de waarheidsgetrouwheid van hun foto’s. Voor hen is het
pretenderen van objectiviteit de manier om professioneel en betrouwbaar over te
komen. In hun richtlijndocumenten doen ze alsof hun foto’s ‘neutraal’ zijn en niet
beïnvloed door de makers ervan. Zij beperken digitale beeldbewerking zeer streng
en noemen Photoshop een ‘manipulatieprogramma’. Betrouwbaar overkomen gaat
daarbij in sommige gevallen ten koste van de kwaliteit van de foto’s.
De grenzen van de fotojournalistiek zijn aan het verschuiven. Waar het vroeger
volstond om de waarheidsgetrouwheid van de eigen beelden te benadrukken en
het proces dat eraan vooraf gaat verborgen te houden, kiezen de progressieve
mediaorganisaties nu voor een minder beperkte en traditionele visie op
fotojournalistiek. In plaats van het claimen van objectiviteit wordt meer aandacht
besteed aan transparantie.
1. Inleiding 13
1.1 Van objectiviteit naar openheid 15
1.2 Een kritische blik op beeld 18
1.3 Verwarrende beeldrichtlijnen 20
2. Theoretisch kader 22
2.1 Historische denkbeelden over fotobewerking 25
2.1.1 Een bijzondere waarheidsstatus 26
2.1.2 Analoge beeldbewerking 27
2.1.3 Digitale beeldbewerking 28
2.2 De nieuwste ontwikkelingen: computational 29
photography
2.3 Handleiding, ideologische afbakening of allebei? 30
3. Methoden 31
5. Gedetailleerde analyse 39
5.1 Analyse per mediaorganisatie 40
5.2 Resultatenoverzicht 44
6. Conclusie
6.1 De functies van de richtlijnen 46
6.2 Richtlijnen en boundary work 47
7. Discussie 48
7.1 Vastklampen aan een oude mythe 49
7.2 Methodologische beperkingen en suggesties 50
voor verder onderzoek
INHOUDSOPGAVE DE FOTO’S LIEGEN NIET 11
Bibliografie
Bijlagen 48
55
1. Richtlijn voor beeldbewerking ANP
58
2. Richtlijn voor beeldbewerking Associated Press
Het medium fotografie heeft een bij uitstek de reputatie van objectiviteit. Al sinds
de uitvinding van fotografische technieken in de eerste helft van de negentiende
eeuw heerst het idee dat foto’s een onmiddellijke reflectie zijn van de werkelijkheid.
Waar algemeen bekend was dat er bij het schrijven van teksten interpretatie nodig
was om een situatie te documenteren, hoefde een camera operator slechts de knop
in te drukken om het apparaat zijn werk te laten doen. William Fox Talbot, een
van de eerste fotografen, noemde zijn fotoboek in 1844 dan ook veelzeggend The
Pencil of Nature. Deze beelden waren niet het werk van een auteur, maar kwamen
‘natuurlijk’ (Batchen, 1999, p. 62).
Hoewel dit besef tot op de dag van vandaag nog niet helemaal lijkt te zijn
doorgedrongen in het vakgebied en bij het publiek (Broersma, 2010, 2), zijn
er vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw wel maatregelen genomen
om journalistieke keuzes duidelijker inzichtelijk te maken: zogenaamde Media
Accountability Systems. Accountability kan men vertalen als ‘aansprakelijkheid’, en
Van Dalen en Deuze (2006, p. 4) geven als definitie “het publiekelijk uitleggen en
verdedigen van je handelen en motivatie”. Voorbeelden van dit soort maatregelen
zijn naamsvermelding van de journalist bij artikelen, het aanstellen van een
ombudspersoon waar het publiek met klachten en vragen terecht kan, een pagina
14 1. INLEIDING DE FOTO’S LIEGEN NIET
De manier waarop organisaties dit soort documenten invullen verschilt sterk. Waar
sommige richtlijnen het traditionele objectiviteitsidee lijken uit te dragen, erkennen
andere de subjectiviteit van de fotograaf. Associated Press (zie bijlage 2) stelt
bijvoorbeeld de inhoud van een foto op geen enkele manier aan te passen (“We do
not alter or digitally manipulate the content of a photograph in any way”), terwijl
beroepsvereniging National Press Photographers Association daarin minder stellig
is (“Be accurate and comprehensive in the representation of subjects”).
De vraag rijst wat de rol van deze richtlijnen is binnen mediaorganisaties. Waarom
hebben mediabedrijven ervoor gekozen ze op te stellen? Wat ziet men binnen die
organisaties als ‘beeldmanipulatie’? En hoe gaat men met deze manipulatie om?
Hoewel er eerder onderzoek is gedaan naar richtlijnen in de fotojournalistiek,
ging dat over de ethische aspecten bij het fotograferen van slachtoffers (Keith et
al, 2006) en de ontstaansgeschiedenis van ethische codes in het algemeen (Lavoie,
2010). De inhoud van richtlijnen met betrekking tot beeldbewerking is niet eerder
in detail onderzocht.
16 1. INLEIDING DE FOTO’S LIEGEN NIET
In een tijd waar een steeds groter besef doordringt van de subjectiviteit van beeld
en daardoor met een steeds kritischere blik naar beeld wordt gekeken, is het zinvol
om meer duidelijkheid te krijgen over de heersende opvattingen en werkwijzen bij
fotojournalistieke organisaties. Daarom probeer ik in dit onderzoek een antwoord
te vinden op de vraag:
Foto’s hebben vanaf dat ze bestaan een speciale reputatie gehad als het gaat om
objectiviteit en waarheidsgetrouwheid. De mechanische bediening van de camera
zorgde ervoor dat de fotograaf minder als maker van een beeld werd gezien dan
als vastlegger ervan. De camera produceert de beelden, was de gedachte. Boudana
(2011, p. 386) beschrijft de invloed van fotografische technieken op de opvattingen
over journalistiek in de tweede helft van de negentiende eeuw als volgt:
Dat die opvatting niet correct is, en foto’s geen pure weerspiegeling van de
werkelijkheid zijn, is eveneens vanaf het begin van het bestaan ervan duidelijk.
Omdat de eerste foto’s een belichtingstijd van meerdere uren nodig hadden leken
die in de verste verte niet op hoe men de wereld met eigen ogen ziet. Daarnaast
weerspiegelden zwart-witfoto’s de kleuren van de ‘echte wereld’ niet.
Toch bleef het beeld zoals het uit de camera komt een speciale waarheidsstatus
houden. De Engelse schrijfster Lady Elizabeth Eastlake beschreef de fotografie in
1857 als “The sworn witness of everything presented to her view” (Gross, Katz
& Ruby, 2003, p.28). In hetzelfde essay prees Eastlake de nieuwe manier van
rechtstreekse communicatie die dankzij technologie nu mogelijk was:
[Her studies are] facts which are neither the province of art, nor of
description, but of that of a new form of communication between man and
man — neither letter, message, nor picture — which now happily fills the space
between them.
Hoewel er in ruim 150 jaar hierna constructivistische opvattingen over het al dan
niet bestaan van objectieve feiten terrein hebben gewonnen, lijken foto’s voor veel
mensen nog steeds een soort ‘raam’ naar de werkelijkheid.
The power of these photographs comes from the fact that they are real
moments in time captured as they happened, unchanged. To change any
detail in any of these photographs diminishes their power and turns them
into lies. (Long, 1999)
Bovenstaand citaat komt uit een special report van de NPPA, genaamd ‘Ethics
in the age of digital photography’, waarin Long zoekt naar oplossingen voor
het dalende vertrouwen in de fotojournalistiek in het digitale tijdperk. Uit het
rapport spreekt een geloof in het bestaan van een ‘originele’, ‘authentieke’ foto.
De computer ziet Long als een bedreiging voor de fotografie, al erkent hij dat
‘manipulatie’ breder kan zijn dan alleen digitale nabewerking:
It is not just in the computer that photographers and editors can lie. We
can lie by setting up photos or by being willing partners to photo ops. These
things are as big, if not bigger, threats to our profession as the computers.
Maar ook de indexicale relatie kan door digitale bewerking worden beschadigd.
Wanneer bijvoorbeeld een onderwerp in de foto wordt gekopieerd, zoals in de foto
die Jean-Pierre Jans maakte voor de Volkskrant, wordt de systematische verwijzing
van elk gedeelte van de foto naar een reëel onderwerp verbroken. De foto van
Jean-Pierre Jans kan zo bijvoorbeeld vijf herten afbeelden, terwijl die vijf herten er
in werkelijkheid niet zijn geweest.
Zelfs als mensen weten dat foto’s geen volledig beeld geven van een situatie en dat
ze altijd ‘gekleurd’ zijn, dat betekent nog niet dat ze foto’s ook daadwerkelijk zo
interpreteren. In het boek The Intelligent Eye beschrijft Richard Gregory de reflex
om dingen die je met eigen ogen ziet eerder te geloven dan rationeel verantwoord
is: “Though visual perception involves problem-solving, evidently it does not
follow that even when we know the solution intellectually, we will necessarily see it
correctly” (Gregory, 1970, p. 56). De retorische kracht van fotografie is vaak sterker
dan het analytisch vermogen van de beschouwer.
De introductie van de digitale camera was een schok voor veel fotografen
die geloofden in de unieke authenticiteit van analoge film. Volgens hen was
digitale fotografie een fundamenteel andere manier van representatie, die per
definitie ‘gemanipuleerd’ was. David Campbell stelt in een onderzoek naar
beeldbewerkingstechnieken in opdracht van World Press Photo bijvoorbeeld dat
de analoge camera een beeld vangt dat je ‘origineel’ kunt noemen, in tegenstelling
tot de digitale camera, die volgens hem geen picture-making device is maar een
data-gathering device, omdat de camera op het moment van afdrukken nog geen
volledig beeld vastlegt, maar slechts de informatie om daar later een beeld mee te
creëren (Campbell, 2014, p.7).
Figuur 5: De foto ‘The Valley of the Shadow of Death’ (1855), werd naar alle waarschijnlijkheid door
Roger Fenton in scène gezet. Foto’s: Roger Fenton
Figuur 6: Joseph Stalin liet Commissaris van waterwegen Nikolai Yezhov in 1940 vermoorden, en
zorgde dat hij ook uit foto’s werd verwijderd.
24 2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET
Figuur 8: De NOS neemt geen standpunt in bij het beschrijven van een meningsverschil tussen Donald
Trump en ‘de media’.
2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET 25
Take a photographer coming back from Nepal. His speech will be very
emphasized: “I was in Nepal, it was dreadful, unbelievable, horrifying!”
Someone writing a press release using those terms will not be told: “Sir,
you said it was dreadful but it was not, it was only tragic.” We never have
this type of reflection. We never blame a journalist or a witness for using
an inappropriate word. However, a photographer saying: “I saw a fire. My
photograph was not representative enough of what I saw, so I darkened the
smoke to give it a more terrible effect.” Why would this photographer be
more blameworthy than someone who used some words to report an event?
[Time Magazine, 2015]
Die kanttekening is belangrijk, want het ontkennen van de objectiviteit van media
kan ook gebruikt worden om de journalistiek in diskrediet te brengen. Mensen
als de Amerikaanse president Donald Trump stellen al jaren dat de media niet
objectief zijn, en verbinden daar de conclusie aan dat verhalen van journalisten
dus ook niet ‘waar’ zijn. Ze spelen in op het onderbuikgevoel van veel mensen dat
de journalistieke objectiviteitspretentie een pose is.
Een uitzending van het NOS Journaal (NOS, 2017) bevatte een voorbeeld van de
botsing tussen twee uiterste ideologieën: het egocentrische relativisme van Trump
en de journalistieke objectiviteitspose, hier ingenomen door de NOS (zie figuur 5
en tinyurl.com/fotosliegenniet).
Dit keer gaat het om een welles-nietes over de bezoekersaantallen bij zijn
inauguratie. De media zeggen dat er veel minder mensen waren dan bij
26 2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET
de eerste installatie van Barack Obama in 2009. Trump zegt dat de media
liegen, en dat zijn inauguratie de grootste opkomst ooit had. Maar de foto’s,
video’s en andere feiten, liegen niet. [NOS, 2017]
I get this tv-network, and it shows an empty field. And it said we drew
250.000 people. Well, that’s not bad, but it’s a lie. Wait a minute… I made a
speech, I looked out. The field was, it looked like a 1.000.000 or 1.500.000
people. They showed a field where there was practically nobody standing.
[Trump, 2017]
Donald Trump daarentegen speelt slim in op de subjectiviteit van foto’s. Het kán
zo zijn dat een veld op de foto in ‘de media’ minder vol lijkt dan het is. Dat ligt
er maar net aan welke lens wordt gebruikt, hoe laat de foto’s worden gemaakt
en vanuit welke hoek er is gefotografeerd. Vervolgens brengt de president zijn
persoonlijke ervaring in als autoriteit, en doet een harde waarheidsclaim. Precies
het tegenovergestelde van de strategie van de NOS.
Figuur 10: Stephan Rudik werd gediskwalificeerd voor de World Press Photo, omdat hij een stukje voet
tussen de duim en wijsvinger op de foto had weggephotoshopt. De uitsnede, omzetting naar zwart-wit
en vignettering vallen allemaal onder ‘darkroom practices’, en waren dus acceptabele bewerking.
28 2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET
Panoramafotografie
Een bekend voorbeeld van computational photography is de panoramafoto (fig.
11). Door meerdere foto’s met de computer aan elkaar te plakken wordt één beeld
gevormd met een extreem grote hoek en resolutie. Tegenwoordig heeft bijna
iedereen een automatische variant van de panorama-functionaliteit in zijn of haar
telefoon zitten.
HDR-fotografie
Ook High Dynamic Range-fotografie (HDR) is voor veel mensen een bekende
techniek. Hierbij maakt de camera twee of meer foto’s vlak achter elkaar met
verschillende belichtingen, en combineert deze vervolgens tot één beeld (fig. 12). Zo
kan het dynamisch bereik van de camera verhoogd worden. Bij een overbelichte
foto worden zaken zichtbaar die anders in het zwart weg zouden vallen, en bij
een onderbelichte foto behouden de extreem lichte gedeeltes meer detail. De
meeste mobiele telefoons en digitale camera’s hebben deze functie tegenwoordig
ingebouwd.
Dual-lens photography
Een nieuwere vorm van computational photography is de zogenaamde dual-
lens photography (fig. 13). Hierbij construeert de camera met twee lenzen een
3D-beeld van de situatie voor de lenzen, en kan hij zo de illusie van scherptediepte
wekken door de achtergrond van een foto digitaal onscherp te maken. Zo kan een
extra focus op het onderwerp worden gelegd, en vervagen (soms storende) details
uit de rest van het beeld. Deze functie is geïntegreerd in enkele van de nieuwste
smartphones. Met een telefoon van enkele millimeters dik kunnen nu foto’s
gemaakt worden die op het eerste gezicht niet te onderscheiden zijn van die van
spiegelreflexcamera’s met lenzen van 15 centimeter diep.
De lichtveldcamera
Er zijn sinds enkele jaren ook camera’s op de markt waarmee achteraf scherp te
stellen is (fig. 14). De Lytro Illum bijvoorbeeld, een zogenaamde lichtveldcamera,
2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET 29
Figuur 11: Deze foto is gemaakt met de iPhone 8. Tegenwoordig hebben de meeste smartphones een
geautomatiseerde panorama-stand. Foto: Stef Arends
Figuur 12: Een HDR-foto bestaat uit meerdere foto’s met verschillende belichtingen, die gecombineerd
worden tot één beeld met een hoog dynamisch bereik. Foto: Swapnil Mathur
Figuur 13: Sommige smartphones kunnen een digitale imitatie produceren van het scherpte-diepte-
effect. Een dieptesensor detecteert welke delen van het beeld de voor- en achtergrond zijn, en de
software maakt de achtergrond vervolgens onscherp.
30 2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET
maakt gebruik van een rooster met microlensjes om van elke lichtstraal die
binnenkomt niet alleen de locatie, maar ook de richting te kunnen meten. Hiermee
wordt van de volledige scène informatie over de afstand van de reflecterende
voorwerpen ten opzichte van de lens verzameld, en kan later op de computer
een punt worden gekozen om op scherp te stellen. Lichtveldcamera’s hebben ten
opzichte van reguliere camera’s een lage resolutie, en de Lytro is dan ook nog geen
commercieel succes gebleken.
Google Photoscan
Google is intensief bezig met het uitproberen van de mogelijkheden van
computational photography. Met de app Google Photoscan kunnen bijvoorbeeld
analoge foto’s met de camera van een telefoon worden ingescand, zonder dat de
reflectie van het glanzende fotopapier zichtbaar is (fig. 15). Door automatisch een
hele reeks foto’s te nemen van verschillende hoeken, en die samen te voegen tot
één beeld, kunnen automatisch de reflectievlekken (‘glare’) worden opgespoord en
geëlimineerd. Andere toepassingen van deze techniek waarmee geëxperimenteerd
wordt: het maken van foto’s door ruiten zonder hinderlijke reflecties, en het
onzichtbaar maken van obstakels zoals hekken of gaas.
Femto-photography
Misschien wel de meest opzienbarende vorm van computational photography die
op dit moment bestaat, is femto-photography. Door middel van het uitzenden van
ultrakorte laserpulsen (enkele femtoseconden in tijdsduur) en vervolgens meten van
het terugkaatsende licht, kunnen foto’s om hoeken heen worden gemaakt (fig. 16).
Dan zijn er nog fotografische technieken waar helemaal geen camera meer
aan te pas komt en die gebruik maken van bestaand beeld. Er zijn op internet
miljarden foto’s te vinden die vrij toegankelijk zijn. Databases als die van
Facebook, Flickr, Google Maps en Google Streetview bevatten schatten aan
informatie die de basis kunnen vormen van fotografieprojecten. Door middel van
geavanceerde analysetechnieken kunnen bijvoorbeeld foto’s met bepaalde visuele
overeenkomsten met elkaar gematcht worden om zo nieuwe beelden te vormen of
verbanden te leggen.
Figuur 14: Lichtveldcamera’s zoals de Lytro Illum slaan in plaats van een 2D-beeld, een lichtveld op.
Daardoor kan achteraf worden scherpgesteld. Foto: Lytro
Figuur 15: Google Photoscan maakt verschillende opnames van verschillende hoeken, zodat ongewenste
reflecties achteraf kunnen worden weggefilterd. Foto: Myviralbox
Figuur 16: Door middel van femto-photography kan men om hoeken heen fotograferen. Een laser
produceert een lichtstraal, en het reflecterende licht wordt vervolgens opgevangen door een extreem
snelle camera. Beeld: Velten et al.
32 2. THEORETISCH KADER DE FOTO’S LIEGEN NIET
Matt Carlson en Seth Lewis (2015) plaatsen Gieryns theorie in een journalistieke
context. Enkele van de vormen van boundary work in de journalistiek die zij
onderscheiden zijn ‘defining correct practices’ en ‘expelling deviant practices’
(zie tabel 17). Om duidelijke grenzen aan het vakgebied te stellen wordt streng
vastgelegd wat wel en niet acceptabel is, en wie zich daar niet aan conformeert
wordt geweerd uit het vak om zo aan de buitenwereld te laten zien dat journalistiek
wel degelijk aan deze strenge eisen moet voldoen.
Tabel 17: De vormen van boundary work zoals gedefinieerd in Boundaries of Journalism
(Carlson & Lewis, 2015).
34 4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Hoofdstuk 3 | Methoden
4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET 35
Voor dit onderzoek werd gekozen voor een kwalitatieve inhoudsanalyse van vijf
richtlijnen voor beeldbewerking (3.1) en vijf interviews met beeldredacteuren (3.2).
Van de vijf beeldredacteuren die werden geïnterviewd, waren er twee werkzaam
bij een mediaorganisatie waarvan ook de richtlijn onderzocht werd.
De data werd verzameld in 2017. Het is dus mogelijk dat een niet alle informatie
meer up-to-date is.
Een kwalitatieve inhoudsanalyse op basis van sensitizing concepts (3.3) laat toe
om op een gestructureerde manier de inhoud van de verschillende documenten
te onderzoeken, zonder het rigide framework van een kwantitatieve analyse.
Gezien het feit dat dit onderzoek exploratief is en de selectie van de richtlijnen
niet representatief is, is het niet noodzakelijk om exacte gegevens over de inhoud
te destilleren. Een kwalitatieve inhoudsanalyse biedt daarom meer ruimte om
mogelijk aanwezige subtiele toon- en inhoudsverschillen tussen de richtlijnen te
ontdekken.
ANP
De foto-afdeling van het ANP is de belangrijkste Nederlandse bron van persfoto’s.
Elke dag worden er meer dan 6000 foto’s aan de beeldbank toegevoegd.
Vrijwel alle landelijke, regionale en online media gebruiken de foto’s van het
ANP. De organisatie is curator en doorvoerplaats van foto’s van internationale
persbureaus, evenals producent van nieuwsfoto’s. De organisatie werkt enkel met
freelancefotografen, dus duidelijke richtlijnen kunnen voor hen een belangrijk
houvast bieden.
36 3. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Associated Press
Associated Press is een Amerikaans persbureau met 243 kantoren in 121 landen.
Hun beeldbank is volgens hun website ‘’s werelds grootste collectie van historische
en hedendaagse foto’s’. Het stijlboek van Associated Press wordt niet alleen
door journalisten, maar ook door copywriters en reclamemakers wereldwijd als
autoriteit gezien op het gebied van publieke communicatie. De fotorichtlijn van AP
staat echter niet in dat boek, maar in een apart document dat niet op de website
van het persbureau te vinden is. Ik heb die richtlijn kunnen inzien via de faculteit
kunst en letteren van Sacramento State University. Het document wordt ‘code of
ethics for photojournalists’ genoemd, en gaat vooral over beeldmanipulatie.
Hoewel AP het richtlijndocument zelf niet gepubliceerd heeft, werd een tekst die
bijna letterlijk hetzelfde is, wel gepubliceerd op de website van het Poynter Institute
for Media Studies (Alabiso, 2003). Er is dus wel richting de buitenwereld over
gecommuniceerd.
Reuters
Reuters Pictures is de foto-afdeling van het grootste persbureau ter wereld. Het
bedrijf werkt samen met een netwerk van 600 fotografen en produceert zo’n
1600 eigen nieuwsfoto’s per dag. In het publieke stijlboek Reuters Handbook of
Journalism staat een volledig hoofdstuk over beeldbewerking. voorbeeld hajj
De waarde van de diepte-interviews is dat ik een goed beeld krijg van de intenties
achter de richtlijnen, en waar nodig door kan vragen. Het risico van sociaal
wenselijke antwoorden dat deze methode met zich meebrengt wordt deels
verholpen door de inhoudsanalyse van de richtlijnen (ik kan de redacteuren
eventueel confronteren met de inhoud van de documenten wanneer hun
3. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET 37
uitspraken daar niet mee in overeenstemming zijn) en deels door me van tevoren te
verdiepen in de werkwijze van het medium waar de redacteuren voor werken.
Dit werkte goed: ik kreeg positieve reacties op de video, en het is gelukt om van
vijf van de beoogde mediaorganisaties verantwoordelijken voor het beeldbeleid te
spreken te krijgen. Ik heb ervoor gekozen om medewerkers van zowel organisaties
met richtlijnen als zonder richtlijnen te interviewen, om een idee te krijgen van de
overwegingen die meespelen bij het al dan niet opstellen van die richtlijnen. Dat
leverde de volgende selectie op:
Om een beter begrip te krijgen van het gebruik van sensitizing concepts in de
praktijk, heb ik samen met medestudenten Jeroen Jonkers en Anne Wielenga
4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET 39
Ik zal zowel de richtlijnen als de interviews aan de hand van dezelfde concepten
analyseren. Om een globaal idee te krijgen van de rol die beeldrichtlijnen spelen
in het fotojournalistieke vakgebied, is het aangewezen om alle verzamelde
informatie over een mediaorganisatie in één keer aan de analyse te onderwerpen.
Bij de organisaties waarvan ik zowel een beeldrichtlijn als een interview analyseer,
verschaffen de interviews namelijk inzichten die nuttig zijn voor de interpretatie
van de richtlijnen, en andersom.
Tabel 18: In deze scriptie werd het beleid met betrekking tot beeldbewerking bij acht mediaorganisaties
onderzocht.
40 4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Hoofdstuk 4 | Oriëntatie en
verkennende analyse
4. ORIËNTATIE EN VERKENNENDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 41
Na een eerste lezing van de vijf richtlijnen voor beeldbewerking heb ik een
videoboodschap gemaakt en opgestuurd naar de beeldredacteuren. Het maken
van de video had twee functies: enerzijds was het een nuttig middel om me te
oriënteren in het materiaal en om de eerste observaties samen te vatten, aan de
andere kant hielp het om de beeldredacteuren een idee te geven van de richting
van mijn onderzoek. De observaties werden in de video als volgt geformuleerd:
De vraag die uit de boodschap naar voren kwam was: “in hoeverre staan jullie
creatieve vrijheid toe bij het produceren van nieuwsbeelden?” Dat is niet dezelfde
vraag als mijn onderzoeksvraag. De uitspraken van de redacteuren over welke
soorten beeldbewerking zij toelaten, geven echter wel inzicht in de bestaande
denkbeelden over beeldbewerking en helpen op die manier om een antwoord te
vinden op de onderzoeksvraag.
De video werd verstuurd naar tien redacteuren van ANP, Associated Press, De
Correspondent, National Press Photographers Association, NOS, Nu.nl, Reuters,
De Telegraaf, De Volkskrant en World Press Photo.
Figuur 19: Ik stuurde een videoboodschap naar tien beeldredacteuren, waarin ik mijn
eerste observaties met betrekking tot richtlijnen voor beeldbewerking samenvatte.
Subjectiviteit
Een essentiële tegenstelling die terugkomt in de historische denkbeelden over
fotojournalistiek is die tussen objectiviteit en subjectiviteit. Het pretenderen van
objectiviteit is voor de fotojournalistiek (en de journalistiek in het algemeen)
een bron van maatschappelijke autoriteit. De manier waarop dat concept in
de richtlijnen voor beeldbewerking wordt ingezet, kan wijzen op een functie
als afbakening van een plaats voor fotojournalistiek in de samenleving. Uit de
verkennende analyseronde van de richtlijnen en interviews bleek inderdaad dat
bij een deel van de mediaorganisaties het beeld bestond van de foto als authentiek
evenbeeld van de realiteit, terwijl bij andere de foto werd gezien als interpretatie
van een situatie, gemaakt door de fotograaf.
- Authenticiteit
- Het originele beeld
- Misleiding
- Technische correcties versus manipulatie
- Boven elke twijfel verheven
- Auteurschap
- Realiteit versus vertaling van de realiteit
- Vooroordelen van de fotograaf
Technieken
Ook formulering van toegestane beeldbewerkingstechnieken zegt veel over de
rol van een richtlijn. Welke technieken zijn wel en niet toegestaan? Hoe specifiek
worden die technieken beschreven? En is het haalbaar voor de fotograaf om
4. ORIËNTATIE EN VERKENNENDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 45
- Digitale modificaties
- Gebruik van het RAW-formaat
- Indexintegere bewerkingen
- Niet-indexintegere bewerkingen
- Ensceneren
- De ‘geaccepteerde standaardbewerkingen’
- Donkere kamer
- ‘Inhoud’ van de foto veranderen
46 4. ORIËNTATIE EN VERKENNENDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Toon
Een veelzeggende parameter bij het onderzoeken van de functie van een richtlijn is
de toon. De uitspraken van de verschillende beeldredacteuren en de formuleringen
in de richtlijnen variëren sterk in toon: van behulpzaam en met vertrouwen in het
oordeel van de fotograaf, tot zeer formeel, als exacte ‘geboden’ die beschrijven wat
wel en niet kan.
- Gebiedende wijs
- Voorschrift versus advies (‘Dit doen we niet’ ipv ‘je kunt beter niet doen’)
- Leidinggevende om toestemming vragen
- Dreigen met ontslag
- Exacte formulering versus meer ruimte voor eigen oordeel van de fotograaf
- Erkenning van de mogelijkheid van twijfel over bepaalde bewerkingen
- Naam van het document: spelregels, guidelines, code of ethics
- Pronken met de reputatie van het bedrijf
4.3 Genreafhankelijkheid
- Nieuwsfoto’s
- Geënsceneerde foto’s
- llustraties
Hoofdstuk 5 |
Gedetailleerde analyse
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 49
Subjectiviteit
De fotorichtlijn van ANP erkent de subjectiviteit van foto’s in zekere mate. De
aanleiding voor het maken van de richtlijn wordt als volgt beschreven:
De vraag die geregeld rijst: is wat we zien wel een betrouwbare weergave van
de werkelijkheid? Het is zonneklaar dat journalistieke producties boven elke
verdenking moeten staan, reden voor veel (internationale) nieuwsorganisaties
om fotobewerkingen van welke aard dan ook taboe te verklaren.
Het ANP verbiedt fotobewerking niet, maar wilde wel ‘strenge grenzen’ stellen aan
wat wel en niet mag:
In de praktijk betekent dit dat we vaak het evenwicht zoeken tussen wat we
mooi of doeltreffend vinden en wat het meest waarheidsgetrouw is. En dat
is soms koorddansen, wat trouwens ook kan gelden voor acties die aan het
maken van een foto voorafgaan. Menig fotomoment is het resultaat van enige
vorm van enscenering en ook daarbij komt het aan op zoeken naar de juiste
balans. Onder welke condities mag zo’n geënsceneerde foto een nieuwsfoto
heten en wanneer niet meer?
ANP-beeldredacteur Robert Vos, die nauw betrokken was bij het opstellen van de
richtlijnen, vat zijn visie op de grenzen van beeldbewerking als volgt samen: “Je
moet niet de indruk wekken dat iets echt zo was, terwijl het niet zo was.” In de
richtlijn zelf wordt de grens van ongeoorloofde manipulatie ook wel samengevat als
“De foto mag niet als misleidend worden ervaren”.
Uit de richtlijn en uit de uitspraak van Vos spreekt een erkenning van de inherente
subjectiviteit van de foto, en de verantwoordelijkheid van de journalist voor het
beeld dat hij of zij creëert, of dat nu met de camera of met Photoshop gebeurt.
Ook contrastverhoging ‘mag de kwaliteit van de foto zeker niet aantasten’, zo stelt
de richtlijn. Er schuilt volgens de makers van de richtlijn dus een zekere waarde in
het beeld zoals het uit de camera komt, een kwaliteit die liefst behouden blijft.
Bij elke ANP-foto moet wel een bijschrift worden toegevoegd met de context
waarin ze gemaakt is, zodat de foto beter geïnterpreteerd kan worden: “Een
caption moet eventuele suggesties die van een foto kunnen uitgaan, ontkrachten
door de feitelijke achtergrond van de foto te vermelden”, zo meldt de richtlijn.
Technieken
In de richtlijn van het ANP wordt een onderscheid gemaakt tussen
‘beeldmanipulatie’ en ‘beeldbewerking’. ANP definieert beeldmanipulatie als
‘technische handelingen waarmee we een foto kwalitatief en daardoor vaak
ook inhoudelijk sterker maken’. Beeldbewerking is, zo staat te lezen, ‘in veel
gevallen wenselijk of zelfs noodzakelijk’. Beeldmanipulatie in de definitie van
het persbureau is ‘het toevoegen of verwijderen van bepaalde beeldelementen,
waardoor de inhoud van de foto verandert’. Beeldmanipulatie is volgens de
richtlijn ‘ten strengste verboden’.
Digitale modificaties
De bewerkingstechnieken die volgens het ANP wel zijn toegestaan, worden door
beeldredacteur Robert Vos samengevat als ‘dat wat je vroeger in een donkere
kamer deed’. Foto’s bijsnijden, donkerder en lichter maken, kleuren aanpassen, het
contrast aanpassen en het verscherpen van een foto zijn volgens de richtlijn met
mate toegestaan.
Bij het aanpassen van de belichting moet er wel op worden gelet dat de ‘bewerkte
onderdelen goed herkenbaar blijven’. Uit het interview met Robert Vos blijkt dat
dat laatste minder eenduidig is dan het op het eerste gezicht lijkt:
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 51
Een fotograaf die bijvoorbeeld een onderwerp dat midden in beeld staat,
fotografeert, en dan de achtergrond heel erg donker maakt, waardoor
dingen wegvallen, daarvan kun je zeggen: ‘normaal zie je op die foto op
de achtergrond nog een rijtje huizen’. Als de fotograaf die zo donker gaat
maken dat je dat amper meer herkent als een rijtje huizen, dan zoekt hij wel
de grens op.
Vos maakt hierbij een onderscheid aan de hand van de intentie van de fotograaf:
Het is wel fundamenteel anders [als je iets bewust gaat] weghalen, ik noem
maar wat, een half stopcontact in beeld en dat dan doelbewust wegdrukken
[lichter of donkerder maken zodat het wegvalt uit het beeld, SA]. Dat is echt
not done.
Verder is het verscherpen van een beeld toegestaan bij ANP, maar alleen als de
volledige foto verscherpt wordt. “Er mogen geen delen van het beeld worden
verscherpt”, zo meldt de richtlijn. Ook wordt in het document expliciet benoemd
dat foto’s niet omlijnd mogen worden, behalve in uitzonderlijke gevallen, in overleg
met de nieuwsmanager foto.
Het onscherp maken van foto’s is niet toegestaan, behalve als het is met de
bedoeling om iemands privacy te beschermen.
Andere modificaties
Naast digitale beeldbewerking, wordt in de ‘spelregels’ van het ANP ook
manipulatie op andere manieren besproken. Zo zijn er regels voor het gebruik van
enscenering, het toevoegen van fotobijschriften en het omgaan met de privacy van
de mensen die worden gefotografeerd.
De richtlijn meldt ook dat de regels met betrekking tot enscenering ruimer toe te
passen zijn als het gaat om portretfotografie. Dan mag de fotograaf het onderwerp
vrijelijk regisseren en een locatie kiezen voor de fotoshoot. In het fotobijschrift
moet dan wel aangegeven worden dat het om een portretfoto en niet om een
nieuwsfoto gaat.
52 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Toon
Van alle geanalyseerde beeldbewerkingsrichtlijnen is het document van ANP het
minst dwingend van toon. Direct aan het begin van de richtlijn wordt al vermeld
dat deze tot stand is gekomen ‘na een uitvoerige discussie met onze fotografen en
fotoredacteuren’. Niet zomaar een van bovenaf opgelegde set regels.
Ook het kiezen van een toon voor de richtlijn zelf lijkt koorddansen te zijn
geweest. Hoewel de toon niet dwingend is, wordt wel benadrukt dat deze richtlijn
geen vrijblijvende adviezen bevat. De opstellers beschrijven de richtlijnen in het
document als “spelregels waarvan wij verwachten en eigenlijk ook gewoon eisen
dat onze fotografen ze naar letter en geest naleven”. Die aarzelende dwang toont
dat, hoewel de richtlijnen in overleg tot stand zijn gekomen, er wel degelijk een
duidelijke hiërarchie bestaat binnen de organisatie.
Toch zijn veel regels niet zwart-wit uitgespeld. Bij het vergroten van een afbeelding
staat bijvoorbeeld dat het mag, maar ‘met mate’. Verscherpen is ‘beperkt’
toegestaan, en de fotograaf is ‘terughoudend’ in het aanpassen van kleuren. Uit
die formuleringen spreekt een vertrouwen in het beoordelingsvermogen van de
fotograaf.
Er wordt dus niet gedaan alsof fotobewerking een exacte wetenschap is waar de
fotograaf neutraal is of kan zijn. Wanneer er twijfel bestaat of een aanpassing
van het contrast van een foto wel of niet geoorloofd is, moet de fotoredacteur
of nieuwsmanager op het kantoor van ANP uitsluitsel geven. Hij of zij is
‘keurmeester’, zo meldt de richtlijn. Dat er twijfel kan bestaan over of een
aanpassing wel of niet mag gebeuren, wordt niet in alle geanalyseerde richtlijnen
erkend.
Ten slotte staat er aan het eind van het document nog een soort disclaimer, waar
in de beperkingen van het document worden beschreven. “Wij hebben natuurlijk
niet de illusie dat dit stuk een panacee is voor alle vraagstukken en kwesties die we
aanstippen”, zo staat te lezen. “Het proces om tot dit document te komen is wat
ons betreft minstens zo belangrijk geweest als de tekst die het heeft opgeleverd.”
Het ANP spreekt dan ook het voornemen uit om het document ‘dynamisch te
houden’.
Subjectiviteit
De richtlijn van Associated Press is beknopter en resoluter. Op het vlak van
subjectiviteit liggen de opvattingen uit het document volledig aan de ‘objectieve’
kant van het spectrum:
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 53
AP pictures must always tell the truth. We do not alter or digitally manipulate
the content of a photograph in any way.
Maar wat dat originele tafereel dan is en wanneer een verandering ‘substantial’ is
wordt niet gespecificeerd. Het lijkt erop dat de foto zoals hij uit de camera komt
gezien wordt als het origineel.
Ook wordt nog melding gemaakt van het feit dat subjectievere foto-stijlen wel
degelijk toegestaan zijn, als het maar geen nieuwsfoto’s zijn en dit duidelijk in het
bijschrift staat aangegeven:
Technieken
Hoewel de richtlijn van Associated Press begint met de stelling dat foto’s ‘op geen
enkele manier veranderd of digitaal gemanipuleerd worden’, worden toch enkele
bewerkingstechnieken genoemd die wél toegestaan zijn.
Digitale modificaties
Zo staat in de tweede alinea te lezen dat ‘kleine aanpassingen’ in Photoshop
acceptabel zijn. ‘Bijsnijden, tegenhouden en doordrukken, het omzetten naar
zwart-wit’ zijn toegestaan. Verder zijn ‘normale’ belichtings- en kleurbewerkingen
toegestaan, zolang deze ‘beperkt blijven tot wat er minimaal nodig is voor een
duidelijke en accurate representatie’. Het digitaal verwijderen van rode ogen is niet
toegestaan.
Andere modificaties
Het naspelen of ensceneren van nieuwsgebeurtenissen en het maken van
geposeerde foto’s is in principe niet toegestaan. In de richtlijn wordt echter wel
gesproken over ‘environmental portraits’ [waarbij een onderwerp in zijn of haar
‘natuurlijke omgeving’ wordt geprtretteerd, SA] en ‘studio portraits’ gesproken.
Die technieken zijn, ook in een nieuwscontext, wel toegestaan. Er moet dan wel
voor worden gezorgd dat het niet lijkt alsof die beelden ‘spontaan’ tot stand zijn
gekomen:
Care should be taken to avoid misleading viewers to believe that the moment
was spontaneously captured in the course of gathering the news
Toon
Waar persbureau ANP het richtlijndocument ‘spelregels’ noemt, worden de regels
voor beeldbewerking bij Associated Press een ‘Code of Ethics for Photojournalists’
genoemd. Die naam geeft het een formelere uitstraling dan het document van
ANP.
Subjectiviteit
Heel anders klinkt de richtlijn van de NPPA. Die vereniging drukt fotografen op
het hart om erop te letten dat onderwerpen accuraat en veelomvattend worden
afgebeeld: “Be accurate and comprehensive in the representation of subjects.”
De fotograaf maakt dus belangrijke keuzes in het al dan niet tonen van
de subtiliteiten of verschillende kanten van een onderwerp. Volgens de
fotografenvereniging is het belangrijk dat men zich daarvan bewust is, om
eventuele onbewuste stereotyperingen uit de weg te gaan: “Be complete and
provide context when photographing or recording subjects. Avoid stereotyping
individuals and groups”, meldt de richtlijn.
Ook in de NPPA-richtlijn wordt over een ‘integere’, dus onaangetaste, inhoud van
de foto’s gerept. Echter, in tegenstelling tot de AP- en ANP-richtlijnen lijkt hier met
het integere beeld niet zozeer de foto bedoeld te worden zoals die uit de camera
komt, maar simpelweg een integere representatie van het onderwerp:
Technieken
De richtlijn van de NPPA is zeer summier over welke bewerkingstechnieken mogen
worden gebruikt. In plaats van de aangewezen (digitale) werkwijze van de fotograaf
te beschrijven, benadrukt de vereniging simpelweg dat fotografen het publiek niet
moeten misleiden en onderwerpen accuraat moeten representeren.
Andere modificaties
Hoewel de richtlijn dus algemeen blijft over digitale beeldbewerking, bevat ze wel
een aantal concrete opvattingen over andere vormen van misleiding of ‘sturing’
van een beeld. Zo wordt in het document gewaarschuwd dat fotografen zichzélf
niet moeten laten misleiden, bijvoorbeeld door in scène gezette fotomomenten of
door het aannemen van giften, gunsten of geld. Ook regisseren of ensceneren van
gebeurtenissen door de fotograaf zelf, wordt afgekeurd.
Toon
De ‘Code of Ethics’ van de NPPA is zakelijk van toon. Hoewel de richtlijn de
beoordeling van wat een ‘accurate representatie’ van een gebeurtenis is voor een
groot deel bij de fotograaf zelf laat, lijken de principes die er wel in staan heilig te
zijn.
Reuters (richtlijn)
Subjectiviteit
De richtlijn van persbureau Reuters heeft een merkwaardig verloop van extreme
objectiviteitspretentie aan het begin van het document naar steeds meer erkenning
van het interpretatieve gedeelte van (foto)journalistiek in de tweede helft van de
tekst.
Waar elk handelen van Reuters-journalisten volgens het begin van de richtlijn
nog volledig vrij van vooringenomenheid of partijdigheid moet gebeuren, wordt
even verderop gesteld dat journalisten moeten streven naar een beeld vrij van
vooroordelen: “Always strive for balance and freedom from bias.”
Dit terwijl nog verder in de richtlijn weer wordt geïmpliceerd dat wanneer de foto
niet volledig vrij is van vooringenomenheid, het niet eens echt een Reuters-foto
is: “Reuters would not be Reuters without freedom from bias”. Ook wordt het
persbureau als ‘neutraal’ omschreven, wat volgens de richtlijn helpt om vanaf
elke kant van een conflict verslag te doen, met als enige agenda accurate, eerlijke
verslaglegging.
Use the crop tool to straighten a slightly slanted horizon, but not add a tilt to
an otherwise level photo or flip a picture upside down or left to right. Minor
use of Levels and Curves to fix the color balance of a photo to its natural
state.
influence their presence can exert, recognize possible efforts by parties with an
agenda to manipulate the depiction of an event, and always strive to depict reality.
Kortom: wanneer de journalist het idee heeft dat een situatie niet ‘echt’ is, moet hij
of zij proberen om dat te doorprikken en de echte waarheid te laten zien.
Verder moet de journalist niet suggereren dat iemand betrokken is bij bepaalde
zaken, enkel op basis van de plek waar iemand zich bevindt. De invloed van
de fotograaf reikt dus duidelijk verder dan enkel te fungeren als neutrale
boodschapper van ‘de realiteit’: “We should not suggest that someone is involved in
an activity based solely on where they happen to be located.”
Ook de fotobijschriften moeten volgens de richtlijn volledig vrij zijn van aannames:
“They must adhere to the basic Reuters rules of accuracy and freedom from bias
and must answer the basic questions of good journalism.”
Aan de ene kant lijkt fotojournalistiek in de stijl van Reuters een kwestie van
technische vaardigheid. Afgaande op bepaalde passages uit de richtlijn, zou elke
nieuwsgebeurtenis bij elke Reuters-fotograaf dezelfde foto’s opleveren. Op andere
plekken in de richtlijn wordt dit echter tegengesproken, en wordt een beroep
gedaan op het persoonlijke oordeel of zelfs het gevoel van de fotograaf.
Technieken
Van alle mediaorganisaties die werden onderzocht, legt Reuters de meeste
beperkingen op aan fotografen. De richtlijn begint met de stelling dat beelden
nooit mogen worden veranderd, met uitzondering van de noodzakelijke ‘normale
verbeteringen aan het beeld’.
Digitale modificaties
Photoshop wordt in de richtlijn een ‘presentatietool’ genoemd, een benaming die
de indruk wekt dat met het programma geen fundamentele veranderingen worden
aangebracht. Het is een hulpmiddel voor de presentatie van de inhoud, niet voor
de inhoud zelf.
Voordat de technieken worden opgesomd die dan wél zijn toegestaan, wordt nog
benadrukt dat moderne camera’s tegenwoordig van zulke goede kwaliteit zijn,
dat digitale beeldbewerking eigenlijk nauwelijks meer ‘nodig’ is. Daaruit blijkt dat
digitale bewerking van foto’s in beginsel al als iets negatiefs wordt gezien. Wanneer
het niet nodig is, doet men het beter niet.
Wat wel mag: het vergroten en verkleinen van foto’s, tot minimaal 3500 pixels
aan de lange zijde. Ook het donkerder en lichter maken en het aanpassen van het
contrast van foto’s is met mate toegestaan. Belangrijk is daarbij wel dat er geen
delen van de inhoud van de foto wegvallen.
58 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Het bijsnijden van afbeeldingen gaat onvermijdelijk wél gepaard met verlies van
bepaalde beeldelementen. Toch is dat toegestaan, mits de informatie die wegvalt
geen ‘journalistieke waarde’ heeft. En mits de horizon dus niet scheef komt te
staan. Fotografen mogen de kleurbalans van de foto ook aanpassen, maar enkel om
het beeld te herstellen tot in zijn ‘natuurlijke staat’.
Het verbieden van het RAW-formaat deed de wenkbrauwen fronsen van menig
fotograaf en beeldredacteur. Immers, dat bestand met ruwe data wordt vandaag
de dag door velen beschouwd als het equivalent van het negatief bij analoge
fotografie: de originele, onontwikkelde data. Reuters zelf gaf tegenover Petapixel
aan dat ‘snelheid en ethiek’ de redenen waren voor de maatregel.
Andere modificaties
Het ensceneren of naspelen van nieuwsgebeurtenissen is nooit toegestaan. Ook
mag een fotograaf van Reuters geen aanwijzingen geven aan mensen en geen
voorwerpen verplaatsen die in beeld komen tijdens een nieuwsgebeurtenis.
Ook als de fotograaf zelf niets enscèneert, maar op een georganiseerd of
geëscorteerd bezoek is, bijvoorbeeld in oorlogsgebied of op een andere moeilijk
bereikbare plek, moet dat duidelijk aangegeven worden in het bijschrift.
Regels voor enscenering zijn soepeler als het gaat om portretfoto’s. In het bijschrift
moet daarom vermeld worden dat het om een geposeerd portret gaat.
Hetzelfde geldt voor beelden die met een bijzonder soort lens gemaakt zijn,
zoals een tilt-shift lens (vaak gebruikt voor architectuurfotografie) of een extreme
groothoeklens: ook dat moet altijd in het bijschrift worden aangegeven.
Toon
Hoewel de richtlijn van Reuters de onschuldig klinkende naam ‘A Brief Guide To
Standards, Photoshop and Captions’ draagt, is de inhoud dwingend en streng. In
het document wordt meermaals aangegeven dat het niet naleven van bepaalde
regels zal leiden tot ontslag.
Ook begint het document met 10 principes, die puntsgewijs staan opgelijst, als een
soort geboden. Accuraatheid wordt zelfs letterlijk ‘heilig’ genoemd.
Reuters journalists:
Always hold accuracy sacrosanct.
Always correct an error openly.
Always strive for balance and freedom from bias. Always reveal a conflict of
interest to a manager.
Always respect privileged information.
Always guard against putting their opinion in a news story or editorializing.
Never fabricate or plagiarize.
Never alter a still or moving image beyond the requirements of normal
image enhancement.
Never pay for a story and never accept a bribe.
Uit die geboden, en uit de rest van de richtlijn, spreekt ook de trots of
profileringsdrang van de organisatie. “Independence is the essence of our
reputation as a “stateless” global news organisation”, benadrukt Reuters verder in
de richtlijn.
60 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Ook wordt het lidmaatschap tot de groep benadrukt (het team van Reuters), en de
gedragscode die daar bijhoort.
In tegenstelling tot de richtlijn van het ANP, die spreekt over het ‘koorddansen’
tussen een mooie, doeltreffende en waarheidsgetrouwe foto, wordt ongeoorloofde
beeldbewerking door in de richtlijn van Reuters voornamelijk beschouwd als
iets dat gebeurt met kwade opzet. En dus ook als reden voor ontslag: “Our news
photography must depict reality. Any attempt to alter that reality constitutes
fabrication and can lead to disciplinary action, including dismissal.”
Subjectiviteit
De richtlijn van World Press Photo is de enige richtlijn die expliciet vermeldt
dat fotobewerking geen manipulatie hoeft te zijn: “It is important to note that
processing itself is not manipulation”, zo stelt de richtlijn.
Of iets manipulatie is gaat volgens World Press Photo niet om welke technische
middelen ervoor gebruikt zijn, maar om de aard van de veranderingen: “Changes
in color may not result in significant changes in hue, to such an extent that the
processed colors diverge from the original colors”
Opmerkelijk genoeg wordt hierbij wel het concept van ‘oorspronkelijke kleuren’
aangehouden. De oorsprong wordt niet gedefinieerd, maar het valt aan te nemen
dat het hierbij gaat om de kleuren van de foto zoals die ‘oorspronkelijk’ uit de
camera kwam. Of kleurveranderingen op het fototoestel zelf (het instellen van de
witbalans bijvoorbeeld) wél bij het originele beeld horen wordt niet duidelijk. Een
andere mogelijkheid zou zijn dat de kleuren bedoeld worden zoals het menselijk
oog ze waarneemt, maar dat is lastig te meten en bovendien verschillend per
persoon.
De fotograaf krijgt in ieder geval beperkte vrijheid om zijn eigen draai aan de foto
te geven. Zolang die maar niet ‘significant’ is, is het toegestaan. Lewis Bush maakte
tijdens het interview met een voorbeeld duidelijk dat we in de journalistiek wel
degelijk ‘objectieve’ foto’s nodig hebben, of in elk geval foto’s die naar objectiviteit
streven:
If you go to the doctor, and the doctor gives you an x-ray and looks at it and
says ‘there’s something bad in your chest’, you’d never say ‘it’s ok, it’s only a
photograph and we all know photographs aren’t truthful’. The thing is, there
are situations where photographs can be, let’s say nearly objective, or as close
to objective as we can maybe achieve.
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 61
Bush ziet het pretenderen van volledige objectiviteit wel als een probleem:
It’s very important to not try and pretend that photography should always
be objective. Because that’s kind of setting ourselves up for failure in a way.
I think we need to be more pragmatic and say that in lots of situations,
particularly in terms of press photography, there are all kinds of subjectivities
involved. We need to be aware of them, we need to recognise they exist, but
we also need to recognise that this type of imagery are still valuable despite
those things.
Ook al zijn foto’s niet objectief, ze kunnen ons wel helpen dichter bij de waarheid
te komen. Op de vraag waarom nieuwsmedia dan toch zo vaak zo stellig beweren
objectief te zijn, en elke computerbewerking afdoen als manipulatie van de echte
waarheid, antwoordt Bush als volgt:
Partly I think it’s their business. News organizations are businesses and their
business is based on some degree on trust and the idea that the products they
sell, which are news, are reliable and not tampered with in any way. And
while professionals might understand that there are subtleties and that photo
manipulation does not automatically mean an image is untruthful, I think to
the public at large, that subtlety is less clear and I think to the public at large,
the idea that a news agency might be distributing images that have been
manipulated would be quite worrying.
Technieken
De richtlijn van World Press Photo onderscheidt twee soorten manipulatie: het
toevoegen en verwijderen van elementen uit het beeld enerzijds en het ensceneren
of naspelen van nieuwsgebeurtenissen anderzijds.
Digitale modificatie
Voor portretfoto’s en ‘nieuwsfoto’s’ gelden dezelfde beperkingen met betrekking
tot digitale beeldbewerking. Kleuraanpassingen zijn toegestaan, mits ze geen
‘significant kleurverschil’ opleveren. Het zwart-wit maken van foto’s is echter wel
toegestaan.
Contrast en verzadiging mogen digitaal aangepast worden, zolang dat er niet voor
zorgt dat de achtergrond van het onderwerp wegvalt.
één beeld dat op één moment met een spiegelreflexcamera gemaakt is. Die beelden
mogen echter niet meedoen aan de wedstrijd.
Lewis Bush schreef daar eind 2015 het volgende over op zijn blog Disphotic:
Hoewel Bush onderdeel was van het panel dat de nieuwe World Press Photo-regels
bedacht, blijft de set toegestane technieken voor hem dus nog steeds te beperkt.
Andere modificatie
Het ensceneren of naspelen van nieuwsgebeurtenissen is bij World Press Photo
niet toegestaan. Wanneer het gaat om een portretfoto, mag de fotograaf echter wel
ensceneren en regieaanwijzingen geven. Dat moet wel duidelijk vermeld worden in
het bijschrift. Maar ook dan mag het onderwerp van de foto niks doen wat hij of
zij ‘normaal gesproken niet doet’.
Toon
Het richtlijndocument van World Press Photo is het meest gebruiksvriendelijke
van de onderzochte documenten. De geschreven regels worden geïllustreerd met
video’s en er wordt net zoveel aandacht besteed aan wat wel toegestaan is als
aan wat niet is toegestaan. Een reden daarvoor zou kunnen zijn dat World Press
Photo in de afgelopen decennia een toonaangevende rol is gaan spelen voor de
standaardpraktijken in de persfotografie (Bush, 2015).
In de richtlijn van World Press Photo wordt er alles aan gedaan om zo duidelijk
mogelijk aan te geven wat wel en niet mag. In 2015 werd 20% van de inzendingen
gediskwalificeerd wegens manipulatie, en dat leverde veel ophef op (Time
Magazine, 2015). Toch blijven er regels die niet zwart-wit te formuleren zijn en
waar alleen de jury uitsluitsel over kan geven. In de richtlijn wordt bijvoorbeeld
gesteld dat portretfoto’s die worden ingestuurd, ‘de kijker niet mogen misleiden
door te overdreven te poseren’. Even later staat aangegeven dat ‘de jury bepaalt of
aanpassingen aan de inhoud van een portretfoto tellen als manipulatie’.
De Correspondent (interview)
Subjectiviteit
Net als Lewis Bush vermoedt Sterre Sprengers dat het businessmodel van
nieuwsmedia een reden is voor de vaak extreem scherpe afbakening van
manipulatie in fotorichtlijnen:
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 63
Vroeger was de waarde van persfotografie dat het waarheid was. En dat
is het product dat ze verkopen. En nu voelen ze dat dat aan het wankelen
is, dus gaan ze alleen maar strenger en strenger eraan vasthouden. […]
[Mediaorganisaties die pretenderen ‘neutrale’ beelden te maken] gaan echt
niet zo goed mee met de tijd, kijken niet wat er in de journalistiek verder
gebeurt, maar ze willen heel graag uitdragen dat de foto’s die zij aanbieden,
die hun fotografen maken, dat dat waarheid is, dat dat werkelijkheid is. Dat is
een soort kwaliteitskeurmerk van het product dat ze maken. Dus daarom zijn
ze volgens mij zo streng om daaraan vast te houden.
Sprengers ziet een persoonlijk gekleurde werkwijze niet alleen als iets
onvermijdelijks, ze ziet er een meerwaarde in:
[Ik denk] dat er in de journalistiek iets heel interessants aan het gebeuren
is. En dat geldt niet alleen voor de fotografie maar ook voor de schrijvende
vorm en ook voor de podcasts. Dat ze steeds meer opiniërend worden, wat
je ook bij De Correspondent ziet. Het gaat veel meer over de auteur. Wie
vertelt jou iets? Wat is zijn expertise? Waar doet hij onderzoek naar? Dus dat
hij echt jou meeneemt in zijn onderzoek en dat ‘ie ook om input vraagt.
Dat het veel meer een menselijk proces is waarin de journalist vertelt over
hoe hij of zij tot journalistieke verhalen komt. Ik denk dat je dat nu ook in
de fotografie ziet. En dat dat juist heel interessant is voor de fotojournalistiek,
dat de fotojournalist ook een auteur wordt in een verhaal. Dus dat hij niet
meer een soort anonieme verslaggever de werkelijkheid registreert zoals die
is. Hij verslaat niet meer die waarheid, maar hij of zij is ook iemand die op
een bepaalde plek is, die dingen ziet gebeuren, die dan een keuze maakt
om wel of niet de foto te maken. En dat doet hij natuurlijk altijd al, maar ik
denk dat bewustzijn er iets meer is en dat we ook iets meer ruimte kunnen
nemen in die fotografie om dat steeds meer te doen. Dat je laat zien dat die
fotograaf een bepaald perspectief heeft op het verhaal. En dat laat hij zien
door foto’s.
Sterre Sprengers is het ook met Lewis Bush eens dat het erkennen en omarmen
van subjectiviteit in de journalistiek niet betekent dat een genre dat streeft naar
objectiviteit niet meer nodig is:
Zoiets als de foto van de inauguratie van de Donald Trump, dat is gewoon
een registratie van een moment, precies hetzelfde tijdstip. En die fotografie
hebben we ook nodig. Waarin het gewoon heel duidelijk is van ‘hierin wordt
niet gemanipuleerd’.
64 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Dus, je moet niet, niet alles, niet iedereen mag alles maar manipuleren en
naar zijn eigen werkelijkheid zetten. Dat is denk ik zwaar problematisch. We
hebben foto’s nodig die we geloven en foto’s die veel meer verhalend zijn, en
veel subjectievere interpretaties mogen zijn.
Het speelt nu heel erg met alternative facts, en dat Donald Trump gewoon
de hele tijd leugens aan het verkondigen is zonder dat we dat nog leugens
willen noemen. Nu ineens, zijn we er heel ver van bewust dat er verschillende
groepen mensen zijn die allemaal naar dezelfde werkelijkheid kijken en
allemaal een andere waarheid zien.
Waar de ene ziet dat ‘ie heel blij is dat hij migranten heeft werken op zijn
boerderij ziet een ander een bedreiging van zijn arbeid, of van zijn werkplek.
Dus letterlijk dezelfde dingen die er gebeuren worden door verschillende
mensen verschillend gezien. En ik denk dat we nu op een punt zijn gekomen
(…) dat we ons dat realiseren. En dat geldt voor de fotografie, en dat geldt
voor alles. Dat we bedenken van ‘wat is dan nog waarheid?’ en ‘hoe meet je
dat dan nog?’, en is dat nog belangrijk? En daar zitten we nu middenin.
Technieken
Sprengers maakt de vergelijking tussen fotografie en tekst als journalistieke
uitingsvorm. Ze vindt dat er, net als in de schrijvende journalistiek, verschillende
genres kunnen zijn die elk eigen regels hebben. Waar bepaalde foto’s als ‘droge’
verslaggeving moeten dienen, mag bij andere, meer ‘opiniërende’ of verhalende
fotoreportages meer sturing van het beeld gebeuren.
Transparantie ziet Sprengers als een belangrijker streven dan objectiviteit. Als de
journalist — fotograaf of schrijver — duidelijk is over hoe hij of zij tot een bepaald
beeld of verhaal is gekomen, is eigenlijk elke techniek geoorloofd. Zo wordt op
De Correspondent met composietbeelden gewerkt, maar ook met geënsceneerde
beelden en zelfs bewust misleidende fotografieprojecten zoals de fotoserie The
Wildness van Alvaro Keding bij het artikel ‘Waar is wat klikt’ van Rob Wijnberg uit
2017.
Volgens Sprengers hebben we dus ‘foto’s nodig die we geloven’ en waar ‘niet aan
gemanipuleerd mag worden’. In het interview van 20 minuten is echter niet aan
bod gekomen welke specifieke beeldbewerkingen zij als redacteur zou toestaan in
zo’n ‘foto die we geloven’. Afgaande op haar uitspraken over transparantie, is er
geen vaste lijst met technieken die wel of niet toegestaan zijn, maar moet duidelijk
worden gemaakt wat het doel is van verschillende soorten beeldgebruik.
Toon
Hoewel De Correspondent zelf geen richtlijn heeft voor beeldbewerking, maakte
Sprengers in het interview wel opmerkingen die context bieden bij de toon van de
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 65
Volkskrant (interview)
Subjectiviteit
De Volkskrant werkt niet met een formele richtlijn voor fotobewerking. Volgens
beeldredacteur Theo Audenaerd is de groep fotografen (allen freelance) met wie de
krant samenwerkt zo klein, dat men iedereen persoonlijk kent en de normen die er
gelden voor iedereen duidelijk zijn.
De krant gebruikt de foto’s zoals de fotograaf ze opstuurt. Wat die fotograaf er zelf
mee doet, daar bemoeit de krant zich niet mee. Er is een vertrouwensband met
ieder persoonlijk, en de regels voor beeldbewerking zijn informeel: “Het is gewoon
zo, alle fotografen die bij ons werken weten: je blijft van de nieuwsfoto’s af, je gaat
daar niks aan veranderen.”
Audenaerd bedoelt met afblijven dat er geen elementen uit de foto mogen worden
geknipt, of er juist ingeplakt. Het aanpassen van de belichting is een ander verhaal:
Dat is, zeg maar, de handtekening van de fotograaf. Daar […] doe ik niet zo
moeilijk over. Zoals een schrijver van een stuk, de één gebruikt ongelooflijk
veel metaforen of bijvoeglijke naamwoorden of gezwollen taal. Dat is
iemands stijl, waar je iemand aan herkent. Dat is in de fotografie gelukkig
ook zo, dat je fotografen herkent aan de stijl waarin ze beeld maken.
De fotograaf mag dus zijn ‘handtekening’ in het beeld verwerken, als er maar niets
aan de foto ‘veranderd’ wordt.
Ook foto’s met een lange belichtingstijd mogen volgens Audenaerd wel:
Ja natuurlijk, dat mag, dat is iets heel anders. Dat is geen verandering van
wat er gebeurde, dat is een manier van vastleggen. Zoals je het ook prima
kunt vinden als mensen het nog leuk vinden om een nieuwsfoto in zwart-wit
te maken. Terwijl dat een enorme ingreep in de werkelijkheid is. Maar dat
mag.
Audenaerd ziet het RAW-bestand van een foto als bewijs dat een foto ‘echt’ is:
[Het] negatief, dat was het ultieme bewijs van de fotograaf dat hij op zijn
foto datgene liet zien wat op zijn negatief stond. En aan negatieven kon je
niet kloten.
Op de vraag of het knippen en plakken van elementen in een foto ‘verboden’ is,
antwoordt Audenaerd als volgt: “Maar dat is nergens voor nodig! Ik zou dat niet
eens uit den boze vinden maar het is nergens voor nodig, want de fotografie is zo
ongelofelijk geperfectioneerd.” De uitspraak dat het nabewerken van foto’s ‘niet
meer nodig’ is omdat er tegenwoordig zulke goede camera’s bestaan - die ook in
de richtlijn van Reuters terugkwam - impliceert dat het wenselijker is als een beeld
zonder bepaalde nabewerkingen kan worden gemaakt.
Technieken
Voor Audenaerd en de fotografen met wie hij samenwerkt is het volstrekt duidelijk
welke bewerkingen wel en niet toegelaten zijn bij het maken van nieuwsfoto’s. Op
de vraag of de Volkskrant-redactie een richtlijn voor beeldbewerking hanteerde,
antwoordde Audenaerd zelfs positief: “Ja, die staan niet op papier denk ik, maar op
de fotoredactie hanteren we die.”
Digitale modificaties
Audenaerd benadrukt dat niet voor alle foto’s dezelfde regels gelden. Voor de
nieuwskrant gelden veel strengere regels dan voor de bijlages van de krant. Nog
voor ik ernaar kon vragen gaf Audenaerd aan dat er ‘niets gedaan werd’ aan
nieuwsfoto’s, zelfs geen technische correcties. Vervolgens werden er toch een aantal
technische bewerkingen opgesomd:
Daar wordt de resolutie aanpast, het wordt omgezet in CMYK en dat soort
dingen. En dan komen ze terug onder onze ogen, dan komen ze bij onze
afdeling beeldbewerking. En die kijkt dan of er niet ongelofelijk uit de bocht
gevlogen wordt. Dat gebeurt soms, dat bijvoorbeeld al het contrast door de
automaat uit het beeld wordt weggenomen. Het gebeurt vooral bij zwart-
witfoto’s. Er zijn fotografen zoals Stefan Vanfleteren, die met heel zwaar
contrast werken. Diepe zwarten, die hier en daar dichtlopen, en mógen
dichtlopen. En dan gebeurt het dat die automatische piloot, dat die dat zwart
weer opentrekt omdat ie denkt van ‘hé dat moet niet zo zwart’. Maar het kan
juist de bedoeling zijn van zo’n fotograaf en van ons, omdat dat mooier is.
Uit de antwoorden op de vraag welke bewerkingen dan wel en niet zijn toegestaan
voor een nieuwsfoto, blijkt dat de meeste indexintegere bewerkingen zijn
toegestaan, en de niet-indexintegere niet.
Ik heb daar geen problemen mee. Anderen zullen dat niet gauw doen, maar
ik heb daar geen problemen mee want dat gebeurde in de donkere kamer
ook. Kijk naar de foto’s van Ed van der Elsken, die zwart-witfoto’s. Die heeft
enorme gedeelten informatie weggedrukt en in zwart veranderd, en niemand
is daar over gevallen. Ik vond het lelijk, en vaak overdreven. Dat is, zeg maar,
de handtekening van de fotograaf.
Als reden waarom die bewerkingen toegestaan zijn, geeft Audenaerd dus ‘dat het
in de donkere kamer ook gebeurde’. Ook maakt hij, net als Sterre Sprengers, de
vergelijking met schrijvende journalisten. Audenaerd ziet de nabewerking als deel
van de ‘handtekening’ van de fotograaf.
Andere modificaties
Theo Audenaerd wijdde tijdens het interview voornamelijk uit over het beleid ten
aanzien van nabewerking van foto’s. Enscenering of manipulatie op andere wijze
kwam daardoor niet ter sprake in het interview.
68 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Toon
De Volkskrant werkt niet met een richtlijn, maar er vallen wel enkele zaken op
aan de toon van het interview. Op vragen over welke bewerkingstechnieken wel
en niet toegestaan zijn, geeft Audenaerd antwoorden waaruit blijkt dat hij het
vanzelfsprekend vindt. Na de vraag waarom nieuwsfoto’s niet onscherp mogen
worden gemaakt begint Audenaerd zijn antwoord met “dat is vrij logisch”, en op
de vraag of foto’s met een lange belichtingstijd in de nieuwskrant mogen, is het
antwoord “ja natuurlijk”. Die antwoorden wijzen erop dat de informele regels rond
beeldbewerking voor Audenaerd heel duidelijk, en zelfs vanzelfsprekend zijn.
Bij de Volkskrant wordt gewerkt met een vast team van fotografen, die een
vertrouwensband met de redactie hebben. Een deel van hen heeft er vroeger als
vaste fotograaf in dienst gewerkt, en Audenaerd kent iedereen van hen persoonlijk.
De foto’s die niet van de ‘eigen’ fotografen komen, koopt de Volkskrant aan van
persbureaus. Ook daarmee bestaat een vertrouwensband:
En [hen] is er ook heel veel aan gelegen. Zoals Reuters, of AP, die leven
van de mate waarin ze vertrouwd worden. Op het moment dat daar dingen
gebeuren die ons zouden doen twijfelen aan de betrouwbaarheid van de
beelden die zij aanleveren, dan hebben ze een probleem. Dat gaat de wereld
rond en die zullen alles in het werk stellen om als er al een rotte appel tussen
zit, tussen hun fotografenbestand, om die te elimineren.
Die opmerking wijst erop dat ook de richtlijnen voor beeldbewerking bij
persbureaus een belangrijke rol spelen in het elimineren van fotografen die zich
niet aan de geaccepteerde werkwijzen houden.
NOS (interview)
Subjectiviteit
Bij de NOS gebruikt men ook geen richtlijn voor beeldgebruik. Volgens
beeldredacteur Annemieke van Put is dat omdat het wel en niet van
beeldbewerking een kwestie is van gezond verstand.
Het is denk ik toch ook wel een kwestie van logisch nadenken. Je werkt
voor een nieuwsorganisatie dus je wil de werkelijkheid zo goed mogelijk
neerzetten. Als je dan gaat sleutelen aan foto’s […] dan krijg je de indruk dat
het niet werkelijk is.
Toch sleutelt Van Put af en toe aan foto’s, maar alleen aan foto’s van de eigen
journalisten van de NOS, niet aan die van persbureaus. Ze maakt daarbij een
onderscheid tussen ‘manipulatie’ en een ‘technisch steuntje geven’ en benadrukt
dat ze ‘niks aan de werkelijkheid verandert’. Wat er precies bepaalt of een
bewerking aan een foto de werkelijkheid verandert, is niet volledig duidelijk. Van
Put gaat bij deze afweging op haar eigen gevoel af:
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 69
SA: Die werkelijkheid is sowieso ook in Syrië en daar kun je sowieso ook niks
aan veranderen vanuit hier, maar je verandert wel hoe wij het zien.
SA: Ja, maar… van de grens tussen positief en negatief weet ik niet precies
waar die ligt.
AvP: Laat ik vooropstellen — ja je hebt gelijk hoor wat je zegt, dat is ook een
interessante discussie eigenlijk — dat ik altijd probeer om het op de zo juist
mogelijke manier te laten zien, en als dat betekent dat ik met een beetje
brightness en contrast beter kan laten zien wat er gebeurt omdat er dan
bepaalde acties vrijkomen in een foto die je anders niet zou zien omdat die
te donker is. Maar ik denk eigenlijk ook eerlijk gezegd dat dat een discussie
is die we hier nog nooit intern hebben gevoerd. Dit is echt puur op mijn
eigen gevoel. En volgens mij vertrouwt iedereen er ook op dat ik dat op zo’n
manier behandel. Maar misschien is het goed om dat een keer ter sprake te
brengen.
Van Put houdt zich onder andere bezig met het verifiëren van user generated
content. Dat zijn vaak beelden die digitaal gemanipuleerd zijn. Samen met het
UGC Verification Network, een Europees samenwerkingsverband van journalisten,
probeert ze erachter te komen welke beelden echt, en welke nep zijn.
Voor haar is het dan ook logisch dat nieuwsorganisaties er alles aan doen om de
‘echte waarheid’ naar boven te krijgen:
Uiteindelijk hebben wij er natuurlijk geen enkele baat bij om een foto te
manipuleren, want we zijn een nieuwsorganisatie dus dat wil je niet. Dus als
we het gevoel hebben dat we dat doen, dan zullen we er ook alles aan doen
om te zorgen dat die foto weer tot zijn recht komt.
Maar ook bij de NOS spelen er andere motieven dan het brengen van nieuws.
Een foto moet de aandacht trekken, en het liefst ook mooi zijn. En een foto moet
clicks genereren. NOS moet namelijk, zoals Van Put in het interview aangaf zoveel
mogelijk uniek beeld publiceren om de concurrentie met RTL Nieuws aan te
70 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
gaan. Om foto’s een plek te geven die niet ‘nieuwswaardig’ genoeg geacht worden,
gebruikt van Put de rubriek ‘Nieuws in Beeld’. Daarin verschijnen soms ook foto’s
waar geen nieuwsartikel voor wordt gemaakt, zoals van een ontworming van
jonge leeuwtjes in een dierentuin. “Het is gewoon gebleken dat dierennieuws het
ontzettend goed doet, of het nou foto of video is. Dat is gewoon een feit, mensen
kijken graag naar dierennieuws”, aldus Van Put daarover.
Als voorbeeld van iets dat in de buurt is gekomen van misleiding, noemt Van Put
de situatie waarbij NOS een ANP-foto van een dokter en een patiënt in een andere
context gebruikte dan dat die was bedoeld. Die dokter zou het ANP vervolgens
gecontacteerd hebben met de boodschap dat zijn foto niet in die context gebruikt
mocht worden, en het ANP zou daarop de foto hebben teruggetrokken.
Annemieke van Put vindt niet dat een foto recht uit de camera méér ‘waar’ is dan
een foto die is nabewerkt:
Ik geloof gewoon in het verhaal vertellen. En als dat betekent dat je op een
bepaald moment een foto wel kan maken maar dat je lichtomstandigheden
niet perfect zijn. Ik geloof er wel in dat als je dat een beetje bijtrekt, dat je
soms meer het verhaal kan vertellen.
Technieken
Digitale modificaties
Hoewel de NOS geen richtlijn heeft met toegestane en niet-toegestane
bewerkingstechnieken, is wel een beeld naar boven gekomen van welke
bewerkingstechnieken volgens Annemieke van Put geoorloofd zijn. Van Put
benadrukte in het interview dat ze ‘niks aan de werkelijkheid verandert’, en somde
vervolgens een aantal bewerkingstechnieken op die ze wél uitvoert. Dat gaat om
de groep die in andere richtlijnen wel de ‘geaccepteerde standaardbewerkingen’
worden genoemd: onder andere lichter en donkerder maken, contrast aanpassen,
de kleurbalans aanpassen. Opmerkelijk is wel dat Van Put alleen ‘sleutelt’ aan de
beelden van de eigen redacteuren, en niet aan foto’s die zijn aangeleverd door een
persbureau.
Van Put is het niet eens met het verbod op RAW-bestanden door persbureau
Reuters, maar ze spreekt wel over ‘zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven’ als
het gaat om dat verbod.
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 71
Ik snap wel dat Reuters zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid wil blijven. Ja
daar staan ze ook om bekend, daarom zijn ze natuurlijk ook gewoon heel
betrouwbaar en weet je gewoon wat je krijgt. Ja, ik begrijp Reuters wel, maar
ik denk er zelf wel iets anders over. Ik vind het niet verkeerd om RAW te
schieten om het een beetje te corrigeren.
Ze spreekt ook de vrees uit dat door het RAW-verbod van Reuters nu veel
journalistieke beelden die niet in optimale omstandigheden zijn gemaakt, niet meer
gepubliceerd zullen worden:
Ik denk dat een fotograaf, eerlijk gezegd, als hij zijn foto’s niet mag bewerken
en hij is te donker, dat hij hem dan nooit zou aanbieden. En ik denk dat
daardoor dan bepaalde beelden niet eens vrijkomen, terwijl ze wel heel
waardevol kunnen zijn. Dus, ja, ik vind dat wel jammer.
Andere modificaties
Het voorbeeld dat Annemieke van Put noemt van de dokter die het ANP
contacteerde over een foto van hem die in de verkeerde context was geplaatst, laat
zien dat men zich bij de NOS bewust is van andere vormen van manipulatie dan
digitale bewerking.
Annemieke van Put noemde echter geen (vuist)regels die gehanteerd werden om
sturing van de beeldvorming in de echte wereld te beperken. In het gesprek zijn
termen als ensceneren en regisseren ook niet aan bod gekomen. Het is dus niet
duidelijk geworden hoe de NOS hiermee omgaat.
Toon
De NOS heeft geen richtlijn, en het was daarom niet mogelijk om de toon van
een document te analyseren. Wat wel opviel was dat Annemieke van Put in het
interview, net als Theo Audenaerd, met zeer veel vanzelfsprekendheid over de
afwegingen rond beeldbewerking sprak. Zo gebruikte ze in het gesprek van iets
meer dan een uur ongeveer 5 keer de uitdrukking ‘de plank misslaan’, als ze doelde
op ‘een grove fout maken bij het kiezen of maken van beeld’.
Dat Van Put niet specifiek uitlegde wat er fout ging, maar simpelweg aangaf ‘dat je
de plank dan wel misslaat’, wijst erop dat ze gevoelsmatig een sterk idee heeft van
hoe het beeldbeleid gevoerd moet worden.
72 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
5.2 Resultatenoverzicht
Subjectiviteit
Legenda
Expliciet aanwezig
Impliciet aanwezig
Niet aanwezig
5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET 73
Figuur 10: Vooral bij Associated Press en Reuters, maar ook bij ANP, World Press Photo, De Volkskrant en de NOS
leven intern inconsistente denkbeelden over de subjectiviteit van de nieuwsfoto.
74 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Technieken
De richtlijn van Reuters is daarop een uitzondering: zij leggen ook aan
verschillende indexintegere bewerkingen voorwaarden op. Bovendien heeft Reuters
als enige van de onderzochte organisaties een zeer strenge regel die eigenlijk alle
digitale bewerkingen belemmert: er mag geen gebruik gemaakt worden van RAW-
bestanden.
Legenda
Expliciet toegestaan
Expliciet verboden
Figuur 12: Indexintegere modificaties worden over het algemeen toegestaan bij nieuwsorganisaties, niet-
indexintegere modificaties slechts in uitzonderlijke gevallen.
76 5. GEDETAILLEERDE ANALYSE DE FOTO’S LIEGEN NIET
Toon
Legenda
Aanwezig
Niet aanwezig
Figuur 13: De toon van de richtlijn van ANP verschilt opvallend van de andere vier onderzochte documenten.
78 4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Hoofdstuk 6 | Conclusie
5. CONCLUSIE DE FOTO’S LIEGEN NIET 79
Functie 1. Kwaliteitsbewaking
Ook de richtlijn van Reuters lijkt niet in de eerste plaats gericht op het
ondersteunen van de fotograaf. De richtlijn gaat zeer ver in het beperken van
de digitale toolkit van fotografen. Veel bewerkingen mogen enkel uitgevoerd
worden door redacteuren op de hoofdkantoren. Een extra regel die in 2015
werd ingevoerd, verbiedt zelfs het gebruik van het RAW-formaat door
Reuters-fotografen. Fotografen moeten hun camera’s verplicht instellen op
het gecomprimeerde jpg-formaat. Dat zorgt ervoor dat de camera minder
gedetailleerde informatie opslaat. Een onderbelichte foto kan dan bijvoorbeeld niet
meer worden hersteld op de computer. Dit bemoelijkt het werk van fotografen en
heeft bovendien een negatief effect op de kwaliteit van de foto’s van Reuters.
Sterre Sprengers van De Correspondent en Lewis Bush, die meewerkte aan het
opstellen van de World Press Photo-richtlijn, legden in de interviews allebei de link
tussen het publiceren van richtlijnen en het verdienmodel van mediaorganisaties.
Dat verdienmodel staat onder druk omdat iedereen vandaag de dag snel en
goedkoop foto’s kan maken en verspreiden. Door te benadrukken dat hun foto’s
de ‘echte waarheid’ zijn, proberen persbureaus zich volgens Bush en Sprengers te
onderscheiden van amateurfotografen.
Niet alle richtlijnen zijn echter even uitvoerig in het uitleggen en verantwoorden
van de keuzes die worden gemaakt bij het maken van journalistieke foto’s. World
Press Photo, Reuters en ANP geven meer toelichting dan Associated Press en
NPPA.
Bovendien zijn de richtlijnen van de drie persbureaus niet altijd eerlijk over de
manier waarop persfoto’s tot stand komen. In de richtlijnen van AP en Reuters
werden verschillende tegenstrijdigheden aangetroffen bij de uitspraken over
het productieproces. AP beweert in de richtlijnen eerst dat ze de inhoud van
foto’s op geen enkele manier aanpassen. Vervolgens wordt duidelijk dat er wel
degelijk aan de inhoud gesleuteld wordt, als dat maar binnen de geaccepteerde
standaardtechnieken gebeurt. Reuters beweert eerst stellig dat haar foto’s neutraal
zijn, maar wie verder leest komt even verderop het advies aan fotografen tegen
om er slechts naar te streven om zo veel mogelijk vrij te zijn van vooroordelen.
Nog verderop doet reuters zelfs een beroep op het persoonlijke oordeel van een
fotograaf om te doorprikken of publieke demonstraties ‘echt’ zijn of bedoeld zijn
om de fotograaf te beïnvloeden.
Uit de analyse blijkt dat de mediaorganisatie die het meest pretendeert objectief
en neutraal te zijn (Associated Press), ook de minste toelichting geeft bij de keuzes
om bepaalde technieken wel toe te staan en andere niet. Dat kan verklaard worden
door het feit dat het moeilijk om je beeldkeuzes toe te lichten als je beweert
objectief te zijn, en dus geen invloed uitoefent op het beeld.
“We are fully satisfied that it was unfortunate human error that led to the
inadvertent publication of two rogue photographs. There was absolutely no
intention on Reuters part to mislead the public”, klonk het in het statement.
Het was niet de fout van Reuters, maar van de fotograaf de twee ‘rogue photo’s’
maakte.
Ook World Press Photo maakt een dergelijke ontwikkeling door. Als reactie op de
steeds uitgebreidere technologische mogelijkheden, heeft de organisatie een nieuwe
wedstrijdcategorie in het leven geroepen voor ‘visual storytelling enabled by digital
technologies’.
De grenzen van de fotojournalistiek zijn dus aan het verschuiven. Waar het vroeger
volstond - en afgaand op de richtlijnen van Associated Press en Reuters nog steeds
volstaat - om de waarheidsgetrouwheid van de eigen beelden te benadrukken, en
het proces dat eraan vooraf gaat verborgen te houden, kiezen verschillende media
voor een minder beperkte en traditionele visie op fotojournalistiek. In plaats van
het claimen van objectiviteit wordt meer aandacht besteed aan transparantie.
5. CONCLUSIE DE FOTO’S LIEGEN NIET 83
84 4. METHODEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Hoofdstuk 7 | Discussie
7. DISCUSSIE DE FOTO’S LIEGEN NIET 85
Dat staat transparantie over de keuzes áchter de foto in de weg. Want als de media-
organisatie objectief is, hoe wordt dan nog gekozen wanneer er foto’s gemaakt
worden, hoe iets in beeld gebracht wordt, en welke foto de krant haalt? Door foto’s
in de richtlijnen als ‘altijd waar’ en objectief te beschrijven, hebben media daarover
minder verantwoording af te leggen.
De mythe dat het nieuws, en zeker nieuwsfoto’s, objectief zijn, staat een
kritische benadering van beeldvorming door media in de weg. Richtlijnen voor
beeldbewerking in de fotojournalistiek versterken deze mythe. Op die manier
functioneert de richtlijn niet goed als Media Accountability System, maar werkt ze
verantwoording over gemaakte keuzes juist tegen.
Mediaorganisaties kiezen wat ze wel en niet publiceren, maar verbergen zich nog
steeds achter de rol van objectieve boodschapper.
Redacties die geen standpunt innemen bij het maken van nieuws, en niet
expliciet aandacht hebben voor de verdrukten, dreigen af te stevenen op een
nieuwsvoorziening die de status quo bevestigt en beïnvloed wordt door de macht,
zowel vanuit het bedrijfsleven als de politiek. Die beïnvloeding kan zelfs komen
vanuit de organisatie zelf, waarvan de aandeelhouders vooral waarde hechten
aan het belang van de adverteerders: clicks en likes voor nuance en inhoudelijke
diepgang. Journalistiek dreigt zo ten prooi te vallen aan de wetten van vraag en
aanbod, en haar maatschappelijke functie uit het oog te verliezen.
Toch is er hoop
De Correspondent en World Press Photo laten zien dat innovatie in de
fotojournalistiek mogelijk is, en dat het verliezen van het monopolie op de
ooggetuigenrol niet hoeft te betekenen dat professionele persfotografen geen
functie meer hebben in de maatschappij.
Zij laten zien dat het mogelijk is om de fotograaf te zien als auteur, en niet als
neutrale bediener van het fototoestel. Die nieuwe aanpak is uitdagend voor de
traditionele spelers in het journalistieke landschap, omdat ze vraagt om meer
verantwoording. Als objectiviteit niet meer volstaat als uitleg van de journalistieke
werkwijze, is er meer transparantie nodig over de keuzes die gemaakt worden
achter de schermen. Dat vergt reflectie over de journalistieke taakopvatting.
Het analyseren van de inhoud van richtlijnen en het interviewen van de opstellers
geeft geen compleet beeld van de functies van beeldbewerkingsrichtlijnen
bij mediaorganisaties. Interviews staan erom bekend dat ze niet altijd een
waarheidsgetrouw beeld geven. Sociaal wenselijke antwoorden kunnen zorgen
voor een discrepantie tussen de reële denkbeelden en werkwijzen van de
beeldredacteuren en de antwoorden op de vragen in het interview.
Een etnografische studie naar het gebruik van de richtlijnen kan aanvullende
inzichten opleveren over de rol die de richtlijnen in praktijk vervullen, en hoe er in
praktijk met beeldbewerking wordt omgegaan. Maar ook wanneer de richtlijnen in
praktijk heel anders of zelfs niet zouden worden gebruikt, geven ze een beeld van
de geaccepteerde standaarden in het vakgebied.
88 BIJLAGEN DE FOTO’S LIEGEN NIET
Bijlagen
BIJLAGEN DE FOTO’S LIEGEN NIET 89