Professional Documents
Culture Documents
Lesvoorbereiding Like Me
Lesvoorbereiding Like Me
Lesvoorbereiding Like Me
Leerinhoud:
Vaardigheden:
Persoonlijkheidskenmerken van zichzelf opsommen.
Meebouwen aan een plaats waar iedereen zichzelf mag zijn: elkaar niet uitlachen, naar elkaar
luisteren, geen oordeel uitspreken over wat anderen doen-vertellen-denken.
Persoonlijkheidskenmerken illustreren door ze te verbeelden, verklanken, of te verwoorden.
Inzicht tonen in het eigen muzische talent: kiezen voor een muzisch voorkeursdomein.
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Lesdoelen:
1. Persoonlijkheidskenmerken van zichzelf opsommen. (IKid2)
2. Meebouwen aan een plaats waar iedereen zichzelf mag zijn. (IKid3)
3. Persoonlijkheidskenmerken illustreren door ze te verbeelden, verklanken, of te verwoorden.
(MUgr2)
4. Inzicht tonen in het eigen muzische talent: kiezen voor een muzisch voorkeursdomein. (MUgr3)
Materiaal / locatiewijziging:
Beeld: Tijdschriften, scharen, lijm, wit papier
Muziek: Playlist
Woord: papier
Dierenprenten, ukelele, muziek
Lesopbouw
Oriëntatie:
Ik schreef een liedje over mezelf gebaseerd op de theme song van Like me!. Ik zing dit liedje en
begeleid mezelf op mijn ukelele.
2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Organisatie:
De doel van deze opdrachten is dat de leerlingen:
a) Gaan nadenken over wie ze zijn.
b) Zich veilig voelen. (veilig klimaat creëren)
c) De opdrachten binnen de verschillende muzische domeinen verkennen.
Opdrachten:
1) Beeld: de leerlingen kiezen uit verschillende prenten een dier waarvan ze vinden dat dit bij
hen past. Ze verwoorden ook waarom. (Kenmerken van het dier koppelen aan eigen
denken.)
Doel: beeldend denken stimuleren.
2) Drama: de leerlingen beelden één van de gekozen eigenschappen uit. (bv. lui op de grond
gaan liggen)
3) Muziek: ik zet een instrumentaal liedje op. De leerlingen benoemen deze eigenschappen op
het ritme van de muziek. Dit doen we elk om beurt in een kring.
4) Dans: de leerlingen doen een beweging die past bij de gekozen eigenschap.
5) Woord: op de achterkant van iedere dierenkaart staat een letterwoord. De leerlingen vullen
dit aan met persoonlijkheidskenmerken/ woorden die iets over hen vertellen. (bv. AAP:
actief, avontuurlijk, paardrijden)
Opmerking: ik vermoed dat dit een moeilijke opdracht is, daarom doen we deze opnieuw in
de kring en mogen de leerlingen die ideetjes hebben een stap naar voren zetten en deze
delen. Het is dus geen ‘moetje’, maar geeft sommige leerlingen wel de kans om ook hun
talenten in de verf te zetten.
Organisatie:
De leerlingen mogen nu voor een muzisch domein kiezen waarin ze goed zijn, of dat ze graag doen.
Ze maken in kader van dit muzisch domein een korte voorstelling van zichzelf. Hoe
uitgebreid dit is zal van leerling tot leerling afhangen.
De leerlingen werken per domein in een hoek waar het nodige materiaal voorzien is.
Mogelijkheden:
1) Beeld: een collage maken met prenten uit tijdschriften die iets meer over jou vertellen.
2) Muziek: een liedje kiezen uit een playlist en hierbij eigenschappen van zichzelf op het ritme
zeggen.
Voor de gevorderden: een stukje liedtekst schrijven.
3) Dans: bewegingen verzinnen die bij jouw verschillende persoonlijkheidskenmerken passen.
Voor de gevorderden: een samenhangend geheel maken + eventueel op muziek.
4) Drama: uitbeelden van persoonlijkheidskenmerken.
Voor de gevorderden: er een samenhangend geheel van maken/ er een verhaallijn in
stoppen.
5) Woord: een letterwoord vanuit persoonlijkheidskenmerken maken (zelf verzonnen woord /
eigen naam).
3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
De leerlingen die klaar zijn mogen eventueel aansluiten bij andere domeinen.
Organisatie:
We gaan in de kring zitten en iedere leerling stelt zich voor. We maken de afspraak dat we naar
elkaar luisteren, tussendoor niet praten, elkaar niet uitlachen en geen kwetsende opmerkingen
geven. Wanneer de leerlingen iets willen vragen of vertellen steken ze hun vinger in de lucht.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.