HInT December 2010 Website

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 44

- Historisch Institutioneel Tijdschrift -

Nummer 6- 2010
| HInT

HInT Leiding - 2010... Colofon


Jaargang 27, Nummer 6,
Dit is alweer het laatste HInT van 2010. 2010 was een bewogen
jaar, een mooi jaar, een goed jaar. Het jaar wellicht waar we twee Het Historisch Institutioneel
keer een WK voetbal aan onze neus voorbij zagen gaan. Maar ook Tijdschrift (HInT) is het
het jaar waarin de GSV zowel Moskou als Dublin aandeed! periodiek van GSV Excalibur.
2010 was al met al een prachtig GSV jaar.
Redactiadres
Erasmusplein 1
De maand december maakt mij toch altijd een klein beetje wee-
kamer 1.60a/9.14
moedig, weemoedig naar alle kansen die we hebben gemist, kan-
6525 HT Nijmegen
sen die we hebben overgeslagen of kansen die we juist over had-
hintredactie@gmail.com
den moeten slaan. December- en daarmee het eind van het jaar- is
Oplage: 325
tevens de tijd dat we gezellig bij elkaar gaan zitten, het jaar nog
ISSN: 0923-9375
eens doornemen en alle problemen nog even voor de kerst oplos-
© GSV Excalibur 2010
sen, even de banden ophelderen en opfleuren. Zodat 2011 een
mooier jaar kan worden, vol gezelligheid, studiepunten en gewel- Redactie:
dige momenten. Kim van den Berg, , Martin-
nuunk, Myrna van Deur-
Laten we zo aan het eind van het jaar nog even van elkaar genie- sen,Wouter Egelmeers. Iris
ten, laten we het jaar mooi afsluiten en dicht bij de open haard de Gebben, Karin Geerts, Jesper
warmte opzoeken. Laten we bezinnen en dankbaar zijn voor wat Geubels,Anouk Keune, Aniek de
2010 ons heeft gebracht. Kort, Aukje Las, Remy Maes-
sen, Susan Manders, Tim Ris-
wick, Mats Sotthewes,
We moeten in 2011 misschien wel wat harder schreeuwen, har-
Sofie van Ooijen, Thomas Vries,
der schreeuwen om ons land te behouden zoals we ervan houden.
Sjir Worms
Harder schreeuwen om het hoger onderwijs te behouden en zijn
kwaliteit te waarborgen. Ons harder moeten maken voor onze
vrijheden, ons meer moeten uitspreken tegen het inperken van
Eindredactie:
die vrijheden, zoals de inperking van de persvrijheid van VOX!
Angelia Beek, Wouter Egel-
meers, Remy Maessen, Thomas
Ik sluit af met een dankwoord gericht aan Bob van Dijk, en Dieu-
Vries, Niels van der Werf, Sjir
wertje ten Brinke wil ik hen na hun vertrek uit de redactie, be-
Worms
danken voor hun inzet de afgelopen jaren!
Hoofdredacteur:
Mijn voorgangers waagden zich aan de bekende liedjes. Daar ik Roy Stoots
van cliches houd, en er nog één mis in het rijtje! Bij deze:
Happy Xmas and a Happy new year, let’s hope it’s a good one Voor- & Achterpagina:
without any fear. Roy Stoots, PR commissie
Geniet van de feestdagen en hintredactie@gmail.com
tot 2011!

|2
December 2010

In dit HInT...

6 10 14
Wellicht de meest bekende De kleine reis bracht ons dit Mats en Kim doken voor jullie
hoogleraar van onze studie. jaar naar het prachtige en in het homo-uitgaansleven en
Een interview van Martin en natte Dublin. Karin en Aukje geven jullie een selectie uit de
Susan met een verrassende geven een korte impressie van vele mogelijkheden die Nijme-
uitkomst! dit mooie weekend! gen te bieden heeft!

22 24 35
Jesper en Remy kruisten de
Tim geeft een korte handlei- Anouk vond het tijd voor ons
degens in een heus sneeuw
ding voor hen die graag willen eigen: oh oh Cherso. Op veler
debat. De optimist tegenover
gaan studeren in het buiten- verzoek de schets van onze
de pessimist. Wie krijgt gelijk?
land. Hoe regel je die dingen? mooie stad: Oh oh Nijmo!
Tim zocht het uit!

Het reilen en zeilen der GSV 4 Masterlijk: Roma Aeternea 24


HInTerview: Peter Rietbergen 6 Studeren in het Buitenland 26
Dublin 10 Hemels Verbond III 29
SInT 12 Democratie 32
De roze Student 14 Oh Oh Nijmo 34
All I Want for Christmas is... 16 Via Via: Bart van de Camp 37
Bataven 17 De teller van Thomas 39
Koning Winter 20 De natie die graag klaagt 42
Foto: Kerstgroet 22

3|
| HInT

Het reilen en zeilen der GSV


In deze rubriek een schets van de gebeurtenissen binnen de GSV.
Welke activiteiten zijn de afgelopen periode georganiseerd en wat ligt de
komende maanden in het verschiet?

Lees het hier en je weet wat er speelt!

GSV Gala Carnavals Borrel

16 december is het weer zo ver, door sommige Met de hoeveelheid Limburgers en Brabanders
ook wel het feestelijke hoogtepunt van het jaar die richting Nijmegen zijn getrokken, is Carnaval
voor de GSV genoemd!16 december vanaf 21:30 een waar begrip geworden in Nijmegen, de GSV
gaan de deuren van Old Cave voor de GSV open. haakt hier graag op in door dit jaar ook weer een
Mis deze kans niet om het jaar in stijl af te sluiten thema borrel te houden die in het teken staat
met al je studiegenoten. Wanneer je nog geen van dit geweldige feest! 3 Maart café Camelot om
kaartje hebt, ze zijn nog steeds voor 8 euro te 22:00 uur, trek een doldwaze outfit aan en neem
koop op de GSV kamer! alvast een voorproefje op Carnaval!

NieuwjaarsBorrel Grote Reis Marokko

Op 5 januari staat de eerste borrel van 2011 Bij het uitkomen van dit nummer is het zover! De
gepland. Deze borrel is bij uitstek de kans om Grote Reis delegatie is bekend! 35 GSVers zullen
iedereen binnen de GSV al het goeds voor 2011 in de meivakantie van 1 t/m 8 mei een reis gaan
te wensen. 5 Januari 2011 vanaf 22:00 uur in maken naar Marrokko. Na onder andere War-
café Camelot!Luid het jaar goed in en zorg dat je schau en Moskou zijn dit jaar Marrakech en Ca-
erbij bent de 5e! sablanca aan de beurt.

Schönes Wochenende

Op 12 en 13 februari is het weer zover! De kans


om een weekendje lang met je studiegenoten
een weekend lang plezier te beleven onder het
genot en het doen van allerlei doldwaze op-
drachten.

Voor meer info check de nieuwsbrief of http://gsv.ruhosting.nl

|4
Door Sofie van Ooijen
December 2010

HInTerview - Peter Rietbergen


De hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan het woord!
Door Martin Buunk en Susan Manders
Iedere geschiedenisstudent in Nijmegen heeft op zijn minst één collegereeks van hem gevolgd.
Peter Rietbergen is een begrip binnen de opleiding. In het interview geeft hij zijn visie op zijn
studententijd, de student van nu, de maatschappelijke rol van de historicus en zijn toekomst-
plannen: ‘Ik zou dolgraag een keer een historische speelfilm mee helpen maken.’

Keuze voor Geschiedenis en Nijmegen


De liefde voor geschiedenis zat er al vroeg in bij Peter Rietbergen. Vanaf de lagere school realiseer-
de hij zich al dat, mocht hij gaan studeren, hij voor geschiedenis zou kiezen. Heeft hij ook bewust
voor Nijmegen gekozen? ‘Nee, ik wilde eigenlijk naar Leiden gaan. Ik ben in Bemmel geboren, heb
daar op de basisschool gezeten, ben in Nijmegen op het Canisiuscollege geweest en ik dacht: ‘nu
wil ik graag weg’. Maar mijn vader zei dat daar niets van in kwam. En dit was niet omdat mijn ou-
ders het gevoel hadden dat in Nijmegen alles beter was, maar het was deel van een katholieke
cultuur. Mijn grootouders hadden daaraan meebetaald, in bescheiden schaal. En dus vond mijn
vader dat, dat dan maar moest’. Achteraf gezien bleek Nijmegen toch een goede keuze. De toen-
malige docenten in Leiden vond Rietbergen niet zo inspirerend als de Nijmeegse. Met name voor
Poelhekke, destijds hoogleraar ‘Geschiedenis van de nieuwere tijd’, heeft hij grote bewondering.
‘Kijk, Leiden heeft sinds zijn stichting gezegd: wij zijn de beste universiteit van Nederland en dat
roepen ze nog heel hard, maar dat is gewoon niet waar.

Oriëntatie op de toekomst
Waar de aankomende historicus al in zijn eerste jaar geconfronteerd wordt met de (on)
mogelijkheden die een studie geschiedenis met zich meebrengt voor de arbeidsmarkt, stond deze
beroeporiëntatie in de studententijd van Rietbergen nog in de kinderschoenen. De hoogleraar
Economische en Sociale Geschiedenis, Winkelman, was in zijn tijd de eerste die de studenten liet
nadenken over ‘het zwarte gat’ na de studie.

Rietbergen vond de arbeidsoriëntatie zinvol. Zijn zoektocht naar een mogelijke loopbaan begon al
tijdens zijn studie met een jaar lang lesgeven aan een brugklas op de Nijmeegse Scholen Gemeen-
schap ( NSG). Deze school gold in die periode als elitair. Hij gaf les aan kinderen van twaalf jaar en
vond ze verwend en lastig. Rietbergen kreeg bij de eerste ouderavond al ruzie met de ouders. ‘Ik
moest bij de directeur komen en die zei dat ik mij niet zo moest uiten tegenover een toch geres-
pecteerde burger uit Nijmegen.’ Hierna weet Rietbergen zeker dat lesgeven op een middelbare
school niet zijn droombaan is en hij neemt zich voor om te proberen les te geven aan de universi-
teit. Nog steeds vindt hij doceren het mooiste en belangrijkste dat hij doet.

7|
| HInT

Selectie in Oxford
Rietbergen heeft moeite met de manier waarop in Nederland met de toelatingsprocedure van de
opleiding Geschiedenis wordt omgegaan. Hij toont zich voorstander van selectie, zoals in Oxford.
‘Ik vind die selectie helemaal niet slecht. Je kunt niet automatisch zeggen: Oxford lijkt mij wel leuk,
dus ik ga daar geschiedenis studeren. En dan gebeurt het ook. Nee, zo gebeurt het helemaal niet.’
In Oxford wordt gekeken naar het cijfergemiddelde. ‘Als je alleen maar zessen heb, dan zeggen ze
in Oxford: “maar meneer, mevrouw, hoe kan dat nou? U wilt hier geschiedenis gaan studeren,
maar uit uw punten blijkt helemaal niet dat u geschiedenis zo’n interessant vak vond dat u er uw
best voor wilde doen.” ’

Voor Rietbergen mag het cijfergemiddelde echter niet het enige selectiecriterium zijn. Hij is ook
voorstander van het schrijven van een motivatiebrief en een gesprek daarover. ‘Schrijft u nou eens
op, waarom u dit graag wilt doen. En dan niet van: ik vind het “leuk”. Want “leuk” is alles of niets.’
Hij zou graag zien dat studenten een stuk schijven waarin ze laten zien dat ze nagedacht hebben
over hun studiekeuze, omdat je ze dan dwingt om op deze manier voorbij ‘leuk’ te denken of voor-
bij ‘ik weet het nog niet, dus ik kies maar geschiedenis’ te gaan. Dat heeft volgens hem niets te
maken met elitair zijn. Studenten moeten hun kostbare studietijd, betaald door de samenleving,
besteden aan datgene waar zij en de maatschappij iets aan hebben. ‘Dertig procent uitval in het
eerste jaar is onacceptabele verspilling.’

Rietbergen en Nicolaas Berg


Rietbergen is momenteel met verschillende onderzoeken bezig. Zo neemt hij deel aan een interna-
tionaal, vijfjarig onderzoeksproject waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen verschillende
imperia die Eurazië in zijn verleden gekend heeft, zoals China, het Ottomaanse Rijk en het Habs-
burgse imperium. ‘Dat project gaat over de vraag waarom in de geschiedenis van Eurazië imperia
zo’n slechte naam hebben, vanuit het perspectief van nu, terwijl als je beter kijkt deze politieke
structuren erg lang bestaan hebben. We hebben altijd het gevoel dat de enige juiste staat de parle-
mentaire democratische is, maar die bestaat nog maar 150 jaar. En je kunt je afvragen of wat er nu
allemaal in Europa gebeurt zo’n groot succes is.’ Daarnaast heeft hij net een boek af over de inter-
nationale cultuurpolitiek in Rome dat volgend jaar moet uitkomen. Hij laat hierin zien waarom zo’n
twintigtal landen in Rome wetenschappelijk-culturele instituten hebben, en hoe die in de twintig-
ste eeuw omgegaan zijn met hun Italiaanse counterparts, vooral in het liberale en fascistische Ita-
lië.

De meesten van ons zullen wel weten dat Rietbergen naast cultuurhistoricus, ook een bescheiden
carrière als romanschrijver heeft. In 2000 verschijnt Dood op Deshima, een roman waarin Rietber-
gen onder het pseudoniem Nicolaas Berg een jonge Nederlandse arts laat kennismaken met het
Japan van de zeventiende eeuw. Vooralsnog is het bij dit boek gebleven, maar inmiddels is hij bezig
met een nieuwe roman. Hij wil al wel een klein tipje van de sluier oplichten over dit nieuwe werk:
‘De werktitel luidt De keizerin en de barbaren en het verhaal speelt zich af in de nadagen van het

|8
December 2010

Romeinse Rijk.’

De historicus en de samenleving
De geschiedenis is niet alleen een rijke bron voor wetenschappelijk onderzoek, maar heeft ook een
hoge ‘vermaakswaarde.’ Het verleden leent zich natuurlijk bij uitstek voor verbeelding in romans,
documentaires en speelfilms. Historici moeten volgens hem ook een rol spelen in de populaire
cultuur rond het verleden. Hij noemt de Engelse historicus Simon Schama die presentator is ge-
weest van verschillende historische documentaires. In Nederland gebeurt dit zijns inziens nog te
weinig. ‘Er is natuurlijk met het fenomeen van Geert Mak best wel wat veranderd. Hoewel ik veel
van wat hij geschreven heeft en hoe dit verder gebruikt is lang niet altijd echt waardeer, zie ik wel
de betekenis van het bewustwordingsproces dat hij mee heeft helpen creëren. Maar hij is toch een
van de weinigen. Maarten van Rossum heeft geloof ik een keer een programma gehad waarin hij
wandelt door het Nederlandse landschap. Maar bij hem gaat het toch vaak meer over hemzelf dan
over het verleden. Dat zou nou niet mijn rolmodel zijn.’

Rietbergen zit hier voor zichzelf een taak weggelegd, bijvoorbeeld door het schrijven van romans.
‘Maar ik zou ook dolgraag een keer een historische speelfilm mee helpen maken.’ Dan wijst hij naar
zijn boekenkast en zegt: ‘Kijk, al deze boeken die door honderden mensen zijn geschreven, inclusief
mijzelf, door hoeveel mensen worden die nou gelezen? Daar wordt je niet vrolijk van. Maar bij een
speelfilm weet je in ieder geval, helemaal als deze goed gemarket zou worden, dat er massa’s men-
sen zullen kijken.’

Rietbergen heeft contact met een film- en documentairemaker uit Amsterdam die hij op verzoek
een voorstel voor een historische documentaire heeft gedaan. Deze man heeft hem erop gewezen
hoe moeilijk het is om een idee ook daadwerkelijk tot uitvoering te brengen, door welke commis-
sies je allemaal moet. ‘Maar we blijven het proberen.’

Of het hem lukt om mee te kunnen werken aan een historische documentaire of speelfilm: de tijd
zal het leren. Wie weet kom je na afloop van een speelfilm in de aftiteling een keer de naam van
Rietbergen tegen.

Zelf een plek in de HInT redactie?


Stuur een mail naar:
hintredactie@gmail.com

9|
| HInT

Dublin
Impressie van de Kleine Reis...
Door Aukje Las en Karin Geerts

Met de economie in Ierland


mag dan niet goed gesteld
zijn, onze Kleine Reis naar
Dublin was dat zeker wel.
Regen, storm, weer en wind
konden onze pret niet druk-
ken in deze schitterende
stad, waar menig pint- en
whiskeyglas zijn bodem heeft
laten zien.

Hoewel het begin van de reis


enigszins problematisch ver-
liep - er moesten mensen via Charleroi en via Amsterdam reizen- kwam iedereen vrijdag heelhuids
aan in het land van de groene heuvels en wollige schaapjes. In één van de vele (Ierse) pubs vonden
we al snel een droog en warm plekje om het pubvoer ons goed te laten smaken en om de kleurrij-
ke lokale bevolking te bewonderen. Later op die avond werd er door sommige mensen helaas iets
te veel whiskey gedronken.

Op zaterdagochtend werd de groep (brak of niet) verrast door een lange rondleiding door de
krochten van Dublin. Langs de typische Ierse panden en de rivier de Liffey liepen wij in de stromen-
de regen naar het museum aan de rand van de stad. Maar niet voordat we het kasteel van Dublin,
of wat er van over was, hadden bekeken. Het Versaille-achtige paleis kent een rijke historie, waar
menig conflict is uitgevochten of juist is opgelost.

In het nationaal museum konden wij naast prachtige Ierse hoogkruizen en middeleeuwse kelken
ook Japanse kunst bewonderen. Ondergetekenden zochten liever de warmte van het museumcafé
op en genoten van een kop thee.

Helaas viel na dit bezoek de avond alweer en keerde iedereen met de tram terug naar het hostel of
de binnenstad. Hier, in de tram, deed een dappere eerstejaars nog een onthullende uitspraak: ‘Ik
slik niet op commando’. Na enige hilariteit kwamen we terecht bij een heerlijk warme pub, waar de
fish ‘n chips zich wederom goed lieten smaken. Na deze vullende Ierse maaltijd ging iedereen zijn

| 10
December 2010

eigen weg . Ondergetekenden gingen met een groepje naar een volgende pub/club. Hier bleek dat
de eerstejaars zich goed staande konden houden met de halve liters bier die de revu passeerden.
Wie hier echter heen ging om een knappe Ier of Ierse te scoren, werd heftig teleurgesteld. Tenzij je
een fetish hebt voor dwergprostituees, zul-
len de Ierse dames je niet kunnen bekoren.
Ook de Ierse mannen zou een burka niet
hebben misstaan.

Zondagochtend stond iedereen, met of


zonder kater, weer op tijd op voor een druk
programma. Dat was ons in ieder geval be-
loofd. Helaas bleek de St. Patrick’s Church
gesloten en vervolgden wij onze weg naar
Trinity College. Deze ruim vierhonderd jaar
oude universiteit herbergt het Book of Kells,
Bibliotheek, Trinity College
wat vast een schitterend boek is, als je dat
soort dingen leuk vindt. Wij vonden vooral
de oude, Belle en het Beest –achtige bibliotheek en ook de souvenirwinkel fantastisch.

Het middagprogramma op zondag was vrij in te vullen en daar werd dan ook gretig gebruik van
gemaakt. Waar de één naar de Guinness Storehouse ging, ging de ander naar The National Gallery
om meer cultuur te snuiven. Wij zullen natuurlijk geen oordeel vellen over wat leuker is, maar The
Guinness Storehouse was fabeltastisch. Niet alleen was het bijbehorend museum schitterend, ook
de Guinness zelf liet zich goed smaken met uitzicht over heel Dublin. Na het gezamenlijk eten in
een charmant restaurantje in
Temple Bar District, brak de storm
los en zochten de meeste mensen
dekking in een pub. Eén derde
van de groep had echter de pech
dat ze de volgende ochtend om
vier uur uit de veren moesten om
het vliegtuig te halen. Weer een
ander deel moest om zeven uur
opstaan en een gelukkig laatse
deel kon lekker blijven pitten tot
een uur of negen.

Ondanks vliegtuigen die bijna


neerstortten en vertraging met Belgische treinen, verliep de terugreis voor iedereen voorspoedig
en konden wij terugkijken op een schitterend weekend in Dublin.

11 |
| HInT

SInT
‘Ach pakjesavond. Het is best leuk, maar het geeft altijd zoveel rommel’.
Door Aniek de Kort
‘Vijf december zal nooit meer hetzelfde zijn!’ Een horrorfilm
omtrent Sinterklaas, men sprak er schande van. Dat kan
toch niet, het is een feest voor kinderen. En wat nou als
kinderen een poster zien met een Sinterklaas die eruit ziet
als een zombie, vreselijk. Ze zouden er nachtmerries van
krijgen, nee dat niet alleen, ze zouden getraumatiseerd
worden voor het leven. Al met al geen pretje dus.

Ook onder Geschiedenisstudenten ontstond er commotie.


Maar na het ontstaan van polls en verhitte discussies op het
populaire sociale internetmedium Facebook had ik nog steeds geen enkel idee waar de film precies
over ging. Hoewel ik helemaal niet nieuwsgierig ben aangelegd, ben ik uit puur journalistieke over-
wegingen de film toch gaan bekijken. En wat was het geweldig. Voor hen die ook onder een steen
hebben geleefd de afgelopen tijd: de film gaat over St. Niklas, een in ongenade gevallen bisschop
die in de middeleeuwen met zijn bende negers mensen berooft, vrouwen verkracht, het dorp in
brand steekt en door trekt naar de volgende nederzetting. In 1492 slaan de dorpelingen terug en
vermoorden de schavuit en zijn aanhangers. En dat hadden ze beter niet kunnen doen. Want wan-
neer het volle maan is op vijf december herrijzen zij uit de dood om zich te wreken. Verrassing: dit
jaar is het weer eens volle maan.

Het was een heuse horrorfilm, de schrikmomenten waren niet van de lucht. Gelukkig zag je de
moord keer op keer niet aankomen. Oké, wel ging iedere keer vlak van te voren het licht uit en
rook degene die niet aan het noodlot zou ontsnappen een brandlucht, maar dat zorgde er heus
niet voor dat de film voorspelbaar werd. Wie wel tot drie keer toe aan het noodlot ontsnapte, was
Frank, de held van het verhaal. Het moest natuurlijk wel goed aflopen.

Naast de nodige spanning was er ook plek voor humor. In de zaal was er hilariteit alom op het
moment dat de tong van één van de onschuldige jongeren werd doorboord door de haak van zwar-
te piet. Ook het moment dat de vriendin van de hoofdrolspeler zichzelf cadeau gaf aan hem, kon
als een hoogtepunt worden beschouwd. Maar waar men echt niet onderuit kon, waren de goede
woordgrappen. ‘Waarom vijf december ook wel bekend staat als pakjesavond? Niet vanwege de
cadeautjes, maar omdat ze je dan komen pakken!’ De Hintredactie kan er nog wat van leren. Al het
sarcasme ten spijt, is het niet mijn bedoeling de film helemaal de grond in te boren. Immers, Dick
Maas heeft ook zijn best gedaan, en dat moeten we niet vergeten.

| 12
December 2010

13 |
| HInT

De Roze Student
Homo-feesten in Nijmegen
Door Kim van de Berg en Mats Sotthewes

Roze geklede ‘mannen’ in veel te strakke strings en breed geschouderde ‘vrouwen’ met kort
geknipt haar en tuinbroeken op boten tijdens de gay-parade, vormen het stereotype beeld van
de homoseksuelen in Nederland. Dat dit stereotype flink naast de waarheid zit, weet helaas nog
lang niet iedereen. Men denkt in het homo-uitgaansleven alleen maar extravagante types tegen
te komen, die je om de haverklap proberen te versieren. Voor degenen die nog niet bekend zijn
met het homoseksuele uitgaansleven in Nijmegen, volgt hier een korte impressie van de roze
gekleurde avonden.

Over één ding kunnen we heel kort zijn: er is weinig keus. Er blijken slechts een paar plaatsen te
zijn die je echt tot het homo-uitgaansleven kunt rekenen. Hiervan zijn Café de Mets, Gay-
Leatherbar Chaps, de feesten Vreemd! in Café de Plak en KissKiss in Doornroosje verreweg de be-
kendste in Nijmegen. Aangezien wij ons niet geroepen voelden de Gay-Leatherbar te verkennen,
en Kim als vrouw hier ook niet naar binnen mocht, besloten we te beginnen bij Café de Mets. Bij
binnenkomst viel ons al snel op dat de gemiddelde leeftijd in de categorie huisje-boompje-beestje
lag. Daarnaast bevestigden de meeste vrouwen die hier zaten het stereotype van de lesbienne.
We zijn hier dan ook niet lang gebleven, en begaven ons naar Doornroosje.

In Doornroosje vond het grootste homofeest van Nijmegen plaats: het KissKissfeest. Dit feest
wordt eens in de paar maanden georganiseerd en wordt dan ook altijd druk bezocht door mensen
uit de wijde omgeving. Op de dansvloer zijn vooral jongeren te vinden, maar ook wat oudere men-
sen bleken zich onbeschaamd naar dit feest te begeven. Wat ons meteen opviel, was dat het podi-
um al vol stond met enthousiaste jongeren terwijl de rest van de zaal mondjesmaat gevuld was.
Het eerste verschil met het hetero-uitgaansleven was gevonden. Naarmate de avond vorderde en
de dansvloer gevulder raakte, voelde het niet anders aan dan een doorsnee uitgaansgelegenheid.
Voor de heterovrouw is dit feest dan ook een uitkomst, wanneer zij niet lastiggevallen wil worden
door vervelende dronken mannen. Hierdoor was zeker een kwart van de vrouwelijke feestgangers
hetero. Dit feit zou een reden voor de mannen moeten zijn om zich op dit feest te vertonen, omdat
er tenslotte minder concurrentie is. Zoals de naam van het feest al aangeeft, werd er die avond
veel speeksel uitgewisseld. Vanzelfsprekend gebeurde dit vooral tussen personen van dezelfde
sekse.

Naast dit feest in Doornroosje, hebben we ook het Vreemd! feest in de Plak bezocht. Dit feest
bleek plaats te vinden in de kelder onder het café. De meeste mensen die we hier tegenkwamen,

| 14
December 2010

hadden we ook in Doornroosje al gezien. Hier waren echter vooral de jongeren te vinden. De mu-
ziekstijl was grotendeels hetzelfde als bij KissKiss. Hierbij moet gedacht worden aan de muziek die
ook bij Van Buren gedraaid wordt, maar dan met iets meer Lady Gaga en Katy Perry. Hoewel er nu
vooral overeenkomsten tussen de feesten lijken te bestaan, blijken er ook verschillen te zijn. Zo
lopen er in de Plak een stuk of vier travestieten rond. Hierdoor merk je dat het publiek iets extrava-
ganter is, maar dat maakt het er niet minder gezellig op. Dit feest is meer voor de zelfverzekerde
homoseksueel en nauwelijks voor de hetero’s, ook al zijn die altijd welkom.

Nadat wij al deze spannende feesten af zijn gegaan, en dat stiekem niet erg vonden, komen wij tot
de volgende conclusie. Voor de zichzelf respecterende Nijmeegse homoseksueel valt het niet mee
om uitgaan en flirten te combineren in Nijmegen. De sporadisch voorkomende gelegenheden zijn
echter zeer geslaagd. Het door ons geschetste en door velen aangehangen stereotype bleek niet te
kloppen. Het is dan ook iedereen, homo-, hetero- of biseksueel, aan te raden om zijn gezicht eens
te laten zien op een van deze feesten. Aan degenen die nu héél nieuwsgierig zijn geworden, zeggen
wij: kom eens langs!

Feestgele-
genheid Old
Cave
St. Anthonius-
plaats 13
6511 TR Nij-
megen

Tel: 0481 -
465898
Email: in-
fo@oldcave.nl

15 |
| HInT

All I want for Christmas is... Music!

Door Mats Sotthewes

All I want for Christmas is... Music!


Nadat we de goedheiligman terug op de boot naar Spanje gezet hebben, worden de voorbereidin-
gen getroffen voor die andere grote kindervriend. Kerstbomen worden opgetogen, prachtig ver-
sierde kerstkaarten worden vol liefde- en gelukswensen verstuurd, de meest exotische producten
worden massaal ingeslagen voor uitbundige kerstdiners en iedereen hijst zichzelf in zijn of haar
mooiste kerstoutfit. Deze voorbereidingen moeten voor een geweldig feest met vrienden en fami-
lie zorgen tijdens de gezelligste tijd van het jaar. Toch wordt er steeds vaker een belangrijk aspect
vergeten en zelfs bekritiseerd: de alom bekende en zoetsappige kerstnummers!

Het klopt wel dat de meeste kerstnummers geen gevolg zijn van hoogstaande creatieve uitspattin-
gen, maar dit is nog geen reden om deze nummers zo te verachten. Elk jaar zorgen de kerstklassie-
kers weer voor het nodige kerstgevoel. Of dat nou ´All I Want for Christmas´ is tijdens een kerstgala
met je vrienden of ´Last Christmas´ met je relatie op de bank, ze zijn net als sneeuw onmisbaar
voor een perfecte kerst. Daarnaast zijn er ook nog weinig muzikale alternatieven voor deze tijd van
het jaar. De meeste recent uitgebrachte kerstnummers zijn nauwelijks aangeslagen bij het grote
publiek, op een kleine hit van De Jeugd Van Tegenwoordig met Katja Schuurman na dan. Dit laat
wel zien dat het moeilijk is om een artistiek hoogstandje uit te brengen binnen het genre
‘kerstmuziek’ en weinig artiesten wagen zich dan ook aan zo´n project. Dat de kerstklassiekers hier
als selecte groep wel in geslaagd zijn, moet dan toch wat meer waardering opbrengen.

Nu kun je inderdaad denken dat mensen tegenwoordig geen behoefte meer hebben aan zoetsap-
pige kerstnummers om hun kerst compleet te maken, maar hoe verklaar je dan die eindeloze hoe-
veelheid covers? Veel hedendaagse artiesten proberen toch wat te verdienen aan de kerstdagen
en brengen hun versie van bekende kerstsongs uit. Vervolgens vinden deze producten ook nog
gretig aftrek bij de consument. Hieruit blijkt dat de oude vertrouwde zoetsappige kerstnummers
nog altijd het beste zijn tijdens de kerstdagen.

Al met al mogen wij met onze historische achtergrond en onze voorkeur voor traditie best wat
positiever denken over de klassieke kerstnummers. Daar waar Sinterklaasnummers voor de nodige
irritatie zorgen in de winkels, weten de kerstklassiekers de sfeer danig op te krikken. Niet iedereen
hoeft de muziek dus leuk te vinden, maar een beetje meer waardering kan geen kwaad. En ont-
houdt: kerst is nog altijd de tijd van liefde en verdraagzaamheid in alle soorten en maten!

| 16
December 2010

De Bataven
Een lege pagina klaar om beschreven te worden
Door Sjir Worms
Zo’n 1950 jaar geleden was heel het zuiden van Nederland bezet
door Romeinse soldaten. Héél het zuiden? Neen! Eén volkje bleef
dapper weerstand bieden aan de overheersers en maakte het
leven van de Romeinen aan de Rijngrens niet bepaald gemakke-
lijk.

‘Wilhelmus van Nassauwe ben ik van Duitsen bloed’, moet het


omstreeks het jaar 50 voor Christus uit de monden van behaarde,
in dierenvellen gehulde mannen, vanaf een houten vlot op de Rijn
tussen Lobith en Millingen geklonken hebben. Althans, als we de
geschiedenis van Nederland die de Nationale Canon impliceert,
moeten geloven. Onzin natuurlijk! Behalve dat de Bataven geen
wildemannen waren maar – net als de meeste andere volkeren die
de Romeinen als barbaar aanduidden – doodgewone (en bovendien sterk geromaniseerde) agrari-
ërs, hadden zij uiteraard geen kennis van het nog niet bestaande concept ‘Nederland’, laat staan
van het Wilhelmus. De connectie tussen het Bataafse volk en de Nederlandse natie is sowieso ner-
gens op gebaseerd; de meeste historici gaan er tegenwoordig van uit dat het merendeel van de
Nederlanders afstamt van de Franken, Friezen en Saksen. En zelfs zonder dat argument kan ik als
historicus-in-wording een dergelijke vergezochte connectie tussen de Bataven en Nederland niet
goedkeuren. Ach, misschien dat de zinsnede ‘van Duitsen bloed’ nog wel klopt.

Wat de Bataven – volgens de mythe althans – vooral waren, is heldhaftig. Zij durfden, met de hulp
van andere volken, in opstand te komen tegen de Romeinse bezetter. Tijdens deze Bataafse Op-
stand tartten zij in 69-70 na Christus onder leiding van Iulius (soms per abuis Claudius) Civilis het
Romeinse gezag aanzienlijk, met als top- en/of dieptepunt het platbranden van het Castra Vetera,
nabij het huidige Xanten. Uiteindelijk werd de Bataafse Opstand door de Romeinen onder leiding
van generaal Cerialis neergeslagen, maar hoe precies is onbekend.

De Britse socioloog Anthony Smith, expert op het gebied van nationalismestudies, kent in het vor-
men van een nationale identiteit een belangrijke rol toe aan een gedeeld oorlogs- of conflictverle-
den. Het verhaal van de Bataven past perfect in dit plaatje; niet voor niets werd de Bataafse Op-
stand in de propaganda rond de Tachtigjarige Oorlog gebruikt, met als pièce de résistance het be-
roemde schilderij van Rembrandt. De Bataven en met name hun leider Civilis, fungeerden als een

17 |
| HInT

Nederlandse variant van de Britse koningin Boudicca of


de persoon van Vercingetorix in Frankrijk. De vraag is
echter waarom een deel van de Nederlandse identiteit
wordt geconstrueerd uit het verhaal over een volk dat
feitelijk niets met Nederland te maken had en waar we
bovendien vrijwel niets van af weten.

Het antwoord – hoewel hier enigszins gechargeerd – is


vrij simpel: omdat het verhaal zich er perfect voor
leent. . Bovendien zijn er geen officiële documenten of
memoires uit de tijd van de Bataafse Opstand bekend
en is er dus weinig lastig bewijsmateriaal. Deze op-
stand is een historische gebeurtenis waarover zo wei-
nig met zekerheid bekend is, dat het eenieder vrij laat
het verhaal op vele manieren te interpreteren. Het is
een vrijwel lege pagina die op allerlei manieren be-
schreven kan worden.

En dat doet en deed men dan ook! Er is een boek bekend van de nazistische historicus P. Felix
waarin hij de Bataafse Opstand beschrijft als een episode in de strijd voor bevrijding van Germanië.
Civilis is in deze lezing de opvolger van Arminius (ook wel bekend als Herman the German) en ‘zijn’
opstand is niet een opstand van een ‘Nederlandse’ stam tegen een bezetter, maar een onderdeel
van de strijd van de Germanen tegen de Romeinen. Geheel aan de andere kant van het politieke
spectrum worden de Bataven ingezet als voorbeeld van de eerste immigranten; Het Parool kwam
in 1992 met een column waarin de columnist de Bataven neerzette als eerste nieuwe Nederlan-
ders, die bovendien ‘zo illegaal als de pest’ waren, ‘want niemand had ze uitgenodigd.’ In De Gel-
derlander verscheen in het jaar daarop zelfs een artikel dat de Bataven neerzette als ‘allochtonen
avant la lettre.’ Daar tussenin moet men speelsere interpretaties van de Bataven als in de Batavie-
renrace – waaraan ook door de GSV op 7 mei aanstaande zal worden meegedaan (geeft u allen
op!) - zien. De oorspronkelijke route volgde het traject dat de Bataven bij het afzakken van de Rijn
zouden moeten hebben afgelegd: van Nijmegen naar Rotterdam. Tegenwoordig voert ‘de Bata’ van
Nijmegen naar Enschede, maar de vormgeving rond de wedstrijd staat geheel in het teken van een
‘barbaars’ beeld van de Bataven. Omroepers zijn getooid met een plastic gehoornde helm, het logo
is een nogal belachelijk uitziende ‘Bataaf’ (zie illustratie) en ieder jaar wordt er een nieuwe cartoon
gepubliceerd met sportende en/of bier nuttigende ‘Bataven’.

De stad Nijmegen wil echter vrij weinig met ‘haar’ Bataven te maken hebben; hier is vooral het
Romeinse verleden van belang. Concluderend kan men dan ook stellen dat men op het verhaal van

| 18
December 2010

de Bataven en hun opstand is losgegaan als een ware Obelix op


een Romeins legioen. Echter net zoals in de stripboeken van Albert
Uderzo en René Goscinny, als ook in het begin van dit artikel aan-
gehaald, konden de Romeinen (of in dit geval: hun invloed en ima-
go) zich in het veldhospitaal herpakken en een nieuwe aanval in-
zetten. Zonder toverdrank konden de Bataven de strijd om de
overlevering, in tegenstelling tot hun fictieve Gallische voorgan-
gers, niet winnen. Uiteindelijk overwon weer Rome.

Kleur de bijgevoegde kleurplaat in

Kleurplaat
Lever hem in op de GSV kamer

Win een plaats in het volgende nummer


Die de namen bij de personages goed
Extra kans voor hen hebben

Commissielid worden?
Stuur een mail naar:
excalibur@let.ru.nl

19 |
| HInT

Koning Winter
Tegen
Door Remy Maessen
Klagen over het weer bestaat ongeveer zo lang als het weer zelf. Waar prehistorische Piet Paulusma’s
in grotten aan bozig kijkende mammoetjagers meldden ‘dat de ijstijd er nog lang niet op zit en dat
wellicht alweer op een andere plaats een Elfstedentocht voor de deur staat’ – na ieder weekend Fries-
land was inmiddels aldaar de belangstelling afgenomen, het scheen dat er slechts een arrogante man
in een wollen trui nog steeds in Bartlehiem aanwezig was – daar hebben de klagers nu andere zorgen.
Namens HInT bespreken in deze editie Remy en Jesper Koning Winter.

Mij verbazend over het feit dat de wekker midden in de nacht af lijkt te gaan, strompel ik over een berg –
nog steeds – natte kleren naar mijn telefoon om het rotding uit de zetten. Het hele huis wordt op dit
onzalig tijdstip nog wakker. Een blik op de telefoon leert me echter dat het toch al een uurtje of negen is,
maar omdat de zon zich nog niet laat zien en in de winter nachten langer duren dan mij lief is, lijkt mijn
gedachte aan de nacht gegrond.

Een blik uit het raam werpt mij behalve in een tijds- ook nog eens in een locatiecrisis. Het lijkt wel Alaska
waar ik terecht ben gekomen. Een winterse storm trekt aan mijn kamer voorbij, maar colleges en werk-
stukken wachten. Dus vol goede moed – en gewapend met muts, sjaal en handschoenen – spring ik op
mijn fiets, de barre toendra van sneeuw en ijs trotserend.

Tot mijn intense vreugde blijkt dat de strooiploeg ook nog geniet van een welverdiende nachtrust. Fiet-
sen blijkt een illusie, dus ik zal de weg van Hatert naar de universiteit lopend moeten doorstaan. Het
behoeft geen uitleg dat mijn sokken inmiddels doorweekt zijn en dat het dikke pak sneeuw ook mijn
halve broek niet ongemoeid heeft gelaten. Natuurlijk, die muts heeft ook geen enkele zin en voordat ik
op de uni ben, vraag ik mij af waarop wij mensen geen winterslaap houden en waarom ik niet lekker in
bed ben blijven liggen.

Na een paar uurtjes werken op de uni – de kleren zijn uiteraard nog steeds doorweekt en inmiddels voel
ik een verkoudheidje opkomen – is het tijd voor de terugweg. Gelukkig is de strooiploeg onder de lakens
uit gekropen en liggen er inmiddels enorme hoeveelheden zout op de Hatertseweg. Maar of het daar
beter van is geworden? De sneeuw is, in plaats van verdwenen, getransformeerd tot een hoop geelbrui-
ne zooi en mijn schoenen hebben binnen een paar minuutjes al grote hoeveelheden zout geabsorbeerd,
hetgeen het einde van alweer een paar schoenen betekent.

Thuisgekomen eindig ik nat, verregend en verkouden. Chagrijnig zet ik de tv aan. Erwin Kroll meldt de
nieuwslezer met een grote grijns dat dit jaar eindelijk weer eens een Elfstedentocht kan worden gehou-
den, want de vorstperiode lijkt nog een tijdje aan te houden.

Ik zet de tv uit en kruip in bed om er de komende weken niet meer uit te komen. Nu weet ik het zeker: ik
hou in het vervolg ook een winterslaap!

| 20
December 2010

Koning Winter
Voor

Door Jesper Geubels


Terwijl Remy zichzelf voorbereidt op zijn welverdiende winterslaap, ga ik de positieve kant van de
winter bespreken. Dit seizoen biedt namelijk zoveel meer dan alleen de feestdagen. Ik heb het hier dan
voornamelijk over sneeuw. Sneeuw is iets waar veel mensen in dit seizoen naar uit kijken. Ik ben een
van die mensen en ik zal kort bespreken waarom ik zo van sneeuw houd. Dit komt voornamelijk door
mijn positieve ervaringen met dit ‘witte goud’.

Ik kan het mij nog goed herinneren hoe het vroeger ging, als ik op een van die zeldzame ochtenden mijn
zolderraam opende. De frisse geur die de sneeuw met zich mee bracht, overwelmde mij. De heldere
pracht veranderde mijn slaperige blik in een blik vol vreugde en verwachtingen. Voor een kleine jongen,
die ik toentertijd was, bood de sneeuw een eindeloze hoeveelheid pret en plezier.

De weg naar school was op dit soort dagen een echte survivaltocht. Men moest voornamelijk uitkijken
voor overenthousiaste sneeuwpopfabrikanten, nieuw gevormde artilleriekorpsen die zich voornamelijk
bezig hielden met de productie van sneeuwballen en het bekogelen van willekeurige mensen en ten
slotte konden ook de gladde plekken op straat moordend zijn. Na deze tocht begon de regelrechte over-
levingsstrijd pas echt aangezien een verzameling op hol geslagen kinderen op een schoolplein nooit veel
goeds voorspelde. Sneeuw- en ijsballen vlogen door de lucht, en slachtoffers waren alom aanwezig. Het
werd een heuse slachtpartij, waarbij enkel de aanwezige docenten de gevechtshandelingen konden stop-
pen. Vaak faalden zij hier jammerlijk in. Dit soort prachtige en toch spannende dagen vergeet ik nooit
meer.

Een paar jaar geleden ontmoette ik mijn witte vriend opnieuw, maar ditmaal op een andere plek, in een
ander land. Ik had namelijk besloten om mijn geluk te beproeven op het snowboard. Een wintersportva-
kantie stond op de planning en dit leverde nogal wat ongeruste reacties op. ‘Is dat niet koud?’ en ‘ben je
dan niet bang dat je iets breekt?’ waren de meest voorkomende vragen. De kou heeft mij enkel nooit
kunnen schaden, aangezien de zon op deze hoogte altijd sterk aanwezig was. Enkele keren wist de lage
temperatuur mijn haar te bevriezen, maar het warme water in het appartement wist dit soort ongemak-
ken al snel te verhelpen. Voor een eventuele botbreuk ben ik daarnaast ook nooit bang geweest. On-
danks de gevaarlijke situaties waarin ik soms beland ben ik nooit bang. Ik vertrouwde op de sneeuw want
deze zal mijn val namelijk te allen tijde breken. De frisheid en de felle kleur hielden mij scherp en wakker.
De sneeuw hielp mij met het bereiken van baanbrekende snelheden. De sneeuw wist deze vakanties
altijd tot een succes te maken. Deze vakanties hebben mijn liefde voor sneeuw dus enkel versterkt.

Mijn boodschap aan alle sneeuwpessimisten luidt dus ook als volgt. Mocht de sneeuw de dag voor jullie
verpesten, denk dan aan vroeger. Denk aan de mooie dagen die de sneeuw aan jullie gaf en gebruik juist
deze herinneringen om de witte smurrie te trotseren. Het zal dan een stuk beter gaan.

21 |
| HInT

| 22
December 2010

23 |
| HInT

Masterlijk
Roma Aeterna
Anouk Keune
Rome spreekt al eeuwen tot de verbeelding en kan gezien
worden als bakermat van onze beschaving. Het zal sommi-
gen dan ook niet verbaasd hebben dat een van de nieuwe
Masters in Nijmegen volledig gewijd zal worden aan deze
stad. Want waar je in onze prachtige geschiedenis ook
begint, leiden niet alle wegen naar Rome? Rome werd niet
in één dag gebouwd. De bouw van deze monumentale stad
bestreek een groot deel van de bij ons bekende oudheid en
middeleeuwen. De ongeveer vijftien masterstudenten van
deze twee tijdvakken storten zich dit jaar op deze legendarische stad in de nieuwe master Roma
Aeterna.

De vakken
Ook bij deze master is het verplicht twee onderzoekscolleges te volgen, een gewijd aan Oudheid en
de ander aan middeleeuwen. Hier ligt dan ook meteen het eerste probleem van deze nieuwe mas-
ter. Hoewel Rome zowel in de oudheid als in de middeleeuwen ontzettend interessante ontwikke-
lingen heeft doorgemaakt, zullen niet alle studenten geïnteresseerd zijn in de oudheidkundige en
de middeleeuwse geschiedenis van de stad. Want laten we niet vergeten, het gaat hierbij over een
ontwikkeling die ongeveer anderhalf millennium beslaat. Daarnaast zijn deze studenten in hun
vooropleiding vaak meer met het ene vak, dan met het andere in contact gekomen. Zo zullen mi-
norstudenten Mediëvistiek niet de ontwikkelingen van de stad in de Oudheid kennen en vice versa.
De facto hebben studenten dus niet dezelfde voorkennis. Voorkennis die op momenten wel van ze
verwacht wordt. Om niet met een negatieve noot te eindigen: binnen de onderzoekscolleges zijn
de te kiezen onderwerpen zo divers en uiteenlopend dat elke student, met welk interessegebied
dan ook, zich er zeker in een van kan vinden.

Ook binnen deze master moeten de studenten aan de slag in de werkplaats die de geschiedenis
heet. De historici in spé kiezen een historisch atelier dat gespecialiseerd is in Oudheid of Middel-
eeuwen. Hier kunnen de studenten dus, in tegenstelling tot bij de onderzoekscolleges, kiezen tus-
sen de twee tijdvakken, een pré!

Het derde en laatste verplichte deel van deze master zijn de vakken ‘Rome, beeld en verbeeldin-
gen I en II’, historiografisch vakken waarbinnen studenten Livius de hand kunnen schudden en met
Augustinus kunnen discussiëren. Naast het volgen van colleges lezen de aanstaande meesters een
leeslijst waarin ze hun eigen accenten kunnen leggen.

| 24
December 2010

Bijzonder in deze master zijn de tien studiepunten die de studenten zelf mogen invullen. Zo kan
gekozen worden om bijvoorbeeld Latijn te leren aan de hand van de oude meesters of een andere
cursus te volgen binnen de Faculteit der Letteren. Maar ook elders kunnen vakken gevolgd wor-
den: zowel binnen filosofie als op andere universiteiten kunnen de studenten Roma Aeterna hun
kennis verrijken en verbreden. Mocht het volgen van nog meer vakken je niet aanspreken, dan
bieden de docenten zelfs nog de ruimte om een stage te lopen.

When in Rome, do as the Romans do


Tijdens de eerste mastervoorlichting vorig jaar bleek de master Roma Aeterna een stokpaardje te
hebben. Want ja, in deze master is ruimte ingebouwd om een paar maanden naar Rome te gaan en
je tussen de opgravingen en ruïnes te begeven. Door de contacten met het Koninklijk Instituut in
Rome maar ook in Istanbul krijgen de Nijmegenaren echt de mogelijkheid om de Oudheid en Mid-
deleeuwen in te duiken. Volgens een masterstudent worden deze stagemogelijkheden dan ook
echt aangeboden en blijken het niet alleen ‘verkooppraatjes’ van de enthousiaste docenten. In
hoeverre het ook daadwerkelijk wordt aangemoedigd, zal rond januari blijken wanneer we ver-
wachten de eerste masterstudenten uit te zwaaien.

Veni, Vedi, Vici; helaas word je na het overwinnen van deze master geen ‘Meester van Rome’,
maar net als alle andere historici, ‘Meester in de kunsten’. Oudheid en Middeleeuwen zijn nou
eenmaal niet aan mij besteed maar na wat onderzoek naar deze master ben ik tot de conclusie
gekomen dat deze master een absolute aanwinst is, voor de Romegekken in Nijmegen en de rest
van Nederland, Door de vele keuzemogelijkheden gedurende het jaar ben je in staat je master zelf
te sturen in zowel de richting oudheidkunde als mediëvistiek. Daar moet echter wel een voet-
nootje bij worden geplaatst want enkel mediëvist of oudheidkundige zul je met deze master niet
worden. Door de themacolleges die bij beide vakgroepen gevolgd dienen te worden, is specialisatie
in een van beide niet meer mogelijk. Hiervoor zal de Nijmeegse student vanaf heden dus moeten
uitwijken naar een andere studentenstad.

De eeuwige stad kon volgens grootmeester Hieronymus niet verdwijnen. Met de val van het keizer-
schap van dit laatste rijk zou onze Christelijke jaartelling tot een einde komen en het laatste oor-
deel nabij zijn. Gelukkig heeft Nijmegen niet besloten deze leer toe te passen op de masterstruc-
tuur want dan was deze master wellicht nog breder en omvangrijker geweest. Wel heeft Nijmegen
besloten het erfgoed dat Rome, la citta aeterna, met zich
meedraagt te eren met een ‘stadwaardige’ master.

‘Ceterum censeo Carthaginem delendam esse’


Klinkt deze inspirerende uitspraak jou alles behalve bekend
in de oren, dan heb je nog een hoop te doen voordat je in
september aan deze master begint!

25 |
| HInT

Studeren in het buitenland


Hoe doen we dat?
Door Tim Riswick

De wereld ontdekken, totaal zelfstandig leven, mensen leren kennen uit plekken waar je nog
nooit van had gehoord en daarnaast natuurlijk ook colleges volgen. Dat zijn de dingen waar je
aan kunt denken wanneer je besluit dat je een deel van je studie in het buitenland wil gaan
doen. Opties zijn er genoeg, maar waar moet je beginnen? En waar moet je aan denken? De
belangrijkste antwoorden op deze vragen staan in dit artikel centraal.

Wanneer?

Belangrijk is dat je het semester waarin je naar het


buitenland wilt zo snel mogelijk voor jezelf vast-
stelt, aangezien je gemiddeld toch wel een half jaar
tot een jaar voor je vertrek dan moet je beginnen
dingen te regelen, zoals de aanmelding. Om te
kunnen studeren buiten Europa moet je meestal
nog wat eerder zijn. In principe kun je in je gehele bachelorfase een buitenlandminor doen maar de
meeste geschiedenisstudenten gaan in het tweede semester van het derde bachelorjaar omdat je
dan geen verplichte vakken hebt. De bachelorscriptie is het enige dat je in deze periode verplicht
moet maken, maar deze kun je zonder veel problemen ook in het buitenland schrijven, of al voor je
buitenlandminor.

Je kunt echter met bepaalde afspraken en na goedkeuring van de examencommissie ook in een
andere periode gaan, al ligt studievertraging dan al snel op de loer. De beste periode om een ver-
blijf in het buitenland te plannen blijft daarom het tweede semester in je derde jaar.

Waar?

In principe kun je over de hele wereld gaan studeren. De praktijk wijst echter uit dat binnen Europa
studeren de succesvolste en gemakkelijkste optie is. Dit komt mede door het Erasmus programma
en het feit dat de Radboud Universiteit de meeste internationale contacten heeft met andere uni-
versiteiten in Europa. Enkele voorbeelden specifiek voor de opleiding Geschiedenis zijn: Duitsland,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Oostenrijk, Spanje en Polen. Ook op de plekken binnen Europa
waar er geen direct contract is met de opleiding Geschiedenis, kun je vaak door een contract van
een andere opleiding van de RU toch op de plek komen waarnaar je voorkeur uitgaat. Voor de
studenten die Europa toch nog te dichtbij vinden, zijn er natuurlijk ook andere opties. De Verenig-
de Staten, Canada, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Azië zijn na Europa de meest gangbare opties , al

| 26
December 2010

komt er hier wel heel wat meer geregel bij kijken en is er vaak maar een beperkt aantal plekken
beschikbaar. Mocht je vervolgens nog iets anders willen dan er wordt aangeboden via de universi-
teit, dan kun je natuurlijk altijd zelf nog contacten en contracten opzetten met een universiteit al
zal dit waarschijnlijk veel tijd, geld en moeite kosten. Daarom is de beste tip om mee te geven:
maak gebruik van de contacten en contracten die de RU heeft om je verblijf in het buitenland te
regelen.

Aanmelding

Wanneer je weet waar je heen wilt en in welke periode je naar het buitenland wil, dan kun je jezelf
digitaal aanmelden via het inschrijfformulier. De eerste inschrijf ronde is op 15 november, de twee-
de op 15 maart. Een vereiste is wel dat je de propedeuse hebt gehaald en daarnaast stellen sommi-
ge universiteiten ook een taaldiploma verplicht. Behalve een motivatiebrief zijn er nog formulieren
als het Learning Agreement, maar dat wijst zichzelf wanneer je jezelf hebt aangemeld.

Colleges/Stage

Het belangrijkste, voor de universiteit dan, zijn de colleges of de stage die je wilt volgen in het
buitenland. Het is dus verstandig om van te voren al uit te zoeken welke colleges er gegeven wor-
den aan een universiteit en of je daarmee uit de voeten kunt. Hetzelfde geldt voor de taal waarin
de colleges worden gegeven. De meeste universiteiten bieden wel colleges in het Engels aan, maar
dit is lang niet bij alle vakken het geval. Wanneer je geen idee hebt wat voor jou het beste is, of je
door de bomen het bos niet meer ziet, dan kun je altijd een afspraak maken met de medewerkers
van internationalisering: Elly van der Borgh en Lidwien Cluitmans. Ook hebben zij gegevens van alle
studenten die jou voor zijn gegaan, zodat je contact op kunt nemen met iemand die net terug is, of
nog in het buitenland zit, en alle vragen kunt stellen die je wilt. Vooral voor het bepalen van vakken
is dit handig aangezien je soms via de sites van de universiteit niet veel wijzer wordt.

Erasmus programma

De bekendste beurs voor studenten die naar het buitenland gaan, is wel het Erasmus programma.
Een student die zich hiervoor aanmeldt, ontvangt tijdens het buitenlands verblijf van de studie een
extra vergoeding voor de extra kosten van levensonderhoud en reizen. Jaarlijks verandert deze
beurs, maar voor 2010/2011 is hij vastgesteld op tweehonderd euro per maand voor een studie of
stage. Let wel op, want een Erasmusprogramma duurt minimaal drie en maximaal twaalf maanden
binnen een academisch Erasmusjaar en is alleen bestemd voor studenten die binnen de deelne-
mende landen studeren. Dit zijn voornamelijk Europese landen en overzeese rijksdelen die verbon-
den zijn aan Europa. Daarbij kun je deze beurs maar één keer aanvragen. Voordelig is ook dat je
meestal gewoon collegegeld blijft betalen aan de RU en de kosten dus hetzelfde blijven ook al
studeer je aan een andere universiteit. Een tegenprestatie is wel nodig voor je acceptatie voor het

27 |
| HInT

Erasmusprogramma, maar dit is niet meer dan logisch. Je moet namelijk kunnen aantonen dat je
echt gaat studeren (d.m.v. de Learning Agreement) en achteraf moet je een aantal formulieren
invullen, waaronder een ervaringsverslag. Daarnaast zijn er ook nog andere beurzen maar daar kun
je het beste naar kijken wanneer je niet voor het Erasmus programma in aanmerking komt. ISEP is
hier de bekendste van en is vooral bestemd voor studenten die naar de Verenigde Staten gaan.

Kortom, lijkt studeren in het buitenland je ook een geweldige ervaring? Begin er dan op tijd mee en
kijk dan zeker voor meer informatie, vooral qua locaties, op:
www.ru.nl/letteren/studereninhetbuitenland/

| 28
December 2010

Hemels Verbond III

Door Remy Meassen


Die nacht sliep Marieke slecht. Grieken en Romeinen liepen door haar droom, terwijl steeds Rob-
bie opdook, die tegen iedereen die het horen wilde, vertelde dat ze contact hadden gemaakt. Bij
wakker worden besloot ze Robbie in het vervolg te mijden. Ze had geen idee met wie hij aan het
telefoneren was, en dat wilde ze misschien graag zo laten. Daan was per slot van rekening ook
een stuk leuker...

Ondanks alle perikelen, ging het tentamen als een trein. ‘Ik kan me niet voorstellen dat ik het niet
gehaald heb’, meldde ze Iris. Die keek een stuk zorgelijker. ‘Ik heb geloof ik Akkadiërs en Assyriërs
door elkaar gehaald. Zal dat punten kosten?’

‘En daarom, aan het einde van de tiende eeuw, waren mensen geneigd het Christendom te zuiveren
van allerlei zondige taferelen. Velen waren onzeker door hun nieuwe situatie en probeerden zich
vast te klampen aan het Christendom, dat werd “gezuiverd”. Het celibaat werd toen bijvoorbeeld
heringevoerd.’ Het was inmiddels half één en er zat een college op van Raedts over de tiende eeuw.
Met een gerommel maakte de groep eerstejaars zich uit de collegebanken en ging naar de Refter
voor de lunch. Iris was ziek vandaag en daarom deelden Daan en Marieke een klein tafeltje. ‘Wat
een toffe colleges geeft Raedts he!’ merkte Daan op. Marieke was ook onder de indruk. ‘Heb je
trouwens zin om te eten vanavond?’, vroeg Daan. ‘Leuk, maar bij jou deze keer, want daar ben ik
nog nooit geweest!’

Daan woonde niet ver weg, ergens tussen Heyendaal en de St. Annastraat. ‘Mevrouw, ik heb voor u
een heerlijke maaltijd voorbereid.’ Daan was altijd van de stevige kost en had ook nu weer aardap-
peltjes met een groot stuk vlees klaar staan. ‘Wacht, ik ga even zout pakken’, en Daan rende even
de keuken in. Marieke liet haar blik over de grote boekenkast gaan. Deze werd gedomineerd door
een dikke biografie van Raspoetin en tot haar schrik een paar boeken over sektes. Wat had Daan
voor een rare interesses? Er lagen verder verspreid over zijn bureau aantekeningen over ‘Chlysten’,
wat dat dan ook mochten zijn. Daan kwam echter meteen terug en ze had niet meer kans op onder-
zoek uit te gaan. Ze zou het hem wel een keer vragen, maar vanavond was het te gezellig om het
over de studie te gaan hebben. Ze hadden samen een leuke avond en kort voor middernacht be-
sloot Marieke weer op huis aan te gaan. Daan liep mee naar de deur en wilde haar uitzwaaien. ‘Nou,
eehm, tot morgen maar weer hè.’ ‘Ja, kom goed thuis.’ Marieke wilde zich omdraaien maar op dat
moment troffen de blikken van Daan en haar elkaar. Daan kwam dichterbij haar staan en een klein
kusje was het gevolg. ‘Welterusten!’ Ze fietste gauw, in gedachten verzonken, naar haar eigen stek-
kie. Daar aangekomen hadden zich weer een man of tien in de keuken verzameld, ditmaal zittend bij
kaarslicht. Wat een engerds! Ze kon door het raam de schimmen zien en hoorde gefluister.

29 |
| HInT

‘Vandaag is het gebeurd’, mompelde er eentje en gejuich van de anderen was het gevolg. Applaus
zelfs. Nou, ze hadden in ieder geval geen weet van wat met Marieke gebeurd was, want dat wist
alleen zij. En Daan.

De dagen daarop liet de kleine kus haar maar moeilijk los, maar kon ze ook moeilijk de aantekeningen
op Daans bureau vergeten. Daarom besloot ze na een college Middeleeuwen eens professor Raedts
naar het hoe en wat te vragen. Die had daarop een duidelijk antwoord klaar. ‘De Chlysten, meisje, die
bestaan allang niet meer. Dat was een vreemde sekte, hoofdzakelijk actief in Rusland, die de kerk
afwees en door middel van vreemde rituelen en zelfkastijding probeerde Christus te vinden. En dat
niet alleen, ze dachten daardoor Christus te worden. Ze wezen hierbij niet alleen de kerk af. Ook de
Bijbel en priesters werden afgewezen. Ze hadden alleen respect voor de leider van een cel, die niet
alleen de rol van Maria of Jezus speelde, maar hem of haar ook daadwerkelijk wás. Maar, zoals ik zei,
die bestaan allang niet meer. Raspoetin was trouwens lid van die sekte.’ Dat verklaarde een hoop!
Daan was waarschijnlijk slechts geïnteresseerd in die vage groep, op zich niet vreemd als geschiede-
nisstudent.

Regenbuien van november hadden inmiddels plaatsgemaakt voor de sneeuw van december. Daan
zag ze die dagen amper; er was iets mis met zijn ouders, waardoor hij weinig tijd had om naar de uni
te komen. De werkcolleges Middeleeuwen zaten erop en bij de weinige hoorcolleges die ze nog had-
den, liet Daan verstek gaan. Doordat hij nogal vaag was geweest in zijn sms’jes, maakte Marieke zich
al gauw zorgen. Zou hij spijt hebben? Ze zou toch niet met één kus een vriendschap op het spel zet-
ten? Hij zou toch niet zo laf zijn haar niet meer onder ogen te durven komen? Dat laatste hield ze
zichzelf maar voor. Mijmerend over Daan en de Middeleeuwen, wandelde Marieke over de campus.
Ze had na een morgen hard studeren wel een kopje koffie verdiend op de GSV kamer. Het was inmid-
dels half één en met een beetje mazzel waren er wat bekenden daar. Ze was er al vaker geweest,
maar raakte af en toe nog wel eens de weg kwijt. Over het MMS en dan daarachter de trap naar
beneden. Onderaan de trap kwam ze Iris tegen, die blijkbaar onderweg was water te halen om koffie
te zetten. ‘Hee Marieke! Leuk dat je ook even langskomt, er zitten een paar eerstejaars binnen, dus
dat wordt een gezellige pauze!’ Mariekes oog was echter ergens anders op gevallen.

Onderop het deurtje, dat zich onder de trap bevond, zag ze vreemde, rode, tekens staan, die haar
merkwaardig bekend voorkwamen. Het waren dezelfde tekens die ze van de zomer resoluut van haar
muur had weggeverft. ‘Gaat het wel, Marieke?’ Iris keek bezorgd. ‘Ja, ja, ga maar vast koffie zetten..’
Iris ging er als een haas vandoor, maar Marieke had het amper in de gaten. Als vanzelf liep ze naar de
deur en deed die open. Niet op slot! Een trap naar beneden, met daarachter een gapend, donker gat.
Ze liep langzaam en voorzichtig omlaag. De trap was zo steil dat ze zich inmiddels wel onder de grond
moest begeven. Ze raakte steeds nieuwsgieriger en versnelde haar tred. Totdat een koude hand haar
tegenhield. Een schaduw van een gezicht. Een man. Hij keek woedend: ‘Tot hier en niet verder!’ Ge-
schrokken draaide ze zich om en rende ze omhoog. De schaduw rende haar achterna. Buiten adem
kwam ze boven, terug bij de trap bij de GSV kamer. Ze draaide zich om en keek recht in het gezicht
van haar achtervolger. Een flits van angst en herkenning maakte zich van haar meester...

| 30
December 2010

Democratie
Mag het een onsje minder zijn?

Door Remy Maessen

Dit artikel is een reactie, danwel toelichting, op mijn artikel ‘Schoenmaker, blijf bij je leest’, dat
in de vorige editie van dit tijdschrift heeft gestaan. Hoewel u waarschijnlijk smakelijk heeft moe-
ten lachen om dit stuk – ik stel evenwel dat ik te maken heb met een lezer die een zeker gevoel
voor humor heeft – zal de kritische lezer, die ik ook in u zie – aangezien u een academische oplei-
ding doet – vast gemerkt hebben dat mijn artikel gespeend was van enige onderbouwing. Wel,
daartoe heb ik inmiddels de digitale pen maar weer opgepakt. Daar komt-ie.

Voor de vergeetachtige lezer – u heeft waarschijnlijk meer aan uw hoofd dan HInTs onthouden –
zal ik de stelling van mijn artikel nogmaals proclameren: het is nergens goed voor, wanneer een
heel volk zich mengt in politieke debatten, hoewel we dit fenomeen tegenwoordig democratie
noemen en over dit woord nu eenmaal geen negatieve klank mag worden gehoord. Nou, ik doe
een poging. Ik zou zelfs willen zeggen dat een doorgeschoten democratie juist leidt tot populisme,
gevolgd door tirannie en onderdrukking van minderheden.

De farce
Op dit moment is bijna ieder land op de wereld een democratie. Van Noord-Korea tot Zwitserland
en van Rusland tot India. Althans: zo noemt ieder land zich, en daarmee hebben we al het eerste
pijnlijke deficit van het woord democratie te pakken: het woord democratie is inmiddels een soort
marketingterm geworden, waarmee alle negatieve zaken met de mantel der liefde – danwel demo-
cratie – worden bedekt. Het doel heiligt de middelen, we hebben in ieder geval een democratie.

Directe aanleiding voor deze klaagzang is de uitslag van de congresverkiezingen in de Verenigde


Staten, vaandeldrager onder de democratieën. Het volk kiest ambtsdragers, vertegenwoordigers
en in sommige staten zelfs rechters. Twee jaren geleden werd hier nog vol hoop naar Obama geke-
ken, op dit moment wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor alles wat er mankeert in
de Verenigde Staten. Ben je arm? Schuld van Obama. Ben je werkloos? Kun je niets aan doen, komt
door Obama. Heb je geen fatsoenlijke dokter? Moet je voor bij Obama zijn. De Democraten zijn
echter geen haar beter, tijdens de Bush-jaren werd op dezelfde manier campagne gemaakt. En dit
alles om het volk te bekoren. Hoe is niet belangrijk. De komende jaren zullen de Republikeinen in
het Huis van Afgevaardigden waarschijnlijk zoveel mogelijk tegenhouden, om daarna Obama erop
te pakken dat hij weinig voor elkaar gekregen heeft. In dit democratische land blijft het algemeen
belang buiten beschouwing.

31 |
| HInT

The Governator
Misschien wel de meest democratische plek op de wereld kunnen we in de besproken democratie
vinden. Waar kan een bevolking rechtstreeks de grondwet wijzigen? Waar kiest de bevolking zowel
de uitvoerende macht als de wetgevende macht en waar heeft de bevolking zelfs een hand in de
benoeming van rechterlijke macht? Juist! In Californië. Voor de goede orde: Californië heeft aan
het hoofd een voormalig Oostenrijkse action hero: Arnold Schwarzenegger, en is zo goed als failliet,
mede het gevolg dat de bevolking via referenda een grote vinger in de pap heeft in de totstandko-
ming van de begroting en dat er zodoende nergens op gekort mag worden. Bovendien is de dood-
straf er formeel in gebruik en lijkt de bevolking om de zoveel maanden weer anders te denken over
het homohuwelijk en het gebruik van marihuana, wat weer leidt tot een continu veranderende
grondwet. Een duidelijker voorbeeld van de mislukkingen van de democratie is toch bijna niet
mogelijk? Waar zitten dan de mislukkingen?

Bijna niet, want wanneer we gaan graven


in de geschiedenis, dan zien we dat grote
democratische idealen niet alleen in het
land van de Terminator tot chaotische
taferelen leiden, maar dat Arnold grote
voorbeelden kent in de manier waarop
een land niet bestuurd moet worden.

Een politiek leider?

Democratie onder de guillotine


Liberté, Egalité en Fraternité, wie kent de leuzen niet? Mooie, directe democratische idealen be-
landden uiteindelijk onder de guillotine, samen met de belangrijke staatsmannen, die in 1793 mis-
schien wel de meest democratische grondwet aller tijden in elkaar wisten te flansen. Waar de de-
mocratische idealen in 1791 nog vol hoop in de straten van Parijs weerklonken, daar zorgde de
Terreur voor angst en chaos. Uiteindelijk werden de democratische waarden van 1793 in 1795 met
een nieuwe grondwet ietwat ingeperkt – men had door dat dit niet was wat van de Revolutie ver-
wacht was – en uiteindelijk helemaal teniet gedaan door de generaal die al gauw radicaal een ein-
de maakte aan alle democratische waarden: Napoleon. Democratie had niet treffender kunnen
eindigen.

De winnende weg der geleidelijkheid

| 32
December 2010

In 1848 hadden de Europeanen wederom genoeg van autoritair regerende monarchen en weer-
klonk de roep op democratisering andermaal. Waar de revoluties radicale vormen aannamen – in
Duitsland en Frankrijk – daar kwamen uiteindelijk keizers aan de macht en in het land waar niet
geradicaliseerd werd opgetreden, daar werd preventief wel gehoor gegeven aan de roep om de-
mocratisering. Thorbecke kreeg als liberaal de vrije hand om een grondwet te maken die nog
steeds wordt gezien als de voorafschaduwing van ons huidige parlementair bestel. Maar laat één
ding duidelijk zijn: Thorbecke repte met geen woord over volkssoevereiniteit of over een democra-
tie zoals opstandelingen in naburi-
ge landen of voorvaderen in de
Franse Revolutie deden, maar
verafschuwde deze woorden
waarschijnlijk. Misschien dat me-
de daardoor de veranderingen –
in tegenstelling tot in de naburige
landen – wel gestalte kregen in
Nederland.

‘De modernste grondwet ter


wereld!’
Het referendum kwam keihard
Franse idealen onder de guillotine terug in de Verfassung für das
Deutsche Reich in 1919, net als
algemeen kiesrecht (dus ook voor vrouwen) en vooruitstrevende grondrechten voor alle Duitsers.
Na een verschrikkelijke oorlog wilde Duitsland met de Weimarrepublik het voorbeeld geven aan
andere landen, dat men wist hoe het moest. In zowel buiten- als binnenland werd de grondwet van
de nieuwe republiek gezien als de ‘modernste grondwet ter wereld’. Het enthousiasme was al
gauw getemperd en het uitblijven van echte beslissingen door zoveel onderlinge strijd in Duitsland,
perfect gerepresenteerd in de Rijksdag, leidde uiteindelijk tot de opkomst van Adolf Hitler, die op
zijn beurt korte metten maakte met alle vooruitstrevende democratische waarden die de Duitsers
in 1919 beoogd hadden.

Zowel actuele- als historische voorbeelden bewijzen dat een teveel aan democratie juist leidt tot
een verwatering van principes die ons dierbaar zijn. Vergaande democratieën kunnen leiden tot
een onderdrukking van minderheden – zoals John Stuart Mill al gezien had – tot populisme en
tirannie, zoals de historische voorbeelden uit Frankrijk en Duitsland bewijzen en tot het uitblijven–
of juist een teveel aan- van beslissingen, zoals opstanden in 1848 in Duitsland en Frankrijk en de

33 |
| HInT

huidige Verenigde Staten, met als meest schrijnende


voorbeeld Californië bewijzen Thorbecke deed het
geleidelijk en rustig, en werd de vader van een grond-
wet die de belangrijkste waarden die we nog steeds
hebben, waarborgde, maar radicale woorden meed
en misschien daarom nog steeds wordt gezien als de
basis van ons moderne bestel.

Dus, hoe paradoxaal deze stelling ook mag klinken:


John Stuart Mill (1806-1873) zag al vroeg zijn we trots en zuinig op onze rechtsstaat, welvaarts-
de tekortkomingen van de democratie staat en vrijheid van meningsuiting, laten we dan
alsjeblieft niet doorschieten in onze democratische
waarden!

| 34
December 2010

Oh Oh Nijmo
Denk ik aan...
Door Anouk Keune
Als ik aan Nijmegen denk dan denk ik aan... ja waar
denk ik eigenlijk aan? Bijna dagelijks reis ik met de
trein over de Waalbrug en telkens kijk ik weer vol
bewondering en genot uit over ‘ons’ mooie Nijmegen;
ons rode baken in een tijd vol verwarring en onzeker-
heid. Want één ding kan je wel stellen over Nijmegen:
die stad houdt het al verdomd lang vol!

Wat is Nijmegen nou eigenlijk? Is het een gevoel? Kun


je door simpelweg in Nijmegen te wonen een echte
Nijmegenaar worden? Of kent men in Nijmegen, net
zoals in Den Haag, een verschil tussen ‘Nijmegenaren’
en ‘Nijmegenezen’? Blijf je als immigrant voor altijd een Nijmegenaar en is de rest van Nijmegen
dan Nijmegenees?

Nog niet zo lang geleden vertelde zo’n Nijmegenees in hart en nieren mij een verhaal over haar
verleden in de prachtige stad aan de Waal. Zij vertelde me, met een glinstering in haar ogen, hoe zij
vroeger als dansmarietje had gedanst bij Theo Eikmans, in de volksmond ook wel ‘Graodus fan
Nimwegen’ genoemd. Voor de leken onder ons: dit is natuurlijk de zanger van het zo bekende ‘al
mot ik krupen’. Zij kan vertellen over de kennissen in Hatert en hoe café het Paleis haar favoriete
kroegje was. Zij heeft ons studenten zien komen en gaan, zelden een stempel drukkend op onze
eeuwige stad.

Want wat is dan ons Nijmegen? Ons Nijmegen is dat van de AFAC, de ‘fietsenboefjes’ die hun club-
je hebben vernoemd naar de kreet die mensen slaken als hun fiets voor de zoveelste keer is mee-
genomen naar het exotische Dukenburg: ‘Aaaah Fack!’ Ons Nijmegen is dat van nachtelijke vreet-
partijen op het Keizer Karelplein terwijl je kaassoufflés kan gooien naar de goede man ter paard.
Ons Nijmegen is het Nijmegen waar Plein ’44 meer dan ooit een troosteloos gat is en waar het
bombardement niet langer een vergissing maar een verrassing is. Wij komen naar Nijmegen om te
studeren en fietsen elke dag de weg heen en weer naar de uni.

Velen van ons zullen echter niet meer weten hoe de Bètafaculteit eruit zag voordat werd besloten
de toenmalige gebouwen en de parkeerplaats te slopen voor de aanleg van, je raadt het al, een
parkeerplaats. Maar om nog even verder terug te gaan, wie kan zich vandaag nog voorstellen dat
waar nu iedereen Nijmegen binnenkomt, vroeger keizer Trajanus rondliep om zijn legers te begroe-

35 |
| HInT

ten!

Ons Nijmegen is niet meer dat van Theo Eikmans en al helemaal niet meer dat van keizer Trajanus.
Mariken en Moenen zijn voor ons slechts bekenden uit verhalen in boeken en beelden op de
markt. Ons Nijmegen lacht niet meer om de grappen van Wim Kan en Titus Brandsma is voor ons
niet meer dan een kerk geworden. En als zelfs Idols runner-up Maud Mulder en Daphne Deckers
Nijmegen inruilen voor het uitdagende westen, wat hebben wij Nijmegenezen en –naren dan nog
als houvast?

Hier heb ik helaas ook geen antwoord op. Maar als ik ’s nachts door de straten van onze Waalstad
loopt langs het huis van de moeder van Karl Marx en ik heel goed luistert, dan kan ik de bommen
nog horen vallen, de paarden nog horen galopperen, de knotsen nog horen slaan. Verderop valt
Mariken uit de hemel en strompelen de mensen uit de Blauwe Hand. Oh Oh Nijmo, mooie stad bij
de rivieren. Ik heb door je gekropen, ben op blote voeten gegaan en ik heb St. Stevens horen slaan.
Ik heb gedanst op je straten en gezongen op je daken en als ik ’s avonds in bed lig, voel, ook ik, me
deel van jou, mijn prachtige stad. Misschien hoeven we onze stempel wel niet op je drukken; mis-
schien ben je al perfect, gewoon zoals je bent.

| 36
December 2010

Via Via
Bart van de Camp
Door Karin Geerts en Anouk Keune
‘Wat wil je dan later gaan doen met geschiedenis?’ Wij kennen niemand die deze vraag nog nooit
heeft gehoord. Toch blijken er bij de GSV alumni een paar originele antwoorden te zijn op deze
wat onoriginele vraag. Zo ook het antwoord van Bart van de Camp. Enkele jaren geleden stu-
deerde hij af en ging hij op zoek naar een baan. Na lang zoeken kwam hij terecht bij Explosive
Clearance Group, een particuliere organisatie die in opdracht van bouwbedrijven of gemeenten
explosieven uit de Tweede Wereldoorlog opspoort. Terwijl buiten de sneeuwvlokken naar bene-
den dwarrelden, spraken wij af met Bart aan zijn vertrouwde GSV tafel in de refter. We boden
hem nog een kopje koffie aan maar dat weigerde hij, wellicht zat hij bommetje vol.

Snel vuurden we de eerste vraag op Bart af: ‘Wat houdt je baan eigenlijk in?’. Bart en zijn collega’s
zoeken dus bommen en andere explosieven, afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog. Met behulp
van luchtfoto’s die tijdens de oorlog gemaakt door de RAF, ooggetuigenverslagen en literatuur
proberen ze te achterhalen waar meer dan zestig jaar geleden bommen of andere explosieven op
Nederland werden gegooid. Het is een bijzondere manier om naar de oorlog te kijken, een oorlog
die gedurende de studie geschiedenis wat minder aan bod is gekomen. Toch heeft Bart bij dit werk
veel aan zijn historische opleiding. Het ‘historisch denken en het kunnen omgaan met een archief’
zijn zaken die hij gedurende zijn studie heeft geleerd. Vooral het veldwerk spreekt Bart erg aan en
hij vindt het interviewen van ooggetuigen dan ook een van de leukste aspecten van zijn baan. Dit
verbaast ons niks want al aan het begin van het interview vertelde Bart dat hij van kinds af aan al
omgeschreven werd als een sociaal, aardig en lief jongetje.

‘Wat wilde je als kind eigenlijk worden?’, vroeg Karin aan Bart. Daar moest hij wel even over na-
denken. Na een korte pauze antwoordde hij: ‘Piloot, het liefste straaljagerpiloot’, maar eigenlijk
was hij er nooit zo mee bezig. Na de middelbare school begon Bart eerst met een opleiding Rech-
ten daar zag hij wel wat in en er was geld in te verdienen. Rechten bleek echter niks voor hem en
hij begon aan een studie die hem leuk leek; namelijk Geschiedenis. ‘Met een academisch diploma
kom je overal’ en het halen van dit diploma lukte hem. Tijdens zijn studie heeft Bart er nog even
aan gedacht het onderwijs in te gaan maar na een korte stage bleek ook dit niks voor hem.

Naast deze stage in het onderwijs is Bart, gedurende zijn studie, op meerdere vlakken actief ge-
weest. Zo was hij penningmeester van onze geliefde GSV en secretaris van het wijlen Artes, de
overkoepelende letterenvereniging. Daarnaast heeft hij een tijd in Amerika gestudeerd. Al deze
niet studiegerelateerde bezigheden zijn volgens Bart erg belangrijk, zowel bij het vinden van een
baan als voor je eigen ontwikkeling. Ook stage lopen is belangrijk en kan de mooie gelegenheid
geven om door te groeien in een bedrijf

37 |
| HInT

Desalniettemin ging het vinden van een baan voor Bart ook niet zonder slag of stoot. Solliciteren
bleek een heus mijnenveld. In de ongeveer negen maanden tussen zijn afstuderen en het vinden
van een baan stuurde hij om en nabij de twintig sollicitatiebrieven de deur uit. Hij leerde al snel dat
je niet altijd moet inzetten op het hoogst haalbare, ook andere baantjes moet je pakken. Bart solli-
citeerde op veel verschillende banen, van een functie bij een elektronica warenhuis tot bij de poli-
tie. Het is moeilijk, vertelt hij, want vaak heb je niet genoeg werkervaring of ben je met je universi-
taire diploma overgekwalificeerd. Na enkele maanden nam Explosive Clearance Group contact
met hem op en kon hij aan de slag.

Bart vindt zijn baan erg leuk, toch ziet hij in de toekomst nog wel andere carrières die voor hem zijn
weggelegd. De politiek bijvoorbeeld spreekt hem wel aan. ‘Er gaat een hoop mis in dit land en als ik
dat zie dan denk ik, dat kan ik beter’. Een partij heeft hij nog niet gevonden, misschien zou zijn
eigen, tevens nog niet bestaande, partij wel inslaan als een bom. Bart ziet zichzelf verder op in zijn
leven ook nog wel voor de klas staan, dus wie weet waar we Bart over twintig jaar kunnen tegen-
komen.

Op dit moment is hij in ieder geval erg gelukkig: het was een goed jaar voor Bart. Hij heeft een
leuke en bijzondere baan, is gelukkig in de liefde en heeft samen met zijn goede vriend Rob Jansen
een mooi huis in Nijmegen gevonden. Vooral de schone keuken kan hij erg waarderen na jarenlang
koken in studentenkeukens.

Na de verschillende explosieve vragen zitten wij bommetje vol met antwoorden. Voordat we af-
scheid nemen van onze oud-studiegenoot bedenkt hij zich nog iets. Zo nu en dan zijn er bij hem op
het bedrijf stageplekken voor geschiedenisstudenten. Dus zit je bomvol ideeën en wil je graag
stage lopen bij een explosief bedrijf? Hou dan de Explosive Clearance Group in de gaten, want er
zijn nog genoeg mijnen in het Nederlandse veld.

(Voor meer informatie over Explosive Clearance Group: www.ecg-groep.nl)

| 38
December 2010

De teller van Thomas


±4000 BC
Door Thomas Vries
Godnondejakkes dacht Kaïn toen hij het
zieltogende landschap aanschouwde. Hoewel
hij zelf zeker geen man van het halve werk
was, ergerde hij zich aan de wel erg overdre-
ven uitvoering van het een hele poos geleden
uit de hemel verkondigde credo van ‘de zon-
den wegwassen’. Kaïn zat lekker met zijn
schaapjes, vrouw en kinderen tegen een
bergkam op te lopen terwijl een muur van
water aan de horizon opdoemde. Dat was op
zich vervelend, maar pas echt vervelend was,
dat hij nu die raatgekke en uiterst irritante
broer van hem onder ogen moest komen, door het stof moest kruipen en zou moeten toegeven
dat ‘ja, zijn idee om een enorm grote boot te bouwen in het midden van het droge en dorre ein-
deloze, alleen omdat in zijn droom zoiets aan hem was opgedragen, toch best wel goed was’ – de
Bijbelvaste lezer onder jullie, houd je betweterige commentaar voor je, ik achtte de grap belang-
rijker dan oog voor consequentie en feitelijkheid in een mooi, religieus sprookjesverhaal. Bah, het
was niet gemakkelijk om aan het begin van de beschaving te staan; ja, het was een belangrijke
stap, en ja we zouden er allemaal de vruchten van plukken, maar nondeknet, ‘begin er maar eens
aan’, vloekte Kaïn hardop.

‘Waaraan’, kwekte zijn altijd olijk kijkende – wat had ie een hekel aan die blik! – broer, die niet eens
realiseerde dat hij volstrekt recht had op een eeuwig triomfantelijk verwijt aan het adres van Kaïn.
Kaïn prees zich gelukkig met de domheid van zijn broer, en was hem in de minste zin niet dankbaar
voor het redden van zijn leven. Want hij had het gevoel dat hij, als intelligentste onder de mensen,
nooit had gekregen wat hem toekwam, terwijl die domme gans van een broer van hem nota bene
de wereld had kunnen redden en altijd tevreden was. Kaïn vervloekte het fortuin en de schapen van
zijn broer, die vanwege het een of andere domme geluk enorm gezond, dik en wollig waren, veel
wolliger dan de zijne, en alleen omdat zijn broer, die dikzak, in zijn volstrekte ignorantie zaadjes van
die bruine planten zijn wollige levensvoorzieningen de strot door douwde, terwijl Kaïn dondersgoed
wist dat dit geen enkele nutritionele voordelen opleverde. Hij keilde de door zijn broer met de
boodschap ‘geef die es aan je wollige beestjes’ aan hem gegeven zaadjes in het gat dat hij in al zijn
frustratie met zijn voeten in de aarde had gekerfd, en tufte erop. Het begon te regenen. ‘Ja hoor,
ook dat nog!’, dacht Kaïn.

39 |
| HInT

Toen hij zijn tent inliep om de nacht door te brengen, ontweek hij de blik van zijn vrouw, want hij
wist dondersgoed wat die te betekenen had. Het niet te keren tij voor zo lang als dat mogelijk was
negerend, wierp Kaïn zich op zijn bed van wol en dacht: ‘als ik eens een ding had dat niet van de
godvergeten wollige, olijke beesten was gemaakt, maar dat is me ook niet gegund’! Hij zag het
onheil naderen, maar wierp een nukkig ‘nee’ tegen, toen zijn vrouw de langverwachte woorden
naar buiten bracht: ‘schat, zet jij even het vuilnis buiten’. Een ‘nee’ dat eigenlijk ‘ja, maar met te-
genzin, en ik heb overwogen het ook daadwerkelijk niet te doen, maar doe het toch, in het kader
van volwassen gedrag’, betekende, waarop hij zijn tent uitliep de regen tegemoet. Terug binnen
viel hij in een onrustige voorouderlijke slaap en droomde over een eindeloze, groene tuin in het
Oosten, vol therapeutisch kabbelende rivieren, legio rijpe appels en evenzovele andere vruchten
der natuur waarvan zij vrijelijk mochten eten, waarin hij en een vrouw, veel lieflijker en mooier in
vorm dan de zijne, naakt rondrenden, en zij schaamden zich niet, ongedwongen, zalig onwetend en
volstrekt volmaakt. Badend in zweet schrok hij wakker van het hysterische gegil van zijn vrouw:
‘een slang, een slang!’.

Het lichaam van de slang was half aangevreten door een stel gieren dat krijsend wegvloog toen
Kaïn bij het ochtendgloren het tentdoek openzwaaide om de volgende dag van nauwelijks genoeg-
doenende arbeid tegemoet te treden. Een wirwar van plukjes wol deed het ergste vermoeden en
bij de aanblik van het half aangevreten lichaam van een van zijn donzige ‘vriendjes’, kwam maar
één gedachte op in Kaïn: ‘die zwakbegaafde hond!’. En ja hoor; Lassie lag vreedzaam te slapen en
werd pas na een paar flinke – sorry Dion, ik bedoel natuurlijk: diervriendelijke, pedagogische –
schoppen wakker. De ootmoedige viervoeter keek Kaïn met zijn grote, bolle, olijke ogen van iets
wat eerder leek op een beste vriend dan een beste bewaker, wat nota bene zijn taak was, aan.
Maar goed, het paste, volgens Kaïn, wel weer bij zijn geluk dat hij als enige een slaperige en in het
extreme getrokken vriendelijke waakhond bezat, die een indringer nog eerder weg zou kwijlen dan
jagen, een eigenschap die in de verre toekomst nog wel eens gewaardeerd zou worden, maar op
dit moment zeker niet, aangezien het uur van de wolf nog volop bezig was.

De dageraad verraadde niets van de ophanden zijnde opgaande zon aan het menselijke firmament,
van de technologische reuzensprong die op deze glorieuze dag genomen zou worden, eentje voor
de mensheid als geheel, hoewel sommigen met het verstrijken van de tijd grotere stappen zouden
nemen en stampvoetend anderen onder zouden trappelen in de vaart der volkeren. Kaïn keek
schrijlings de heuvel omlaag, wierp een volgende blik op zijn overgebleven levensbehoeften van
wol en spoorde Lassie aan tot iets dat door zou kunnen gaan voor arbeid. Gedwee volgden alle
kopjes de ongefortuneerde herder, toen het lot toesloeg. Maar zoals alle belangrijke toespelingen
van het lot sloeg het geenszins plotsklaps toe, maar duurde het even voordat Kaïn betekenis kon
geven aan hetgeen voor hem groeide. Een bruine gloed, komend van de door stof en hitte gegesel-
de helling, kwam hem tegemoet; de aanblik van een ongeorganiseerde legerschare van bruin en
groen, van in de wind wiekende levensvoorzieningen van sedentaire aard, van door moeder natuur
bevruchte grond, sijpelde langzaam maar zeker Kaïn’s bewustzijn binnen.

| 40
December 2010

‘Tarwe, graan, gerst, een stad, Gomorra, georganiseerde strijd en sedentair leven’, welk een won-
dere woorden sijpelden met die aanblik binnen, ‘een broederlijk doodstrijd, Babylon, achteraf-
straatjes, schrift en spijkers, Sodom en het grote geld’, lieflijk daalde sociale complexiteit neer in
het intelligentste wezen onder de dieren, ‘bankiers, beton, handel en markt, segregatie en culture-
le innovatie’, besefte Kaïn zich nu, ‘producten, consumeren, tijd en klok, de Machine, kopen, te laat
zijn, kopen, op tijd zijn, kopen en kapotmaken’, wierp kennis een schaduw over al het onwetende
onder deze mooie horizon.

Toen Kaïn vol trots en triomfantelijk Eureka uitroepend, de Anderen ging zoeken, om in hun dom-
me ogen de bewondering voor hemzelf en zijn ontdekking te willen lezen, was hij extatisch, zo
bezeten van zijn kennis, van zijn kunnen, van zichzelf, dat hij niet doorhad dat zijn olijke, onweten-
de broer was verdronken in de poel waarin Kaïn zijn eeuwig minzame lach gespiegeld zag.

HInT is voor een


onafhankelijke
Vox! Jij toch ook?

41 |
| HInT

De natie die graag klaagt


We zouden veel kwader moeten zijn over dingen die er toe doen...
Door Roy Stoots
2010 bevestigde het vooroordeel: Nederlanders klagen te veel!

We klagen te veel, te veel over de dingen die er niet toe doen, wat ik jullie nu geef is een korte
schets van het klaagjaar 2010.

Ik weet het nog goed, we speelden tegen Spanje, we verloren en iedereen voelde zich massaal be-
drogen door de scheidsrechter, hele pagina’s op het sociale medium,Hyves, rezen op uit de as. We
hadden verloren en het was de schuld van de scheidsrechter. Er rezen zelfs heuse complottheorieën
op over de bewering dat de goede man betaald zou zijn door de FIFA om ons te bedriegen! Niets was
nog langer heilig en de goede man moest het ontgelden. Dat ik nu,bij het schrijven van dit artikel, de
naam van de goede man al niet meer weet, geeft denk ik wel aan hoe diep het mij geraakt heeft, we
hebben verloren, so what?

Het is gewoon voetbal hoor jongens! Twee keer drie kwartier kijken naar multimiljonairs die weigeren
te transpireren. Twee keer drie kwartier achter een balletje aan hobbelen en wie de meeste goaltjes
scoort die wint de pot! Spanje scoorde een goaltje meer en won de pot. Dat is het spel jongens! We
hebben toch een prachttoernooi gehad? Of zijn we vergeten hoe ‘we’ ons toernooi op miraculeuze
wijze hebben gered door van Brazilië te winnen? Ze brachten de cup niet mee naar huis, maar ze heb-
ben toch aangetoond dat we meetellen op mondiaal niveau, daar mogen we toch best een beetje trots
op zijn? Alleen Nigel de Jong heeft die avond nog iets mee naar huis gebracht, hij is er achter gekomen
dat hij beter in een kickboksring kan stappen!

Ik noem dit ook wel het ‘eerste WK voetbal’ dat we dit jaar verloren. Een kleine 2 weken geleden
hebben we ook nog een WK verloren, dat nog plaats moet vinden. Rusland zou het ‘gekocht’ hebben.
Maar laten we even realistisch zijn. Hoe denken wij als natie het grootste sportevenement ter wereld
te kunnen organiseren terwijl we onze eigen bekerfinale niet eens ‘normaal’ kunnen organiseren?
Beetje nuchterheid, datgene waar we als volk bekend om staan, zou ons nu niet misstaan.

We begonnen 2010 koud en waarschijnlijk eindigen we ook heel koud. Het enige wat je erover hoort is
ook zo negatief als iets! ‘Sneeuw is irritant’,’het is te koud’ ‘het is te glad’, ‘zolang we maar niet naar
buiten hoeven, met dit weer!’ Waarom? Ik heb dit jaar twee keer 50 kilometer gelopen in de branden-
de hitte, was anders ook niet echt prettig! Terwijl dat door de meerderheid als ‘mooi weer’ werd be-
stempeld, is het ook! Je hoort mij dus ook niet klagen over het weer, wanneer je de goede voorzorgs-
maatregelen neemt is moeder natuur prachtig! Laten we ook realistisch zijn: We schreeuwen al sinds
de jaren ’90, over een nieuwe Elfstedentocht, nu komt die er misschien in 2011, is het nog niet goed!
Wat zijn we toch een volkje dat voortdurend in paradoxen denkt. Misschien is daardoor ook wel de

| 42
December 2010

uitslag van afgelopen verkiezingen van 2010 te verklaren.

Wilders is namelijk de verpersoonlijking van de paradox! Hij en 1,5 miljoen mensen zullen dan ook niet
geklaagd hebben de afgelopen tijd: want ons mooie landje kleurde voor een aantal dagen wit, helaas
niet op de manier zoals zij het voor ogen hadden gehad!

We klagen over de kleine dingen en vergeten te schreeuwen over de fundamentele dingen die we
dreigen te verliezen, ons hoger onderwijs bijvoorbeeld, datgene dat wordt kapot bezuinigd, door
onmenselijk hoge boetes op te leggen voor hen die langer dan een jaar studievertraging oplopen. 3000
euro, dat was voor meneer Verhagen 33.000 euro! Ik zou dan ook graag zien dat die volgend jaar met
terugwerkende kracht op de begroting voor 2012 vermeld is!

We zouden veel kwader moeten zijn over de dingen die we dreigen te verliezen en tegelijkertijd zou-
den we veel ontvankelijker en meer tevreden moeten zijn met de dingen die we bezitten.

Laten we trots zijn op ons land,


laten we trots zijn op de sport-
prestaties die er worden gele-
verd! Laten wij van ons land
houden en laten we in er in 2011
een prachtig jaar van maken! Een
jaar waarin we niet langer verlie-
zen, maar alleen nog kunnen
winnen!

Laten we met zijn allen in 2011


wat meer gaan lachen en niet
onszelf laten wegkwijnen in dat
eeuwige geklaag en gezeur!

Want ook dat is de paradox, niet


de moslims moeten het land uit!
De pessimisten en zeurpieten
moeten het land uit! Want zon-
der hen kunnen we prima gedij-
en!

43 |
| HInT

| 44

You might also like