Professional Documents
Culture Documents
Van Cauwenberge Rhune Tussendoortjes
Van Cauwenberge Rhune Tussendoortjes
Van Cauwenberge Rhune Tussendoortjes
Academiejaar 2018-2019
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Instructie
We verdelen de groep in 2. De 2 groepen en gaan in een cirkel staan. We spelen ik-ga-op-reis-
en-ik-neem-mee maar dan over de bosklassen.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat ging niet goed en
waarom? Wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2018-2019
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Instructie
De leerlingen staan recht.
Ik zeg: dat alleen wat Jantje zegt uitgevoerd moet worden door alle leerlingen. Let goed op!
Demonstratie
Ik geef een voorbeeld. Ik zeg: ‘jantje zegt: ga zitten’ dus ik ga zitten en jullie moeten ook
allemaal gaan zitten.
Verloop
We spelen het spel. Wanneer ik gewoon het bevel geef zonder er voor te zeggen ‘Jantje zegt’
vallen de kinderen af. Dit gegeven vertel ik nog niet voor we starten met spelen.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2018-2019
Naam tussendoortje:
10’
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Verloop
We zingen het lied tijdens tochten, op gewone momenten,… we leren dit lied aan bij aankomst
in onze verblijfplaats.
Lied
En de boom staat op de bergen,hali,halo.
En de boom staat op de bergen,hali, halo.
En aan dien boom daar kwam een tak, een reuzetak.
Een pracht van een tak; ach, jongens wat een tak was dat!
De tak van de boom en de boom staat op de bergen, ha-li-lo.
En de boom staat op de bergen, ha-li-ha-lo.
Naam tussendoortje:
5’
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Organisatie
De leerlingen gaan per twee staan in een grote kring.
Verloop
Je vertelt dit verhaal terwijl de ene leerlinge de bijhorende bewegingen uitvoert op de rug van zijn
partner. Op het einde worden de rollen omgedraaid.
1.
Er waren eens twee spinnetjes op wandel in het bos= beide handen zijn spinnetjes die kruipen
over de rug.
Het was heel mooi weer en lekker warm = je wrijft met je platte handen op de rug van de
andere leerling. Over de schouders, tot helemaal beneden op de rug.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2018-2019
Naam tussendoortje:
5’
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
’t Muzikantje
Instructie
1 leerling gaat uit de klas. Ondertussen wordt er afgesproken wie het muzikantje is. Alle
leerlingen doen het muzikantje na. Het muzikantje moet zeer voorzichtig/ onopvallend
veranderen van beweging, de andere kinderen bootsen hem na. Het is aan de leerlingen die
even uit de klas geweest is om te raden wie de beweging verzint en wie dus het muzikantje is.
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2018-2019
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Verloop
Ik zet het Youtube filmpje aan. We spelen het af via de beamer.
De kinderen en wij (leerkrachten) doen de ochtendgymnastiek mee.
https://www.youtube.com/watch?v=QtHkBfpZ358
Naam tussendoortje:
10’
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Uitleg
Vind jij kleine konijntjes schattig? Opgepast dan, want de vossen hebben honger en proberen
de konijnenjongen te stelen! Is mama of papa konijn alert genoeg om de vos tegen te houden?
Of kunnen de sluwe vossen mama en papa konijn misleiden?
Verloop
Alle kinderen zitten in een kring, zij zijn de vossen. In het midden zit een andere leerling gehurkt
neer. Hij/zij is het konijn met jongen en wordt geblinddoekt. De jongen van het konijn liggen op
ong. 0,5 tot 1m afstand omheen het konijn. De spelleider duidt één voor één een vos aan. De
vossen sluipen zo stil mogelijk naar het konijn en proberen een ‘konijnenjong’ te stelen.
Wanneer mama of papa konijn de vos gehoord heeft, wijst hij in de richting van het geluid.
Goed gehoord? Dan moet de vos terug naar zijn plaats en gaat hij liggen (hij is uitgeschakeld).
Wie zal dit spel winnen? Het konijn of de sluipende vossen en vooral… hoeveel jongen blijven
over?
Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Academiejaar 2018-2019
Te gebruiken structuurwoorden:
organisatie - afspraken - instructie – verloop - (demonstratie) - (variatie)
Instructie
Wanneer er een moment is dat er gewacht moet worden. (bv. bij een spel, voor het eten, voor
de avondactiviteit,…). Duid ik een leerlingen aan die ‘roept’ 0. Daarna is het de bedoeling dat de
leerlingen verder tellen tot een getal dat ik kies (bv. 30). De leerlingen roepen daarna de
nummers op volgorde.