Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 8

RAS Renaisienne RFC Renaisien

Op 8 maart ging ik naar Utrecht om in de Galgenwaard FC Utrecht-Sparta Rotterdam bij te wonen.


Ik had nog tal van plannen in mijn hoofd voor dit seizoen, maar daar stak Covid-19 een virusstokje
voor.

Op 15 maart ging België in lockdown, net als veel andere landen, en voetbal met publiek zal in het
beste geval iets voor de late zomer van 2020 worden.

Na twee maanden mogen we ons ook verplaatsen voor recreative doeleinden en dus kwam ik op het
idee om voorlopig wat voormalige stadions en complexen te bezoeken en te fotograferen voor de
meedogenloze sloophamer en betonmolen de boel definitief doen verdwijnen.

De eerste trip ging naar Ronse, een stad die in de jaren twintig en dertig na Gent de
voetbalhoofdstad van Oost-Vlaanderen mocht worden genoemd, met twee clubs die geregeld op het
tweede nationale niveau mochten aantreden en in het geval van FC Ronse heel dicht bij promotie
naar het hoogste niveau kwamen.

Vanaf de jaren zestig kwam de klad erin, wellicht niet geheel vreemd aan de economische mailaise
die zich vanaf toen in deze ooit bloeiende textielstad voordeed.

Beide clubs raakten aan lager wal en fusioneerden in 1987 om het huidige KSK Ronse te vormen.
Deze club werd in de 21ste eeuw opnieuw erg succesvol en kon tussen 2001 en 2007 en tussen 2008
en 2010 eveneens het tweede nationale niveau bereiken. Intussen is KSK op niveau vier beland.

RAS Renaisienne had zijn stadion in het zuiden van de stad, dichtbij het Ronsische station en op
een steenworp van de huidige installaties van KSK Ronse in de Leuzeseteenweg. Het Maurice
Vandewielestadion bevindt zich in de Viermaartlaan, in een nette buurt met veel groen.

Ik had al een beetje in beide richtingen de laan afgelopen op zoek naar het stadion toen ik een man
uit zijn huis zag komen en hem vroeg of hij wist waar zich het stadion bevond. Deze brave en
behulpzame burger dacht dat ik het over KSK Ronse had en niet over het stadion dat zich, naar
achteraf bleek, zowat in zijn achtertuin bevond. Toen hij begrepen had dat ik op zoek was naar het
stadion van Assa Ronse, bleek ik op 10 meter van de ingang geparkeerd te staan, maar dat was
vanop straat niet zo makkelijk te zien.

De man verzekerde me dat het stadion potdicht was en dat ik het niet zou kunnen zien, maar zo
makkelijk geven we het natuurlijk niet op na 47 kilometer rijden. Ik besloot een rondje rond het
stadion te maken in de hoop ergens een opening te vinden vanwaar ik een glimp van het stadion zou
kunnen opvangen.
Het stadion zit echter volledig ingesloten tussen de huizen en ik was al bijna helemaal rond toen
plots mijn oog viel op wat de tuin moet zijn geweest van een gesloopt huis. Het terrein was niet
afgesloten, dus wandelde ik tot het einde van deze voormalige tuin waar paarse struiken de
afscheiding vormden tussen de tuin en het stadion. Daar moest wel ergens een gaatje in te vinden
zijn en jawel hoor, in de linkerhoek zat er een opening tussen de tuinmuur van het volgende huis en
de struiken waar ik mij tussen wrong.

De tuin lag gelukkig iets hoger dan het stadion en dus kreeg ik een goed zicht op de prachtige
tribune van dit in 1922 gebouwde stadion. FCLC Ronse speelde tot voor kort in dit stadion, maar
gaf er in 2019 de brui aan.

Daarom zijn de tribunes in groen en zwart geschilderd, terwijl de kleuren van Assa rood en wit
waren. Het onkruid heeft al danig zijn werk gedaan en ik vrees dat dit stadion, tenzij het snel een
nieuwe bespeler krijgt, gedoemd is om op korte termijn te verdwijnen.

AS Ronse speelde op niveau twee tussen 1923 en 1926 en tussen 1938 en 1948. In 1961 zakte de
club een eerste keer naar provinciale afdelingen en kwam enkel in 1964-1965 kortstondig terug. In
het laatste seizoen voor de fusie eindigde Assa veertiende in Derde Provinciale. Een interessant
detail is dat de legendarische Belgische oud-bondscoach Raymond “la science” Goethals ooit het
doel van deze club verdedigde.
De hoofdingang van het stadion aan de Viermaartlaan.
De prachtige oude hoofdtribune met nu de initialen en kleuren van FCLC Ronse.
Aan de overkant van de hoofdtribune is het verval echt ingezet. In de verte, achter het doel, staat
nog Assa Ronse in rode letters op de witte platen geschreven.

Tevreden dat ik het stadion toch van binnen had kunnen zien en een paar foto's had kunnen nemen,
zette ik koers naar het Parc Lagache waar RFC Renaisien zijn thuiswedstrijden speelde.

Dit stadion ligt heel dicht bij het stadscentrum in een buurt die duidelijk volkser is dan die van AS
Ronse, typische arbeidershuisjes en de nodige Noord-Afrikaanse patsers die de verkeersregels wat
losser interpreteren dan de rest van de stervelingen. De straat heet illustratief Spinsterstraat.

In het Lagachepark, genoemd naar de rijke industrieel die de gronden begin jaren twintig ter
beschikking van de club stelde, is nu nog een tennisclub gevestigd, hierdoor waren er wat tennissers
aan het spelen en was de poort van het complex open.

Van dit stadion is al heel wat verdwenen, maar de oude gradins, reservebankjes en ook de
spelersingang naar het veld in de linkerhoek van het veld zijn nog duidelijk te zien. Helaas heeft de
tennisclub ook al een extra speelterrein op de grasmat neergepoot, wat bijzonder ontsierend is, maar
wellicht onvermijdelijk gezien hier al jaren geen voetbal meer heeft gerold.

FC Ronse bereikte het tweede nationale niveau in 1931 en speelde er onafgebroken tot 1953.
In 1936 strandde de club op de tweede plaats met even veel punten als ARA La Gantoise, dat naar
de hoogste afdeling promoveerde.

Paradoxaal genoeg verspeelde in de andere reeks Racing Gent (de Gentse clubs hadden aan de
KBVB gevraagd om in verschillende reeksen te spelen om zo meer kans op promotie te maken) de
titel op de laatste speeldag in Seraing, waardoor de machtsverhoudingen in de Arteveldestad
definitief wijzigden in het voordeel van de Buffalo's die beter wisten om te gaan met de nieuwe
financiële realiteit in het voetbal dan het conservatieve en minder kapitaalkrachtige bestuur van
Racing.

In 1958 lukte het FC Ronse om nog één seizoen terug te keren naar Tweede Klasse, maar toen zette
het verval zich definief in. In dat seizoen werd overigens Club Brugge in het Lagachepark
kampioen van Tweede Klasse en keerde zo na jaren afwezigheid terug naar Eerste Klasse.

In 1965 belandde FC Ronse in Bevordering en in 1969 in provinciale afdelingen zonder ooit nog in
nationale te geraken.

In het laatste seizoen voor de fusie werd FC Ronse derde in Tweede Provinciale.

Het oude scorebord torent nog uit boven wat nog rest van de onoverdekte staanplaatsen aan deze
zijde.
Dit hek is door de tennisclub geplaatst op wat ook staanplaatsen waren, op het veld is nu ook een
padelveld en terras geïnstalleerd. De gradins lopen achter het tennisveld door tot in de hoek.
In de linkerhoek is de oude spelerstunnel naar het veld te zien. Wellicht zal hier ooit menige
woordenwissel na pittige wedstrijden zijn geweest met de supporters achter het doel. Op de
achtergrond is ook het heuvelachtige landschap te zien.

You might also like