(contact ontvangst: toewenden).

………Toewenden: ouders kijken kind aan, aankijken (contactinitiatief moeder roept,

contactontvangen karel kijkt), vriendelijke intonatie, vriendelijke gezichsexpressi (lachen), gebarem
(duim omhoog)
Ik denk dat ik dat ga tekenen: benoemen van gedachte. Teken dit maar waar ik blij van word
(benoemen van gevoelens). Benoemen van de ander (ik zie dat je hotel tekent, andere knikt). Ja-
zeggen, aanraken, ontvangstbevestiing geven en vragen
Rondkijken is initiatief en ander glimlacht, beurt geven en nemen stift pakken. Gelijke beurtverdeling.
Beurt doorgeven.. hand naar hand.  woorden benoemen!
Patroom: cooperatie:
 Elemanten: samen de boom tekenen : samen handelen, elkaa helpen, fysiek ondersteunen
(vasthouden blaadje voor ander).

Geslaagde interactiemomenten
02.00-02.08: Batya vraag welk jaartal ze zal tekenen (contactinitiatief: mening vragen). Micha
reageert hierop door te zeggen dat het 1 jaar moet zijn (contact ontvangst: mening geven).
Vervolgens tekent Batya dit.
02.19: Batya geeft de stift aan Micha (contactinitiatief: aangeven). Micha ontvangt de stift en
gaat tekenen (contact ontvangst: aannemen).
03.10: Micha zegt: ‘Het geloof mag je nooit vergeten (contactinitiatief).’ Moeder zegt hierop:
‘Ja’ (contact ontvangst: ja-zeggen).
04.43: Moeder geeft de stift aan vader, vader ontvangt deze, kijkt naar Micha
(contactinitiatief: aankijken), Micha kijkt terug (contact ontvangst: terug kijken) en ontvangt
de stift.
07.30-07.47: Micha vraagt of vader geen citroën logo wilt tekenen. Vader denkt hierover na.
Hij kijkt vervolgens Micha aan en zegt dat hij even vergeten is hoe het eruit zag. Micha kijkt
en zegt dat het twee driehoeken op elkaar zijn. Vader tekent het. Moeder reageert hierop dat
het nu echter lijkt.
07.50-07.55: Vader vraagt aan Batya of ze de stift wilt en went naar haar toe (contactinitiatief:
toewenden) en kijkt haar aan. Batya kijkt vader aan en pakt de stift (contact ontvangst:
toewenden).
08.42-08.52: Micha zegt dat hij een kruis gaat tekenen (contactinitiatief). Hij kijkt naar
moeder en Batya. Beiden reageren erop dat ze het leuk vinden (contact ontvangst: vriendelijke
intonatie).
09.20-09.37: Micha zegt dat hij al weet wat hij gaat maken: een boot. Moeder geeft als reactie
hierop de stift aan Micha als ze klaar is met tekenen. Micha zegt snel: ‘Dankjewel.’
10.47-10.53: Micha spelt een woord (contactinitiatief). Vervolgens gaat Batya lachen hierop
(vriendelijke houding en expressie).
12.27-12.37: Moeder zegt iets onverstaanbaars tegen dochter, kijkt dochter aan en lacht
(contactinitiatief: vriendelijke gezichtsexpressie). Dochter zegt dat ze het zag en lachte terug
(contact ontvangst: vriendelijke gezichtsexpressie).
13.11: Batya zegt dat vader de stift aan moeder moet geven. Vader reageert hierop door de
stift aan moeder te geven. Moeder neemt de stift aan en gaat tekenen.
14.00-14.13: moeder zegt dat Hans het is kijkt hem lachend aan en geeft de stift
(contactinitiatief). Hans kijkt moeder lachend aan en pakt de stift over. Hans zegt als reactie
daarop: ‘Als ik dat moet voorstellen dan neem ik jou mee (contact ontvangst: benoemen
voornemen).’
16.04-16.07: Batya zegt dat dit een Sumo worstelaar is, kijkt Micha aan en laat de mobiel zien
aan hem. Micha kijkt en zegt dat het eng is.
16.56-17.05: Moeder vraagt of het een parasol is. Micha zegt dat het een gebouw is van
België (contactiniatief: rondkijken). Iedereen reageert hierop: ‘Ojaa’ (contact ontvangst:
ontvangt bevestigen).
18.13-18.18: Batya zegt: ‘Mama jij kan bloemetjes meenemen.’ En kijkt haar moeder aan.
Moeder vraagt: ‘Oja, mag ik het tekenen?’, en neemt de stift aan.

De student verwijst naar minimaal 10 verschillende (goed?), geslaagde, interactiemomenten van het
gezin, welke zichtbaar zijn in de gemaakte opname. De student de past hier de concepten toe uit de
literatuur van de Basiscommunicatie uit de VHT/VIB. Welke?

 Moeder en kinderen vragen aan vader of hij iets wilt doet. Dit doet hij (zoals in het
begin). Ook hoor ik van iedereen wel initiatieven maar van vader minder. Ik vraag me
af of vader vaak initiatief neemt. Het zou kunnen dat vader vooral luistert en de rest
zegt wat hij moet doen. Volgens Onderwaater (2015) is dit een complementaire
interactie.
 Het zou kunnen dat kinderen extra aardig deden tegen mij. Omdat ze niet willen laten
zien dat de band niet goed is met hun ouders. Kinderen zijn namelijk vaak loyaal aan
hun ouders (Onderwaater, 2015). Ze gaan dan niet negatief doen tegen hun ouders of
praten over hun ouders als een vreemde er bij is.

  Er is sprake van horizontale loyaliteit in dit gezin (Onderwaater, 2015). Een
symmetrische relatie hebben ouders. Beide ouders lijken evenveel
verantwoordelijkheid te hebben in het geven en ontvangen. Moeder geeft aan vader de
stift en vader geeft aan moeder de stift. De samenwerking tussen beide is goed
verdeeld.

Niet wetenhouding: niet weet wt de ander wilt. Onderzoekende vragen stellen dus.. gewoon
doen alsof je niet weet ook al weet je en vragen stelen..

Grofmazige structuur: omgangscodes en regels mee maar wel vrij gehoude. Westese
cultuut. Hofstede Fijnmazige:wij cultuur

Etnocentrisme: je dnek alleen van je eigen blik

Uitsluitingsmechanise: memsne hebben anderre kenmerken van dominante groep die
uistluiten.

Interculturele sensitiviteit: kijken vnaf beide culturen

Uitsluitings meganisme: