Ambulant Werken Met Kinderen en Jeugdigen Febe Van Grinsven

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 10

AMBULANT WERKEN MET

KINDEREN/ JEUGDIGEN EN
HUN OPVOEDERS
[Ondertitel van document]

Febe van Grinsven


500731251
Minor jeugdzorg en hulpverlening
Martin Rijkaard
01-11-2019

Febe van Grinsven


[E-mailadres]
Inhoudsopgaven

1
Inleiding

2
1. Genogram

Plaats een afbeelding van het genogram in je verslag.


In de tekening staat feitelijke informatie vermeld zoals: initialen, leeftijden,
geboortedatum, overlijdensdatum, huwelijksdata en beroepen /opleiding.
De overeenkomsten tussen de familieleden onderling en eventuele ‘positieve’ genoemde
relaties tussen hen staan ook vermeld.

Uitwerking van het verslag:


Datum gesprek:
Aanwezige gezinsleden: (vermeld wie je had uitgenodigd, en redenen voor hun,
eventueel, afwezig zijn).
Duur van het gesprek: Globaal verloop gesprek:
Sfeer, indruk, tijdens het gesprek:
Er worden geen traumatische ervaringen besproken tijdens het bezoek.
(de uitwerking is Voldoende wanneer aan al deze aspecten is voldaan)
− maakt genogrammen van eigen gezin en een ander gezin en brengt daarbij de
talenten en krachten van de gezinsleden in kaart.

Opdracht 1:
Richtlijnen voor het maken van een verslag van een Genogram
In het verslag komen de volgende onderdelen aan bod:
1. Datum gesprek:

2. Aanwezige gezinsleden: (vermeld wie je had uitgenodigd, en redenen voor


afwezig zijn).

3. Duur van het gesprek:

4. Globaal verloop gesprek:

5.Sfeer, indruk tijdens het gesprek:

6. Verbanden tussen de familieleden zijn vermeld. Onderbouw dit met concrete


voorbeelden uit je observatie.

7.De tekening: het Genogram: plaats dit in je verslag!


Aandachtspunten bij het tekenen van een genogram:
- Teken alle gezinsleden
- Vermeld belangrijke feitelijke informatie over bekende familieleden. Denk aan
namen of initialen, leeftijden, geboortedatum, overlijdensdatum, huwelijksdatum,
beroep/school, bijzondere kenmerken van personen en/of omstandigheden,
migratiedatum belangrijke positieve gebeurtenissen met jaartallen.
- Geef door middel van relatielijnen positieve relaties weer, tussen familieleden.
Noem in de stippellijnvakjes links- en rechtsonder van het genogram welke de
gezinsthema’s van belang waren, of zijn. Je kunt hierbij denken aan sport,
3
hobby’s, talenten, beroepskeuzes, opleidingen, religie etc.

8.Welke overeenkomsten zie jij tussen de familieleden van het geïnterviewde


gezin terug? Onderbouw dit met concrete voorbeelden.

2. Droomeiland

− maakt een droomeiland samen met gezinsleden van een gekozen gezin en kan aangeven
welke nieuwe inzichten de gezinsleden verworven hebben.
− legt een verband tussen empowerment en cliënten uit de F-cultuur en G-cultuur

4
droomeiland) moet ‘Voldoende’ zijn om de opdracht inhoudelijk te kunnen
beoordelen.

Uitwerking van het Droomeiland (tekening). Voldoende /


Het droomeiland is uitgewerkt en voorzien van diverse personen of objecten. Plaats Onvoldoende
de afbeelding van het Droomeiland, van het gezin, in je verslag.

Er is een filmopname gemaakt van de geslaagde interactiemomenten tijdens het


tekenen van het droomeiland.
Beeld en geluid is voldoende waarneembaar door de docent.

(de uitwerking is Voldoende wanneer aan al deze aspecten is voldaan)


Uitwerking verslag:
Vermelding van wie startte met tekenen. Hypothese omtrent initiator is beschreven.
Samenwerking tussen gezinsleden is omschreven. Er is vermeld of de gezinsleden, Voldoende /
al dan niet, evenredig aan bod zijn gekomen. Onvoldoende
De (winst-) ervaring van de opdracht voor het gezin is vermeld.

(de uitwerking is Voldoende wanneer aan al deze aspecten is voldaan)

Geslaagde interactiemomenten:
De student verwijst naar minimaal 10 verschillende, geslaagde, interactiemomenten
van het gezin, welke zichtbaar zijn in de gemaakte opname. De student de past hier
de concepten toe uit de literatuur van de Basiscommunicatie uit de VHT/VIB.

Voor elk correct beschreven geslaagde interactiemoment krijgt de student een punt.

…………… cijfer 1-10

Hiërarchische Hypotheses:
Formuleer 2 hypotheses rondom de Hiërarchie in het gezin. Leg hierbij een verband
tussen jouw observaties en de literatuur.
……………… cijfer 1-
De hypothese hoeft niet getoetst te worden, maar geldt als iets dat in de toekomst
10
onderzocht zou kunnen worden.

Voor elk onderbouwde hypothese krijgt de student maximaal vijf punten.


Beoordeling opdracht B. Uitwerking Droomeiland en verslag.
Droomeiland tekening = Voldoende Uitwerking verslag = Voldoende

10 Geslaagde interactiemomenten + Hypotheses rondom Hiërarchie: 2 = cijfer

(alle onderdelen in opdracht B zijn met minimaal een voldoende o


Opdracht 2: …………… cijfer 1-10
Richtlijnen voor het maken van het Droomeiland door het gezin.

1.Het Droomeiland. Plaats een afbeelding van het Droomeiland, van het
gezin, in je verslag.

2.Maak een dvd-opname van het tekenen van het Droomeiland, door de
gezinsleden.

5
3.Vermeld in je verslag de antwoorden op de volgende vragen:
Wie nam het eerste initiatief tot tekenen? Welke hypothese kun je hieraan
koppelen?

Wat viel je daarbij op ten aanzien van de samenwerking?

Hoe vonden de gezinsleden het om de opdracht te doen?

Wat leverde de opdracht het gezin op?

4.Geef duidelijk aan welke geslaagde interactiemomenten je uit de opname


hebt kunnen halen. Geef hier 10 verschillende voorbeelden van in je verslag.

5.Vermeld in welke minuut je de geslaagde interactiemomenten ziet.

6. Formuleer 2 hypotheses rondom de Hiërarchie in het gezin. Leg hierbij


een verband tussen jouAbw observaties en de literatuur.
Voor elk onderbouwde hypothese krijgt de student maximaal vijf punten.
f 5,5 beoordeeld)

6
3. Analyse gezinsfunctioneren

Opdracht C.: Analyse van het gezinsfunctioneren op


basis van de Systeemtheorie en de relationele ethiek
van de Contextuele benadering.
Analyseer het gezinsfunctioneren op basis van 5 begrippen uit de Systeemtheorie.

(voor elk correct gebruikte begrip krijgt de student maximaal twee punten.)

Analyseer het gezinsfunctioneren op basis van 5 begrippen uit de Contextuele


benadering.

(voor elk correct gebruikte begrip krijgt de student maximaal twee punten. )
Beoordeling C. Analyse van het gezinsfunctioneren op
basis van de Systeemtheorie en de relationele ethiek
van de Contextuele benadering.
Systeemtheorie + Contextuele benadering : 2 = cijfer
Opdracht 3.
Richtlijnen voor de Systeemtheoretische en Contextuele analyse

1. Analyseer het gezinssysteem, volgens de Systeembenadering, op basis van


je observaties en informatie uit opdracht 1 en 2. Maak hierbij gebruik van 5
begrippen uit de Systeembenadering. De begrippen mogen hypothetisch
gebruikt worden. Geef dan wel aan wat maakt dat je deze hypothese hebt.

2. Geef een beschrijving van het gezin aan de hand van 5 begrippen uit de
Contextuele benadering. De begrippen mogen hypothetisch gebruikt worden.
Geef wel aan wat maakt dat je deze hypothese hebt.

7
De student:
- herkent de begrippen van de systeemtheorie
- kent de begrippen van de basiscommunicatie
- herkent de begrippen van de basiscommunicatie in een casus
- kent rollen in de gezinssystemen
- weet wanneer het genogram ingezet kan worden
- weet wat de functie van het droomeiland is
- kent de betekenis van de begrippen uit de contextuele benadering
- herkent de begrippen van de contextuele benadering in een casus
- kent de begrippen empowerment en ouderbegeleiding

Vergeet de rode draad niet!!! Dus inleidingen..

8
Literatuurlijst

Omvang : minimaal 1800 en maximaal 3000 woorden, exclusief inhoudsopgave, bijlage


het gebruikte lettertype is Times New Roman of vergelijkbaar lettertype, 12.

de verplichte literatuur is duidelijk verwerkt in het verslag.


er is een voldoende hoeveelheid bronnen gebruikt waaronder ten minste 4 boeken;
verwijzingen naar gebruikte bronnen zijn correct (zie Leerwijzer of APA- richtlijnen (zie Verhoeven));
wijze van citeren is juist, en citaten zijn gescheiden van eigen tekst;
wijze van parafraseren is juist;
het aandeel citaten en parafraseringen bedraagt maximaal tien procent;
de bronnenlijst is correct (zie Leerwijzer of APA-richtlijnen).

Literatuur Verplicht:
Onderwaater A., (2015) De onverbrekelijke Band, Inleiding &
ontwikkelingen in de contextuele therapie van Nagy, Pearson
Assessment and Information B.V., Amsterdam.

Bolt, A. (2017) Het gezin centraal, Handboek voor ambulante


hulpverleners. 9e compleet herziene druk. Uitgeverij SWP, Amsterdam

Aanbevolen:
Azghari Y., (2005). Cultuurbepaalde communicatie. Nelissen, Soest.

Hermanns, J., 2005,(red)Handboek jeugdzorg, methodieken en


programma’s deel 2, BohnStafleu van Loghum, Houten

Hoogland, M. (2004) Video Interactiebegeleiding, BohnStafleu van


Lochum, Houten.

You might also like