Professional Documents
Culture Documents
Stromingen in de Ontwikkelingspsychologie
Stromingen in de Ontwikkelingspsychologie
1. behaviorisme
2. cognitivisme
3. constructivisme
Principes behaviorisme
Principes constructivisme
• Actieve rol van de lerende bij het verwerven van informatie en kennis
6 verschillende ontwikkelingsgebieden
1. Cognitieve ontwikkeling
2. Sociaal-emotionele ontwikkeling
3. Seksuele ontwikkeling
4. Sensomotorische ontwikkeling
5. Creatief-expressieve ontwikkeling
6. Taalontwikkeling
1.4 Cognitieve ontwikkelingsfasen (Piaget)
5.
Leerstof aanbieden die net even verder gaat dan wat zij al
weten of kunnen.
Je wilt dus vooral weten wat een kind net niet kan.
• gericht op de verzorger (het kind hecht zich het meest aan degene die hem verzorgt)
• Spieren dichtbij de romp worden eerder beheerst dan verder afgelegen spieren
• Motorische ontwikkeling gaat hard; kruipen, lopen, grote voorwerpen pakken en neerleggen
• benoemen is begrijpen
lezen voorbeelden
• Kan mikken met een bal, kopje duikelen en van een lage kast afspringen
• Lichaamsbouw kind van bijna 6; slanker en met langere armen, benen en vingers
• interesse in feiten
• sterker prestatiegericht
• abstract denken (dus ook na kunnen denken als je dingen niet ziet)
• sterk in samenwerking
• sportieve competitie
• idolen
• vriendschappen
• uitsluiten en pesten
= het proces, waarin een individu zich in de omgang met anderen een cultuur eigen maakt.
2e milieu: de school
• invloedsfeer):
methode).
3 typen kinderen:
• als moeder even weggaat, lijkt het geen verschil uit te maken, het kind speelt gewoon door;
• als de verzorger weggaat, en het kind achterlaat bij een onbekende, is er even onrust maar
geen paniek;
• als moeder langer wegblijft, gaat het kind wel huilen maar het is bij moeders terugkeer
makkelijk te troosten. Het spel gaat door.
• naast de moeder een vreemde in de buurt, dan komt het kind niet tot spelen;
• als moeder weggaat is het kind volkomen in paniek, als moeder terugkomt is het kind ook
overstuur.
• meisjes
het 2e leerjaar:
1. rennen/hardlopen
2. hinkelen e.d.
3. werpen
4. zwemmen
5. vangen
Endomorph: De typische Endomorph heeft een ronde lichaamsbouw en is meestal wat korter
gebouwd met stevige armen en benen. De stofwisseling is vergeleken met de andere lichaamstypen
het traagst. De bovenbenen zijn vaak krachtig bij deze mensen. Maar de spieren zijn niet erg
gedefinieerd. Mensen met een Endomorph lichaamstype worden vaak beschreven als stevig.
Mesomorph: Mesomorphs zijn mensen met een grote borstkas en romp en ze hebben vaak een
brede schouderpartij. Deze mensen zijn goed gespierd en zijn vaak erg krachtig. Dit lichaamstype
heeft de meest atletische bouw en is ook de ideale lichaamsbouw voor bodybuilding. Arnold
Schwarzenegger is een voorbeeld van een Mesomorph lichaamstype.
Ectomorph: Ectomorphs zijn mensen met een hele smalle en dunne lichaamsbouw. Een (relatief)
kort bovenlichaam met een platte borst en smalle schouders zijn hier eigenschappen van. Daarnaast
zijn de armen en benen vaak lang en dun en hebben ze smalle handen, voeten en gewrichten.
Ectomorphs hebben een snelle stofwisseling en verbranden gemakkelijk calorieën.
Oefentoetsen
Online thema thema 15 bos boek