Professional Documents
Culture Documents
Les 16 Samenvatting
Les 16 Samenvatting
1. Inleiding
Gongsun Long 公孙龙 (ca.325-250 v.C)
o Dialectici (xingmingjia 形名家)
Op zoek naar een optimalisatie van het taalgebruik
‘school aangaande vormen en namen’
o Zijn werk is naar zichzelf genoemd
Bestaat uit 6 hoofdstukken
Wordt vaak als een ‘vervalsing’ beschouwd (behalve eerste 2
hoofdstukken)
Bekend verhaal = Baima Lun 白馬論 (hoofdstuk 2)
Dialectici
o Specialiseerden zich in taalfilosofie = relatie tussen taal en werkelijkheid
o Zhengming 正名= “rectificatie van namen”
o Gebruik van paradoxen
Soms negatief bekeken als denkers die “discussiëren om het discussiëren”
bianzhe 辯者
Andere vertegenwoordigers xingmingjia
o Deng Xi 鄧析 (545-501 v.C)
“realiteit volgt de designatie (autoriteit van het woord)”
Hield zich voornamelijk bezig met wetgeving zhuxing 竹刑 = eerste
geschreven (straf)wetgeving op bamboelatjes
Inspiratie voor ontwikkeling legalisme
o Hui Shi 惠施 (370-310 v.C)
Tijdsgenoot en vriend van de daoïst Zhuangzi
o Yin Wen 尹文
Leerling van Gongsun Long
Taoïstische canon
o Dit werk is erin opgenomen
o Zhengtong daozang
Opgesteld in de Zhengtong regeringsperiode
Hier uit een Taiwanese editie xinwenfeng
‘Sofistische’ discussie
o Ook in Mozi een reflectie over ‘een wit paard’
o Hanfeizi reageert ook op de discussie van het witte paard vanuit zijn realistische en
pragmatische invalshoek
Taal en discours
Confucianisten
o Gebruik van het woord als ‘opvoeding’
o Omschrijvingen, aan voorbeelden getoetst
Woorden uit het verleden = drager van wijsheid
Taoïsten
o Twijfel aan het woord
o Het geheel kan niet omschreven worden met woorden die elk naar een klein
onderdeel ervan refereren
De realiteit kan niet gevat worden door deconstructie (of cummulatie van
de onderdelen waaruit het bestaat)
Het geheel is meer dan de som van de onderdelen
Mohisten
o Overeenkomst tussen ‘zaak 實’ en naam 名 (criteria voor actie)
o Efficiënt bestuur en harmonieus samenleven vereisen duidelijkheid, precisie en
waarheid
o Woorden moeten duidelijk verwijzen naar de buitentalige werkelijkheid
(praktijk/toepassing)
o Zaken die niet bestaan op aarde (wushi 無實) kunnen niet benoemd worden
(wuming 無名) en kunnen daarom geen onderwerp zijn van een betekenisvolle
(“logisch onderbouwde” relatie)
Legalisten
o (letterlijk) woord is wet
Logici/dialectici
o Respecteer de logica binnen de taal
Opmerking
o In deze fase van de Chinese filosofie is er nog geen sprake van een logisch-
mathematisch systeem zoals de formele logica die in dezelfde periode in
Griekenland werk geponeerd door Plato, Aristoteles en Euclides
o Men kan wel spreken van een “proto-logica” obv interne consistentie
2 strategieën binnen de logici/dialectici
o Hetong yi 合同異 = “vereniging van verschillen” (oa bij Huizi)
Binair denken: 2 tegenovergestelde facetten van 1 aspect (bv. hard-zacht,
snel-traag)
Aparte concepten kunnen zich verenigen in een nieuw, uniek concept, dat
alle deelconcepten bevat (bv. hard+wit+steen = harde, witte steen)
o Li jianbai 離堅白 = “scheiden van concepten” (oa bij Gongsun Long)
Deconstructie
Aparte concepten kunnen niet in 1 nieuw concept gecombineerd worden
(bv. product van verschillende sensorische waarneming: hard + wit + steen
= harde steen + witte steen)
Linguïstisch
o Kleur bepaalt het object niet
o Het concept bevat geen eigenschappen het is pas wanneer we naar de realiteit
verwijzen dat we er eigenschappen aan moeten toevoegen
Relatie tussen woord/naam en realiteit
o Realiteit definieert het concept
o Het concept definieert de realiteit
Gongsun Long
o Vertrekt van concepten die losstaan van de realiteit
o Conceptueel denken
Tegenstander
o Vertrekt vanuit de realiteit
5 kleuren in het Klassiek China
o 黄黑白青示
o Gelinkt aan natuurelementen
Realiteit ≠ concept
o Als je vraagt om een paard, kan je zelf nog de realiteit kiezen (zwart, wit…)
o Als je vraagt om een wit paard, is concept al realiteit
o Als alles op hetzelfde niveau staat wit paard = zwart part (vanwaar de
differentiatie?)
Concept
o Heeft geen kleur
o Als we het toepassen op de realiteit kleur toevoegen
Mozi
o Bekijkt de wereld vanuit staatsprincipes, nutsprincipes realiteit
o Je kan enkel van boven naar onder gaan
Bv. hout is een afgeleid concept van een wagen, maar dat betekent niet dat
het een noodzakelijke voorwaarde is
Bv. je kan zeggen dat mensen talrijk zijn en daaronder kunnen dan rover
zitten
2. Grammatica
非
o Negatie NP
o “niet hetzelfde als”
o Zowel op realistisch als linguïstisch niveau
者
o Gebruikt om te contrasteren
可
o Om van een stelling te vragen: “is dit toegestaan binnen het systeem?”
也
o Gebruikt hij als basis voor zijn redering
是
o Voegwoord “dit (is het dat)”
乃
o Nadruk NP
所
o Nominaliseert het ww dat erop volgt
安
o Retorische vraag
3. Tekst
「白馬非馬」,可乎?
曰:可。
曰:何哉?
曰:馬者,所以命形也;白者,所以命色也。
命色者非命形也。故曰:「白馬非馬」。
曰:有白馬,不可謂無馬也。不可謂無馬者,非馬也?
有白馬為有馬,白之,非馬何也?
曰:求馬,黃、黑馬皆可致;求白馬,黃、黑馬不可致。
使白馬乃馬也,是所求一也。所求一者,白者不異馬也;
所求不異,如黃、黑馬有可有不可,何也?
可與不可,其相非明。故黃、黑馬一也,而可以應有馬,
而不可以應有白馬。是白馬之非馬,審矣!
曰:以馬之有色為非馬,天下非有無色之馬也。
天下無馬可乎?曰:馬固有色,故有白馬。
使馬無色,有馬如已耳,安取白馬?故白者非馬也。
白馬者,馬與白也;馬與白馬也,故曰:白馬非馬也。
曰:馬未與白為馬,白未與馬為白。
合馬與白,復名白馬。是相與以不相與為名,未可。
故曰:白馬非馬未可。
曰:以「有白馬為有馬」,謂有白馬為有黃馬,可乎?
曰:未可。曰:以有馬為異有黃馬,是異黃馬於馬也;
異黃馬於馬,是以黃馬為非馬。
以黃馬為非馬,而以白馬為有馬,此飛者入池而棺槨異處,
此天下之悖言亂辭也。曰:有白馬,不可謂無馬者,
離白之謂也。不 離者有白馬不可謂有馬也。
1
故所以為有馬者,獨以馬為有馬耳,非有白馬為有馬。
故其為有馬也,不可以謂馬馬也。
曰:白者不定所白,忘之而可也。
白馬者,言白定所白也。定所白者,非白也。
馬者,無去取于色,故黃、黑皆所以應。
白馬者,有去取于色,黃、黑馬皆所以色去,
故唯白馬獨可以應耳。無去者非有去也;故曰:「白馬非馬」。
白馬,馬也。乘白馬,乘馬也。驪馬,馬也。
乘驪馬,乘馬也。獲,人也。愛獲,愛人也。藏,人也。
愛藏,愛人也。此乃是而然者也。獲之親,人也。
獲事其親,非事人也。其弟,美人也。愛弟,非愛美人也。
車,木也。乘車,非乘木也。船,木也。
乘船,非乘木也。盜人,人也。多盜,非多人也。
無盜,非無人也。奚以明之?宋人,善辯者也。
持「白馬非馬也」服齊稷下之辯者。
乘白馬而過關,則顧白馬之賦。