Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Cymbal-zaak (deel 1): ‘Het leek wel

een gold rushʼ


Gepubliceerd: 12 juli 2019

Venezolanen zagen onder president Hugo Chávez (en na diens dood nog
veel erger onder zijn opvolger Nicolás Maduro) hun bolívars elke dag in
waarde verminderen en wilden massaal dollars inslaan.

Doordat de officiële door de regering in Caracas vastgestelde koers veel


meer dollars opleverde dan bolívars eigenlijk (op straat) waard waren,
werd het voor Venezolanen interessant om zo winst te behalen op het
grote koersverschil. Voor Venezolanen was swipen daarom uiterst
winstgevend.Maar niet alleen voor Venezolanen; iederéén maakte winst:
,,Alleen winst, en meer winst”, meldt Isaac in zijn verklaring. De ‘swipeʼ-
kantoren, de agenten en hun subagenten die op grote schaal cliënten
aanbrachten, de lokale commerciële banken en later ook internationale
banken.
In het begin had elke Venezolaan het recht om per kalenderjaar 8.000
dollar aan bolívars te wisselen tegen de officiële koers; 5.000 dollar CP
(=Card Present) voor reizen naar het buitenland en 3.000 dollar
(CNP=Card Not Present) voor bijvoorbeeld internetaankopen.
De belangrijkste landen voor Venezolanen om naar toe te gaan om er te
swipen waren Curaçao, Panama en Colombia en in mindere mater
Ecuador en Peru. ,,Het was een publiek geheim dat het gebeurde”, aldus
de verklaring van Isaac in het kader van de lopende strafzaken. ,,In ieder
geval op Curaçao. ‘Swipe maarʼ, het werd door niemand gezien als
strafbaar, laat staan als witwassen”, schrijft de oudste broer Grynsztein,
die al eens eerder was vervolgd (en vrijgesproken) voor witwassen en in
zijn verklaring aangeeft ‘dat nooit meerʼ te willen meemaken.
,,Amrans contacten via zijn schoonfamilie groeiden en voordat wij het
wisten hadden we een paar klanten.” Toen kwam de eerste agent: Daniel
Lutz, een Venezolaanse jongeman. Met hem ging alles via CNP, dus
alleen door het intoetsen van de cardnummers. ,,Hij stuurde ons dagelijks
drie paginaʼs op met daarop lijsten met namen, creditcardnummers en
het bedrag dat geswiped moest worden.”
Ondertussen kwamen de Venezolanen ‘met duizendenʼ de stad in om
hun tegoed te swipen. ,,Het was een gekkenhuis, dat kon iedereen zien
en iedereen die mee kon doen deed er aan mee. Bij alle winkels waren er
borden ‘ácceptamos cupo aqui/we swipe hereʼ) geplaatst. In het begin
was het geen kunst, het enige wat je nodig had, was een pinautomaat.” In
een kleine economie als Curaçao deed het swipen opeens de hele
economie opbloeien, vertelt Isaac. ,,Het was een ware invasie van
Venezolanen.”
Het familiebedrijf, dat in 1969 door de op Curaçao geboren vader
Nachman Grynsztein van Pools joodse afkomst met Monterrey Trading
Co. nv was opgericht, ging met steeds meer agenten werken. ,,Deze
agenten brachten in de eerste jaren de klanten naar ons kantoor, soms
waren er wel rijen van 150 mensen om te swipen”, aldus de verklaring van
Isaac. De agenten zorgden wel voor 85 procent van de omzet. Isaac had
er zijn handen vol mee: ,,Ik was altijd druk, altijd druk, 70 tot 80 uur per
week met uitzondering van de Sabbat.”
In zijn verklaring vertelt Isaac ook over zijn vader, die was begonnen met
één winkel aan de Breedestraat in Otrobanda. In de jaren 60/70 kende
Curaçao een grote bloei en het bedrijfje waar zijn vader mee was
begonnen, groeide dan ook in rap tempo. ,,Vanaf het begin was zijn
levensstijl keihard werken, eerlijk zijn en altijd positief blijven,” aldus Isaac
over zijn vader Nachman Grynsztein. ,,Uiteindelijk kreeg hij door hard
werken van MCB Bank een kleine lening, die hij binnen enkele maanden
daarna terugbetaalde.”
Het bedrijf groeide onder de namen Monterrey en La Linda, beide lang
tijd een begrip op Curaçao. ,,Curaçao was een soort mekka voor
inkooptoeristen, meestal uit Venezuela.” Het bedrijf groeide uit tot vier
winkels op Curaçao en twee op Aruba. In 1982 was er echter de grote
crisis - ook toen al - in Venezuela, met de devaluatie van de bolívar.
Daardoor kwam het toerisme uit het zuiderbuurland tot stilstand. ,,Dat
was voor mijn vader zijn eerste schok.” Toch bleef hij niet bij de pakken
neerzitten en volgden meer winkels, zoals Chulisimo.
Isaac beschrijft zijn vader als iemand die niet veel praatte maar juist veel
deed voor zijn familie. ,,Ik denk dat mijn vader een grote winkelketen
wilde opbouwen met alle zonen in het bedrijf. Dat was voor hem een
belangrijke droom.” De strategie was nadat Isaac in de zaak kwam gericht
op groei: meer winkels openen en meer onroerend goed aankopen. Zo
kwamen erbij Monterrey Las Vegas Shopping Center, Monterrey
Esperamos Shopping Center en Monterrey Santa Rosa.
Al eerder was er Pygmalion Real Estate. Deze kocht in 1992 een zevental
panden van Max Henriquez, een van de aandeelhouders van de MCB.
In 1995 werd een Tommy Hilfiger-winkel op Sint Maarten geopend.
Aruba, St. Martin en St. Thomas volgden; in totaal vijf Tommy Hilfiger-
winkels. Maar in 2001 zakte de omzet ‘dramatischʼ, waarop deze winkels
weer werden afgestoten. ,,Vervolgens richten wij ons op Del Sol, Swatch
en Furla.
Op voorstel van zijn broer Omer is de focus van Monterrey vervolgens
geheel verlegd naar de specifieke formules en besloten om de oude
‘lower-endʼ-winkels te sluiten omdat ze niet in de nieuwe strategie
pasten. ,,Het was voor mij duidelijk dat de toekomst zat in ‘brandsʼ en
niet in de Monterrey-winkels. Het was echter altijd moeilijk om de winkels
van Monterrey te sluiten omdat mijn vader daar veel waarde aan hechtte.”
De Grynszteins hebben daarna ook nog enkele agentschappen van
geldkantoren Western Union geopend met alles bij elkaar vier winkels.
,,Toen wij in augustus 2007 de allereerste swipe deden, bestond ons
familiebedrijf uit bijna twintig winkels”, aldus Isaac.
Iedereen deed mee: supermarkten, autoverhuurbedrijven, hotels, winkels
(klein en groot), de vrije zone. ,,iedereen die een pinautomaat had, deed
mee. Het was een open gebeuren. Ik heb het niet eens over gedogen.
Zodra je aankwam op het vliegveld stonden er taxichauffeurs met
(reclame)borden over waar men kon swipen. In sommige gevallen was er
zelfs privétransport geregeld. Het was zo overduidelijk dat het
airportmanagement met speciale ophaalregels kwam omdat het zo druk
was op het vliegveld.”
Isaac verder: ,,Het leek wel een ‘gold rushʼ. Mijn vader vertelde me dat het
in de jaren 70 tot en met 1982 ook zo was, druk, bomvolle vluchten, alles
vol en leuke sfeer.” Er was zoveel vraag naar contant geld dat pinnen bij
een bankautomaat soms niet lukte ‘omdat het geld overal op wasʼ. ,,In
2007/2008 waren er tijdens de feestdagen in december gewoon geen
dollars te krijgen. De banken hadden niet eens dollars, zoveel werd er
opgenomen.”

You might also like