dankt,

dankt nu allen God

               
 

Dankt, dankt nu al len God met hart en mond en han den, die
Die eeuw ig rij ke God mog' ons reeds in dit le ven een

      
Lof, eer en prijs zij God die troont in 't licht daar bo ven Hem,

        

7

gro te din gen doet, hier en in al le lan den, die

vrij en vro lijk hart en mil de vre de ge ven. Die

     
va der, Zoon en Geest moet heel de schep ping lo ven. Van

         
12

ons van kinds been aan ja, van de moe der schoot, zijn
uit ge na de ons be houdt ten al len tijd, is

  
Hem, de e ne Heer, gaf het ver le den blijk. het

        
16

va der lij ke hand en trou we lief de bood.

hier en o ve ral een hel per die be vrijdt.
he den zingt zijn eer, de toe komst is zijn rijk.