Over Mediatheorie

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Negatie van het Medium

De inhoud van een medium is het vorige medium, schreef Marshall McLuhan. Een onvermijdelijk gevolg van deze
regel is, dat degene die streeft naar inhoudelijke verdieping, altijd uitkomt bij een voorafgaand medium. Voor het
schrift is dat de stem, voor de fotografie het schilderij en de grafiek, voor film de foto en het theater, voor radio de
vertelling en het concert. Voor het hele massamediale pakket is dat de opera in zijn 19de-eeuwse gedaante van
Gesamtkunstwerk. Alle andere mogelijke combinaties leveren ook zo hun diepgang. In termen van het eigen
medium uitgedrukt, concentreert de schrijver zich op het raadsel van de stijl. De fotograaf buigt zich over de
techniek van het ingekaderde licht en de verhouding tussen lichte en donkere vlakken. En de filmer onderzoekt
de combinatie van stilstaande beelden en het zwart daartussen.

Ook de 'media' in hun huidige verschijningsvorm zoeken de deur naar een volgend medium, naar een buiten, al
lijken ze nog ver van dit punt verwijderd. Hedendaagse media onttrekken hun inhoud nog aan iets buiten zichzelf,
ze willen vol worden en hun hele programma uitproberen. 

Arjen Mulder

Mediatheorie probeert te achterhalen hoe ons lichaam reageert op media en hoe ons lichaam door die media
wordt geprogrammeerd om op een bepaalde manier te reageren.

In de mediatheorie bestaan drie hoofdstromingen :

- Film en televisiewetenschap & cultural studies met spcialisatie visuele cultuur


- Literatuurwetenschap
- Kunstenaars en buiten-universitaire intellectuelen

Media tonen ons de wereld maar tegelijk veranderen ze ons zo dat wij menen dat de mediaal getoonde wereld de
enige echte wereld is. Media tonen niet zozeer oe het leven echt is, ze geven eerder het gevoel dat je het echte
leven pas meemaakt als je op media ben aangesloten.

Hermediatie  Hermediatie heeft te maken met de inhoud van media. (geïntroduceerd door Mc Luhan). Volgens
McLuhan is de inhoud van een medium altijd een vorig medium.\

Wat wij waarnemen zijn niet zozeer de dingen alswel de emotionele responsen die de dingen in ons operoepen.
Sterker nog we nemen geen dingen waar, maar de relaties tussen dingen, de verbanden en wisselwerkingen
tussen dingen onderling en tussen de dingen en ons.

http://webcache.googleusercontent.com/search?
q=cache:_QOaLZ2aQz0J:studentenopstand1968.wordpress.com/print-media/
+hermediatie&cd=6&hl=nl&ct=clnk&gl=nl

Media worden vaak als vanzelfsprekend beschouwd, maar in feite denken we via media. Hoe we denken is
namelijk zo sterk verbonden met de media via welke onze gedachten worden verwerkt en waardoor onze
gedachten worden gegenereerd, dat we over het algemeen niet beseffen dat gedachten gemedieerd zijn. Hier
speelt Marshall McLuhanop in met zijn uitspraak ‘media are the extensions of man’. (Loon 2008: 4). Media zijn
een uitbreiding of verlenging van de zintuigen van de mens. (Dijck 2007: 15-16) Met de snelle ontwikkeling van
elektronische en digitale media is het waarheidsgehalte van deze uitspraak alleen maar groter geworden.

De inhoud van de mediatie is niet onafhankelijk van de specifieke eigenschappen van de media, want, zoals
McLuhan zei, ‘the medium is the message’. Joost van Loon benadrukt dat media niet alleen instrumenten of
gereedschappen zijn, maar ook ‘agents’ van politieke, sociale en culturele processen (Loon 2008: 8, 13).
Kenmerkend voor alle media is dat de ‘inhoud’ van elk medium altijd een ander medium is. De inhoud van
bijvoorbeeld schrift is spraak, de inhoud van drukwerk schrift en de inhoud van de telegraaf drukwerk. Een
bijzonder geval is spraak. De inhoud van spraak is een actueel proces van gedachten (McLuhan 2001: 8).

Uit het voorgaande is gebleken dat media niet neutraal staan ten opzichte van context, inhoud en effect. Ze zijn
met andere woorden geen ‘black box’ (Loon 2008: 3). Het medium bepaalt hoe je een verhaal of gebeurtenis
waarneemt. In dit geval zal ik me concentreren op de studentenopstanden in kranten op internet. De
bijbehorende onderzoeksvraag luidt: Hoe worden de studentenopstanden herinnerd en gerepresenteerd op
websites van kranten? Een eerste inperking bij deze vraag is dat ik me met name zal richten op de
gebeurtenissen van 1968 in Parijs. Daarnaast bekijk ik uitsluitend websites van Engelse en Nederlandse kranten.
televisie enorm bijdroeg aan de intensiteit van de gebeurtenissen

Dergelijke ingescande artikelen en kranten zijn een duidelijk voorbeeld van immediacy, aangezien de
eigenschappen van het nieuwe medium (internet) zoveel mogelijk op de achtergrond blijven. Een mogelijk gevolg
van het inscannen van het oorspronkelijke materiaal, in plaats van alleen de tekstuele inhoud te reproduceren, is
dat de lezer, in navolging van Gumbrecht, dichter bij de illusie van het ervaren van het verleden komt.

Conclusie

Ruim 40 jaar later worden de studentenopstanden nog steeds gerepresenteerd als erg belangrijke en invloedrijke
gebeurtenissen. Kenmerkend voor de besproken artikelen uit 2008 is de reflecterende aard en de presentatie van
verschillende visies op de ongeregeldheden. Niet alleen de auteurs, maar ook historici en ooggetuigen kijken
terug op 1968: Wat was dat nu eigenlijk voor een tijd? Wat zijn de mythes en wat is er werkelijk gebeurd? Waren
er andere revolutionaire gebeurtenissen aan te wijzen in 1968? Is de betekenis van de studentenopstand niet
enorm uitvergroot? Op deze manier ontstaat er een genuanceerder beeld van 1968. Hoewel het fout is om
veranderingen in de geschiedenis aan een moment toe te schrijven, kan 1968 volgens Kurlanski worden
beschouwd als ‘the epicentre of a shift, of a fundamental change, the birth of our post-modern media-driven
world… It was the beginning of the end of the Cold War and the dawn of a new geopolitical order.’ (O’Hagen
2008).

In alle ervaringen spelen media een hoofdrol, we kennen de wereld voor een groot deel via de media, en omdat
we onze ervaringen grotendeels vastleggen via de media. Beelden roepen een virtuele ruimte op, verhalen
roepen een virtuele geschiedenis op – een in zich gesloten, zelfstandig ssysteem dat zich koppelt aan het
systeem van zelfgeorganiseerde ervaringen dat wij in ons dragen en dat wij voor een aanzienlijk deel zijn. We
hebben in onze hersenenen en ons lichaam niet twee gescheiden ervaringssystemen waarvan het ene alleen
door media kan worden geactiveerd en het andere alleen door directe waarnemeningen. De Bijbehorende
gevoelens bij media is authentiek en onvoorspelbaar.

De virtuele, visuele ruimte van het schilderij, wordt door de schilder opgebouwd met kleuren, lijnen en vlakken.
De ervaringen die we met ruimte hebben bestaan doorgaans iut wat we er in zien, horen, aanraken en uit wat we
onserbij herinneren en verbeelden. Om deze reden bootsen schilders objecten zo na dat er een wisselwerking
tussen hen wordt gesuggereerd – een wisselwerking waaruit de zichtbare ruimte en de voelbare continuïteit van
die ruimte voortkomt. Een schilderij gaatniet over de werkelijkheid die erop is afgebeeld maar over de wijze
waarop met schilderkunstige middelen een werkelijkheid wordt opgeroepen. Een schilderij is een uitdrukking van
een gevoel, van een ervaring.

Een foto gaat niet over de buitenwereld maar over de wijze waarop ze met fotografische middelen de ervaring
weeet op te roepen van een ruimte waarin objecten gerangschikt staan. Die objecten staan zo gerangschikt
omdat de fotograaf ze zo gerangschikt heeft in zijn beeldkader toen hij, door zijn lens turend rond de objecten
circelden. Als een foto je iets doet is dat altijd een mediaal effect.

De inhoud van een medium is altijd een vorig medium (Marschall Mcluhan). De inhoud van een fotografie is de
schilderkunst, de fotografie is film, inhoud van film is video. Film en video vormen de inhoud van televisie, inhoud
van geschreven tekst is gesproken taal.

Hermediatie is het afbeelden of nabootsen van het ene medium in het andere medium. Nieuw aan een nieuw
medium is de wijze waarop het oudere media hermedieert, maar nieuw is ook de wijze waarop oudere media het
neiuwe medium hermedieren en daardoor zelf bij de tijd blijven. In de media zijn uitsluitend weergaven van
andere media te zien en te horen.

Je kunt het publiek de indruk geven direct te zijn aangesloten op een feitelijke werkelijkheid, waarbij het niet
nodig is dat men aandacht besteedt aan het medium waarmee die aansluiting tot stand lijkt te worden gebracht.
Je kunt je publiek ook de indruk geven juist niet op een direct ervaarbare werkelijkheid te zijn aangesloten, maar
integendeel op een medium dat ervaringen genereert. Transparantie wil zeggen dat het medium zelf waardeloos
is, maar de ermee overgedragen boodschap des te waardevoller. Bijv. tv is transparanter dan ilm (want live)
schrift is tranparanter dan het gesproken woord (want tijdsbestendig) beter, vollediger, echter dan vorige
media.

Paradox van mediatheorie is dat ons gedrag niet voortkomt uit onze vrije wil of maatschappelijke
verantwoordelijkheid maar uit de media waarmee we die wil en verantwoordelijkheid in concreto vorm trachten te
geven. Werden de media vroeger gebruikt als spreekbuis of megafoon om het eigen kleine gelijk door te sturen
naar de grote massa, voortaan waren de media zelf het doel waarop acties zich richtten want media en publieke
opinie waren een pot nat. Men vacht niet meer voor een goede zaak, men ensceneert zijn verzet zodat de media
er aanacht aan zullen besteden, niet om de massa met haar publieke opinie tot opstand of revolutie te bewegen
maar om in de media te zijn geweest. Spektakelmaatschappij

Alle kunst komt voort uit buitenmediale ervaringen. Deze hoeven niet collectief te zijn (al kan dat wel maar kunen
ook hoogst individueel zijn beleefd. In praktisch elk kunstenaarsleven komt een fase voor waarin de persoon in
kwestie niet het geringste benul heeft wat hij of zij op aarde loopt te doen, ja zelfs sterk de indruk heeft dat er iets
niet klopt aan het aardse gebeuren totdat het medium wordt gevonden waarmee de kunstenaar in spe aan de
slag kan. De koppeling tussen de buitenmediale ervaring en het juiste medium zorgt ook voor het gevoel zinvol
bezig te zijn, hoe groot de twijfel over de eigen prestaties verder kan zijn soms.

You might also like