Professional Documents
Culture Documents
lj4 - th1 Planten Bs 1 TM 7
lj4 - th1 Planten Bs 1 TM 7
Houtvaten en Bastvaten:
1. Vervoer van voedingsstoffen, suiker en koolhydraten van de bladeren
bastvaten Naar de rest van de plant.
2. Hiermee voedt de plant zich, te veel aan voedingsstoffen worden
opgeslagen.
3. van boven naar beneden (van blad naar wortel)
Functie van de wortel
1) Het vastzetten van de plant in de bodem
2) Het opnemen van water en voedingsstoffen
3) Het opslaan van reserve voedsel
Zuurstof
Verbranding
HOE WERKT VERBRANDING
Van
Fotosynthese Een plant maakt met fotosynthese de volgende producten:
naar
verbranding
Van Fotosynthese naar verbranding
Een plant maakt met fotosynthese de volgende producten:
1. Glucose
2. Zuurstof
Verbranding
Voor verbranding in het lichaam
zijn de volgende producten nodig:
1. Glucose
2. Zuurstof
Verbranding van stoffen
Wat heb je nodig : Wat levert verbanding op:
1. Brandstof: 3. koolstofdioxide (CO2)
- benzine/diesel/gas 4. water (H2O)
- hout
- kaarsvet En
- glucose
5. Energie (Deze gebruik je in de
vorm van groei, bewegen,
2. Zuurstof (O2) herstellen)
Wat is het doel van verbranding?
Wat is het doel van verbranding?
ASSIMILATIE
Glucose omzetten (in een plant)
Glucose kan worden omgezet in: In de plant heeft dit volgende functie:
Uitlopers: bovengrondse
horizontaal groeiende stengels
bijv. aardbeienplant
Wortelstokken: ondergrondse
horizontale groeiende stengels
bijv. Lelietje-van-dalen
Ongeslachtelijk vs geslachtelijke voortplanting
1. Vindt plaats door gewone 1. Vindt plaats door
celdeling (mitose) reductiedeling (meiose)
2. De nakomelingen hebben 2. De nakomelingen hebben niet
exact dezelfde kenmerken als hetzelfde DNAmaar een eigen
de ouder (hetzelfde DNA uniek genotype
en/of genotype)
3. Door geslachtelijke
3. Zijn kopietjes van de ouder voortplanting ontstaan telkens
(vorm van klonen) nieuwe genotypes
Bouw en functie van
bloemen
BASISSTOF 6
Stuifmeelkorrels
Bestuiving
insectenbloemen
Grote bloemen
Gekleurde bloemen
Ruiken lekker (maken geurstoffen)
Maken nectar
De stuifmeelkorrels zijn rug en
plakkerig (dan plakken ze beter aan de
insecten vast)
Windbloemen
❖Kleine bloemen
❖Geen speciale kleuren, lekkere geuren
❖Geen nectar
❖Lange meeldraden
❖Veel stuifmeelkorrels
❖Stuifmeel glad en licht (makkelijk voor de
wind)
❖Stempel is groot voor het opvangen van
langskomende stuifmeelkorrels
Bestuiving
Geen bestuiving
(Niet zelfde soort eicel en
zaadcel)
Wel bestuiving
(wel zelfde soort eicel en
zaadcel)
Plant kan op twee
manieren bevrucht
Worden:
1. Zelfbestuiving
2. Kruisbestuiving
Bevruchting
Verspreiding
Verspreiding zaad door de wind
Verspreiding zaad door dieren
Verspreiding
zaad door
eten (dieren)
Verspreiding springzaad