Deskresearch Auke

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Jongeren kampen met corona-eenzaamheid

Uit het onderzoek blijkt dat drie op de tien Nederlanders zich eenzaam voelen in de coronacrisis.
Vooral onder jongeren is een stijging te zien. Bijna de helft in de leeftijdsgroep van 25 tot 34 jaar
voelt zich eenzamer dan voor de coronacrisis en bij jongeren onder de 25 is dat aantal nog groter.

Het onderzoeksbureau vroeg jongeren in maart, en in mei opnieuw, of ze zich eenzamer voelen dan
voor de crisis:

Dat juist jongeren meer eenzaamheid ervaren is niet zo vreemd, volgens Hans Alderliesten van
kennisinstituut Movisie. Dat instituut werkte niet mee aan de enquête, maar doet wel onderzoek
naar effecten van de coronacrisis, zoals eenzaamheid.

Veel ouderen staan al meer aan de zijlijn en worden niet per se eenzamer door de crisis, blijkt uit de
enquête. Volgens Alderliesten is in het algemeen de kans op eenzaamheid groter naarmate mensen
ouder worden. Jongeren zitten in een leeftijdsfase waarin ze zich willen ontwikkelen. "Ze willen erop
uit, reizen, nieuwe relaties aangaan. Ze zijn heel erg bezig met zelfontplooiing, en dat is nu lastig.
Veel plekken waar ze hun sociale leven hebben, zoals school en werk, zijn dicht." (NOS, 2020)

Eenzaamheid en depressie liggen op de loer

Tot 1 juni mogen we niet naar evenementen en tot zeker 6 april kunnen we niet uit eten of de kroeg
in. Daarbij moeten veel mensen vanuit huis werken, waardoor ze hun collega's niet in het echt zien.
Dat is nogal wat, aangezien we sociale wezens zijn. 

Die sociale onthouding kan leiden tot ernstige gevolgen, waarschuwt gedragsbioloog Patrick van
Veen. "Het gebrek aan contacten door deze periode heeft als gevolg dat meer mensen te maken
zullen krijgen met eenzaamheid en depressie."

Als mensen geïsoleerder raken, worden ze somberder, blijkt uit onderzoek. Dat leidt tot
paniekaanvallen, angststoornissen en andere problemen. "We weten in zo'n geval niet meer wat we
met ons leven moeten en dat levert allerlei problemen op."

Hoe komen we die tijd dan door? Als eerste moeten we verveling proberen te voorkomen. Daarbij is
het belangrijk onderscheid te maken tussen verveling enerzijds en eenzaamheid en sociale isolatie
anderzijds. "Op het moment dat die samenkomen, dan kan het ernstig worden. Als de verveling deels
wordt opgeheven, wordt het probleem een stuk minder."
Als tweede noemt hij het aanhouden van een normaal ritme. "We hebben nou eenmaal veel
behoefte aan structuur en regelmaat." Een vast slaapritme aanhouden is dus essentieel om mentale
problemen te helpen voorkomen.

Als derde noemt hij het onderhouden van sociale contacten. "Dat kan door moderne technologische
middelen. En in Italië en Spanje zie je dat mensen vanaf hun balkon allerlei activiteiten doen. Dat zijn
weer sociale contacten." 

Mensen maken onderdeel uit van een structuur die bestaat uit verschillende groepen, legt hij uit.
"Die groepen moeten we nu opnieuw uitvinden, en dat kan zwaar zijn. Sportclubjes en collega's
vallen door social distancing in het echt weg, maar we vormen ook weer nieuwe groepen. Denk aan
je buren. Naar de winkel gaan wordt inmiddels een behoefte, want daar kom je tenminste mensen
tegen."

Hij vindt dat we relatief makkelijk op thuisquarantaine overgaan. "Als je een gevangene in de


isolatiecel wil plaatsen, moet je niet voor niets aan allerlei protocollen voldoen, zoals een
maximumaantal dagen. Isolatie levert namelijk grote problemen op, bijvoorbeeld bij het weer
resocialiseren." 

Isolatie is de ergste straf die je in ons land kan krijgen, zegt hij. "En dan doen we nu massaal, terwijl
we weten dat de impact daarvan heel groot kan zijn. Denk aan het krijgen van een depressie,
angststoornissen, paniekaanvallen, verwaarlozing, overdadig alcohol drinken en het ergste geval zelfs
het plegen van zelfmoord" (RTLnieuws, 2020).

‘Veel studenten krijgen nu minder lessen. Een groot deel van de colleges is vooraf opgenomen,
waardoor interactie ontbreekt. In de overige digitale lessen zijn docenten de zenders en studenten
de stille ontvangers. Om ruis te voorkomen houden de meeste studenten hun mond – terwijl een
dialoog van groot belang is om iets leren. Vragen stellen en constructieve discussies voeren maken
het onderwijs waardevol. Door vertraging op de lijn, elkaar niet kunnen aankijken en het ontbreken
van een groepsgevoel is dat nu vrijwel onmogelijk’ (Parool, 2020).

Hiernaast hebben ook docenten het moeilijker. Het is lastiger aan te voelen of studenten zich nog
focussen en welke onderwerpen meer/minder aandacht nodig hebben. Er kan dus lastig geschakeld
worden.

“Studeren gaat om veel meer dan inhoudelijke kennis. Je ontwikkelt je tijdens je studie ook als
persoon. Je leert in groepen te werken, maakt nieuwe vrienden en raakt geïnspireerd door bevlogen
docenten. Waar samenwerken eerst om meer draaide dan alleen een deadline halen, is het nu
getransformeerd tot een zakelijke aangelegenheid zonder ruimte voor het informele.” (Parool, 2020).

Studenten kunnen minder goed geïnspireerd worden door bevlogen docenten en worden vaak
afgeleid door alle afleidingen die de thuisomgeving biedt. Ook wordt er stress ervaren door ruim
vijftig procent van de 1300 door StudeerSnel ondervraagde studenten. Er zijn zorgen over de waarde
van het diploma en baanperspectief.
De Werkplaats Onderwijsleertechnologie (WOLT) deed in samenwerking met lector Fleur Prinsen van
het Kenniscentrum Talentontwikkeling onderzoek naar de wijze waarop studenten het
afstandsonderwijs beleven:

‘Een kleine 4.000 studenten vulden het onderzoek in en uit het onderzoek bleek het volgende: ruim
de helft (54%) van de studenten moeite heeft om het schoolwerk online te organiseren. Zij worstelen
met online lessen voorbereiden en volgen en met het maken van opdrachten. Een kleine
meerderheid (60%) van de studenten geeft aan de studie, ook nu die online plaatsvindt, onder
controle te hebben. Ook heeft een kleine meerderheid er alle vertrouwen in de aangeboden vakken
te behalen (58%)’ (profielen.hr,2020).

‘Gemotiveerd blijven om thuis te studeren, is voor veel studenten een opgave. Hannah vertelt: ‘Ik
heb periodes dat het beter gaat, maar op sommige dagen vraag ik me af waarom ik überhaupt nog
aan het leren ben. Het is zo fictief allemaal. Ik volg de lerarenopleiding geschiedenis en heb nu les
van een docent die ik nooit ‘live’ heb gezien, ik ken haar alleen van het scherm. Dat is toch bizar? Ik
zit continu hier, acht uur per dag op deze stoel. Ik mis de school, mensen tegenkomen op de gang,
gewoon even praten. Hoe langer het duurt, hoe meer stress het met oplevert. Ik vraag me af waarom
we ons in crisistijd allemaal hardnekkig hebben vastgeklampt aan het normale ritme want niets was
normaal en het was eigenlijk niet te doen. Was dat nou echt nodig?’ (Profielen.hr,2020).

Ook het ING economisch bureau heeft onderzoek gedaan naar online colleges:

‘Leren is een sociaal proces. Als hij het onderzoek in één zin moet samenvatten, dan is het die, zegt
sectorbankier onderwijs Jan Willem Spijkman van ING. De coronacrisis blijkt een ‘snelkookpan’ voor
digitalisering op hogescholen en universiteiten. “Dat heeft voordelen, maar brengt ook allerlei risico’s
met zich mee”, zegt hij. “Denk aan een verminderde betrokkenheid van studenten, hoogoplopende
ICT-kosten en privacy- en cyberveiligheidsrisico’s.”

Digitalisering in het hoger onderwijs is geen heilige graal, blijkt uit onderzoek van ING Economisch
Bureau, dat dinsdag verschijnt. Hogescholen en universiteiten stapten in maart massaal over door de
coronacrisis, maar driekwart van de respondenten heeft liever fysieke lessen dan enkel online
onderwijs. De bank ondervroeg niet alleen klanten, maar sprak ook met verschillende koepels,
hogescholen en universiteiten.

“Tijdens de coronacrisis hebben we gezien hoe belangrijk digitaal onderwijs is, maar ook waar het
aan schort”, zegt Spijkman. “Studeren is in belangrijke mate een sociale aangelegenheid.
Samenwerken en feedback krijgen en geven is van groot belang voor het resultaat. Digitaal onderwijs
is mede daarom geen volwaardig substituut voor fysiek onderwijs. Samen luisteren naar een docent
is veel meer waard dan in je eentje kijken naar een laptop.”

De onderzoekers namen de voor- en nadelen van vijf digitale onderwijstoepassingen onder de loep:
studiemateriaal, kleinschalige werkcolleges, toetsen, organisatie en grootschalige
hoorcolleges. Online studiemateriaal komt als meest veelbelovend uit de bus. De meerwaarde ervan
is groot, stelt ING. Online studiemateriaal is aantrekkelijk door de variatie aan mogelijkheden zoals
ook video’s en games, en doordat de stof automatisch aangepast kan worden aan de vorderingen
van de student.

Op de tweede plaats staan kleinschalige digitale collegevormen. Dat is volgens ING het enige
onderdeel van het leerproces waarvoor digitalisering zowel qua kwaliteit als kosten meerwaarde kan
hebben. Digitale colleges maken het onderwijs minder tijd- en plaatsgebonden en als ze een deel van
de fysieke lesuren vervangen, kunnen ze ook kostenbesparingen opleveren.
Voor de overige onderdelen heeft verdere digitalisering volgens ING zowel financieel als inhoudelijk
minder meerwaarde. De onderzoekers pleiten dan ook niet voor volledige digitalisering, maar voor
een ‘hybride vorm’, waarbij fysiek en digitaal onderwijs elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld doordat
studenten via online voorbereiding beter voorbereid op colleges kunnen verschijnen.

Ook studentenvakbond LSVb is kritisch op de vlucht die het digitale onderwijs sinds de coronacrisis
heeft genomen. “Onlineonderwijs kan voorzien in informatieoverdracht”, zegt voorzitter Lyle Muns,
“maar veel minder in goede begeleiding van studenten en sociale cohesie. Het is belangrijk dat
studenten onderling vragen of twijfels kunnen delen.’ (Trouw, 2020).

De impact van corona op jongeren

In samenwerking met het RIVM spraken UvA onderzoekers met 35 jongeren tussen de 16 en 24 jaar
over de effecten van Corona. Wat is de impact geweest van de lockdown? Hoe denken de jongeren
over de versoepelingen die van kracht zijn geworden en de huidige coronamaatregelen?

Tijdens de lockdown

De meeste jongeren in het onderzoek geven aan dat de coronamaatregelen invloed hebben gehad
op hun sociale leven. Zij hebben hun vrienden lang niet gezien, waren bang om af te spreken en door
het ontbreken van school, sport en feesten lag het sociale leven buitenshuis stil. Toch lukte het
nagenoeg alle jongeren om op andere manieren contact te onderhouden, bijvoorbeeld door middel
van (video)bellen, appen, online games spelen, online spelletjesavonden en social media (snapchat
en Instagram).

Steunfiguren in hun sociale netwerk

De meeste jongeren geven aan dat ze naast hun ouder(s) iemand hebben voor raad en advies, zoals
schoonouders, opa’s en oma’s, collega’s, vrienden van ouders of begeleiders van school. Met hen
bespraken zij over het algemeen de coronacrisis en de getroffen maatregelen met een positieve
invloed op het naleven van die maatregelen.

Invloed op hun stemming

De helft van de jongeren in het onderzoek geeft aan dat de coronacrisis en maatregelen hun
stemming negatief heeft beïnvloed. Ze slapen minder, denken negatiever, voelen zich eenzaam of
geïrriteerd en maken zich meer zorgen over hun eigen gezondheid en/of schoolprestaties. Maar er
zijn ook jongeren die benoemen dat dit alles hen iets positiefs heeft gebracht. Zo was er meer ruimte
om te doen wat ze zelf wilden en konden sommigen meer creatief bezig zijn met bijvoorbeeld
schrijven en pianospelen. 

Sinds de versoepelingen

Sinds de versoepelingen zijn de jongeren uit het onderzoek anderen meer gaan zien. Ze geven aan
zich ook na de versoepelingen over het algemeen aan de maatregelen te houden. Ze noemen de
maatregelen een noodzakelijk kwaad om de verspreiding van het virus onder controle te krijgen.

Tegelijkertijd stellen de meeste jongeren dat de 1,5 meter-afstand-regel soms lastig kan zijn, vooral
als ze met hun vrienden afspreken, en worden drukke plekken nog vermeden. Het overgrote deel
geeft aan nog niet van alle versoepelingen gebruik te maken. Zo vinden veel van de ontmoetingen
nog steeds online plaats.
Een beperkt aantal jongeren zou graag een differentiatie van de aanpak zien, waarbij voor jongeren
meer versoepelingen gelden, zolang ze maar niet in contact komen met ouderen of andere
kwetsbare groepen.

Coronatesten

De toegenomen mogelijkheden om je bij de GGD te laten testen op de aanwezigheid van het


coronavirus, wordt door vrijwel alle geïnterviewde jongeren als een positieve ontwikkeling gezien
waar zij ook graag gebruik van willen maken mochten ze coronaklachten krijgen. Als de test aan zou
geven dat het coronavirus aanwezig is, zal bijna elke geïnterviewde ervoor kiezen om in thuis-
quarantaine te gaan. Zij zien daarnaast een negatieve test niet als vrijbrief te stoppen met het
naleven van de maatregelen.

Advies aan de overheid

Op basis van de interviews met jongeren adviseren de onderzoekers de overheid jongeren te


complimenteren voor het zich houden aan de maatregelen en jongeren en volwassenen te helpen
elkaar te vinden en over de coronamaatregelen in gesprek te gaan. Dit kan een positieve invloed op
het naleven hebben. Ook is het goed te erkennen dat jongeren de coronacrisis en maatregelen
psychisch zwaar kunnen vinden. Benoem dat dit ‘een gezonde reactie is op een onnatuurlijke
situatie’ en roep jongeren op om de mentale belasting te bespreken met ouders, vrienden en
steunfiguren in hun omgeving. 

De resultaten van het onderzoek worden ook genoemd in de brief van minister de Jonge van 24 juni
aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond Covid-19 en versoepeling van maatregelen.

Achtergrond analyse

Deze analyse is gebaseerd op (telefonische) interviews door onderzoekers van de UvA, vakgroep
Forensische Orthopedagogiek, in samenwerking met het RIVM, met 35 jongeren die tussen de 16 en
24 jaar zijn. De interviews zijn gehouden tussen woensdag 3 juni en zondag 7 juni 2020 (Universiteit
van Amsterdam, 2020).

Literatuur
De gevaren van lang thuiszitten: “Eenzaamheid en depressie liggen op de loer”. (2020, 24 maart).
Geraadpleegd op 16 september 2020, van
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5067991/corona-virus-covid-19-eenzaamheid-
depressie-thuiswerken-verveling

NOS. (2020b, 16 mei). Jongeren kampen met corona-eenzaamheid: “Ik mis mensen om me heen”.
Geraadpleegd op 16 september 2020, van https://nos.nl/artikel/2334100-jongeren-kampen-met-
corona-eenzaamheid-ik-mis-mensen-om-me-heen.html

Universiteit van Amsterdam. (2020, 25 juni). De impact van corona op jongeren. Geraadpleegd op 22
september 2020, van https://www.uva.nl/shared-content/faculteiten/nl/faculteit-der-maatschappij-
en-gedragswetenschappen/nieuws/2020/06/jongeren-en-corona.html?cb

You might also like