Professional Documents
Culture Documents
Begrijpend Lezen Nieuwe Stijl PDF
Begrijpend Lezen Nieuwe Stijl PDF
pdf
Opgeslagen in Dropbox • 9 mei 2019 18F37
Zoek... Zoeken
To make this website work, we log user data and share it with processors. To use this
website, you must agree to our Privacy Policy, including cookie policy. I agree.
SHARE ) HTML ' DOWNLOAD
0Delen
- Transcriptie
1 Begrijpend Lezen Nieuwe Stijl Inouk Boerma,
onderwijsadviseur SBZW Anita Manders,
onderwijsadviseur Edux Marjolein Markhorst,
onderwijsadviseur Drielanden educatieve
dienstverlening Inleiding Sinds de jaren tachtig
werken scholen in Nederland met methoden voor
begrijpend lezen. Indertijd bestonden de lessen in dit vak overwegend uit het maken
van vragen over een gelezen tekst. Allengs werd men zich bewust van het gegeven dat
deze manier van werken de leesaanpak van leerlingen niet wezenlijk verandert.
Hedendaagse methoden voor begrijpend lezen richten zich daarom ook op het
optimaliseren van het leesproces. Onderwijs in leesstrategieën staat hierbij centraal.
Onder invloed van allerlei nieuwe inzichten op het gebied van begrijpend lezen, gaat
het onderwijs hierin nu opnieuw op de schop. Alternatieven voor de huidige methoden
winnen terrein. Daarbij wordt hoog ingezet op het vergroten van de motivatie en
betrokkenheid van leerlingen. Functionele, betekenisvolle en actuele teksten vormen
het uitgangspunt. De nieuwe media scheppen nieuwe mogelijkheden. Wat is
begrijpend lezen? Het uiteindelijke doel van het leesonderwijs is dat leerlingen als
goede begrijpend lezers de basisschool verlaten (Stoeldraijer & Förrer, 2008).
Begrijpend lezen is essentieel voor schoolsucces, want bij alle andere vakken wordt
een beroep gedaan op de leesvaardigheid. Ook in het dagelijks leven wordt
voortdurend een beroep gedaan op het leesbegrip. Volgens Van de Grift (2008) heeft
de leesvaardigheid zelfs effect op het salaris dat men later verdient. Om een goede
begrijpend lezer te worden zijn verschillende vaardigheden van belang. Allereerst zijn
dat vlot technisch lezen, woordenschat en leesstrategieën. Uit onderzoek van Vernooy
(2009) blijkt, dat vooral de eerste twee vaardigheden een sterke duidelijke correlatie
met begrijpend lezen laten zien (0.90 en 0.80). De samenhang tussen leesstrategieën
en begrijpend lezen komt minder sterk naar voren (0.30). Daarnaast spelen andere
zaken een rol, zoals kennis van de wereld, intelligentie, motivatie, interesse en
betrokkenheid. Naast begrijpend lezen wordt er ook vaak gesproken over studerend
lezen. Studerend lezen wordt gedefinieerd als het toekennen van betekenis aan
geschreven taal met als doel de opgedane informatie te onthouden en mondeling of
schriftelijk weer te geven. 1 Hiertoe behoren bijvoorbeeld de studievaardigheden
herlezen, schematiseren, onderstrepen, aantekeningen maken, uitreksel maken en
samenvatting maken. Aan deze vaardigheden wordt vooral in groep 7 en 8 aandacht
besteed. Onderzoek naar leesstrategieën Uit onderzoek van het Cito (PPON nummer
33, 2007) blijkt dat de resultaten die leerlingen behalen op het gebied van begrijpend
lezen niet afhankelijk zijn van de methode die op school wordt gehanteerd. Met de
verschillende methoden die er bestaan, worden door de bank genomen dezelfde
resultaten behaald. En dat is opmerkelijk, want tussen de methoden bestaan zowel
inhoudelijk als wat betreft de tijdsinvestering grote verschillen. Een van de meest
opvallende verschillen is het gebrek aan uniformiteit waar het gaat om de aangeboden
leesstrategieën. De ene methode behandelt een groot aantal verschillende
leesstrategieën, terwijl dit aantal in de andere methode juist beperkt is gehouden. Een
en ander hangt ongetwijfeld samen met verschillende definities van het begrip
strategie. 1 Definitie afkomstig van
3 Vernooy (2007b, 2009) benadrukt dat begrijpend leesonderwijs meer inhoudt dan
alleen aandacht hebben voor de deelvaardigheden. Er is directe instructie nodig,
waarbij de leerkracht hardop denkend voordoet hoe een tekst het beste aangepakt
kan worden. De leerkracht fungeert dus als model voor het leesproces en hij
verwoordt de handelingen die hij verricht. Vernooy geeft bovendien aan dat het nodig
is om met leerlingen te praten over wat het toepassen van leesstrategieën hen heeft
opgeleverd. Begrijpend lezen en de kerndoelen Het onderwijs in begrijpend lezen staat
op dit moment volop ter discussie. Hoewel de deskundigen het er over eens zijn dat
het begrijpend lezen nieuw en bij voorkeur ander leven zou moeten worden
ingeblazen, is er geen eenduidigheid over de precieze invulling ervan. In ieder geval
moeten scholen er voor zorgen dat hun onderwijsaanbod voldoet aan de kerndoelen
die in 2006 door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn
opgesteld. Deze geven, ook op het gebied van begrijpend en studerend lezen, aan wat
leerlingen aan het eind van groep 8 aan kennis en vaardigheden moeten hebben. Voor
begrijpend en studerend lezen zijn de volgende kerndoelen geformuleerd: Domein B.
Schriftelijk taalonderwijs 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in
informatieve en instructieve teksten waaronder ook schema s, tabellen en digitale
bronnen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van
school- en studieteksten, andere instructieve teksten en bij systematisch geordende
bronnen, waaronder ook digitale. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te
vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 9. De leerlingen krijgen plezier in
het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve
teksten. Domein C. Taalbeschouwing, waaronder strategieën 10. De leerlingen leren bij
de doelen onder mondeling taalonderwijs en schriftelijk taalonderwijs strategieën te
herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. Opbouw van het artikel In
dit artikel zal ingegaan worden op drie alternatieven om het onderwijs in begrijpend
lezen op een effectieve en aantrekkelijke manier vorm te geven. De alternatieven, te
weten Nieuwsbegrip, Kidsweek Junior in de klas en begrijpend lezen in de zaakvakken,
zijn uitgewerkt in drie deelartikelen. In elk deelartikel wordt beschreven in hoeverre
met het betreffende alternatief een brug kan worden geslagen tussen theorie en
praktijk. Hierbij worden praktische informatie en aanbevelingen gegeven met
betrekking tot het gebruik op school. Het artikel wordt afgesloten met een
overkoepelende conclusie. Nieuwsbegrip In dit deelartikel wordt ingegaan op de
begrijpend leesaanpak Nieuwsbegrip. Nieuwsbegrip is door het Projectbureau van de
CED-groep Rotterdam in het schooljaar op de markt gebracht en had als voornaamste
doel uitbreiding van de leertijd voor begrijpend lezen. Bij leerkrachten leefde het idee
dat de lessen in begrijpend lezen niet volstonden om de leerlingen op het beoogde
niveau te krijgen. De oplossing zou liggen in het creëren van meer begrijpend leestijd.
Nieuwsbegrip was dan ook bedoeld als aanvulling op de reguliere methode voor
begrijpend lezen. Inmiddels is bekend dat niet de hoeveelheid leertijd, maar de
kwaliteit van de instructie en de teksten cruciaal zijn voor de effectiviteit van het
onderwijs in begrijpend lezen (PPON nummer 33, 2007). Deze elementen komen onder
andere in Nieuwsbegrip tot uiting in het beperkte aantal leesstrategieën dat wordt
behandeld en door de inzet van actuele teksten. Bij de ontwikkeling van de wekelijkse
teksten en opdrachten van Nieuwsbegrip wordt gebruikgemaakt van de nieuwste
inzichten rondom effectief begrijpend
4 leesonderwijs. Door de online aanpak zijn de makers in staat hun methode
inhoudelijk up to date te houden. Nieuwsbegrip kan echter in zijn huidige vorm nog
niet als kerndoelenproof beschouwd worden. Hoe werkt Nieuwsbegrip? Bij
Nieuwsbegrip lezen leerlingen wekelijks een tekst over een actueel onderwerp. Aan de
tekst zijn woordenschat- en leesbegripoefeningen gekoppeld, waarmee leesstrategieën
worden geoefend. De makers gaan ervan uit dat het aanbieden van actuele teksten
motiverend werkt en het plezier van leerlingen in begrijpend lezen vergroot. De
redactie schrijft wekelijks actuele teksten op vier niveaus voor de groepen 4 tot en met
8 van het (speciaal) basisonderwijs en de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs.
Aan het begin van iedere week worden de teksten aangeboden op de website. Bij
iedere tekst zijn opdrachten en een handleiding beschikbaar. Ook is er sinds enige tijd
de mogelijkheid om bij ieder onderwerp op KlasseTV 2 een kijk- en luisteropdracht uit
te voeren. Per schooljaar worden 35 teksten op vier niveaus aangeboden. De teksten
gaan over hetzelfde onderwerp, maar het leesniveau is net als de opdrachten
aangepast. Er wordt gewerkt met blokken van vijf weken. Het lezen van de tekst en het
maken van de opdrachten neemt 30 tot 45 minuten in beslag. In Nieuwsbegrip komen
de volgende vijf leesstrategieën aan bod: voorspellen, ophelderen van
onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen en relaties/verwijswoorden. Elke
leesstrategie staat eens in de vijf weken centraal en komt ieder jaar zeven keer aan
bod. Deze leesstrategieën zijn tevens de basis van het stappenplan, dat bij iedere tekst
wordt gebruikt. Het stappenplan bestaat uit leesstrategieën en vragen die voor het
lezen, tijdens het lezen en na het lezen kunnen worden ingezet. In groep 4 wordt naast
deze leesstrategieën ook iedere week aandacht besteed aan technisch lezen. Elke les
bevat een oefening waarin de centrale leesstrategie van die week aan bod komt.
Daarnaast vullen de leerlingen een sleutelschema in over de tekst. Een sleutelschema
is een visuele weergave van de belangrijkste gegevens uit een tekst en hun onderlinge
relaties. Het maken en invullen van sleutelschema's zet leerlingen aan tot diep denken
en praten over de inhoud van de tekst. Bij verschillende teksten kunnen verschillende
sleutelschema s horen. Dit is afhankelijk van de denkactiviteiten die de leerlingen bij de
tekst moeten toepassen. De tekst vormt het uitgangspunt van de les. Iedere tekst
wordt samen met de kinderen gelezen met behulp van het stappenplan. Aan het einde
van een tekst schrijven leerlingen woorden op die zij moeilijk vinden en zoeken ze de
betekenis op met behulp van de woordhulp. De woordhulp biedt
woordenschatstrategieën waarmee leerlingen achter de betekenis van het moeilijke
woord kunnen komen (bijvoorbeeld een omschrijving, synoniem in de tekst zoeken,
naar het plaatje kijken, het woord analyseren). In wisselende werkvormen,
geïnspireerd op het principe van de meervoudige intelligentie, oefenen leerlingen
iedere week met voor hen moeilijke woorden. Bij iedere tekst hoort ook een
woordenlijst met drie tot zes moeilijke woorden. Na het lezen van de tekst worden
opdrachten gemaakt. 2 Op KlasseTV vindt u educatieve videoclips die naadloos
aansluiten op de in het basisonderwijs gebruikte lesmethoden. Op KlasseTV vindt u bij
het onderwerp van de week beeldmateriaal. De Nieuwsbegrip-redactie schrijft er extra
verwerkingsopdrachten bij.
5 Bij Nieuwsbegrip worden de teksten gelezen op een manier die rolwisselend lezen
heet. Bij rolwisselend lezen wordt er in groepjes gelezen en vindt er een dialoog plaats
over de tekst tussen leerkracht en leerlingen. In het begin is de leerkracht de expert;
hij/zij staat model voor de leerlingen, denkt hardop zodat de leerlingen kunnen zien en
horen hoe het lezen wordt aangepakt. Geleidelijk aan nemen de leerlingen de rol van
de expert over en krijgen zij steeds meer verantwoordelijkheden tijdens het lezen. Het
is de bedoeling dat leerlingen zich door deze manier van lezen bepaalde
leesstrategieën eigen maken, waardoor ook transfer naar andere leessituaties mogelijk
wordt. Bij Nieuwsbegrip zijn begin- en eindtoetsen beschikbaar. De begintoets kan na
tien weken worden afgenomen. Met de toets wordt inzicht verkregen in de beheersing
van de leesstrategieën van de leerlingen. Aan de strategieën waarop leerlingen
uitvallen, kan naar aanleiding van de toetsresultaten extra aandacht worden besteed.
Na 25 tot 30 weken kan er een eindtoets worden afgenomen. Nieuwsbegrip en de
huidige inzichten rondom effectief begrijpend leesonderwijs De makers van
Nieuwsbegrip hebben gebruikgemaakt van recente theoretische kennis over effectief
begrijpend leesonderwijs. Onderwijs in leesstrategieën met gebruikmaking van
rolwisselend lezen, betekenisvolle teksten en de aandacht voor woordenschat zijn
hiervan voorbeelden. Deze drie aspecten zullen hieronder nader toegelicht worden. In
Nieuwsbegrip speelt het expliciet aanleren en toepassen van leesstrategieën een
belangrijke rol. Door voor, tijdens en na het bestuderen van een tekst van
leesstrategieën gebruik te maken, kan de lezer zijn of haar begrijpend leesproces beter
sturen. De leesstrategieën die in Nieuwsbegrip centraal staan, zijn leesstrategieën die
uit onderzoek als evidence based naar voren komen. In het stappenplan komen echter
ook andere evidence based strategieën naar voren die de makers zelf niet expliciet in
de handleiding genoemd hebben. Het gaat om het activeren van voorkennis en het
visualiseren van de inhoud van de tekst. Het visualiseren van de inhoud wordt binnen
Nieuwsbegrip toegepast middels de aangeboden sleutelschema s. De strategie
verwijswoorden/verwijsrelaties is door de makers extra toegevoegd vanwege het
belang dat zij hieraan hechten. In de literatuur is dit belang nooit aangetoond. In de
handleiding van de leerkracht wordt steeds verwezen naar het stappenplan. Het is de
bedoeling dat de leerlingen deze consequent bij de tekst hanteren. Daarnaast maken
de leerlingen na iedere tekst ook vragen die betrekking hebben op het inoefenen en
toepassen van een van de vijf leesstrategieën. Bij iedere les staat zowel voor de leerling
als voor de leerkracht duidelijk beschreven welke leesstrategie centraal staat. De
leesstrategie wordt in de les expliciet geoefend. Nieuwsbegrip biedt voor de leerkracht
dus een duidelijk kader waarbinnen te werken. Door gebruik te maken van het
stappenplan buiten de context van Nieuwsbegrip zou mogelijk ook transfer plaats
kunnen vinden naar andere vakken. Door gebruikmaking van de actualiteit wordt
getracht de motivatie en de interesse van de leerlingen in positieve zin te stimuleren.
Nieuwsbegrip gaat er dan ook vanuit dat leesplezier tot leessucces leidt. Het lijkt
waarschijnlijk dat de leerlingen door deze kennis over actualiteit ook hun kennis van de
wereld verrijken. Met de introductie van KlasseTV lijkt Nieuwsbegrip nog
betekenisvoller te zijn geworden. In het werkveld komen veel positieve reacties van
scholen die met Nieuwsbegrip werken. Leerkrachten geven aan dat leerlingen weer zin
hebben in begrijpend lezen en dat er met meer enthousiasme en motivatie aan de
teksten wordt gewerkt. Nieuwsbegrip lijkt hiermee dan ook zijn doel behaald te
hebben, leerkrachten en leerlingen zijn enthousiast! In de wekelijkse teksten van
Nieuwsbegrip speelt woordenschat een grote rol van betekenis. De makers van
Nieuwsbegrip hebben hiermee ongetwijfeld getracht tegemoet te komen aan de
inzichten rondom het belang van een grote woordenschat voor het goed kunnen
begrijpend lezen. Bij iedere les is er aan het begin aandacht voor moeilijke woorden
middels de woordhulp. Leerlingen schrijven hun moeilijke woorden op en proberen
achter de betekenis te komen. Daarnaast wordt er in de verwerkingsopdrachten ook
aandacht besteed aan de woordenschat. Dit wordt gedaan door tijdens de verwerking
een opdracht aan te bieden die betrekking heeft op het vergroten van de
woordenschat en het gebruiken van de woorden die van belang zijn bij de actuele
gebeurtenis uit de tekst. De makers hebben getracht bij de keuze van deze
7 deze aanpakken, lijkt daarbij voorop te staan. Hieronder volgen enkele praktische
aanbevelingen met betrekking tot de inzet van Nieuwsbegrip. Praktische
aanbevelingen Niet alle opdrachten van Nieuwsbegrip zijn even relevant en
bevorderend voor het stimuleren van de begrijpend leesvaardigheden van de
leerlingen. Het betreft hier vooral de laatste opdrachten van ieder tekstniveau. Het is
aan de leerkracht om de relevantie te beoordelen. Probeer de Nieuwsbegriples zo
vroeg mogelijk in de week te plannen. Dit vanwege de actualiteit van het thema.
Nieuwsbegrip heeft aandacht voor woordenschat. De woorden worden echter maar
een keer besproken. Laat de woorden die in de tekst naar voren komen in de klas
frequent terugkomen, bijvoorbeeld middels een woordmuur. Maak gebruik van
KlasseTV. Op deze manier worden leerlingen nog meer geprikkeld voor het onderwerp
en wordt tevens het begrijpend luisteren en kijken geoefend. KlasseTV heeft hier ook
een speciaal stappenplan voor ontwikkeld. Hanteer het stappenplan voor het lezen van
de teksten ook bij andere vakken. Op deze manier vindt er transfer plaats van
leesstrategieën naar andere vakken. De aanpak Nieuwsbegrip gaat uit van
informatieve teksten. De kerndoelen geven aan dat ook andersoortige teksten en
informatiebronnen (poëzie, internet, encyclopedieën et cetera) aan bod zouden
moeten komen. Probeer dit in het onderwijsaanbod in te bouwen. Maak hierbij ook
gebruik van het stappenplan. Bij studerend lezen is het hanteren van
informatiebronnen en het omgaan met studieteksten van belang. In Nieuwsbegrip
komt dit nog te weinig naar voren. Het aanschaffen van een methode op dit gebied is
een mogelijkheid, maar het is efficiënter om uit te gaan van teksten die reeds in het
onderwijsaanbod zitten. Studievaardigheden als herlezen, schematiseren,
onderstrepen, aantekeningen maken, uitreksels maken en samenvattingen maken
zouden middels het rolwisselend onderwijs onderwezen kunnen worden. Minimaal
een keer in de twee weken zou er aandacht moeten zijn aan studerend lezen in de
groepen 7 en 8. Kidsweek Junior in de klas Een krant in kleur, op tabloidformaat, met
veel foto s en plaatjes. Volwassen rubrieken (naast nationaal en internationaal nieuws
bijvoorbeeld ook boek- en filmrecensies), gevuld met actuele informatie over
onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen in de
basisschoolleeftijd. De speelse koppen komen de aantrekkelijkheid van de krant nog
eens extra ten goede. In een eerste kennismaking met Kidsweek Junior, ontstaat de
indruk van een sexy medium. Bovendien, kinderen raken vertrouwd met het lezen van
een krant, in een tijd waarin landelijke dagbladen springen om nieuwe lezers! Hulde
dus, aan de krant. Onderzoek naar aanleiding van de vraag in hoeverre het co-product
Kidsweek Junior in de klas van waarde zou kunnen zijn binnen het begrijpend
leesonderwijs, levert ons inziens een meer genuanceerd oordeel op. Hoe werkt
Kidsweek Junior in de klas? Alvorens tot een kritische beschouwing van het product
Kidsweek Junior in de klas te komen, is het van belang enig inzicht te hebben in de
werkwijze ervan. Kidsweek Junior is een krant voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8
van de basisschool, met teksten op verschillende leesniveaus. Onder de naam
Kidsweek Junior in de klas ontwikkelt Uitgeverij Kidsweek in samenwerking met
Stichting Onderwijs Maak Je Samen bij iedere krant lesmateriaal. Dit materiaal, dat
bestaat uit opdrachtkaarten bij teksten uit de krant, verschijnt wekelijks op de
bijbehorende website. Leerkrachten van scholen met een abonnement op Kidsweek
Junior in de klas kunnen, naast de opdrachtkaarten voor de leerlingen, ook de
handleiding bij het lesmateriaal downloaden.
8 Het lesmateriaal van Kidsweek Junior in de klas bestaat uit diverse typen kaarten,
die verschijnen op drie verwerkingsniveaus. Zo zijn er kaarten die zijn verbonden aan
een specifiek artikel uit de krant van de week. Dit zijn de zogeheten variabele kaarten,
die uitkomen in maar liefst elf rubrieken, gekoppeld aan vakgebieden. Niet alleen
vakken als lezen, taal en rekenen, maar ook wereldoriëntatie, het natuuronderwijs en
de expressieve vakken komen hierbij aan bod. Ook is er de rubriek Schat aan woorden,
waarin aandacht wordt besteed aan het vergroten van de woordenschat. De overige
typen kaarten zijn niet gekoppeld aan een bepaalde Kidsweek Junior, maar kunnen in
principe iedere week worden ingezet. In deze categorie bevinden zich onder meer de
zogeheten Vaste kaarten, die eveneens uitkomen in de genoemde elf rubrieken. Voorts
zijn er de vaardigheidskaarten, waarmee praktische zaken als het maken van een
powerpointpresentatie, het houden van een interview en het schrijven van een gedicht,
kunnen worden geoefend. De variabele en vaste kaarten bevatten regelmatig
verwijzingen naar deze kaarten. Voor de leerlingen zijn er ten slotte de na-kaarten. Met
behulp van deze kaarten kunnen de leerlingen na het maken van een opdrachtkaart
reflecteren op hun handelen. Naast de kaarten voor leerlingen bestaan er ook
leerkrachtkaarten, die de leerkracht tips geven voor klassikale activiteiten, gekoppeld
aan de krant. Ook worden de leerkrachten op de website uitgenodigd om zelf
opdrachtkaarten voor de leerlingen te maken in het format van Kidsweek Junior in de
klas. Alle opdrachtkaarten zijn opgebouwd volgens hetzelfde stramien.
Achtereenvolgens wordt steeds antwoord gegeven op de volgende vragen: Wat leer ik
hiervan?, Wat heb ik hieraan? en Wat heb ik nodig? Onder het kopje Wat moet ik doen?
staan vervolgens de vragen bij de tekst uit de krant. Begrijpend lezen in Kidsweek
Junior in de klas In tegenstelling tot Nieuwsbegrip, is Kidsweek Junior in de klas niet
gemaakt met als doel het leesbegrip van leerlingen te stimuleren. De krant en het
lesmateriaal worden door de makers nadrukkelijk aangeprezen als een middel ter
bevordering van het leesplezier. De opdrachtkaarten uit de rubriek Leesplezier en de
wekelijkse nieuwspuzzel worden in de handleiding van Kidsweek Junior in de klas
aangeduid als materialen om vorm te geven aan begrijpend leesonderwijs. In lijn
hiermee lezen de leerlingen op iedere kaart onder het kopje Wat leer je hiervan?: Je
leert om teksten goed te lezen en na te denken over wat je gelezen hebt. Is het niet
opvallend dat de opdrachtkaarten die de pretentie hebben een bijdrage te leveren aan
de vaardigheden in begrijpend lezen uitgerekend de titel leesplezier hebben gekregen?
Mogelijk is dit een concreet gevolg van de drijfveer van de makers om begrijpend lezen
voor leerlingen aantrekkelijk te laten zijn en is de wens hier de vader van de gedachte;
Als we de kinderen nu maar aansprekende teksten aanbieden, dan beleven ze plezier
aan het lezen ervan en komt het begrip vanzelf! Mooi idee, maar zo werkt het niet. Dat
er een verband is tussen leesbegrip en leesplezier is evident. Er van uitgaande dat het
onderwerp de lezer boeit, geldt immers: hoe groter het leesbegrip, des te meer plezier
de lezer aan het lezen beleeft. Echter, het omgekeerde - hoe meer leesplezier, des te
groter het leesbegrip - gaat niet zonder meer op. Leesbegrip en leesplezier zijn geen
inwisselbare begrippen; het begrijpen van een tekst is een basisvoorwaarde om van
het lezen ervan te kunnen genieten. De vraag is nu, of de opdrachtkaarten van
Kidsweek Junior in de klas het leesbegrip al dan niet bevorderen. De opdrachten bij het
vakgebied begrijpend lezen zijn volgens de handleiding gebaseerd op de theorie van
de vier V s (Filipiak, 2005), welke voor leerlingen op een aparte leeskaart is uitgewerkt.
Deze theorie onderscheidt leesstrategieën nadrukkelijk van leesdoelen en
tekstkenmerken en gaat er vanuit dat goede lezers zowel voor en tijdens, als ook na
het lezen gebruikmaken van slechts een viertal strategieën; ze gebruiken hun
voorkennis, ze voorspellen de inhoud,
9 ze visualiseren de inhoud door zich met hun verbeelding een voorstelling van het
beschrevene te maken en ze bedenken vragen over de tekst. Goede lezers gebruiken
deze leesstrategieën volgens de theorie voortdurend en in samenhang met elkaar.
Wanneer we de werkwijze van Kidsweek Junior in de klas en de bijbehorende
opdrachten houden tegen het licht van deze theorie, stuiten we op een aantal
obstakels. In de handleiding wordt zeer prat gegaan op de flexibele inzetbaarheid van
Kidsweek Junior in de klas, zowel wat betreft inhoud, als wat betreft vorm. Met
betrekking tot dat laatste aspect wordt echter uitsluitend gesproken over de
opdrachtkaarten als materiaal waarmee leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen.
Hoewel de opdrachtkaarten zich hier inderdaad uitstekend voor lenen, is het
rendement op het gebied van begrijpend lezen van deze verwerkingsvorm uiterst
dubieus. Voor een gestructureerde aanpak van de tekst zijn leerlingen op deze manier
immers volledig op zichzelf aangewezen. Zelfs in de meest ideale situatie, waarin door
de leerkracht bij iedere opdrachtkaart de leeskaart met de vier V s wordt aangeboden,
is een goed gebruik hiervan door de leerling allerminst gegarandeerd. Te meer omdat
de leeskaart slechts een beschrijving van de vier leesstrategieën bevat en geen
aanwijzingen voor de toepassing hiervan. Een kritische analyse van de vragen uit de
opdrachtkaarten laat bovendien zien, dat de vier leesstrategieën zoals boven
beschreven, expliciet noch impliciet consequent zijn verweven in de vragen uit de
opdrachtkaarten. De kaarten bevatten hoofdzakelijk opdrachten die vragen om
letterlijk begrip van de tekst. Dit maakt dat leerlingen eerst de tekst moeten lezen,
alvorens ze de vragen kunnen beantwoorden. Uitgaande van de theorie van de vier V s
zouden de vragen daarentegen juist ook betrekking moeten hebben op de fasen voor
en tijdens het lezen. Naast de opdrachtkaarten is er op het gebied van begrijpend
lezen zoals gezegd de wekelijkse nieuwspuzzel. Het betreft hier een kruiswoordraadsel
met vragen over de artikelen uit de krant. Voorbeelden van vragen uit willekeurige
nieuwspuzzels uit jaargang 2009 zijn bijvoorbeeld: Hoeveel afleveringen staan op de 6
DVD s? (blz ), Hoe laat gaat de klok vooruit, om uur? (blz. 1-2) en Wat is La Nina van El
Nino?(blz. 4-5). Voor kinderen zonder twijfel een plezierig tijdverdrijf, dat echter
hooguit bijdraagt aan het snel leren scannen van een tekst. De kerndoelen voor
begrijpend lezen in Kidsweek Junior in de klas Kidsweek Junior in de klas is
kerndoelenproof, zo stellen de makers in de handleiding. Een pretentieuze bewering,
op z n zachtst gezegd! Letterlijk genomen betekent dit immers zoveel als: van nu af aan
heeft u geen enkele methode meer nodig, met Kidsweek Junior in de klas is uw
onderwijs compleet! Het klinkt als een reclameslogan; te mooi om waar te zijn. Maar
hoe verhoudt het product zich nu in werkelijkheid tot de kerndoelen voor begrijpend
lezen? Op elke variabele en vaste opdrachtkaart staat vermeld op welk kerndoel de
kaart volgens de makers betrekking heeft. Voor dit artikel is allereerst de frequentie
nagegaan waarmee de kerndoelen voor begrijpend lezen voorkomen op de variabele
kaarten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de jaargang De uitkomsten zijn weergegeven
in een tabel. Jaargang variabele kaarten Kerndoel Beknopte omschrijving van het
kerndoel Frequentie* 4 Informatie achterhalen in diverse typen teksten 20 x 6
Informatie en meningen ordenen in diverse typen teksten 9 x 7 Informatie en
meningen vergelijken en beoordelen in diverse typen teksten 73 x 9 Plezier krijgen in
het lezen en schrijven van diverse typen teksten 93 x 10 Strategieën herkennen,
verwoorden, gebruiken en beoordelen 2 x *In deze telling zijn alle niveaukaarten
opgenomen.
11 Samenvatting De eerste vraag die in dit artikel centraal stond, had betrekking op
de bewering van de makers van Kidsweek Junior in de klas, dat hun product
kerndoelenproof zou zijn. Op grond van een eenvoudige analyse hebben we
geconcludeerd, dat deze belofte onvoldoende wordt waargemaakt. Er blijkt sprake van
een onevenredige verdeling van de frequentie waarmee de kerndoelen voor
begrijpend lezen voorkomen. Daarnaast rijzen er vragen over de mate waarin de
opdrachtkaarten de daaraan toegekende doelen ook daadwerkelijk dekken. Op dit
punt constateren we in elk geval, dat het aanbod van tekstsoorten in Kidsweek Junior
onvoldoende gevarieerd is. Voorts onderzochten we de mogelijkheden van Kidsweek
Junior in de klas voor het bevorderen van het leesbegrip van kinderen. Waar de
handleiding het beroep op het inhoudelijk leiderschap van de leerkracht als een groot
voordeel van het product noemt, herkennen wij hierin juist ook een duidelijk risico. De
zeer flexibele inzetbaarheid van Kidsweek Junior in de klas, kan in de praktijk immers
gemakkelijk leiden tot een vrijblijvend gebruik ervan, waarbij leerlingen de
opdrachtkaarten in het uiterste geval geheel zelfstandig maken. Dit, terwijl directe
instructie, bijvoorbeeld op het gebied van leesstrategieën, een belangrijk kenmerk is
van effectief onderwijs in begrijpend lezen. Hoewel de activiteiten op het gebied van
begrijpend lezen in Kidsweek Junior in de klas volgens de handleiding zijn gebaseerd
op de vier V s, vonden we deze leesstrategieën bovendien onvoldoende terug in de
opdrachten voor de leerlingen. Conclusie en aanbevelingen Al met al kan worden
geconcludeerd dat de opbrengst van Kidsweek Junior in de klas voor het begrijpend
lezen valt of staat bij de keuzes die de leerkracht maakt. Een hoog rendement vergt
een beredeneerd gebruik van het product. Hiertoe doen we de volgende suggesties:
Wanneer je kiest voor de inzet van Kidsweek Junior in de klas, doe dit dat structureel,
dat wil zeggen een of twee keer per week, voor alle leerlingen. Minimaliseer de
hoeveelheid zelfstandig werken. Samen praten over een tekst is veel effectiever!
Zonder gerichte instructie en begeleide oefening zullen leerlingen niet vanzelf
leesstrategieën gaan gebruiken. Maak expliciete instructie in leesstrategieën daarom
tot een vast en belangrijk onderdeel van de les. De - overigens door de bedenker van
de vier V s veel bepleite - techniek van het hardop denkend voorlezen biedt hiervoor
goede mogelijkheden. Bij deze instructievorm past de leerkracht leesstrategieën toe,
terwijl hij een tekst hardop voorleest (Filipiak, 2006). Zorg er bij het gebruik van
Kidsweek Junior in de klas voor, dat de vier V s hierbij een vast onderdeel vormen.
Gebruik de leesstrategieën ook nadrukkelijk actief in andere situaties (bijvoorbeeld bij
de zaakvakken), zodat de kans op spontane toepassing door leerlingen groter wordt.
Compenseer het eenzijdige aanbod van tekstsoorten. Hierbij moet in elk geval gedacht
worden aan teksten met een fictief karakter, waarvoor uitstekend kan worden
teruggegrepen op kinderliteratuur. Ook poëzie verdient extra aandacht. De beschreven
haken en ogen van het product Kidsweek Junior in de klas, doen niets af aan de waarde
van de krant op zich. Alleen, het voegt op het gebied van begrijpend lezen niet toe wat
het pretendeert. Althans, niet in directe zin. Aangenomen dat kinderen genieten van
het lezen van de krant, zou de hypothese wel eens hout kunnen snijden, dat vanuit dat
vertrekpunt vervolgens leesmotivatie ontstaat. En laat dat nou een andere belangrijke
voorwaarde zijn om tijdens het lezen tot begrip te komen!
17 Opdracht 1 Waar gaat de tekst over? Pak Hulpkaart A: Begrijpend lezen erbij. Stap
3 op de kaart is: Waar gaat de tekst over? De titel en de tussenkopjes geven vaak al wat
informatie over de inhoud van de tekst. Ook de dikgedrukte woorden vertellen al een
beetje waar de tekst over gaat. Boven een informatieve tekst staat bijna altijd een korte
inleiding. Deze staat vaak dikgedrukt en soms in een andere kleur. Deze inleiding geeft
een korte samenvatting van het stukje tekst. Op basis van deze informatie kun je al een
beetje voorspellen waar de tekst over gaat. Je begrijpt de tekst dan beter. Lees de
inleiding. Lees de titel, de kopjes en bekijk het plaatje. Schrijf de titel en de
tussenkopjes op. Dit is stap 4 van de Hulpkaart Begrijpend Lezen Opdracht 2 Wat weet
je al van dit onderwerp? Je hebt net de titel en de tussenkopjes opgeschreven. Wat
weet je al van dit onderwerp? - Denk aan wat je al eerder hebt gelezen of gezien of
gehoord. - Denk aan wat je eerder hebt meegemaakt. Opdracht 3 Woordenschat Schrijf
twee moeilijke woorden op die in de tekst staan. Meer mag ook. Heb je deze woorden
nodig om de tekst te begrijpen? Beantwoord de volgende vragen. Gebruik hierbij
Hulpkaart B: Moeilijke woorden Kruis het hokje aan. Je hoeft niet alle manieren te
doen. Als je na stap 1 de betekenis van het woord al hebt gevonden, dan hoef je de
andere stappen niet meer te doen.
18 Uit: Brandaan (2008), Taalsteun groep 8 Geef nu de betekenis van de woorden die
je had opgeschreven: Opdracht 4 Waar of niet waar? Kruis aan In de zeventiende eeuw
vertrokken veel geleerden en vrije denkers uit de Nederlandse Republiek. In de
Republiek was meer vrijheid dan in andere landen. De paus was bang dat geleerden
iets zouden beweren dat niet in debijbel stond. Hugo de Groot vond dat ieder land
recht had op een stuk van de zee De klok van Christiaan Huygens werd na een eeuw
niet meer gebruikt. Waar waar Niet
19 Spinoza s familieleden kon in Portugal niet denken en geloven wat ze wilden
20 Opdracht 6 Feit of mening? In een tekst kun je vaak feiten en meningen lezen. Een
feit is echt waar en een mening kan per persoon verschillen. Kruis aan of de volgende
zinnen feiten of meningen zijn. Gebruik de tekst. De zee is van iedereen samen;
niemand mag je tegenhouden Er zijn ringen rondom de planeet Saturnus Je mag geen
dingen onderzoeken en schrijven die niet kloppen met de Bijbel. Veel mensen kwamen
naar de Nederlandse steden om geld te verdienen. Het allerbelangrijkste dat er is, is
dat mensen mogen geloven en denken wat ze willen Feit Mening Welke zinnen zijn
meningen? Schrijf hieronder van wie de mening is. Opdracht 7 Tabel In deze paragraaf
worden drie belangrijke Nederlandse geleerden genoemd. Over alle drie wordt
informatie gegeven. Soms is het handiger om die informatie in een tabel te zetten. Je
kunt het dan gemakkelijker leren en onthouden. Vul de tabel aan. Let op: niet in elk
vakje hoef je wat in te vullen! Naam Geboren in het jaar Geboorteplaats Waarom
bekend geworden? Hugo de Groot Christiaan Huygens Spinoza
Nadere informatie
Nadere informatie
Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum
Nederlands ? - + +
Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? -
+ + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en
leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de
inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer
Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend
lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe
beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal
misvattingen
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Begrijpend lezen met de Roode kikker. Kerndoelanalyse
SLO
Begrijpend lezen met de Roode kikker Kerndoelanalyse SLO juli 2012
Verantwoording 2012 SLO (nationaal expertisecentrum
leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het
toegestaan zonder
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
ABCDE Twee. Kerndoelanalyse SLO
ABCDE Twee Kerndoelanalyse SLO januari 2014 Verantwoording 2014
SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits
de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande
toestemming
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
NIEUWSBEGRIP EN KIDSWEEK
NIEUWSBEGRIP EN KIDSWEEK Praktische handvatten voor het taallees-
en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op
www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek
implementatiekoffer bevat
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Mentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo
Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas
Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok
Eindhoven Mentor
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Grip op lezen Externe analyses. Externe analyses Grip
op Lezen. Dat is duidelijk! Malmberg, s-hertogenbosch
blz. 1 van 10
Grip op lezen Externe analyses Externe analyses Grip op Lezen Dat is
duidelijk! Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 10 Grip op lezen
Externe analyses JSW Malmberg, s-hertogenbosch blz. 2 van 10 Grip
op
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
612671 Speelkaarten.indd 1 12-06-2006 16:14:06
NEDERLANDS > Mondeling taalonderwijs De leerlingen leren
informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die
informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 1
612671 Speelkaarten.indd
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Bliksem. Kerndoelanalyse SLO
Bliksem Kerndoelanalyse SLO September 2015 Verantwoording 2015
SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits
de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande
toestemming
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde.
Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele
materialen
Alles over Wijzer! Aardrijkskunde Achtergrondinformatie, bestellijsten
en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed
geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.
In
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep
4
Groep 4 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 75% van de
leerlingen beheerst niveau AVI-E4 (teksten lezen) 90 % beheerst A t/m
D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot twee- en drielettergrepige
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Werken met een ontwikkelingsperspectief begrijpend
lezen. Programma. Doelen. www.hetabc.nl 1
Professionaliseringsprogramma Passend Onderwijs, Amsterdam Zuid-
Oost Werken met een ontwikkelingsperspectief begrijpend lezen
Dianne Roerdink & Moniek Sanders 28 januari 2015 1 Programma
Welkom Begrijpend
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie,
bestellijsten en additionele materialen
Alles over Wijzer! Geschiedenis Achtergrondinformatie, bestellijsten en
additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed
geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.
In
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij
Alles-in-1
SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1
Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle
rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan
om zonder
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je
meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak
van meerkeuzevragen 34
Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 8 Hoofdstuk 1 Het Examen Lezen
programma I 11 1.1 Wat wordt er getoetst bij het examen? 11 1.2 Hoe
wordt het examen afgenomen? 11 1.3 Welke tekstsoorten bevat het
examen? 12
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Alles over. Wijzer! Natuur en techniek.
Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele
materialen
Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie,
bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u
goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen
maken.
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nieuws in de klas Postbus 12040 1100 AA Amsterdam t:
020-4309190 f: 020-4309199 e: info@nieuwsindeklas.nl
w: www.nieuwsindeklas.nl
Aansluiting Nieuwsservice bij curriculum Bijlage bij Handleiding
Nieuwsservice Primair Onderwijs is een uitgave van Nieuws in de klas.
Deze bijlage hoort bij de Handleiding Nieuwsservice Primair Onderwijs
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Visie leesbevordering
Visie leesbevordering Leesbevordering zien we als basis van het totale
leesonderwijs Zonder aandacht voor leesbevordering mist het
technisch lezen een belangrijke stimulans. Leesbevordering is dus niet
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Leerstofoverzicht Lezen in beeld
Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij
elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker.
Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep
Nadere informatie
Wereldoriënterend taalonderwijs
Wereldoriënterend taalonderwijs Op onze school vinden wij het
belangrijk dat kinderen enthousiast en gemotiveerd leren. Daarom
werken wij in ons taalonderwijs en onze wereldoriëntatie op een
uitdagende
Nadere informatie
Nadere informatie
De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek.
Kees Broekhof Sardes
+ De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek Kees Broekhof
Sardes + Agenda Doorgaande lijnen rond lezen Wat zijn zwakke lezers?
Welke maatregelen zijn mogelijk? Wat kan de bibliotheek doen? +
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Informatie. vakgebieden. Groep 4
Informatie vakgebieden Groep 4 Taal Gehanteerde methode: Taal in
beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een
taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De
methode
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Mentor Datum Groep Aantal lln
Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo
Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas
Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok
Eindhoven Mentor
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Informatie groep 5. Ook is er elke week een les uit Blits,
een methode voor studievaardigheden. Dit krijgen de
kinderen voor het eerst in groep 5.
Informatie groep 5 Taal en spelling We werken op school met de
compleet vernieuwde methode: Taal Actief. Taal Actief heeft een
basisprogramma van 32 weken per jaar, verdeeld in acht thema s van
vier weken.
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
BiblioMemo. Handleiding voor de bibliotheek Groep 5
BiblioMemo Handleiding voor de bibliotheek Groep 5 Colofon Cubiss
Tilburg, 2009 Het spel BiblioMemo is een product van NBD/Biblion en
is ontwikkeld in samenwerking met Cubiss. Samenstelling: José Peijen,
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor
rekenen-wiskunde
Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde De
bedoeling van dit document is leerkrachten handvatten te geven bij
het inpassen van het werken met Nieuwsrekenen in de reguliere
rekenmethode.
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat
houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare
school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
Nadere informatie
2019 © DocPlayer.nl Privacy Policy | Terms of Service | Feedback