Professional Documents
Culture Documents
016 Bijwoordelijke Bepaling Tijd Plaats Reden
016 Bijwoordelijke Bepaling Tijd Plaats Reden
016 Bijwoordelijke Bepaling Tijd Plaats Reden
, plaats en reden
Bijwoordelijke bepaling van tijd
in de zin als je alle
b) is datgene wat nog overblijft
De bijwoordelijke bepaling (bw
d.
andere zinsdelen hebt benoem
Voorbeelden
Zin Zinsdelen
Eva gaat morgen op vakantie. gaat = persoonsvorm
Eva = onderwerp
gaat = werkwoordelijk gezegde
op vakantie = lijdend voorwerp,
/ = meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp
morgen = bijwoordelijke bepaling
morgen geeft aan wanneer Eva op vakantie gaat en is dus een bijwoordelijke bepaling van tijd.
Zin Zinsdelen
Zij wacht bij de bushalte. wacht = persoonsvorm
Zij = onderwerp
wacht = werkwoordelijk gezegde
/ = lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp,
voorzetselvoorwerp
bij de bushalte = bijwoordelijke bepaling
bij de bushalte geeft aan waar zij wacht en is dus een bijwoordelijke bepaling van plaats.
Zin Zinsdelen
Vanwege de regen, is het afgelast. is = persoonsvorm
de wedstrijd = onderwerp
is afgelast = werkwoordelijk gezegde
afgelast = lijdend voorwerp,
/ = meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp
vanwege de regen = bijwoordelijke bepaling
vanwege de regen geeft aan waarom het is afgelast en is dus een bijwoordelijke bepaling van reden.