Professional Documents
Culture Documents
De Coster Jana Lesvoorbereiding Tijd-Afstand-snelheid
De Coster Jana Lesvoorbereiding Tijd-Afstand-snelheid
De Coster Jana Lesvoorbereiding Tijd-Afstand-snelheid
Van / tot /
Leergebied(onderdeel): Wiskunde (meten en metend rekenen)
Lesonderwerp: Tijd, afstand en snelheid
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Leerinhoud:
• Snelheid is een subjectief begrip/ referentiepunten:
o Ik kan persoonlijk iets snel of traag vinden
o Een bepaalde snelheid is op de ene plaats snel en op een andere plaats traag.
Bijvoorbeeld: 50 km/uur in een schoolomgeving is snel, maar 50 km/uur op de snelweg
is traag.
o Lopers, fietsers, auto’s halen allemaal een verschillende snelheid.
• We hebben verschillende afkortingen om de snelheid van iets te noteren + verband met tijd en
afstand:
o km/uur : kilometer per uur
§ hierin herkennen we het woord ‘kilometer’ dat slaat op de afstand dat een
voertuig/ voorwerp/ persoon aflegt. En dan hebben we nog het woord ‘uur’ dat
slaat op de tijd dat een voertuig/ voorwerp/ persoon nodig heeft om die
bepaalde afstand af te leggen. heeft afgelegd.
o m/min.: meter per minuut
§ hetzelfde als bij km/uur maar dan een andere maateenheid.
• Maateenheid: meter, kilometer, uur, seconden, meter per seconde, kilometer per uur.
• Betekenis snelheid: afgelegde afstand binnen en bepaalde tijd, aantal kilometer in 1 uur.
Lesdoelen:
1. Beseffen en benoemen dat snelheid een relatief en subjectief begrip is. (WDmm2)
2. Referentiepunten in verband met snelheid uit de eigen leefwereld kennen en benoemen en
ernaar opzoek gaan. ( WDmm2, IVoc2)
3. De symbolen en afkortingen ‘km/uur’, ‘m/min.’ kennen lezen en noteren. (WDmm2)
4. De relatie uitleggen tussen afstand, tijd en gemiddelde snelheid. (WDmm2, WDmm3)
5. Het ontbrekende gegeven berekenen wanneer 2 elementen gegeven zijn. (WDmm3)
6. Een schematische voorstelling maken van de bekende en onbekende elementen uit een opgave
en van hun onderlinge relaties om tot de oplossing te komen. (WDmm3, WDIw3)
7. De gemiddelde snelheid kunnen berekenen. (WDmm3, WDIw3)
2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
8. Ondervinden dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal is en omgekeerd
(WDmm2)
9. Benoemen wat een maat, maatgetal en maateenheid is (WDmm2)
10. Omzettingen maken in de herleidingstabel indien nodig. (WDmm2)
11. Wiskundige (type)vraagstukken oplossen over tijd, afstand en snelheid en daarbij een
verhoudingstabel gebruiken. (WDIw3)
Berton, M., Croes, K., Hendrix, M., Leunen, G., Missotten, A. (2011). Rekensprong Plus – werkschrift
d handleiding. Van In : Wommelgem
Top Lijstjes. (z.j). 25 Snelste Landdieren Ter Wereld [Website]. Geraadpleegd op 12 mei 2020 via
https://toplijstjes.com/snelste-land-dieren-ter-wereld
Materiaal / locatiewijziging:
• Werkboek d p.66-67
• Oplossingen p.66-67
• Bordschema
3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Lesopbouw
1. Inleiden van de les door een oefening rond gemiddelde snelheid te maken en te ontleden.
(10’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Referentiepunten in verband met snelheid uit de eigen leefwereld kennen en benoemen en
ernaar opzoek gaan. ( WDmm2, IVoc2)
De symbolen en afkortingen ‘km/uur’, ‘m/min.’ kennen lezen en noteren. (WDmm2)
De relatie uitleggen tussen afstand, tijd en gemiddelde snelheid. (WDmm2, WDmm3)
Het ontbrekende gegeven berekenen wanneer 2 elementen gegeven zijn. (WDmm3)
Een schematische voorstelling maken van de bekende en onbekende elementen uit een
opgave en van hun onderlinge relaties om tot de oplossing te komen. (WDmm3, WDIw3)
De gemiddelde snelheid kunnen berekenen. (WDmm3, WDIw3)
Benoemen wat een maat, maatgetal en maateenheid is (WDmm2)
Wiskundige (type)vraagstukken oplossen over tijd, afstand en snelheid en daarbij een
verhoudingstabel gebruiken. (WDIw3)
Digitale informatievaardigheden ontwikkelen (MEva3)
Organisatie
De leerlingen nemen thuis plaats voor hun computer en zorgen ervoor dat ze een oplader bijhebben.
Dit is handig in het geval dat hun laptop ineens plat is.
Verloop
Het is de bedoeling dat ze mijn website op weebly openen en klikken op afstandsonderwijs. Ze
openen wiskunde: meten en metend rekenen. Het is de bedoeling dat ze eerst mijn instructiefilmpje
bekijken en daarna de intro lezen. In mijn introductie staat er:
Beste leerlingen,
Nadien is het de bedoeling dat ze deze kahoot quiz maken. Hierbij stel ik een aantal vragen.
Richtvragen:
- Wat bedoelt Wibbel als hij zegt dat hij gemiddeld 5 km per uur stapt? (hij stapt ongeveer 5
km in 1 uur OF hij stat met een gemiddelde snelheid van 5 km per uur)
- Waarom staat daar het woordje ‘gemiddeld? (het staat niet vast, het kan verschillen)
- Stapt Wibbel de hele tijd met een snelheid van 5 km per uur? (Nee, soms stapt hij vlugger,
soms trager.)
4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Organisatie
Ze moeten nu doorgaan naar de volgende opdracht. Dit is weer een quiz om de leerstof op afstand
toch op een toffe manier te kunnen verwerken.
Verloop
Als jullie de vorige opdracht gemaakt hebben, zullen we een stapje verder gaan.
Ik heb een korte quiz gemaakt om de inhoud van vandaag extra in te leiden.
Hieronder vinden jullie een afbeelding waar jullie moeten op klikken. Jullie komen zo automatisch bij
de quiz!
Richtvragen:
- Wat als hij nu eens 2 uur gaat stappen met deze gemiddelde snelheid. Hoeveel km legt hij
dan af?
- Stel nu dat hij 20 km gaat stappen met nog steeds dezelfde gemiddelde snelheid. Hoelang
zou hij daarover doen?
- Wat heb ik hier getekend? Hoe noemen we deze soort tabel? (Een verhoudingstabel)
- Welke gegevens of maateenheden kunnen we uit deze verhoudingstabel afleiden? (Afstand
en tijd)
- Als we deze 2 maateenheden combineren wat krijgen we dan? (De gemiddelde snelheid)
- Wie van jullie kan er eens in zijn eigen woorden proberen verwoorden wat de gemiddelde
snelheid is?
2. Individueel maken van een tweede oefening rond gemiddelde snelheid om tot verschillende
inzichten te komen. (15’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Beseffen en benoemen dat snelheid een relatief en subjectief begrip is. (WDmm2)
De symbolen en afkortingen ‘km/uur’, ‘m/min.’ kennen lezen en noteren. (WDmm2)
De relatie uitleggen tussen afstand, tijd en gemiddelde snelheid. (WDmm2, WDmm3)
Het ontbrekende gegeven berekenen wanneer 2 elementen gegeven zijn. (WDmm3)
Een schematische voorstelling maken van de bekende en onbekende elementen uit een
opgave en van hun onderlinge relaties om tot de oplossing te komen. (WDmm3, WDIw3)
De gemiddelde snelheid kunnen berekenen. (WDmm3, WDIw3)
Ondervinden dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal is en omgekeerd
(WDmm2)
Benoemen wat een maat, maatgetal en maateenheid is (WDmm2)
Omzettingen maken in de herleidingstabel indien nodig. (WDmm2)
Wiskundige (type)vraagstukken oplossen over tijd, afstand en snelheid en daarbij een
verhoudingstabel gebruiken. (WDIw3)
Digitale informatievaardigheden ontwikkelen (MEva3)
Media enthousiast en positief aanwenden (MEmw1)
De eigenheid en mogelijkheden van verschillende mediamiddelen en hun toepassingen
ontdekken en begrijpen (MEge1)
Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd doel
(MEge2)
5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Organisatie
Ze moeten nu doorgaan naar de volgende opdracht. Dit is een invuloefening om de inhoud extra te
verwerken.
Verloop
Als jullie de vorige opdracht gemaakt hebben, zullen we een stapje verder gaan.
Voor we de oefeningen in het werkboek zullen oplossen, heb ik nog een kleine invuloefening
voorzien. Hieronder kunnen jullie de oefening maken.
Richtvragen:
- Wat teken ik weer eerst? (Een verhoudingstabel met bovenaan de afstand en onderaan de
tijd)
- Welke gegevens kan je uit het vraagtukje halen?
- Nu wil ik mijn minuten omzetten naar 1 uur, want we willen weten hoeveel km/uur. Hoeveel
minuten zitten er in 1 uur? (60 minuten)
- Nu moeten we uiteraard ook onze afstand ‘x60’ doen. (een leerling een rekenmachine
geven). We voeren dit uit. Klopt dit al? (Neen, want het staat nu nog steeds in m/min).
- Wat moeten we dus nog doen? (Onze meter omzetten naar km).
- Hiervoor gebruiken we onze herleidingstabel van onze lengtematen die jullie allemaal wel al
kennen. Ik laat deze mondeling invullen door een leerling. We schrijven het juiste resultaat in
de herleidingstabel.
- We kunnen ook nog een makkelijke bewerking maken ipv dit altijd in te vullen in de
herleidingstabel. Wie weet welke? (:1000 of x1000)
- Als je eens kijkt naar onze resultaten. Kan je dan een bepaald verband zien? Ik geef jullie een
tip. Let goed op de maateenheid en het maatgetal. (Hoe groter de maateenheid, hoe kleiner
het maatgetal en omgekeerd. Dit noemen we een omgekeerd evenredig verband.)
Verloop
Het is de bedoeling dat de leerlingen snappen dat snelheid iets subjectief is. Stel dat je met je auto 50
km/uur zal rijden. Als we deze snelheid op de autostrade zouden rijden, dan is dat heel traag. Want
daar mogen we tot wel 120 km/uur rijden. Maar rijden we deze snelheid hier in de straat van de
school waar je maar 30 km/uur mag rijden met de auto, dan is dat heel snel! Je ziet… het hangt dus
af van de plek en welk voertuig of middel je gebruikt om je te verplaatsen.”
(Ik herhaal dit nog eens op het einde van de les omdat ik dit heel belangrijk vind dat ze dit
onthouden.)
3. Individueel maken en verbeteren van oefening 2 tot 6 in het werkboek over afstand, tijd en
snelheid. (30’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Het ontbrekende gegeven berekenen wanneer 2 elementen gegeven zijn. (WDmm3)
Een schematische voorstelling maken van de bekende en onbekende elementen uit een
opgave en van hun onderlinge relaties om tot de oplossing te komen. (WDmm3, WDIw3)
De gemiddelde snelheid kunnen berekenen. (WDmm3, WDIw3)
Omzettingen maken in de herleidingstabel indien nodig. (WDmm2)
Wiskundige (type)vraagstukken oplossen over tijd, afstand en snelheid en daarbij een
verhoudingstabel gebruiken. (WDIw3)
Digitale audiovisuele vaardigheden ontwikkelen (MEva1)
Digitale informatievaardigheden ontwikkelen (MEva3)
Media enthousiast en positief aanwenden (MEmw1)
6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Verloop
De leerlingen maken oefeningen 2 tot 6 op pagina 66 en 67 individueel.
Indien ze een oefening niet snappen kunnen ze thuis hulp vragen of aan iemand van hun
klasgenoten. Indien ze het nog steeds niet snappen, kunnen ze mij altijd contacteren als er vragen
zijn.
Instructie
Wanneer ze klaar zijn met het maken van de oefeningen is het de bedoeling dat ze deze verbeteren
op een interactieve manier. Ze kunnen al hun antwoorden ingeven en daarna zien ze direct hoeveel
fouten ze hebben en welke antwoorden fout zijn. Daarna hebben ze nog een poging om hun
antwoorden na te kijken en te verbeteren. Daarna kunnen ze weer controleren of het juist is of niet.
Verloop
Ze verbeteren al hun oefeningen nu. Zo kunnen ze erachter komen of ze de inhoud al goed hebben
verwerkt of niet. Zo kunnen ze voor hun zelf inschatten of ze nog extra oefeningen nodig hebben of
niet.
4. Individueel 7 landdieren ordenen van snelste naar traagste dier en inschatten wat hun
snelheden zijn. (5’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Beseffen en benoemen dat snelheid een relatief en subjectief begrip is. (WDmm2)
Digitale informatievaardigheden ontwikkelen (MEva3)
Media enthousiast en positief aanwenden (MEmw1)
De eigenheid en mogelijkheden van verschillende mediamiddelen en hun toepassingen
ontdekken en begrijpen (MEge1)
Passende mediamiddelen kiezen, gebruiken en combineren in functie van een beoogd doel
(MEge2)
Instructie
Om de les af te ronden, spelen we een kort spelletje.
Verloop
Om de les af te ronden, heb ik een klein spelletje voorzien.
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat jullie de snelheid van een aantal dieren inschatten.
We zullen nu eens zien wie de beste schatter van 5A is! Jullie zien 7 landdieren en 7 snelheden. Het is
de bedoeling dat jullie de juiste snelheid bij het juiste dier plaatsen.
7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Dieren:
o Jachtluipaard: 104 km/uur
o Leeuw: 80 km/uur
o Haas: 72 km/uur
o Kangoeroe: 71 km/uur
o Hyena: 64 km/uur
o Grizzlybeer: 56 km/uur
o Luiaard: 1,8 km/uur
8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Bijlage 2: werkboek
9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
10
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
11
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bacheloropleiding voor lager onderwijs
Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
12