Professional Documents
Culture Documents
1896 Tijdschrift Van Den NSB Vol 04 - Desconocido PDF
1896 Tijdschrift Van Den NSB Vol 04 - Desconocido PDF
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
VIERDE JAARGANG
1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEK
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAX DEN N. S.: Voorzitter; II. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCHENDÉ, Keizersgracht 100, Penningmeester; L. H. DEELMAN Commissaris
\ a n Materieel; G. J. GANTVOORT, Binnen Dommerstraat 13 Amsterdam Secretaris.
RADA( riE: J. J. R. MOQUETTE, Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRESLING; L N. DE JONG.
Van dit blad, dat omstreeks den 15den van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
t o e gezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a 20 cents en een geheele jaargang ii f ï. - eveneens slechts
voor Bondsleden.
Bondsleden, die zich een bandje van den Jaargang 1895 wenschen aan te schaffen,
geheel gelijk aan die, welke vorige jaren werden beschikbaar gesteld, kunnen er een
bestellen bij de firma Erven Kramer, Wijde Kapelsteeg, bij het Rokin 4 Amsterdam.
De prijs bedraagt 35 ets. wanneer het bandje wordt afgehaald en 45 ets. wanneer
het naar buiten franco moet worden verzonden. Slechts aan bestellingen, die voor 15
Februari a. s. geschieden kan worden voldaan.
•) Deze begrooting tegelijk met de finantieele rekening over 1894 en de voorloopige finantieele rekening over
1895 zullen in het volgend nummer worden opgenomen.
7
reert voorts de vorige daden van den heer Schuite op dit gebied. Het wordt
tijd aan deze diefstallen een einde te maken en het spijt hem slechts, dat ook
de Staatswetten hiertegen geen strafbepalingen behelzen. Onze Bond, ons Tijd
schrift, die met groote opofferingen van tijd en geld in stand worden gehouden,
worden gemaakt tot de risée van het Buitenland. Hij meent, dat de Jury in haar
voorstel te gematigd is geweest en stelt voor namens het Hoofdbestuur gebruik
te maken van Art n van het Reglement en den heer Seliulte als lid van
den Bond te schrappen. Dit voorstel wordt zonder discussie en met bijna
algemeene stemmen aangenomen.
De heer Schuite, daartoe door den waarnemenden Voorzitter uitgenoodigd, ver
laat de zaal.
Aan de prudentie der Redactie wordt voorts overgelaten aan dit besluit in
binnen- en buitenlandsche bladen de noodige publiciteit te geven.
De heer Van Foreest stelt voor een kleine wijziging te brengen in Art. 30,
thans naar zijn meening (die echter door het Hoofdbestuur niet gedeeld wordt)
in strijd met het gewijzigd Art. 29. Dit voorstel kan niet in behandeling komen,
daar het op de oproeping niet vermeld is geworden.
De heer H. Gouwentak stelt voor den heer Van Lennep tot Eere-lid te
benoemen. De waarnemende Voorzitter neemt dit voorstel namens het Hoofd
bestuur over en meent in een langen speech de verdiensten van den heer Van
Lennep te moeten uitmeten en huldigen. Met het benoemen van Eere-leden moet
men zeer voorzichtig en spaarzaam zijn, maar zoo ooit, dan is het thans de plicht
van den Bond zijn dankbaarheid te doen blijken op de eenige wijze, die het tot
zijn beschikking heeft. Het voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
De heer Bauer dankt namens de aanwezige leden den waarnemenden Voorzitter
voor zijn uitstekende leiding. (Applaus).
Niets meer aan de orde zijnde sluit de waarnemende Voorzitter te ongeveer 4
uur de Vergadering.
Schifiers.
*) T empoverlies.
b) Waarschijnlijk om, indien Wit op c6 afruilt, geen dubbelpion te krijgen,
maar dat zou toch geen bezwaar zijn daar Zwart daarvoor in ruil de open b-lijn
zou krijgen en bovendien vind ik de zet, die het uitgaan van dame en looper
belet, zeer onnatuurlijk. Pf6 of Le5 was m. i. beter.
c) Niet goed. Bij de weinige ontwikkeling, die zijn spel heeft, moest Zwart geen
stukken afruilen. Veel beter was dó. Ruilt Wit nu af dan neemt het paard terug:
Dd5 kan dan wegens Le6 niet volgen; op Df3 en Dh5 zou volgen Pes.
d) Verzwakt de Damevleugel.
e) Zwart laboureert reeds aan de gevolgen zijner ongezonde opening. Hiermede
belet hij zijn eigen rochade. Hij moet dus niet öf lang rocheeren; in het laatste
geval zijn de a en b-pionnen zwak.
r) Wit dreigt Lds Lds : Pds en verovert den a-pion.
B) Een wanhopige aanval. Van hieraf speelt Zwart va banque. Zie diagram.
h) Een fraaie zet. Er dreigt nu — paardoffer op C7 — waarbij volgende voort
zetting mogelijk was. 27. P c 7 : K c 7 : 28. D b 6 K c 8 29. L d 6 D f s 3 0 . Tc6 L . C 6 3 1 .
L.e6 Ld7 32. Bc6 Kb8 33. La7 Ka7 : 34. De7 Ka8 35. Lds Lc6 36. Le6 daar
voor moest eerst Kbt daar anders Dfs Schaak gaf.
') Dit belet het directe offer.
k) De beslissende eindaanval.
') Een briljant slot. Neemt Zwart zoo volgt mat in 2 zetten.
m) Op het nemen van den looper volgt mat in 3 zetten en anders paardverlies
en mat in weinige zetten.
9
Bird.
a) Wit wil uit het gewone vaarwater. Daarom vermijdt hij de voortzetting.
4. Pf3 Ph6 5. d4! (e4? Pg4 6. g3 Ph2: 7. TI12 : Lg3 : 8. Ke2 Lh2 : en wint.)
Pg4- 6. Lgs f6 7. Lh4 g5 9. Lf2 Pf2 : 10. Kf2 : g4 n. Pfei Lh2 : enz.
Lipke speelde tegen Dr. Ed. Breslau 1889. 4. Pf3 Ph6 5. d4! Pg4 6. Dd3 !
en won.
b) Dreigend Ped8.
c) Om Lb7 : mogelijk te maken.
d) Verhindert Pg4f.
) Als 5de zet te verkiezen boven d3; nu een fout daar zij den d-pion ver
zwakt en later Pde4 mogelijk maakt. (Zie diagram).
') De b-pion kan natuurlijk niet genomen worden daar dan d3 onhoudbaar is.
g) Wit doet slechts dwangzetten. Op Tb8 zou Teb8 gevolgd zijn met dreigend Tb2.
h) Wit heeft niet anders. Er dreigt 27. Tbi : 28. Pbi : Tb8 en Tb2 of Lc2.
') Veel sterker dan het nemen der pion.
IO
Schotsche Partij.
!. Ê4 es 12. O—O Lc3:d) 23. Tbi L a6
2. P f3 P c6 13. bc3: D c6 24. L e4 P b6
3. d4 ed4: 14- L gs f6' ) 2 5 . D C2 C5
4. Pd4: Les 15. eds: D ds: 0 26. L f5f Kd8
5. Le3 D f6 16. Lei L b7 27. Des: P c4
6. 03 Pge7 17- f3 nh5B) 281 D d5+ Kc7
Blackburne.
Mieses.
Spaaiische Partij.
") Steinitz's voortzetting, die Wit altijd het Vrijere spel bezorgt.
b) Het beste.
c) Dit is de oorzaak van Zwart's ondergang. Zooals ook in de partij: Schiffers-
Gunsberg. Voor veel beter houden we Pf6.
d) Na deze terugtrekkende beweging, is het paard zoo vermoeid, dat het geen
lust meer heeft het treurige lot van zijn koning te helpen dragen.
") Voor beter houden wij .... Lbs : 8. Pbs : Dd7. Op hó zou volgen 8.
Pe6 feó 9. de6 Lbs 10. Df3 Dc8 11. Pbs en Zwart staat machteloos tegenover
Wit's aanval.
') Op gó volgt Df3. Op h6 volgt Peó.
e) Weer volgt op h6 Peó dreigend, indien Zwart het paard neemt, met mat in
2 zetten en anders met torenwinst.
h) Nog steeds verkeerd. Le7 was de zet. Op Ph7 : volgt dan Pbd7 en Pdf8.
') feó : wordt gevolgd door Dgó : Df7 Deó : Deó deó : Ke7 Pds enz.
k) Het slechtste dat te bedenken was. Op fó zou volgens de Schachzeitüng
volgende zeer briljante voorstelling volgen 16. es des *7- Tc4 c6 18. Dfs Ke8
19. dó Ddó 20. Tadi De7 21. Dgó Df7 22. Pe7 Ke7 23 Pcds : cds : 24. Pcds
Keó Pf4 en wint. Zie diagram.
12
Geeft op.
•) Dr. Tarrasch houdt het nemen van het paard voor niet goed.
b) bc3 : verkiest m. i. de voorkeur.
c) Zeer gewaagd. Zwart maakt van dezen zet direct gebruik om een heftigen
aanval in te leiden op Wits dame vleugel.
d) Uitstekend en briljant. Wit is wel geforceerd tot nemen want op De2 volgt
Pd3 : (op Dd3 : volgt Pg2 : met qualiteitswinst) Td3 : dc4 : Tdi en bs met pion
winst bij uitstekende stelling. Zie 'Hdgram.
c) Gedwongen wegens Taif.
f) Wit moet nemen wegens het dreigende Tai op De3 volgt fe4 : P? Tf2 :
e) De b-pion kan niet genomen worden wegens Tb6 met de dreigingen Ttb8
öf La4 öf Da3.
h) Natuurlijk slecht maar wit heeft weinig goede zetten.
13
e) Om bij eventueele afruil van het paard met den g-pion terug te kunnen
nemen of later de f-pion te kunnen spelen.
*) Gevaarlijk, daar wit hierdoor een open torenlijn krijgt. Beter was, met
verdubbeling der b-pion, de loopers te laten afruilen op b6, zooals gebeurde in de
corresp. wedstrijd Petersburg—Londen 1886.
5) Met de bedoeling dit paard naar e5 te spelen.
h) Gedwongen, anders volgt T f7 (P f7 :? D gó en Dg7). Tot op ditoogenblik
heeft Zwart, ten koste zijner ontwikkeling, den gambiet-pion behouden.
') De aanval van Wit wordt bewonderenswaardig voortgezet, maar niet minder
lof verdient Gunsberg taaie verdediging. Er dreigt torenofifer op g7. Zie diagram.
k) De beslissende foutzet. Door c6 had Zwart kans op tegenattaque. De
d-pion gaat tevens verloren.
') Een zeer fraai en correct qualiteitsoffer.
m) Terecht, want op D e7 volgt 49. f6 Dfó: 50. enz. op 50 ... . gf6
volgt 51. P f5 en wint.
17
Verschillende Partijen.
Gespeeld in den grooten Bondswedstrijd le klasse te Arnhem, 30 Juli 1895.
Wit: Jhr. A E. van Foreest. Zwart: R. J. Loman.
Giuoco Piano.
1. e2 — e4 e7 — e5 13. Pe2 —g3 0 —0
2- Pgl—f3 Pb8—c6 14. Dd2 —e2 c7 — c6
3. L f1 c4 P g8 — f6 Hier ware beter f5.
4. d2 —d3 L f8 — c5 15. P f 3 — d2 b7 —h5?
Dit verzwakt zonder noodzaak den a-pion.
6. Pbl—c3 d7 d6 1 6 - Pg3_ f 5 p h6 — f7
7. P c3 — e2 P c6 — a5 17. D dl — g4 g7 — g6
8. Lc4 b3 18. D g 4 - g 3 a7 -a5 !
in aanmerking- kwam Lb6 : al)6 : 9. Pg3 P f5 h4 K cr7
Pc4: 10. dc4: enz. ö
P a5 X b3 —
9. a2 X b3 L b6 X e3 21' K gl ~~ h2 D ~ d7
Het is mij nog nooit duidelijk geworden, ^ ^ f2 1 f/ h6
waarin de kracht bestaat van den afruil I 23. 1 al — 1 1 P h6 — g8
der loopers van Wit op b3 en e3. Elk 24. T f 1 el
ervaren speler weet, dat de verdubbeling „ .
j , , . . . . ijr is geen consequentie i n het witte
der pionnen op de b- en e-lijnen m geen ,
sPel-
.... ..
i i i. «eter hikt mii Tdl.
geval het witte spel verzwakken, terwiil de
TZ" 7 -C
open a- en f-lijnen voor de torens, die juist §' ' '
in de opening en het middenspel van het 25. d3 — d4
giuoco piano zoo moeilijk een rol vervul- Door deze en de volgende zetten tracht
len, uitstekende aanvalslinien vormen. Wit in het midden door te breken. Het
Beter dan den tekstzet ware 9 . . . . c5. resultaat is dat hij een ongunstige pionnen-
10. f2 X e3 P f 6 — g4 Stelling krijgt en dat de partij in een eind-
i i , s p e l overgaat.
Deze en de volgende zetten van Zwart
zijn door Steinitz in gebruik gebracht. ^f ' e'
zou dan gevolgd zijn Tf2 : 34. Pc6 :+ Kt6 4g pcg . ^ . 49 R(.4 ag B0. ba3 . ba3 .
35. Pd8: 'l d2: en wint. Op 33. Le2 51 Kb3 Kd7 £a3 Ke6 53. Kb3 Ke5:
52
volgt dan Kd6; op 33. Tdl Lb3: en op Rc3 Ke4. 55 Rd3 Kf4 56. Ke2 Kg3
33. Tfl Kd6 34. Tfl Kc7 35. Te5: lt'2: ^ Rfl remise . of 48 e6 pe5.L (Pd4 :
34. P d2 — c4ff K d6 — c5
35. T dl X d8
Beter ware wellicht Tfd2 Td2: 36.
Pcd2 Td8 37. Pe5: enz.
m po \ / 10
1 1° ^ uo a4 — a3!
36. P c4 X e5 Le6 X b3? 4g_ b2 x a3 b4 X a3
Veel meer kansen zou Zwart hebben ._ „ cg jg
met Tdl-f 37. Kh2 (Tfl Tfl:f 38. Kfl:.
Kdfi en wint den b-pion. 50. K c3 - b3 K d5 - e4
37. p f 3 — d4 ! a5 — a4 ! 51. P d4 — c2 K e4 — d3
19
^ ~ d I ? g 2 - t ö . p d 3-c 2 L n i i
6 2
5'. Kd/ — e8 K h 3 — °g 4 ! Tj. i>.
n 1.
d7 — d5 | 7. b2 — b4 L g 4 X f 3
2. d2 — d4 c7 — c5 0°^ nu beter a5 enz. Na den afruil
Een voorbeeld van het dame-gambiet in dCT dam6S h°"dt Wit altiïd eerl ljio"
de nnhand. nleer over-
3. d4 X c5 8. D dl X f3 D f6 X f3
Is het aannemen van het gewone dame- 9. g2 X f3 a7 — a5
gambiet niet raadzaam, in het onderhavige 10. Lel b2 a5 X b4
geval is het nemen van den c-pion goed, 11 „o y' U/i rp ö V
daar Wit later door b4 den pion bij goed ,c' fo C a
T
benarde positie te brengen, want er zou Op 21 ... . PfS zou volgen 22. Pc7"i"
volgen 14. c3 dc3: 15. Lc3: Kd8! 16. Kg6 23. h5f Kh6 24. Ld2f g5 25 hg5:f
Ke2 en later Tdl. Op 13. Pc6 zou wel Kg7 (op Kg6: mat in 3 zetten) gh7 :
dezelfde stelling gevolgd zijn als in de partij. en wint.
Op 21 ... . hfi zou volgen 22. Tgl g6
14. c2 — c3! d4 X c3
23. Pf4-j- enz.
15. Pbl X c3 Pb8 — c6 Tegen het dreigende aftrek-schaak is geen
16. Pc3 —d5 f7 —f6 kruid meer gewassen. De positie is zeer
Zwart heeft geen voldoende voortzetting interessant.
meer. Het beste ware zeker nog h5 ge 22. h4 — h5 Pd7—f8?
volgd door Th 6. De tekstzet heeft geen
Beter ware in elk geval Ke8 hoewel het
reddende kracht, maar helpt eer mee de
aan den uitslag der partij wel geen ver
insluiting van 't zwarte spel te voltooien.
andering zou hebben gebracht, daar na 23.
Zie diagram.
hg6: hg6 24. Th7 Zwarts stelling even
troosteloos blijft.
23. h5 X g6f ti7 X g6
O]) Kg6 volgt mat in 5 zetten.
24. Pe6 X f8f ?
Hier ziet Wit, die de partij tot dusver
zeer verdienstelijk gespeeld heeft, de sterk
ste voortzetting over 't hoofd. (Zie diagram).
Door b5 wint Wit nl. altijd een officier.
Bijv. 24. b5 Pa7 25. PfS :f KfS : 26. ThSf
en wint. Of 24 ... . Pc6: 25. be6: Lc5:
(op Tg8 volgt 26. Th7f Tg7 27. Le6:f;
op Ld8 26. Th7f KgS 27. c7; op Lf8
17. Lal — c3 L f8 — e7 26. Th7t Kg8 27. Le6 :f Kh7 28. c7;
op f5 26. Le5: enz. 26. Th7j" Kg8 27.
18. P d5 — c7 (• Ke8 —f8
Tb7: Te8 28. c7 en wint.
19. P c7 — e6f Kf8 — f7
20. L b5 — c4 T I18 — b8
De eenige zet om verder materieel ver
lies te ontgaan. De spelleiding van wit
verdient hooge lof.
21. h2 — h4 !
Pg5: Kg6 22. Lf7f Kg5: 23. Ld2
Kh4 24. Tgl g6 zou Wit geen voordeel
gebracht hebben.
g7 — g6
Op Lf8 zou gevolgd zijn 22. Pg5f Kg6
23. h54- en volgenden zet mat door Pf7
of Ld2.
21
Geweigerd koiiiiig-sgaiiibiet.
L f 7 X g8 ! .
e f5 : gl. fg6 : en wint). 20. Tf5 !
Uitstekend gezien! Y\ it ruilt zijn sterken Pc5 (Pf8 is niet beter en op Dh5 : volgt
2
Prachtige varianten!
De tekstzet dient om het zwarte paard
te kunnen bewegen zonder verlies van
kwaliteit.
19. L os5 — f4 P d7 — e5 ??
Dit is haast de allersnelste weg naai
den dood. Maar de partij is toch niet
meer te redden.
20. Tf5 X e5 L c8 — e6
21. T e5 X e6f D d6 X e6
22. Pd5 X c7f Ke8 — e7
* . \
21. Pc7 :f) 21. Pf6+ Kf7 (gaat cle koning 23. Lf4 — göf Ke7 — d6
op een andere plaats, dan komt hij zonder 24. P c7 X e6 Kd6 X e6
verlies van dame en toren nooit uit het 25. D e2 — c4-j- Geeft op
kruisvuur van aftrekschaak) 22. Ph7f Kg7
J. D. T.
23. Tf7± Df7 : (Kh8 24. Lf6f) 24. Dh6f
en mat in 2 zetten;
23
Problemen.
Probleemoplossingen moeten gezonden worden aan den heer W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76
Amsterdam; alle andere mededeelingen deze rubriek betreffende, aan den heer L. N. DE JONG te'
Oude Wetering.
De heeren den Hertog en Meiners blijven zich belasten met het Juryschap van den wedstrijd in
probleemcompositie.
No 269. Emil Palkoska.
(„Münchener N. N.") No. 270. H Keidanski.
Uit d e P r o b l e e m - w e r e l d .
De beslissing is gevallen in het probleemtornooi van het „Frankfurter Schach-
blatt". De jury, die uit de heeren G. Erlanger en Dr. Tarrasch bestond, schijnt
meer smaak te hebben in eenvoudige maar pikante motieven, die gemakkelijk
worden opgelost, dan in meer samengestelde. Althans de 3 prijsproblemen, en
vooral de eerste prijs, vertoonen niet dat bijzondere wat wij bij tornooi-problemen
verwachten, en wat langzamerhand meer nauwkeurig zal worden uiteengezet in
later volgende opmerkingen over Probleemcompositie. De lezer overtuige zich
zelf. Over het algemeen is het niet goed dat de juryleden van een Probleemtor
nooi zelf nooit iets op Probleemgebied hebben gepresteerd.
H. von Gottsehall.
(Ie Prijs.)
Mat in 3 zetten.
Probleemcompositie.
Onder dezen titel zal elke maand de een of andere vraag betreffende de details
van vorm en inhoud van problemen worden behandeld, hetzij dat wij zelf een
vraag stellen, hetzij naar aanleiding van tot ons gerichte vragen. Mochten stel
lingen worden verkondigd, waarmede deze of gene zich niet kon vereenigen,
dan houden wij ons ten zeerste aanbevolen voor critiek. Het doel toch is
langzamerhand de onzekerheid omtrent verscheidene punten die de compositie
raken, weg te nemen en zoo te komen tot eene meer en meer gewenschte een
heid in het streven der componisten.
Ten einde onnoodige verwarring te voorkomen, is het zeker gewenscht in de
eerste plaats nauwkeurig te bepalen wat onder het woord „Schaakprobleem"
wordt verstaan.
In het algemeen is elke mogelijke stelling die op het schaakbord kan voor
komen, een probleem. Dit is b. v. de opvatting welke Max Lange in zijn „Hand-
buch der Schachaufgaten 1862" nog verdedigt, maar tegenwoordig geheel is ver
laten, sedert ook de practische partij is onderscheiden in opening, middenspel en
eindspel en deze afdeelingen in de theorie geheel afzonderlijk worden behandeld.
Het schaakprobleem, zooals wij het kennen, behoort tot de rubriek eindspelen
doch is hiervan duidelijk onderscheiden:
1° door het gevorderde mat in een bepaald aantal zetten.
20 door de ideale wijze waarop de schaakgedachte is uitgedrukt.
30 door de overwegende stelling van Wit.
4° doordat het mat slechts op één bepaalde wijze in het opgegeven aantal
zetten is te bereiken.
Zoo kunnen wij dus met geruststelling deze definitie geven:
Onder schaakprobleem ') wordt verstaan: een eindspel waarbij in een
bepaald 2) aantal zetten en op ideale wijze de een of andere schaakgedachte
is uitgedrukt,
waaruit weder deze twee stellingen zijn te distilleeren:
i° elk probleem moet een schaakgedachte bevatten.
2° het moet zich verheffen boven de practische partij door de ideale wijze
der uitvoering.
In deze twee stellingen hebben wij het uitgangspunt gevonden van elke beoor-
deeling der schoonheid en vorm van inhoud, maar tevens de bron der gevaren
die zich bij de constructie kunnen voordoen, en die iedereen bekend zijn, zoodra
het woord „incorrect" wordt genoemd. Daar het ons doel is vragen van vorm
Pb6; 2 . Db7 enz. i—, Lc7 :; 2 . Dc8| enz.; anders eerder mat. 263. Twee
op l o s s i n g e n . 1 . L d 5 e n 1 . I , c 8 . 2 6 4 . 1 . P C 3 , P f 6 ; 2 . D e j f e n z . 1 , l ' c 7 ; 2 .
Df4t enz. x—, Kdy; 2. LC5 enz. 1—, anders: 2. Pbsf enz. of eerder mat. 265.
Drie oplossingen. 1. Df6 1. Df4 en 1. Pb4|. 266. 1. Tc4 enz. 267. (met wit
Paard op hi) 1. Te3 enz. 268. 1. TC4 enz.
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 2 5 7 2 5 8 2 5 9 2 6 0 2 6 1 2 6 2 2 6 3 2 6 4 2 6 5 2 6 6 2 6 7 2 6 8 T o t a a l :
Vorige score.
A. H. M. Dieperink. . 1 4 4 4 1 2 4 9 3 3 3 3 6 2 -1 2 194
A. Okkinga 1 0 6 4 4 4 6 3! — 3 3 6 2 5 2 148
J. Reyalt 91 4 8 4 9 3 3 3 3 6 2 5 2 I43
A. W. Luijendijk. . . . 7 8 4 4 4 6 3 3 3 3 4 2 - 1 2 u5
J. Hoes 97 4 — — 6 — — 3 3 j — — 113
J. v. d. Hulst 5 6 4 8 4 9 3 3 3 3 6 2 5 2 1 0 8
W. Ulle 96 — 3 3 102
C. T. v. Ham 3 8 4 4 4 6 3 3 6 3 6 2 5 2 8 6
J. M. v. Starrenburg. . 7 3 — — — 3 — — — — — — — — 73
H. Mendes da Costa .33! — 4 - — 3 3 3 3 3 2 2 - 1 2 57
Joh. N. M. v. d. Elft . — 4 8 4 9 3 3 3 3 6 2 5 2 5 2
H. C. v. Royen . . . . 5 2 — — — — — — — — — — — — 52
J. v. Beek — 4 4 4 3 3 3 3 3 4 25 2 40
A. Korst —'4 4 4 6 3 3 3 3 4 2 - 1 2 37
W. de Bloeme . . . . . 2 3 — — [ — — — — — — — — — — 23
A. A. Hoos | 12 — — ! — — — — ; — — -1 -i 'l 2 11
Zooals wel te verwachten was en wij ook voorspelden is de heer Dieperink voor de
tweede maal prijswinner. Voor zoover wij hem kennen, gelooven wij dat hij het
hierbij echter niet zal laten, maar nog ernstiger pogingen in het werk zal stellen
om in dezen wedstrijd nogmaals te overwinnen. Wie volgt den heer Dieperink
als prijswinner voor de tweede maal?
Binnenland.
2de „ D. Bleykmans.
3de „ A. Bleykmans.
In plaats van den Heer P. H. Smalt, die zich om gezondheidsredenen niet her
Het reglement is ter onzer beschikking gesteld, wijl daarin eenige wijziging
plaats vond.
Te Delft mocht tot heden het schaakspel in geen grooten bloei verheugen.
Als we de geschiedenis van de laatste jaren nagaan, dan stemt deze nu juist
eindelijk, toen zelfs aan den oproep om lid te worden, niemand gehoor gaf, ont
Sedert dien tijd was van werkelijk Schaakleven in Delft geen sprake (een stu
denten-schaakclub uitgezonderd).
Nu onlangs is weer een poging gedaan het Schaakspel in onze stad te doen
De nieuwe club, die een elftal leden telt, draagt de naam van „Delftsche Schaak
Vol vertrouwen door het nu behaalde succes, dat, hoewel nog niet groot, grooter
is dan verwacht werd, gaan we de toekomst tegemoet. Blijkt het, dat onze ver-
eeniging levensvatbaarheid heeft en blijft het gaan, zooals het thans gaat of beter
vermeld op bladz. 125 van den jaargang 1895 van dit Tijdschrift, is den 29sten
Wedstrijd te Krommenie.
Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat bij voldoende deelneming op Zaterdag 8 en
Zondag 9 Februari een wedstrijd met af- en aanspel zal plaats vinden te Krommenie
in het Heerenlogement aldaar. De regelingsbepalingen zijn geheel gelijk aan die van
den wedstrijd te Alkmaar, 17 Maart 1894, beschreven op pag. 33 van den jaargang 1894.
De leiding van den wedstrijd is opgedragen aan den Onder-Voorzitter of aan hem
wie hem vervangt. De leider beslist in gevallen, waarin voornoemde bepalingen niet
voorzien of bij geschil onder de deelnemers.
Bij het einde van den wedstrijd zal Jhr. A. E. van Foreest eene Simultaan voorstel
ling geven, aanvangende omstreeks 7 uur.
HET HOOFDBESTUUR.
31
Buitenland.
St. PETERSBURG. Het belangrijkste feit, dat op dit oogenblik alle schakers
der wereld bezighoudt, is ongetwijfeld de vierkamp, die hier wordt gehouden. Yan
de schakers, die met eenig succes zouden kunnen concurreeren naar den titel
„Champion of the World" ontbreekt slechts één op het appèl, n. 1. Dr. Tarrasch,
die, door beroepsbezigheden verhinderd, niet in staat is geweest zijne enorme gave
voor dit spel te doen schitteren en ons de resultaten te doen zien van eene kleine
match tegen Lasker. Wanneer hij aanwezig was geweest zou dit laatste zeker een
der grootste aantrekkelijkheden zijn geweest, als men zich herinnert, dat tusschen
deze heeren een groote rivaliteit bestaat, die haar ontstaan vooral te danken heeft
aan eene uiting van den kant van Dr. Tarrasch, die weigerde met Lasker eene
match te spelen vóór deze laatste op een internationaal Schaakcongres den eersten
prijs had gewonnen. Wat nu deze vierkamp zelf betreft en de voorwaarden, die
er aan verbonden zijn, moet gezegd worden, dat nooit onder zulke gunstige con
dities een wedstrijd heeft plaats gevonden. *) Behalve de vier hoofdprijzen ten
bedrage van 600, 360, 240 en 120 gulden, die verdeeld worden op de manier, op
groote wedstrijden nog steeds heerschende, ontvangen de deelnemers voor elke,
door hen gewonnen partij 48 gulden, terwijl den verliezer 12 gulden wordt uitbe
taald. Remises worden gehonoreerd met 24 gulden door elk der spelers. Bovendien
worden de spelers geheel vrijgehouden van reis- en verblijfkosten, die de St. Peter-
burgsche Schaakclub geheel voor hare rekening genomen heeft. Wij geven voor
dit nummer slechts een kort overzicht van den stand der wedstrijd, terwijl wij
in het volgende nummer eenige partijen zullen publiceeren.
Lasker .... — o o Vs 1 1 1 Vs o 1 1 Va 1 1 Va 9 5
CHARKOW. Na den wedstrijd te St. Petersburg zal hier een match gehou
den worden tusschen Steinitz en Schiffers, waarvoor reeds zijn bijeengebracht
1500 roebel, waarvan 800 voor den winner en 400 voor den verliezer.
den Mexikaanschen kampioen, werd met 3 gew. o verl. J rem. ten gunste van
Janowski beslist.
Op zijn doorreis naar St. Petersburg vertoefde Steinitz hier eene week, gedu
rende welke hij simultaanvoorstellingen enz. gaf. Van eenige partijen, tusschen
hem en Rosenthal gewisseld, won hij het meerendeel. Van hier vertrok de „ex-
champion" naar Frankfort en Berlijn, waar hij een simultaan voorstelling gaf
met het schitterend resultaat, dat hij van 34 gespeelde partijen 32 won en één
remise maakte.
Nabericht.
Er worden hier te lande plannen gekoesterd om Steinitz uit te noodigen ge
durende eene week voorstellingen te geven en onze kampioenen in de gelegenheid
te stellen zich met hem te meten. Hiervoor zijn waarschijnlijk + 250 gulden
noodig plus reis- en verblijfkosten. Reeds zijn 150 gulden volteekend en wii ver
wachten, dat Nederland deze gelegenheid niet voorbij zal laten gaan om den
grooten Steinitz persoonlijk in zijn midden te zien en zich later niet zal behoe
ven te verwijten op een gunstig tijdstip niet van deze gelegenheid gebruik gemaakt
te hebben. Mocht het plan gelukken, dan zou Steinitz hier waarschijnlijk in
Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Rotterdam en Utrecht voorstellingen geven.
%
4e Jaargang. N°. 2. Februari 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
J. C.TEN TUSSCHEBTDÉ, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H.DUF.I.MAN,
Commissaris van Materieel; G. J. GANTVOORT, Binnen Dommerstraat 13, Amsterdam,
Secretaris.
REDACTIE: J. J. K. MOQUETTE, Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRESLING ; L N.DEJONG.
Van dit lilad, dat omstreeks den 15den van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zün extra-nummers verkrijgbaar ii -20 cents en een geheele jaargang i) f 2.—, eveneens slechts
voor Kondsleden.
Bandjes 1895. Wij vernemen van de Erven Kramer te Amsterdam, dat er nog
slechts weinige bandjes besteld zijn. Tot half Maart blijft nu nog de gelegenheid
open, er een bij genoemde firma te bestellen. (Voor het adres zie men Januari-num-
mer, pag. 1).
Zooals reeds in het Januari-nummer is opgemerkt, zal het Tijdschrift niet meer dan
één vel per maand bedragen. Hierdoor is de redactie genoodzaakt veel, dat haar is
toegezonden en bovendien uiterst belangrijk is, tot het Maart-nummer te bewaren.
Wanneer alle leden van den Bond rechtstreeksch lid werden, zou ongetwijfeld het
bestuur van den Bond en dus ook de redactie in staat gesteld zijn, alles wat wetens
waardig is op schaakgebied, te kunnen publiceemn. Wenscht men dus dat dit Tijd
schrift dikker worde, dan werve men slechts rechtstreeksclic leden of worde het zelf.
OQ
1A
34
35
Finantiëele rekening over 1894.
ONTVANGSTEN.
Saldo van rekening over 1897 f 1 A VEN.
Contributie: / T9° 27' i | Bondstijdschrift drukken
A. t 8 6 leden (Rechtstr.) k ƒ 2 , 5 0 / 465 Januari—Februari No / 28
Inleggelden wedstrijden te Alkmaar ! ' ' ' ' •' / " 194 ~ Prijs-diploma's ! ' ' ' ' " ^ ^
Amsterdam 7 5'° I °1,vfrs druk*erk (circulaires, enveloppen, etc.) . . ! ' ' "
t 8
•s Gravenhage ! ! ! ^ °P meuwe rekeni»ë 4ll 32'
Groningen " \
Amsterdam . . . . " I
Rotterdam . . . " 7 2'
TUtrecht
•1 . .
' • • ' "
' 11 l 'l°
22,00
Leiden . T '
99 L 5> I
ONTVANGSTEN.
c
Saldo van
D ,
Rekening
o
over 1894 ƒ 420 , ... , ,,
U I T G A V E N .
B
Contributie: Bondstijdschnft drukken:
A. — 301 Rechtstr. leden a ƒ 2,50 ƒ 752,77 Januari-nummer . f 79 25
Af: wegens wanbetaling of oninbaarheid . . . „ 20,25 Februari „ 52 50
van de volgende 8 leden: " 732 52 Al" 86 75
a. Wanbet.: A. B. Henny (Arasterdam), S. P. van Laar (Hilversum), Me" " » 95 25
H. C. Gratama (Hoogeveen), G. B. Heemskerk ^Oud-Ade), juni " „ 4° —
Begrootint 1896.
ONTVANGSTEN. UITGAVEN.
Saldo van Rekening over 1895 ƒ 246 30 1 Tijdschrift drukken (1 vel per maand) 12 X ƒ 20,—. . . . f 240 —
Contributie: ;J verzenden (1 „ „ „ ) 12 X „ 14,— • • • • » *68
D o n a t e u r s . . . . . . . . . . . . . . 1 9 0 — „ P r o b l e e mw e d s t r i j d . . . . . • • • » 4 8
Iuleggelden groote Wedstrijd _ ); Probleemoplossingswedstrijd 60 —
„ kleine Wedstrijden IOO — Onkosten:
ƒ 1751 3° I ZlJL7ll- 30
Russische Partij.
1. e4 es 13. Kg2e) D d7 25. Ke2 P e5
2. P f3 P f6 14. D c2 P e6f) 26. f3 Te8
Weisz gespeeld werd te New-York 1889. Daar volgde als iod<" zet. Pbd2 met de
voortzetting. 10.... o—o. 11. Dt>3. Kh8 12. Db7 ? Tf6! (dreigend 13.... Tb8.
14. Da6. Pd4:) 13. Db3 Tb8 14. Dc2 Tg6 met voortreffelijk spel.
d) Wit heeft slechts weinig zetten ter beschikking, maar misschien was 11.
Pfd2 nog wel zoo verkieselijk. Overigens biedt de positie tallooze varianten, b. v.
ix. Le4:? fe4: 12. Te4:? Pas! 13. D? de4: met winnende positie.
Op 11. Pbd2 moet volgen, K'n8 wegens de voortzetting 12 Pe4: fe4-- 13 Le4 =
en Ld5:
Op 11 1x3? volgt f4! 12. Lei met varianten als in de werkelijke partij, b. v.
Lf3: 13 gf3: Pgs met een tempo voordeel voor Zwart.
Op 11. Pes volgt 11 Pes:! 12 des: U14! (12 LC4? 13 Le3) met
allerlei winstgevende voortzettingen b. v. 13 Le4: fe4: 14 Te4:? Lf2: en wint
(15 Khi Dh4 16 Dds Kh8 en wit moet verliezen) 15 Kfi Le3! 16 Kei. Dh4|
17 g3 Dli2: i8Te3: Df2 ft (T8 Le3 De2ff 18 Tg4: Tfif 19 Kfi: f)f2ft). Op 13
g3 volgen Kh8! nu kan Wit LI14 niet nemen en Zwart moet winnen.
11. Pes Pes: 12. des: Lh4 13 Tfi Pf2: 14 Tf2: Lf2: 15 Kf2: Dh4f 16 Kfi:
Dh2 en wint.
Op 16. Kgi volgt mat door Dei op 16 Ke3 volgt Dei en wint Lei.
11. Lf4 dreigt: 12 Db7: en 13 DC7: Zwarts positie is nu reeds overwegend.
') 13 Lgs: was de zet; met de voortzetting 13.... Lgs: 14 Dc2 U4 15 Pd2
(15 Lfs? Dgst 16 Lg4 115! en wint) l>h4 16. Pfi (eenige zet; op Thi volgt Dg5
en wint) Dh6 17 Pg3-
f) Een val. 15 Lfs kan niet wegens Pf4f.
s) Nog steeds is Lfs onmogelijk wegens 16.... Tfs: 17 1X5. Pf4+.
h) Wit heeft een prachtigen aanval. Zie diagram.
') Het beste; op 18 cd4: volgt Tei: op 18 Te8: volgt Pdc2: enz.
k) Wit kon hier de dame ook op d2 of e2 plaatsen maar zou haar in beide
gevallen verliezen, b. v. 18 De2 Pesf. 19 Kg2 fsf enz. 18 Dd2 Pest 19 Ke2
Dgst 20 f3 Df3:| 21 Kei Pd3 :f en wint of 19 Kg2 f3 20 Kgi of hi Dli3. 21
Pe3 Pd3: en wint.
') Op 23. f3 volgt niet Df3 :f maar Dg2f 24. Kei. Pf3:f enz.
m) Zwart heeft nu twee pionnen meer, behalve den veel beteren stand. De
wijze waarop hij Wit belet zijn spel te bevrijden, verdient bewondering.
°) Dreigend 29 ... Ph4 en wint eene pion.
<l4-opeiiiii£,
1. d4 ds 6. e3 Pbd7 11. Tci P 7b6
2. P f3 P f6 7. I13b) o—o 12. Lb3e) Lb4
3. C4 e6 8. L d3c) dc4:! 13. D C2 P C3 :
4. P C3 Le7 9. Lc4 -. P ds 14- ^3: L a3
5. Lf4°) có 10. Lh2d) Das 15- T di P ds
B0R9
41
) Deze looper blijft beter op den damevleugel. De geheele partij toont aan
dat hij niet op f4 behoort.
b) Om na 7 .. . Phs 8. LI12 te kunnen spelen, 6f, zooals later, op Pd5 : het
zelfde te kunnen doen. 7. Tci was veel sterker. Ook 8. cd5 : gevolgd door 9. Ld3
en 10. Tcx was beter.
c) Fout. Eerst moest 8. cd5 : geschieden.
) Beter was 10. Ld5 : gevolgd door 11. o—o. Niet goed was 10. Pd5 : wegens
edS : "• Ld3, Lb4f 12. P(b en Zwart krijgt een aanval, die, door de open e-lijn
zeer gevaarlijk wordt.
e) Nog moest 12. Ld5 : geschieden. Het nu volgende gedeelte wordt door
Tschigorin zeer fijn gespeeld.
) blijkbaar heeft Steinitz den fijnen ióden zet van Zwart niet doorzien. Ook
16. Lds : sleept groote bezwaren na zich, daar de witte c-pion, na cd5 : niet te
houden is, b. v. 16. Lds : cd5 •' J7- Pd2 ! (het beste; op 17. Pes volgt f6. 18. P^
Ld7 (dreigend I,a4 en Tc8) en wint). Ld7 en de c-pion is op den duur onhoud
baar. Op 17. Tbi volgt eveneens Ld7 en wint den c-pion.
s) Wits zet was de beste, waarover hij beschikte; er dreigde 17... Lfs ! Zwart
wint nu minstens eene pion.
h) Op 18. TC3 : volgt Lb4 19. ICd2 ed4 : 20. Pd4 : Td8 ! 21. Kd3 05 ! en wint.
42
3. L f l — b5 P g8 — f6 14. P e5 — f3 L e6 — f7
4. 0 — 0 P f6 X e4 15. D e2 — c2 c7 — c7
p- m pi 1 p e4 d6 Deze zet Seeft ('en indl'ut van. zwak te
' zijn; veel beter ware D d7 16. Tadl
6. Lb5 X c6 c!7Xc6 T,lJS>
7. PfSXeS L « - e 7 1 ( , T a l _ d l
8. Ddl—e2 Lc8 — e6
"P ^1A fc K®n zeer levendig, maar beiderzijds ge-
"2 d3 r do vaarlijk spel zou gevolgd zijn op g4,
10. c2 — c3 Ph6, 17. LI16 : gli6 : 18. Dd2 h5, enz.
Tot hiertoe was er gespeeld als in de ^ „g 9
12e partij van den match Steinitz Zuker-
tort in 1886. Steinitz vervolgde hier ) 0. Pd2. 'jC" *ou^- ^,ele' J<
0 0 17. D c 2 — b 3 f D d8—d5
11 l ci f4 r c6 c5 18. D b3 X b7 D d5 X a2
Beter is dadelijk Te8. 19- T dl al
43
Onjuist! Beter ware £4 Ph6 20. Lh6 : Ilier doet zich het merkwaardige geval
gh6 : 21. c4 Da5 (Le4 : 22. Te4 : Lf8 voor, dat twee loopers en toren tegen twee
23. I)c6 :) 22. I'c3 IMS 23. Dc6 : enz. paarden en toren moeten verliezen. Het
eindspel is leerzaam.
D a2 — d5
20. T as X a7 T a8 X a7 L g6 X ei
21. Db7 X a7 Dd5 X d3 Op andere zetten gaat altijd een pion of
meer verloren.
22. P a7 — a4
Bijv. : Lf7 29. Pf5 h5 (Kh7 30. Pe7 :
In aanmerking kwam Pg3. Te7 : 31. Pf6 :f) 30. Te7 :t Pe7 : 31 Pf6 :f
D d3 — b5 en wint. Op 29 Le6 volgt 30. Pe7
Te7 : 31. Pf6:f Kf7 32. Pe4 Lg4 : 33. Pdfif
[ets beter ware
enz. Het beste ware misschien 28. Lh7 29.
23. D a4 X b5 c6 X b5 Pc5 = (Pf6 .-f Lf6 : 30. Te8 : Kf7.) Tc8 enz.
24. h2 — h3
29. T el X e4 K g8 — f7
Waarom niet dadelijk g4?
30. P h4 — f5 L e7 — f8
h7 — h5 ? 31. Te4 X e8 K f7 X e8
Aan dezen zet is het verlies der partij
32. K gl — g 2 K e8 — d7
toe te schrijven. Zie diagram.
Met Lf8 25. g4 (Khl Kf7) Ph4 26. Zwart deed in elk geval beter direct den
Ph4 : (Pf6 : t gf6 : 27. Te8 : Pf3 : t) koning naar g6 te brengen.
le4 : 27. Te4 : Le4 : heeft zwart min Het nu volgende eindspel behoeft geen
stens remisie. commentaar. Zwart bezwijkt aan den be
kenden '/Zugzwang".
25. g2 — g4 ! hö X g4
33. K g2 — f3 b5 — b4 !
26. h3 X g4 P f5 — h6
27. L f4 X h6 34. c3 X b4 c5 X b4
g 7 X h6
28. P f3 — h4 ! 35. b2 — b3 K d7 — e6
36. K f3 — e4 Ke6 — f7
S t a n d d e r s t u k k e n n a den 2 4 s t e n zet van Zwart.
37. f2 — f4 ! K f7 — e6
38. P f5 — e3 L f8 — c5
39. P e3 — f5 L c5 — f8
40. Pf5 —d4f Ke6 — f7
41. Ke4 —f5 Lf8 — d6
42. K f5 — e4 K f7 — g6
43. P d4 — f5 L d6 — f8
44. P f5 — h4 f K g 6 — f7
45. K e4 — d5 L f8 — e7
46. f4 — f5 ! L e7 — d8
47. K d5 — c4 L d8 — e7
44
48. P h4 — g6 L e7 — d6 55. g4 X h5 K f7 — g7
49. K c4 — d5 L d6 — g3 56. P b4 — d5 L d2 — go
50. Kd5 —c6 K f7 — e8 57. b3 — b4 K g7 — h6
51. K c6 — c5 L g3 — el 58. b4 — b5 K h6 X h5
52. P g6 — f4 K e8 — f7 59. K c5 — d6 K h5 — g4
53. P f 4 — d 3 Lel—d2 60. K d6 — e6 Opgegeven.
54. Pd3Xb4 h6 —h5 J. D. T.
45
Problemen.
Probleemoplossingen moeten gezonden worden aan den heer W. B. II. MEINEKS, Nassaukade 76
Amsterdam: alle andere mededeelingen deze rubriek betreffende, aan den heer L N DE JONli t'
Oude Wetering. '
De heeren den Hertog en ïleiners blijten zieh belasten met het Juryschap van den wedstrijd in
probleemcompositie.
No 281. L Fechtar. No. 282. E. Pradignat
(„Münchener N. N.") („Münchener X. N.")
Uit de Probleem-wereld.
In het concours van de „Giornale di Sicilia", heeft de prijsrechter—de bekende
Italiaansche componist G. B. Valle — de prijzen toegekend aan de volgende
problemen:
F. Kellner.
(Ie Prijs.)
Mat in 3 zetten
V. Sehiffers. G. Tosco.
(2e Prijs.) (3e Prijs).
—— — .
Mat in 3 zetten. Mat in 3 petten.
Wonderlijk is het bij dit tornooi, dat oorspronkelijk de eerste prijs was toege
kend aan het hieronder afgedrukte probleem van G. Chocholous, dat reede de 3°
prijs verwierf in een der laatste tornooien van de „Deutsche Schachbnnd".
Wederom dus een geval van plagiaat, dat naar onze meening zeker bewust is
geweest, omdat de verdedigingsstukken van Zwart en de variantenvorming in
beide gevallen precies dezelfde zijn. Een ander geval van plagiaat ontdekten wij
onder de eervolle vermeldingen van het „Frankfurter Schachblatt" (waaraan No.
287 en 289 zijn ontleend) waar het hier volgende probleem onder F. Kellner's
naam ons reeds bekend is als oorspronkelijk van G. Heathcote. (Zie voorgaande
Jaargang Ned. Schaaktijdschrift blz. 184.) Dit geval van letterlijke overeenstemming
is echter niet zoo merkwaardig, daar zich de pointe met het gering aantal stukken
moeielijk op andere wijze laat behandelen. In ieder geval kan zeker de waar-
4§
schuwing niet overbodig geacht worden, zich niet toe te leggen op problemen
waar de verdediging van Zwart hoofdzakelijk wordt gevonden in Koningszetten of
in een enkele pion. Dan toch is de kans van onbewust plagiaat zeer groot.
F. Kellner.
Or. Chocholous. (Eervolle vermelding Frankfurter Schach(blatt).
Probleemcompositie.
Io. Het veroveren van een vijandelijk stuk
Wie materieel in het voordeel is, heeft in de praktische partij gewoonlijk de
meeste kans om te winnen. Zoo is het dus het doel van den speler een stuk te
veroveren, ten einde aldus de winst te forceeren. Dit geeft aanleiding tot zeer
fijne combinaties, die wegens de uitgebreidheid der zetten echter niet geschikt zijn
voor het probleem, vooral omdat niet terstond een mat volgt.
Toch is deze gedachte in het schaakprobleem verwezenlijkt en wel gecombineerd
met het veroveren van een tempo. Een tweetal voorbeelden mogen hier een
plaats vinden.
J. H. Finlinson. S. Loyd.
Reeds een oppervlakkige blik leert, dat het mat terstond was te bereiken, als
Zwart verplicht was Pa2 te verzetten. Het doel is dus den looper g5 te ver
overen, wat na L X T geschiedt door 2. Pe6, na L X P door h2—h4 en na Lf4
door Pf7. In het tweede probleem geschiedt het veroveren door 2. Td6, waarna
Zwart gedwongen is zijn koning te bewegen. Dit is wat de Engelschen noemen
het veroveren van een free piece.
Op andere wijze weten wij niet, dat deze gedachte opzettelijk in een probleem
is bewerkt. De oorzaak ligt hierin, dat Wit steeds aanmerkelijk in het voordeel
is en dus misbruik van zijn macht zou maken, als hij Zwart ging berooven van
zijne weinige verdedigingsstukken. Meestal zijn het dan ook nietswaardige varianten,
waarin zulk nemen voorkomt. Doch een probleem waarin zulke ruwe varianten
met zijn te vinden, verdient altijd de voorkeur. Komt het nemen van een stuk
voor in een der voorname varianten, dan schaadt dit werkelijk den totaal-indruk
en doet het geheel sterk in waarde dalen. Natuurlijk is het niet mogelijk hier
in bijzonderheden te treden, doch als algemeene regel die voorop moet worden
gesteld bij het pomponeeren van een probleem, is de eisch niet te hoog, dat zoo
weinig mogelijk een zwart stuk mag worden genomen. Het getuigt meer van
edelmoedigheid een stuk dat „en prise" staat, niet te nemen en er een nieuwen
variant door te scheppen, dan het ruwweg te veroveren. Doch het behoeft zeker
geen betoog, dat aldus de constructie van het geheel zeer wordt verzwaard, vooral
als reeds in de aanvangsstelling zwarte stukken zijn te nemen. De kans toch voor
geheele of gedeeltelijke nevenoplossingen is daardoor zeer groot.
Nog blijft over de groote vraag, hoe moet worden gedacht over het nemen
op den eersten zet. Reeds het hierboven gezegde toont duidelijk dat dit in het
algemeen sterk is af te keuren. Wie reeds begint met het nemen van een stuk,
toont al zeer weinig begrip te hebben van de edelmoedigheid die den sterkere
tegenover den zwakkere past. Alleen ten opzichte van pionnen wordt in bui
tengewone gevallen eene uitzondering gemaakt.
Die buitengewone gevallen zijn de volgende:
1. Als het de eenige wijze is waarop eene nevenoplossing is te verijdelen.
Met opzet wordt hier gezegd: als het de eenige wijze is, want mocht of met
een anderen zet öf door een kleine wijziging in den stand öf op een minder ruwe
wijze hetzelfde doel kunnen worden bereikt, dan pleit dit niet voor den ernst
waarmede de componist is te werk gegaan, en zijn probleem heeft, zoo niet alle
waarde, dan toch veel van zijne waarde verloren.
Maar ook al is het de eenige wijze om een dreigende nevenoplossing te ver
mijden, dan nog is het nemen af te keuren als Zwart niet eenige vergoeding
daarvoor in de plaats krijgt. Het schoonst geschiedt dit door een offer, waarvan
een goed voorbeeld is te vinden op blz. 55 van den Hertog's werkje - Het
Schaakprobleem. Van anderen aard is het offer in het probleem van Dr S Gold
dat hieronder is afgedrukt. (Er dreigt: 1. dPe4 Ke3, 2. Dd3 en Lg3 ±) Maar
ook kan deze vergoeding bestaan in het vrijmaken van een of meer velden
rondom den zwarten koning, ofschoon hier het ruwe der gedachte reeds veel
meer op den voorgrond treedt. Men zie het probleem van S. Lovd.
5°
den loten de kans voor nevenoplossingen zeer vergrooten, en hier zelfs een neven
oplossing scheppen !)
'— ; « > ï
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
1- P X e3. 1. D X a3.
Binnenland.
KROMMENIE. De wedstrijd te Krommenie, in het vorig nummer uitgeschre
ven, op 8 en 9 Februari, is uitstekend geslaagd. Er waren 14 deelnemers, wat
oorzaak was dat 2 maal, in de ie ronde en bij de verliezers in de ie ronde, het
bye-stelsel moest toegepast worden.
Een grootere deelname had ik wel mogelijk geacht, daar mij Zaterdagmorgen,
bij aankomst te Krommenie, medegedeeld werd, dat er reeds iemand uit den
Helder gearriveerd was, en Klaas de Heer en Jacob Beets ook verwacht werden.
Niets van dat alles. De deelnemers waren, op drie na, allen uit de Zaanstreek.
Toen de lijst van deelneming gesloten was, kwamen daar op voor de heeren:
J. van Wermeskerken, D. Reijne, C. Gorter Dz., K. Krijgsman Sz., S. Waagmees-
ter Jz., D. Haan, H. Reijne Hz., K. Krijgsman Kz., allen van Krommenie; J.
Bruin Wz., C. v. d. Meulen en M. Gorter van Wormerveer; W. de Veer en
R. Wieringa (tot 1 Januari 1896 afdeelingslid te Groningen, nu rechtstreeksch
lid; van Amsterdam en J. F. S. Esser van Leiden, die per fiets kwam en Zondag
avond weer vertrok.
Onze waarnemende Voorzitter van den Bond opende met een enkel woord den
wedstrijd, waarna men, onmiddelijk na de loting, elkander heel gemoedelijk in de
haren greep.
De volgende Tabel geeft een overzicht van den loop van den wedstrijd.
52
Kl. Volgn. 1ste ronde. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde.
II i. W. de Veer, bye 1
II 2. C. Gorter, | r • ' orter
' Gorter wint i wint /r r
III 3. D. Haan, ) W1IU [C- Gorter
I 8. R. Wieringa, . , M_ ^ j ^
II 9. M. Gorter, ' I Gorter I
I n. J. F. S. Esser, ( J w;nt |
gende verloop.
D. Haan, bye
C. v. d. Meulen, , d Mgulen wintjv. d. Meulen winti
Zoodat M. Gorter als ie, C. Gorter als 2e, Bruin als 3e, H. Reijne als 4e, D
Reijne als 5e, Esser als 6e en K. Krijgsman Sz. als 7e prijswinner uit het strijd
perk kwamen.
Om de geregelde gang bij den wedstrijd te onderhouden, werd het inleggeld
voor drie rondes vooruit voldaan. Mocht iemand eerder afvallen, dan werd het
gegeven heeft, niet beklaagd zal hebbén. Hem komt ook bij dezen een woord
van dank toe voor het schoone, dat hij toen weer te genieten gaf.
Zoo behoort dan ook deze wedsirijd weer tot het verleden en heeft ons de
overtuiging geschonken, dat ook onder de deelnemers krachten gevonden worden,
die met vrijmoedigheid en kans op een goeden uitslag, zich kunnen wagen op
53
het ruimere veld, n.1. den jaarlijkschen grooten wedstrijd van den Bond. Wij
hopen ze daar eens te ontmoeten.
De ondergeteekende, vreemdeling op dit terrein, woonde den geheelen wedstrijd
bij en Zondagmiddag kwam ook nog de Penningmeester opdagen, zoodat toen, op
den heer Deelman na, het geheele tegenwoordig Bestuur van den Bond present
was. kenige van de in Krommenie gespeelde partijen volgen in dit tijdschrift.
G. J. GANTVOORT, Secretaris.
LEIDEN. Van het gezelschap „Morphy" meldt ons de Secretaris: Het resul
taat van den jaarlijkschen medaillewedstrijd in 1895 was :
I. de Heer J. F. S. Esser...... met 8 winstpunten
II. „ „ A. C. Splinter „8 „
III. „ „ W. C. van der Meulen .... „8 „
IV. „ „ R. van Dam „ 6V3 „
v- » ,, A. A. J. Ridderhof „ 5% „
enz.
Bij de 1.1. bestuursverkiezing bleef President de heer J. F. A. Esser, terwijl de
HH. W. C. van der Meulen en R. van Dam, sucs. Secretaris en Penningmeester
werden. De heer A. A. J. Ridderhof werd Commissaris van materieel. In de
te dier gelegenheid gehouden probleemwedstrijd verkreeg de Heer A. Ridderhof
den ren prijs.
HILVERSUM. De uitslag van het huishoudelijk concours van 't Hilv. Schaak
genootschap was als volgt :
v. d. Smit. |
Oudejans. :
de Man. j
Hartman. :
v. Driest. I
Westenberg.
Harreveldt.
Brandsma.
Vuurmans.
Jac. Peet.
de Ruwe.
Jan Peet.
Ferwerda.
Hintzen.
G. Peet.
Franse.
Pompe.
Ledel.
Alders.
Felix.
Veen.
Fotaal.
Brandsma I — o o o o i Vs — — i% punt.
Hintzen I i — i/2 o o o o iu2
de Man I 1 1/2 — 1 o 1 o _ 31/3 m
Oudejans I 1 [ o — o >/s 1 _ __ 31/3
J. Peet I 1 x 1 1 — 1 1/9 51/2 „
de Ruwe I o 1 o V* o — o — u/s „
Vuurmans I Vs 1 1 o 1/3 1 — 4
Felix II —— 1 o 1 r 1 o '/j o 1 1 6'/ï punt.
Ferwerda II —. o — o o 1 o o o o o o 1 „
Franse II _ 1 1 — £ 1 1 1/2 1 o 1 o 71/5 „
Harreveldt II oio — 1001 100 4 „
Ledel II —.— o o o o — 1 o o o o o 1 ,,
Pompe II o 1 o 1 o — 1 00 1 1 — — — 5 „
Jac. Peet II 1 1 1/21 1 o — o o 1 1 — 61/2 „
G. Peet II .—. 1/21 o o 1 1 1 — o o 1 51/2 „
v. d. Smit II 1 1 1 o 1 1 1 1 — 1 Vs — 8V2 ,•
Veen II o 1 o 1 1 o o 1 o — 1 5 „
Westenberg II o 1 1 1 1 o o o Vso 41/2 „
Alders III — 1 1 2 punt.
v. Driest III o — o o „
Hartman III 01 — 1 „
ie KLASSE, ie Prijs Jan Peet 5 "2 punten van de 6 p. — 2e Prijs J. G.
Vuurmans 4 punten van de 6 p.
2e KLASSE, ie Prijs J. v. d. Smit 8V2 punten van de 10 p. — 2e Prijs
E A. Franse 7','i p. van de 10 p. — 3e Prijs Jac Peet 6Va van de 10 punten.
3e KLASSE, ie Trijs C. Alders 2 punten van de 2 punten.
Buitenland.
ST. PETERSBURG. De beroemde vierkamp is geëindigd. Na de negende
ronde geraakte Lasker vóór en hij toonde zich n^.van zins, het veroverde terrein
goedschiks weer af te staan, maar wel daaraan nog toe te voegen. Toen was het
eind-resultaat met twijfelachtig meer. Opmerkelijk is ongetwijfeld het betrekkelijk
geringe resultaat van Pillsbury, die, een tijd lang zelf leider, niet slechts door Lasker
maar ook door Steinitz werd voorbijgestoomd. Zijne score tegen Steinitz was zeer
ongelukkig en het zou ons niet verwonderen als de moreele superioriteit van den
meester over den leerling hier eene rol had gespeeld. Ook Tschigorin, die tijdelijk
ongesteld was, voldeed niet aan de verwachtingen, die men in St. Petersbnrg van
hem had gekoesterd. Het gerucht loopt, dat eene weddingschap hiervan de oorzaak
was. Het meerendeel der partijen is prachtig gespeeld. Jammer maar, dat enkele
56
er van door groote bévues ontsierd worden. Na afloop van den strijd loofde de
St. Petersburgsche Schaakclub, wier kas onuitputtelijk schijnt, honderd roebel uit
voor ieder van twee consultatiepartijen, tusschen Lasker en Pillsbury aan de eene
en Steinitz en Tschigorin aan de andere zijde. In beide bleef eerstgenoemde
partij overwinnaar.
Volledig overzicht na den 18de ronde.
Lasker . . • i '/j i i VJ 1 oo >/s i Vs Vs i i Vs o i "2
Steinits . . • o 1 1 00 '/• 1 Vs Vs 1 1 1 — o o 12 1 o "2
Pilsbury . . . 11100% — o Vs Vs o o o 1 1 Vs o Vs Vj
Tschigorin . . — o o o 1 1 Vs 1 o o x 1 Vs o Vs o o Vs o
Tschigorin. Pillsbury. Steinitz. Lasker.
MOSKOU. Lasker gaf hier den 3en Februari eene simultaanvoorstelling van
19 partijen, waarvan hij slechts ééne verloor.
Er worden hier voerbereidende maatregelen genomen voor eene match Lasker—
Steinitz. die omstreeks Mei zal gehouden worden en waarvoor een rijke koopman
Bostancljoglo alleen de somma van 5000 roebel geteekend heeft.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR'VAN DEN N. S.: Voorzitter; H. J. DEN HERTOS, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCHENDÉ, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN,
Commissaris van Materieel; G. J. GANTVOOBT, Binnen Dommerstraat 13, Amsterdam
Secretaris.
RADACTIE : J. J. B. MOQUETTE, Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRESLING; L N. DE JONG.
Van dit lilad, dat omstreeks den ISden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
loegezonden, zjjn extra-nummers verkrygbaar ii 20 cenls en een geheele jaargang li f •> - eveneens slechts
voor Bondsleden.
Namens het Hoofdbestuur van den N. S B. wordt d e n leden bekend gemaakt, dat
e r geen register zal verschijnen o p d e n J a a r g a n g 1895, m a a r d a t er, bij het Januari
nummer van het j a a r '97, een register zal gevoegd worden o p d e Jaargangen 1895
en 1896.
d4 enz. 280. i. Df8 enz. van H. v. Gottschall. i. Tg8, des:; 2. Lgs enz. 1—,
anders; 2. Pd6 (:)f enz. van C. Erlin. 1. Pe7, K.C5; 2. Le3f enz. 1—, LofTbö;
2. Lfóf enz. 1—, Tb3; 2. Pf7 enz. 1—, Tb2, b4 of ei; 2. Db4 (:) of b2 :f enz.
1—, T anders; 2. Pbsf enz.; 1—•, b6 of bs : 2. Pe4 enz. of eerder mat van
F. Schindler. 1. Pc4, Lf3; 2. Dby enz. 1—, Ldi; 2. De2 enz. 1—, anders; 2.
Dbif enz.
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 Totaal:
Vorige score.
A. Okkinga 148 — 4 — 4 3 3 3 3 2 2 2 2 1 7 6
J. Reyalt 143 — 4 — 4 3 3 3 3 2 2 2 2 171
A. W. Luijendijk. . . . 115 — 4 4 4 3 3 3 3 2 2 2 2 i47
J. v. d. Hulst 108 — 4 4 4 3 3 3 3 2 2— 1 2 137
C. T. v. Ham 86 4 4 4 4 3 3 3 3 2 2 2 2 122
J. Hoes 113 — —- — — — — — — — — — — 113
H. Mendes da Costa. J 57 — 4 — 4 3 3 —1 32222 81
Joh. N. M. v. d. Elft . 5 2 — 4 —i 4. 3 3 3 3 2 2 2 2 7 9
A. Korst 3 7 3 3 3 3 2 2 2 2 7 3
4 4 4 4
J. v. Beek 4o — 4 — 4 3 3 —1 32222 6 4
A. H. M. Dieperink .. — 4 4 4 4 3 3 3 3 2 2 2 2 36
W. de Bloeme 23 — — — — — — — —• —• — —• — 23
E. A. J. H. Modderman. — — — — — 3 3 3 3 2 2 2 2 2 0
A. A. Hoos 11 — — — — — — — — — — — — 11
De heer Okkinga heeft dus deze maand den prijs.
Het komt meermalen voor dat sommige oplossers de varianten der problemen
minder juist uitwerken, of soms wel vergeten. Zoo bemerkten wij dat in No. 271,
na 1—•, Le4 :, gespeeld werd, 2. Tc6 en op 1—•, Ke4 :, 2. Td3, hoewel alleen
respectievelijk 2. Te3 en Lc7 tot het doel leiden. In 274. vergat een oplosser de
variant 1—, ef4:; in 275 laat iemand de variant 1—, Kb3 buiten beschouwing,
terwijl een ander in 276 1—, efs : vergeet.
Hoewel wij als regel aangenomen hebben, geen oplossing af te keuren, wanneer
er een enkele variant fout of weggelaten is, zoo meenen wij er toch op te moeten
wijzen, dat meerdere fouten in de oplossing, wel eens aanleiding zouden kunnen
geven tot afkeuring van die oplossing, niettegenstaande de sleutelzet goed aange
geven is.
59
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
Do heeren den Hertog en Meiners blijven zich belasten met het Juryschap van den wedstrijd in
probleemcompositie. Probleemoplossingen te zenden aan den heer W. B. H. MEINERS Nassaukade
76, Amsterdam.
6ö
6i
Uit de Probleem-wereld.
In No. 292 plaatse men s. v. p. nog een Witten Toren op h 5. Het probleem
is opgenomen als een voorbeeld van zeer moeielijke constructie. Ondanks het groot
aantal witte stukken, zijn toch geen andere verdedigingsstukken voor Zwart noodig
dan pion b 6 !
De „Chess Montly bevat het begin van een artikel over het Oplossen van pro
blemen. Het is geschreven door B. G. Laws. Als het in zijn geheel is verschenen,
hopen wij er een kort uittreksel uit te kunnen geven.
Door de schaakliteratuur doet tegenwoordig het volgende probleem de rondte:
Mat in 8 zetten
De componist van dit probleem is niet bekend. Het is uit een oud duitsch
document herdrukt. Een oplossing in 8 zetten was tot heden niet gevonden, dan
na toevoeging van een witte pion op g3. Nu wordt echter bericht in „La Stratégie"
dat een Amerikaan een oplossing vond in 6 zetten. Al is dit dus zeker niet het
door den auteur bedoelde, het bewijst dat een mat mogelijk is. Misschien willen
onze lezers ook hieraan hunne krachten eens beproeven. Zoodra de oplossing van
den Amerikaan in ons bezit is, hopen wij die mede te deelen.
Het onder den titel „Probleemcompositie" te geven vervolg moet worden uitge
steld wegens plaatsgebrek. Tot nu toe kunnen wij niet klagen over te veel last
van onze Probleem-correspondentie. Waar zijn de componisten die ons eens willen
verrassen met hunne bijdragen voor het volgende nummer ? Moet men in het
buitenland denken dat het vuur is uitgebluscht onder onze componisten? Laten
wij toch onze rubriek zooveel mogelijk Nederlandsch maken!
Reeds was het bovenstaande gedrukt, toen ons eenige problemen voor den
wedstrijd gewerden, die in het volgende nummer zullen worden opgenomen. Wie
helpt mede het twaalftal vol te maken ? In N°. 289 eischt de oplossing nog een
witte pion op h2.
02
3. L fl — b5 P g 8 — f6 P f6 X d7
4. 0 —0 d7 — d.6 10. Lb5 — c4 h7 —h6
5. P bl — c3 L c8 — d7 Zwak. Beter is l'g6.
6. d2 — d4 P c8 — e7 ? 11. L cl — e3 D d8 — c7
Deze zet kost een pion. Beter ed4 : 12. a2 — a4 P e7 — g6
gevolgd door Le7 en 0—0.
13. f2 —f4 L f8'— e7
7. d4 X e5 d6 X e5 Op Leo zou 14. Lt7 :f 15. Le5 : l'c5:
Op Lb5 : kan volgen 8. ef6 : Lfl : 16. Dh5 gevolgd door f5 het zwarte spel
9. fe7 : Le7: (De7:) 10. Dfl: en Wit ruineeren.
moet met twee paarden tegen toren winnen.
14. Pc3 —e2?
8. P f3 X e5 c7 — c6 Een zeer zwakke voortzetting. Beter is
9. P e5 X d7 e5, na Td8 of 0—0—0 gevolgd door Dh5.
Sterker lijkt mij toe Lc4 Le6 (gedwon Ta8 — d8
64
Ook 0—0—0 kwam hier zeer in aan geeft niets wegens Tf3) en Wit moet win
merking (15. Lf7 :? Peo !) nen. Toch voert ook de tekstzet tot winst,
15. Ddl—el als Wit maar goed vervolgt.
Nu reeds doet zich de fout, door Wit T f8 X f6
in den vorigen zet begaan, gevoelen. l)e 22. Dg3 — f3
dame, die op h5 een uitmuntende stelling
Hier had Wit, in consequentie met zijn
had kunnen innemen, moet nu naar el,
vorigen zet, niet f5 moeten vervolgen (h4
waardoor een gewichtig tempo verloren gaat.
leidt tot niets wegens Td5) 22. f5 Peo!
0— 0
(niet Dg3 - wegens 23. Pg3: Pe5 24. Ph5
16. Del—g3 Kg8 — h7 Tf7 25. f6f Pd3: 26. fe7: en Wit wint
17. e4—e5 P d7 — co een officier en het spel) 23. Pc3 g6!!
Om Ld3 te beletten. (eenige goede zet) 24. fg6 :f (Pe4 Tf5:)
Kg7 25. Tf6: enz. en W it heeft 2 pionnen
18. Le3 X c5 L e7 X c5+ meer en moet winnen.
19. Kgl — hl L c5—e7 L e7 — d6
Sterker is hier De7.
23. g2—g3 K h7 — h8
20. L c4 — d3 f7 — f5 24. P e2 .— c3
Wit dreigde met f4—f5—f6 de partij
Wit beeft, door zijne vorige minder
te winnen. De tekstzet is behalve Kh8(g8)
goede zetten, zich de directe winst der
het eenige middel voor Zwart om direct
partij laten ontglippen, terwijl Zwart, die
verlies te vermijden. Had Zwart in den
nu geheel buiten gevaar is, met een tegen
vorigen zet De7 in plaats van Le7 gespeeld,
aanval dreigt. Daarom had hij hier Lg6 :
dan zou nu f5 van meer kracht zijn ge
moeten spelen (in den volgenden zet ruilt
weest.
Zwart immers toch den witten raadsheer
21. eö X f6. af en bezorgt hem een zwakken pion) ge
Eenvoudiger en daarom beter ware volgd door Pc3. Wit is dan nog steeds
21. Dh3! Dd7 (Ph4 2 2 . g3 Pg6 23. g4!) zijn pion vóór en heeft in het eindspel
22. Pg3 Ph4 23. Pf5 : Pf5: 24. g4 (l)d5t goede winstkansen.
P g6 — e5 !
25. Df3—f2
Beter De2 om Le5 te beletten.
P e5 X d3
26. c2 X d3 L d6 — e5
27. T fl — el
Ken valletje, dat echter niet deugt.
Beter ware Pe4.
Td8 X d3??
Zwart loopt er waarlijk nog in! Met
Lc3: gevolgd door Td3: had hij nu een
zekere remise in handen.
65
Geweigerd Dame-Gambiet.
d4 d5 "• cd S= eds: 21. Lb5!h) D b5 :t
C4 f 12. Pd4 0-0!») 22. Kaï Tq
T
3 , CS '4- Ohs P cd4: 24. Thdi Tc^i
5' gS c d4: 15. ed4:d) L e6 2S. Dfs D cl
ï m V f*' l6- f4P) Tac8 26 - Kb > k )
l' l' °7 I7" f 5 T c 3 :! 27. De6|? K h2
8. 0-0-0 Da5 l 8 . fe6:<) Ta3!!B) 28. K a , ? Dc,')
9 ' L d 7 *9- ef7 :f Tf 7 : 29. K a4 b5 1
IO h 6 2 °- b a 3: Üb6 30. KbS: Dc5 en
b) Beter was 7. Lf6 : gf6 : (op 7 . . . Pd4 : volgt 8. Ld8 : Pc.2f 9- ^di ^al •
10. La4 ! en Wit wint 2 officieren voor zijn toren) 8. DI14 Le7 ? 9. cd5 : ed5 :
(8... is? 10. Da4) 10. o—o—o enz.
°) Goed; Wit moet afruilen op f5 en zijne dame op ongunstige velden plaatsen,
terwijl Zwart's Loopers beide eene dreigende stelling innemen tegen Wit's konings
zijde.
J) Het resultaat van Wit's 6den zet is: ten iste. Zwart heeft den aanval; 2de,
twee loopers tegen looper en paard, 3de, de open c-lijn, terwijl ten slotte d4 zwak
en ds sterk is.
e) Wit had Df3 moeten spelen. 16. Lbs gaat niet wegens Tac8.
') Nog het beste op 18. bc3 : volgt DC3 : 19. Df3 ! (19. fe6 : Db4 ! en wint)
Lfs : ! 20. Dfs : Ld4 : 21. Td4 : Dd4: met 3 pionnen voor den Looper.
g) Schitterend.
h) Het beste om de Koningin van d4 af te leiden. Op 21. Kaï volgt 21 . ..
Ld4 :f 22. Td4 : Dd4 :f 23. Kbi en Wit kan het dreigende Tf2 niet afweren.
21. KEI of KC2 ZOU gevolgd worden door Tc7f en wint spoedig.
') Beter dan 23 . . . Tc2 waarop zou kunnen volgen 24. Thbi Dc4 25. Tc2 :
Dc2 : (25 . . . Ld4 :? 25. Tcb2 en Wit heeft winstkansen) 26. Ddsf met tamelijk spel.
k) Deze en de beide volgende zetten ontnemen Wit alle remisekansen, die er
na 26. Kbi nog bestonden.
]) Zwart kon hier mat in 5 zetten annonceeren.
') Op 10 g5 volgt ii Lg3 f4 12 De4! fg3 : 13 Le6: Le6: 14 De6:f Tf7 15 hg3
') Om het dreigende 12 d5 ! te ontgaan.
Stand na den 13den zet van Wit.
k) Inleiding tot de volgende zeldzaam mooie, combinatie. 13. fe4: is niet aan
te bevelen wegens 13....e5! 14. de5: (14. L g3 f4; 15. ef4: ef4:; 16. Lf4: P d4
met goed spel voor Zwart) L e$: 15. L e5: De5: en zwart staat beter.
h) Had Lasker de nu volgende prachtige, combinatie, doorzien, dan had hij
zich wel tweemaal bedacht, eer hij dezen zet deed. Hij rekende waarschijnlijk
op 14. Lf4: es! en Zwart krijgt een goed spel, óf 14. Lf4.- Ld4:! 15. ed4:
(Td4: ? Pd4: enz.) Tfy: +. Het beste was 13.... ef3: 14. Pf3: e5 15. Tliei,
(dS 1S ook sterk, maar op e4 mag niet volgen 16. Pd4 wegens Ld4: 17. ed4:f4!)
es 16. Pgi, hoewel wit ook dan het betere spel houdt. (Zie diagram )
') 14 es wordt gevolgd door 15. ef4: ed4: 16. Dd7: Ld7: 17. b4 as
ï8 bs Pa7 19. Lf2 en Wit wint eene pion.
k) Natuurlijk eene vergissing, die eene gewichtige pion weggeeft. Ook op ....gs
houdt Wit een goed spel.
) Op 17.... Tg8 kan volgen 18. Th7:f DI17: 19. Df6 :f Dg7 en wint, houdt
minstens remise of 19 Tg7 20. Ld3 DI15 (20 Dg8 21. Dh6 Th7 22. Dh7 :
Dh7 : 23. Lh7: KI17 : en Wit heeft 4 pionnen voor den looper) 21. Pt'3 dreigend
Pg5 en houdt minstens remise.
m) Verliest een hoogst gevaarlijk tempo, maar ook op andere zetten is Zwart
verloren, b. v e5 20. g5! Lgs: 21. fgs : DgS : 22. ds Pe7: 23. Pf3 enz.
n) Zwart kan niet nemen wegens 23. Dh7:f enz. en wint Ld7.
°) Eene aardige manier om Tdi te laten aanrukken.
p) Deze zet verstoort elke mogelijke illusie, die Zwart nog kon hebben. Er zou
b. v. volgen 31.... Td7 : 32. Le6 Tf7 33. g6! en wint,
68
D g5 — h5 !
23. Ii2 — h3 D h5 — g6
24. K gl — h2 P f6 X e4
25. Pe3 —f5
Deze zet is inderdaad de beste, daar hij
den aanval van zwart breekt.
D g6 X f 5
en it dus den pion had kunnen en
moeten nemen.
26. Dc2 X e4 Df5 — h5?
Zwart wil van zijn aanval geen afstand
Bijv. Lbo: Tg6 (Pf'6 21. Lc4) 21. g3
doen en het is dan ook merkwaardig, dat
cb5: 22. Td7: I>h5 23. Tc7: (Pf5 Df3
hij, hoewel bijna zijn gansche macht op den
24. Pe7f Kh8 25. Pg6:f hg6: 26. gf4:
vijandelijken koningsvleugel richtende, de
I>g4 f 27 Kbl I)f3 f remise) I)f3 24. h4
winst niet kan forceeren, maar ten slotte
Tg3 : -f. 25. fg3 : Pe2 f 26. De2 : De2 :
alleen positie genoeg overhoudt om tot
2 1 . Lc5 f6 28. Tdl en wint. Op 21 ... .
remise te dwingen.
Lb6 volgt 22 Tfel cb5 : 23. Td7 : enz. :
pii op 21 Pf6 22. Le2. Door De4: zou Zwart, ondanks de in
den 13en zet aangebrachte verzwakking van
Op 20 . . . Th6 zou volgen 21. g3 Dh5
den damevleugel de partij hebben moeten
22. b4 Pf6 23. Pf'5 Df3 24. Ph6 : f gh6 :
25. gf4 : L)g4f remise. winnen. Bijv. 26.... De4 : 27. Te4: Te6
28. Lg5 (op Td7 volgt Pd5, op Lc5 Lb6)
T e6 — b6 f5 29. Peel Pg6 30. g3 Lb6 31. Kg2 h6 enz.
2 1 . L d3 — fl! 27. c3 — c4 !
Op Lb5 : ZOU nu volgen l)h5 22. h3 (!) Wit ziet zeer goed zijn groote superio
Ph3 : f 23. gh3 : Dh3 : 24. f3 Ïg6 f 25. riteit op den damevleugel en begint on
Pg2 Lb6 f 26. Kfl Dhl f 27, Ke2 Dg2 : middellijk daarnaar te spelen.
f 28. Kd3 cb5 : en wint.
f7— f5
P d7 — f6 ! Consequent inderdaad, maar gevaarlijk.
22. L a3 — e7 Beter ware Te6. Er kon volgen 28. Td7
Op Pf5, 't welk de kwaliteit dreigt te La5 29. b4! f5 30. De3 Lb6 31. Lc5
winnen, zou volgen : Th2 : 23. Kh2 : (g3 De8 32. Td2 Tb8 enz. Op 28. Lc5 zou
Dh5 24. Ph4 Th4 : 25. gh4 : Dg4 f 26. volgen f5 29. I)e3 e4 30. Khl a6 enz.
ook remise) 43. Kg] Lh2-j- remise door hebben. Hierop kan volgen Dh3 :f- 45.
eeuwig- schaak. Kgl en zwart moet door eeuwig schaak
e4 X d3 remise houdeu, want na 1x6 (op Te8 volgt
46. De5 : en op Lc7 46. Dc7 :) 46.1)cS :f
41. Da7 —e3
Dc8 : 47. Td8| Dd8 : 48. Ld8 : Lb2 : 49.
Op Lc6: zou volden Dh3:f 42. Kgl
a4 Kh7 50. a5 Le5 51. a6 Lb8 52. Lb6
Lh2f 43. Kg] • Lb8 cu wint de dame.
met winstkansen voor wit.
Op 41. Kg2 volgt, Dg6f 42. Kf3 Dh5f
43. Kg2 en remise. 44. f2 — f4 ! T c8 — cl f
CÖ X d5
45. K hl — h2
Kg2 is wegens I)g6 + zeer aevaarliik.
42. T d7 X d5 d3 — d2
L e5 — c7
Zeer fijn! Iedere zet, zoowel in de partij,
46. Le7 —d6
als in mogelijke varianten, is even interessant.
O]) b4 of a4 zou gevolgd zijn Tc4 en
43. T d5 X d2 h7 — h6 dan Te4.
Als 't ware de eerste bode van het nade L c7 X d6
rend remise. Merkwaardig, dat noch wit
47. Td2 X d6 Tel — c2f
met zijn vrijpionnen, noch zwart met zijn
aanval kan winnen. 48. T d6 — d2 D h5 — dl
Op Tel zou dan volgen 44. Kg2 Dg6f 49. T d2 — g2 T c2 X g2 f
45 Kf3 (of Dg3) Dh5f remise. 50. Kh2Xg2 D dl — d5 f
Schijnbaar was hier f4 zeer sterk. Op
De partij werd hier als remise afgebro
44. D(I3 zou dan volgen h6 (Tclf 45.
ken en terecht. Zwart verovert den a-pion
Kg2 f3f 46. Df3: Dg6+ 47. Dg3 en het is wit wegens zijn opene konings
Dc6f 48. f3 Tc2 49. Df2, enz.) 45. Tdl
stelling onmogelijk den vrijpion tot dame
f3 46. Dfl (TM7 Tc7 47. Dd8 Kh7 48- te brengen.
Lh4 g5 49. Dd3 K g7 en wint) T c6 en
Deze partij is als een mooie roman; bij
wint.
't einde gevoelt men spijt, dat 't uit is.
I'cliter zou 44 Dc5 wit remise gegeven
J. D. T.
Binnenland.
AMSTERDAM. De geheele uitslag van den onderlingen wedstrijd van het
V. A. S. is als volgt:
Eerste Klasse:
lSte prijs, Jhr. A. E. van Foreest 7 ui't 7
2<lc » J- O- Bleykmans..... c
3de „ A. Blevkmans . ,
4j- .. 7
Tweede Klasse:
iste prijs, H. Goutsmit . o,
, ^ • • * . . . ö . ' U i t Q
2dc „ S. Beffie 6
2
Derde Klasse:
iste prijs, A. Grave . . . . . . . . 8£- uit 10
2de „ A. C. B. Heynert 7 „ 10
3de „ A. S. Cattela 7 „ 10
De stand van de correspondentie-partij Amsterdam (V. A. S.) — F.lberfeld wordt
door nevenstaand diagram aangeduidt, waarbij Zwart aan den zet is.
HILVERSUM. Den i9den Februari gaf Jhr. A. van Foreest aldaar eenesimul-
taanvoorstelling, won van 19 partijen 15, verloor er 3 en maakte 1 remise.
Buitenland.
HASTING. De prijzen, uitgeloofd voor de twee briljantste partijen van het
Schaaktournooi, in Aug. van het vorige jaar hier gehouden, zijn door de prijsrechters
toegekend aan W. Steinitz en Dr. S. Tarrasch voor hunne partijen resp. tegen
v. Bardeleben en Walbrodt.
LONDEN. De Heer van Lennep speelde alhier twee matches tegen de HH.
W. Donisthorpe en H. H. Cole, waarvan hij de eerste met 3—0—0 verloor en
de tweede met 5—1—3 won.
4e Jaargang. N°. 4. April 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Voorzitter; H. J. DEN HF.RTOG, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCHENDÉ, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN,
Commissaris van JMateriëel; G. J. GANTVOORT, Binnen Dommerstraat 13, Amsterdam
Secretaris.
REDACTIE: J. J. R. MOQUETTE, Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRESLING; L N.DEJONG.
Van dit blad, dat omstreeks den loden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar a *20 cents en een geheele jaargang f 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.
Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat door plotselinge ziekte van den Secretaris, de
voorgenomen Wedstrijd te Winschoten, voor onbepaalden tijd moet worden uitgesteld.
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 Totaal:
A- Korst 73 4 4 4 3 3 3 3 3 5 4 2 5 „6
J. Hoes 113 — — — — — — — — — — — — 11^
Joh. N. M. v. d. Elft . 7 9 — — — 3 — — — — — 2 2 — 86
J- v. Beek 64 4 — 4 — — 3 3 _ _ 2 2 — 82
A. H. M. Dieperink . . 3 6 4 4 4 3 3 3 3 3 5 4 2 5 7 9
A . v . d . V e e r . . . . . . — 4 — 4 3 3 3 3 3 — 1 4 2 5 3 3
W. de Bloeme 23 — — — — — — — — — .— — 23
E. A. J. H. Modderman. 20 — — — —• — — — — — — — | 2G
enz. 1.—, anders; 2. f4! enz. van G. Tosco. 1. Tf4, Ke.5 :; 2. Tfstt enz. 1. ,
Kc5; 2. Tc4t enz. 1—, Kc7; 2. Teó enz.
75
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
De heeren den Hertog en Meiners blijven zich belasten met het Juryschap van den wedstrijd in
probleemcompositie. Probleemoplossuu/en te zenden aan den heer W. B H MEINERS Nasiniknli-
76, Amsterdam. '
• <' ///////. [
Mat in 4 zetten. Mat in 3 zetten.
*No. 307. B. E. Lentz, No. 308. L. N. de Jong,
te Groningen. te Oude-Wetering.
« '///w ^ •///////. |
Mat in 3 zetten. Mat inV^rtten. - X)c^wu
No. 309 L. N. de Jong, *No. 310. H. Beets,
te Onde-Wetering. te 's Gravenhaee.
| ——
wrat, in 9. metten. Mat m 2 zetten.
77
Probleemcompositie.
2o. Het binden van een vijandelijk stuk.
Hieronder willen wij verstaan: elke belemmering van een zwart stuk in den
ruimsten zin des woords.
Uitgaande van de stelling, dat de verdediging zoo krachtig mogelijk moet zijn,
is het verkeerd reeds in de aanvangsstelling vaststaande stukken te hebben. Hoe
vrijer toch de stukken zich kunnen bewegen, hoe meer zij zich eigenen voor hard-
nekkigen tegenstand, en hoe moeieüjker het dus voor den componist wordt de juiste
voortzetting te vinden. Beide hier volgende problemen geven ons bijna alle
mogelijke gevallen van vaststaande stukken.
L. N. de Jong. j. t. Taylor.
1 I "SSS/'SA I
L. N. de Jong. 1) H. en E. Bettmann.
maar is in volgende zetten een prachtig middel om den oplosser een uitroep
van bewondering te ontlokken. Hoe door een gedeeltelijk binden deze schaakge
dachte in al de fijnheid daarvan op den voorgrond treedt, willen wij een vol
genden keer aantoonen, daar het ons thans te ver zou voeren.
m) Een groote fout. Waarschijnlijk rekende Tschigorin niet er op, dat bij den
3isten zet 31.... Dg.] wit 32. f3 kon spelen met vervolg Pf4 33. IX4 : en wint
het paard.
") De „St. Petersburger Zeitung", waaraan deze analyzes ontleent zijn, noemt
deze partij het type van moderne stratégie, die, door kleine positievoordeelen
voortdurend te vergrooten, ten slotte de vijandelijke positie ruineert.
Evansgambiet.
!• e4 e5 11. Das: P C4: 21. ed5: L e8
2 . P f3 P f6 12. Db4 Pb6J) 22. Tfdi Pfs")
3. LC4 Les 13. a4! as 23. D f 4 Pf6
4. b4 Lb4: 1 4 . D d4 o—o 2 4 . P b5 P hS
5. C3 L as! 15. PC3*) P e8 25. D d2 Df6
6. d4! ed4: 16. L b2 P c8f) 26. P C7') D g6
7- 0—0 d6 17. P d2 c6e) 27. f3 P h4
8. cd4: P f6 18. PC4! Ta6 28. K hi L h3m)
9. Da4la) ],d7 19. T abi P e7 29. gf3: Df4
10. ds ! b) P es c) 20. L a3 h) eds:') 30. D f2 Zwart geeft op.
*) Tot hiertoe is de partij gelijk aan die, welke tusschen Tschigorin en Steinitz
te Hastings werd gespeeld, met de voortzetting 9. es des : IO- La3 Le6 : n.Lbs
Dds 12. Da4 o—o—o? en Wit had hel betere spel. Sterker was hierbij voor
geweest 12 . . . Pd7 of Ld7.
b) In eene partij tusschen dezelfde meesters, speelde Tschigorin hier to Da3
met het vervolg 10 . .. Lb6 n. es des: 12. des: Pes enz. Tschigorin houdt
10. ds voor solider.
") Zeer goed was hier m. i. te wagen 10... Lb6 11. Db3 0—0 12. Pgs De7
'3- Pc3 h6 14. P? Le4 : met 3 pionnen voor een stuk.
d) Op 1 2 . . . bs zou volgen 13. 34 a6 14. PC3 en de b-pionnen isonhoudbaar;
na 14 . . . Db8 volgt 15. abs : abs : 16. Ta8 : Ta8 : 17. Pbs Ook sterk is 15. Pd4.
e) Tschigorin beveelt hier Lgs of Lb2 aan.
) Het is gemakkelijk, hieruit Steinitz spel te herkennen.
*) Beter is 17...f5 18. f3 (es? des : l 9 - Des: Df6! en Zwart staat veilig)
Pe7 19. Taei.
h) Deze zet weerlegt 17. . . C 6 daar d6 nu onhoudbaar is.
') 2 0 . . . C5, hoewel ook niet mooi, was beter.
k) Om 23. Pbs werkeloos te maken.
') Veel beter dan 26. Pas :
m) Geeft niets meer; Zwart's spel is reddeloos.
82
Verschillende Partijen.
Gespeeld in den grooten Bondswedstrijd te Arnhem, 29 Juli 1895.
Wit: J. W. te Kolsté. Zwart: J. W. Heemskerk.
<14 openiiij»-.
1. d2 — d4 d7 — d5 19. TflXf6 T g 8 — h8
2. e2 — e3 e7 — e6 20. Lh7 — d3 0—0—0
3. Lfl — d3 c7 — c5 21. T al — fl
4. c2 — c3 P b8 — c6 Op Lg7 Thg8 22. Tf7 : zou volgen Le8.
Binnenland.
BEETSTERZWAAG. De Heer G. Halbertsma had de welwillendheid ons den
uitslag van den wedstrijd der leden der schaakclub te Beesterzwaag mede te
deelen.
Om bij alle deelnemers, tot het einde toe, den moed levendig te houden, werd
een stelsel gevold, dat o. i. aanbeveling verdient.
86
I I 9 j 1 ) . . 8 2 5 .... 2 5 .... 5 0
9 » 4 wlnt „
III 10' 4' 40 ets. 80 ets. 9 25 50 25 50 150
e. ) 10 j • . 7 1 „ .• . 10 .... 20 40 .... 60
3 7 „ 10 wint ' 7 wint ^
7 ' 4) 10'
10 bye 7 bye
20 ets. 40 ets.
1 5 wint ^[ e wint
5 5'
4 bye
25 ets.
^ 3 wint
1>
Er werd gespeeld met voorgift.
No. 2 . G. Halbertsma i" prijs ƒ 3 , 7 5 .
No. 6 . J. Hooftnian 2 e „ „ 1, 7 5 .
No. 9 . L. de Goed 3e „ „ 1, 5 0 .
No. 7 . S. Wiersma 4e „ „ x,4°-
DELFT. De Secretaris van de nieuw opgerichte club schrijft ons:
De opkomst der leden is over het algemeen bevredigend, hoewel, door vertrek
naar elders, een der leden afgevallen is. Misschien zouden pogingen, om hier
eene afdeeling op te richten, met goeden uitslag bekroond worden. Wijl het nu
reeds moeielijk is nieuwe leden aan te werven, gelooven wij het tijdstip nog niet
geschikt, als buitengewoon lid, tot den bond toe te treden.
LEIDEN. De Heer J. Gouwentak deelde ons den uitslag van twee onderlinge
concoursen mede, dien wij hiernevens laten volgen.
87
C. A.L.Keuls.
Dr. A. v. Rhijn.
J. F. S. Esser.
P. de Gooyer.
A. B. Stijger.
W. Ridderhof
J. Gouwentak
M. Steffelaar.
Klasse.
J. C. Krui.it.
E. Willemse.
Totaal.
Prijs.
J. Samson.
Enderlé.
B. Vies.
Felix
1 A. B. Stijger . . 2 —
2 B. Vies x — — Vs 1 o — 1 1— o o o Vs o— 1 5
3 J. C. Kruijt. . . 2 —Vs — o o — 1 1 0-0-1-- 1 o o 4V2
4 W. Ridderhof. .1 — 01 — o — 1--1--101000 5
5 Dr. A. van Rhijn. 1 — 1 1 1 1- 1 1 1 1 1 1 i/s 10V2 I
6 Enderlé
7 C. A. L. Keuls. 2 — o 00—0 1 o-- o-- 100-0 2
8 J. Samson .... 2 —o-- o o— o — o — o o o o 1 ii/g
9 E. Willemse. ..2 — 11-00 — x- 1 — x 00 o x 6
10J. Gouwentak. .1 — 1 1- 1 o —1~ 1 o — 1 o 1 o 7 IV i „ .
^ FelIX 2 I O— O O O I I O O O O ^ I spelen eener
12 J. F. S. Esser. .1 —>/a o 1 o — 1 Vs 1 1 1 — 11 8 II (
13 M. Steffelaar . . x — 1 1 1 o —1- 1 1 o 1 o — o 7 III ] par"J'
No. i. Aalhuizen )
2. Vellenga < Aalhuizen wint ,
^ , Aal hui zen met zwart \
3. Geverding j )
4. Dijkman 3 " |^ Woelderen m. zwart
5. DUtterbach I [ (bij loting).
6. Huinck ) " | v. Woelderen m. wit]
7"Malta ! v Woelderen 1 (Wj '°ting)-
8. v. Woelderen I ' woelcleren-
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCHENDÉ, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H.DF.EI.MAN,
Commissaris van Materieel; G. J. SAHTVOOBT, Binnen Dommerstraat 13, Amsterdam
Secretaris.
REDACTIE: J. J. R. MOQUETTE. Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRKSLINO; L N. UK JONG.
Van dit blad, dat omstreeks den lüden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
t o e gezonden, z(jn extra-nummers verkrijgbaar ii 40 cents en een geheele jaargang ii f i—, eveneens slechts
voor Bondsleden.
A. Het Iiestuur stelt voor het Tijdschrift per maand uit anderhalf vel te doen bestaan.
Toelichting: Het Hoofdbestuur meent, dat een Tijdschrift van één vel druks,
thans in gebruik, geen plaats gunt, voor hetgeen geplaatst moest worden
B. Het Hoofdbestuur wenscht uit te schrijven een Internationalen Probleemwedsirijd
voor Driezetten, met een, door de te benoemen jury, op te geven thema.
Naar de meening van het Hoofdbestuur kan zulk een wedstrijd dienen, om op
goedkoope wijze in de Schaakwereld belangstelling op te wekken voor den Neder-
landschen Schaakbond en zijn streven.
De kosten worden geraamd op ± ƒ 125.— zijnde f 100, bestemd voor 4
prijzen: ƒ 40,— ƒ 30,— ƒ 20,— en ƒ 10,— en ƒ 25,— voor drukwerk en onkosten.
N.B. Voor de leden van den Bond blijven de kleine driemaandelijksche wed
strijden bestaan.
11. Vaststelling der begrooting over 1897.
12. Vaststelling der plaats waar de Algemeene Vergadering in
1897 zal worden gehouden.
13. Wat verder ter tafel zal worden gebracht.
14. Sluiting.
Een gemeenschappelijke maaltijd a ƒ 1,50 per couvert zal, na afloop der Vergadering,
Zondagmiddag 6 uur worden gehouden in Café Restaurant Suisse in de onmiddellijke
nabijheid van het Concertgebouw, 's Avonds 8 uur zal in de kleine Concertzaal een
Tombola wedstrijd worden gehouden, terwijl de Heer J. C. Tusschendé zich met de
regeling daarvan belast. Ieder die hem kent in zijne werkzaamheden, weet dat hij na
keurigheid, joligheid voorop stelt.
VI. Bij den aanvang van eiken speeltijd worden door een der leden van bet dienstdoend
bestuur de klokjes in werking gesteld. Spelers, die ter bestemder -tijd niet aanwezig zijn,
zijn verplicht de eerste 20 zetten te doen gedurende den tijd, dien zij minder dan een uur
te laat komen. Len vol uur te laat komen heeft het verlies der partij tengevolge.
VII. Het inleggeld bedraagt voor de deelnemers 1ste klasse ƒ 5,— voor die der 2de klasse
f 2,50, vooraf te voldoen.
VIII. Als prijzen worden uitgeloofd zoowel voor de 1ste als voor de 2de klasse, bodragen in geld,
gelijkstaande met 4 malen de som der inleggelden tot een maximum van f 180,— voor de
lste en van f 100,— voor de 2de klasse, onder alle deelnemers te verdeelen volgens het
stelsel Sonnenhom—Berger.
IX. Dienstdoend bestuur zijn alle leden van het Bondsbestuur en van Afdelingsbesturen voor
zooverre zij aanwezig zijn en niet deelnemen in die klasse, ten opzichte waarvan eene
beslissing genomen moet worden. Indien vóór den wedstrijd wordt gevreesd, dat het getal
te klein zou kunnen zijn, kan een Commissie van drie Leidsche liefst niet medespelende
heeren tot medeleiding van den wedstrijd worden aangewezen.
X. Ieder deelnemer onderwerpt zich aan de beslisingen van het dienstdoend Bestuur, üat
daarentegen deze bepalingen gestreng moet volgen.
Alle leden worden dringend uitgenoodigd ter Vergadering te komen, deel te nemen
aan den gemeenschappelijken maaltijd, het avondfeest eens mede te vieren en aan den
wedstrijd deel te nemen.
Wij verwachten natuurlijk dat, was de deelname in Arnhem groot, die nog over-
troffen zal worden in Leiden, gemakkelijk voor de talrijke Schaakliefhebbers uit Zuid
en Noord-Holland en Utrecht te bereiken.
Reglementswijzigingen.
Ten gerieve van de leden, die allicht alle wijzigingen sedert de samenstelling
van ons reglement niet aangeteekend hebben of, wat de nieuwe leden aangaat,
niet kennen, breng ik ze bij dezen nog eens in herinnering.
Art. 24. Ieder jaar schrijft het Bestuur enz., 28 Juli 1895.
tot aan het einde der derde regel. Zooveel mogelijk den eersten Zondag van de
maand Augustus schrijft het Hoofdbestuur eene
93
volgde daarop antwoord, maar dit antwoord werd door zulk een overstelpende
massa brieven en briefkaarten gevolgd, dat wij ter nauwernood tijd hadden de
zaak eenigzins ordelijk te regelen, en wanneer dan ook alles zóó goed van stapel
is geloopen, komt daarvan alle lof toe aan de verschillende plaatselijke comités
en aan den lofwaardigen ijver van sommige Nederlandsche schaakspelers, die ons
met raad en daad ter zijde stonden.
Zaterdag 2 Mei 's avonds ten 8 ure kwam Steinitz te Utrecht aan en een uur
later had ik vernomen, waar hij zijne verblijfplaats had gekozen.
Direct begaf ik mij naar Hotel Central en ja! daar zat Steinitz, die over het
algemeen beantwoorde aan de voorstelling, die ik me van hem had gevormd.
Stel u, waarde lezer, een klein mannetje voor, die, geleund op een stok, vriendelijk
lachend op mij toekomt en niets wil weten van het verzoek om toch te blijven
zitten en zijn gemak te houden, hoewel hij eenen reis van 8 uren achter den rug
heeft. Ieder, die hem heeft gezien, zal moeten toestemmen dat Steinitz met zijn
prettigen lach en zijn geestig glinsterende bruine oogen terstond een indruk maakt,
die moeielijk is te beschrijven, maar ieder voor hem inneemt en niemand zal zich
verwonderen, dat het met mij denzelfden weg opging. Doch niet alleen de eerste
indruk was zoo; hoe langer ik hem leerde kennen hoe meer ik, en met mij vele
anderen, sympathie voor hem gingen gevoelen. Al heel gauw waren we in een
druk gesprek gewikkeld, dat natuurlijk over verschillende schakers en schaaktoe-
standen liep. In dien tusschentijd nam ik mijn overbuurman zoo eens ter sluiks
op en bemerkte tot mijne groote verbazing, dat Steinitz, hoewel hij bijna zestig
jaar is, nog volkomen kastanjebruin haar heeft, en dat zich zelfs in zijn rossige
baard slechts weinige sporen van dien leeftijd vertoonen. Nog eene bijzonderheid
merkte ik op, die op geen zijner portretten staat aangeduid, n. 1. dat Steinitz een
bril draagt. Ik had daarvan nooit gehoord en vroeg hem of hij reeds lang bijziende
was. Ja, was het antwoord, betrekkelijk reeds vrij lang, maar ik heb het een beetje
verwaarloosd en ben waarschijnlijk ook reeds in verschillende partijen de dupe
geworden van mijn slecht gezicht. Toen ik in Rostow mijne match tegen Schifïers
speelde, maakte een amateur de opmerking: „Uw combinatie-vermogen is nog
evengroot als vroeger maar uw positieblik is minder geworden. De oorzaak hier
van ligt waarschijnlijk in uwe bijziendheid, want het is toch algemeen bekend, dat
men de posities beter overziet als men niet al te dicht bij het bord zit." Ik vond
die opmerking zeer logisch en schafte mij zoo spoedig mogelijk eene bril aan,
waarvan ik bij mijne laatste simultaanvoorstellingen in Rusland en Duitschland
reeds veel genot heb gehad. U moet die opmerking van dien Russischen schaker
echter niet verkeerd opvatten. Het heeft b. v. met het bekende feit, dat toe
schouwers soms betere zetten zien dan de beide spelers, totaal niets te maken.
De oorzaak hiervan ligt daarin, dat ten eerste de toeschouwers geen belang bij
het spel hebben en dus door geene bijgedachten, b. v. om het spel te winnen,
worden geagiteerd en bovendien omdat de speler voortdurend ernaar streeft eene
bepaalde serie zetten te doen, die als eene logische keten zijn brein doorwoelen.
En zelfs, al was zijn plan verkeerd, dan zal hij soms nog trachten het ten uitvoer
te brengen, omdat het zoo moeielijk is zijn gedachtengang plotseling af te breken
95
en ter juister tijd zijne fouten in te zien en een geheel nieuw plan te formeeren.
Hebt gij bij uwe simultaanvoorstellingen geen last van uw been? Jawel, maar
ik kan toch niet altijd blijven zitten en bovendien is het loopen voor mij nog
niet het meest vermoeiend, maar het bukken als ik b. v. mijn koffer en valies
moet inpakken. Ik heb aan beide beenen het gebrek, dat de rheumatiek ze plaagt
en bovendien is reeds jaren geleden de knieschijf van mijn rechterbeen door een
paard stuk getrapt, zoodat ik het niet kan buigen.
Mijn reizen heeft me echter goed gedaan. Ik gevoelde mij in langen tijd niet
zoo gezond als tegenwoordig. Toen ik mijn match met Lasker speelde, kon ik
nauwelijks op twee krukken rondloopen. Dat was een verschrikkelijke tijd. Allerlei
rampen overvielen mij, maar als ik u dat alles wilde vertellen zou ik om vier uur
nog niet uitgepraat zijn.
t Was half twaalf geworden en ik wenschte Steinitz „Wel te rusten" en ging
naar huis, blij den wereldkampioen zelf gezien en gesproken te hebben en toch
bezorgd, hoe alles nog tijdig te arrangeeren.
Reeds tamelijk vroeg was ik den volgenden morgen weer aan Hotel Central en
het „herein" dat mij tegenklonk, overtuigde mij dat Steinitz reeds op was. Hij
was druk bezig brieven te schrijven, o. a. zooals hij mij mededeelde, een aan
Lasker om te spreken over de match, die waarschijnlijk in het begin van October
te Moskou zou plaats vinden.
Is dat dan nog niet geheel in orde? was mijn vraag.
Neen, nog niet. Van mijn kant wel; want ik heb de 200 roebel, die ik als
waarborg moest inleggen, reeds verzonden, maar Lasker heeft het geloof ik nog
niet gedaan, doch ik begrijp werkelijk niet, waarom hij nog talmt. De voorwaarden
zijn zoo gunstig, als men het maar verlangen kan, n. b. 2000 roebel voor den
winner en 1000 roebel voor den verliezer en alles bovendien nog vrij. Wat wil
hij nog meer ? Zooals u zult weten heeft men ook te Hastings moeite gedaan ons
eene match te laten spelen maar op veel minder gunstige condities. De match
te Moskou heeft, behalve de groote prijzen, ook nog dit voor, dat het comité voor
de partijen eene zekere som van ons verlangt, maar dan hebben wij ook het recht
ze met de door ons gemaakte analyses te publiceeren. U begrijpt, dat dit voor
ons een tamelijk groot voordeel is. daar de verschillende bladen, die er een
schaakrubriek op nahouden, zooals de Ttmes, Daily News, Tribune enz., ze dan
weer van ons koopen. Wij zenden dan denzelfden dag, waarop ze gespeeld zijn,
telegraphisch bericht naar de verschillende landen.
U hoopt natuurlijk deze match te winnen.
Ik hoop het wel en heb er ook alle reden toe. Het laatste jaar heb ik mij meer
kunnen oefenen dan anders soms jaren achtereen. Bovendien voel ik mij veel
beter dan sinds langen tijd het geval was en ik geloof bepaald dat de Hollandsche
lucht mij goed doet. Wanneer U soms veronderstelt, dat ik eiken dag eenige
partijen speel, dan hebt U het evenwel glad mis. Jaren heb ik gekend, waarin
ik geen enkele ernstige partij heb gespeeld. Als Zukertort mij in de jaren 7710179
had uitgedaagd zou ik onherroepelijk verloren hebben. Ik analyseerde wel, maar
96
dat beteekent, als vooroefening voor eene belangrijke match, niets. Zeer goed
herinner ik mij nog mijne eerste groote match waaraan ik deelnam, 't Was in
1866. Anderssen en ik waren door een rijken Engelschen heer uitgenoodigd eene
match te spelen om 100 pond. Ik heb de match gewonnen, en sedert dien tijd
ben ik wereldkampioen. Hij is een mijner zwaarste tegenstanders geweest en ik
geloof nog altijd dat Anderssen op dat oogenblik sterker was dan ik, maar ook
hij had zich weinig vóór dien tijd kunnen oefenen. De eenige groote meester, met
wien ik nooit eene belangrijke match heb gespeeld, was, behalve Morphy, Kolisch.
Wel heb ik eenige losse partijen met hem gewisseld toen hij in Londen was en
heb daarvan het meerendeel gewonnen.
Hebt U Paul Morphy ooit gezien?
Ja, ik heb hem in New-Orleans nog eens opgezocht, maar hij was toen reeds
lang in een toestand, waarin ik slechts het diepste medelijden met hem kon hebben.
Het blijft toch altijd een treurig gezicht een man, in de kracht van zijn leven,
die eens als een schitterende ster aan den schaakhemel verscheen, nu zoo totaal
gebroken voor zich te zien. Men heeft vaak de dwaasheid gehad Morphy met mij
te vergelijken. Maar hoe is dat nu mogelijk? Morphy treedt één jaar op en overwint
alles wat hem te gemoet waagt te treden en gaat bewierookt naar zijn vaderland
terug, waarna hij niets meer van zich laat hooren. Hij is nog uitgedaagd door
L. Paulsen en Kolisch maar zond beiden een weigerend antwoord. Ik durf zeggen
nog nooit eene match afgeslagen te hebben, wanneer de voorwaarden slechts
eenigszins aannemelijk waren. Daarmede wil ik natuurlijk niets afdingen op Morphy s
groote begaafdheid, want het feit op zoo jeugdigen leeftijd tot zulk eene geweldige
hoogte geklommen te zijn is in de geheele schaakgeschiedenis unique.
Men vergeet wel eens wat al te veel dat het schaakspel tegenwoordig op een
veel hoogeren trap staat dan 35 jaren geleden. In dien tijd is immers zoo enorm
veel veranderd en, ik durf zeggen, verbeterd. Wat voor 35 jaren als zeer sterk
gold is nu als waardeloos in de prullemand verzeild geraakt. Eén ding is onbe
twistbaar, n.1. dat Morphy de theorie in niets heeft verrijkt. De bekende Suhlensche
voortzetting in het Evansgambiet was hem onbekend en hij heeft ze ook niet
kunnen vinden; anders had hij er tegen Anderssen wel gebruik van gemaakt. En
waarlijk in het algemeen houd ik ook Anderssen voor genialer dan Morphy.
Trouwens, U moet mijn oordeel over Morphy niet als een evangelie aannemen,
want ik heb nooit eene speciale studie van zijne partijen gemaakt. Kijk eens,
niemand kan ontkennen, dat Morphy wel eens wat is opgehemeld, b. v. door
Max Lange en Löwenthal en zijne jeugd, zijn sympathiek optreden en zijne gentleman-
like vormen moesten wel imponeeren en maakten de auteurs wel een weinig
bevooroordeeld. Ik weet niet of u het oordeel van Zukertort en Tarrasch over
zijne match met Anderssen hebt gelezen, anders zult U bemerkt hebben dat zij,
in vele opzichten, lijnrecht tegenover elkaar staan, hoewel zij beiden eene nauw
keurige studie van die partijen gemaakt hebben.
U ziet dus dat bekende auteurs het in dezen lang niet met elkaar eens zijn.
Morhy's groote kracht lag in zijn buitengewoon geheugen en zijn voorstellings
vermogen. Mij werd eens verteld, dat hij zich bijna alle partijen herinnerde, die
97
hij ooit had gespeeld. Toen hij in Europa kwam speelde hij notabene acht
blindpartijen en het publiek meende iets bovenmenschelijks te aanschouwen. Nooit
had men meer dan vier of hoogstens vijf van zulke partijen zien spelen en nu
acht! Alle bladen schreven er over en nu? Och als men niet meer dan twaalf
partijen blind speelt, nemen zelfs de schaakrubrieken het nauwelijks meer op. Ik
speelde vroeger ook tamelijk goed blind, doch dat is al jaren geleden. In Dundee
in 1867 speelde ik zeven partijen tegelijkertijd. Hooger aantal heb ik nooit
bereikt en ik ken hierin ook gaarne aan Zukertort, Blackburne en enkele anderen
de superioriteit toe. Eéns speelde ik tegen Blackburne eene blindpartij, die ik
verloor en eens tegen Zukertort, die remise werd. Langzamerhand ben ik hoe
langer hoe minder blind gaan spelen, daar het mij te veel inspant en nu doe ik
het nooit meer.
Nog iets over Morphy. Hij was een schitterend nauwkeurig eindspel-kenner,
maar de opening .speelde hij niet altijd korrect. Verder was hij een kenner van
het spel zijner tegenstander, zooals niemand anders. In bijna al zijne groote
matches verliest hij de eerste en ook soms de tweede partij, maar dan? Het is
of hij eerst het spel zijner tegenstanders wil onderzoeken vóór hij met zijne volle
sterkte speelt. Een aardig bewijs is nog het volgende. Hij was in Londen
gearriveerd en speelde het eerst met Barnes. Van de eerste acht partijen won elk
er vier. Het scheen alsof de jeugdige Amerikaan boven de Engelsche meesters
totaal niet uitmuntte, doch daarop volgt plotseling de van eigen kracht bewuste
verklaring tegen Loewenthal: „Ik ken dien man en zal hem slaan" en van de
volgende negen partijen wint hij er zeven.
Maar onderzoekt u dan nooit in een eerste partij de kracht van uwen tegenstander?
Wel neen! Hij kan immers wel sterker zijn en dan ga ik hem toch geen partij
voorgeven. Ik speel van meet af zoo goed als ik kan.
U hebt zoo in uw leven ook nog al wat meegemaakt merk ik.
Dat beloof ik u. Ik kan u, als t u ten minste interesseert, daar wel iets van
vertellen.
Ik werd in 1836 te Praag geboren en leerde omstreeks 1848 of 49 iets van
het schaakspel. Reeds als jongen van 16 jaar gold ik als den sterksten speler
van Praag, hoewel ik nog heel weinig van de theorie op de hoogte was, maar
met een gezond oordeel kan men m. i. ook zonder theorie een uitstekend schaak
speler worden. De voorbeelden daarvan zijn zoo algemeen bekend, dat ik ze
ternauwernood behoef te citeeren. Slechts één voorbeeld wil ik aanhalen en dat
is Winawer. Sterker en zuiverder natuurspeler heb ik nooit gezien en ik geloof
niet, dat er een tweede bestaat zooals hij.
In 1859 werc' ^ in Weenen aan de Polytechnische school als student in de
Mathesis ingeschreven maar na anderhalf jaar moest ik de studie wegens een
oogenkwaal laten varen. Eerst heb ik me toen gewijd aan de journalistiek en
van toen af ben ik langzamerhand mij totaal aan het schaakspel gaan wijden.
Ik was reeds hd van een Weener schaakgezelschap geworden, waarin o. a. ook
de bekende Hamppe zat en won telken jare een hoogeren prijs, zoodat ik in
1862 als vertegenwoordiger van Oostenrijk naar den internationalen wedstrijd te
98
oogen onheilspellend flikkeren en bliksems schieten. Zij hebben in hun oog iets
ongewoons, iets waanzinnigs en bovendien is het van algemeene bekendheid, dat
deze dieren een zeer klein verstand hebben. Daar tegenover staan b. v. de oli-
phanten, antilopen en giraffen, geheel plantenetende dieren. Zij hebben allen in
het oog iets zachts, iets trouwhartigs, vooral de antilope en tegelijkertijd is mis
schien geen enkel dier zoo verstandig als de oliphant. Ik heb er natuurlijk geen
positieve bewijzen voor, maar het is slechts eene veronderstelling.
Zooals ik u verteld heb, speelde ik in 1862 te Londen mee in den Internationalen
Wedstrijd en ik had daar zooveel geluk, dat ik den 6den prijs won. Na afloop
van den wedstrijd voorspelde mij Andersen eene schitterende schaakcarrière en
eene partij, die ik tegen Mongredien speelde bezorgde mij in de Engelsche bladen
den naam van „The Brilliant Austrian player".
Direct daagde mij Signor Dubois, die den vijfden prijs had gewonnen, tot eene
match uit, die ik met 5—3—1 won. In 1867 ging ik naar Parijs en won daar
den derden prijs. Na dien tijd ben ik slechts uit één wedstrijd zonder prijs terug
gekeerd. Ik heb behalve verleden jaar te Hastings altijd den eersten of tweeden
prijs behaald; hoewel ik een wedstrijd voor veel minder belangrijk houd dan eene
match. Wanneer ik 23 partijen tegen Tschigorin speel is dit natuurlijk niet te
vergelijken met een wedstrijd waarin behalve ik zelf nog 23 andere spelers deel
nemen, om de eenvoudige reden dat ze alle lang zoo sterk niet zijn als Tschigorin.
Er bestaan geen 23 spelers van die kracht.
Tot het jaar 1867 was ik in de kracht van mijn leven. Behalve mijn been
was ik zoo gezond als u zijt, totdat mij een zonnesteek aan den rand van het
graf bracht.
Ik kan U ook met de beste wil der wereld, daarvan geen denkbeeld geven.
Nacht op nacht bracht ik slapeloos door; ik werd bijna krankzinnig; grooter
ramp dan slapeloosheid ken ik niet. Altijd ging ik met het gevoel naar bed, och
ik slaap toch niet en dan lag ik uren achtereen te waken met brandende wijd
geopende oogen en geen slaap wilde komen. Ik was zóó, dat alles mij hinderde,
en over dag kon ik als een wezenlooze voor mij uit zien. Het leven stond mij
tegen en ik koesterde de grootste apathie tegen alles, wat mij omgaf. Misschien
is het een geluk voor mij geweest in zulk een treurig stadium verkeerd te hebben,
want van dien tijd af ben ik het schaakspel nog als iets anders gaan beschouwen
dan als het middel om mijn brood te verdienen. Ik heb het lief gekregen, want
het heeft mijn leven gered. Alles werd geprobeerd om mij weer in een normalen
toestand te brengen, doch alles faalde tot ik mij weer aan het schaakspel ging
wijden. Dit spel met al zijn diepe combinaties, zijne geestige variaties en aardige
vallen concentreerde mijnen geest op een bepaald doel, waartoe geen geneesmiddelen
in staat waren geweest, en bracht hem langzaam maar zeker weer terug in het
rechte spoor. Dit is mij later nog tweemaal overkomen en ik ben de eenige niet
die enorm veel aan het schaakspel te danken heeft. Lord Randolphe Churchill
de bekende leider van het Engelsche Parlement, mijn leerling met wien ik tot
aan zijnen dood zeer bevriend ben gebleven schreef mij in een zijner laatste brieven
ongeveer het volgende: „Ik was overwerkt door Parlements-zaken, en kon maar
IOO
niet slapen. De doctoren rieden mij aan een langen reis te gaan maken en ik
ben naar Zuid-Afrika getrokken zonder baat te vinden. Nu ben ik terug en heb
mij weer aan mijne oude liefhebberij, het schaakspel gezet en ben op dit oogenblik
veel kalmer geworden; of het mij zal blijven helpen weet ik niet!" Eenige maan
den later was hij dood.
Het is toch jammer dat zoovele ontwikkelde menschen liever kaarten dan schaak
spelen. Ik zelf ben in New-York een bekend Whister, maar als ik het moet
vergelijken met het schaakspel dan zit er in Whisten toch al heel weinig. Het
is trouwens ook een geluk, dat ik hart heb voor de kunst, waaraan ik mij
gewijd heb.
Stel U eens voor, dat ik er niets voor voelde; dat het eenige doel waarom ik
speelde geld was, dan was ik toch een der beklagenswaardigste menschen die er
bestaan. Het schaakspel is zoo ver boven elk ander spel verheven dat ik er geen
enkel mêe durf te vergelijken. Het bezielt zoo, dat ik niet geloof dat eenig goed
speler onder het spel een kwade gedachte kan koesteren. Niemand zal kunnen
beweren dat het de hartstochten opwekt omdat het spel te rein, te edel is. Wilt
U mij beschouwen als beroepsspeler, goed, ga uw gang, maar vergeet niet, dat
ik bovenal een kunstenaar ben, die de kunst, die hij beoefent, zijn geheele leven
door, zooveel mogelijk populair heeft trachten te maken. Het woord beroeps
schaker staat bij velen in een ongunstigen reuk, maar waarom ? üe Amateurs
nemen toch ook op de groote wedstrijden heel kalm de geldprijzen aan en wie
heeft er verder mee te maken of ik brood of koek voor dat geld wil koopen.
Anderssen had een heel ander oordeel over de beroepsschakers dan de meeste
anderen. Toen ik hem eens vroeg wat hij over dergelijke spelers dacht, was zijn
antwoord: „Beroepsschakers zijn de hoogste uiting der Kunst." Ik vind het b.v.
bespottelijk dat Tarrasch indertijd zoo gefêteerd is, omdat hij amateur was. Als
hij dan zoo bijzonder op dien titel was gesteld, had hij indertijd de club te Havana
en mij, die mij nog op iets anders kon beroepen dan Tarrasch, behalve mijn
ouderdom, wel wat minder grof kunnen bejegenen. Hij schreef eenvoudig op de
brieven, die wij aan hem richtten, taal noch teeken terug.
Sommige studeerende menschen weten zich, op de vraag of zij ook schaakspelen,
vaak achter het masker van drukke bezigheden te verbergen. Gelukkig is het
masker heel gemakkelijk op te lichten, want zij beoefenen toch wel allerhande
sport en de verdere drukke bezigheden zijn slechts een waardeloos voorwendsel.
De wereldberoemde professor Billroth was een uitstekend schaker en musicus. Ik
weet het bij ondervinding, want ik heb zelf meermalen met hem gespeeld. Het
was een der beminnelijkste personen, die ik ooit heb gesproken of gezien.
Voor het schaakspel hebben de beroepsspelers veel meer gepresteerd dan alle
amateurs samen. In Engeland waren in de jaren 65 tot 80 vooral Potter Black-
burne, Bird, Zukertort en ik zelf de leidende schaakauteurs. De eerste vier deden
het niet alleen door het redigeeren van tijdschriften, maar vooral door de blind
en simultaanvoorstellingen, die zij gaven. Lees de tijdschriften uit dien tijd maar
eens na en telkens zult U hunne namen zien, wanneer zij in hunne kunstreizen
van plaats tot plaats trokken. Zij beperkten zich niet tot Engeland maar zijn de
ÏÖI
geheele wereld rondgereisd. Hier hielden zij kleine matches, wat vooral in Havana
vaak het geval was, ginds speelden zij tot soms vijftien partijen zonder het bord
te zien en weer elders gaven zij simultaanvoorstellingen met de prachtigste resul
taten of speelden consultatiepartijen tegen de voorvechters van een of andere club.
In dien tijd was ook Engeland ontegenzeggelijk het land waar het meest en het
best werd geschaakt. De meeste couranten, (sommige wilden er eerst niet van
weten) namen partijen op van de groote wedstrijden; de staatsrubrieken rezen als
paddestoelen uit den grond; nieuwe tijdschriften, geheel aan het spel gewijd, ver
schenen en bijna allen konden bestaan. Welke wedstrijden heeft Engeland niet
uitgeschreven en hoe groote prijzen gegeven!
\ orstelijke personen hebben zich in Engeland nooit geschaamd het patronaat
over zoo iets op zich te nemen, en de hoogste adel bracht flinke geldsommen
bijeen om het plan te doen gelukken; was het dan ook geen eer voor Albion de
hoogste prijzen geschonken te hebben, die ooit waren uitgeloofd? In Hastings was
de hertog van York, de kleinzoon van Koningin Victoria, de patroon, en in 1883
in Londen was het de hertog van Albany. Ik zelf heb het schaakspel vooral in
de mode trachten te brengen door aan wedstrijden deel te nemen en door het
redigeeren van de „Field" en andere bladen. Eene bepaalde kunstreis heb ik slechts
ééns in mijn leven gemaakt en dat is die waarvan ik nu op de terugreis ben. Zij
heeft geduurd van September van het vorige jaar tot nu, dus al negen maanden,
en ik verlang nu ook weer erg naar mijne vrouw en kind.
Om op de beroepsschakers terug te komen. In Frankrijk heeft in jaren niet
zulk een opgewekt schaakleven geheerscht als in den laatsten tijd en ik kan gerust
zeggen, dat men dat alles aan Rosenthal te danken heeft. Die man heeft werkelijk
een zeldzame carrière gemaakt en is nu schaakleeraar bij de hooge families in Parijs.
Vooral Spanjaarden nemen les bij hem. Hij is ook de eenige beroepsschaker die
wegens zijne vele en groote verdiensten op schaakgebied, door de Koningin-regentes
van Spanje met de orde van Karei VIII is begiftigd. In Parijs heeft hij zeer
grooten invloed, dien hij zoo veel mogelijk aanwendt om beroemde matadors naar
Parijs te inviteeren. Dat ik in November naar Parijs ging had ik ook aan hem te
danken. Hij sprak mij te Hastings en vroeg mij of ik geen lust had een paar
dagen aldaar te vertoeven. Ik had daar wel ooren naar en een paar weken later
kreeg ik eenen brief waarin mij 1500 francs voor eene week werd aangeboden.
Men was er zoo op gesteld mij in de „Cercle des Echecs" te zien dat ik bijna niet
behoefde te spelen. Geen enkelen meester van den eersten rang nam het tegen
mij op en ik geloof, dat men het deed om het mij zoo gemakkelijk mogelijk te
maken. Ik ben overtuigd dat, als ik gezegd had, dat ik te veel vermoeid was of
liever met wilde spelen, men het ook goed had gevonden. Zoo is het mij op
mijne geheele reis gegaan.
In Londen ben ik, zoolang ik daar woonde lid van de City Club geweest. Ik
herinner mij niet ooit grooter aantal sterke spelers bij elkaar gezien te hebben.
In 1874 waren behalve ik zelf o. a. nog lid, Blackburne, Bird, Boden, Lord, Löwenthal,
Wisker, De Vere, Hoffer, Potter en Zukertort. Het was juist in den tijd, dat wij
een grooten wedstrijd hielden tegen Weenen, maar er kwam op een zeker moment
102
zooveel oneenigheid dat Potter en ik de partij ongeveer te samen ten einde gespeeld
hebben, en ook samen het succes deelden.
Nu woon ik al bijna veertien jaar in New-York. Naar mijn beste weten heb
ik ook daar het schaakspel, zooveel ik kon populair gemaakt. Eerst was de
ambitie er niet zoo bijzonder groot, maar tegenwoordig gaat het uitstekend. Vele
der jongere spelers zijne mijne leerlingen en ik zie met genoegen dat Pillsbury,
Schowalter en anderen zich een goeden naam op schaakgebied hebben verworven.
Met mijne schaakrubrieken ben ik niet altijd gelukkig geweest. Mijne twee grootste
heb ik moeten verlaten omdat ik geschil kreeg met de uitgevers.
Ik heb in Londen nog eenige schitterende voorbeelden gezien van den helderen
geest die vele schaakspelers tot aan hun dood toe behielden. Ik geloof aan de
stelling, dat het schaakspel de hersenen te veel inspant en ze benadeelt niets en
houd het voor de beste hersengymnastiek die er bestaat.
Het eerste voorbeeld is de bekende componist van eindspelen B. Horrwitz, die
eenige dagen voor zijn dood in 1885 mij een paar van de prachtigste eindspelen
zond, die ooit onder mijn bereik zijn gekomen. Dat duidt toch ongetwijfeld op
een groote helderheid van geest, als men bedenkt, dat hij toen reeds 78 jaar was.
Het tweede voorbeeld dat nog veel sterker en mij haast nu nog onverklaarbaar
is, is het volgende. In Londen woonde John Cochrane de uitvinder van het
Cochrane-gambiet. Velen hielden altijd tegen mij vol, dat hij bij de negentig
jaren oud moest zijn; hij zelf evenwel vertelde ons, dat hij nog slechts tachtig
was en wij namen voor het meerendeel het laatste als waar aan, hoewel hij dan
reeds op ongeloofelijk jeugdigen leeftijd een uitstekend handboek over het schaak
spel had moeten uitgeven. Enfin, die John Cochrane, over wien ik spreek, was
een uitstekend vriend van mij. Toenmaals hadden wij een schaaklokaal ingenomen
dat drie verdiepingen hoog was. Ik kwam 's middags daar eens de trap oploopen,
toen de kelner mij staande hield met de boodschap dat hij mij een brief moest
overhandigen. Wie gaf u dien? was mijne vraag. Mr. Cochrane, luidde het ant
woord. Ik keek den brief eens na en zag dat Cochrane mij eenige varianten van
het Muziogambiet wilde toonen. Sommigen daarvan waren zestien zetten diep.
Dit gebeurde alles op de tweede verdieping. Nieuwsgierig om meer van de zaak
te weten vroeg ik den kelner of mr. Cochrane ook gebeld had. Neen, zonder
dat ik het merkte is hij naar boven gestrompeld en voor ik er aan dacht stond
hij voor mij. Heeft hij dan hier gezeten? Ja! voor dien lessenaar. Maar hij
heeft toch een schaakbord gehad? Volstrekt niet; hij vroeg mij alleen om papier
en heeft u toen dezen brief geschreven. Dus die man, die minstens tachtig jaar
oud was liep eerst twee trappen op en schreef toen uit zijn hoofd enkele varianten
op van het Muziogambiet, die geheel nieuw waren en zeer nauwkeurig en waarvan
sommige zestien zetten diep waren. Den volgenden dag hoorde ik dat hij dood
was. Dus vierentwintig uren voor zijn dood had hij mij nog zoo iets geschreven.
Aan het afscheid van de „Tribune" een Amerikaansch blad is nog een aardig
geval verbonden. Ik had daar altijd een tractement genoten van 25 dollars
's weeks. Op een goeden morgen krijg ik echter van den uitgever een brief met
het verzoek in den loop van den dag even bij hem aan te komen. Ik ga s mid-
iö3
dags naar hem toe en merkte al aan zijn gezicht dat niet alles in den haak was.
Mr. Steinitz ik heb u een onpleizierige boodschap te doen. De eigenaar van dit
blad, mijnheer X, wil de schaakrubriek opschorten, maar ik zal trachten er éene
mouw aan te passen. Ik kan u niet meer verbinden voor een jaar maar slechts
van maand tot maand en moet dan uw tractement verlagen tot 20 dollars 's weeks.
Ik zei den uitgever terstond dat ik onmogelijk op die voorwaarden langer redacteur
kon blijven. Thuis gekomen vertelde ik het geheele geval aan mijne vrouw. Zij
smeekte mij toch maar op die voorwaarden aan de Tribune verbonden te blijven;
onmogelijk, zeide ik, dat doe ik nooit. Als vroeger mijn werk 25 dollars waard
was dan is het dat nu ook nog en ik wil geen betrekking aannemen, die mij elke
maand ontnomen kan worden. Goede raad was duur. Ik dacht en peinsde al
of ik soms geen lumineusen inval zou krijgen en waarlijk ik vatte een aardig
plan op.
De eigenaar van de Tribune was vroeger Amerikaansch gezant geweest en
woonde in New-York. Ik wist dat hij zeer gaarne president van de Amerikaansche
Staten zou worden. In Amerika nu heeft ieder burger het recht eens in de week
sommige dignitarissen de hand te drukken. Ik maakte van mijn burgerrecht
gebruik en schreef hem een briefje met het volgende opschrift: „Aan den aan
staanden president der V. A. S." Mag ik de eer hebben u dan en dan de hand
te komen drukken.
Na een toestemmend antwoord gekregen te hebben ging ik op den bepaalden
datum naar het „Witte Huis" en zie daar kwam mijnheer X, een man van zes
voet lengte, zoodra hij mij zag, de trap af, liep op mij toe en schudde mij har
telijk de hand. Ik zelf was toen nog veel kleiner dan nu want twee krukken
waren nauwelijks in staat mij op te richten.
Ik bepleitte mijne zaak en alles scheen in orde te zullen komen maar ten slotte
liep toch nog alles in de war. Nog altijd denk ik met genoegen aan die ontmoeting.
Is het niet eigenaardig dat ik in de latere jaren bijna al mijne matches te Ha
vana heb gespeeld? Weet u wel dat ik daar zelf eigenlijk de hoofdoorzaak van ben.
U ziet mij zoo vragend aan of u zeggen wil: „Hoe komt dat dan?" De op
lossing is eenvoudig. Toen ik in 1889 met Tschigorin mijne eerste match speelde,
waren daar verschillende hasardspelen zeer in zwang. Avond op avond speelde
men bacharat of zoo iets. Dat is een spel waar enorme sommen mee worden
verloren. Men had te Havana vele jonge Spaansche grandes die hooge sommen
aan dit spel besteedden. Zoolang men wint, is dat natuurlijk niets, maar, wat de
een wint, moet de ander ^verliezen. Wat hier soms verloren werd is onbegrijpelijk
en vooral voor de vrouwen en verloofden is zoo iets erg treurig, want schatrijke
edelen zijn daar reeds doodarm geworden. Het grootste ongeluk daarbij is nog
dat de Spaansche grandes niet failliet kunnen gaan, want als zij zich arm gespeeld
hebben krijgen zij op een zekeren leeftijd toch eene toelage van den staat. Dit
is nog een vergrooting van het kwaad omdat velen als zij arm zijn toch maar
doorspelen op een soort crediet en omdat men denkt dat de eereschulden van
zulke grandes toch betaald worden. Tschigorin en ik zaten daar ook zoo eens
naar te kijken toen een jong mensch, van wien men zeide dat hij geweldig rijk
104
was, bij mij ging zitten en op eene enkele kaart 5000 dollars zette. Hij verloor
ze en begon een praatje met mij, waarin ik als mijne opinie te kennen gaf dat
ik zoo iets ongeoorloofd vond. En wat doet hij ?
Alleen om mij te overbluffen zet hij op de volgende kaart 15000 dollars en
verliest ze weer. Na dien tijd ben ik begonnen aan verschillende dames het
schaken te leeren en de heeren wilden toen niet meer achterblijven en noe verder
ze kwamen hoe meer pleizier zij er in kregen en op dit moment speelt men dit
spel werkelijk veel op Havana. En wat is nu het gevolg en wie hebben daarvan
nu voordeel? Wij, arme beroepsschakers. Het geld dat vroeger verdobbeld werd,
wordt nu voor een klein deel gespandeerd aan de groote matches die men orga
niseert en de dames zien toch veel liever dat men eens per jaar 5000 dollars voor
eene match uitgeeft dan dat men soms 20,000 op één avond verliest. Toen ik in
1894 met Lasker een match speelde was de animo in Havana zoo groot, dat de
zaal, waar wij speelden, bijna te klein was voor de massa menschen, die hootd
aan hoofd stonden, waaronder vele dames, en dat, in de straat, waar het club
gebouw stond, groote borden waren opgehangen, waarop de zetten, die wij deden,
genoteerd werden.
Och het leven van ons, beroepsspelers, is toch veel beter geworden. De edel
moedige voorbeelden van Fransche en Russische Schaakmaecenen zijn een soort
uiting van de opinie welke die standen voor het schaakspel koesteren. En
let er op, het zal nog wel beter worden. Wie had voor dertig jaar aan zulke
prachtige wedstrijden gedacht, als er nu eene te St. Petersburg gehouden is.
Gerust kan ik zeggen, dat de schaakkoersen hoog gestegen zijn. Het gaat hier
als met elke kunst. Eerst dan, wanneer machtige personen haar in bescherming
nemen begint zij te bloeien. Ook de schilderkunst heeft zware tijden gekend,
maar eindelijk namen de Pausen haar in bescherming, later de Vorsten, zooals
Lodewijk XIV van Frankrijk en nu steunt haar de beschaving, waarvan zij deel
uitmaakt. Een der beste reclames, die er voor het schaakspel bestaan is het
openen van lessen. Het lijkt erg vervelend, maar wanneer de toehoorders eenig
begrip van het spel beginnen te krijgen wordt de taak hoe langer hoe prettiger.
Het allerbeste zou het zijn wanneer men cursussen voor dames opende. Dit gaat
neel gemakkelijk. Wanneer de dames er niet op gesteld zijn de lessen in tegen
woordigheid van heeren bij te wonen geeft men een cursus voor dames alleen.
Als er maar eene dame is die U voor dit plan helpen wil kunt U hier in Neder
land groote dingen verrichten. De bekende speler A. Walbrodt heeft ook zoo 11
openbare les geopend, die door bijna dertig dames wordt bijgewoond uit de aller
hoogste kringen. In Londen bestaat eene bloeiende damesclub met ongeveer negentig
leden, die naar Laster's oordeel voor het meerendeel volstrekt niet minder spelen
dan de meeste heeren. De kracht en hoop van het schaakspel liggen bij de jongere
lui, die voor zulke zaken nog in enthousiasme kunnen geraken. Ivunt ge geen meester
laten overkomen, welnu, doe dan zelf, al zijn uwe krachten veel minder, wat
anders een meester doet. „Goed voorgaan, doet goed volgen dat weet U.
Zoo langzamerhand kom ik al aan het eind van mijne levensgeschiedenis, maar
zou bijna een hoogst belangrijk deel van mijn leven overslaan, zonder er over te
"5
spreken. Het is het treurigste deel en wekt allerhande droeve herinneringen bij
mij op, maar het doet mij wel eens goed er over te kunnen spreken. Wij spra
ken gisterenavond zoo over mijne eerste match met Lasker en ik heb dat een
verschrikkelijken tijd genoemd en had er mijne reden voor.
Die match werd voorafgegaan door den dood mijner vrouw, door een moord
aanslag op mij, tweemaal had ik in den laatsten tijd eene van die wanhopige
buien gehad, zooals ik er in 1867 eene had en bovendien zat ik tot over de ooren
in geldzorgen. Voegt men daar nog bij de geweldige inspanning, die de match
zelf mij veroorzaakte, dan zal niemand meer verwonderd zijn dat ik toen beneden
mijn kracht heb gespeeld. Ik was lichamelijk gebroken. Na twee uur spelens
hepen de zweetdroppels van mijn voorhoofd, alleen door de inspanning, en mijn
tegenstander zat nog zoo frisch mogelijk tegenover mij, en dan kwamen ten lange
leste nog de slapelooze nachten. Ik leefde bepaald van champagne en verschillende
stimulanten om de krachten maar op te frisschen. Dat alles moest toch wel
demoraliseerend op mij werken, dat kan immers niemand van bijna zestig jaar
volhouden. Alles wat mij overkomen was maakte mij daarenboven vreeselijk
zenuwachtig. Stel U dan ook eens voor dat men mij, ouden man, die niemand
in zijn leven eemg kwaad had gedaan, op een goeden morgen wil doodschieten.
Mijne eenige dochter was gestorven. Zij was mijne particuliere secretaresse en
ik moest na haren dood een plaatsvervanger zoeken. Mijne vrouw ried mij aan
daarvoor den man van een harer vriendinnen te nemen, die op dat oogenblik geen
werk had Eerst ging alles goed, maar na verloop van tijd begon hij te drinken
en voerde mets meer uit. Ik waarschuwde hem en hij beterde zich tijdelijk, doch
allengs verviel hij weer tot zijne oude kwaal en ik moest hem ontslaan. De man
nam mij dat zóó kwalijk dat hij op een morgen mijne slaapkamer binnendringt
en een tweeloopsgeweer op mij afschiet en daarna zichzelf van kant tracht te
maken. Twee beroerten hadden mij aan de eene zijde geheel verlamd en ik kon
van schrik geen geluid geven.
Ook door den dood van mijnen broeder heb ik vele zorgen gehad. Van de acht
'inderen die hij achterliet heb ik er twee tot mij genomen, een meisje en een
jongen. Het meisje heeft geheel de plaats mijner dochter ingenomen. Juist in
dien tijd drukten mij zware geldzorgen. Amerika doorleefde een geldcrisis De
behoefte aan specie was zoo groot, dat men dagelijks voor baar geld zes procent
rente moest betalen. Ik had wat overgespaard en een stukje land gekocht waar
voor vroeger eens duizend dollar was geboden. Gaarne wilde ik het ook voor
300 dollar van de hand doen, als iemand het van mij had willen koopen. Nie
mand wilde het hebben. Ik wist 's morgens niet of ik 's avonds wel brood zou
kunnen eten en had twee aangenomen kinderen voor wie ik zorgen moest In
wanhoop ben ik eindelijk naar een heer in New-York gegaan, haast moet ik zeg
gen om te bedelen. Gelukkig was ik aan het rechte kantoor. Hij nam het land
van mij over voor 600 dollar met het recht van wederinkoop voor denzelfden
prijs binnen twee jaar en gaf mij bovendien nog geld om een deel der „Modern
Chess-Instructor te laten uitkomen. Met het uitgeven van mijne boeken ben ik
in Amerika schandelijk bedrogen. Op de meeste heb ik geld toegelegd, omdat
io6
ik van dergelijke zaken geen begrip had. Voor de uitgave van het congresboek
van het zesde Amerikaansche Schaakcongres heb ik 2000 dollar gekregen, wat
veel schijnt, doch waarvan ik na al de onkosten, die de reizen voor het in stand
brengen van dit congres met zich meesleepten, er van afgetrokken te hebben, niet
meer dan 200 overhield. Daar staat natuurlijk tegenover dat het Schaakspel in
Amerika daarvoor weer zooveel te meer is gaan bloeien.
Nu heb ik U in hoofdzaak op de hoogte gesteld van mijne wederwaardigheden
en ben gisteren voor de tweede maal van mijn leven in Nederland aangeland.
Zoo, bent U hier vroeger dan ook al eens geweest?
Ja, ik ben de gast geweest van Baron van Hogendorp in den Haag. Ik had
bijna nog met den Prins van Oranje gespeeld, maar terwijl ik wachtte kregen
wij bericht, dat de Prins plotseling naar Parijs was vertrokken. Ik heb van
Blackburne gehoord dat hij een goeden blik op het spel had.
Ik zal pogen Steinitz verblijf zoo kort mogelijk te memoreeren. Zijne gansche
levensgeschiedenis in korte trekken weer te geven zou een boekdeel vullen. Mis
schien zien we dit nog eens van des auteurs eigen pen vloeien en wenschen wij
hem toe dat die uitgave zijne vroegere geldzorgen rijkelijk vergoede.
Hilversum genoot de eer en het genoegen den wereldkampioen het eerst binnen
zijne poorten te zien op Woensdag 6 Mei. Bijzondere oorzaken leidden er toe
dat er minder reclame voor deze voorstelling kon gemaakt worden dan op som
mige andere plaatsen en zelfs enkele clubleden niet konden verschijnen. Hilversum
evenwel kon zich tevreden stellen met Steinitz verklaring, dat hij zelden met meer
genoegen ergens had vertoefd. Zoodra hij uit den trein stapte, wachtte hem het
bestuur van het Hilversumsche Schaakgenootschap op om een rijtoertje met hem
te gaan maken door een der fraaiste plekjes, die Nederland oplevert en groot
succès hebben zij er dan ook mede behaald, want Steinitz, die de halve wereld
heeft rondgereisd, was opgetogen van bewondering over de zindelijkheid van het
geheel, wat hem in de eerste plaats opviel. Die villa's, allen omgeven door groote
tuinen' in vollen bloei, het prachtige gezicht op den Trompenberg, alles viel
evenzeer in zijn smaak en bijna ieder nieuw gezichtspunt ontlokte hem het
,Wunderschön" ; maar wat hem geloof ik het meest aantrok waren die gezonde
'frissche Hilversumsche kinderen, die met roodwangige gezichtjes en helderblauwe
oogjes en met hunne propere en nette kleeren dat rijtuig wijsneuzig en nieuws
gierig aangaapten: Wat een lieve, mooie kinderen zijn dat hier allemaal! Het is
hier zeker een gezond land, want in New-York draagt 20% der kinderen onder
de 10 jaren een bril. Als ik kan zal ik mijne vrouw en mijn kleinen jongen hier
laten logeren wanneer ik in Nürnberg meêspeel. Wat zijn die menschen hier
eenvoudig en hartelijk! Ik houd niet van al die drukte, die men over het alge
meen voor mij maakt.
De voorstelling zelf liep uitstekend van stapel. Een lid van den bond was voor
deze gelegenheid expres uit Arnhem overgekomen. Het ware wenschelijk dat alle
bondsleden zulk eene ambitie toonden indien ooit weer zoo'n coryphée hier in
het land komt. Van de 23 gespeelde partijen had de heer J. H. de Ruwe het
geluk er eene te winnen, terwijl de heer J. H. Peet zijne partij remise maakte.
io7
In Rotterdam, waar Steinitz den volgenden dag optrad, was de opkomst veel
talrijker. Men mocht dit van de tweede stad des rijks natuurlijk ook verwachten,
hoewel ook hier het bezoek lang niet was wat het had kunnen zijn. Dit laatste
geldt voor geheel Nederland. Wanneer er een coryphée, in welke kunst dan ook,
optreedt en ik zie, dat van de Nederlanders, die deze kunst beoefenen of be-
voordeelen, hoogstens een tiende bij séances, door zoo iemand gegeven, verschijnt;
terwijl overal de entrée zeer laag was gesteld, en als ik dan bedenk dat er een
Nederlandsche Schaakbond bestaat met 650 leden waarvan slechts ongeveer een
So-tal zich heeft laten zien dan vind ik de schaaktoestanden hier nog alles be
halve rooskleurig. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de weinige animo en een
totaal gebrek aan enthousiasme voor den Bond en het Schaakspel. Sommige men-
schen staan er over verstomd dat een ander iets meer voor het Schaakspel voelt,
er meer tijd en moeite voor over heeft dan zij zelf, hoewel zij overtuigd zijn in'
hun hart, dat zij eigenlijk niets doen voor het Schaakleven in Nederland. Zulke
menschen staan verwonderd als men secretaris wil worden of redacteur van het
Tijdschrift. Zij begrijpen niet of willen liever niet begrijpen, dat daaraan geene
geldelijke voordeelen zijn verbonden en schijnen te denken dat elk rechtgeaard
schaker alleen voor pecuniaire voordeelen zulk eene betrekking op zijne schouders
neemt. In den Haag werd aan Steinitz de van weinig kieschheid getuigende
vraag gedaan, hoeveel hij mij moest betalen voor mijn geleide. Wie deze vraag
deed weet ik niet, het interesseert mij ook volstrekt niet, maar ik verzoek dien
heer mij, als hij kan, een enkel geval te willen opgeven waar een Nederlandsch
student geld heeft aangenomen voor het geleide van een kunstenaar.
Om half negen trad Steinitz de Doelezaal binnen, waar hij door de aanwezige
bezoekers met handgeklap en voetgetrappel werd ontvangen. In een oogenblik
zat ieder voor zijn bord en 's nachts om drie! uur had de meester van zijne 25
tegenstanders er 23 in het zand doen bijten. Twee heeren beslisten door goed
spel het lot ten hunnen voordeele, met name de H.H. Heyermans en de Klerk.
De eerstgenoemde was bovendien nog zoo gelukkig een aangenomen Steinitz-
gambiet tegen den uitvinder te winnen.
Den volgenden middag zaten wij beiden weer in den trein naar Haarlem.
Onderweg had ik gelegenheid om Steinitz's enorm geheugen te bewonderen. In
Rotterdam had hij n. 1. één der partijen buitengewoon brilliant beslist. Jammer
genoeg was zij niet opgeteekend en ik wilde ze toch gaarne voor dit Tijdschrift
hebben. Ik begon over die partij te spreken en vroeg of hij zich de series van
zetten nog herinnerde.
Weet u ook hoe de opening was? Ik wist er niets van.
Nu wacht maar even en na vijf minuten gedacht te hebben dicteerde hij mii
de partij uit zijn hoofd.
Wanneer ik de opening maar weet kan ik u alle 25 partijen, die ik gespeeld
heb in Rotterdam wel voorzeggen, maar als u over drie dagen het mij nog eeiis
vraagt weet ik er niets meer van.
Ik had nog eene partij zien spelen, waar Steinitz een mat had kunnen annon
ceeren en vroeg waarom hij dat niet had gedaan.
to8
Öch, dat annonceeren van een mat vind ik slechts pralerij en bluf.
Ik heb het maar eens in mijn leven gedaan en dat nog wel omdat mijn tegen
stander mij zeer onheusch bejegende.
Ik had in Hastings een keurig mooie Guioco-Piano gespeeld tegen v. Bardeleben.
Een correct torenoffer gaf mij een winnend spel.
Van Bardeleben zag dat hij verliezen moest en verkoos boven een eervolle
nederlaag het verlies der partij door tijdsoverschrijding. Na de pauze bleef hij
weg en liet mij maar op zich wachten. Eindelijk was zijn tijd verstreken. Ik riep
een der leden van het comité om de partij voor mij als gewonnen op te eischen,
hetgeen terstond werd toegestaan en zeide hem dat ik een mat in negen zetten
of dame-verlies voor v. Bardeleben in petto had. Al het publiek, tot de meesters
incluis, stroomde naar mij toe en barstte nadat ik hen de oplossing had getoond,
in luide applaudisements los.
In een der partijen met Tchigorin in 1892 kon ik een mat in zeven zetten
annonceeren en heb het niet gedaan uit achting voor mijne tegenpartij.
Het is immers alsof ik daarmee zeggen wil: „Kijk! dat mat heb ik gezien en
gij niet!"
De elite der Nederlandsche Schaakspelers was uitgenoodigd om zich in Haarlem
met den wereldkampioen te meten.
Bijna allen hadden aan de uitnoodiging gehoor gegeven.
De namen D. van Foreest, Tresling, Meiners, Bleykmans, van Rhijn en den
Hertog klinken bekend genoeg om er voor in te staan dat het een strijd zou
zijn op leven en dood, een strijd voor de eer van het land.
In de prachtige zaal van de eeuwenoude, wijdvermaarde societeit „Trou moet
Blijcken" zou die strijd gestreden worden.
Een kort welkomstwoord van den voorzitter van „Trou moet Blijcken , den
heer Lieftink, opende deze voorstelling, die zeer geanimeerd was, waar ieder
gereed stond zoo veel mogelijk de behulpzame hand te bieden, en welke voorstel
ling tot het einde toe aller belangstelling wekte. Het geheel vertoonde slechts
ééne schaduwzijde, n. 1. dat het er snikheet was, zóó heet, dat Steinitz een oogen-
blik dacht flauw te zullen vallen.
't Is een hoogst eigenaardig gezicht dien invalide te zien voortstrompelen van
bord tot bord. Leunend op zijn linker elleboog ziet hij de positie nauwkeurig
aan en doet daarna zijn zet. Dan ziet hij zijn tegenstander even aan, alsof hij
op diens zet wil wachten. De meesten geven hem een teeken, dat hij door kan
gaan, sommigen laten zich verleiden en worden het slachtoffer van hunne overijling.
Is de positie zeer interessant of de tegenpartij zeer sterk dan duurt Steimtz's
tegenzet langer. Het is volstrekt geen kwelling voor een der tegenstanders zijne
partij te moeten opgeven, want een vriendelijke lach en een kalmeerend „ah
stelt een ieder weer op zijn gemak. Zoo nu en dan gaat hij even op een stoel
zitten om spuitwater en citroen te drinken en een nieuwen sigaar aan te steken,
maar nooit langer dan een minuut. Tot laat in den nacht duurde de partij
Steinitz D. van Foreest. Langen tijd stond laatstgenoemde iets beter, dan weer
haalt Steinitz een oogenblik op tot hij plotseling door een groven blunder de
109
partij wegwerpt. Verwondering verwekte dit bij allen want de val was slechts
twee zetten diep. In den Haag liep Steinitz er nog eens op een dito manier in
Na nog een paar uurtjes gezellig bij elkaar gezeten te hebben gingen wij om half
vijf naar huis, ieder hoogst voldaan dezen kunstenaar in zijn kracht gezien te
hebben. Van een 17 in Haarlem gespeelde partijen won Steinitz 13, verloor 3
tegen de H.H. D. v. Foreest. Tresling en Blijkmans en maakte remise tegen Dr.
A. van Rhijn. Het geleide van Steinitz werd in Haarlem eenigszins gewijzigd!
Waren wij als duplet aangekomen als triplet verdwenen wij en gingen op reis
naar de Hofstad. De Heer Tresling, die expres uit Winschoten was overgekomen,
hield ons tot Zondagavond gezelschap en heeft zeker geen berouw gehad dit
reisje gemaakt te hebben.
Ook den Haag muntte door iets uit. Hier verscheen de eenige dame die ik
bij vijf sernces van Steinitz heb gezien en die met veel belangstelling de voor
stelling voor het grootste gedeelte bijwoonde. Moge haar goede voorbeeld bij
eene volgende gelegenheid door velen gevolgd worden. Er waren bovendien eenige
gymnasiasten die medespeelden en die ik reeds vroeger bij een schaakgebeurtenis
had opgemerkt. Wij hopen dat zij zich spoedig bij den Bond zullen aansluiten
om hunne krachten, die ongetwijfeld, bij trouwe oefening, goed kunnen worden
meer aan het schaakleven in het algemeen te gaan wijden.
Bijzonderen dank moet ik den leden van D. D. namens Steinitz brengen voor
het uitstekende denkbeeld om alle partijen om 12 uur te doen beslissen. Voor
velen is het ongetwijfeld onpleizierig hunne partij in een kritiek stadium door
umpires te zien beslissen, maar zij moeten bedenken dat dit gedaan werd voor
den simultaanspeler, die, aan zulke late experimenten niet gewoon, doodelijk
vermoeid was.
Slechts ééne partij verloor hij, (tegen den Heer M. Edersheim) en drie maakte
hij remise o. a. tegen de H.H. Tresling en Rahussen en dat van de 28 gespeelde partijen.
Een rustdag was na deze vermoeienissen wel verdiend en zeer verlangd. Want
de „Schaakmachine" moest eerst weer een weinig tot rust komen. Hoe langer
Steinitz hier bleef, hoe meer geriefelijkheden hem werden aangeboden. Dit bleek
in Leiden waar Steinitz zijn laatste voorstelling gaf. Niet slechts had het bestuur
van Palamedes besloten alle partijen om één uur te doen eindigen maar het had
zich de moeite getroost Steinitz een ziekewagentje ter beschikking te stellen.
Steinitz was voor deze attentie zeer gevoelig en hoopte dat men voortaan overal
zulk een voertuig voor hem zou kunnen krijgen. De voorstelling was goed bezocht
en vooral sommige jonge spelers gaven van groote vaardigheid blijk, want naar
Steinitz's eigen getuigenis speelden velen der „Morphyleden" zeer goed.
Evenals in den Haag speelde Steinitz ook hier 28 partijen. Verliezen deed hij
er geen enkele en slechts 4 partijen werden remise. Deze gelukkigen waren de H H
Dr. A. v. Rhijn, Splinter, Esser en de Nie Jl., de laatste drie allen lid van
„Morphy Den volgenden avond vertrok Steinitz over Engeland naar Amerika
waar hem teederder banden binden dan ergens elders en waar wij allen hopen
dat hij in welstand is gearriveerd.
IIO
Ik geloof hiermede aan mijn plicht, iets over Steinitz aan de Bondsleden mede
te deelen, ruimschoots voldaan te hebben. J- J- R- M.
La3 enz.
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 l o t a a l .
Vorige score.
J . Reyalt. 186 3 3 3 3 3 3 2 2 2 210
C. T . v. Ham 162 4 4 4 3 6 3 3 3 3 2 2 2 201
J. v. Beek. . 98 — — 4 3 3 — 2 2 2 9^
A. v. d. Veer 3 3 4 3 ~ 3 3 3 3 2 2 2 5^
A. Okkinga 25 — 3 3 3 3 — 3 2 2 2 46
E. A. J. H. Modderman. 20 — — — 3 3 3 3 — 3 2 2 2 41
A. W. L u i j e n d i j k . . . . — — — — 3 3 3 3 3 3 2 2 2 24
W. de Bloeme 23 — — — — — — — — — 23
A. A. Hoos ti — — — — — — — — — — 11
1[I
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 Totaal.
Vorige score.
A. A. Hoos 11 — — _ — It
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
De heeren den Hertog en Meiners blijven zich belasten met het .Juryschap van den wedstrijd in
probleemcoinpositie. Proileemoplossi/^en te zenden aan den heer "W. B. H. MEINERS, Nassaukade
Amstp.rdam.
No 317. W. A. Shinkman, No. 318. Dr. S Gold,
te Grand Eapids. te New Tork.
^ — tv&m i
Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.
No. 321. V. Marin,
+o "RarnolArifl No. 322. G. E. Carpenter.
Wedstrijd in probleemcompositie.
Het blijkt noodzakelijk, hier even aan te geven, hoe wij denken over het recht
tot deelneming van problemen, die vroeger in een wedstrijd als incorrect werden
afgekeurd, en sedert verbeterd zijn.
Naar onze meening heeft een probleem, dat b. v. een nevenoplossing bleek toe
te laten, feitelijk niet aan een wedstrijd deelgenomen. De aesthetische waarde
ervan is nog door geene jury getaxeerd.
Daarom zullen in den driemaandelijkschen wedstrijd van onzen Bond wel dege
lijk problemen worden toegelaten, die in een vroegeren wedstrijd foutief bleken en
nu door den auteur zijn verbeterd, tenzij ze een prijs kregen en de fout eerst na
de bekroning aan 't licht kwam. (Men denke aan den 2en prijs — vierzet van
den i"1™ Bondswedstrijd.) DE JURY.
In het volgende nummer hopen wij het rapport der jury in zake den driemaan
delijkschen probleemwedstrijd te kunnen plaatsen.
Probleemcompositie.
2o. Het binden van een vijandelijk stuk
Vervolg. Gedeeltelijk binden.
De voorbeelden aan het slot van het in de voorgaande aflevering behandelde,
vormen een geleidelijke overgang. Daar staan de stukken in de oorspronkelijke
stelling geheel vrij, maar worden ook geheel belemmerd in hunne werking na een
bepaalden zet van Zwart. Een andere wijze van gedeeltelijk binden kan men vin
den in het toen ook afgedrukte probleem van H. en E. Bettman, waar de zwarte
dame en de beide zwarte torens door ontbloot schaak worden afgesneden. Wie
hiervan meerdere voorbeelden wenscht te zien, hij kan een zeer bekend vinden in
den Hertog's werkje op bladz. 20. x) Verder zal ieder wel eens problemen van
Mackenzie en ook van Bettmann hebben bewonderd, die op dit thema 2) waren
gebouwd.
In al deze gevallen geschiedt het gedeeltelijk binden op den matzet of den zet
die daaraan onmiddellijk voorafgaat. Nu echter willen wij het binden op den
eersten zet nagaan, zooals het werkelijk fijn en aanbevelenswaardig is. Wij onder
scheiden twee gevallen:
1°. Door een wit stuk te plaatsen op de baan van dame, looper of toren, ten
einde te beletten dat het zwarte stuk verder zou gaan en dan de oplossing zou
1) Een verbetering van dezen tweezet geeft Laws in zijn: The twomove Chessproblem, door het bord één slag naar
links te draaien, waardoor een dual wordt weggenomen.
2) Ook hier wordt wel het woord idee gebruikt. Daar wij vergaten op bladz. 26 van dezen jaargang het woord:
thema nader te definiëeren, willen wij het hier in het kort doen. Thema is een nader bepaalde schaakgedachte. In
het algemeen spreekt de schaakgedachte van b. v.: het binden van een stuk, maar het thema noemt het stuk en de
wijze waarop het binden geschiedt. Van pointe is het onderscheiden, daar het thema slechts ééne schaakgedachte
bevat en de pointe altijd eene combinatie is van schaakgedachten en dus ook van themata. Deze woorden worden
veel door elkander gebruikt, maar wie duidelijk wil wezen, moet ze scherp onderscheiden. Hier hebben wij altijd nog
slechts te doen met schaakgedachten en daaruit voortvloeiende thema s.
ri 5
verijdelen. Dit afsnijden van zwarte stukken is hier altijd de motiveering van dei
eersten zet. De oorzaken kunnen de volgende zijn:
a) het afs)iijde?i dient om een tempo te winnen.
In het probleem van Planek zou de oplossing niet opgaan, als de looper de
velden t6, g7 of h.8 kon bereiken, terwijl daardoor verschillende nevenoplossingen
worden verijdeld. In dat van Klett zou na i. Tg4 de zwarte dame het veld es
kunnen bezetten en zoo het mat verhinderen.
b) het afsnijden dient om een wit stuk te onttrekken aan den aanval van een zwart.
Het probleem van Laws zou ook met Lc2 of d3 kunnen worden opgelost, als
niet Lai moest onttrokken worden aan den aanval van den toren na L X T. Een
meer samengesteld voorbeeld is dat van Gleave, waar ook i. Pe7 schijnt op te
gaan, doch dan is er geen mat na Tf6 of T X L, daar dan Lb2 het veld f6 beheerscht.
c) het afsnijden dient om het zwarte stuk te beletten een plaats in te nemen
waardoor de zwarte koning aan Wiïs aanval wordt onttrokken.
C. Messemaker te Gouda. F. Schrüfer te Bamberg.
Hiervan geeft den Hertog een goed voorbeeld op bladz. 20 van zijn werkje.
Twee andere uiteenloopende voorbeelden zijn de bovenstaande, waarvan het eerste
ook door 1. Lb3 schijnt opgelost te kunnen worden, als dan Tai niet naar ci.di,
et, fi of gi kon gaan en het mat verhinderen. De looper op bi snijdt de toren
van deze velden af. In het probleem van Schrtlfer dient de eerste zet om den
looper te beletten na 2. Db6 door Ld5 het mat met Dd4 te verhinderen. Natuur
lijk kan dit geval alleen bij drie- en meerzetters voorkomen.
2°. Door een wit stuk te plaatsen op een zijlinie ten einde te verhinderen dat
een luit stuk onder de oplossing door een zwart zou worden gebonden. Ook hier
zijn verschillende gevallen mogelijk, maar de lezer die het bovenstaande heeft
doorloopen, zal zonder moeite de overige gevallen ontdekken. Bovendien is dit
thema nog zeer nieuw, en dus bestaan nog lang niet al de voorbeelden die voor
eetie meer uitvoerige bewerking noodig zouden zijn. Een heerlijk en aantrekkelijk
ontdekkingsveld voor componisten! Het thema zeifis goed te zien aan de twee
volgende problemen.
Het eerste belet den toren de dame te pinnen, waardoor het mat verijdeld zou
worden. In het probleem van Hamilton heeft de eerste zet behalve om te beletten
dat Pe7 door Lf8 wordt gebonden, nog meerdere goede eigenschappen, waardoor
het de pointe wordt waarop het geheele probleem steunt. In het algemeen kun
nen wij dit thema aldus defineeren: Wat wit wenscht te veroveren in de onder
l" genoemde problemen, dat moet hij nu aan zwart beletten. Wordt een probleem
i£7
gecomponeerd met dit thema en de oorzaak van den eersten zet is nieuw, dan
komt het in tornooien vast en zeker in aanmerking voor een prijs. De componisten
mogen hun voordeel doen met deze wetenschap!
C. C. W. Mann, 's-Gravenhage.
Bekroond in den 2en driemaandelijksehen probleemwedstrijd van den N. S. B.
Mat in 3 zetten.
Oordeel der Jury: Een goed specimen van het eigenaardig compositie-talent
van den Heer Mann. — Dit probleem is stellig het beste van het geheele zestal ;
of het in een buitenlandsch tornooi als direct „turnier fahig" zou worden aange
merkt, meenen wij te mogen betwijfelen. In het vaardig combineeren van een
betrekkelijk groot aantal nette matstellingen, bij beperkt materiaal, toont zich de
auteur ook hier weer een meester.
Tweezetten: Correct bleken de Nos. 255, 256, 310, 311, 313, 314, 315 en 316.
Naar hunne waarde moeten, naar het oordeel der Jury, deze problemen als volgt,
worden gerangschikt:
I. No. 313 (Kouwenhoven). V. No. 256 (Okkinga).
II. No. 255 (Okkinga). VI. No. 315 (Papöt).
III. No. 311 (van Eelde). VII. No. 316 (Papöt).
IV. No. 314 (Kouwenhoven). VIII. No. 310 (Beets).
De Jury draagt dus No. 313 ter bekroning voor.
tt9
J. T. Kouwenhoven, Warmond.
Bekroond in den 2en driemaandelijkschen probleenuvedstrijd van den N. S. B.
Mat in 2 zetten.
Oordeel der Jury: Een first-rate-tweezet is dit probleem in geen geval. Maar
de sleutelzet is verdienstelijk en de reine matstelling na i—, K f4 zeer goed te
pas gebracht. De varianten 1—•, d3 en 1—, f5 zullen weinigen voldoen. Door
vrij goede constructie, gepaard aan een tamelijk belangrijken inhoud, onderscheidt
dit probleem zich van zijne mededingers.
Partij gespeeld op den grooten Bondswedstrijd te Arnhem den 30en Juli 1895.
5. Pbl—c3 L f8 — c5 11. b2 — b3 g7 — g5
6. d2 — d3 12. Ddl — e2
Met, 1 e5 : Fe5 : 7. d4 heeft Wit meer Hier ware beter d4 en 11a g4 13. Ph4
kansen op aanval. pe4 . 14 pe4 . I)h4 . lg pf6| Ke7 16
d7 — d6 | d5 enz.
7. L cl — e3 L c5 X e3 j §5 — g4
Sterker lijkt me L»5 8. Lb3 De7. 13. P t3 — d2 P f6 — h5
8. f2 X e3 L c8 — e6 14. d3 — d4 ! D d8 — h4
9. La4Xc6f b7 X c6 I 15. D e2 — el
120
Sterk in aanmerking- kwam <*3 Dg5 spelen Kt'1 om na Th 7 met Pe2 te ver
(Pg3: 16. Df2) 16. d5. voegen.
g4 — g3 T g7 — h7 !
Zwart speelt dit deel der partij zeer sterk.
16. Pd2 —f3 g3 X H2f
Zie diagram.
17. Pf3Xh2 Dh4 — g 5 Stand der partij na den 30sten zet van Zwart.
T H 8 — g8
19. T ui — el??
Dit is eigenlijk een groote fout, daar
Zwart nu niet Lh3 de partij dadelijk had
kunnen winnen; want hierop volgt na
20. Dfi :f Kd8 en Wit kan verlies niet
ontgaan, terwijl na 20. Te2 Pg3 beslist.
P h5 — g3 ??
20. d4 — d5! P g3 X fl
Op Lh3 volgt nu 21. Dt'7 :6 K.d8 22.
Df5f enz. 31. P c3 — e2
Op Pdl volgt Tg3 32. De2 h3 33. I)d2
21. d5 X e6 f7 X e6 (er is niet beter) hg2: 34. Tg2 : Dhlf 35.
22. Tel X fl 0—0—0 Kf2 Tg2: f 36. Pg2: Tg7 37. Kt'3 Dh3f
23. D f2 — e2 T d8 — d7 en wint. Op 31. Kfl volgt Tg3 32. De2
Zwart wil na het verlies der kwaliteit h3, 33. gh3: l)h3: f 34. Tg2 l)hlf 35.
geen tijd meer verliezen, anders kwam Kf2 Tg2: f ei wint door 36. Tf7f. De
Kb7 in aanmerking waar de koning zeer partij is reeds voor wit verloren.
veilig staat. T g8 — g3 !
24. D e2 X a6f K c8 — d8 32. P e2 X g3 h4 X g3
25. Da6 — e2 T d7 — g7 33. p f3 — f8f D h6 X f8
26. T fl — f2 h6 — h5 34. T f2 X f8 Ke7 X f8
27. Ph2 —f3 35. a4 — a5
Onjuist, evenals Wits volgende zet; beter Beter ware in elk geval Pf3, hetgeen
ware l)t'3 Ke7 28. Pe2 h4 29. Kfl Dh6 echter de partij niet kon redden.
30. Kei. c6 — CÖ
D g5 — ll6 ! Het juiste antwoord.
28. P f3 — el h5 — h4 36. P el — d3 c7 — c6
29. D e2 — f3 K d8 — e7 ! 37. Kgl — fl
30. a2 — a4 ? Op c3 zou volgen Fa7 38. b4 cb4:39.
Wit schijnt het gevaar, 't welk hem cb4 : c5 40 bc5; Ta5 41 Kfl Tc5 :! en wint.
dreigt niet te zien; hij had hier moeten T li7 — a7
tii
38. K fl — e2 T a7 X aö c5 — c4
39. K e2 — el 44. b3 X c4 T a3 — c3
Kf3 helpt ook niet meer.
45. Ke2 —d2 T c3 X c4
K f8 — f7 46. Kd2 —d3 d6 — d5
40. Kei— e2 Kf7 — f6
47. e4 X d5 e6 X d5
41. Ke2 — f3 Ta5 —a2
48. Kd3 — d2 K f6 — f5
42. Pd3 —el T a2 — a3 !
49. Kd2 —e2 K f5 — e4
Uitstekend gespeeld! Zwart vindt den
juisten weg ter overwinning. Wit geeft op.
43. K f3 — e2 Het dreigende c5 en d i is niet meer
te keeren, waardoor wit totaal wordt inge
Op Kg3: zou de nu volgende zet van
sloten.
zwart nog krachtiger werken. [. D. T.
Partij gespeeld te Amsterdam in September 1888 tusschen
Wit: Jhr. D. van Foreest. Zwart: J. D. Tresling.
Schotsche Partij.
t- eZ — e4 e7 — e5 slechts door uiterst omzichtige verdediging
2. Pgl — f3 Pb8 — c6 zonder verlies kan afslaan. Iets beter ware
daarom Lg4 geweest, dreigende 13 : Lf3:
3. d2 — d4 e5 X d4
14. Df8: Pd4: te spelen.
4. c2 — c3 d7 — d5
Dit is de veiligste voortzetting voor 13. P f3 — e5 Dd7 — e6
zwart. 14. Lb5 X c6
5. e4 X d5 D d8 X d5 Op Lc4 volgt Pd5 15. I)f3 (Pc6 : Dc6 :
6. c3 X d4 Pg8_f6 16. Ld5: l)d5: 17. Lc7 : TacS) Pe5: 16.
7. Pbl — c3 L f8 —b4 Le5 : c6, enz.
8. L f l — e2 0—0 b7 X CÖ
9. 0— 0 L b4 X c3 15. Ddl — d2 Pf6 — d5
Iets beter schijnt Da5 10. Dc2 (Ld2 16. T fl — el De6 — d6 !
Lg4) Lg4 4. Le3 (a3? Lg4 12.ab4: Dal :
Veel beter dan Pf4: hetgeen na 17 Df4:
13. Lg5 Pd4: enz.) Tad8 enz.
Zwart altijd een pion zon hebben gekost.
10. b2 X c3 Lc8—f5
17. L f4 — g3 Dd6 — f6
11. Lel —f4!
Deze looper staat hier uitnemend ge
18. c3 — c4 P d5 — b6
posteerd. Op Pe7 volgt 19. Pf3 Tac8 20. Da5.
D d5 — d7 19. T el — e3 D f6 — h6 !
In aanmerking kwam "Da5.
Door dezen zet komt de zwarte dame
12. L e2 — b5 ! a7 — a6 ? zeer goed te staan terwijl tevens een even
Zwart krijgt nu verdubbelde c-pionnen, tueel verdrijven van het witte paard door
waartegen wit zijn aanval richt, dien zwart f6 mogelijk is. Zie diagram.
122
Stand der partij na den tdden zet van Zwart. Op 23. Dd6 volgt 24. Dd6 : cd6 : 25. Pd7 :
Pd7 : 26. Te6 Tf6 27. Lh4 Ïe6 : 28. Te6:
en wit wint een pion. Op 23. Tfe8 volgt
24. Pd7 en 25. Df5 :. De tekstzet is de
eenig juiste.
24. D c5 — e7 D h6 — d6 !
25. Lg3 — h4! P b6 — c8
Zeer interessant! Wit kon de dames
niet ruilen wegens verlies van zijn e-pion,
nu echter kan Zwart het niet doen wegeus
verlies der kwaliteit. Ook kan Zwart den
prijs gegeven d-pion niet nemen. Bijv. 25. ..
Dd4 : 26. Khl! Df4 : (op Pc8 volgt 27.
Dc7 : en op Dd6 27. c5) 27. Tg3 Lf7
20. De2 — a5!
(g6 28. Lf6) 28. Lf6 g6 29. Pg6 : hg6 :
Een zeer goede voortzetting van den
30. Th3 en wint. Op 27. Dh6 volgt 28.
aanval op Zwart's zwakken damevleugel;
Lg5 Dd6 29. c5, enz.
de verdediging echter is juist voldoende.
L f5 — e6 ! 26. D e7 X d6
Nu zou op Dg5 Zwart wellicht den
21. Da5 — c5 d-pion hebbeu kunnen nemen, daar de
Oppervlakkig gezien schijnt nu het ver
zwarte dame dan zooveel ongunstiger staat,
lies van een pion door zwart niet meer te
dan in de zooeven uitgevoerde varianten.
keeren. De volgende zet brengt evenwel
c7 X d6
redding aan.
f7 — f5 ! 27. Pe5 — f3 Le8 — f7!
22. f2 — f4 28. c4 — c5 !
Deze ingenieuze voortzetting geeft wit
Door wit tot dezen zet te dwingen is
het zwart gelukt de kracht van wits looper nog de meeste kansen. Op Pd2 zou gevolgd
vooreerst te verlammen. Op 22. Dc6 : zou zijn Pb6 29. Le7 Ïe8 30. Ld6 : Te3 : 31.
Te3 : Pc4 : 32. Pc4 : Lc4 : met remise
hebben kunnen volgen f4 23. Lf4: Tf4 :
24. c5 Taf8 ! 25. Pf3! Tf3: 26. Tf3 : Tf3 : stelling.
27. Df3: Pd5, enz., of 25 Ld5 26. d6 X c5
Dh6 : gh6: 27 cb6 : Lf3 : 28. gf3 : cb6 : 29. d4 X c5 L f7 X a2
enz. 30 P f3 — e5 ! T a8 — a7 !
L e6 — d7 Weer de eenig juiste zet. Op Pa7 of
23. T al — el L d7 — e8 Ld5 wint 31. Pd7 altijd de kwaliteit.
Hoe subtiel zwart's positie is volgt 31. Pe5Xc6 T a7 — o7
hieruit, dat de het eerst in 't oog vallende
32. P c6 — b4
zetten Tae8 of Tfe8 of I >d6 tot verlies
Met Pe7f Pe7 33. Le7 : TeS 34. Ld6
voor zwart zouden leiden. Bijv. Tae8 24.
Te3 : is de partij ook onbeslist.
a4! Pa4: (Dd6 25. a5 Dc5: 26. dc5: en
wint) 25. Da3 Pb6 26. Pd7 : en wint.
L a2 — c4
123
42. c5 — c6 T a7 — alf
43. Kgl—f2 Tal—cl
Als remise afgebroken.
De plausibele voortzetting is: 44. c7.
T eó — eö Tc7: 45. Lc7: Tc7: 46 Tb5 Kg7 47.
Dadelijk den looper nemen geeft wit Tf5: h6 48. K.e3 Te7 49. Te5 Kf6 en
niets. . remise.
Wilde Zwart lig den 44e° zet op winst
P c8 — a7
Eindelijk verlaat het zwarte paard zijn spelen, dan had Kg7 moeten volgen. Ech
post van verdediging en dreigt van ab4 : ter zou Wit dan gewonnen hebben; op
op c6 een sterke plaats in te nemen. welke wijze zal de lezer van het diagram
hier achter bij de eindtellingen geplaatst
35. L h4 — e7 Tf8 — c8 kunnen oplossen.
Op Te8 zou 36. Ld6 Te5 : 37. fe5 : ten
I. D. T.
voordeele van wit zijn gevolgd.
™rUltT^ SimuUaanPart« gespeeld door W. STEINIÏZ te Haarlem den 8en Mei 1896
Steinitz" Zwart: Jhr. D. van Foreest.
Tweepaardeuspel in de nahand.
1. e2 — e4 e7 — e5 j 5. P f3 — g5
2. P gl — f3 P b8 — c6 Eeu ongewone voortzetting. Heter is
3. L fl — c4 Pg8_f6 5. e5 of 0 - 0 !
^ £ \/ _1 A
^^ sterker is het voor de hand liggende Pe5.
t24
Hierop volgde in een partij Taubenhaus- 19. Lbl: en Wit dekt daarmee zijn twee
Schallopp 1890. 6. Lb3 hö 7. f4 hgö: maal aangevallen paard d4, terwijl hij zijn
8. fe5: Pe4: 9. 0—0 d5! 10. ed6:! 11. spel heeft vrijgemaakt.
Lf7 !f Kd8 enz. 16. b2 — b3 h7— h6
6. e4 X d5 P c6 — a5 ! Otn Lg5 te verhinderen. De witte loo-
per wordt nu gedwongen naar 1)2 te gaan.
Op Pd5: volgt het bekende offer 7.
l't'7 : li;et zeer sterken, volgens de meesten 17. L cl —b2 L d6 — c5
beslissenden aanval voor wit. 18. T al — cl D d8—d6
7. L c4 — böf c7 — c6 19. T fl — el T f8 — d8
Dekking van pion d4, die na Lc4 vier
8. d5 X c6 b7 X c6
maal aangevallen wordt.
9. L b5 — d3 L f8 — d6
20. L d3 — e4
10. 0— 0 0 — 0 Op Lc4 kan nu, en dit is ook een
11. c2 — c3! c6 — c5 voordeel van den laatsten zet van zwart,
Om Pa5 in het spel te brengen en te d4-d3-d2 volgen en zwart wint. De tekst
vens dreigend c4. Zwart speelt natuurlijk zet is zoo goed als gedwongen, daar zwart
niet dc3waarna 12. Pc3: Wit een uit met Lg4 en eventueel Lb6 en Lc7 een
stekend spel bezorgt. verpletterenden aanval krijgt.
12. P bl — a3 T a8 — b8 P f6 X e4
Een goede zet, die Pb5 belet (waarop 21. T el X e4 D d6 — g6
nu c4 zou kunnen volgen) en het uitspe Wederom het beste. Op Lfö, hetgeen
lend van Lel voorloopig verhindert. er zeer verlokkend uitziet, ware Th4! ge
13. P g5 — f3 volgd en wit wint den d-pion. Speelt
Wit wil hiermee den d-pion winnen: Zwart na 22. Th4 d3, dan krijgt Wit een
14. cd4: cd4: 15. Pd4: Antwoordt zwart zeer sterken aanval op den zwarten kouings-
dan Lh2 :f, dan zou hij na 16. Kh2:Dd4: vleugel door het 'vrijworden van zijn loo-
17. Lh7 :f de dame verliezen. per b2.
Stand na den 21sten zet van Wit.
Kg8—h8
Het juiste antwoord; dekt indirect den
d-pion.
14. c3 X d4
Wit staat zeer gedrukt en is wel genood
zaakt tot dezen zet om zijn spel eenigzins
vrij te maken. Hij bezorgt zwart nu een
geïsoleerde pion, dien wij in deze stelling,
zooals ook het vervolg bewijst, voor zeer
sterk houden
X d4
CÖ
15. P a3—c2 P a5—c6 !
Op Lc5 zou hebben kunnen volgen: 16.
b4! Lb4: 17. Pcd4 !! Lc3 18. Tbl! Tbl: 22. T e4 — el
!25
Nu zou op Th4 Le7 gevolgd zijn. Stand na den 30sten zet van Wit.
L c8 — g4 !
Met de sterke dreiging d4-d3-d2.
23. P c2 — a3 !
Het eenige juiste antwoord.
L c5 — b4
Zwart treft in deze stelling de juiste
voortzetting, die hem in het voordeel bren
gen moet. Lh3 geeft natuurlijk niets we
gens Ph4. De volgende zet van Wit is
weer gedwongen.
wij in de bij den 32en zet van Zwart aan te verliezen) De2! en Zwart heeft een
gegeven variant zouden komen. gewonnen spel, want op 39 1M7 bijv. kan
Pc2 volgen (dreigt door Dfl: mat in 2
Kh8 — g8
zetten) 43 g3 Td8 ! en de d-pion is niet
Zwart, die tot hiertoe aanvallende partij meer te keeren. Op 36 Pc5 ware De2
is geweest, scheen nu genoodzaakt op eigen gevolgd.
verdediging te zien: Zijn f-pion wordt aan
36. h2 — h3
gevallen en ook de zwakke a-pion loopt
Beter is g2—g3.
spoedig gevaar. Wij meenen evenwel, dat
hij hier Ld2 had moeten spelen; op 35 L g5 — d2
Df7 : volgt dan Lc3! Vóór 't bord echter Het beste, dreigend Tg6.
is dat alles niet zoo gemakkelijk uit te 37. P d3 — c5 De4 — e2
rekenen! 38. D c4 —dö??
35. D b3 — c4 Een grove blunder, die de partij in eens
Een goede zet, dreigend pion a6 te wegwerpt. De juiste voortzetting was 38
winnen. l)a6 : Lc3! 30 Lc3 : (Lel I)a6 : 40 l'a6 :
Wit komt nu langzamerhand in het d3!) Da6 : 40. Pa6 : dc3 : 41 Pc5 (Tel ?
voordeel. Pd4!) Te2 enz. en Wit heeft door zijn
beide vrijpionnen de meeste winstkansen.
T e8 — e6
Een fijn antwoord. Liet Wit zich ver
De2X fl!
leiden tot 36 l)a6: dan volgt Pb4:! 37 Wit geeft de partij op.
Dc8f Te8 38 Pc5 ('t eenige, om geen stuk D. v. F.
') Op 23 Tg8 zou niet volgen 24 TI17 : maar 24 Dfó :!! Tgj (24. . .
0f6A? 25 Th?: ±
° f 2 4 "-- - I J ë7 25 Th 7 : ± ) 25 Th7 : Kg8 26 Tg 7 : Dg 7 :
T,
27 Dg 7 : Kg 7 : 28 Lb 7 : en wint.
Weener Partij.
X- 64 „eJ 19. L C2 c ) P f8 37. bS
b4
2 3 P f 6 20. Dd 3 Dd 7 38. Ld7 Pe 7
3- J4 dó? 21. Ld 2 Te8 39. Kf4 Kf 7
4" J3 Pcó 22. Tfr Pgs 4 o. g4 Pg6f
23. Ph 5 Pe 4 4 I . Kg 3 Pej
d3 Pd7 24. Pfó: P f 6 42. Kf 4 Kg7
ï L 67 25-Df3 dS
Pr° fgS:
0—0 26. Lfs D f7 44. hg S : Kg6
9- 63 f 5") 27. Lgs De7 45- Kes Kg 5 :
10. ef5: Lf S : 28. Khi? d ) D e 2 46. Kd6 P f5f
II- p §3 L g4 29. Lf6: D f3: 47. Kc6: Kf4
12. h3! ef 4 : 3°- T f 3 : gf6: 48. Kds: P e3
13 e2 L f 3= 31- Kgt Kf 7 49. Ke6 h?
14- Tf 3 : Pees") 32. Kf 2 P gó 50. L bs: h4
3' f4 e f 4= 6. P f3 L g4 9. L e 3 (°) D hs
128
) Twee bijna geheel gelijke posities deden Steinitz hier eene onherstelbare fout
begaan. Na dezen zet kan ook het beste spel Wit niet meer redden. (Zie diagram.)
° ) 9 e5 niet wegens 9.... d4! en wint een stuk; 9 eds : Pb4 ! 10 Lei Lf5
bezorgt Zwart altijd het betere spel.
d) Dreigt. 11 dc3 : 12 Des : cb2 : 13 Kb2 : Ddi : en wint.
*) 14 Lbs : is gevaarlijk wegens 14.... d3 ! 15 Dd2 dc2 : 16 Dc2 : (niet Kc2 :
wegens Pd4f en wint een stuk) Le3 !f 17 Ld2 [Pd2? Pd4 18 IM3 (18 DC3 Lgi :
en wint of 18 Da4 Lb3 en wint) Dcsf en wint een stuk] Pd4 18. Dd3 (i8Da4?
Lb3) Pb3f 19 KC2 Dc5f 20 Pc3 (20 LC3 ? ? Paiff en 20 Dc3 Pd4f 21 Kei
(Kd3? Pb5: 22 Le3 : Dd6f 23 Kc2 en zwart wint de qualiteit) Ld2.-f 22 Td2 :
Pb3f en wint) Pd2 : 21 Td2 : Ld2 : 22. Dd2 : Tfd8 en zwart zal moeten winnen.
f) Nog altijd even gevaarlijk als vroeger, maar wat anders.
O Hierop verliest Wit altijd een stuk. 19. b3 zou gevolgd worden door Lb3 :
20. cb3 : Db3 : 21. 1x2 Db2f 22. Kd2 d3 ! of Lb4 en wint. Zwart heeft prachtig
gespeeld.
Gespeeld te Leiden 11 Mei 1896.
Wit: W. Steinitz. Zwart: J. T. S. Esser.
Koningsgambiet.
T- e4 eS 13- dc6: Lest 25. I, c6 D 03
2- f4 ef4: 14. bc5: Tdi: 26. L f3 T e8
3- P f3 P f6 15. cb7: Kb8 27. Tbbi f5!
4 - P C3 ds 16. Ldi :?b)Dc3 28. Tfci D e3
5- eds: P ds : 17. Tbi L f5 29. L c6 T d8
6. P d s : Dds: 18. T b3 Dei: 30. Tdi Tdi:
7- d4 L g4 19. Le2 D 05 31. Tdi: D e7
8. L e2 P c6 20. K hi L e6 32. h3 g^
9- c3 Ld6 21. Tbs Dc3 33. L f3 g4!
10. o—o o—o—o 22. P es Td8 34. L c6 c) g3??d)
11. b4 De6*) 23. Lf3 L d5 35. L f3 D e8
!2. d5! D f6 24. Lds: DeS: remise.
13°
•) Wanneer dit eene val is om Wits dame te vangen, is zij geheel incorrect.
Slechts Wits foutieve 15de zet maakt haar goed.
b) Tdi : was de zet, die Wit het veel betere spel verschafte; op 16. DC3 : volgt
dan 17. Lf4 : DC5 : 18. Khi en hoe kan Zwart zijn spel redden?
c) Op 34. hg4 : volgt Dh4f 35. Kgi fg4:! 36. Lc6 De7 en zwart moet winnen.
d) Deze zet werpt al het zuur verworven voordeel totaal weg. 34. gh3 : won
gemakkelijk b. v. 35 gh3 : DI14 en wint.
Eindspelen.
I. Volgende positie deed zich voor op Steinitz's voorstelling te Hilversum,
6 Mei 1896.
Stand na den 21sten iet van Wit. Wit: Steinitz- Zwart: P. de Mail.
21. D f4
22. I, dl a) f5? t>)
23- ef5 :! T f5 :
24- g3 •'! P f3 :
25- L f3 : D f3 :
26. P f5 ; T f8
27- Df3 : L f3 :
28. P ej e4
29. T fi g5
Wit wint.
*) Zeer fijn. Verhindert het looper
offer op f3 dat Zwart zou doen winnen.
b) Fout; Zwart overziet Wits fijnen
24sten zet.
III. Nevengaande stelling deed zich voor te Rotterdam, 7 Mei j. 1., in eene
partij tusschen W. Steinitz (Wit) en J. F. Malta (Zwart).
stand na den 27sten zet van Zwart. wit zette door briljantspel de kroon
op zijn werk.
28. P g5 ! (*) D e7
29. T ei h6
30. T es !! D C7
31. D d4 : hg4 :
-52. h^C*) Dei
33. Kh2 Kh7
34. T e7 K h6
35. Le4 Dei?(c)
36. D f6 !! Zwart geeft op.
") Deze zet wint minstens pion es,
tevens. Pf71 dreigend.
b) Niet 32. Tg4 wegens 32 . . . Dcif
en wint den Toren.
c) Zwart is op alle manieren verloren. Overziet hier echter dat hij in twee
zetten wordt matgezet. Op 35 ... . Tf8 verovert Wit de a- en b-pionnen en op
35.... g4, waarop Steinitz gerekend had, volgt 36. Df6f: gf6: 37. Th7f Kg5
38- h7 +
Binnenland.
De Wedstrijd te Winschoten.
Na herhaalde malen uitgesteld te zijn, heeft de wedstrijd te Winschoten den
6den en 7den Juni toch plaats gehad. De deelname was wat aantal aangaat,
verre beneden de verwachtingen.
Belangwekkend was hij echter in hooge mate, wijl onze welbekende en veelbe
sproken Tresling daaraan deelnam.
134
En wat het geheel aangaat, mag hij uitstekend geslaagd heeten, want er heerschte
een gezelligheid, zooals men die bij zulke gelegenheden zelden aantreft, en die de
eigenaardigheid medebracht, dat zij steeg tot eene enorme hoogte, toen de wed
strijd geëindigd was.
Onder de partijen aldaar gespeeld, waren er die ongemeen spannend waren,
zooals die uit de 2e ronde tusschen de Heeren Tresling en Benima, die, o won
der, door een blunder van den eersten door den laatsten gewonnen werd. De
Heer Benima is een bewonderenswaardig taai speler en had de voldoening zijn
spreekwoord bewaarheid te zien, waar hij voor den aanvang van den wedstrijd,
onder het bespreken van eene stelling, tegen den Heer Tresling zeide: „as je
n'em hept dan hei'j em nog nèt."
Benima werd op zijne beurt geslagen door den Heer Zuidema, die een speler
zich toonde van beteekenende kracht en den isten prijs verwierf. Op eene enkele
uitzondering na waren mijns inziens de spelers in de juiste klasse gerangschikt;
die uitzondering is de Heer Talsma, die in de derde klasse speelde, doch een
zeer goede tweede klasse speler is. Daar hij echter verzekerde nooit in een
schaakwedstrijd mede gedaan te hebben, is deze onderschatting van zichzelven
niet te misprijzen. Wij hopen hem weder te ontmoeten.
De uitslag was: Zuidema iste, Benima 2e, J. D. Tresling 3e, L. H. Deelman
4e, Koopmans 5e en Talsma 6e prijs.
Des avonds speelde de Heer Tresling 8 partijen simultaan, terwijl de Heer
Benima eene blindpartij speelde.
De gelegenheid was uitstekend en een woord van dank voor hunne goede zor
gen den Heeren Zuidema en Tresling.
Ook ditmaal waren drie leden van het Hoofdbestuur tegenwoordig, daar de
Secretaris op het laatste oogenblik zich genoodzaakt zag den Heer ten Tusschendé
mede te vragen.
Zoo is dan ook deze wedstrijd voorbij, maar wij gelooven dat zij bij ieder, die
daaraan deelnam, lang in aangename herinnering zal blijven.
DE SECRETARIS.
ALFEN A/D RIJN. In October van het vorige jaar is hier opgericht de
schaakclub „Norman van Lennep" die thans reeds 17 leden telt. Het bestuur
bestaat uit de H.H. J. van der Linden, voorzitter; A. R. Dietz, secretaris en
A. Kuiper, penningmeester. Den 24sten April gaf de Heer J. F. S. Esser uit
Leiden in de nieuwe club eene simultaan voorstelling, waarbij hij van de 15 ge
speelde partijen 11 won, 2 verloor en 2 remise maakte binnen den tijd van twee
uur! Wij wenschen de nieuwe club alle mogelijke succes toe!
ROTTERDAM. Zondag 26 April had in het Leeskabinet de revanche-match
plaats tusschen het Rotterdamsch Schaakgenootschap en de Haagsche Vereeniging
„Discendo Discimus" die de vorige maal de overwinning had behaald. Er waren
14 leden van „D. D." opgekomen. Ditmaal was het voordeel eenigszins aan de
zijde van het R. S.
135
Buitenland.
NURNBERG. Een hoogst belangrijk meestertournooi zal hier plaats vinden
van 20 Juli tot 9 Augustus a. s. Het aantal deelnemers zal beperkt zijn. De
prijzen bedragen 1800, 1200, 900, 600, 360, 180 en 120 gulden. Een extra prijs
van ƒ 180 gaf Baron Albert van Rothschild voor de mooiste partij van het
Tournooi, terwijl de bekende amateur v. Heydebrand und der Lasa ƒ 60 schonk
voor het beste resultaat tegen de prijswinnaars. Een eeregave van den Prins-
Regent van Beyeren zal bij den eersten prijs gevoegd worden.
WEENEN. De wedstrijd van het „Weener Schaakgezelschap" liep einde April
af. Het resultaat is dat Weisz (I) en Schlechter (II) met 15 l/a punten den eersten
en tweeden prijs kregen, Englisch met 15 punten den derden, Marco met 14
punten den 4den, Scharz met 13 punten den 5den en Halpiron den 6den met
1 ii/2. Tusschen de eerste vier meesters werd door Baron A. v. Rothschild een
wedstrijd gearrangeerd om het meesterschap van Oostenrijk. De Beurskoning
schonk voor dit doel 1000 gulden.
LONDEN. De wedstrijd, in het Aprilnommer ter loops gememoreerd, loopt ten
einde. I. Teichman. II. Lee. III. Nog onbeslist. IV. Waarschijnlijk Loman.
4*1 Jaaigang. N". 7. Juli 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TTTSSCHEKTDÉ, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN,
Commissaris van Materieel; G. J. GANTVOOET, Binnen Dommerstraat 13, Amsterdam
Secretaris.
REDACHE: J. J. K. MOQUETTE, Oude Gracht 92, Utrecht; J. D. TRESLING; L N. DE JONG.
Van dil blad, dat omstreeks den lSden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zjjn extra-nummers verkrijgbaar a *20 cents en een geheele jaargang a f ï.— eveneens slechts
Toor Bondsleden.
Verschillende partijen
Gespeeld in den grooten Bondswedstrijd te Arnhem, den len Augustus 1895.
Weener Partij.
1. e2 — e4 e7 — e5 doordringen met den f-pion eerder den
2. P bl —c3 P u-8 f6 witten koningsvleugel verzwakt. Beter ware
q tO r i 117 irr ^3 P®0 (Pc3: 7. bc3 : c5 8. d4) 7.
f f 2 -f 4 d' - d5 Le3 Pe6 (Pc6 8. Lc5 : Lc5 : 9. d4 Le7
4. f4 X e5 P f6 X e4 10. Ld3) 8. d4 Le7 9. Ld3 enz.
5. Pgl — f3 L c8 — eö
In den wedstrijd New-York '89 en ook Op d4 zou volgen 7. Pb 1 Pc6 8. d3
Amsterdam '89 werd gespeeld, 5. Df3 't geen Pc5 (Lb4f 9. Ke2 !) 9. Le2 enz.
ik voor zeer sterk houd. n Jr> i< T , .
,r 7. d2 — d4 Lf8 — b4
17 — f 5
Dit is een van die zetten in het onemngs- Ue 1°°Per m0et °P SePlaatst worden>
1
stadium, die aan de partij een zeker ka- ^ 'D POSITIES ^ deze zeer sterk staat.
rakter geven. De vrije e-pion is nu Wits
kracht, de kans op een gunstige doorbraak ^(12 's m- i- iets beter.
op den witten koningsvleugel die van Zwart. D d8 — (17
6. g2 — g3 ? Beter lijkt mij c o , om in geval van
Deze zet kan reeds daarom niet goed a'^ vervolgen met Da5 10. Lcl2 Pcfi.
zijn, omdat Zwart nu bij een eventueel 9. Lel — e3 D d7 — c6
9
138
tot den aanval; de zwakheid van Wits 52. Kei Dhl-j- 53. Dfl Ld2f 54. Kf2
zesden zet komt nu duidelijk uit. l)h2-|- en wint.
35. g 3 X f4 T f8 X f4 L f4 X g 5
36. L f l — g 2 T a8 — f8 In aanmerking kwam Tg8.
37. T b2 — b3 L e6 — g4 48. e5 — e6
In aanmerking kwam ook Te4 38. Ddl Wit heeft een zeer moeilijk spel en geeft
(of Df2) Lg4, enz. om den aanval te breken een pion op.
38. D e l — g3! L g4 X f3 De2 ware misschien beter.
39. L g 2 X f3 ? D f7 — g6
Wit schijnt op winst te spelen; hij had Den kwaadaardigen c-pion had Zwart
met den toren moeten nemen. dadelijk kunnen nemen. Er kou na I)e6 :
D e7 — f7 volgen 49. Pc7 : Dd7 ! 50. Tb3 ! Tg8 51.
Hier laat Zwart de betere speelwijze Kfl Dc7 : 52. Tb3: I)a5 : 53. Db2 Ïf8
ongebruikt voorbijgaan : 39. Pd 4: 40. Ld5 ;-j enz. Doch ook de gekozen zet is goed.
Kh8 41. Pd4: l)c5: 42. Lf3 (!) T)d4:+ 49. D f2 — g3 D g6 — c2"}*
43. Kg2 De.5 : enz, waarna Zwart de beste 50. Kg2 — h3
kansen heeft.
Beter ware Df2 ; op den tekstzet had
40. K g l — g 2 T f4 — f5 ! Wit moeten verliezen.
41. h2 — h4 K g 8 — h8 L g5 — f4??
Zwart wordt in zijn aanval zeer gehin
Een ellendig slechte zet, waarmee Zwart
derd door de bijzondere zwakte van zijn
op het oogenblik, dat hij de vruchten van
damevleugel; hij brengt nu zijn koning op
zijn goed spel zou kunnen plukken, zelf
h8 om met de g-pion te kunnen oprukken
moord pleegt. Met 50... Pd3 is de partij
en om een eventueel schaak op d5 te
voor Wit verloren. Zie diagram.
vermijden. Lu aanmerking kwam Lg7.
Op Pd3 zou moeten volgen 51. Td3 :
42. L f3 — g 4 T f 5 — f4 (Wit heeft niet beter; Pf4 of Pf2 dreigt
43. T b3 — f3 T f4 X f3 doodelijk te worden) 1M3: 52. Lg2 (Ld5 :
l)f5-}-) l)b5 : 53. Dg5 : I)d3-J- 54. Kh2 I)d4 :
44. L g 4 X f3
55. e7 Te8 56. Ld5: c6 57. Ijg2 Dg7
Iets beter ware Df3 :
enz. 51. Tc3 Dd2 brengt ook geen ver
L h6 — f4 andering in den toestand.
Op Le3 volgt 45 e6.
51. e6 — e7 !
45. D g 3 — f2 P c6 — b4 Beslissend !
Sterk ware ook geweest Ta3 of Tg8.
D c2 — f 5f
46. T a2 — a3 g6 — g5 52. D g3 — g4 D f5 X g 4+
47. h4 X g5 53. Kh3 X g4 T f8 — e8
Op h5 wint Zwart door Lel ! 48. Tb3
54. Kg4 X f4 T e8 X e7
(TC3 g4 49. Tel; gt'3 :f 50. Kfl Pd3)g4
49. Tb4: gf3:t 50. Kfl Df5 51. Tb3 55. T a3 — b3 P b4 — c6
(Kei Dd3 en volgend Ld2f ofTgS) Dh3-|- 56. a5 — a6
140
Wit had ook gerust Ld5 : Pa5 : 57. was ba6 de combinatie door den tekstzet
Ta3 kunnen spelen. ingeleid, verhaast Zwarts dood.
T e7 — f 7f 57. K f 4 — e3 T f7 X fBf
S t a n d d e r partij n a den 5 0 s t e n zet van Z w a r t . 58. K e3 X f3 b7 X a6
59. K f 3 — e3 a6 X b5
60. T b3 X b5 h7 — h 5
61. T b 5 — b7 h 5 — h4
62. T b7 X c7 P c6 — b4
63. Ke3 —f4 K h8 — g8
64. K f 4 — g4 K g8 — f 8
65. T c7 — d7 h4 — h3
66. Kg4 X h3 K f 8 — e8
67. P d7 — d6 K e 8 — e7
68. K h 3 — g3 Opgegeven.
Beter, hoewel zonder reddende kracht J. D. T.
d4-0pening'.
1. d2 — d4 d7 — d5 10.0—0 L e7 — d6
2. e2 — e3 P g8 — f 6 11. D d l — f 3 K e 8 — e7
3. L f 1 — d3 e/ — e6 Dit geeft slechts schijnbaar aan den
In de partij Tarrasch-Tschigorin uit den koning een veilige plaats, daar door een
wedstrijd te Hastings speelde laatstge- eventueel oprukken van den f-pion zijn
noemde Pc6. Er volgde 4. f4 Pb4 5. Pf3 stelling hachelijk kan worden, zooals in
Pd3 : 6. cd3: ? eó. de partij blijkt.
4. P bl — d2 c7 — c5 12. T f 1 — el! T a8 — f8
5. c2 — c3 P b 8 — c6 13. Df3 —g3 T h8 — g8 !
6. f2 —f4 L f8 — e7 14. p d2 — f3 h7 — h6
7. P g l — f 3 c5Xd4? is. Dg3 — h4 K e7 — d8
Er is in deze variant van de d-opeuing jg L cl d2 L d6 e7
maar één goede speelwijzen voor Zwart nl. i ft -pi i i to ore Q
c4 en vervolgens na b5 a5 en Ld7 door- 1' • ^ M ^ ^ tb e°
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
De heeren den Hertog en Meiners blijven zich belasten met liet .Juryschap van den wedstrijd in
probleemcompositie. Probleemoplossingen te zenden aan den heer W. B. H. MEINERS, Nassaukade
76, Amsterdam.
*No 329. J. W te Kolsté, *No 330 J W. te Kolsté,
te Utrecht. te Utrecht.
Uit de Probleem-wereld.
Wij laten hier de prijsproblemen van het tornooi der „Brighton Society" volgen,
terwijl wij hierbij een kort uittreksel geven van de critiek der Jury (bestaande uit
de componisten Hume, Laws en Taverner).
A. F. Mackenzie, te Jamaica. H. H. Davis, te Clifton
(le Prijs). (2e Prijs).
dreigende nevenoplossingen die echter gelukkig niet opgaan, maar den niet ervaren
oplosser den indruk geven als is een mat in 3 zetten zeer gemakkelijk te vinden.
Waarlijk een niet gering voordeel!
De tweede prijs maakt met de ongelukkige opeenhooping van pionnen op de
h-lijn een slechten indruk, die echter geheel wordt weggenomen door de waarlijk
geniale oplossing. Wat hier ontbreekt aan den vorm, wordt ruimschoots vergoed
door den inhoud. De eerste zet is moeielijk te vinden, vooral omdat reeds op
het eerste gezicht verschillende dreigingen als IM7 en Dds niet op blijken te gaan.
Behalve de slechte stand der pionnen is het ook ongelukkig dat de looper op ci
alleen in één variant medewerkt.
De derde prijs is van geheel ander maaksel. De eerste zet is zeer schoon en
probleemkundig aangebracht. De verdere afwikkeling brengt allerlei verrassingen
die tintelen van oorspronkelijkheid, al is de stijl waarin het geheel is opgetrokken
niet zóó als in een prijsprobleem zou worden verwacht.
De vierde prijs bezit een goeden eersten zet, de hoofdvariant is schoon aange
bracht en zal zeker een ieder voldoen. De constructie is streng economisch, ter
wijl het een goede gedachte was van den componist op g$ een witte pion te
plaatsen, en niet op f6 een zwarte die geen nieuwen tweeden zet in het leven had
geroepen en het geheel zeer doorzichtig had gemaakt.
Tot zoover ongeveer de prijsrechters. Er rest mij nog iets te zeggen omtrent
de nummers 339 en 340 van deze aflevering. Het zijn de eenige Nederlandsche
problemen die hebben medegedongen, iets wat mij ten zeerste heeft verwonderd.
Dat wij ver ten achter zijn in de problematiek behoeft geen betoog, maar is dit
niet juist een reden te meer om alle krachten in te spannen en mede te dingen
overal waar ons de gelegenheid wordt opengezet? Het bestudeeren van prijspro-
blemen is hiertoe zeker een noodzakelijk vereischte, en allen die bovenstaande
beoordeeling hebben gelezen, zullen zeker zijn overtuigd dat de eischen aan den
eersten zet te stellen, de economie der constructie en vooral de stille tweede zet
ten bij ons veel meer op den voorgrond moeten komen dan nu veelal het geval
is. Maar behalve door het bestudeeren van goede voorbeelden, leert men het
meest van de fouten van anderen. Daarom hier de critiek op mijne beide pro
blemen! Het eerste bevat een allerleelijkst triplemat (drie verschillende tweede
zetten in denzelfden variant!) en enkele onaangename duals. Verder is de varian
tenvorming in verband met de gekozen witte officieren ontbloot van elke nieuw
heid, een voornaam • vereischte bij een tornooi! Dit laatste bezit No. 340 wel,
maar daar is de stand van TY4 zeer ongelukkig, Pgi verre van economisch, en
dan vooral is de dual na Pg6, ofschoon deze de dreiging tiiet pareert, toch een
groote fout in de oogen der rechters, waaruit wij leeren dat wie met succes wil
mededingen, beginnen moet met zich te richten naar den smaak der jury en niet
zijn eigen theorieën op den voorgrond moet zetten!
Correspondentie.
J. W. te K. te U. Onze plaatsruimte is te beperkt en daardoor te kostbaar
om aan uw verzoek te kunnen voldoen.
146
Spaansclie Partij.
1. e4 es 15. P e2 P d7 29. e5 de5 :
2. Pf3 Pc6 16. Pg3 P b6 30. f5h) Tfc8
5- c3 P e7 i9- ^5 c5 33- D g s h6
6. d4 ed4 : 20. P d4 g6 ! 34. D e5 : T ce8
7. L g 5 a ) D g6 21. f4?') T ac8 3 5 . I ) l>2 D b4
8. L e7 : I, e7 : 22. P e2 04!! 36. D a i ' ) T114
a) Lasker speelde tegen Steinitz te St. Petersburg 7. Lc6: Pc6: 8e5 Dg6 9.
cd4 : Le7 ÏO. d s Pb4 enz. Op 7. Lc6 : geeft H. Seyboth uit St. Petersburg de
volgende voortzetting aan: 7 . . . dc3 : met enkele korte varianten. A. 8. La4 cb2:
9. e5 (9. Lb2 : D b2 : 10. Pbd2 I)f6 11. e5 Dh6 met 2 pionnen meer) bai : D
10. ef6 : Df6 : i r . Lg5 ( u Tfei Db6) D d6 en wint.
B 8. Lb7 : cl)2 : 9. Lc8 Tc8 : 10. Lb2 : l)b2 : en houdt een pion meer.
C 8. Ld7 Ld7 : 9. PC3 : o—o—o 10. Pd;, Pd5 : 11. I,g5 Dg6 12. Ld8 Pf4
13. Ph4 Dh6 en wint den looper d8 en het spel. Speelt Wit als 10de zet niet
Pd5 dan houdt Zwart door zijne beide loopers en de open d-lijn de betere stelling
b).
9 De4: zou slecht zijn wegens 10. Tei of PC3.
c).
Gedwongen; op 11.... De4: zou volgen 12. Lc6: bc6: 13. Yc-j : Tb8 14.
Tei en wint.
). Steinitz en Schiffers, aan wie deze aanteekeningen ontleend zijn, noemen
dit den besten zet op het bord; mij dunkt dat 12 Pe7 nog beter was, daar
op 13. Pe7: 1x7: Zwart een uitstekenden aanval krijgt en na 13. Pf4 DI16 14.
Pe2 f5 eveneens.
e). 14. Pe3 was misschien nog beter, gevolgd door 14 Pd7_ Niet goed voor
Zwart ware 14.... b5 15. Lb3 d5 16. Lc2 enz., ook PC3 was goed waarop 14. .. .
bs niet kan volgen wegens 15. Pbs: cb: 16. Lds.
f). Dit kost de qualiteit en de partij. (Zie diagram.)
g). Op 24. DC4 : wint Zwart door Lb6f de dame.
h). Op 30. dó volgt Tcti 31. Pe4 Tfc8 32. c5 Lc5: 33. d7 Td8 34. Pe5 :
b6! en wint.
')• Hierop volgt een aardig slot. 37. Pgi baatte ook niet wegens 37 Lgi:
38. Kgi : Dd4f en wint nog den d-pion.
f) Alapin gaf volgende voortzetting aan 34. LC3 Dd8 (34.... Pe3: 35. De^f
enz. af 34.... Dh8 35. Dd5:) 35. Lfóf Pf6 36. Desf Kd7 37. Dd4f en wint.
Aanmerkingen Van Steinitz en Scheffers.
dringer nemen, b. v. 33. Pg5 : DC3 en wint of 33. fg5 : De4 en wint. Aanteeke-
ningen van Sieinitz en Schiffers.
Vierpaardenspel.
r- e4 e5 11. Pf7= K f7 : 21. gs Te8e)
2. P f3 P c6 12. C4 d6 22. h4 g6
') Volgens Steinitz en Schiffer kon hier ook geschieden 7. ds met de voortzet
ting 8. f3: LC3 : 9. bc3: c6 10. La4 Das lr- 1 ^ 3 DC3 : 12. Lf4.
b) Voorzichtiger was volgens beide spelers 10. Pf3: 11. Ld2 Da3 12. Tbi en
Wit heeft het betere spel.
") 10.... Kh8 was ongunstig wegens 11. Pc4 Dc7 (DC3 12. Lb 2 en heeft het
veel betere spel.) 12. Lh5.
) Een verloren zet. 16. g4! of De2, dreigend d4 met paardwinst was beter.
) Op 21. . . . ds krijgt Wit door 22 d4 Pc4 23 e5 een uitstekend spel.
0 Dreigend 27 Df2: f en 28..,. Pg4|.
I5°
B) Een fout; na 27. . . . dc4: is er voor Wit geen direct voordeel, b. v. 27... .
PC4: 31. Tf7 : Df7: 32. DC4: DC4: 33. dc4: Te4= 34. Tfbi en remise.
') Na dezen sterken zet is Zwart altijd verloren, b. v. 29. . . . de2: 30. Tg7-|-
Kh8 31. Td7: f Kg8 32. Tg7f Kh8 33. Te7+ en wint of 2 9 . . . . Pes: 30. Des:
Tes: 3r. Tf8| en wint en op 29.... Tes: 30. Tg8+ Pf8: 31. Des: dc2: 32.
Dd6! en wint.
Aanmerkingen van Steinitz en Schiffers.
W i t : Pillsbury Z w a r t : Tschigorin.
Geweigerd Dameganibiet.
1. d4 ds 14. Lc2 DaóO 27. Dfs: Lc3:k)
Spaansche partij.
I
Binnenland.
Tweepaardspel in de Nahaiid.
u e4 e5 23. Ld4: LC5 4S-Tci2 T b3
2" P f3 Pc6 24- c3 Td4:! 46. P bi hS
3 pC4 P f6 2S- «U: Ld4: 47- Pc3 h4
4' ss 5 2 6 . D g3 Td8 48. Ke3 h°2-
l'eAh5: Pa* 27. P ,13 e3 49 . hg3: Khf
6' "St c6 28. T C2 e2t 5o. K f2 L b7
1 bc6: 29. K h t L f2 ! 5i. Kgi Kh6
8 'ie/ h6 3°. O f3 Df4:! . Kh2 KI15
52
9' p 3 4
T ' 3i- Teil Df3: 53- Kh3 L f3
laP<;S L d 6 32. P f3: I- a2:! 54. Pd5 Kgs
D c ? 33-Pgi eiD.
T 55. P f4 K f5
12. Ld2 0—0 34. T ei : Lei: 56. P e2 L g4+
I 3 ° 7 P b ' 35- T e r : P c5 57. K g 2 LS:
I4' 4 „ ^ 36. T e2 L d5 58. T e2: a5
T
Rotterdam—Leiden. Leiden—Rotterdam.
*• d4 ds t e4 e5
2- e4 de4: 2. R c4 P f6
3' f3 e6 3. f4 Pe4:
4. Rc4 Pc6 4. d3 p d 6
5- c3 P as 5. R b3 p f,
6"Rb5t c6 6. P f 3
l R e 2 b6 7. fe5: 0-0
R e3: Pf6 8. d4 dS
9- R ë S Re7 9. 0 _ 0 6
10. R f6: R f6: IO p C3 c6
Zwolle Wit.
Wit. Zwart
1. e2 — e4 i- c 7 — 05
2. S gi — f3 2. e7 — e6
3. S bi—C3 3- s b8 c6
4. d2 —d4 4- c 5 X d4
5. S f3 X d 4 5- S g8 — f6
6. S d 4 — bs 6. d7 — d6
7. Lei — f4 7- e6 — es
8. L f 4 — gs 8- a7 a6
9. Lgs X f6 9- 87 X f6
10. S bs — a3 10- t>7 • t>5
11. S C3 — ds 1 ^7 ^5
12. c2—C3 I2- h5 h4
13. S a3—C2 !3- L f 8 h6
14. a2 — a4 I *1- T a8 b8
15. a 4 X bs 15- a 6 X b5
23. S C2 — e j
23. L f4 X e3.
24. D e2 X e3
24. D 07 —d7
25. f2—f 3
25. T b8 — a8
26. T f1 — a i
26. T a8 X 33
27. T a i X a3
27. T h 8 —• a 8
28. T a 3 X a8
28. L c6 X a8
29. h2 — h3
29. L a8 — c6
30. K hi — h2
30. Dd7 — b7
3 1 . D e3 — f 2
31. D b7 — a8
32. D f 2 — b6
32 Da8 — e8
33- L) b ö — C7f
33. De8 — d7
34. Dc7 x d7+
34. L c6 X d7
35- g2— g3
35- h4 x g3
36. Kh2 X g3
36. f6—f5
37- e4 x f5
37. dó — ds
38. Kg3 — f2
38. f7 —f6
39- h3 — h4
39. Ke7 —f7
40. f3 — f4 40. Kf7 — g 7
41. K f2— g3
41. L d7 — c6
42- K g 3 — g 4
42. Kg7 —116
43- f4 X es
43- f6 X es
44- h4 — hs 44. L c6 — e8
45- K g 4 — h 4
45. L e8-^d7
46. f5 — f6
46. L d7 — e8
47. Kh4 — g4
47- es — e4
48. L d3 — fi
Zwart geeft op.
2
- s g1 f3 2. S g 8 - f 6
3-Sf3Xe5 3 d 7 _ d 6
4- S es — f 3 4. S f6 X e4
s' d 2 — d 4 5. d6 —ds
6. Lfi — d3 6 s b 8 _ c 6
7- h 2 -h 3 Lf8-e 7
8 - o —o k
o n
O J
O
9 ' C 2 ~ C 3 9- f7-f5
I O
-T f ~f4 L C I 10. g7 — g5
11. L f4 —es „ T fg — f7
t2 " c 3 c 4 12. L c 8 - e 6
r 3- c 4 X ds . Le6 x ds
I 3
156
14- S bi — C3 14. S e4 X 03
15. b2 X C3 15- gS—g4
16. h3 X g4 16. f5 X g4
17. S f3 — h2 17. S c6 X e5
18. d4 X es 18. Kg8 — h8
19. S h2 X g4 19. T f7 — g7
20. D d i — e2 20. D d8 — g8
21. f2 — f3 21. L —est
22. K g i — hz 22. D g8 — f7
26. K h2 — g2 26. T a8 — g8
27. T fi — hi 27. T g 8 X g\\
Wit geeft de partij
verloren.
Buitenland.
NüRNBERG. De deelnemers aan den internationalen schaakwedstrijd zijn de
volgende H.H.: 1. Maroczy, 2. Marco, 3. Schlechter, 4. Lasker, 5. Schififers,
6 . Pillsbury, 7 . Albin, 8 . Porges, 9 . Walbrodt, 1 0 . Janowski, n. Tarrasch, 1 2 .
Steinitz, 13. Tschigorin, 14. Charnusek, 15. Blackburne, 16. Teichmann, 17. Sho-
walter, 18. Winawer, 19. Schalopp.
Tegelijkertijd wordt in Eisenach het bekende „Hauptturnier" gehouden. Een
heftige pennestrijd tusschen Dr. Max Lange en het Ntlrnberger comité is de oor
zaak dat deze geheele internationale wedstrijd buiten den Duitschen Schaakbond
omgaat. Daar toch alle bekende meesters naar Nürnberg zouden gaan, besloot
de Secretaris van den Duitschen Schaakbond slechts een „Haupturnier" en eenige
„Nebentumiere" uit te schrijven. Het is bepaald jammer, dat zulk eene oneenig-
heid juist ontstaan is nu men op het punt is aan het buitenland te bewijzen dat
de Duitsche Schaakbond hetzefde kan in het leven roepen als het comité te Has-
tings verleden jaar.
BOSTON. Showalter won hier in korten tijd twee belangrijke matches achter
elkaar. De eerste tegen E. Keminy, een jongen Hongaar, die hij met 7-4-4 won
en de tweede tegen Barry, die hij met 7-2-4 won.
46 JaarSang- N°- 8. Augustus 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDEHLAHD8CHEN SCHAAKBOND.
BESTOUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN KHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
. H. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN
Commissaris van Materieel; H. D. B. MEIJEB, Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris'
Ji TIE. H. J. DEN HERTOG-, Marnixkade 43, Amsterdam {waarnemend hoofdredacteur)-
J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.
tueüezonilpnn7ifn' dl" ümstrefks Je" l3Je" Vii" leJere maan<l gratis aan de'Bondsleden wordt
vow Bondsleden ïerkru*baar 4 i# cenb en ee« gebeele jaargang a f 2-, eveneens slechts
Bondszaken.
De HH. A. B. Henny en Mr. J. L. Nierstrasz zijn abusievelijk in het Februari
nummer (zie voorloopige finantieele rekening over 1895) als wanbetalers opgenomen.
HH. Leden worden dringend verzocht, bij verandering van woonplaats oi verhui
zing hun nieuw adres ten spoedigste aan den Secretaris op te geven, ten einde
verzekerd te zijn van de goede ontvangst van het Tijdschrift.
DE BONDSSECRETARIS.
10
158
J a a r v e r s l a g , u i t g e b r a c h t d o o r d e n S e c r e t a r i s G. J . G a n t v o o r t ,
ter vergadering te Leiden.
Als iemand een half jaar een post heeft waargenomen, anderen mede te deelen,
hoe het 't laatste jaar gegaan is, heeft wel iets eigenaardig moeilijks in zich, te meer
daar de helft van het jaar, waarin hij niet werkzaam was, achteraf blijkt het be
langrijkste te zijn geweest. Dit nu is met mij het geval. Nog waren we allen onder
den indruk van al het schoons, ons door den Hoofdredacteur van het Tijdschrift
geboden, toen deze zich genoodzaakt zag zijne taak neder te leggen. Hoe dit ons
allen beviel ? Slecht.
Toch, dank zij de waarachtige erkentelijkheid en verplichting, die allen gevoelden
schuldig te zijn aan den Heer N. W. van Lennep, werd deze in de buitengewone
vergadering van 15 Dec. 1895 benoemd tot Eerelid van den Ned. Schaakbond.
Ik voeg hier verder niets bij, dan dat, daar het Hoofdbestuur begreep, dat een
Eerelid evenals een gewoon lid in het bezit van een diploma moest zijn, het naar
dit begrip gehandeld heeft. Nu heeft de booze wereld wel gefluisterd, dat onze
vorige Secretaris boos was, omdat de contributie niet verhoogd was, maar ik heb
van die boosheid niet veel bespeurd, want tot in het laatste oogenblik heeft hij,
zich bewust van de veelomvattende taak, die zijn deel geweest was, pogingen aan
gewend het redactie- en secretariswerk te scheiden, wat hem dan ook gelukt is.
Ook voor dat bewijs van vriendelijke zorg komt hem onze beste dank toe.
159
Onze Bond is dit jaar eens feitelijk zonder President geweest. De benoemin*
van den Heer E. van Dien te Arnhem bleek achteraf onwettig te zijn en de Hee°r
UUand heeft zijne benoeming niet aangenomen.
, Dl^Pa!ing' 'n Senoemde buitengewone vergadering aangenomen, namelijk dat
het lijdschrift per aflevering niet meer dan één vel druks mag beslaan, is voor
een redacteur al eene zeer ongelukkige. Daarom zullen u dan ook in deze ver
gadering voorstellen gedaan worden, die verandering, naar wii hopen ten goede
zullen brengen. 6 '
Tot besparing van arbeid en kosten is de verzending, die eigenlijk der Redactie
toekwam, weer in handen gesteld van den Secretaris. Alle adresveranderingen en
reclames toch waren zijn deel en het verzwaarde onnoodig den arbeid, dat hij
daarvan gedurig den Redacteur kennis zou moeten geven, terwijl diezelfde redactie
afhankelijk zou zijn van zijne meerdere of mindere activiteit
Onder leiding van den Heer den Hertog en mij vonden dit voorjaar twee kleine
wedstrijden plaats, een te Krommenie en één te Winschoten, waarvan het resultaat
u gemeld is in het Tijdschrift.
Belangrijke veranderingen vielen niet voor ; alleen het Rotterdamsch Schaakge-
nootschap trad dit jaar toe als buitengewoon lid.
Door den Heer Reijne van Beverwijk werden pogingen aangewend, aldaar eene
afdeeling te stichten, wat hem niet mocht gelukken, en de Schaakvereeniging
I rudentia van Rotterdam kon ook nog niet besluiten, zich bij ons aan te sluiten°
De vereeniging Excelsior van den Haag scheen meer ingenomen met de handel
wijze van den Heer Schuite, haar President, dan de overige leden van den N S B
InWoc^ deZen h6m r°yeerden' bedankte ziJ °P ééne enkele uitzondering' na
Het leden-aantal is, wat rechtstreeksche leden aangaat, iets vooruitgegaan, wat
afdeehngsleden betreft, iets verminderd.
Hieronder volgt een tabel van de wisseling van i Jan. '95 tot 26 Juli 1806.
e vermindering der afdeelingsleden is grootendeels te danken aan het opzeggen
van het lidmaatschap door de vereeniging Excelsior van 's Gravenhage.
Tot de dingen, die ik bij dezen onder uwe aandacht breng, behoort eene betere
regeling van de verplichtingen der afdeelingen tegenover den Bond. Wat toch is
het geral ? De afdeeling Zwolle is door het vertrek van den Heer Slagter zonder
Bestuur en de leden van die afdeeling schijnen het best zonder te kunnen stellen,
als zij maar voor eene kleinigheid het genoegen hebben, lid van den N. S. B.
te zijn. Ditzelfde was ook bijna het geval in Amsterdam geweest, maar waar zijn
de bepalingen, die het Hoofdbestuur machtigen, zulke dingen te voorkomen.
Ten tweede wenschen we eene nadere en betere omschrijving van datgene, door
het Hoofdbestuur te verrichten, wanneer we weer eens zoo gelukkig zijn, een reus
op schaakgebied in ons Vaderland te kunnen ontmoeten.
U verzoekende, het met dit weinigje voor lief te nemen, hopende dat uwe
toegevendheid het ontbrekende aanvulle, besluit ik met de beste wenschen voor
den Ned. S. B.
* *
*
Der Redactie rest nog, met een enkel woord te gewagen van hetgeen onze
Bondsdag na de eigenlijke vergadering opleverde.
De gemeenschappelijke maaltijd in Café Suisse was recht gezellig. Het diner
smaakte allen heel goed; onwillekeurig maakten enkele aangezetenen vergelijkingen
met den maaltijd van verleden jaar in Arnhem, het aardappel-banket, dat in
Van Lennep — men zie zijn verslag — nu juist geen enthousiastisch bewonderaar
vond. Maar vooral de stemming was zoo prettig. De immer onvermoeide Ten
Tusschendé liet zijn kip koud worden, om voor zijn lieveling, den ongelukkigen
Teunis van Mezen, het medelijden zijner tafelgenooten op te wekken. Dit medelijden
ware compleet geweest, indien niet nu en dan de voordrager zijne hoorders ge
dwongen had, hun tranenvloed voor een wijle te stuiten, om eens recht hartelijk
te kunnen uitlachen. Deelman gaf nog wat op het kiavier ten beste, en weldra
haastten zich allen weer naar de kleine zaal van de Stads-Gehoorzaal, om te gaan
deelnemen aan den tombola-wedstrijd. Ten Tusschendé opende de bijeenkomst
met de voorlezing van een vermakelijk reglement. Onmiddellijk daarop werd de
tribune bestormd door tal van loot- en schaak-gragen, na welke bestorming de
witte rolletjes in het sigarenkistje al aardig in aantal waren verminderd. Al spoedig
klonk een blijmoedig „uitverkocht!" van den leider door de zaal, en kort daarop
schaarden zich tal van gelukkigen om de tribune, om voor het winnen hunner
huzaren-partijen of hunne handigheid in het loten te worden beloond. Onder groote
hilariteit reikte Ten Tusschendé de fraaie prijzen uit, na welk plechtig oogenblik
de Voorzitter, Dr. A. van Rhijn, hem hulde bracht voor hetgeen hij weer in het
belang zijner schaakbroeders had verricht. Met deze hulde stemden alle aanwezigen
van harte in.
* *
*
De volgende tabellen mogen het resultaat van den grooten wedstrijd in twee
klassen veraanschouwelijken.
BONDSWEDSTRIJD TE LEIDEN,
van
J. J. R. Moquette.!
W. B. H. Meiners. I
G. J. vandeStouwe.l
W. Muntjewerff. I
G. J. van de Stouwe. I
J. J. R. Moquette.ll
W. Muntjewerff. I
li
Jhr. A.E. v.Foreest.
I
W. B. H. Meiners.
i
Jhr. A. E. v. Foreest.
J. Gouwentak.
I). Bleijkmans.
H. Gouwentak.
J. Gouwentak.
punten-totaal.
Totaal.
Totaal.
iste Klasse.
Geld.
I
G. J. Gantvoort. I
G. J. Gantvoort. I
I
N. Roodenburg. I
H. Brummelkamp.
A. C. Splinter.
R. van Dam.
M. Steffelaar.
R. van Dam.
M. Stefïelaar.
punten-totaal.
B. J. Markx.
B. J. Markx.
H. Vink.
H. Vink.
Totaal.
Totaal.
2de Klasse
Geld.
A.
*) Niet gespeeld.
Dr. N. W. Boerma. I
L. H. Deelman Jzn. I
i|
L. H. Deelman Jzn.
Dr. N. W. Boerma.
Dr. H. C. Muller.
H. B. van Rhijn.
J- F. S. Esser.
D. Reijne Pzn.
J. Samson.
J. F. S. Esser.
punten-totaal.
Kiciclerhof.
J. Samson.
Ridderhof.
Totaal.
2de Klasse
Totaal.
B. Geld.
T T) : _ T~»
I
JTZII. . . [ — | i | ! | 0 | i | !| j | x-| 6
L° I 1 I ° 1 4 l /g 1 3 ~ | 5 I 36 | 52 | ƒ 13,26
J. Samson . . . . | o | — | o | o* | o* | o* [ o | o | " ö
jjn H. C. Muller .| o [ i | — | 0 | 0 j o | o | i
— I o I o*T^T^T O 1 O I O ! o I „ O,—
Lg_LzJ_° I o 1 o 1 o ! o 1 r j r | „ 0,25'i
L. H. Deelman Jzn. | i | i* | i | — | Ï 1 FTTT O I 6
6 ° f 1 I — 1 4 » I 3 I aft I o I 36 | 53 UjMal
H^B. van Rhijn. • | o j x* ; T | o | — | T | i/ 2 | i f 4 '/ 9
0_, 0 I 1 j 0 | — | 3 | i'/ t I 5 | 20'/, I 3 ° v r | „ 7,78"'!
Dr. N. W. Boerma . | o | i* j r f" 0 j 0 J — | i ! 0 F T
Ridderhof ! ~ • . | o ~ T | i | o | V 3 |-TTt^fTTa" ' 9 — I o I - I aVa T~o~| 9 h^TTTTÏQ 5 !
o o 1 2'/, | o | - | o | 6 | 9 V 2 | .7 2,42
J. F. S. Esser. . • | o [ i [ i | i foT^ i f— |
-g-L — j - ' - L 6 1 O I 3 I 2 ./ 3 1-1 25 137'/» ! „ 9,561
* Niet gespeeld.
164
Problemen.
y, • ,, [
Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.
*No. 343. J. W. te Kolsté, *No. 344. A. Okkinga,
te Utrecht. te Dronrijp.
I "ZZZ
Probleemcompositie.
3o. Het afsnijden van velden rondom den vijandelijken Koning
In de praktische partij is dit afsnijden van vluchtvelden een bewijs van de kracht,
waarmede de aanval wordt geleid, en nooit zal het nalaten de bewondering der
omstanders op te wekken. Maar in het probleem, waar de zwarte Koning ge
woonlijk reeds op een enkel veld na geheel is ingesloten en een toonbeeld is van
machteloosheid, daar is het niet fair, hem ook nog den laatsten kans tot ontsnappen
te ontnemen door een vluchtveld te sluiten op den eersten zet. Het meest zullen
zeker die problemen voldoen, waar eerst op den matzet de vrijheid van den zwarten
Koning geheel is belemmerd. Toch zijn er gevallen, dat het ontnemen van een
vluchtveld op den eersten zet een noodzakelijk kwaad schijnt, zoodat zelfs beroemde
componisten bij het bewerken van bepaalde constructie-ideeën zich aan dit euvel
hebben schuldig gemaakt. De volgende problemen geven een tweetal voorbeelden.
J. Rayner, te Leeds. A. F. Mackenzie, te Jamaica.
(2e Prijs Engelsch tornooi). (3e Prijs „Nuova Rivista degli Scacchi" 1885).
Zwart: as, 21 gs, É a6, bs, g4. Mat in 3 zetten. Eerste zet Tb8. Het doel is, den zwarten toren te
beletten, pion b2 te pinnen.
i67
smaakvol te maken, zullen zien, dat de slechte eerste zet zeer goed is weg te nemen.
Het probleem van Mackenzie steunt voornamelijk op den variant na Kds die
wordt ingeleid door wit's h-pion één plaats te laten voortgaan. Dit is een 'zeer
goede dnezet met 2 dameoffers, waarbij als de koning naar c6 teruggaat, het mat
wordt verkregen door 3. La4 en 4. Db3f. Doch de componist was niet tevreden
met een dnezet. Hij wilde een vierzet en zietdaar de eenvoudige oorzaak van het
noodzakelijk kwaad der compositie, want nu dreigt ditzelfde mat in 2 zetten reeds
terstond! En hoe zal het anders worden weggenomen?
Wij zien dus: Gewoonlijk ligt de oorzaak in den bouw der compositie of in het on-
nöodig verlengen van een probleem, zonder dat het door schootie varianten ivordt verrijkt.
n het algemeen geldt, dat aan den eersten zet de hoogste eischen zijn te stellen
en dus een componist niet tevreden mag wezen met een eersten zet, die den zwarten
koning een vluchtveld ontneemt. Toch zijn er enkele uitzonderingen, die wel de
waarde van het probleem niet verhoogen, maar ook niet verminderen:
1° Als het bezetten van vluchtvelden gepaard gaat met het vrijmaken van een
even groot of grooter aantal.
D.. jvonaeiiK, te i*raag.
L. N. de Jong, te Oude-Wetering
1- PeS' 1. Pd6.
Een goed voorbeeld met den toren vinden de lezers in den ren Prijs der Brigh-
ton Society, en met den looper ,n den 3en Prijs, die beide in de voorgaande afleve
ring z,Jn te vinden. Met een pion vinden wij een voorbeeld op bladz. 9o van
<- crogs werkje. Het paard is zeker hiervoor de minst geschikte figuur
vooral als het gel.jk in bovenstaand probleem van Kondelik twee plaatsen rondom
den koning bezet Maar ook als er slechts één plaats wordt verwisseld, zooals in
het andere probleem, dat met opzet hiervoor werd in elkander gezet, is het niet
goe te euren. In de eerste plaats ziet een ieder reeds op het eerste gezicht, dat
het. paard moet zetten, in het eerste probleem zelfs duidelijk naar welk veld Dit
is in het tweede eenigszins vermeden, eensdeels door den witten koning op hS te
plaatsen, anderdeels ook door Ph6, Pe3 en Pe7 tot schijnbare eerste zetten te
68
vormen. Dit is echter niet de voornaamste reden om deze soort van paardzetten af te
keuren op den eersten zet. De voornaamste is, dat daardoor de constructie zooveel
gemakkelijker is omdat reeds van te voren elke nevenoplossing wordt gecoupeerd en
dus de moeite voor den componist, otn het geheel te volmaken, zooveel kleiner wordt.
Verschillende Partijen.
No. 333. Partij, gespeeld in den kleinen Bondswedstrijd te Winschoten, den 7en Juni 1896
Wit: L. Benima. Zwart; j D Tresling
Giuoeo Piano.
1. eZ — e4 e7 — e5 Slecht ware 1)1)2: wegens 19. Thbl.
2. P gl — f3 P b8 — c6 19. b2 — b3 L e6 — d5
3. L fl — c4 L f8 — c5 Beter ware d5.
4. d2 — d3 P g8 — f6 20. T al — fl!
De juiste zet; e4 ware weer foutief
5. L cl — e3 L c5 — b6 wegens Df2f.
6. Pbl-d2 d7 — d6 T f5 — f6
7. c2 — c3 P c6 — e7 21. c3 — c4 L d5—e6
8. P d2 — fl 0—0 22. d3 — d4 e5 X d4
9. Pfl—g3 h7 — H6 23. e3 X d4 d6 — d5
10. h2 — h4 ?
24. c4 — c5 D b6— c7
Uit getuigt van totale miskenning der De zwarte Dame staat hier zeer gunstig.
positie! Wit wil tot den aanval overgaan,
25. K e2 —dl L e6 — f5
overziet echter, dat hij zijn eigen konings-
vlengel bijna beslissend verzwakt! 26. L c2 X fö T f6 X f5
10 . . . . L c8 — e6 27. T fl — el P g4 — f6!
Sterker nog ware dadelijk Le3 :
28. T el — e3 !
Wit verdedigt zich zoo goed mogelijk!
11. L c4 — bö
Boter Lb6 : en dan Lb3. P f6 — e4
Benima heeft echter een sterke voor 29. Dd2 —c2 Dc7—g3
liefde voor den looper van eigen kleur. Deze zet ziet er sterker uit dan hij is.
L bö X e3! Beter ware b6 30. b4 a5, om dan den
Met (lezen en de volgende zetten leidt misplaatsten witten koning ook van uit
Zwart een vrij sterken aanval in. den damevleugel te kunnen aantasten.
„Met een toespraak van den eersten voorzitter der Neurenbergsche Schaakclub
Dr. Tarrasch, werd op Zondag den x9en Juli 1896 het Internationale Meestertor-
nooi geopend, waarop men onmiddellijk tot de loting overging. Bum en Englisch
hadden daags te voren hun aanmelding weder ingetrokken; in hun plaats was een
talentvol, maar tot dusver nog weinig bekend schaakspeler uit Boeda-Pest, Charousek
toegetreden, zoodat de tornpoilijst ten slotte de volgende namen droeg: Albin
Blackburne, Charousek, Janowskt, Lasker, Marco, Maroczy, Pillsbury Por°es
SchaUopp, Schiffers, Sch.lech.ter, Showalter, Steinitz, Dr. Tarrasch, Teichmann,
Tsuhigorin, IValbrodt, IVinawer. Eiken dag werd, een half uur vóór het beein
van den strijd, de paring der spelers bekend gemaakt."
Het mag vrij wel ondoenlijk heeten, een volledig verslag der verschillende ronden
te geven. Het zou nog wel mogelijk zijn, eene korte beschouwing samen te ste'len
over de part.jen, waarin de grootsten onder de groote» elkander ontmoetten maar
aangezien wij dit verslag denken te doen volgen door de belangrijkste partijen ih
/haar geheel, meenen wij gerust dadelijk te kunnen overgaan tot mededeeling van
den volledigen uitslag van het tornooi, om daarna te besluiten met eene korte
karakteristiek van enkele deelnemers.
.
ocnanopp. 1
I
Blackburne. I
Charousek. I
I
I
I
bchiners. I
ocniecnter. I
. I
Showalter. II
)r. Tarrasch I
Winawer. [I
l cicnmann. I
Tschigorin. I
Janowski. I
vvaiuroat. I
Gewonnen. I
I
r .
Pillek,™
.Lasker.
Steinitz.
Albin.
Marco.
Verloren.
Namen. £ £ o g |2 o j ja ë I3 % 'S t g i g> 2 * g ü
i "UI
< -3 5 § |
8 Ï3 S S '2 8|"O £ 'I 3 g o o
O
n • 1
A/I
'
arC° Vs 1 1/2
M arc0
M |1/2 | Vs 0 0 — —i'/a
i'fc o ''2
ll* 1 IV9Vs "2 '/s l/s o
O o 1/9 1/9 Vs 1I 8 xo
IO
sirr.:;
Sho ï
H '• '• '• 1 ,'1/3
/S 1/3 0
° 1/2
V2 "S2 Vs i 1/9
1/3 '/s '/2/21, 1 1/3-1/3
V» j — Vs 0 J1/9
0 Vs 1I 1I |Vb
ife ! i/s 7Vs
1 ,ro0i/9 71/9
E. Lasker behaalde dus met 131/2 punt den istcn prijs (zilveren bokaal met
blad, uitgeloofd door Z. K. H. den Prins-Regent van Beieren, benevens 3000 Mark).
G. Maroczy, T21/* punt, 2de prijs. (2000 Mark.)
H. N. Pillsbury, ).
Dr. S. Tarrasch, jleder 12 Punten> deelen 3en en 4en prijs, (ieder 1250 Mark.)
D. Janowski, 11 Vs punt, 5e prijs. (600 Mark.)
IV. Steinitz, 11 punten, 6e prijs. (400 Mark.)
C. Schlechter, i.
A Walbrodt llerler 10 /2 Punt> deelen 7en en 8sten prijs, (ieder 150 Mark).
E. Schiffers, /.
M. Tschigorin, ileder 9^s punt' elk een der I)rijzen' uitgeloofd door den
Eere-Voorzitter van de Neurenbergsche Schaakclub, Adolf Roegner: de klassieke
„Gustavus Selenus" en een stel stukken van Meissener porcelein.
J. H. Blackburne, 9 punten, speciaalprijs van 100 Mark, uitgeloofd door Zijne
Excellentie F. von Heydebrand und der Lasa, voor het beste resultaat tegen de
prijswinners.
Rud. Charousek, 8Va punt, 16 jaargangen van „Chess Monthly", uitgeloofd door
L. Hofifer.
G. Marco, 8 punten, 12 jaargangen der „Deutsche Schachzeitung", uitgeloofd
door L. Heller.
De door Baron A. von Rothschild uitgeloofde speciaalprijs van 300 Mark voor
de schoonste partij van het tornooi, zal eerst na nauwkeurig onderzoek der gespeelde
partijen worden toegewezen.
* *
*
Thans laten wij van enkele deelnemers een korte karakteristiek volgen, zooals
„Deutsches Wochenschach" die geeft. De opmerkingen tusschen haakjes zijn van ons.
Een ieder zal stellig geneigd zijn te erkennen, dat LASKER, hoewel zijn eerst-
volgenden concurrent slechts één punt vóór, wederom een groot succes heeft
behaald. Wat de verhouding zijner speelsterkte tot die van den Duitschen kam
pioen Dr. Tarrasch aangaat, kunnen wij in geen geval uit de resultaten van dit
tornooi besluiten tot de superioriteit van Lasker. Wel verre van aan het buiten
gewoon geestige spel van den Heer Lasker onzen lof te onthouden, moeten wij
toch hierop wijzen, dat hij in eenige, reeds slecht voor hem staande partijen
geboft heeft, terwijl men van Dr. Tarrasch eer het tegendeel kan beweren. (Waarom
Lasker hier weer met den doctor vergeleken?)
Van MAROCZY was, hoewel men hem slechts van het Minor Tournament te
Hastings kende, te verwachten, dat hij onder de prijswinners van Neurenberg zou
zijn. Het is een groot, lang jongmensch met bleek gelaat. Naar hij zelf zegt,
zal dit wel het laatste tornooi geweest zijn, waaraan hij deelnam, daar de inspan
ning hem toch te zwaar gevallen is. Jammer, hij is een buitengewoon fijn speler.
(Naar onze meening had Maroczy, die, nauwelijks meester geworden, in een zoo
sterk bezet tornooi als het Neurenbergsche zulk een schitterend succes behaalde;
die slechts ééne partij verloor — eene Leistung, die indertijd Dr. Tarrasch (Dres-
173
den 1892) zeer hoog toegerekend werd —, wel wat meer lof verdiend. Enfin,
deze fout heeft hij, dat hij geen Duitscher is!)
PILLSBURY heeft in het begin van het tornooi slecht gespeeld, in de tweede
helft van den wedstrijd echter alles ingehaald en dus bewezen, dat zijn resultaat
te Hastings, waar hij No. i werd, niet aan een blind toeval te danken was. Zijne
partijen onderscheiden zich in den regel door schoonheid en elegance. En daarop
mag wel nadrukkelijk gewezen worden, waar toch tegenwoordig onder de beroeps
spelers in de allereerste plaats het streven om te winnen wordt geconstateerd, terwijl
aan het „hoe" minder waarde wordt gehecht.
'^R- TARRASCH miste in het begin van het tornooi de hem anders eigene „schnei-
dige spelvoering. Gebrek aan oefening is oorzaak, dat hij eerst in het verloop
van den kamp zelf zijne volle kracht bereikt. Bovendien stond Dr. Tarrasch
ditmaal bij Fortuna zeer beslist in een slecht blaadje : spelers, die in het begin
voortdurend verloren hadden, speelden juist tegen hem merkwaardig correct en
maakten remise. In tegenstelling met zijne gewone wijze van spelen maakte hij
ditmaal ook nog fouten : tegen Pillsbury had hij, bij wat meer overleg, in geen
geval mogen verliezen, tegen Lasker had hij zeker remise moeten maken. (Het
komt ons voor, dat het Duitsche blad, dat den naam van Dr. Tarrasch in zijn vaan
voert, met dit kinderachtig napleiten des meesters persoon juist geen voordeel doet.)
II ij gelooven, dat er na de tweede match Lasker-Steinitz thans veel kans be
staat op een match Lasker-Tarrasch ! (Nu, zulk een kamp ziet natuurlijk de gansche
schaakwereld met groote belangstelling tegemoet!)
JANOWSKI heeft reeds in verscheidene tornooien meegespeeld, maar nog in geen
enkel zulk een hooge plaats bereikt als te Neurenberg. Zijn spel kenmerkt zich
in nog hoogeren graad dan dat van Pillsbury door het zoeken naar mooie zetten,
en zijn partijen, die steeds rijk zijn aan combinatiën, na te spelen, verschaft
eiken schaakliefhebber een groot genot. Bijzonder mooi was de opzet van zijne
partij met Pillsbury; op het laatste oogenblik echter maakte hij het zich dooreen
overhaast zetje onmogelijk, de vruchten van zijn inspanning te plukken.
STEINITZ, dien menigeen graag met de oude paarden op stal zou willen zetten,
heeft ook in Neurenberg bewezen, hoe taai hij nog is. Wanneer hij ziin grillig
pleizier in zonderlinge, met recht als slecht aangetoonde verdedigingen kon kwijt
raken, zou hij ongetwijfeld trots zijn hoogen leeftijd ook nu nog beter resultaten
bereiken. Ditmaal moest hij met de zesde plaats tevreden zijn ; het verliezen van
de laatste partij met Pillsbury kwam hem duur te staan.
WALBRODT, hoewel altijd nog prijswinner, heeft te elfder ure zijne Berlijnsche
vrienden in hun verwachtingen teleurgesteld. Na zijn mooien aanloop — tot de
i4de ronde was hij onder de eerste concurrenten — mocht men op een beter resul
taat rekenen.
SCHLËCHTER is voortgekomen uit de Weener school, die beroemd is door haar
knapheid in het remis-maken. Hij heeft het in Neurenberg tot 11 remis-partijen
weten te brengen! Toch is hij een buitengewoon fijn speler, hetgeen menige
door hem krachtig doorgevoerde aanval bewijst. Daar hij nog zeer jong is, heeft
hij stellig nog een groote toekomst.
11
174
h) Zie diagram.
') Op dezen schoonen zet is de geheele combinatie gebaseerd
j) Zwart moet het offer wel aanvaarden.
k) Zwart moet de Dame wel prijsgeven. Vgl. 2 6 . . . , Dc8 (nog het beste, als Zwart
wil trachten, de Dame te redden) 27. Ofs :!, Dc6 ! 28. Lgs, Dbóf 29. d4, Db4 30.
Df7f, Kd7 31. Le7 :, De7 : 32. Pest, Kcl8 33. Pb7 :f, Kd7 34. Pest, Kd8 35.
Dds-.t enz. Of: 27—, Tf8 28. Dgót, Kd7 29. Pf8 :t, Lf8 : 30. Tf7t, Le7 31. Dd6f
%
i77
d) In 't belang van een snelle ontwikkeling zijner strijdkrachten offert Zwart een pion.
') Op 12. ds zou waarschijnlijk gevoigd zijn: 12—, e4 13. Db3 (13. De4:?,
Lf5 °' TeS), ef3. 14. dc6:, DeS 15. o o—o, Dc6: 16. gf3Le6, weldra gevolgd
door a6 en bs, en Zwart komt in 't voordeel.
0 Thans dreigt: 13—, Dd3: 14. Ld3Lf3: 15. gf3Pe5:
") T3- LC3, dan 13—, Pb4 14. De4, Lfs en wint.
") 14. Pd4: deugt niet wegens 14—, Dd4: 15. f3, Lh4f 16. Kdi, Tad8 17.
DC3, Df2 18. Kei, Lfs enz.
') Wat te haastig gespeeld! 14—, Tfs verdiende stellig de voorkeur.
') Met zeer duidelijke dreiging!
k) Zoo verschaft Wit zijn tegenpartij wederom een gevaarlijke open lijn. Wel
licht is 22. Lh7 :f, Kh8 23. Le4 iets beter.
) De Koning tracht naar den anderen vleugel te ontsnappen. Natuurlijk mag
Zwart pion a2 nu niet nemen.
m) Beide partijen verkeeren in tijdverlegenheid (15 zetten in 'tuur.)
") Om Da2: mogelijk te maken.
°) Wit zoekt zijn heil in een wanhopigen aanval, in plaats van den pion door
Kbi te dekken.
") 32—, Lg5 ? dan 33. hg7 :f, Kg7 : 34. Ld4:f, cd4: 35.Dd4:f, Lf6 36. Tgif,
Kh8 37. Tf6:. Hierop mag dan niet volgen 37—, Tbfó: wegens 38. Df6 ' en
mat op den volgenden zet.
«) Zie diagram. De volgende leuke variant is door Blackburne aangegeven:
34- Td4:, Tb2: (34—, cd4:, dan 35. I)d4:!, Daif 36. Kc2, Db2 :f ('t beste) 37.
Lb2:, Tb2.-t 38. Db2:, Tb2:f remise) 35. Dh7:+!, Kh7: 36. Th4|, Lh6('t beste)
37- Th6:f, Kh6: 38. Thif, Kg5 39. Tgif, Kf4 40. Tg4t, Kf5 4i. Le4f, Ke6
42. Ldsf, Kd7 43. Tg7f en remise door perpetueel schaak.
r) Dbi verdiende hier stellig de voorkeur.
') Met de dreiging: 40. Th7f, Kh7: 41. Td4:|.
') Stellig verdiende hier 41. Tbi overweging. Vgl. 41. Tbi, Dbi: 42. l)bi •
Tb! : 43- Te8| enz. Of: 41—, PC2f 42. DC2:, Dc2: 43. Tb8:f enz. '
No' 336, Gespeeld den 25sten Juli 1896
Wit: Maroezy. Zwart. Pillsbury
VierpaardenspeJ.
I- e4 e5 12. L a 4 Lf6e) 23. Tc?:!')) bc? •
2"Pf3 15 f 6
I3. d6! c6f) 4. , 3, p ®3-
3'fC,3 Pc6 I4-Lb3 bS 25. Dc4 DeS
4- L b s Les») 15. Dd2 L b7 26. dc7: Des
5. 0-0 o-ob) 16. PgS! Tf8«) 27. Tdi Tfe8
6. P e S : T e8c) i7-Pe4 35 28. Td7: Kh8
7- P f 3 P e4: t8. a3 P a6 29. Df7: D g5 :
,4 Pc3; 19. T a e i c5 30. f4 Dg4
9- bc3: Le7 20. L d s L d5: 31. h3 I) d7:l)
IO" d ! Pb8 3
Tf 5 «.DdS: b4 32. Dd7 : T e4 :
^ 22' ^ e3 L C3 :h) 33. c8D f Opgegeven.
I78
In ,nH e.roChade der teSenpartij heeft deze zet in den regel weinig waarde
zet in' Z ÏÏT "" "k ""n00i SPeeMe TsCl'ie0'i" 6' PM* i" H»» v,n den
b) Hier kwam
heilig ook Lh4 in aanmerking.
c
Taf7 nl"k ff"01"8 ™af. Zwart het Paard "iet nemen, wegens 36. fe3 • Dev 17
iat7, na welken zet Wit tweeerlei Hrpio-f- Af '*
eventueel he, Paa„, „ rerdie"*' de" *'•»» »P « «Pd». « doo, g
4
Voorloopig bericht.
Op Zaterdag 31 October a. s. hoopt de Arnhemsche Schaakvereniging haar
5-jarig bestaan te vieren. In aansluiting met dit feest denkt het Hoofdbestuur
op Zondag 1 November een Wedstrijd met af- en aansfel te Arnhem te organi-
seeren. Het volledig programma zal in het September-nummer worden opgenomen.
De Redactie zal alles in het werk stellen, om deze aflevering op tijd te doen
verschijnen.
4e Jaargang. N°. 9.
September 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BLSTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN KHIJN, Voorzitter; H. J.DEN HF.RTOG, Onder-Voorzitter;
w. H. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 09, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN
';rr:r,S Van Materiëel; H' D" B Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris.'
' H' j' DEN HERTOG-, Marnixkade 43, Amsterdam {waarnemend hoofdredacteur)-
J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.
Van dit blad, dat omstreeks den ISden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
voor Bondsled^n" eitra"nUmmers ™«ar » 20 cents en een geheeie jaargang a f i.-, eveneens slechts
Bondszaken.
Ter opruiming van den overtolligen voorraad worden de Jaargangen 1893 en 1895
van iet Tijdschrift è. ƒ1.13 per jaargang verkrijgbaar gesteld bij toezending van
net bedrag aan den Secretaris.
^e,Stüü'\Uitgaande Van de ««iachte, dat het de roeping van den Bond is,
eeaeij e en op schaakgebied, zooveel in zijn vermogen is, te steunen, heeft
daarom besloten den Kleinen Wedstrijd te doen houden in aansluiting met het feest
aer A. 6. V. en bepaald op 1 November.
Het plan bestaat, den Wedstrijd op één dag te doen houden, om daardoor te <re.
moet te komen aan 't bezwaar van velen, voor wie het niet mogelijk is, 11/9 of 2
dagen van hu.s of uit de zaken te gaan. - Door dezen maatregel zullen zeker velen
zie geroepen voelen, naar Arnhem op te trekken eensdeels om aan den Wedstrijd
deel te nemen, ten andere om de feestvierende Vereeniging te complimenteeren.-
12
«83
J
van 'VI S
SteUlitZ
'dni" ""
Ze'f °P
p «—
^en 'Z6te' als
^eaerkae
de sterkste voorna,i„
voortzetting
eens
eens 1™
over T.
het
h T of rHhT S'VeS'iSd """•
eens over het al-of-met-deugen van het pion-offer
°
De
pion-offer.
e «"'o™'"™ «)» he, „og „iel
autoriteite " «9» het nog
g
niet
M Mot i::i.
') Dekt "zwart"!T Z°~' 1 " Lf? Kh8 I2' Le8 : en wit dreigt mat op f 8.
voortzetten 1 P'on.door I2-, Tf8, dan kan Wit den aanval met succes
. .. r3- Lc13> Of door de manoeu/re Tdi—d?— •y-i
) Zie diagram. Het is duidelijk, dar r5 -. Kf8 een stuk zou kosten.
) ben geestig, welberekend kwaliteits-offer. '
O De theorie veroordeelt dit aanbieden van den afruil: Zwart blijft met een
vrijpion aan de beide kanten van het bord tegen de witte centrum-pionnen in 't
voordeel.
[) Verhindert het opspelen van den a-pion. Zwart verdient nu te winnen.
) Uit het „Wochenschach" (het schijnt ons zoo toe, dat Dr. Tarrasch zelf de
anonieme schrijver van de in dit blad bij deze partij gevoegde noten is) vertalen
we de volgende opmerkingen: „Beter was a5, waarmee Zwart zijn overwicht
: 53—, a5 54. Kf4, Kf7 55. hs ('t beste, om het veld f5 voor den witten
Koning vrij te maken), gh5:! 56. Kf5, h4! 57. dól, h3! 58. eóf, Ke8 co. Kf6
6°" d7t? Kd8 6l' Kf7' hlD 62. e f, Kd : 63. e8D+, Kdó en Zwart moet'
7 7
ten slotte winnen, hetgeen in de bekende partij uit de m»tch Morphv-Anderssen
overtuigend bewezen is. Op 64. Db5: zou 65—, DdSf volgen."
') De beslissende fout! Zwart moest spelen Kf7 en dan verder ongeveer zooals
in de aanteekening bij den vorigen zet aangegeven is.
) Zwart geraakt thans tot den aanval, dien hij een tijdlang krachtig weet
voort te zetten.
") En niet: 17. J,c3 wegens 17—, T h : 18. Lbi, Th*:! en Zwart houdt het
beste spel.
d) Nu is Zwart s aanval zoo goed als afgeslagen.
e) Zie diagram.
') Wit wil tot eiken prijs het remis vermijden, dat na 32. Lc6 : vrij wel met
zekerheid te verwachten zou zijn.
*) 32— Kf8, dan 33. dc6 Ke7 34. Ld5, Pb4 35. 07 !, Kd7 36 L?8 enz.
h) Beter: 37—, Pdi.
') Beter : 39—, Kc8.
') Gedwongen: er dreigde 41. f15!
k) Wit heeft het eindspel zeer fijn gespeeld.
Spaansche Partij.
1. e4 es 18. T ei h) L c6 35. D bi ! Tac2: n )
2. Pf3 P c6 19. T h2') T d8 36. P C2: P C3
3. Lbs Les») 20. g3 ds 37. P C3: T 03:
4. C3 Pf6 b ) 21. Ld3 Kg8! 38. g5 ! hgs:
5. d4 ed4 : 22. K g2 L 39. L gs : P c6 ? °)
6. e5 P e4 23. L ca!') L e6 40. D b2 ! p ) T C4
7. cd4: Lb4t 24. T di h6 41. f4 D 07
8. K f 1 !") D e^ 25. D e3 k ) K h7 42. K hi Las
9. D C2 f5 d ) 26. L a4 Df7 43. P e3 T b4
10. h4 e ) L a5 27. P e2 C5 44. D g2 Df?')
11. a3 f ) L b6 28. b4 cb4: 45. T gi T d4:
12. L e3 o—o 29. ab4 : T c8 46. Lfó!! 1 ) T d3 •)
13. Lc4f Kh8 30. P e i T C4 47. Dg7:f D g7:
14. hs ! 5 ) De8 31. f3 T b4 : 48. T g7 :t K h6
15. D e2 P e7 32. L c.2 T c8') 49. T b7 : Opgegeven.')
16. P C3 d6 33. g4 ! m) T b2
17. Lf4 Ld7 34. Dei T a2
Spaansche Party.
1- e4 e5 4- o—o Pe4: o—ob)
7. L d3 *)
2- P f3 p c6 5- T ex P d6 8. P c3 P e8
3. L bs P f6 6. P es: L e7 9. p ds L f6c)
190
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
Voortaan ook d e o p l o s s i n g e n t e zenden aan den Eedacteur dezer afdeeling.
*No 353. J. van Beek, No. 354. G A. Barth,
te Naaldwijk. te Staten Island.
• -
vzm mtz '-am. \
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
Uit de Probleemwereld.
Nog juist bijtijds genoeg om onze lezers in staat te stellen eenige bijdragen in
te zenden, ontdekten wij dat door het deensche schaaktijdschrift een probleem-
wedstrijd is uitgeschreven voor driezetten. Aantal in te zenden problemen onbe
paald, elk op diagram en met volledige oplossing, van motto voorzien en met
gesloten envelop, waarin de naam van den componist. Termijn 15 October 1896.
Adres: „Tidskrift for Skak", Ceresvej N°. 24, Kopenhagen, Denemarken. De jury
wordt gevormd door F. W. Blehr, VV. Jensen en H. Jonsson.
Van een in Augustus uitgeschreven probleemtornooi van den „Circolo Scac-
chistico Catanese" ontvingen wij een uitvoerig bericht van het comité zelf. Daaraan
ontleenen wij het volgende: de schaakclub te Catania in Italië schrijft een inter
nationaal tornooi uit voor driezetten. Voorwaarden dezelfde als hierboven, behalve
dat niet meer dan één probleem zal mogen worden ingezonden door dezelfde
persoon. Termijn 30 November 1896. Adres: Presidenza del Circolo Scacchistico
Catanese in Catania (Italië). Jury is Prof. G. B. Valle, die tevens aan de inzenders
der 3 problemen welke volgen op de prijzen, ten geschenke geeft een exemplaar
van zijn werkje: „Suil' arte di comporre i problemi di Scacchi". Twee inter
nationale tornooien en dan nog een van den bond in het zicht, welk een heer
lijke gelegenheid voor Nederlandsche componisten om te toonen wat zij kunnen!
Probleemcompositie.
3o. Het afsnijden van velden rondom den vijandelijken koning.
(Vervolg).
Wij gaan over tot de tweede uitzondering op den regel, dat met den eersten zet
den zwarten koning geen vluchtvelden mogen worden ontnomen, nl. als daarvoor
in de plaats een wit stuk wordt geofferd. Een voorbeeld hiervan vinden de lezers
in het Mei-nummer onder N°. 323, waar ter verdediging van het afsnijden ook
nog kan worden gewezen op het vrijmaken van het zwarte paard. In het algemeen
geldt, dat als Wit s macht wordt verminderd, of Zwart's kracht wordt vergroot
het bezetten van een vluchtveld geen schade doet aan de waarde van den eersten
zet, vooral als hier nog bijkomt, wat wij als derde uitzondering willen noemen, dat
het mat op het af te snijden veld op de oppervlakte van het probleem ligt. Wij
geven hiervan twee voorbeelden, die tevens kunnen dienen als bewijs, dat in dit
gevai zelfs zonder een enkele compensatie den zwarten koning kan worden belet,
een vluchtveld te betreden. Gewoonlijk gaat dit afsnijden dan gepaard met een
offer op den tweeden zet, in het eerste probleem van de dame, in het tweede
van den looper. Beide problemen bieden in de verdere afwikkeling niet veel,
maar ter illustratie van het behandelde geven zij ons uitnemende voorbeelden.
*94
Is dus het afsnijden op den eersten zet slechts zelden aan te bevelen i), en dan
nog het liefst bij drie- en vierzetten, daar bij tweezetten wegens de kortere afwik
keling de eischen voor den eersten zet zooveel hooger zijn, bij volgende zetten is
het dikwijls een noodzakelijk middel om het mat te bereiken. Hiervoor voorbeel
den te geven zou een ondoenlijke zaak wezen. Alleen moet er op gewezen wor
den, dat het stelselmatig drijven van den koning der tegenpartij door schaakbieden
veel minder waarde heeft, ook al worden ten slotte zuivere matstellingen veroverd,
dan het stil afzetten van alle uitgangen totdat plotseling de doodelijke slag komt.
'Dit leert ons de fijnheid van deze schaakgedachte, zooals zij ook is toe te passen
op den eersten zet, ja dan vooral. Niet, zoodat de vijand de strikken ziet waarin
hij zal worden gevangen, maar geheimzinnig zonder vertoon van macht, moet de
matpositie worden opgebouwd. Als Wit gezet heeft, moet Zwart zich nog even
veilig gevoelen en even vrij als tevoren, zonder ook maar in de verte zich bewust te
zijn van het gevaar dat dreigt. Wij geven als voorDeeld een tweezet en een drie-
zet, die beide dezelfde pointe bevatten, uitgewerkt met dezelfde witte officieren,
om te laten zien hoe deze schaakgedachte kan worden toegepast bij elk probleem.
Hier ligt de eerste zet wel is waar reeds in de pointe, maar ook waar dit niet
het geval is, kan het afsnijden „in de verte" geschieden. iVTen denke aan den in
de voorgaande aflevering behandelden vierzet van Mackenzie, waar de tweede zet
na Kds was h5 met de geheime bedoeling om na het dameoffer op f5, g6 voor
den zwarten koning af te snijden !
Het spreekt echter van zelf —- en de lezer zal dit ook uit het bovenstaande
reeds hebben kunnen opmaken — dat het altijd een aanbeveling is als de eerste
1) Sommige componisten zijn niet altijd zoo kieskeurig. In de verzameling aan het slot van den Hertog's werkje
komen enkele voor van zeer bekende auteurs o. a. 56, 61, 64. Dergelijke problemen kunnen niet gerangschikt wor
den onder de ernstig bedoelde kunstwerken, inaar moeten meer beschouwd worden als njg niet voltooide. L>e
afwikkeling echter zou de moeite, besteed aan het zoeken naar een betere bewerking, zek>ir lojnen.
'95
zet den Koning een of meer vluchtvelden vrij geeft. Niet vergeten mag echter
dan worden, dat daarvoor noodig is, dat den Koning reeds een vluchtveld is toe
gedacht in het plan waarvan de componist is uitgegaan, en dat het dus reeds een
bijzondere verdienste is voor een probleem, als de zwarte koning niet geheel is
opgesloten, maar, al is het slechts éen veld heeft om lucht te happen. Doch
gelijk er problemen zijn, die geheel zijn gebouwd om den koning vrije velden te
bezorgen, zoo zijn er ook waar de pointe geen open veld voor den zwarten koning
toelaat. Is bij de eerste soort de eerste zet reeds zóo schoon, dat minder gelet
wordt op de afwikkeling, bij de laatste zal zeker de afwikkeling zeer hoog moeten
staan, om het gebrek in de opstelling te vergoeden.
Men vraagt, acht koninginnen zóó op het schaakbord te plaatsen, dat zij elkander
met kunnen nemen. (Er moeten 92 standen mogelijk zijn.)
i) DU probleem is niet vrij te pleiten van bombastisch te wezen in zijne variantenvorming. Pion a6 dient slechts
om den eersten zet minder waarschijnlijk te maken.
196
Verschillende partijen
No. 345. Gespeeld op den grooten Bondswedstrijd te Arnhem, den 2en Augustus 1895.
Wit: W. B. H. Meiners. Zwart: J. F. Heemskerk.
Schotsclie Partij.
1. e2 —- e4 e7 — e5 van een ernstige wedstrijdpartij zulk een
grove fout kan begaan.
2. P gl — f3 P b8 — c6
Beter is Dd5! 10. Pc3 I)f5 11. Pel
3. d2 —d4 e5 X d4 Lb6! (beter dan o—o—o) en Zwart kan,
4. L fl — c4 P g 8— f6 zooals de theorie aangeeft, met voorzichtig
Voor iets sterker houdt men Lc5. spel zijn voordeel handhaven. — Wij mee-
5. 0 —0 L f8 — c5 nen evenwel, dat 9—, g6 hier de zet is,
Hier kan Zwart door Pel: 6. Tel, d5 die Zwart onder alle omstandigheden het
7. Ld5Dd5: 8. Pc3 enz. in een bekende betere spel verschaft en nog aan te bevelen
variant van het Tweepaardspel in de na- boven I)d5. In een matchpartij tusschen
hand overgaan. Loman en mij in 1888 speelde Writ
6. e4 — e5 d7 — d5 ! (Loman) daarop 10. Pe6: en het vervolg
was: fe6:f ll.Te6:f Kf7. 12. Del?Dd5.
7. e5 X f6 13. Te2 Tae8. 14. Lf4 Te2: 15. De2 :
Beter is Ll>5. ])e tekstvoortzetting geeft
Te8. 16. I)fl Pb4 17. Pa3 d3 en Zwart
Wit echter een sterk aanvallend spel met
won gemakkelijk.
veel kansen, als Zwart niet met alle vari
De heer Tresling, die mij op den zet
anten van deze opening goed vertrouwd is.
g6 opmerkzaam maakte, analyseerde in der
7. . . . d5 X c4 tijd met mij deze voortzetting. Wij vonden,
8. T fl — el f L c8 — e6 dat 10. Te6: de eenige wijze voor Wit is,
9. P f3— g5 om den aanval nog wat vast te houden.
Stand der partij na den 9den zet van Wit. Daarop kan volgen: (de beste speelwijze
voor Wit uit tallooze varianten, veel te
uitvoerig om te dezer plaatse uit te wer
ken) fe6: 11. f7f Kd7 ('t beste) 12. Pc3!
Le7! (eenige goede zet voor Zwart; op De7
bijv. volgt 13. Pd5ü en wint) 13. Pce4
Lg5: 14. Pc5f Kc8! 15. Pe6: D.^ 16.
f8D TfS: 17. Pf8: Df8: ('t beste) 18. Lg5:
en Zwart blijft in het voordeel.
10. P g5 X e6 f7 X e6
11. D dl—h5f g7 — g 6
12. D h5 X c5 T h8 —f8
Hier had Zwart de partij moeten opgeven,
hij heeft hoegenaamd geen kans meer. Het
9. . . . D d8 X f6?? vervolg behoeft geen commentaar.
Een slechte zet, die al dadelijk een
officier en de partij kost. Wij begrijpen
13. f2—f3 e6 — e5
niet, dat de Heer Heemskerk in het begin 14. D c5 X c4 g6 —- g 5
I97
No. 347.
Matchpartij, gespeeld te Londen.
Wit: H. H. Cole.
Zwart: N. "W. van Lennep.
Falkbeer-g-ambiet.
1- e2 — e4 e7 — e5 12. L c4 — b5
2. f2 —f4 d7 — d5 Deze schijnbaar goede zet wordt nood
3. e4 X d5 lottig voor Wit. Beter is Pf3.
7. d2 — d3 0—0
8. d3 X e4 Ld6 —b4
9. Kei — f l ?
Dit geeft Wit een moeilijk spel. Veel
beter ware e5. Op Te8 volgt dan 10. Ld2
1 b6 11. 0—0—0 en Wit heeft met 2
pionnen meer en uitstekende stelling een
gladgewonnen spel. Ook op 9. eo Lc3 :f
10. bc3 : Pb6 11. La3 blijft hij verreweg'
in het voordeel.
9- • • • T f8 — e8
\ an hier af (tot zet 25) speelt Zwart
Litstekend. Dreigt damewinst door La6,
meesterlijk en het gelukt hem dan ook,
want na 15. Da6 : zou Ddl mat volgen.
niettegenstaande zijn materieel nadeel door
een piachtigen aanval ten slotte de winst 15. P gl —f3
af te dwingen. Verhindert La6, daar nu geen mat op
dl volgen kan.
10. e4 — e5 L b4 X c3
Op 15. h3 La6 16. hg4: Le2 :f 17.
11. b2 X c3 Pd7—b6 Ke2 : Dc7 18. La8 : Dc4~|- blijft Zwart na
200
Laatste berichten.
Het Bestuur is in onderhandeling met het Hoofdbestuur van den Bond omtrent
het verleenen van eene subsidie uit de Bondskas. Het resultaat dezer onderhan
delingen benevens het officieel programma van „Staunton's" feestviering zullen
waarschijnlijk in het October-nummer van dit Tijdschrift kunnen worden op-
genomen h
HOEDA-PEST. Men beweert, dat reeds in het begin van October een inter
nationaal meestertornooi alhier een aanvang zal nemen. Lasker en Steinitz moeten
zich reeds aangemeld hebben.
Loopergambiet.
ï. e2—e4 ei—e5 r3- M—h5 D g6—g5
2. f2—f4 e5Xf4 14. D d 1 —f3 P f6—g8
3. Lfi—C4 D d8—li4f i5-LClXf4 Dg5—f6
4. Kei—fi b7—bs 16. P bi—c3 L f8—C5
5. Lc4Xb5 Pg8—f6 17. P c3—d5 D f6xb2
6. P g i _ f3 D h4—h6 18. L f4—d6 LcsXgi
7- d2—d3 P f6—h 5 19. e4—es I) b2 Xai
8- P f3—h4 D h6—gg 20. K fi—e2 P b8—a6
9. P h4—f5 c7—c6 Wit kondigt mat aan in 3 zetten:
IO- g2—g4 P I15—f6 2I- p f5Xg7t Ke8—d8
11. T hi—gi cóxbs 22. I) f3—f6f Pg8xf6
12. h2—h4 D g5—g6 23. L d6—e7 mat!
204
Correspondentie.
_ J Ridderhof', te Leiden. — Van voor het Tijdschrift bestemde partijen
kan de copy nooit worden teruggezonden. Als u mij een afschrift doet toekomen,
kan ik nagaan, of de bedoelde partij voor plaatsing in aanmerking komt.
J. van der Hulst, te Oud-Ade. — U hebt in elk geval den prijs over Mei-Juni.
De vorige Hoofdredacteur moet de bewuste tabel nog in zijn bezit hebben. VVe
hopen ze spoedig te kunnen plaatsen.
4e Jaargang. N°. 10.
Öctober 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
"W'H V DR V*™' S': DR' A' VAN EHUN' V00R2ITTER; J-DEN" HF.RTOG, Onder-Voorzitter;
. H. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEEI MAN
D' B' MEIJBB' öeld6rSChe:^ 37. Amsterdam, Secretaris.'
Kr. J. D. TBESUNG , L N TJOÏ. ^ Am*Wd",n hoofdredacteur);
Bondszaken.
Voortaan zullen aan het hoofd van elke aflevering weer de namen en adressen
der nieuw toegetreden leden worden vermeld.
Lid geworden sedert het in functie treden van den nieuwen Bondssecretaris:
Lr. J. van I hiel, Heerengracht 558, Amsterdam.
J. A. Bos, Maarsmansteeg 23, Leiden.
S. van Groningen, Plantsoen 39, Leiden.
E. J. F. Masschek, Dammelaan, Schiedam.
H. P. Kalt, Heerenweg 1113", Groningen.
A. Visser Hzn., Tirns bij Sneek.
Com. Geel Jr., Alfen a/d Rijn.
P. Beun, Purmerende.
AfcL Dam- en Schaakclub der Chr. Jongelingsvereeniging „Excelsior", Amsterdam.
H. H. v. d. Goot, Harich (Fr.)
Wedstrijd te Arnhem.
Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat bij voldoende deelneming op Zondag 1
November a. s. te Arnhem, in het Café „Die 01de Munte," Bakkerstraat 56 een
schaakwedstrijd zal worden gehouden met af- en aanspel. Over het al of niet
spelen met voorg.ft zal door de deelnemers vóór den aanvang beslist worden.
Regelingsbepalingen:
I. Ook «z'<?/-Bondsleden kunnen aan den wedstrijd deelnemen
II. Gespeeld wordt volgens het Reglement op het Schaakspel 'van den N. S. B.
206
III. Voor iedere ronde wordt niet meer dan twee uur speeltijd gegeven. {Deze
bepaling bij wijze van proef.)
IV. Het spelen met klokjes is verplichtend (20 k 25 zetten per uur, door den
leider te bepalen.) .. ,. ..
V. In de eerste ronde worden slechts zooveel partijen gespeeld als noodig zijn,
om het getal deelnemers tot een macht van 2 terug te brengen.
VI Indien twee spelers van dezelfde klasse, tegen elkander spelende, billijker
wijs dezelfde kleur zouden moeten hebben, zullen in de oneven genummerde ronden
de hoogere nummers, en in de even genummerde ronden de lagere nummers Wit
hebben Overigens wordt de kleurverdeeling bij iedere partij tusschen spelers van
dezelfde klasse geregeld door den leider, naarmate der kleurverdeeling van de be
reids door ieder der spelers in hunne klasse gespeelde partijen.
VII Op den bepaalden tijd nog niet geëindigde partijen worden door den leider
(die zich twee der aanwezigen als mede-commissieleden assumeeren kan) beslist.
Bij het remise worden eener partij wordt door loting bepaald, wie wint.
VIII. Elke speler is gehouden, zijne partij (en) volledig en duidelijk genoteerd
bij den leider in te leveren.
IX. Het inleggeld bedraagt f 0.30 per ronde.
X. De loting zal plaats hebben Zondagmorgen te 10 uur precies, tevens termijn
van toetreding.
XI De prijzen bestaan uit boekwerken op schaakgebied en kunstvoorwerpen.
Ieder prijswinner ontvangt bovendien een diploma, waarop het nummer van den
behaalden prijs aangegeven is.
XII. De leiding van den wedstrijd is opgedragen aan den Bondssecretaris of
aan wie hem vervangt.
Het staat den leider vrij:
a. Den bij art. III bepaalden speeltijd zoo noodig te verlengen.
b. Het aantal spelers in twee of meer afdeelingen te splitsen.
c. In het algemeen zoodanige maatregelen te nemen als hij noodig acht in het
belang van den tijdigen afloop van den wedstrijd.
Verder zij nog medegedeeld, dat behalve de door den Bond uit te loven prijzen,
er twee hoofdprijzen door de A. S. V. beschikbaar zijn gesteld. Tevens wordt
door - N N uitgeloofd een prijs voor het aankondigen van een mat in minstens drie
zetten, met dien verstande, dat van beide spelers bij de raat-aankondiging minstens
drie stukken op het bord aanwezig moeten zijn.
* *
Men vertrouwt, dat velen zich geroepen zullen gevoelen, den November
naar Arnhem op te gaan, vooral nu de wedstrijd samenvalt met de feestviering
der A. S. V., en bovendien in één dag zal afloopen.
Ieder Bondslid wordt verzocht, ««W-Bondsleden onder zijne kennissen tot deel
neming aan den Arnhemschen wedstrijd aan te moedigen.
Verzoeke zoo mogelijk vooraf aangifte van deelneming, bij den Bondssecretaris.
ièj
SPOORDIENST (Spoortijd.)
» au
Haarlem ,
Amsterdam ,r
t
Leiden
's-Gravenhage
7.19
7 2Q
i
I
Delft 6" I Van Te
Rotterdam Utrecht Arnhem
Gouda T-55 9'3l
Amersfoort 6.45
via
Hilversum . . . _ I
7.I4
Zwolle . . . . r
O. 10 Q T _
Dordrecht ' ^
via Nijmegen met D trein ... a, ,
°-32 g.05
Ter navolging.
- "e"e° *• "•** « W- E- te Amsterdam »„rde„. ,, b,ginne„ met
DE BONDSSECRETARIS.
2oS
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
Voortaan ook de oplossingen te zenden aan den Redacteur dezer afdeeling.
No 365. W. A. Clark, "No. 366. J. T. Andrews.
te East Molesey. te Londen.
(Ie Prijs ex aequo „Schoolinaster" tornooi)*. (Ie Prijs ex aequo „Schoolmaster" tornooi).
ws.
ivsrn ma ma .m }
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
-
Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.
2IO
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 317 318 319 320 321 322 323 324325 326 327 328 Totaal.
Vorige score.
J. v. d. Hulst 223 44443 —1 3 — — 3 2 2 2 5l
A. Korst 182 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 2 2 220
A. van Eelde 28 4 — — — 3 3 3 3 3 3 2 2 54
C. T. v. Ham — 4444333 3 3 3 2 2 4 8
E. A. J. A. Modderman. 41 — — — — — •— — — — — — 4l
J. Reyalt 25 — — — 3 3 — 3 2 2 38
A. W. Luijendijk ....49 —• — — — — — — — — — — 49
W. de Bloeme 23 l — — — — — — — ' — — — — 23
I | 1 Tr
A. A. Hoos 11 — | — | — — 1 — — I — — I — — — — 11
Daar er bij eenige oplossers nog twijfel bestaat omtrent den juisten termijn van
inzending, deelen wij alsnog mede dat de oplossingen behooren ingezonden te
worden, uiterlijk veertien dagen na ontvangst van het tijdschrift. Eene eenvou
dige aanwijzing, wanneer het tijdschrift ontvangen werd, is voor ons voldoende.
Pd6 enz. 340 1 LIH, Pf3:; 2. Da2 enz. 1—, Pd7 : ; 2. Td3 enz. 1—, anders; 2.
Tf6f enz. 347. 1. Pf6, Ke5:; 2. Dei enz. 1.—, Kg3, 2. Df5, enz. 1—, Ke3; 2.
Dh3t enz. 348. 1. De7 :, Ke4; 2. Lf4 enz. 1—, Kc6; 2. De8 enz. 1—, anders;
2. Pf6 enz. 349 Twee oplossingen 1. Pf7 (auteurs) en 1. Dh6. 350. 1. Te4, Lc6
speelt; 2. Lb7t, Lc6; 3. De2: enz. t—, anders; 2. De2: enz. of eerder mat. 351.
1. Ld6, Kfs; 2. Dbif, Ke6; 3. Pf4t enz. 1—, —; 2—, Kg4; 3. Pfóf enz. 1—,
—5 2—, d3; 3. Dd3= enz. 1—, Khs:, 2. Dgi, Kh6; 3. L f 8 | enz. 1—, anders;
2. Pg7, 34 of d3; 3. d3 of a 4 enz. 352. 1. Te3, a b 4 : ; 2. Pe4, Kg4, KeóofKes;
3. Pg3, Pd6 of Pc3t enz. 1—, —; 2— anders; 3. TdS, Pg3 of Pdóf enz. 1—,
2. Pe6; 2. Pe6:, Kf6:; 3. Pd8 enz. 1—, ei (P); 2. Pf7, Pe6 of Tf2; 3. Pdóf enz.
of eerder mat.
Probleem-oplossingswedstrijd.
„ . N°-34i 342 343 344 345 346 347 348 349 35° 3Si 352 Totaal.
Vorige score.
A. H. M. Dieperink . . 225 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 2 5 9
J- Hoes 113 — _ — — _ „3
A. van Eelde 89 2 2 2 2 2 — 3 3 3 4 — — n2
J. Reyalt. . _ 65 2 2 2 2 2 3 — — 3 4 — — 8S
C. T. van Ham 48 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 — 4 yg
E. A. J. A. Modderman. 57 — — — — ^
A. A. Hoos 11 — __ _ J J
J. M. v. Starrenburg . . — 2 2 2 2 2 — — 10
H. Beets 6 — — _ 5
De heer Dieperink heeft dus voor de derde maal den prijs, een bewijs welk een
resultaat te verkrijgen is in betrekkelijk korten tijd, als alle krachten worden
212
ingespannen. Wie zullen hem nog volgen? De tijd hiervoor is niet zoo groot
meer, daar volgens besluit van het Hoofdbestuur in het December-nummer de laatste
problemen voor den oplossingswedstrijd zullen komen.
Tot onzen spijt moeten wij tevens in herinnering brengen aan heeren oplossers,
dat alleen uit de gemeente Alkemade brieven met 3 et. gefrankeerd kunnen worden.
Wij hadden gedacht dat dit niet noodig was!
Correspondentie.
H. B. te 'sG. Uw driezet en twee uwer tweezetten hopen wij in de volgende
aflevering te plaatsen. Het overige uwer zending is niet plaatsbaar, zooals u zelf
bij nader inzien zult begrijpen. Geen enkele kunst wordt geleerd of er moet een
handleiding bij. Zulk eene handleiding is in onze taal: H. J. den Hertog, Het
Schaakprobleem. Uitgave van G. B. van Goor Zonen te Gouda. De prijs is
slechts 90 ct.
Probleemcompositie.
4o Het veroveren van aftoch.tseh.aak
Van deze schaakgedachte geldt ongeveer hetzelfde als is gezegd van het ontnemen
van vluchtvelden aan den zwarten koning. De stelling van een dreigend aftocht
schaak is te sterk om den beoordeelaar te kunnen bevredigen, tenzij de afwikkeling
bijzondere verdienste bezit, het dekken van een schaak aan den witten koning, het
matgeven op alle mogelijke velden van het te verzetten stuk, de afwezigheid van
duals en meerdere dergelijke pikanterie. Goede voorbeelden hiervan zijn te vinden
in den Hertog's werkje op bladz. 19 en in de verzameling aan het slot No. 3, 9,
13 en 42. Buitendien bevat elke probleemverzameling nog verschillende voor
beelden, zoodat het niet noodig is hier meer in bijzonderheden te treden.
Is dus een dreigend aftochtschaak in de aanvangsstelling niet aan te bevelen,
tenzij men de een of andere fijne pointe daarin wil verwezenlijken, ook het ver
overen van zulk een stelling is slechts in enkele gevallen als leidend motief goed
te keuren.
Op den eersten zet maakt het altijd een treurigen indruk, als een aftochtstelling
wordt opgebouwd met het dreigend dubbel schaak. Alleen als den zwarten koning
meerdere velden worden vrij gegeven, zooals in het bekende probleem geschiedt,
waarmede Meiners de eerste eervolle vermelding verwierf in het Chakmatny-tornooi,
(in den Hertog's werkje No. 1) of op andere wijze voldoende compensatie wordt
verkregen door de sterke dreiging, zal de indruk door den eersten zet gemaakt
niet zóó slecht zijn, ofschoon het de waarde van het geheel altijd meer verlaagt
dan verhoogt. Natuurlijk gelden dan voor de afwikkeling dezelfde eischen als
voor een aanvangsstelling met dreigend aftochtschaak.
Op den eersten zet niet aan te bevelen, is het veroveren van aftochtschaak op
volgende zetten altijd verrassend, en vindt zijne toepassing even goed bij twee-als
bij meerzetten, zooals nevenstaande problemen mogen bewijzen. Hoe geheimzin
niger dit veroveren geschiedt, hoe meer het probleem in waarde zal stijgen.
213
Mat in 3 zetten
1. Le7.
Binnenland.
WINSCHOTEN. Tusschen de heeren Benima en Tresling is een match begon
" -- — --
sS5r,5=&2»«
214
4 G. Nierman o 4- J- J- R- Moquette i
5 J. H. de Ruwe V» b- D. W. van Rennes Vs
6. C. Oudejans Vs 6. E. L. Olland V»
7. J. v. d. Smit Jr. 1 7- Dr. Court
8 F. A. Franse 1 8. Ramkema
9! Jacob Peet o 9. F. J. E. de Veije
10. J. Pompe o 10. H. J. Daniels 1
II. L. Felix o 11. A. G. Vreeswijk 1
12. A. G. L. Westenberg o 12. Van Wijngaarden 1
Utrecht won dus ook dezen kamp weder, met 7 tegen 5 punten
Als verder Hüversumsch clubnieuws valt nog te melden, dat een match gespeeld
is tusschen de Heeren Jan Peet en P. de Man.
PeetT'n8 MS: °V;rwinnaar is hiJ' die ^erst 5 partijen gewonnen heeft. Uitslag:
D
reet 5, De Man o, Remise 1.
Nu is een match begonnen tusschen Jan Peet en mij. Wie 't eerst 6 partijen
g wonnen heeft, is winner. Remise-partijen gelden niet. Reeds gespeeld zijn 5
partijen. Stand : Peet 3, Vuurmans 2, Remise o." 5
Buitenland.
. PI'Sl. \an g tot 25 October zal alhier een Internationaal Meester
tonen plaats hebben. Inleg / 25,-. Vijf dagen per week wordt gespeeld, van
90 1 en van 4 tot 8 uur. Ieder deelnemer speelt per dag slechts één partij
Wloopig uitgeloofde prijzen: I. Zilveren Victoria-zuil, geschenk van Z. M den
Koning, of ƒ 1250; II. ƒ 1000; III. ƒ 750; IV. / 500; V. ƒ 300; VI. ƒ 200
volgende meesters zullen waarschijnlijk aan den wedstrijd deelnemen : Tschi-
g°nü' wT' ChTUSek' Mak°vetz, Maroczy, Dr. Noa, Marco, Schlechter, Dr. Tar-
J
rasch, Walbrodt, Janowski, Pillsbury, Winawer en von Popiel. Engeland schijnt
dus niet vertegenwoordigd te zullen worden.
J )
T
CS 14. Dd4:') Tfe8 25. f3 Th2:
t Pb?' /hïT '5- Le3 Te4 26. D C7 Thif
6 h M 16. Dd3 Tae8 27. Kf2 D h4f
r t ï ' } I 7 ' T f d l h 6 28. D g > ) D g J t
3
7. Lb5n Ld7 g g ;+
l8. a30 ng4 29.Kg Td
") Men heeft dezen zet van Dr. Tarrasch nog niet voldoende theoretisch onder
zocht.
b) Wit heeft gespeeld op het isoleeren van den d-pion, wat hem ten slotte gelukt.
Na 6—( ed5: kan Wit met Le2 en Pf3 zijn spel verder ontwikkelen.
c) d e ó d a n 7—, Lf2
d) Zwart is nu wel wat beter ontwikkeld, maar zijn d-pion is geïsoleerd.
e) Beter: Pd4: Nu krijgt Zwart spoedig het beste spel.
^ Wit heeft geen tijd, om iets op den Dame-vleugel te beginnen. Hij had
veeleer bedacht moeten zijn op versterking van zijn koningsvleugel. 18. Ld4 kwam
in aanmerking.
s) Nog kwam Ld4 benevens Tei in aanmerking.
h) Het is niet te begrijpen, hoe een meester als Steinitz op den b-pion kan
gaan jacht maken, terwijl het er op den koningsvleugel zoo slecht voor hem uitziet.
') h3 was de zet. (23. h3, g4 24. hg4: Tg4: 25. Pei). Zie diagram.
J) Met dit Looper-offer beslist Zwart de partij in zijn voordeel. De zet ligt
echter zeer voor de hand. „Als er donder in de lucht zit", zegt Gunsberg in
„Daily News", „kan men elk oogenblik een bliksemstraal verwachten".
k) 28. Ke2?, dan Tdi: 29. Tdi:, d4 en wint.
') Het is te begrijpen, dat Wit nog niet opgeeft: er zit nog spel in de partij;
maar het is duidelijk, dat Zwart bij zorgvuldige behandeling van het eindspel
winnen moet.
210
') Op deze wijze ziet men o. a. Bird en Blackburne menigmaal het Giuoco
Piano voortzetten.
b) Deze pion kan eventueel den b-pion moeten steunen; daarom is as minder
goed. In aanmerking kwam 8. Le3.
c) Er dreigde: d6—d5.
d) Hier kwam Df6 sterk in aanmerking.
') Wit heeft nu ongetwijfeld het beste spel.
f) Met de dreiging : Ph3 f.
s) Nu kan Zwart wegens het dreigende Tf7 het schaak niet geven.
h) Houdt den Toren vast (25. Td7 Dg4!).
') De inleiding tot eene prachtige combinatie.
j) Dreigt: Pf7 f, Kg8 29. Pd6 f.
k) Zie diagram. Zeer sterk lijkt hier: Td7—f7, welke zet echter wordt gepa
reerd door 28 —, P8g6 29. Tf6 : gf6 : 30. Pf7 f, Kg7 enz.
220
') Er dreigde: 29. Tf6 gf6 : 30. Dh7 : PI17 : 31. Th7 : 4; of 29—, Dd7 :
30. Tf8 : f, benevens 31. DI17 : +.
m) Iets beter was Dd7 :
") De eenige zet! 30—, Pf8, dan 31. De4, Db8 32. Tf4 : en wint.
°) 31- Tf6 : ? zou Zwart door Dg4 het stuk terug winnen.
p) Natuurlijk niet Pf4 X e6 wegens 33. Dg6 :
«) Hier kon Wit door Tf8 f de Dame winnen, maar de zet in den tekst is veel
sterker. Zwart heeft geen zet meer. De slotpositie geven wij op een tweede diagram.
No. 351. Gespeeld den 22sten Juli 1896.
Wit: Janowski. Zwart: Pillsbury.
Spaansclie Partij.
1. e4 e5 20. P e7 :f L e7k) 39. L c8: Tc8:
2. P f3 P c6 21. D113') d5 40. Dbs: T c6
3. L bs P f6 22. P h5 g6 41. Dd3 T d8
4. o—o P e4: 23. D C3 K f7 42. f4 d4
5. Tei") P d6 24. D g7t K e8 43. 1) 04 d3
6. P e5: L e^ 25. P f6-j-?m) L 16 : 44. a6 Kb6
7. L d3 P b4b) 26. L f6: T f7 45. a4 Ka7
8. L fi o—o 27. Dg8f T f8 46. f5?q) T 8d6
9. P C3 P f50) 28. D h7 :") T f6: 47. K g3 T 07
10. a3 P c6 29. h4 b5 48. K f3 T d4
11. P ds! Les 30. Dg7°) T e6 49. D b5 04
12. P d3 ! L d6 31. L d3 Kd8 50. Das 1*4^7
13. Dg4''1) P fd4e) 32. Kh2 as 51. D 03') Ka6:
14- t>4 f5f) 33. hs gfis : 52. K f4 T f7
15. DI15 P C2: 34. L f5 : T d6 53. Db48) T fd7')
16. Lb2 P ai : 35. bas:?!") 05 54. D C3 T f7
17. L ai : P e7K) 36. D f8f K 07 55. D b4 T fd7
18. P 3<4 c6h) 37. D e7t K c6 Remise.
19. T e7 : !') D e^ :') 38. D eSf K 07
Stand der partij na den I8den zet van Zwart. Stand der partij na den 45sten zet van Zwart.
221
21 PffiA Tfy4 '' rd5T 21 LdS Kh8 22' Lf? benevens LS6- a) T9—, g6 20. Dh6, Tf7
21. Pfój, Tf6 ; 22. I,c4t, Kh8 23. Te8f, De8: 24. Lfö: ± b) t9-, bS, 20. LbS •
2i- Lc4, Kh8 22. Dh6, Tg8 23. Pf6 en wint.
') Schitterend! Zie diagram.
') De eenige zet! Op t9-, Le7 : volgt 20. Lc4, Tf7 (cd5: 21. Ld5 :f, Tf7 22.
7len °P en V0,Senden zet) P«t, Lf6: 22. Df7:t, Kh8 23.Lf6- gf6-
24. Phs en 25. + ® '
JJ'f he6ft. "U ^ame en Paard ^gen beide Torens, en moest dus door dit
materieel overwicht alleen reeds winnen. Bovendien echter heeft hij nog over
verschillende matcombinaties te beschikken.
wa't ÏÏ J\n0WSki Bar,°n V°n R(,thschild de keus der schoonste partij heel
wat gemakkelijker kunnen maken door als volgt te spelen: 21. Lc4t, dS 22 Pd.-
l"5:^hV! f' ^ 2S' Lf6:' §f6: 26' L«6" Tarras^
) Jammer. Wit had als volgt gemakkelijk kunnen winnen: 25. Lf6 I c16 26
2 ^ dC Partij n°g Winnen wil> moet hij den Looper wel opgeven
Hier kwam sterk in aanmerking: 30. h5, ghS: 31. Le2 enz.
) „ Hiermee geeft Wit de tegenpartij gelegenheid, een zijner midden-pionnen vrij te
maken. Met 35 Dh8+ en 36. DhS : kon Wit twee verbonden vrij-pi'onnen krZ
w_aartegen moeilijk iets zu erfinden" was. („Was wol.en Sie Tgegen erin,'
, ~ geWeuSeld woord van Marco. Red) Met 35. Lg6 en opspelen van den f-pion
was de partij waarschijnlijk voor Wit nog veel sneller te winnen. Intusschen -eett
" den tekst de Wlnst n°g altÜd ^et geheel uit de hand." (Dr Tarrasch )
J) Zu diagram. „Als Wit nu in plaats van dezen zet zijn Koning naar h en
dl\Cee,on°d n da" f Zij" f)i0"nendekkene" gelijkertijd de aanvallen
der Dame op de b-hjn pareeren ? Na den zet in den tekst schijnt de partij werke
lijk remise te zijn." (Dr. Tarrasch.) 1 J
c c
) 4" 3 moet verhinderd worden.
") 53- Kg5, dan Tcs en op 53. f6 volgt Tc6.
') Dreigt wederom ci. ,TW ,, ,
( Wordt z>crvolgd)
15
222
Maroczy (Wit).
Maroczy speelde: 26. dc7 had echter de volgende schitterende voortzetting
tot zijn beschikking :
2 6 . Pfóf!, gf6: 2 7 . Lf6hs (De6 28. Df4 en wint) 2 8 . Df4, Pe6 29. Dh6 en wint.
(Stratégie.)
Verder had zij uitgeloofd: een prijs van ƒ 10 voor den Leidenaar, die naar ver
houding de meeste punten zou behalen. (In de eerste klasse behaalde punten
zouden hierbij dubbel tellen). Deze prijs werd na een „Stichpartie" met den Heer
Markx toegekend aan den Heer H. Gouwentak.
Twee „brilliancy "-prijzen ( f 15 voor de eerste en ƒ 10 voor de tweede klasse)
werden door de commissie, na ingewonnen advies van Jhr. D. van Foreest, toege
kend aan de Heeren Moquette (voor zijne partij met den Heer H. Gouwentak) en
R. van Dam (voor zijne partij met den Heer Roodenburg.)
Voor eerstgenoemde partij zie men de rubriek: „Verschillende partijen" in
dit nummer; de tweede laten we hier volgen:
No. 352. Gespeeld in ile 2e klasse van den grooten Bondswedstrijd te Leiden, 28 Juli 1896.
{„Brilliancy" -prijs.)
Wit: R van Dam. Zwart: N. Roodenburg
Kieseritzky-gauibiet.
t. e2 e4 e7 e5 8. P e5 — d3 D d8 — e7
2. f2 — f4 es X f4 9. P bi — C3 f7 _ f5
3 - P g t — f3 »7 — gS 10. Pd3xf4 Th8—h7
4. h2 —114 gS—g4 11. Pf4 —d5 De7 —g7
5- p f3 — e5 '17 — h5 12. Lei—g5! Pb8 —d7??
6. Lfi — C4 Pg8 — h6 13. P d5 x C7+
7. d2—• d4 d7—d6
Wij mogen, dunkt ons, niet nalaten, over te nemen wat Jhr. D. van Foreest
naar aanleiding van deze partijen schreef, nadat hij zich met de beslissing der
commissie had vereenigd.
„Was mij echter opgedragen, de vraag te overwegen, of een of meer der toege
zonden partijen bij eventueele uitloving van een „brilliancy"-prijs daarvoor in aan
merking kwamen, m. a. w. had uwe commissie geen prijzen reeds beschikbaar
gesteld, dan zou ik werkelijk in de ie klasse geen enkele partij daarvoor geschikt
achten.
Neem ik bijv. eens de jaarboekjes v. d. Ned. Schaakbond van 1880—1890 ter
hand, dan zou 't mij voor ieder jaar niet moeilijk vallen een of meer goed
gespeelde partijen uit te zoeken, met briljante combinaties, offers of valstrikken
wel niet altijd zuiver correct, maar toch mooi en door den uitslag gerechtvaardigd!
Dat wordt langzamerhand bij onze jaariijkscbe wedstrijden niet meer of zelden
gevonden, m. i. wel daarom, omdat men beter (correcter) speelt dan vroeger en
niets meer waagt. En aangezien ons land helaas nog geen spelers als Tschigorin
of Janowski heeft voortgebracht, geen meesters ie klasse dus met de stoute en
geniale speelwijze van die heeren, zal 't er voorloopig wel niet beter op worden
Wat de 2e klasse betreft, daar het gehalte dier partijen natuurlijk beneden dat
van de ie klasse moet staan en werkelijk ook staat, zoo mag men daar spoediger
tevreden zijn en zoo is een partij als no. 1 zeker den prijs waard."
Wij besluiten met nogmaals hulde te brengen aan de Leidsche commissie voor
haar krachtig initiatief. R^D
224
Boekbeoordeeling.
DAS INTERNATIONALE SCHACHTURNIER ZU HASTINGS, IM AUGUST-SEP-
TEMBER 1895.
Sammlung samtlicher Partieen. mit ausführlichen Anmerkungen herausgegeben von
E SCHALLOPP (Mit dem Bildnis der Sieger ) — Leipzig, Veit & Comp 1896.—
Preis 7 M 50 Pf.
Nu door de gansche schaakwereld de belangwekkende partijen van Neurenberg de
ronde doen en intusschen reeds door eiken vurigen liefhebber met ongeduld wordt
uitgezien naar het vele schoone, dat ongetwijfeld het tornooi te Boeda-Pest weer ople
veren zal, komt het boek, waarvan we hier boven den titel afschreven, de herinnering
verlevendigen aan den titanenkamp te Hastings van het vorige jaar. Dit kunnen ern
stige vrienden van ons koninklijk spel niet anders dan zeer op prijs stellen, vooral
waar dat in herinnering brengen op zulk eene voortreffelijke wijze geschiedt als in dit
vijfde Kongresboek van Schallopp's hand.
Het is een duur, maar een heel mooi boek, een literaire schat als er wellicht op
schaakgebied geen tweede valt aan te wijzen.
In het eerste deel van het werk (52 blz) brengt de auteur achtereenvolgens ter
sprake: de voorbereiding van het Kongres, de deelnemers aan het Meestertornooi, het
verloop van dien wedstrijd, het »Minor Tournament" of Hauptturnier", de niet aan
wedstrijdspel gewijde bijeenkomsten der deelnemers; geeft dan een «terugblik" en ein
delijk de fraai uitgevoerde portretten van Pillsbury, Tschigorin, Lasker, Dr. Tarrasch
en dit viertal — Tarrasch + Steinitz aan het schaakbord, op het zeer zeker interes
sante moment, dat de ex-champion heelt te kiezen tusschen het aannemen of weigeren
van een door Tschigorin aangeboden Evans-gainbiet. Deze portretten gaan van bio-
graphische aanteekeningen vergezeld.
Dan volgt het hoofddeel van het werk (blz. 53—317): de partijen van het meester
tornooi, telkens de elf van ééne ronde bijeen, door mooie, duidelijke diagrammen
geïllustreerd. De annotatie is in één woord voortreffelijk. Behalve zijne eigene opmer
kingen geeft de schrijver al 'wat hij in tal van schaakperiodieken belangrijks vond, en
tevens de voornaamste der aanteekeningen, waarvan de partijen in het Engelsche Kon
gresboek (samengesteld door H. F. Cheshire, uitgegeven door de firma Chatto & Win-
dus, te Londen) zijn voorzien. 1) Dat op deze wijze een uitstekend geheel moest ont
staan. behoeft geen nader betoog. Eene proeve van bewerking geven wij in deze
aflevering onder de rubriek «Verschillende partijen."
Het derde deel is een heel klein deel: het bevat slechts de consultatiepartij: Black-
burne en Pillsbury versus Schififers en Tschigorin, die den i5en Augustus 1895 gespeeld
werd in den namiddag, volgende op de soiree, 2) aangeboden door den Heer Horace
Chapman en zijne dóchter.
Het vierde deel is gewijd aan de partijen van het «Hauptturnier", die er echter lang
niet alle in voorkomen. Het Engelsche boek geeft slechts de partij Owen-Maroczy en
meer dan de zeven andere in Schallopp's werk opgenomen partijen kon de auteur in de
1) Deze aanteekeningen werden op verzoek der uitgeversfirma geschreven door twaalf deelnemers aan het tornooi:
Pillsbury, Lasker, Dr. Tarrasch, Steinitz, Schiffers, Teichmann, von Bardeleben, Blackburne, Gunsberg, Tinsley, Mason
en Albin, met dien verstande echter, dat geen der meesters een door hem zelf gespeelde partij te beoordeelen kreeg.
Zou deze schikking in elk opzicht verstandig te noemen zijn ?
2) Heel leuk besluit Schallopp uit deze aan het Engelsche boek ontleende mededeeling, dat men te Hastings in de
morgenuren //soirées" schijnt te geven.
225
schaakbladen niet vinden. Hoe Schallopp zijn best heeft gedaan volledig te zijn, bewijst
ons partij No. 238: Marriott—Loman, waarin hij tusschen de opening en de stelling,
die Loman op een diagram in den «Amsterdammer" gaf, 9 zetten van Wit en Zwart
heeft gevoegd, die »auf Vermutung beruhen."
Dan komt nog een vrije partij: Bird-Maroczy, door laatstgenoemde gewonnen, en
last not least een10 bladzijden sterk Overzicht der spelopeningen, bestemd voor hem,
»der die Spielweisen der Hastings-Manner zum Gegenstand theoretischer Untersuchun-
gen machen will" Dit overzicht is een meesterstuk van minutieus werk !
Wij bevelen dit boek ten zeerste aan.
Moge een flink debiet den schrijver getuigen van de groote belangstelling der
gansche schaakwereld in dezen zijnen omvangrijken en degelijken arbeid !
3 0 Sept. 1 8 9 6 . H. j d. H.
Verschillende partijen
No. 353. Gespeeld in den grooten Bondswedstrijd te Leiden, den 27sten Juli 1896.
Wit: Jhr. A. E van Foreest. Zwart: D. Bleykmans.
Giuoco ïtiaiio.
1. e2 — e4 e7 — e5 13. L c4 X e6 f7 X e6
2. P gl — f3 P b8 — c6 t 14. P g3 — li5
3. L fl — c4 L f8 — c5 Zeer in aanmerking kwam c-t of Ph2.
4. d2 — d3 P g8 — f6 14. ... K e8 — d7 ?
Door dezen zet en zijn vervolg belem
5. P bl — c3 h7 — h6
mert Zwart zijn eigen ontwikkeling, zonder
6. L cl — e3 L c5 — b6 te kunnen beletten, dat it, een winnende
7. 0— 0 d7 — d6 positie krijgt. Zwart had echter zonder
No. 354. Gespeeld op den grooten Bondswedstrijd te Leiden, den 29sten Juli 1896
Wit: J. J. R Moquette. Zwart. H Gouwentak
(iiiim-o Piann.
1. e2 — e4 e7 — e5 18. P e5 X g6f !
2. P gl — f3 P b8 — c6 Een zeer goede voortzetting! Het offer
3. L fl — c4 L f8 — c5 is reeds daarom correct, dat het drie pion
nen voor den officier oplevert bij goede
4. c2 — c3 P g8 — f6
positie. Zie diagram.
5. d2 — d4 e5 X d4
18. . . . h7 X g 6
6. c3 X d4 L c5 — b4 -j-
19. T el X e8 f Kf8 X e8
7. L cl — d2 L b4 X d2 f S t a n d d e r partij n a den 17den z e t van Z w a r t .
8. P bl X d2 d7 —dö I — .
9. e4 X do P f6 X d5
10. D dl — b3 p c6 — a5 ?
Pce7 is hier de zet.
11. D b3— a4 f P a,5 —c6
Op c6 zou volgen 13. Ld5: Dd5: 13.
0 0 Le6 14. Ifcl b6 15. bt en wint
den c-pion.
12. P f 3 — e5 0 — 0!
13. P d2— f3
Op Pc6: zou volgen: De8f 14. Kfl
(Le2 Pf4) bc6: enz.
13. . . . T f8 — e8
14. 0 — 0! D d8 —d6 20. D c2 X g6 f K e8 — d7 ?
Onjuist ware Pd4: wegens 15. Ld5: Hierdoor wint Wit dadelijk zijn officier
m -.j- 1 6 . P f 3 e n z . terug. Toch zou ook na Kf8 (!) Wit ge
15. T al —dl f7 — f6? wonnen hebben. Bijv. 21. I)h6 f Kg8
Zeei slecht! Het beste ware Le6 geweest, (gaat de K. elders, dan volgt later altijd
gevolgd door Tad8. een schaak op g8 of h5 en wordt Pd 5
16. T fl — el 1 door Wit gewonnen) 23. Pg5 fg5: (Le6
Het juiste antwoord ! Zwart kan nu niets 23. I)h7 Kf8 24. Pe6: De6: 25. Dh8 f
nemen. en wint, of 32. . . . Bd8 33. Dg6 f KfS
16. . . . K g 8 —f8 24. Tel Le6 25. Te6 : en wint) 23. Dg5 : f
Beter ware nog steeds Ld7 of Le6 Kh8 24. Ld5: Ld7 25. Td3 en wint.
17. D a4 — c2 g7 — g6 21. D g 6 — f5 f Dd6 — e6
Op Pdb4 zou volgen 18. I)h7 : feó : ] 9 .
HhSf Ke7 20.. Dg7 : Kd8 31. deö:, op 22. Df5Xd5f De6Xd5
17. - . h6 zou Wit vervolgen met 18. ])h7, 23. L c4 X d5 P c6 — b4
dreigend Pf3 — h4 — g6; 17. . . Kg8 24. Ld5—b3 Kd7—d6
ware zeker nog het beste om oogenblikke- Zwart is twee pionnen ten achter en
lijk nadeel te ontsraan.
heeft dus een hopeloos spel. Ook het ver-
228
No. 355. Gespeeld in ile 10de ronde van het Meestertornooi te Hastings, Zaterdag 17 Augustus 1895.
(Vertaald uit: „Das Internationale Sehachturnier zu Hastings,
von E. Schallopp").
Wit: Steinitz. Zwart: Von Bardeleben.
Giuoco piano.
1. e2 — e4 e7 — e5 bc3 :, Lc3: 11. Lf7 :f, Kf8 12.Db3, Lal:
13. La3|, Pe7 14. Tel, of 9—, Lc3:10.
2. P gl — f3 P b8 — c6 bc3:, Pc3: 11. Db3 een overwegenden
3. L fl — c4 L f8 — c5 aanval krijgt. Iets beter dan de tekstzet
4. c2 — c3 P g8 — f6 was wellicht Lc3 : 10. bc3 :, 0—0 ; maar
Wit zou dan toch, vooral met 'toog op
5. d2 — d4 e5 X d4
zijn beide Loopers, een heel goed spel
6. c3 X d4 L c5 — b4f houden.
7. P bl — c3 10. L cl — g5
Voor het hiermee verbonden pion-offer
Steinitz speelt deze partij in zijn van
koestert Steinitz een zekere voorliefde;
ouds bekenden krachtigen stijl.
terecht? — dat is zeer de vraag. De
gewone voortzetting 7. Ld2 leidt tot ge 10. . . . L b4 — e7
lijk spel. Op Dd7 volgt 11. Ldó :, Ld5 : 12.
7. . . . d7 — d5 Telf, en Wit wint na Le7 13. Pd5 :
zelfs nog een tempo.
Beter: Pe4 : 8. 0—0, Lc3 : 9. bc3 :,
d5, zooals in de partij Steinitz—Schlechter 11. Lc4 X d5 L e6 X d5
geschiedde. 12. Pc3 X d5 Dd8 X d5
8. e4 X d5 P f6 X d5 13. Lg5 X e7 P c6 X e7
9. 0— 0 L c8 — e6 Neemt de Koning, dan kan volgen :
Het is duidelijk, dat Wit bij l'c3 : 10. 14. Tel, The8 15. Tc5, Dd6 16. Del,
229
22. Tel X e7 f ! !
liene schitterende slotcombinatie, zoo
prachtig, als er niet dikwijls een is voor
gekomen. («De leeuw ontwaakt," zegt de
"Deutsche Schachzeitung.") Een gewoon
sterveling zou met 22. I'h7 : tevreden ge
weest zijn, welke zet evenzeer voldoende
ware geweest en er ook brillant genoeg
had uitgezien; maar Steinitz speelt hier
eene onsterfelijke partij.
22. ... K e8 — f8
Bij De7: blijft Wit met 23. Tc8 : t in
't voordeel; evenzoo bij Ke7: met 23.
17. • . . c6 X dö
Tel f, Kd6 24. Db41, K.c7 25. Pe6 f,
De «Deutsche Schachzeitung" stelt iu
Kb8 26. Df4 f enz.
plaats van dezen zet Kt7 voor ; ook dan
echter behoudt Wit na 18. dc6 Pc6 :
23. T e7 — f7 f
Hoogst interessant is het, dat ook Wit
19. Tcdl een overwegenden aanval.
de zwarte Dame niet mag nemen.
18. Pf3 —d4 Ke8 —f7 23. . . . K f8 — g8
23°
Indien nu de Dame den Toren neemt, Gaat de Koniug naar f8, dan volgt 25.
is na 24. Tc8: f, Tc8: 25. Dc8: f, Ph7 : t, Kg7 : 26. Dd7 : t enz.
De8 26. Ph7 : f heneveus Damenul en 25. T g7 X h7 f
verovering der pionnen f6 en d5 alle hoop Zwart gaf hier, door weg te gaan en niet
voor Zwart vervlogen. terug te komen, de partij op; Steiuitz had
24. T f7 — g7 f de volgende voortzetting klaar: 25—, Kg8
26. Tg71> Kh8 27. Dh4 f, Kg7: 28,
De voortdurende vervolging van den
Dh7 t, Kf8 29. Dh8 f, Ke7 30. I)g7 f.
zwarten koning is hoogst vermakelijk.
Ke8 ! 81. Dg8 f, Ke7 32. Df7 f, Kd8 33.
24. . . . K~t>8 — I18 ! I)f8 De8 34. Pf7 t, Kd7 35. Dd6 +
Laatste berichten.
ARNHp;M. Het schaakleven, dat hier ter stede langen tijd had gesluimerd, is
door de oprichting, nu vijf jaar geleden, van de „Arnhemsche Schaakvereeniging,"
weder opgewekt en gaandeweg zelfs vrij krachtdadig geworden. Er kwam, dank
zij het goede voorbeeld van gezegde Vereeniging, onder de jongelieden van gym
nasium en hoogere burgerschool ambitie voor het schoone spel. De club „Van
Lennep" werd opgericht; wedstrijden werden georganiseerd; nu en dan traden
vermaarde schakers van elders op — in 't kort, er waren teekenen van veelbe-
lovenden bloei.
Die bloei leidde inderdaad tot nieuwe vruchtzetting; er is weder een club tot
stand gekomen, „Schaakmat" is haar naam, en deze heeft hare leden voornamelijk
onder de jongelieden van den werkenden stand weten aan te werven.
Wij wijzen alvast op dit verblijdende verschijnsel, in de verwachting, dat zij,
die den lust in het schaken op eenigerlei wijs kunnen bevorderen, daarmede niet
zullen dralen. Het is nu de goede tijd.
(„Arnhemsche Courant.")
PRIJZEN.
iste klasse.
iste prijs: groote zilveren medaille, vereerd door H. M. Koningin Wilhelmina
benevens ter tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten eene waarde van f 40'
2de prijs: verguld zilveren medaille, aangeboden door de feestvierende vereeniging
benevens een prijs ter waarde van ƒ 20. .
3de prijs: zilveren medaille, aangeboden als voren,
benevens een prijs ter waarde van f 10.
2de klasse.
iste prijs: groote bronzen medaille, vereerd door H. M. de Koningin -Regentes
benevens ter tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten eene waarde van f 20.
2 d e prijs: zilveren medaille, aangeboden door de feestvierende vereeniging
benevens een prijs ter waarde van / 15.
3de prijs: zilveren medaille, aangeboden als voren,
benevens een prijs ter waarde van ƒ 10.
4de prijs: een prijs ter waarde van f 7.50.
5de prijs: een prijs ter waarde van ƒ 5.00.
Door de vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer wordt verder
aangeboden voor de iste klasse eene verguld zilveren medaille voor een der zes
en voor de 2de klasse een verguld zilveren medaille voor een der tien beste spelers
die de grootste reis heeft moeten maken. '
De vereeniging behoudt zich het recht voor, de prijzen eventueel te vermeerderen
De sluiting van aangifte, oorspronkelijk vastgesteld op 7 November, blijft tot «
Ivovember geopend.
De inleg blijft voor de iste klasse bepaald op ƒ 3 en voor de 2de klasse op
"w J aangifte moet deze inleg worden ingezonden aan den heer dr N
Westendorp Boerma, Zuiderpark te Groningen.
De regehngscommissie voor den wedstrijd regelt verder alles wat daarop betrek
king heeft na sluiting der aangifte. Elke klasse speelt groepsgewijze.
Voor belangstellenden (geen medespelers) zijn een beperkt getal doorloopende
kaarten op naam beschikbaar gesteld & f 1, welke op aanvraag worden toegezonden.
oor verdere inlichtingen wende men zich tot den heer J. P. Runsink voorz
van het uitvoerend comité.
* *
*
|
Gewonnen. I
Tschigorin. I
Schlechter. I
v. Popiel. I
Charousek. I
Pillsbury. |
Walbrodt. i
Maroczy. i
Verloren.
Tarrasch.
Winawer.
Janowski.
Marco.
Albin.
Noa.
NAMEN.
Janowski 1 — V2 1 Vs [ 00 3 3
Marco 1 1/2 — o o Vs o 2 4
Maroczy 10 — o 1,5 1 1 o 3 "s 3V2
Dr. Noa 00 — o </s o o Vs S"s
Pillsbury o 1/2 1 1 1 — 1 V s 5 2
v. Popiel 00 o — o o 7 o o o
Schlechter . . . . o '/s Vs Vs — Va 133
Dr. Tarrasch ... 1/2 o 1 Vs — o 2 3
Tschigorin . . . . o 1 1 '2 t | — x 4 i/a 1 l/a
Walbrodt 1 "2 o 1 1 ; I 0 — 31/» 2^s
Winawer ! 1 1 1 1 1 j o j 1 — 6 1
Correspondentie
J. v. d. Linden, te Alfen a/d Rijn. — De wenschelijkheid, om de partij V. A. S.
— Elberfeld geanalyseerd in het Tijdschrift op te nemen, is reeds sinds lang door
de Redactie erkend. De uitvoering van het plan moet echter nog eenigen tijd
worden uitgesteld, daar het Amsterdamsche comité de annotatie van het Elber-
feldsche nog wachtende is.
J. Hoes, te Rotterdam. — Zooals U ziet, is reeds in deze aflevering aan uw
verlangen voldaan. Dank voor mededeelingen. Als U soms interessante club
partijen tot uw beschikking hebt, houden wij ons zeer aanbevolen. Aan alle inzenders
Tan berichten enz. — Verzoeke, het papier slechts aan één kant te beschrijven.
4e Jaargang. N°. 11.
November 1896.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDEIILANDSCHEN SCHAAKBOND.
"'W'TT V 'n' DEN N' S': Dr' A' VAN RlIIJN' Voorzitter; H.J. DEN HERTOG , Onder-Voorzitter;
. TL. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H DEELMAN
REDlcTT718wnT^triëel; H' D' B' MEIJEB' O^ersohe Kade 37, Amsterdam, Secretaris.'
' a/ T HERTOO, Marnixkade 43, Amsterdam (waarnemend hoofdredacteur)-
Mr. J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.
Bondszaken.
Bericht aan al onze lezers
Hun, die in 't bezit wenschen te komen van een bandje voor den jaargang 1806
wordt verzocht, vóór i Januari a. s. f 0.45 per postwissel of in postzegels te zen
den aan den Bondssecretaris, die zich dan in den loop der maand Januari belast
met de franco toezending.
Nieuwe leden.
Jhr. H. A. van Karnebeek, Utrecht. E. N. Scheltema, Haarlem
Ds. J. Mouthaan, Bergeyk. G. C. Bar, Heidelberg, Transvaal.
F. van der Steen, Leiden. C. van Dorp, Rotterdam.
Lr. van Egmond, Oudshoorn. A Th Wulfrait
W . v K g m o n d , P. M. van Alfèn a/d Rijn.
* * US' h G. J. Scheffeler Klots, „
b. Kamstra, Leeuwarden. j Swart
J. w. Croes, Arnhem. B. Leussen, Leiden.
H. J. Keyser, 's Gravenhage, A. Verhoef, Rotterdam.
Hans Hartung, Rotterdam.
16
234
-r
--k-w' - « — « « "
warm geschaakf6^?3Ïi'i 660 ^ SC'lakerS (ik n0em Seen naam) had zich zoo
^r^5£=HSS=S
ïS3---att?sB
eemaakf ''* i^0 geSChiedde" ZeIfs in den ^ein werd nog een vluggertje
g aakt, zeer ten nadeele van ondergetekende, maar ten voordeele van den Bon I
want, begaan met mijn nederlaag, waaronder ik zeer gebuktling troostt! e^'
myner tegenstanders mij, door in plaats van AfdeelingsHd, Rechtsfreeksch Hd te
W°Schake ;eeds Rechtstreeksch «ijnde, liet mij eens opsteken,
chakers zijn edelmoedig. En hiermede eindig ik het verslap- vin A*
mii° d"°k b""ig",de "" "" dednenlers '<»' hunne wXillTdé
DE BONDSSECRETARIS.
Ingezonden stuk.
Zondag i November was ook voor de jonge vereenieino- U ...
•JS. ™ d - wd bm "•» *«
- : • « — rn . -
Problemen.
liedacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No 377. J. van Beek, *No. 378. H Beets,
te Naaldwijk. te 's Gravenhage.
mm -<zrn. I
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
I)b4 enz. 358. i . Df6 enz. 359. i . Lg2, Kd4; 2. Tc4f enz.; 1—, Phs speelt; 2.
d4 enz.; 1.—, Pai speelt; 2. Tc4 enz. 360. 1. Th6, K speelt; 2. Pf7f enz.; 1.—,
anders, 2. Le6| enz. 361. 1. Da7, Ta7:; 2. Tg4 enz.; 1.—, T d 3 ; 2. Df7f enz.;
t. , p e 4 ; 2. Df3 enz.; 1.—, Pb6 of CS; 2. Daif enz.; 1 — , anders, 2. Df2| enz.
of eerder mat. 362 1. Pd8, PC5 of es; 2. Dhif enz.; 1—, eds : ; 2. Lf2 enz. 1.—,
anders; 2. Pe6: of eerder mat. 363. 1. Df8, Tf8:; 2. Pas enz.; 1.—, Lf8:; 2. Pd8
enz.; 1.—, Kd6:; 2. De7: enz.; 1.—, anders; 2. Tast enz. 364. 1. Pfs, Ke6;
2. Db7 enz.; 1.—, Ke4; 2. Dd4f enz; 1.—, Kc6; 2. Pb4f enz. 1.—, anders; 2.
Db7(t) enz.
Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 3 5 3 3 5 4 355 356 357 358 359 360 361 362 3 6 3 364 Totaal.
Vorige score.
J. V. Beek 223 2 2 2 2 2 2 ! 3 3 3 3 3 3 253
H. Mendes da Costa. . 2 1 8 2 2 2 2 j 2 2 j 3 3 3 3 3 3 248
Joh. N. M. v. d. Elft . 1 9 5 2 2 2 2 2 2 — 3 3 — — 3 216
A. Okkinga 164 2 2 2 2 2 2 3 3 — 3 3 3 191
A. van Eelde 112222222333333 142
J. Reyalt 85 2 2 2 2 2 2 — 3 3 — — 3 106
H. Strick v. Linschoten. 5 4 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 8 4
J. v. d. Hulst 51 2 2 2 2 2 2 3 3 — — — 3 72
A. Korst 34 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 64
E. A. J. A. Modderman. 5 7 — — — — — — — — — — — — 57
A. W. Luijendijk . . . . 4 9 — — — — — — — — — — — — 49
A. H. M. Dieperink .. — 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3°
W. de Bloeme 23 — — — — — — — — — — '— 23
J. M. van Starrenburg. 1 0 2 2 2 2 2 2 — — — — — — 22
A. A. Hoos ix — — — — — — — — ; — — — 11
Probleemcompositie.
5o. Het Offer.
Dit is een der meest gebruikte schaakgedachten. Zeer uitvoerig handelt M. Lange
over het offer in zijn vroeger reeds aangehaald werk: Handbuch der Schachaufgaben,
en zóo voortreffelijk zet hij de verschillende offercombinaties uiteen, dat wij
meenden, vooral omdat niet iedereen in het bezit is van dit werk, ons eenigszins
te moeten houden aan hetgeen hij daar heeft samengebracht. Eenigszins, want om
er een vertaling van te geven, is het werk deels te breed opgezet voor ons doel,
239
Het probleem van Valle geeft ons in zijn eersten zet een schoone combinatie
van offers. Neemt c7 het paard, dan wordt de pion onttrokken aan de verdediging
en het mat door de dame op b8 mogelijk. Neemt de looper, dan wordt deze aan
de verdediging onttrokken, zoodat dan de toren Lc6 kan dekken en het paard
op f7 mat kan geven. Het probleem van Dobrusky stelt in zijn tweeden zet zoo
eenvoudig mogelijk de door een offer in werking gestelde figuur voor. Na Kbs
toch volgt Dc6, en na T X D wordt de looper ontbloot en het mat door Ta5
mogelijk.
2°. Het offer verspert den zwarten koning een vluchtveld. In de praktische
partij is hiervan het beste voorbeeld het verstikt mat door het paard. Gewoonlijk
gaat dit versperren samen met het drijven van den koning, maar ook komt het
zonder dit voor, zooals onderstaande voorbeelden mogen bewijzen.
S. A. Sörensen te Kopenhagen. J. Pospisil te Praag.
in d zetren. 3 zetterli
1' Ph4- 1. De6.
wordt gelaten, of hij met den toren of met den koning wil nemen. In het eerste
geval treedt versperring op. in het tweede het drijven.
Het offer in het tweede probleem is niet geheel volkomen, omdat den zwarten
koning daardoor het veld es wordt ontnomen. Toch namen wij het op, omdat
het ons tevens een andere zijde van het offer leert n.1.: een indirect versperren
(na I) x D, 2 Tdi) van veld e6, terwijl Dg4 ophoudt het veld di te dekken. Na
Les vermeerdert nog een offer der dame op d7, om de dame van di af te trekken,
den inhoud van het probleem.
H e t v r a a g s t u k d e r a c h t Koninginnen.
Mijnheer de Redacteur!
In het Bonds-Tijdschrift van September j.1. vond ik onder de rubriek : „Uit de
oude doos" de vraag, om acht koninginnen zóó op het schaakbord te plaatsen,
dat zij elkander niet kunnen nemen. — „Juist!" dacht ik, „met recht uit de oude
doos, want ik herinner me, dat ik er mij voor dertig jaren reeds meê bezig hield,
en, na lang zoeken, een paar standen vond." —
Ik zou dan ook van die vraag verder geen notitie genomen hebben, ware het
niet, dat er tusschen haakjes achterstond: „Er moeten 92 standen mogelijk zijn." —
, 1 VOnd lk wat al te kras> en, ik moet eerlijk bekennen, dat ik den indruk kreeg
alsof men de vrienden eens beet wilde nemen. _ „Er moeten 92 standen moge-
'J Z1J"' beteekende voor mij: „.Men zegt het, — ik wil er geen eed op
doen, dus, - zoek je maar een ongeluk." - Toch werd ik geprikkeld door dat
ge a 92, en zette mij er toe, dat enorme aantal te vinden. — Binnen een paar
weken vond ik ze werkelijk, en, op gevaar af van mij belachelijk te maken -
want het is een mop en meer niet, en dus zooveel redeneering onwaard, - geef
ik ze den lezers van het Tijdschrift hier present. — Hoe ik ze gevonden heb?
Ja, die vraag te beantwoorden, daarvoor ben ik wel een beetje huiverig • en toch
, Tet; ~ ^ VOnd ze dan °P dezel«e wijze, als waarop zeker probleem-compo-
u , J uwer wel bekend> z>jn problemen samenflanste. — Weet u het
or 1 draai naar rechts, nog draai en nog een, het spiegelbeeld van een ge-
von ene enz. enz. — Wellicht is er wel iemand onder de lezers, die een goede
methode weet aan te geven; ik houd mij aanbevolen.
Acht koninginnen kunnen in de volgende 92 standen geplaatst worden, zonder dat zij elkander kunnen nemen.
a b c d e j f g h a b c d e f g h a b c d e f g h a b c d e f g h
1 1 5 8 6 3 7 2 4 2 4 3 6 8 1 5 7 2 4 47 5 1 4 6 8 2 7 3 7 ° 6 3 1 8 5 2 4 7
2 1 6 8 3 7 4 2 5 2 5 3 6 8 2 4 1 7 5 4 8 5 1 8 4 2 7 3 6 7 1 6 3 5 7 1 4 2 8
3 1 7 4 6 8 2 5 3 2 6 3 7 2 8 5 1 4 6 4 9 5 1 8 6 3 7 2 4 7 2 6 3 5 8 1 4 2 7
4 1 7 5 8 2 4 6 3 2 7 3 7 2 8 6 4 1 5 5 0 5 2 4 6 8 3 1 7 73 6 3 7 2 8 5 1 4
5 2 4 6 8 3 1 7 5 2 8 3 8 4 7 1 6 2 5 5 1 5 2 4 7 3 8 6 1 7 4 6 3 7 2 4 8 1 5
6 2 5 7 1 3 8 6 4 2 9 4 1 5 8 2 7 3 6 5 2 5 2 6 1 7 4 8 3 75 6 3 7 4 1 8 2 5
7 2 5 7 4 1 8 6 3 3 0 4 1 5 8 6 3 7 ? . 5 3 5 2 8 1 4 7 3 6 7 6 6 4 1 5 8 2 7 3
8 2 6 1 7 4 8 3 5 3 1 4 2 5 8 6 1 3 7 5 4 5 3 1 6 8 2 4 7 77 6 4 2 8 5 7 1 3
9 2 6 8 3 1 4 7 5 3 2 4 2 7 3 6 8 1 5 55 5 3 1 7 2 8 6 4 7 8 6 4 7 1 3 5 2 8
1 0 2 7 3 6 8 5 1 4 3 3 4 2 7 3 6 8 5 1 5 6 5 3 8 4 7 1 6 2 7 9 6 4 7 1 8 2 5 3
1 1 2 7 5 8 1 4 6 3 3 4 4 2 7 5 1 8 6 3 5 7 5 7 1 3 8 6 4 2 8 0 6 8 2 4 1 7 5 3
1 2 2 8 6 1 3 5 7 4 35 4 2 8 5 7 1 3 6 5 8 5 7 1 4 2 8 6 3 8 1 7 1 3 8 6 4 2 5
1 3 3 1 7 5 8 2 4 6 3 6 4 2 8 6 1 3 5 7 59 5 7 2 4 8 1 3 6 8 2 7 2 4 1 8 5 3 6
1 4 3 5 2 8 1 7 4 6 3 7 4 6 1 5 2 8 3 7 6 0 5 7 2 6 3 1 4 8 8 3 7 2 6 3 1 4 8 5
1 5 3 5 2 8 6 4 7 1 3 8 4 6 8 2 7 1 3 5 6 1 5 7 2 6 3 1 8 4 8 4 7 3 1 6 8 5 2 4
1 6 3 5 7 1 4 2 8 6 3 9 4 6 8 3 1 7 5 2 6 2 5 7 4 j 1 3 8 6 2 8 5 7 3 8 2 5 1 6 4
1 7 3 5 8 4 1 7 2 6 4 0 4 7 1 8 5 2 6 3 6 3 5 8 4 1 3 6 2 7 8 6 7 4 2 5 8 1 3 6
1 8 3 6 2 5 8 1 7 4 4 1 4 7 3 8 2 5 1 6 6 4 5 8 4 1 7 2 6 3 8 7 7 4 2 8 6 ] 3 5
1 9 3 6 2 7 1 4 8 5 4 2 4 7 5 2 6 1 3 8 6 5 6 1 5 2 8 3 7 4 8 8 7 5 3 1 6 8 2 4
2 0 3 6 2 7 5 1 8 4 4 3 4 7 5 3 1 6 8 2 6 6 6 2 7 1 3 5 8 4 8 9 8 2 4 1 7 5 3 6
2 1 3 . 6 4 1 8 5 7 2 4 4 4 8 1 3 6 2 7 5 6 7 6 2 7 1 4 8 5 3 9 0 8 2 5 3 1 7 4 6
2 2 3 6 4 2 8 5 7 1 4 5 4 8 1 5 7 2 6 3 6 8 6 3 1 7 5 8 2 4 9 1 8 3 1 6 2 5 7 4
2 3 3 6 8 1 I 4 7 5 2 4 6 4 8 5 » 3 1 7 2 6 6 9 6 3 1 8 4 2 7 5 9 2 8 4 1 3 6 2 7 5
J. C. TEN TUSSCHEDÉ.
(Van den Heer H. G. Reeders te Amsterdam ontvingen wij dezelfde oplossing in verkorten vorm. Red.)
243
Buitenland.
WEENEN. Onder het patronaat van Baron Albert von Rothschild zal in de
o a n der „Neuen Wiener Schachklub" een wedstrijd plaats vinden onder de
prijswinners van Boeda-Pest. Voor elke partij ontvangt de winner 30 florijnen,
Ae verliezer fl. 15, en ingeval van remise krijgen beide spelers fl. 20. De hoogst-
mtkomende ontvangt bovendien een ring met diamant ter waarde van fl. «o.
:Iet deze buitengewone regeling kunnen de meesters, dunkt ons, tevreden zijn.
MOSKOU. Te dezer stede moet den isten November 11. de return-match tus-
schen Lasker en Steinitz begonnen zijn. De voorwaarden zijn dezelfde als die
van de eerste match: als winner wordt beschouwd hij, die 't eerst 10 partijen
gewonnen heeft, remises tellen niet enz. enz. Er is geen inzet. Daarentegen
schaakclub te Moskou zoowel voor den winner als den overwonnene een
prijs uitgeloofd.
Binnenland.
.
245
3- Een notatie-wedstrijd.
4. Een wedstrijd met af- en aanspel.
5. Een tombola-wedstrijd.
1. De spelers moeten zich vöór den I5den Nov. aangeven bij den Heer Dr N
Westendorp Boerma Zuiderpark, alhier, waarbij zij den inleg hebben te storten,'
zijnde f 3._ Voor de eerste, en f 1.50 voor de tweede klasse.
2. Elke klasse wordt, om eene beëindiging in 3 dagen mogelijk te maken in
groepen gesplitst, waarbij in het oog wordt gehouden, spelers uit dezelfde pLu
g omen, zoo mm mogelijk in dezelfde groep te laten spelen.
3- e loting heeft plaats Donderdagmorgen 26 Nov. te 10 uur precies Daarna
wordt de rooster volgens het stelsel Deelman opgemaakt, waarbij de spelers
volgnummers zullen behouden, ten einde later, wanneer de groepwinners
egen elkaar komen, dadelijk te weten, met welke kleur gespeeld moet worden
daar als vaststaande regel geldt: bij gelijksoortige nummers (even tegen even'
oneven tegen oneven) speelt het hoogste, bij ongelijksoortige het laagste mei
Wit Partijen, met verkeerde kleur gespeeld, komen niet in aanmerking.
4- De officieele speeltijd is van xo uur 's morgens tot 4 uur namiddags met een
vrijwillige pauze van half een tot één uur, en 's avonds 6-9% uur (Met het
oog op het vertrek der laatste treinen naar de verschillende richtingen.) Langer
P. en. 18 t0e§estaan> maar om 11 uur eindigen alle partijen. Twee spelers
vrij zijnde, mogen in overleg met de regelingscommissie eene nieuwe wedstrijd
partij beginnen maar moeten die, desverlangd, afbreken, daar er op de vast
gestelde officieele speeluren naar rooster gespeeld moet worden. Bij afbreking
c oet Zwart den laatsten zet op het bord, en geeft Wit den zijnen in een ge
s oten couvert aan een der leden van de regelingscommissie of bestuur
5- Er wordt gespeeld met klokjes; ieder speler moet 2 0 zetten per uur doen en
de partijen opteekenen; de winner moet na afloop de door beide spelers afge-
teekende partijen terstond inleveren bij de commissie of bestuur. Partijen die
niet dadelijk opgeteekend worden, gelden niet.
Ter vergemakkelijking der notatie zullen de borden worden voorzien van
letters en nummers.
246
Aan hen, die met het opteekenen niet voldoende vertrouwd zijn, wordt aan
bevolen, zich de Handleiding van het Rotterdamsche Schaakgenootschap aan
te schaffen (Secr. J. Hoes.) Mocht een speler, wanneer zijn klokje het volle uur
aanwijst, niet het vereischt aantal zetten hebben gedaan, dan kan de tegenpartij
de partij als voor hem gewonnen opeischen.
6. Ten einde zeker te zijn, dat de wedstrijd in 3 dagen afloopt, behoudt de com
missie zich voor, partijen, die te veel tijd in beslag nemen, door een scheids
gericht (door de spelers gekozen) te doen beslechten, aan welke uitspraak zich
alle spelers hebben te onderwerpen.
7. Overigens wordt er gespeeld volgens het Reglement van den Ned. Schaakbond.
8. I11 alle onvoorziene geschillen beslist het bestuur.
De regelingscommissie,
H. B. van RHIJN, Voorzitter.
Dr. N. WESTENDORP BOERMA.
L. H. DEELMAN Jz., Secretaris.
NB. Hierbij wordt nog herinnerd, dat de tombolawedstrijd op Woensdag-avond
te voren te 8 uur aanvangt.
Voor toeschouwers worden doorloopende kaarten afgegeven k f 1.00.
No. 356. Gespeeld in den Winterwedstrijd le klasse 1896-97 der Schaakclub „Ons Huis».
Wit: Reeders. Zwart. Widan
Ook dit belangrijk schaakevenement behoort wederom tot het verleden Zooals
„Deutsches Wochenschach" terecht opmerkt, was het eigenlijk een waagstukToo
berTeen t mter™tio™len wedstriJd °P gn>ote schaal als die te Neuren
De uitslag was:
ie prijs (/ 1250) M. Tschigorin, na „Stichkampf" met Charousek die in het
tornooi eveneens 81/3 punt behaalde. ' het
Dr. Tarrasch. ||
I
deeln.)
Totaal (8 deeln.)
deeln.)
Tschigorin.
Scnlechter.
Charousek.
Walbrodt.
v. Popiel.
Janowski.
Pillsbury.
Winawer.
Maroczy.
Dr. Noa.
Marco.
Albin.
(13
(7
Totaal
Totaal
oo
as
-j
£
£
2
^
w
1. Tschigorin m— o Vs x I o 1 1 i Vs 1 1 x | 1 | Vs j x ' 8 l/s 3 4
2. Charousek 1 — 1 o Vs Vs: 1 Vs 1 1 01 1 8 Va 4 4'2
3. Pillsbury V2 0 — V2iVs 1 1 o o 1 1 11 7 Va 3Vs 3^2
4. Janowski o 1 Vs — o o J 1 o 1 1 V8 1 | 1 7 2V2 21/2
5. Schlechter 1 Vs Vs 1 — Vs x Vs 0 Vs 1 Vs 0 7 4Vs 5
6. Walbrodt o Va o 1 V» —11 o 1 o Vs 1 1 6Vs 3 3
7. Winawer 1 / 2 0 0 0 0 0 ' — i i i i i i ó Vs Vs xVs
8. Dr. Tarrasch |o Vai 1 1 Vs 1 o — Vs 0 0 Va 1 6 4
9. Albin o j o 1 o j 1 o | o ; Vs I— o 1 Va 1 5
10. Maroczy o o o o Vs 1 o 1 1 — Vs o 1 5
11. Marco o [ 1 o Vs o Vsl o | 1 o Vs— 1 0 4V2
12. Dr. Noa Vsj o o o Vs o o j Vï Vs 1 [ o — 1 4
13. v. Popiel ooooiooooojio — 2
In deze aflevering vinden onze lezers een viertal in Boeda-Pest gespeelde par
tijen. Wij kregen tot dusver slechts weinig partijen uit dit tornooi te zien ; de in
dit nummer geplaatste leken ons de meest interessante ervan. Over 't algemeen
schijnt te Boeda-Pest niet zoo mooi gespeeld te zijn als te Neurenberg.
Tot besluit ontleenen wij de volgende regelen aan de schaakrubriek der „Haag-
sche Courant":
„Bei Philippi sehen wir uns wieder", zei Tschigorin na zijn slecht resultaat
in Neurenberg, en de belofte, in dit gezegde vervat, had hij niet beter gestand
kunnen doen. Elk warm kloppend schakershart zal den genialen Rus deze over
winning gunnen, dankbaar voor de vele stoute combinaties, die het naspelen
zijner partijen tot een hoog genot maken.
Het succes van Rudolf Charousek is eenvoudig overweldigend. Voor de tweede
maal pas aan een meestertornooi deelnemend, strijdend tegen de grootsten onder
249
kenw^TanTel! Til ^
Charousek neemt op het^o1™^! , "lid<,eI t0t bereik'n* Van doel'
benede^Lasker^die'''ni" «5. 5'! PUnt tege" de PrÜswin"«S en bleef dus slechts 1 punt
^SS£S=SS3»-J=.TB»
d"3 o„k
rp , • '
eéf'»!,T rCTnK" ""
belangrijke partijen gewonnen, o. a. tegen Tanowski en
ta,s te »j„, heeft
Wbjod, hooger
ter 1 s]elh™et
2Z 1 ° 7Sr
man, die »&Sr het coneonrs °te Iw'
"""
.ebo H
me"ig
Hbel"""1'
"
'Orn°oi'
°mdi"
"
D»i'^l>l«nd',
Mi
h°ilen!
«*»
eerste mees-
d=
Ma" heeft de
M*
toesprak die zouden tra ht " lngS 0,3 200 hooghartigen toon de meesters
éch£ misschien ook een beetje "Prei8™"0P01 » —d"
- 2 ef4:
l2 19 ^ Tds-
3'LC4 P c 6 *) "• Lcó'.-f lD bc6 • r ?f ! Ir7
4- d4 P f6 „ D r 6 .I ' ' 2 I " T f 7t K. f 7 :
r. gr de l'có.f K e7 22. Dd 7 :t L e 7
5 5 14. p f4:1 p f, . r\ ™ e'
6-Lb3 Lg4 . 4 P J ) 23. Tei T e8
IS Lf 4:
7- üd 3 Phs») 4 2 4-
l6. Pc3 ™ b3 K f8
§-Ph3! Pb4? c ) I? e6 , T g
2 S- b ^4: Opgegeven.
b)
Iets nieuws! Gewoonlijk geschiedt hier 5. CI4.
c)
Het offer, dat deze zet involveert, kan bezwaarlijk correct blijken. Voor het
bord geeft het Wit echter vele goede kansen.
d)
De beslissende fout! Beter ware: 12. — De7 13. Lg8: (Lb3, dan Pd7 en
° ~ ' ° ) > T § 8 : * 4 - D h 7 : e n W i t h e e f t w e l 3 pionnen voor het geofferde stuk, maar
Zwart heeft de beste stelling.
) Een zeer eenvoudige, doch beslissende voortzetting.
f) Bepaald sterker dan de kwaliteit te nemen.
") 21. e6 won natuurlijk ook, maar de voortzetting in den tekst is krachtiger.
No' 359- Gespeeld den 25sten October 1896.
(Tweede „Stichpartie.")
Wit: Tsehigorin. Zwart: Charousek
Twee paardenspel in de naliand.
I- 64 e5 I2- Pg3 Dg6a) 23. D f5f Kd8e)
2. P f3 P c6 1 3 . p e6: fe6: 24. L d2 D e2
3. L C4 P f6 i4. T e6 :f K d7 25. D f6 :f P e7
4' d4 ed4: 15- Ph5! The8 26. h4! d30
5- o—o L c5 16. P f4 Dfj 27. P f7| Kc8
6" e5 d5 17- Df3! Tad8!b) 28. D h8f Kd7
7- ef6: dc4: 18. L d2 gf6: 29. D d8f Ke6«)
8. Teif Le6 19. Taeic) T e6: 30. P g5t K fS
9- Pg5 Ods 20. Pe6: T e8 31. 1) f8+ Opgegeven.")
10. Pc3 DfS 21. Pg5 Tei.-f
11. P ce4 L b6 22. Lei: D e7
S t a n d d e r partij n a den 1 9 d e n zet^van W i t .
") Natuurlijk niet 12—, Df6:? wegens 13. Phs, Dg6 14. Pe6:, fe6: i5.Te6:t!
b) Natuurlijk niet 17—, Te6: wegens 18. Ddsf.
°) Zie diagram.
d) Hier had moeten geschieden: 19—, Pe5! 20. Ddsf, Kc8 21. Te8:, De8:en
hoe moet Wit nu den aanval voortzetten?
252
Spaansche Partij.
' F4 E 5 R 9' D H S c5 37- TC4 De7
P P A
*' ? 2°' LbS' Lb5: 38. Le3 De8
5 ' 2i. Pbs: Db6 39. Db7 Lf6
4' r ° JV 22 ü62 Pf+'> 40. La7 Pgs
S- 4 Pg6 23. DC4 a6 41. p b5 p f7
' 331 > Le7 24- Pc3 Dd80 42. Pq Ta7:
I" ?4 T f
25' §3 g6 43. Da;:?') l)d7
8' h3 Ld7 26. Ph4 PhS 44. DaS: P gs
9"^3 »<**> ^ b4 b5 45. Da! D?f
IO'
P A 28. De2 L e7 s) 46. Tb7 fe4:
"•fds ^f8 29- Pg2 Pg7 47. Da7 Le7
*"Le3 Pe6 3o. Tabx 0-0 48. T c 3 ! Pf3t')
' 31, a4 cb4 •' 49- Tf3: k)
T ef3:
'4-PC3 e 32-Tb4: Dc7 ,Q. P e3 3
7 uf6
12. I)e3 D e3: |b) 26. I14 cd3: 40- dóf Kd7
13. fe3: T d8c) 27. cd3: Kf7 41- Kds Opgegeven.
14. P e2 f6 28. Tg5 T g5 :
Stand der partij na den 19den zet van Zwart
a)
Wit rocheert lang en krijgt nu na dezen afruil een mooie open lijn voor de
Torens. Beter : h6 of De7 (om Dgs te pareeren).
b) Niet ruilen, maar de Dame naar f] spelen ware wellicht beter.
c) Rocheert Zwart naar c8, dan speelt Wit: Thgi en houdt Pg6 vast. Daarom
kwam hier in aanmerking : 13 —Pe7 (om zoo noodig g6 te kunnen spelen) be
nevens lange rochade.
d) Beter: 18—, g6. Dr. Tarrasch speelt deze partij bijzonder zwak.
e) Zie diagram. Deze combinatie schijnt geheel aan Zwart's aandacht ont
snapt te zijn.
f) 20—, ghs : ? dan 21. Tf6: + en mat op den volgenden zet.
*) Beslist sneller dan PI15 :, waarop volgt Pg6 en Zwart wint den pion terug.
255
No' 363' Gespeeld den 23sten Juli 1896.
Wit: Maroezy. Zwart; steinitz
Spaansclie Partij.
T' 64 es io. P fic) d4! I9. es De7f)
2. P f3 P c6 ii. Ld2 P g6 zo. Db2 cd4
3- Lbs Les 12. La4 dc3: 21. Td4: L fs
4. c3 D f6») I3. bc3: P f4 22. Pd2 T d4:
5- d3 ) h6 i4. L f4: ef4: 23. cd4: Tc8f
62 Pge7 15. Dd2^) Td8 24. Kdi L c3
'* Lb6 l6' d4 LaS 25-Db L d4:
S
ö. I bd2 o—o 17. o—o—oe) P d4 : ! 26. P f3 a6
') Deze variant heeft Steinitz te St. Petersburg en in zijn match met Schiffers
met afwisselend geluk beproefd.
') Al te voorzichtig ! Of Wit moest d4 spelen, öf den d-pion vooralsnog laten
staan.
c) Deze manoeuvre kost te veel tijd. Beter ware Lb6: en ed5om dan spoedig
kort te rocheeren.
d) Beter wellicht: Dc2.
•) De rochade is hoogst gevaarlijk ; maar wat zal Wit anders doen ? P fh2, om
e korte rochade voor te bereiden, wordt eveneens door het Paard-offer gepareerd
Zie diagram.
0 Voorzichtiger dan De5:, waarop Pf3 kan volgen, hoewel ook dan Zwart
altijd nog niet behoeft te verliezen.
*) De Dame heeft maar twee zetten : De2, dan 27—, Da3 en Da5, waarop volgt •
27—, LC3 en 28—, Td8f. V 6
256
Correspondentie
H. G. Reeders, te Amsterdam. — Dank voor mededeelingen, die we hopen,
dat door u van tijd tot tijd zullen worden voortgezet. De consultatiepartij leek
ons voor plaatsing niet geschikt, op grond van de grove fout op Zwart's isden
zet, die in den i8den van Wit een zoo gemakkelijke wederlegging vindt.
A. A. J. Ridderhof, te Leiden, — Wèl bedankt voor toezending der partij.
Alvorens we echter tusschen plaatsen en niet-plaatsen kunnen beslissen, moeten
wij nog nagaan, of de belangrijkheid der partij evenredig is met de vrij groote
plaatsruimte, die zij met haar uitvoerige analyses in het Tijdschrift zal beslaan.
Gustav G. Mohr, te Rüdesheim. — Tot ons leedwezen kunnen wij uwen
,.Telegraafsleutel" en de daarop betrekking hebbende mededeelingen niet plaatsen.
Immers de tijd, dat men in Nederland bij het spelen van clubmatches (deze zijn
op zich zelf nog zeldzaam) zich van de telegraaf zal bedienen, mag o. i. nog verre
geacht worden, en dus is uw artikel voor ons blad van te weinig practisch belang.
Wellicht is de redactie van „Deutsches Wochenschach" of die van „The British
Chess Magazine" (Leeds) tot publicatie bereid. In elk geval dunkt het ons niet
overbodig, "u erop te wijzen, dat men vooral in Engeland sinds langen tijd zich
bezig gehouden heeft met het bedenken van dergelijke systemen, en op dezen weg
reeds zeer belangrijke vorderingen heeft gemaakt. Met name de onlangs uitge
komen brochure: „The Dynamic Chess Notation" van de hand van zekeren heer
Pilleau wordt op dit gebied als een zeer belangrijke verschijning aangemerkt.
Aan onze lezers. — Met het oog op den wedstrijd te Groningen laten wij dit
nummer een paar dagen vroeger dan gewoonlijk verschijnen en moesten daarom
de rubriek „Verschillende partijen" ditmaal achterwege laten. Nu, partijen zijn
er in deze aflevering toch nog genoeg en bovendien kan de schade in volgende
nummers worden ingehaald.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
T Ï V Ü ' ' 'S : DR' A VAN H . J . D E N H ERTOG, Onder-Voorzitter;
KHHN V00RZITTER;
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Dr. A. F. Meijer, Wemeldinge. T. C. Sarabert, Dfelft.
E. B. Mulder, Amsterdam. rUr
»r p u » ^
r 4 c. . _ - "• Vmkhuyzen, s Gravenmoer.
C. A. Stants Czn., „ A. R. Dietz, Alfen a/d Rijn.
A. Ie Comte, Delft. D. W. van Niekerk. „
oevoets, Delft. | l R. van Weezei, Arnhem.
Worden met 1897 reehtstreeksch lid:
G. Slothouwer, Amersfoort. j M. J. de Jongh, Amsterdam.
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
b0h.oorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No 389. A. van Eelde, *No. 390. B J. M Markx,
1 te Deventer. te Leiden.
Mat in 3 zetten.
Oordeel der Jury: De Jury meende dit probleem voorop te moeten stellen
wegens den schoonen variant na Ke4, die door zijne veelzijdige vertakking en
zuivere matstellingen een goed constructie-idée vormt. Niet verhelen mogen wij
echter dat de overige varianten niet staan op dezelfde hoogte, terwijl de eerste
zet bepaald zwak is. Als geheel verheft het probleem zich niet boven het mid
delmatige.
Tweezetten: Correct zijn de Nos. 3 3 0 , 331, 333, 341, 342, 3 4 3 , 344, 345, 353-
De Jury plaatst deze problemen in de volgende orde:
I. N°. 3 3 0 (Te Kolsté). V. N°. 3 4 2 (Te Kolsté).
I I . N°. 3 3 3 (Van Eelde). VI. N°. 3 4 3 ( „ „ )•
III. N°. 341 (Te Kolsté). : VII. N°. 345 (Mendes da Costa).
IV. N°. 3 4 4 (Okkinga). | VIII. N°. 3 5 3 (Van Beek).
IX. N°. 3 3 1 (Beets).
De Jury draagt dus N°. 3 3 0 ter bekroning voor.
2ÓI
J. W. te Kolsté, te Utrecht.
Bekroond in den 3en driemaandelijkschen probleemwedstrijd van den N. S. B.
Mat in 2 zetten.
Oordeel der Jury: In deze afdeeling kwamen meerdere goede problemen voor.
^ • 33°- is ongetwijfeld het beste. De rijkdom van varianten, de keuze der
stukken, de motiveering van den eersten zet stempelen het geheel tot een meester
stuk. Jammer dat de componist niet op as een witte pion heeft geplaatst, dan
zou niets op de constructie zijn af te dingen, terwijl nu het vastleggen van de
pion een minder gunstigen indruk maakt. Nog moet er op worden gewezen dat
dit probleem zich verheft boven zijne mededingers door zijn uiterlijken vorm, die
los en bevallig is en het oog weldadig aandoet.
N.B. Als lid der jury is in de plaats van den heer Meiners opgetreden de
redacteur der probleemrubriek.
heer Markx, omdat het ons de gelegenheid schenkt iets omtrent de kwestie
„Original und Nachbilding" in het midden te brengen.
Het bovenstaande geval is zeker merkwaardig, want beide problemen bezitten
als grondgedachte: Het veroveren van een zwart paard door een witten looper.
Als wij de grondgedachte zoo definieeren, dan blijkt dat Le Comte die meer conse
quent heeft uitgewerkt, want hij heelt twee varianten waarin de looper het paard
de velden afsnijdt, terwijl Markx's probleem er slechts éen heeft. Daarentegen
treedt daar in den variant PgS : een ander motief op: nl. het vastleggen van de
pion h5 als het paard is genomen door h4. Aan den anderen kant heeft Le
Comte een variant meer (Ph8), omdat hij het paard vrijer heeft geplaatst. Wij
zien dus bij nadere beschouwing dat deze beide problemen niet vormen: tweeërlei
bewerking van eenzelfde thema, want Markx heeft twee schaakgedachten gecom
bineerd, waarvan de voornaamste is dezelfde als die het probleem van Le Comte
beheerscht, terwijl de andere daar niet in voorkomt. Wij kunnen deze onder
scheiding niet scherp genoeg doorvoeren, daar anders elk probleem dat wordt
vervaardigd, „Nachbildung" zou kunnnen genoemd worden van reeds bestaande
„Originale". Al hebben problemen éene schaakgedachte met elkander gemeen,
daarom hebben zij nog niet denzelfden inhoud, want die wordt gevormd door de
combinatie der verschillende varianten. In stede dus van te spreken van „Original
und Nachbildung" en daardoor de oorspronkelijkheid in twijfel te trekken, meenen
wij dat het iets zeer geoorloofds, ja, nog sterker dat het noodzakelijk is, reeds
ang bekende schaakgedachten en themata — van de hier behandelde gaven wij
in het algemeen enkele voorbeelden in het Februari- en April-nummer van dezen
jaargang — onder elkander op oorspronkelijke wijze te combineeren. Markx
heeft gecombineerd en dus iets nieuws geleverd, dat ook oorspronkelijk zou mogen
heeten, al had hij het probleem van Le Comte gekend.
Er is nog een klein verschil tusschen beide problemen in de matstelling, maar
dit juist zou, als verder geen verschil in schaakgedachte aanwezig was, een geval
van „Original und Nachbildung" in het leven roepen, wat naar onze meening
nu niet het geval is. Doch ook dan zou het een geoorloofde handeling wezen,
als het een verbetering was van het oorspronkelijke probleem, zooals met het
bekende Indische probleem heeft plaats gehad, en als de componist zoo eerlijk is
om zijn werk uit te geven als een verbeterde bewerking, zooals indertijd is gedaan
door H. F. L. Meijer te Londen, die den volgenden driezet: ^ ei, °^asf g8,
e4, $ C5 en g4, ijp gi, j|[ h2, | g2 en 113. (Eerste zet: Kd2) erkende
als een verbeterde bewerking van een in 1877 in het 5e Boheemsch probleem-
tornooi met den 3den prijs bekroonden driezet van G. Chocholous te Praag:
a6, c8, C2 en e4, & b3 en d6, "Ê* gi, ïï h2, | b4, d7, g2,
h>3 en h4 (Eerste zet: Kb6) aan de verbetering waarvan ook Dobrusky en Kockel-
korn hebben medegewerkt. Zulk eene verbeterde bewerking, hoe groot van waarde
ook voor de probleemliteratuur, kan natuurlijk in een tornooi niet in aanmerking
komen voor een prijs, als de jury dé oorspronkelijke opgave kent, omdar zij de
oorspronkelijkheid mist waarop een tornooi-probleem aanspraak moet kunnen maken.
263
Ingezonden stukken.
Door de geachte Redactie van dit Tijdschrift is mij welwillend een plaatsje
er in afgestaan, om mij daardoor behulpzaam te zijn, een doel te bereiken, dat
ik al zeer lang beoog. Namelijk om onze Nederlandsche dames op te wekken,
het voorbeeld hunner Engelsche en Amerikaansche zusteren na te volgen in het
beoefenen van het heerlijke schaakspel! De voordeelen van dit spel zijn zeer
groot en al is ook de eerste studie wat moeilijk en eentonig, wanneer deze be
zwaren overwonnen zijn, geeft de kennis van deze kunst zeer veel genot. Doch
is het genot reeds groot, niet minder groot zal het nut van het schaakspel bij
meerdere beoefening worden, en het is juist daaromtrent, dat ik mijne meening
wilde kenbaar maken. — i° De beoefening van het schaakspel is een gymnastiek
voor den geest, ze houdt het denkvermogen helder tot in hoogen ouderdom —
2°. Wanneer onze dames het meer algemeen gaan beoefenen, zullen zij flinke partners
worden voor echtgenoot, vader of broeder, wanneer het beroep van deze hen nood
zaakt op het een of ander dorp te wonen, of dat zij zich gevestigd zien in een
afgelegen oord in Oost of West. — 30. Na eenige oefening biedt het naspelen
der partijen van groote meesters heerlijke oogenblikken aan, daarom is het voor
de pleegzusters zoo aanbevelenswaard; zij kunnen zich alsdan de lange nachten,
die zij aan de sponde der zieken moeten doorbrengen, zoo veraangenamen, en is
deze bezigheid verre te verkiezen boven het lezen of het verrichten van' eenig
naaldwerk in de doorgaans slecht verlichte ziekenkamers, waardoor de oogen zoo
benadeeld worden.
4 . Wordt het schaakspel meer algemeen, dan zal er ook spoedig behoefte ge
voeld worden aan goede onderwijzeressen, want zeker is het mondeling onder
richt verre te verkiezen boven eigen studie in het een of ander handboek en zoo
wordt er op nieuw een weg geopend, om bij den steeds grooter wordenden strijd
om het bestaan, aan dames uit den deftigen doch dikwerf onbemiddelden stand
zich, al is het dan ook geen geheel bestaan — toch zeker een steun te doen
vinden voor hun gezin. Nu is mijne vraag: wat moet er gedaan worden, om dit
doel te bereiken? en ik verzoek iedereen: kom mij met uw raad te hulp. Alle
264
wenken zullen dankbaar door mij wordtn aangenomen, opdat ook wij op een
niet te ver verwijderd tijdstip op bloeiende dames-schaakgezelschappen zullen
kunnen wijzen.
Zutphen. Wed. Dr. L. T. A. MULLER THIJM.
Binnenland.
GRONINGEN. — „Op naar Groningen!" aldus klonk het aanmoedigend in
eene vorige aflevering van ons Tijdschrift. Een Nationale Schaakwedstrijd met
door H. H. M. M. onze geëerbiedigde Koninginnen aangeboden Eere-medailles, dat
was te aanlokkend, om thuis te blijven en velen zijn opgegaan naar Groningen.
Woensdag 25 November, des avonds te omstreeks 8 uur opende de Voorzitter,
de heer A. H. Becker, de Vergadering, riep met welgekozen woorden den aanwe
zigen een hartelijk welkom toe, schetste in een korte rede de 25-jarige loopbaan
van het Schaakgezelschap „Staunton", bracht in 't bijzonder hulde aan mevrouw
M , die aan dezen wedstrijd deelnam, om daardoor voor het schaakspel
propaganda te maken onder de dames en noodigde, na het aanbieden van den
eerewijn, de aanwezigen uit, deel te nemen aan den Tombola-Wedstrijd.
Wat den Wedstrijd zeiven betreft, een woord van lof aan „Staunton" voor
de uitstekende wijze, waarop het dezen wedstrijd regelde; geen moeite werd gespaard,
geen kosten ontzien, om het den deelnemers zoo aangenaam mogelijk te maken,
en iemand, die een dergelijken wedstrijd nooit medemaakte, kan zich niet voor
stellen, welk een moeite en zorgen zulk een wedstrijd geeft en daarom nogmaals
eere aan „Staunton", want tot het einde toe liep alles in de beste orde af.
Voor de eerste klasse hadden zich 10 deelnemers, voor de tweede 24 deelnemers
aangemeld, welke verdeeld werden in 2 en 4 groepen, waardoor het mogelijk werd,
den wedstrijd in drie dagen te doen eindigen. De twee eerste dagen werd beslist,
wie groepwinners zouden zijn, den derden dag speelden de groepwinners om de
prijzen. De uitslag was :
ie Klasse. Eerste prijs: Jhr. A. E. van Foreest.
Tweede „ W. B. H. Meiners.
Derde „ J. J. R. Moquette (M. I. R. I.)
Vierde „ D. Bleykmans.
2' Klasse. Eerste „ H. D. B. Meyer.
Tweede „ R. van Dam.
Derde „ Dr. N. Westendorp Boerma.
Vierde „ H. Scheltens.
Vijfde „ H. Bultema.
Zesde „ P. D. van Zeeburgh.
Zevende „ K. Dijkveld Stol.
Achtste „ J. Dijkveld Stol.
265
Behalve deze prijzen waren er ook nog bijzondere en wel: A. verguld Zilv Medaille
aangeboden door het schaakgenootschap „Pallas" te Deventer, voor den winner
van de meest brillant gespeelde partij.
Zi1;- Medaiüe' Vereerd d00r het
mif/„ t studenten-schaakgenootschap „Ludendo Stude-
nrovinH 'r°mngen' V00r de best gespeelde partij van mededingers uit de stad en
provincie Groningen.
Eere lid"!"'.-?6 ?"/ 5'~ uitgeloofd d00r den Heer Rud. Loman te Londen,
Eere-hd van Staunton , voor het mooiste gambiet, gespeeld in de ie klasse
en waarde van ƒ S._, vereerd door den Heer Warendorff (weekblad Amster
dammer) voor het mooiste gambiet, gespeeld in de 2e klasse.
D. Zilv. Medaille, vereerd door den Heer J. Spornheyer, te Hoogezand, voor
den winner der kortste partij; '
E. Gouden Medaille, aangeboden door de vereeniging ter bevordering van het
£"7 °" V00r "n "S be!K » d« re klasse en eene
Medaille voor een der tien beste spelers in de tweede klasse die de
grootste reis heeft moeten maken. '
De prijzen A B. C. kunnen eerst later uitgereikt worden, prijs D. kwam in 't
bezit van den Heer E. Wieling, die een partij won in 11 zetten
v (G°Uden MedaÜle) WOrdt een match 8esPee'd tusschen de H H
e nVO
een hearTrtCOrni
hartelijk woord1* ^ J'
richtende.
P' Runsink' de ^zen ied« P"i-nne
Het eerst sprak hij de winners der Koninklijke Eerbewijzen toe, welke Heeren
tevens van een Oranjestrik voorzien werden, welke attentie een driewerf Hoezee-
N WeZe7en r g6V^ge had' DeHeCr H' Wierse™ ontving den door den Heer
het 1 \ " °rii> °e:ma beschlkbaar geselden prijs voor het lid van „Staunton" dat
het beste resultaat had in de Ie klasse. Een dergelijke prijs, in de tweede kl'asse
No^ ° H611 °m Ckn HCer A' G' R°0S' kwam j t bezit van den Heer E Wieling
Nog werd aan Mevrouw M al= hint ,1 . , ™ng'
in 't belans? van h t- a 1 ' ü waardeering voor haar optreden
belang van het edele schaakspel een fraai Souvenir aangeboden terwiil twee
t de t o e k o m s t > w e r d -s
consolatie-prijzen, beschikbaar gesteld door den Heer H. Fokker1 HaarZ
He r errrL
eenigden wii on
digdend woord
H. D. B. M.
206
2de Klasse.
Groep A. |1 j 2 3 4| 5 6 G r o e p B. 1 2 3 4 5| 6
G r o e p C. t 2| 3 ' 4 j 5| ] Groep D.
M. Edersheim 0 j. F, S. Esser r
Kramers o Willemse l
De Jong Cleyndert 0 Wilhelmy Damsté
J. H. Nanning 1 J. de Goeje
LlmburS 1 V. d. Wolk o
Totaal: 6 Totaal: c
268
No. 364. Gespeeld in de clubmatch D."—„L. S. 6.", den Haag 6 November 1896.
Russische Verdediging.
1. e4 es IO. d4 P g6 19. P ds P ds :
2. P f3 P f6 11. Dei De7 20. T f7: D f7:
3. P C3 P c6 12. Tdi ed4: 21. Lds*. c6
4. LC4 Les 13. P d4: T ae8 22. Lb3 D 07
5. o—o o—o 14 P e6: fe6: 23. Dg3 Kh8
6. d3 d6 15. Lb6: ab6: 24. Dd6:?? T d8
7. 113 L e6 16. f4 T f7 25. De6: Tdi:f
8. Lb3 Pe7 17. f5 P f8 26. K f2, waarop Zwart
9. L e3 Lb6 ( 18. fe6 : P e6 : mat in 3 zetten aankondigde:
Df4|, Td2t en Df2 ±
Dieperink.
Totaal volgens*
Meiners.
Vos.
dat het de eerste volledige oplossing van het vraagstuk zou bevatten, maar omdat
het getuigde van belangstelling in 't Tijdschrift, als poging tot medewerking waar
deering verdiende en de volledige oplossing gaf in aangeruimen vorm. Het vraagstuk,
hoewel „schor) dagewesen", vond bij vele nieuwelingen op 't gebied der 64 velden
zoo groote belangstelling, dat naar onze meening de Heer ten Tusschedé met het
schrijven van zijn-stukje, zeer zeker een nuttig werk deed.
Hun, die van njeening zijn, dat een vraagstuk als. het bedoelde in een heden-
daagsch schaaktijdschrift liever niet meer moest opgenomen worden, raden wij aan,
nog eens aandachtig de weinige regelen te lezen, waarmede wij de rubriek „Uit de
oude doos" bij onze lezprs hebben ingeleid,.
;.Ki-fl'j ;(lf IM.liUWW 1»p»C< Op<vf»93:•'39j;Irw ƒ7.af.w 5ftL' •
De Heer Fokker te Haarlem was zoo welwillend, ons een zeer uitvoerige en
Ongemeen interessante stadie over het vraagstuk ter inzage te' zenden.
Zij bevat in de eerste plaats eene opgave der 92 standen en verder eene serie
van niet minder dan 14 „merkwaardigheden der oplossingen, elk afzonderlijk en in
onderling verband beschouwd'V Hadden Wij genoeg plaatsruimte beschikbaar, dan
zouden we gaarne een paar grepen in dezen rijken voorraad hebben gedaan. Nu
moeten we ons beperken tot de volgende aanhaling uit het begeleidend schrijven
van den Heer Fokker :
„Door de ,,'f draai enz." van den Heer Ten Tusschedé vindt men telkens de
8 bij elkaar behoorende oplossingen, maar heeft niet de absolute zekerheid, dat
men ze alle heeft. Die vindt men alleen door experiment, dus door alle standen
na te gaan, die de acht Koninginnen tegenover elkaar kunnen hebben. De wiskunde
leert ons, dat het aantal daarvan 1X2X3X4X5X6X7X 8= 40320
bedraagt.
Toen ik dit werkje klaar had, deed ik hetzelfde voor 10 Koninginnen op het
dambord ea had daarvoor na te gaan 3628800 gevallen. Het resultaat was het
vinden van al de 724 oplossingen., Ik wilde nu ook weten, hoeveel oplossingen
mogelijk zijn van het bekende paardensprong - vraagstuk. Ik beperkte mij tot
het zoeken va,n alle oplossingen, die beginnen met het paard op a8 te zetten, en
gaande naar cj, om bij den Ó3sten sprong over b6 op a8 terug te komen. Ik had
dan het 2 X 64ste deel van 't geheel.
In 't begin heeft men ^ 5 minuten per oplossing noodig; ik kwam door
oefening tot 1 in ±'i minuut met inbegrip'van het not'eeren. 't Maximumwas
3000 in de maand.
Toen ik er 65844 in een stapel boeken had getloteerd, had ik de zekerheid, nog
in een aantal jaren niet aan 't eind van de serie te zijn en . .. ik gaf 't op.
Ik zou er dus 8 Ma millioen kunnen oplezen, maar hoeveel millioen er in't geheel
zijn, zal wel nooit een sterveling te weten komen".
271
Dé-opening.
1• d4 d5 i3-Tei P6d7 25. T a e i P c6
2' e3 e6 14- DJ13 f5 26. Df3 T e2 :
3. Ld3 P f6 15. Pg6:! P gó: 27. Te2.: T g8
waarschuwd. Zwart bezorgt er Wit een goede plaats voor den Toren op °ei
door en maakt Lei vrij.
d) r7 , Lf4 : ? 18. Dh4, Ld6 19. Pf3 enz. met overwegend spel voor Wit.
e) Om a6 te verhinderen.
f) Hier mist Wit de sterkste voortzetting en geeft Zwart de kans, zich door
Pe5 eenigszins te bevrijden. 32. PC5 was sterker.
s) 't Loopt nog al goed af!
h) Meer brillant dan correct. 3 4 - , Pfe6: 35. de6 :f, Tf3 : 36. L)f3 :t, Lc6 en
Zwart wint. De winnende voortzetting was Te7, b.v. 34. Te7, Ta6 : (Da6 • 35
d6 en wint de Dame) 35. d6+, Pc6 36. Pc5, Tb6 37. Pd7 Pd7 : 38. De4!enwint.
') De vlieger gaat op!
k) Ook Kb8 helpt niet, wegens 36. Dbs"), KC7 37. Desf, Kb6 38. Das +
Op Tf3 : volgt: 36. Df3 Pc6 37. Pd4 en wint. J. W. TE K
No. 366.
Spaansclie Party.
u 64 eS 9 Le3 Pb3: . Les: L es:
I7
Buitenland.
NEURENBERG. Zooals men algemeen verwachtte, is de door Baron Albert von
Rothschild uitgeloofde prijs voor de schoonste partij in het alhier gehouden
meestertornooi toegekend aan Pillsbury voor zijne partij tegen Lasker. (Tijdschr.
v. d. N. S. B. — September 1896).
WEENEN. — Van den wedstrijd, dien wij in onze vorige aflevering (zie blz. 243)
op gezag van „La Stratégie" voorspelden, is niets gekomen. Er is echter inmid
dels te dezer stede op schaakgebied genoeg gebeurd, dat der vermelding ruimschoots
waard is:
Pillsbury en Englisch speelden een match van 5 partijen, die alle vijf remise
werden. Binnen de muren van Weenen wordt alles remise!
In den „Neuen Wiener Schachclub" had een tornooi plaats, waaraan de volgende
meesters deelnamen: Albin, Marco, Janowski, Mieses, Schlechter en Winawer. Ieder
speelde met elk der overigen één partij. De uitslag was:
ie Prijs (f150): Janowski, met 3VS punt.
2e „ (fioo): Schlechter, met 3 punten.
„ (f87.50 —f— f75): Mieses en Winawer, met 2V2 punt.
4e )
5e „ (f62.50): Marco, met 2 punten.
6e „ (f50): Albin, met ilh punt.
273
Janowski~ • • " - : vs i o ; ; 3 »/ s
Schlechter Vs — [ i i/ 3 i* i/ 8 -
MleSeS o • — O I 1/2 ! 2lk
Winawer . <->
o i/„
Vs ' iT — o i i,
2 Vs
Marco.
. . . .
.• • • • !
„
o j
i/„
Vs I o i _ i/ s 2
Albin. . • I r,
° | )/„
Vs i/
Vs o i/
V2 — 11/2
Verder won Janowski nog een match tegen Winawer, met 7 tegen 2.
In bovengenoemd tornooi werd o. a. de volgende partii gespeeld:
No' 36'' _ _ Weenen, 4 November 189G.
Wit. Mieses. Zwart: Janowski
Fransche Partij.
T' e6 r 7*P g5 I hg5: d ) 33. Th 5 Lh6"
2' 4 ds l8- L b7 : Tb8 34. De6: Kh8
3' de,4: T 9- L f 3 glM: 35. Tg6 T f6
T1
4 Pf6 ) 2 °- g^4 : Ph6 36. T 5h6:! D h6 :
l' C3' b6 21. Tg 2 ! D h4: 37. Th6 :f gh6:
. T f3 ^b7 22- Teg 1 Tf 7 38. Des Kh 7
l' g 7 23. Le 2 ! Te8 39. Dc7:t T8f 7
,Pe C !• Pd7^° 24,TDdl! Pg46) 4°'Dg3 Tg6
2 5- L g4: far 4 ; 41- Dd 3 Kg 7
Df
IO' 3 7 2Ö- T g4: Df 2 42. PC4 Tf 2
I16 2 7- T
4 g 2! De 3 : 43. d5 T 6g 2
I2' p ° 7°~l 5 28"DhS Tefö!f) 44- d6 b5
13 f LEJ'' 29. KC2 ! Df 4 4S. d7 bc 4 :t
« T h * 5 p 3°. Tg 5 Dh 2 46. Kc4 : T d2
16 Ï J f . rSL 3I' Dg4 Dh7t 47" d8D' en Zwart
1 "c ) 32. Kb3 Lf 4 gaf na eenige zetten de
*) Zet van Alapin. partij °P" ^
d) Na den afruil der Koninginnen is nu een eindspel ontstaan, dat bij correct
spel, stellig voor Zwart gewonnen is.
e) Kr dreigde 31. LI14:, wat nu gepareerd zou worden door 31 —, Kd6.
f) De witte Toren is opgesloten, en gaat onvoorwaardelijk verloren.
No- 369- 2de Match partij, gespeeld 11 November 1896.
Wit: Lasker. Zwart: Steinitz.
Spaansclie Partij.
l' e4 e5 !5- P d2 T b8 29. T cei L b6 g )
2. P f3 P c6 16. T aci bs h
30. L f4! ) L C7')
3. L bs Les') 17. abs : abs : 31. h4 hs')
4- c3 P ge7 t8. L d3 K h8 32. L gs Ld8
5. o—o P gó 19. P e 2 f5 33. g4! ! hg 4 :
6' d4 ed 4= 20. efs : Lfs: 34. hs ! P f8 k )
7- cd4: b ) Lb6 21. Lfs: T f5: 35. P eest! des:
8. P c 3 o—o 22. P g 3 Tf8 36. P cs :t Kd6')
9- 24! a6 23. f) e6 Dc8=) 37. L f4! Kds
10. Lc 4 h6 c ) 24. Dc8: Tfc8: f ) 38. Test Rc 4 »)
"* h 3 d 6 25. P b 3 Kg8 39. T cif Kd 4 :
12. Le3 P ce^ 26. P e4 K f7 40. T e4| Kds
1 3- T ei c6 d ) 27. g3 Ke8 41. T di^ Opgegeven.
14-Db 3 ! L C7 28. Tez K d7 .
276
S t a n d der partij n a den 3 0 s t e n zet van Wit. Stand der partij n a den 3 4 s t e n zet van Zwart.
») De ie matchpartij bewijst, dat Zwart het stuk, dat hij vóór is, door middel
van f5 en Kf7 met succes kan verdedigen; hij geeft het nu heel gewoon weer weg,
om in 't algemeen tot een snelle ontwikkeling, in 't bijzonder zoo vlug mogelijk
tot de lange rochade te geraken.
b) Zwart is nu wel een pion vóór, doch bij correct spel moet de partij remise
worden, immers er zijn Loopers van ongelijke kleur.
c) Een welberekend pion-offer!
d) Om later de Dame vóór den Looper te kunnen brengen.
e) Nu zijn de witte Dame en de witte Toren veroordeeld tot een voortdurend
verblijf op de 2e en iste lijn, en dus moet Wit wel langzamerhand tempi te kort
komen!
0 Neemt de pion terug, dan gaat de Toren via g8 naar f8 met vernietigenden
aanval.
g) Verhindert h3 — I14 en ontneemt den Koning zijn eenig vluchtveld.
h) Dreigt Te3 benevens I)e6!
') Tegen het dreigende Tg5 : is niets te beginnen: 35. Tgi, dan Tgs: 36. Dgs:,
Dd6| enz.
Spaansche Partij.
1. e4 es 23. T eif K f7 45. TT15 : T d4 :f
2. P f3 P c6 24. P d2 P e6 46. Ka5 L f7
3. Lbs LC5 25. P e6: Le6: 47. T h6 T d2
4. C3 P ge7 26. P e4 L d5 48. P c5f K e^
5. d4a) ed4: 27. P C5 T b4 49. a4 T d6
6. cd4: L b4f 28. T di K 50. T h8') T ds
7. Ld2 L d2 29. f3 K dó 51. b4 L e8
8. Dd2: d5 30. Kf2 T b8 52. T h6 T f5
9. ed5 : P ds :b) 31. T ei L f7 53. T eöt K. d8
10. Lc6bcó: 32. P e4| K d7 54. Te4f) L f7
xi. o—o o—o 33. K e3 E dg 55. K a6 L d5
12. P C3 f6 °) 34. P c5f K d6 56. T d4 K c8
13. Tfei Tb8 35. Kd3 hs 57. Ka7: TI15
14. h3 L f5 36. h4 Th8 58. T f4 T h8
15. T aci D d6 37. KC3 T b8 59. (15 E a2
16. P h4 Ld7 38. f4! T g8d) 60. h6 L d5
17. P e4 D f4 39. g3 g5 61. h7 L a2
18. D f4: P f4: 40. fg5 : fg5 : 62. T e4 L f7 s)
19. P C5 ! L c8 41. T e5 gli4: 63. T h4 L a2
20. b3 K f7 42. gin : T g3t 64. P e4 LI33
21. P f3 T e8 43. Kb4 T g4 65. 35 L C2
22. T e8 : K e8 : 44. P b7-j- Kd7 66. T g4 ! Opgegeven. h)
*
278
a) Vgl. de 2e partij.
b) Op 9—, l)d5 : ? zou volgen: 10. PC3, De6f 11. Kfi, o—o 12. Taei, Dg6
13. d5 enz., met krachtigen aanval.
c) Om Pe5 te voorkomen.
d) Op Lg2 : volgt 39. Teóf, Kd5 40. Te7 enz.
e) Wit mag de Torens niet afruilen: Zwart zou daardoor immers remise-kansen
verkrijgen.
*) De witte pionnen worden nu voldoende door den Toren beschermd.
g) Er dreigde 63. Te7, benevens Pa6 of Peó.
h) Zie diagram. Th7 :, dan 67. Tg8f, Kd7 68. Pf6f enz. Op Le4: volgt
natuurlijk 67. Tg8f en wint. (Wordt vervolgd).
„Uit de oude doos".
Een paar eindspel-studies.
(Vóór 5 Jan. 1897 ingekomen oplossingen zullen in de volgende aflevering
vorden vermeld. Adres: Marnixkade 43, Amsterdam.)
Loyd. Kling en Horwitz.
.....Tï
Verschillende partijen
No. 372. Gespeeld in den winterwedstrijd der Amsterdamsche Schaakclub, in de eerste klasse,
den 19den October 1896.
Wit - H. J den Hertog. .
Z w a r t w B H M e i n e r s
Spaanscbe Partij.
. 1- e2 — e4 e7 — eö Dit kan altijd nog; beter lijkt mij eerst
2. P g l — f3 Pb8 — c6 c8 of Dd2.
3. L fl — b5 a7 a6 10 g7 X f6
al bevrijdt liet Wit van (len lastigen in- \ Te2f 27. Kcl, Df5: 28. ab5 : Db5: 29.
dringer op f3 ; en d4 kon gevolgd worden Lc2; zie ook volgende noot.
door Lbfi; 21. De3, Tg6 ; 22. I)f3:(Lf4? 25. . . . T d8 — e8
Lg2) Th6: 23. hö, Tg: ! <jn Zwart kan Ook kon dadelijk fe4 : want 26. Le4: kon
den toren bevrijden en beeft de beste niet om Te8 en Te4: of Le4:
winstkansen. | 26. K el — d2 L f3 X e4
20. . . . T a8 — d8 Nu geeft Zwart de winst uit handen; na
En nu bevindt zich Zwart in eenigszins fel: bevrijdt Zwart zich ten slotte en moet
gelijksoortig geval. Ka La7, 21. La7 bij scherp spel winnen.
Ta7 : en na Lb6, 21. Lb6 : cb6 : dreigt a4 ; 27. T fl — el d6 — d5
na Lg4, 21. Lc5 : dc5:, 22. De3 moet de En nu vervalt ook het bijna zekere re
c-pion geholpen worden en dreigt spoedig mise, dat Zwart nog had door Lc2:
f3; het beste was misschien nog f5 of met
28. Lc2 — dl Le4 —g2
opgeven van pion c5 laeS.
Kansrijker lijkt mij t'4.
21. a2 — a4 f6 —f5? | 29. T el X e8f Dd7Xe8
22. d3 —d4? 30. a4 X b5 a6 X b5
Sterker was toch Lg5 en na 'lde8, 23.
Lf5+, Tg7 ; 24. Lg7 :f Kg7 : 25. Dg5f
31. Tal — a7
Wit beslist nu in enkele krachtige zet
en et'5 :, waarom Zwart wel 22. 'I go : moet
spelen en AVit toch ook dan wel win ten de partij.
35 f6 — e5 /wmt feft de
25. L b3 — c2 d
partij op.
Noodzakelijk was hier ef5: en na Df5:
J. F. H.
26. Kd2; en na Te8t kou volgen 26. Kd2,
No. 373. Matchpartij, gespeeld den 8sten September 1896 te Utrecht, tusschen:
_ . ,/ ZwartA. G. Oliënd.
Wit: J. W. te Kolste. ^wan.
Spaansche Partij.
•ï i i\ li 1 ..,w..+ Uat
^ i — zooais (ie u. ocub.
. rijden daarop is wat ongemakkelijk en ver-
2. P gl —f3 P b8 Cb e.gcht een ruiter die zeer vast inden
1. d2 d4 f 7 — f5 ! 3. P b l — c3 P g 8 — f6
2' c2 ~~c4 1 4. e2 — e 3 L f8 — b4
- et e4 komt men tot het zoogenaamde j Deze looper wordt meer op e7 geplaatst.
^ aun on gam net. 'I'oeh is ook de tekstzet te verdedigen.
-"•••• e ? — e6 { 5. Lel—d2 0—0
282
8. . . . P b8 — c6 22. f4 — f5 g6 X f5
Meer in aanmerking kwam Td8.
9. b2 — b3 P f6 — e4
23. g4 X f5 L c6 — d7
10. Ld3 X e4 ? Op Tfö: zou volgen 24. Tf5: ef5: 25.
Niet goed! Beter ware Dc2, gevolgd
e6 Pg6f 26. Ivhl en volgend Tgl.
door Pd 2.
24. f5 —f6 h7 — h5
10.... f5 X e4
Nog het beste in deze en dergelijke
11. P f3 —e5 Lc8 —d7 stellingen.
Reeds hier kon Zwart met Pe5 : L2. deo : 25. c5 X b6 c7 X b6
dc4: 13. Dd8: (bc4 : I)h4 14. o—0 b6
15. Pd2 Tf7 16. Tdl Lb7) Td8:14.bc4:
26. Tf2— g2+ Kg8 — h7
b6 15. Tel La6 16. Lb2 Ïd3 het iets Beter ware Kh8.
betere spel krijgen. 27. Lb2 —a3! b6 — b5
12. f2 —f4 a7 — a5 28. a4 X b5 L d7 X b5
Beter ware ook hier nog Pe5 de tekst 29 Kgl—hl a5 — a4
zet heeft zeker ten doel, om na Pe7 Wit
30. b3 X a4 L b5 X a4
te verhinderen Lb4 te spelen; hij verzwakt
echter Zwart's damevleugel. 31. Tal— gl Ta8 —a7
Stand der partij na den 31sten zet van Zwart.
13. 0—0 P c6 — q7
14. Ddl—el b7 —b6
Beter ware nu a4.
15. a2 — a4 T f8 — f6
Hier had Zwart Le8 en dan Pg6 moe
ten spelen.
16. c4—c5 ! Ld7 — c6 ?
17. L c3 — b2
In aanmerking kwam Ta2 en daarna
o'4 en Tg2.
17 Dd8 — e8
18. T fl — f2 Pe7 — g6
19. Del —c3 Pg6 X e5 32. D c3 — el
Nu helpt deze ruil niets meer; W it staat Hier en ook in de volgende twee zet
op beide vleugels beter. ten had Wit sterker kunnen vervolgen met
283
Eindspelen.
ouuiu eener partij, in 1894 te Am r,ene voor eenige jaren te Winschoten
sterdam gespeeld tusschen M. S. Vet en tusschen J. D. Tresling en A. Woldendorp
J. D. Tresling. gespeelde partij bereikte na het leven-
J. D. Tresling (Zwart). A. Woldendoru CZwart.V
Er volgde: 21. Lfö ! (Beslissend!), Td8 1 won de kwaliteit terug! Daar de heeren
22. Dc6:f, Td7 [op Kf8 volgt 23. Le7 :f, meer dan zeven uur over de partij had-
Ke7 : 24. Tf7:f, Df7: (Kf7: 25. Dc7f, v. Lennep en Cole (Zwart).
Ke8 26. Teif) 25. Teif, Kf8 26. Tfi
en wint.] 23. Tadi, Dg4. en Wit geeft
in drie zetten mat. —
Nevenstaande positie kwam voor in een
in April 1896 te Hastings gespeelde con
sultatiepartij tusschen Blackburne Chap-
raan en Van Lennep-Cole.
Er volgde nu: 1. PC4, Td3 : 2.Te7f,
Kb8 ! 3. Pa5. Nu scheen het inderdaad,
dat de Engelsche matador en zijn schaak-
maecenas zouden winnen, want op 3. ...,
Td8 wint Wit met 4. Pcóf, terwijl op
Tf8 volgt: 4. Pc6-[-, Kc8 5.Pa7:t, Kb8
6. Pcóf, Kc8 7. Ta5 en wint. Zwart Blackburne en Chapman (Wit),
echter speelde heel leuk: 3 —•, Tdif!
den gespeeld, werd zij maar remise ge
4. Ka2 (KC2, Tcif 5. KEI:, Pd3f),
geven, hoewel Zwart een pion vóór was.
Td8 5. Pcóf, Tc6:! 6. Tc6:, Pd5 1 en
***
Nog een belangrijke mededeeling! Met deze aflevering beschouwt het Hoofdbestuur voorloopig den
Pr0b1een1-6/;M.S',9ing.9wedstrijd als afgeloopen. Eene nieuwe regeling van den wedstrijd in probleem-
eompositie zal in het eerstvolgende nummer worden bekend gemaakt.
BANDJES, IV 233, 237, 284. Nog steeds in 't rechte spoor, III 330.
Op een dwaalspoor, door C. C. W. Mann. III 344.
BERICHTEN (VERSCHILLENDE) UIT:
Wedstrijd Arnhem, III 244, 288.
Amersfoort, III 127, lil, 188.
Welk stelsel is billijker? door C. C. W. Mann.
Amstelveen. III 23.
III 303. 304.
Amsterdam, III 23, 69, 83, 116, HO, 189, 379,
Original und Nachbildung, IV 261.
IV 28, 268.
Een moderne Nederlandsche schaakrubriek, door
Arnhem, III 27, 70, 119, IV 3, 202, 269.
den Hertog, IV 269.
Australië. III 30, IV 182.
Appingedam, III 28, 29, 124. BOEKAANKONDIGING EN -BEOORDEELING.
'sGravenhage, III 29, 71, 125, 379, IV 29, 267. Internationale Schachturnier, (Das) zu Hastings
IV 224.
Groningen, III 28, 128, 190, IV 264.
Hastings, III 73, 130, 193. Neurenberger Congresboek, IV 182.
London, III 31, 129, 199. BONDSZAKEN, III 1 , 43, 83, 142, 201, 343, IV 1 , 33
New-York, III 30, 43. 137, 181, 233, 237.