Professional Documents
Culture Documents
1899 Tijdschrift Van Den NSB Vol 07 - Desconocido PDF
1899 Tijdschrift Van Den NSB Vol 07 - Desconocido PDF
ruoscHRfn
FAN DEN
ITDEBUNOSCHEN
SCHAAKBOND
VAN DEN
NEDEBLANDSCHEN SCHAAKBONI).
ZEVENDE JAARGANG
1899.
Mieses—Esser, Fr. p., 162. Muckenzie, 139, 140, 229, 231, 232.
Esser— Muller, Sp. p. 1(13. Magner, 253.
Jackson—Esser, Fr. p., 239. Mannheimer, 252, 253, 277, 278.
Ma rik, 277.
Doulile-rounil tourn. 1899.
Maximow. 167, 194,203, 277.
Lasker—Blackburne, Sp. p., -210.
Mikyska, 201.
Blackbarne Lasker, dS op., 212.
Mol Ier, 253, 278.
Lasker—Tschigorln, Sp. p., 261.
Nemo, 51.
Moskou 1899. Pospisil, 256.
Lewitzki—Tscblgorin, Sp. p., 282. Rummel, 51.
Jankowitscb—Schillers, Sic. p„ 283 Salminger, 80.
Lewitzki—Jankowitsch. Ween. p., 284. SchrUfer, 229.
Verschillende. Shinkman, 204, 256.
Showalter—Pillsbury, Sp. p., 28. Smutny, 139, 253.
Maroczy—Schillers, Gew. I). Gt.. -29. Tanner, 229.
Tarrasch—Steinitz, Sp p , 30. Traxler, 195, 204.
Janowski—Trenchard, Sp p., 30. Trcala, 50, 229.
Soerabaya—Batavia, Sp. p., 92. Vergani, 51.
Jasnogrodsky—Kaiser, Gew. I). Gt.. 160. Vetesnik, 80.
Campbell Finlayson, Dp. t. Kp. 210. Ztmmermann, 204, 252.
PROBLEMEN. Van Nederlanders.
PROBLEEM-Construclie, 231
Van Beek, 194, 252, 277.
Oeconomie, 170, 254.
Van Beek en Van Dijk, 167.
Matreinbeid, 255.
Van Beveren, 96, 228.
Wedstrijden, 26, 27, 52, 80, 81, 99, 139, 140, lil,
Colpa, 24, 47, 100, 167, 228, 229, 253.
182, 230, 231, 279.
Dewald, 77, 96,136.
Oplossings-wedstrgden, 4, 79, 98,123, 138.140,169,
Van Dijk, 47, 96, 136, 194, 203, 228.
Van Eelde, 24, 145, 228, 252, 278. 196, 206.
Oplossingen, 26, 49 , 79, 98, 138, 169, 196,205,206,
Heycop len Ham, 204.
De Jong, 50, 136 230. 254, 279.
Original und Nacbbildung, 139, 145, 197, 205.
Kamstra 77, 96, 136.
Mann, 195. REGLEMENTS WIJZIGING, 114, 184, 225.
Markx, 24, 47, 77, 100, 136, 167, 194, 195, 203,
228, 252, 277. SCHAAKSPELLEN, 115, 166, 201.
Mendes da Costa, 24, 47, 77. SCHAAKSTEMPELS, 84, 166, 249.
Oskam, 77.
Van de Redactie voor den Oplossingswedslrijd, SIMULTAAN-VOORSTELLING.
25, 48, 78, 97, 137, 168. Benima, Rotterdam, Jan., 43.
Peet, Hilversum, Maart, 91.
Van Buitenlanders.
MuntjewerfT, Purmerend, Juli, 157.
Bayersdorler, 278.
Foreest, Leiden, 258.
Breton, 231.
Foreest, Rotterdam, 260,280.
Chocholous, 278.
j Loman, Leiden, Aug, 207.
Clsar, 139.
"" | Heemskerk, Arnhem, Sept. 233
Corrias, 51.
Dittrich, 139. W. STEINITZ Interview, 134.
Dobrusky, 167.
Erlin, 50, 51, 115. THEORIE.
Erlin en Nemo, 80. Spaansche partü, 67.
Feigl en Nemo, 167. VARIA.
Feigl, 50, 52, 80, 195. Interview bü Steinitz, 134.
Fridlizius, 257. Een vermakelijke partij Schaak, 159.
Galitzky, 232, 278.
Von Gottschall, 139. WEDSTRIJDEN.
Guest, 232. Berichten.
Jespersen, 277. Correspondentie-wedstrijd, 2. 39, 227.
Karstedt, 51. Berlijn, 95.
Kotrc, 256. Londen. 95, 133, 152, 164, 208, 236.
Ruskop, 231. Groote Bondswedstrijd, 185.
Laws, 204, 232. Internat. Hoofdkl. Wcdstr. 4, 40, 62, 87, 115,152,
Loyd, 256. 201, 235.
VI REGISTER OP IJ EN ZEVENDEN JAARGANG.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN KHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter.
W. H. M. DB VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER,
Q-eldersehe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas van Gent, J. F. S. ESSER, J. W. TE KOLSTÉ,
W. B. H. MEINERS, Dr. A. G. OLLAND.
Van dit blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordl
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a 15 cents en een gebeele jaargang ii f 1.50, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
D. Keestra, Leeuwarden. W. J. L. Verhoeven, Kampen.
S. T- Margolin, Amsterdam. N, J. ten Bosch, Utrecht.
B. Breijink, Kampen. W. Middelveld Viersen, Utrecht.
J. H. de Bois, Amsterdam. Meijer, Leeuwarden.
J. j}. Groenman, Groningen Tj. Oosterloo, Leeuwarden.
J. W. van Groningen, Groningen. Dr. G. R. Goldberg, Amsterdam.
R. Meijer, „ G. V. van der Schooren, Arnhem.
J. Onnes, „ B. J. Wetter, Utrecht.
L. A. Kleijntjens, Rotterdam. C. Halbertsma, Leeuwarden.
Aan alle leden mijne beste wenschen bij den aanvang van het nieuwe jaar.
DE BON DS-S EC RETARIS.
1
2
Correspondentie.
A. \ . te L. Er bestaat geen bezwaar, 3 April den kleinen wedstrijd te Leeuwar
den te houden.
Wat men door toewijding kan doen, bewijst u : kort geleden telde Leeuwarden
3 leden, thans reeds 12. Ik hoop dat uw voorbeeld bij andere leden navolging vinde.
DE BONDS-SECRETARIS.
Den lezer bij de intrede van het nieuwe jaar 1899 mijne beste heilwenschen !
Het vorig jaar, het jubileumjaar van den Bond, liep niet voorspoedig voor het
Tijdschrift.
Onze ijverige Hoofd-Redacteur den Hertog werd door verschillende werkzaam
heden en bezigheden aan de Redactie onttrokken, en toen de ondergeteekende
hem opvolgde, was er aanvankelijk ook stoornis in mijn arbeid, zoodat eigenlijk
eerst de November- en Decembernummers goed slaagden, ofschoon te lijvig omdat
te veel was in te halen.
Een woord van welverdienden dank daarbij aan de steeds volijverige mede-
Redacteuren blijve niet onuitgesproken.
Nu het Nieuwe Jaar begon, had de ondergeteekende de beste voornemens om
den nu komenden jaargang regelmatig en goed af te leveren.
Maar ziet, nauwelijks is de groote drukte van mijne kantoorwerkzaamheden
met Oud- en Nieuwjaar voorbij, of nu word ik zelf ziek.
Het gevolg is, dat ik, ofschoon ik hoopte u al de partijen van den Tweekamp
tusschen Janowski en Showalter te kunnen geven, slechts twee kon geven. En
verder maar een deel van wat ter beschikking in de portefeuille ligt, doe afdruk
ken, in de hoop tegen Februari mijn werk ordelijk te kunnen hervatten, zoo de
Heer mij herstel geeft.
Neem dus, waarde lezer, ook deze maand met een wat haastig in elkaar gezet,
althans niet naar mijn smaak afgewerkt nummer, met te veel tekst en te weinig 1)
partijen, genoegen.
Wij hopen latere nummers beter te mogen afwerken.
Sas van Gent, 11 Januari 1899. DE HOOFD-REDACTEUR.
1) Daar brengt de post mij juist te Kolsté's bijdrage!
Errata.
In het register van den jaargang 1898 zijn, onder de partijen, gerangschikt naar
e openingen, alle partijen uit het Decembernummer vergeten. De opmerkzame
lezer, die het Tijdschrift goed wenscht te gebruiken, wordt vriendelijk verzocht
deze fout te herstellen van den boetvaardigen
HOOFD-REDACTEUR.
Correspondentie Wedstrijd
Aan dezen wedstrijd kunnen deelnemen 30 spelers, verdeeld zooveel mogelijk
naar de kracht der spelers, in 6 groepen, ieder k 5 spelers.
Voor iedere groep worden beschikbaar gesteld 2 prijzen bestaande uit kunst
voorwerpen of schaakwerken.
3
De leiding van den wedstrijd wordt door het bestuur opgedragen aan den
Bonds-Secretaris. ^ HET BESTUUR.
I I I
Op mijn in December gedane vraag mocht ik van verschillende zijden bewijzen
van instemming ontvangen; zelfs is nu reeds iemand bereid, voor het bewuste
doel jaarlijks f 25,— dotatie te verstrekken, twee andere ieder ƒ 5.—.
Vóór alles is echter noodig, dat behalve instemming met het voornemen, ook
het tot stand komen verzekerd zij en daarvoor is noodig ƒ 600. .
Vrees niet, waarde lezer, dat i< evenals verleden jaar in iedere Afl. opnieuw
een beroep zal doen op uwe offervaardigheid. Het 2 5jarig bestaan van den Bond
moest door flinke wedstrijden gevierd worden. Een internationale Hoofdklasse
wedstrijd is niet strikt noodig; men houde echter in toog, dat de Nederlandsche
Schaakbond in de laatste jaren aanmerkelijk is vooruitgegaan, en die vooruitgang
brengt zijne eigenaardige verplichtingen mede. Ook het Buitenland moet onder
vinden dat de N. S B. onder zijne leden spelers telt, die niet bevreesd zijn, den
strijd met buitenlandsche spelers aan te binden. Door dergelijke internationale
tournooien wordt het schaakleven in Nederland verhoogd en zullen ook wij in
ons midden spoedig schakers kunnen aanwijzen, die voor menig „Meister niet
behoeven onder te doen.
Zal een internationale Hoofdklasse-wedstrijd dit jaar kunnen worden gehouden,
dan moet er op velen uwer gerekend kunnen worden en daarom verzoek ik ieder,
die bereid is daarvoor gelden af te staan, mij dat vóór 5 Februari te doen weten.
Men versta mij wel, ik verzoek geen geld te zenden, maar alleen op te geven,
wat men zal willen bijdragen, voor 't geval dat de wedstrijd doorgaat.
Amsterdam, Januari 1899. D. B. MEIJER.
Jubileums-Oplossingswedstrijd
voor buiten Europa wonende Bondsleden.
Slechts één Bondslid heeft in deze afdeeling medegedongen, nl. de Heer
,<?. F. Kleinbentink, te Mr. Cornelis.
Ziehier zijn score :
Nos. 123456789 10 11 12 Totaal:
2 10 2 -2 5 3 18 9 3 4 4 8 66 punten.
Hoewel den Heer K. in 't geheel geen concurrentie is aangedaan, meen ik, dat
zijn deelnemen aan het Jubileum van den Bond behoort te worden gewaardeerd,
en dat hem dus een prijs moet toegekend worden. In aanmerking genomen
echter, dat bovenvermelde score hem plaatst tusschen de nos. 20 en 21 van den
Nederlandschen wedstrijd (zie Blz. 168 van vorigen Jaargang), meen ik, aan het
Hoofdbestuur te moeten voorstellen, den Heer S. F. Kleinbentink niet den eersten,
maar den tweeden prijs toe te kennen, bestaande in een diploma met een bedrag
van ƒ 7,50.
Ten zeerste betreur ik — en zeker de meeste Bondsleden met mij —, dat onze
Jubileums-wedstrijden in de afdeeling voor buitenlanders totaal zijn mislukt.
Amsterdam, Januari 1899. H. J. DEN HERTOG.
Begrooting 1899.
ONTVANGSTEN. UITGAVEN.
Saldo Rekening 1898 ƒ T — Tijdschrift drukken (11/2 vel per maand). . ƒ 450 -—
Contributie: Idem verzenden (met schrijfloon adressen) „ 206 —
A. — 440 Rechtstreeksche Leden k f 2.50. iIOO _ Prijzen, groote Wedstrijd 300 —
B. — 165 Afdeelings- en Clubleden . . . n 190 — Idem, kleine Wedstrijden „ 110 —
Donateurs i5 xio — Idem, Probleem-Wedstrijd 48 —
Inleggelden, groote Wedstrijd „ 55 _ Onkosten:
Idem, kleine Wedstrijden (> so _ A. — Redactie Tijdschrift „ 50 —
Opbrengst Reglementen m ig — j3 — yan (jen Secretaris ,, 100 -—
Verkoop I ijdschriften 15 — C. — ,, ,, Penningmeester 65 —
D. — Inningskosten van de Afdeelingen en
S
v Clubs 16 —
E. — Van de Wedstrijden 50 —
F. — Reis- en Verblijfkosten voor kleine en
groote Wedstrijden 50 —
Enveloppes voor het Tijdschrift, Drukwerk enz. „ 55 •—
Diverse Uitgaven 35 —
x\ Saldo op nieuwe Rekening 1—
/ 1536 — / 1S3Ö —
ingezonden stukken.
Geachte Heer Hoofd-Redacteur van den Nederl. Schaakbond!
Met aandacht heb ik de verschillende correspondentiën in het Tijdschrift van
den Nederl. Schaakbond betreffende het incident te Kolsté—Loman gelezen.
Zeer prijzenswaardig vind ik het, hierin te zien, dat verschillende heeren zoo
meegaand mogelijk zijn voor iemand, die op het punt is een partij te verliezen
door overschrijding van tijd.
Volgens mijn oordeel moest een speler, die den bepaalden tijd, hem door het
reglement toegezegd, overschreden heeft, zelve inzien, dat hij zijn partij verloren heeft.
Ik ben het volkomen met den heer te Kolsté eens, dat het reglement niet als
een wassen neus mag beschouwd worden. Reglementen worden gemaakt om ze
te handhaven, niet om er mede te schipperen.
Voor zoover ik wel eens een schaakwedstrijd heb bijgewoond, heb ik de over
tuiging gekregen, dat er spelers zijn, die geen genoegen hadden genomen met de
uitspraaK der Commissie.
Als een speler zijn bepaald aantal zetten in den voorgeschreven tijd niet heeft
gemaakt, moest hij, mijns inziens, fair genoeg zijn, zijn partij op te geven, en er
geen „Cabinetskwestie" van te maken.
Iedereen was het er over eens dat er tijdsoverschrijding was, dus de partij was
volgens het reglement verloren.
Wat de heer Meijer voorstelt, om voor iedere minuut tijdsoverschrijding een gul
den boete te heffen, ben ik beslist tegen; daarvoor zou iemand zich voor vijf
gulden de weelde kunnen veroorloven, nog eens kalm alles na te zien, en daar
door een partij, en misschien ook den eersten prijs te winnen.
Ik ben het volstrekt niet eens met het beweren, dat het jammer zou zijn,
dat een zwakkere speler een partij zou winnen tegen een sterkere door overschrij
ding van tijd van den laatste; de sterkere speler is niet sterker, wanneer hij tegen
een zwakkere in tijdnood komt.
Ik beaam volkomen de bewering van den heer van Foreest, dat men gewoon
lijk als vrienden in een wedstrijd bij elkaar komt, en men wel zoo beleefd mag
zijn elkaar te waarschuwen voor gevaar van tijdsoverschrijding.
Wanneer ik in 't geval van den heer te Kolsté geweest ware, zou ik geen ge
noegen genomen hebben met de beslissing der Commissie, en had zeer zeker on
middellijk den wedstrijd verlaten.
Ik bewonder dan ook de meegaandheid van dien heer j zeer zeker heeft hij
geen stoornis willen brengen in den wedstrijd door zich terug te trekken.
Hoogachtend,
Parijs, 31 Dec. 1898. M. S. VET.
Naar aanleiding van het voorstel door den Bonds-Secretaris, den heer
H. D. B. Meijer, voorkomende in de aflevering van December j.1., wensch ik in
de plaats daarvan in overweging te geven, de thans bestaande bepaling te hand
haven, echter met deze bijvoeging:
De tegenpartij is verplicht te waarschuwen, dat de tijd is verstreken. De ge-
7
waarschuwde moet nu, op straffe zijn partij te verliezen, binnen tien tellen (10
seconden) zijn zet doen. *)
Immers het doel van de bepaling dat in 't uur een bepaald aantal zetten moe
ten gedaan worden, is alleen om een partij niet te lang te laten duren, nimmer
om daardoor de tegenpartij een partij te doen winnen; echter is 't noodig om een
straf op die bepaling te zetten. Door mijn voorstel verkrijgt hij, die zijn tijd
verbruikt heeft, slechts de gelegenheid om zijn zet te doen, doch geen tijd meer
om te denken. Door het voorstel Meijer, kan men tegen betaling van f i,— de
minuut, nog vijf minuten bedenktijd koopen, hetgeen vermeden behoort te worden.
Het Bondslid,
Mr. P. A. L. MAC-LEAN.
*) Voor een dusdanige bepaling, is veel te zeggen. MEIJER.
partijen, die hij speelt, zonder belang, maar heeft een even sterk mededinger
bovendien weinig of geen kans op den isten prijs.
*
* *
Met ingenomenheid heb ik uwe beschouwingen over het incident Loman—te Kolsté
gelezen. Echter wensch ik, als zijnde in de zaak betrokken, daaromtrent nog een
en ander in het midden te brengen.
In een ingezonden stuk stelt de schrijver den eisch, dat men zich letterlijk
aan de bepalingen van het wedstrijd-reglement moet houden. Maar in werkelijk
heid doet men dat ten opzichte van de bepaling omtrent het aantal zetten, dat in
het uur gedaan moet worden, slechts zelden. Men neemt volgens usance aan, dat
de stand van den wijzer van het klokje van den respectieven speler met juistheid
den door hem gebruikten tijd aangeeft. Dat is echter lang niet altijd het geval.
Vooreerst zijn die klokjes niet nauwkeurig genoeg afgewerkt om den juisten tijd
te kunnen aangeven, en ten tweede wordt niet in aanmerking genomen, of iemands
klokje geloopen heeft, terwijl zijn tegenpartij aan den zet is.
Zooals ook de heer te Kolsté opmerkt, hangt de beoordeeling van den stand
van den wijzer af van scherpte van gezicht, stand der klok, gestalte van den
speler. En wel vooral daarom omdat de groote wijzer i's centimeter en meer van
de wijzerplaat verwijderd is. Daardoor is de stand van het eindpunt van dien
wijzer, bepaaldelijk wanneer hij verticaal staat, alleen dan goed te beoordeelen,
wanneer de lijn, die het midden van het oog van den waarnemer met dat punt
verbindt, loodrecht op de wijzerplaat staat. Wanneer men met twee oogen ziet,
wordt de wijzer door het eene oog op een andere plaats van de wijzerplaat ge
projecteerd dan door het andere. Indien men nauwkeurig zou willen opnemen of
de tijd verstreken is, zou men een fijn instrument noodig hebben, gelijk de natuur
kundigen bij hunne onderzoekingen gebruiken. Maar ook daarmede zou men niet
tot een afdoend resultaat komen, want de wijzers van de klokjes zijn niet zoo
nauwkeurig bevestigd, dat de mogelijkheid is buitengesloten, dat zij door een
directe of indirecte schok aan het klokje een weinig kunnen verspringen.
In het bovenstaande heb ik aangetoond, dat een letterlijk kunnen opvolgen der
wedstrijdbepaling eene illusie is; en dat men dus gerechtigd is geen tijdoverschrij-
ding aan te nemen, voordat de wijzer het kritieke punt even voorbij is. Maar
hoever? In het bewust geval heb ik mij er voor verklaard als criterium van tijd-
overschrijding aan te nemen, dat van de zitplaats van den speler die overschrij
ding waarneembaar moet zijn. Het komt mij voor dat voor de billijkheid van dit
criterium pleit, dat een speler het recht heeft te verwachten, dat een bestuur, dat
van hem eischt, dat hij zich aan eene bepaling zal houden, ook zorg draagt, dat
het hem zonder bezwaar mogelijk is zich er van te overtuigen, of hij dat al of
niet doet en dat het geen strafbepaling toepast, zoolang dat niet het geval is. Ik
geloof ook, dat het scheidsgericht, wanneer het, zooals door u, mijnheer de redac
teur, zoo schoon gezegd wordt, in den geest van de vastgestelde regelen tracht in
te dringen, en naar dien geest de juiste oplossing der quaestie zoekt, tot een der
gelijk criterium komen moet.
Ik kan echter niet ontkennen dat aan het aannemen van het genoemde
9
criterium het groote bezwaar verbonden is, dat daardoor aan de wedstrijdbepaling
een zoo wenschelijke objectieve grondslag ontvalt.
*
* *
Volgens inlichtingen, die ik heb ingewonnen, is het op buitenlandsche wedstrij
den niet verplichtend de tegenpartij te waarschuwen, wanneer deze kans loopt den
tijd te overschrijden. De strafbepalingen worden zeer verschillend toegepast. Op
den wedstrijd te Manchester ('90) overschreden verscheidene spelers den bedenk
tijd, zonder dat de straf in een enkel geval werd toegepast. Op de Duitsche wed
strijden worden de bepalingen uiterst streng toegepast.
Volgens mijne zienswijze was het overeenkomstig het feestelijk karakter van
onze jubileumwedstrijden, om de strafbepalingen in milden geest toe te passen.
Ook mag men ongetwijfeld aannemen, dat het voor de velen, die voor het tot
stand komen daarvan onzen Bond gesteund hebben, en die later met belangstel
ling de daar gespeelde partijen nazien, veel bevredigender is, dat die partijen ten
einde gevoerd worden, dan dat zij onverwachts afgebroken worden. Is dat in het
algemeen waar, te meer klemt dat, waar het een partij van meesters als de heeren
Loman en te Kolsté geldt.
Voor het vervolg zal de bepaling anders geredigeerd of gewijzigd moeten wor
den. Het zou mij voorkomen het beste te zijn om te bepalen, dat de speler, die
tijdoverschrijding constateert, verplicht is te waarschuwen; en dat dan de in
verzuim zijnde speler, op straffe van verlies der partij, binnen 2 minuten de ont
brekende zet of zetten doen moet. De bepaling dier twee minuten zou door de
secondewijzers der klokjes of door zandloopers kunnen geschieden. Er zouden
nog bepalingen gemaakt moeten worden voor het geval, dat een speler zijne in
verzuim zijnde tegenpartij niet waarschuwt.
Ik eindig met u, Mijnheer de Redacteur, te bedanken voor de verleende plaatsruimte.
Leiden, 6 Januari 1899. Dr. A. VAN RHIJN.
Deze drie ingezonden stukken plaatsten wij naar de volgorde waarin wij ze
ontvingen.
Wij ontvingen nog een zeer gewaardeerd schrijven van onzen mede-redacteur
Meiners, met de keus het te plaatsen of als privé- te beschouwen. Daar het in
hoofdzaak neerkomt op wat de heer Mac-Lean aanbeveelt, plaatsen wij het nu niet.
Tot welke zonderlingheden men komt als men geen onderscheid maakt tusschen
spelregels, rechtstreeks voortvloeiende uit den aard van het schaakspel, en wed
strijdregels, die buiten den innerlijken aard van het schaakspel liggen, blijkt uit
het stukje van den heer Vet, die aan vele Amsterdamsche schakers en ook aan
ons bekend is als een goed, en ook aangenaam schaker.
Welnu, de heer Vet argumenteert niet veel; maar hij poseert liever een axioma >
en een zijner weinige argumenten is: „dat een sterker speler, die in tijdnood komt
„tegen een zwakker speler, daarmee bewijst zwakker te spelen." Dat staat er heusch !
En verder geeft de heer Vet, zoo vol eerbied voor wedstrijdregelen, een raad
aan den heer te Kolsté, die kort en goed alle wedstrijdspel onmogelijk maakt.
Want waar de mededingers zich niet onder discipline stellen van de regelende
IC
comités, en ooit denken aan uittreden, zoolang een comité niet blijkbaar met op
zet te kwader trouw handelt, daar is geen ordelijke wedstrijd mogelijk; en ten
slotte ook geen Bond.
Intusschen is de quaestie van geringe, onwillekeurige tijdsoverschrijdingen nu
van alle kanten besproken.
Onzen besten dank aan al de inzenders!
Het Bestuur, en ten slotte de Algemeene Vergadering, hebben te beslissen wel
ken koers het hiermede nu uit moet. Het Bestuur heeft nu de keus tusschen de
stelsels: van Foreest—Vet, Meijer, Mac-Lean—Meiners, van Rhijn (dat met het
vorige bijna identiek is) of het mijne.
In ieder geval kunnen de leden gerust zijn, dat wat besloten wordt wel gecodi
ficeerd in de wedstrijdregelen zal verschijnen. Behalve den heer van Foreest,
komt juist aan mij de eer toe, strenge regelen, met strenge toepassing daarvan,
op de wedstrijden te hebben gebracht. Het is ons niet te doen om revolutionair
de regelen weg te werpen, maar om de eenmaal ingeslopen o. i. verkeerde regelen
te verbeteren.
Mocht een der leden hierover nog iets op het hart hebben, dan wende hij zich
nu niet meer tot mij, maar tot het Bestuur.
Het debat is nu hiermede gesloten. DE HOOFD-REDACTEUR.
Binnenland.
Kleine Jubileum-Wedstrijd te Groningen, 11 December 1898.
Deze wedstrijd had een succes, zooals nog zelden onze kleine bondswedstrijden
opleverden, misschien ten deele omdat ditmaal geen inleg werd gevorderd.
Wel was het aantal deelnemers weder niet groot, namelijk 8 in de eerste klasse
en io in de tweede. Maar dikwijls bleef het aantal nog verre beneden deze
cijfers; en ook ditmaal waren deelnemers aan vroegere jubileum-wedstrijden uitgesloten.
Daarentegen had de schaakvereeniging Staunton op zeer ruime schaal den Bond
gesteund met prijzen voor een tombolawedstrijd, en daaronder zeer fraaie. En
deze tombola wedstrijd vond zóóveel bijval, dat niet minder dan 6o partijen om
tombolaprijzen werden gespeeld, terwijl nagenoeg al die spelers tot het einde toe
aanwezig bleven, omdat eerst na afloop der laatste wedstrijdpartij, des avonds te
negen ure, tot algemeen vermaak de loting plaats vond, voor de toekenning der
gewonnen tombolaprijzen.
De deelnemers en de uitslag in de eerste klasse waren:
1. J. Meijer, Groningen. j ^
2. G. Bruins, Baflo. ) i .
R wint Heeren wint teëen
3. Dr. R. J. Escher, Groningen. , .
4. R. Heeren, Ternaard. H
j ' ^| I B" Bruins^
leider van den wedstrijd, de heer Runsink, geassisteerd door de lieeren van Rhijn, van Groningen
van der Woude en Dr. Escher, uitgewezen als gewonnen door de als winners genoemde spelers.
Aldus werden de prijzen gewonnen door de heeren:
R. Heeren, Ternaard, len prijs.
B. Bruins Kzn., van Baflo, 2den prijs.
Gr. Bruins, van Baflo, 3den prijs.
K. Dijkveld Stol, van Eenrum, 4den prijs.
Alzoo gingen alle prijzen naar het platte land. Maar men vergete niet, dat de sterkste Groninger
spelers waren uitgesloten, omdat zij hadden deelgenomen aan den jubileum-wedstrijd te 's Graven-
hage, terwijl Dr. Escher in de eerste ronde werd afgespeeld door den eersten prijswinner. Daarbij
zijn de Ommelanden bekend wegens de talrijke goede spelers, en is de heer Heeren vermoedelijk
wel de sterkste schaakspeler uit Friesland.
12
Hieronder volgen eenige der partijen; maar naar aanleiding daarvan moet ons
een enkele opmerking van 't hart. Dat sommige partijen wel wat zwak gespeeld
werden, kan aan gemis aan tijd liggen; sommige goede partijen zijn ontsierd door
soms een wederzijdsche blunder, dat wil zeggen een blunder, waarvan de tegen
partij geen gebruik maakt, zoodat die blunder geen invloed uitoefent op den uit
slag der partij. Maar wat erger is, is dat bijna geen *) partij ons bereikte zonder
tal van schrijffouten, zoodat we zet op zet moesten raden wat er geschiedde! Dat
is niets dan slordigheid. Laten de schaakspelers toch leeren inzien, dat men zijn
tijd niet verknoeit door nauwkeurig op te teekenen. Integendeel, wie zich de
moeite geeft acht te slaan op den naam der velden waar vandaan en waarheen
hij zijn stukken wint daarmede aan recht inzicht der stelling. Wij voor
speelt,
ons noteeren onze vluggertjes inenkele notatie; maar bij wedstrijdpartijen nemen
wij de moeite om de dubbele notatie te gebruiken, omdat wij dit als een uitstekend
middel kennen om ons tot rustige kalmte te dwingen.
No. 535. Wit: Dr. R. J. Escher. Zwart: R. Heeren.
Siciliaansclie partij.
ï. e4 C5 14. Dd2 K h7 27. D e 3 : P e3:
2. P f3 e6 15. hs Pd4 28. T f7 : Pdi:
3. d4 cd 16. L h 4 L e6 29. T h 7 f Kg8
4. P d 4 : P f6 17- f4") g f e. P- 30. Th6: c ) P f2
5 P C3 Pc6 18. o—o—o T g8 31. L g6 P g4
6.' L f4 L b4 19- gf P f
3: 3'- T h7 P f6
3. L b 5 aó 6. L e 3 L e7 9- p bdz b5
Wit heeft een paard en een pion meer, maar zijne stukken staan lang niet zoo
Zwart (aan den zet): Schortinghuis. guitig als de zwarte, en vooral de witte
jvomng en rvunm^biurcii autaii uuguuaiig.
Zwart zag hier blijkbaar wel iets van. Althans
hij speelde een niet onaardig, maar vergeefsch
offer: 20.... Tei| 21. Kei: Dcit 22. Ke2,
Dc2 :f 23. Kei (nog beter was Kf3) Te8f
(beter was dan nog Dci|; maar ook dan
ontkomt Wit) 24. Te2, Dcif 25. Kf2, Tc8;
26. Dd4: TfBf 27. Pf3, Dhi: en Wit won
natunrlijk ten slotte.
Zwart had echter heel wat meer moeite aan
Wit verschaft door 20 Das te spelen, en
dus te dreigen met mat op ei en met Da2 : Ik
zou niet gaarne beweren dat Wit nu na iederen
anderen zet verliest of remis door eeuwig
Wit: G-üppertz.
schaak moet ondergaan, maar werkelijk vind
ik slechts éen bevredigende verdediging voor Wit, en die is niet zóo voor de
hand liggend öf 20.... Da5 mag voor Zwart althans zeer kansrijk worden ge
noemd. De eenige verdediging, waarmee ik winst voor Wit kon vinden, was:
2i. Pe2! Da2:! 22. Pci, Db2: 23. C4! Da3; 24. Ta2. Bepaald merkwaardig is
de rijkdom van aanvallen die Zwart op a2, b2, ai, bi, b4, a5 en C3 krijgt, in
dien Wit het waagt 21. Pf3 of Td2, of Te2 of Ph3? te spelen, en ook 21. C3,
Da2: 22. Tc2 helpt Wit niet wegens mat in 2 zetten 22.... Dbif en 23 Dd3:f
mat of Deif mat, of 22. Kc2 wegens Da4f 23. Kd2! Dai!
Mogen deze opmerkingen er iets toe bijdragen dat spelers met talent de moeite
nemen om eerst de gevolgen van hunne zetten door te rekenen en op kritieke
momenten hunner partij eens alle hoekjes na te speuren of er nog een kans
bestaat verlies te keeren.
De vrees, die er een oogenblik bestond, voor niet voldoende deelname is dan
ook niet bewaarheid: 14 spelers is inderdaad geen kleinigheid, als men bedenkt,
dat b. v. eenige jaren geleden in Gouda (Groote Bondswedstrijd) zes (!) spelers aan-
wezig waren.
Alle soorten uit ons schakersrijk waren vertegenwoordigd, te weten : één hoofd
klassespeler, 3 eerste en 10 tweede. Dit gezelschap, plus de zeer belangstellende
waard (welke belangstelling wel blijken kan uit het feit, dat hij eens een cognacje
Uitloofde voor den overwinnaar eener zeer interessante partij) dit gezelschap dan
was Zondagmorgen 18 December met een kouwig-katterig-gevoel-van-vroeg-uit-
verschillende-plaatsen-komend, kennismakend. Nu, die kennismaking was al heel
gauw in orde, gezellig onofficieel.
De voorbereidingen waren spoedig getroffen; de Secretaris even vermeldend
eene nieuwe regeling kleine wedstrijd, een voorstel, met het oog op het gering
aantal eerste klasspelers in ééne klasse te spelen, met onderling goedvinden aan
genomen, (waarbij gewerkt zou worden met voorgift van pion en zet en voor hoofd
klassespeler aan 2de klas pion en 2 zetten; ten slotte loting en in een wip de slag
begonnen!
Verdienstelijk ging het, ook snel, o. a. waren twee zeer vlugge heeren met hun
20 zetten ieder binnen een kwartier gereed! Records moeten er wezen! Dit zal
voorzeker wel eenigen tijd op hunnen naam blijven staan. Binnen een drie kwartier
vielen enkele lijkjes, aan „hangepartieen" werd niet gedaan, zoodat de eerste ronde
voor twaalf ten einde liep.
Het heilige vier was en bleef er in. Voor éênen spoedde ieder zich weer naar
boven en ten tweede male werden sommige klokjes in beweging gebracht en
papieren te voorschijn gehaald, sommige, daar velen 't wel zoo gemakkelijk von
den zonder al die „dinsigheden" te werken. Nu, 't ging er niet minder door.
Denk niet, dat alleen aan Caïssa geofferd werd, ook het biljartspel vond enthu-
siaste vereerders (menig cognacje werd door den winnaar verschalkt, terwijl een
buitenman behalve groot schaker, een degelijke kampioen in dezen tak van sport
bleek); Nimrods volgelingen schoten schijf, ja zelfs, schrik niet! te midden van
eenige schakende paren, werd voor den maaltijd gewhist en hoe? Twee der
spelers waren zoo listig er hun inleggeld uit te halen.
Gemelde maaltijd was in overeenstemming met den geheelen dag; gezellig en
vriendschappelijk. De Secretaris bood namens den Bond der verzamelde menigte
een glaasje wijn aan. Nauwelijks stond de eerste roodhals op tafel, of een der
aanzittenden stond op en sprak:
Zeg dat dit niet hoogdravend is. Ik erken 't graag, 't Teekent echter den
toestand en die was — — gezellig.
En het avondtooneel: aardig en primitief. Hier een tafeltje voorzien van 2
i6
Het nieuwe systeem viel over 't geheel vrij goed in den smaak, is in ieder geval
eene groote verbetering bij het oude.
Een bezwaar echter, dat vroeger niet voorkwam is, dat men bij zoo goed
mogelijk spel en grootst aantal winstpunten, nog volstrekt niet zeker is van den
ien prijs, daar iemand anders met evenveel punten belangrijker tegenstanders kan
hebben gehad en dus meer punten verkrijgt volgens Sonnenborn—Berger.
Ook kan het systeem oorzaak zijn, dat een of meer personen partijen krijgen,
die geen portuur voor hen zijn; wanneer niet, zooals hier, alle klassen vereenigd,
verliest dit bezwaar natuurlijk in gewicht.
Echter is in elk geval de bruikbaarheid van het systeem bewezen en nadere
proefnemingen overwaard.
Ten slotte, en hier spreek ik voorzeker met alle deelnemers, een woord van
dank aan den onvermoeibaren leider. S. v. L.
ie prijs, Jhr. Strick van Linschoten bij loting met B. Leussen 2 d e prijs, 3 d e prijs,
Jan Peet, 4e prijs, M. Gorter, 5e prijs, Cs. Gorter bij loting met J. Bruin Wzn.
6e prijs, 7e prijs, K. Reijne.
DE BONDS-SECRETARIS.
No. 538. Gespeeld in den wedstrijd voor Dames op het Sportterrein te 's Gravenhage, 1898.
h) Beide partijen zien het gevaar voor Wit niet. Wit moest hier ds spelen
om na LC4: met de Koningin te kunnen terugnemen.
') Dit kost minstens een pion. Daarentegen kon Zwart hier zelfs nog eenig
voordeel verkrijgen door L C 4 : . Na 1 3 . bc volgt dan ed en Wit staat vrij slecht;
en na 1 3 . DC4: volgt Pe4:. Speelt Wit dan 1 4 . Te4: dan wint Zwart de qualiteit
door d5; zoodat Wit wel moet spelen 1 4 . de; waarna Zwart door d5 en Lg7 eene
goede stelling krijgt.
J) Dit kost de qualiteit tegen een pion. Misschien is dat nog het best, want
na 1 3 . . . . de; 1 4 . Les : staat Zwart toch onpleizierig.
k) Sterker nog was hier T 2:
') Deze zet, die het veld d5 opnieuw aan den witten toren overlevert, is toch
niet af te keuren, want anders dreigt b4 en er komen allerlei ongelukken op den
Koninginne vleugel.
m) Bravo; eene mooie slotcombinatie.
") Iets beter, maar ook onvoldoende, was Tf6.
°) De torens niet af te ruilen gaf langer uitstel.
p) Waarom nu niet dadelijk Kg5 ?
q) Eene werkelijk goede partij, waarin, behalve het wederzijdsch geknoei in de
11de en 1 2 d e zetten, de 7 d e en vooral de 8 s t e zet van Zwart eigenlijk de eenige
fout is.
In de partij van Mej. A. Koekebakker (wit) met Mevr. Snoer (zwart) deed zich
na den 39sten zet van Zwart onderstaande stelling voor:
-si i ^ i •8_
Buitenland.
De Studenten der Amerikaansche hoogescholen hebben de studenten der Britsche
Universiteiten te Oxford en te Cambridge uitgedaagd tot een grooten schaakwed
strijd, welk omstreeks Paschen zal beginnen en telegraphisch gespeeld zal worden
tusschen Londen en New-York.
Aan weerszijden zal men zes schaakborden gebruiken.
De Tweekamp Janowski-Showalter.
Eerste Partij.
No. 539. Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Daiiiegambiet.
1. d4 ds 4- P f3a) Le7 7- dcb) L 05:
2. C4 e6 5. L f4 o—o 8. 1) C2c) P c6
3. P C3 P f6 6. es C5 9. a3 T e8
21
Tweede Partij.
No. 540. Wit: Janowski. Zwart: Showalter.
Vierpaardspel.
u e4 e5 8. L C 4 C ) C6 15. Khi P d7
2- Pc3 Pf6 9 De 2 P g 6 16. f5 ! a4
3- P f 3 Pc6 10. Ph ! P h4:d) 17. Dg 3 ab
4
Wit weerlegt echter dit fraaie plannetje en dientengevolge heeft ag geen ander
gevolg dan dat de zwarte Damevleugel verzwakt wordt.
0 Fijn! Zie diagram.
*) Aangezien nu f5 dreigt, is het plannetje van Wit mislukt. De gekozen zet
kost nu aan Zwart een pion, maar juist den zwakken pion as tegen een verdub
beling van Wit's pionnen op de c-lijn, die de zaak voor Zwart minder gevaarlijk
maakt. Alleen het uiterst fijne spel van Wit, weet hier dan ook winst uit te halen.
Zwart had voorloopig zijn pion kunnen behouden door 13... ef; 14. Tf.4; Db6f
15. Khi, Pd7, maar die stelling zou toch vermoedelijk door een zoo fijn aanvals-
speler als Janowski wel met enkele mokerslagen verbroken zijn.
h) Anders speelt Wit f6 en wint.
') Het was verleidelijk ook hier een diagram van de stelling te maken. Men
ga de stelling eens goed na. Wit is een pion voor en heeft een looper tegeneen
paard; daarentegen staan de pionnen op b^, C2, d3 en 04 niet bijzonder fraai!
Alleen de opene a-lijn is een voordeel voor Wit. Zwart mag die a-lijn niet aan
Wit overlaten en moet dus op die lijn wel afruilen, en dit brengt Wit dan ook
ten uitvoer, waarna hij met groot talent het eindspel tot beslissing brengt.
J) Dit is bepaald weer zwak gespeeld; Pc6 en eventueel Pd4 was de eenige
kans op remise, die Zwart nog had.
k) En nu was b4 gevolgd door Pc6 altijd nog iets beter.
) Zie diagram; Wit speelt het eindspel met meesterlijke juistheid.
Errata.
Op blz. 241 vorige Jaargang zesde regel van onderen staat: herinnering aan,
men leze: herwinning van.
Verder is er op blz. 230 „Voor beginners in het bijzonder" door den geachten
anahsator een kleinigheid over 't hoofd gezien; na 52. Ke4 speelt Zwart niet
Kb3, maar b3 en wint.
W it weerlegt echter dit fraaie plannetje en dientengevolge heeft a.$ geen ander
gevolg dan dat de zwarte Damevleugel verzwakt wordt.
') Fijn! Zie diagram.
-) Aangezien nu f5 dreigt, is het plannetje van Wit mislukt. De gekozen zet
kost nu aan Zwart een pion, maar juist den zwakken pion as tegen een verdub
beling van Wit's pionnen op de c-lijn, die de zaak voor Zwart minder gevaarlijk
maakt. Alleen het uiterst fijne spel van Wit, weet hier dan ook winst uit te halen.
Zwart had voorloopig zijn pion kunnen behouden door 13... ef; 14. Tf4; Dbóf
15. Khi, Pd7, maar die stelling zou toch vermoedelijk door een zoo fijn aanvals-
speler als Janowski wel met enkele mokerslagen verbroken zijn.
h) Anders speelt Wit f6 en wint.
) Het was verleidelijk ook hier een diagram van de stelling te maken. Men
ga de stelling eens goed na. Wit is een pion voor en heeft een looper tegen een
paard; daarentegen staan de pionnen op b3, C2, d3 en C4 niet bijzonder fraai!
Alleen de opene a-lijn is een voordeel voor Wit. Zwart mag die a-lijn niet aan
Wit overlaten en moet dus op die lijn wel afruilen, en dit brengt Wit dan ook
ten uitvoer, waarna hij met groot talent het eindspel tot beslissing brengt.
J) Dit is bepaald weer zwak gespeeld; Pc6 en eventueel Pd4 was de eenige
kans op remise, die Zwart nog had.
k) En nu was b4 gevolgd door Pc6 altijd nog iets beter.
') Zie diagram-, Wit speelt het eindspel met meesterlijke juistheid.
Errata.
Op blz. 241 vorige Jaargang zesde regel van onderen staat: herinnering aan,
men leze: herwinning van.
Verder is er op blz. 230 „Voor beginners in het bijzonder" door den geachten
anahsator een kleinigheid over 't hoofd gezien; na 52. Ke4 speelt Zwart niet
Kb3, maar b3 en wint.
Problemen.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Enkstraat L 39, Zwolle.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
.No 645. B. J. M. Markx, *No. 646 B. J. M. Markx,
te Leiden. te ^el(len-
rroDleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPERINK. Haarlemmerweg '27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren.
NO. 1. TVTz-v O
No' 3- No. 4.
No 5- No. 6.
Deze wedstrijd, aanvangende in dit nummer, is open voor alle bonds eden en
loopt over 6 maanden, d. w. z. dat wie na 6 maanden het hoogst aantal punten
behaald heeft, den len prijs wint; wie dan in aantal punten volgt, den 2en en
zoo vervolgens. Er zijn 5 prijzen beschikbaar gesteld: van 5, 4, 3. 2 en 1 gu en"
Iedere maand worden 6 genummerde problemen aangeboden, waarvan de op
lossingen in een der eerstvolgende nummers van het tijdschrift verschijnen. De
deelnemers kunnen dus ieder voor zich opmaken in hoeverre hunne oplossingen
juist zijn, maar eerst na afloop van den geheelen wedstrijd wordt bekend gemaakt
wie voor prijzen in aanmerking komen.
De gewone bepalingen zijn geldig.
Voor elke juiste oplossing van een 2-, 3- of 4-zet ontvangt men resp. 2, 3 o 4
punten. Voor elke foutieve oplossing wordt 1 punt van het behaalde aantal a ge
trokken ; voor elke onvolledige oplossing, ontvangt men o punten. Wie aantoont
dat een probleem onoplosbaar is, of oplosbaar in minder dan het aangegeven
aantal zetten, ontvangt hiervoor 5 punten.
De oplossingen moeten ingezonden worden uiterlijk 14= dagen na ontvangst van
het tijdschrift.
Pe3f enz., anders eerder mat. 631. 1. Pc6, Lb6: of cb6:; 2. Des, enz. 1. ,
bc6:; 2. Pa4+ enz. 1.—, Kc6:; 2. Df6f enz. 1. Lg2:; 2. Db4:tenz. 1.—, anders;
2. DC4 (f) enz. 632. 1. Tf3, Pc4: of Ld3; 2. Td3 (:)f enz. 1 —, LC4:; 2. c3t enz
U3: of fs; 2. Daif- enz. 1.—, KC4:; 2. Tf4t enz. 1.—, anders; 2. Dh+
enz., of eerder mat.
Correspondentie.
J. V. D. te de L. Aan uw verzoek zal worden voldaan.
J. v. B. en J. J. C. te T.. Ziet „Onze probleemwedstrijden".
Onze probleemwedstrijden.
De problemen die na 31 December zijn ingekomen, kunnen natuurlijk niet
meer aan de wedstrijden deelnemen.
27
Wanneer daardoor de plaatsing niet meer gewenscht wordt, verzoeken wij bericht.
Het spreekt van zelf, dat we nu verder alleen zulke problemen publiceeren,
welke ons belangrijk genoeg voorkomen; in ieder geval wordt den inzenders ken
nis gegeven als wij ze niet voor het tijdschrift geschikt achten.
Alle andere problemen die tot en met 31 December voor onze wedstrijden zijn
ingekomen, worden successievelijk geplaatst.
Wij hebben echter besloten ze in eens te beoordeelen, zonder te letten op het
vereischte aantal, zoodat wij, na de aangekondigde beoordeeling van de rubriek
tweezetten (597—627, zie December-nummer), de nog overblijvende zullen be
schouwen als voltallige rubrieken twee-, drie- en vierzetten.
De rapporten over deze drie rubrieken zullen gelijktijdig verschijnen en wel
nadat alle problemen geplaatst zijn en correct bevonden.
* *
#
In ons laatste rapport, over probleem 545 sprekende, wilden wij het verbeteren
door een zwart Paard op 113. De bedoeling was V14, maar ook dit is geen ver
betering, daar er dan geen mat in drie zetten mogelijk is door 1.—, Pg6.
De heer Colpa stelt ons echter voor zijn probleem als volgt te wijzigen:
Spaansche Partij.
l- e4 e5 ii. I^gS c6 21. Pes*) T ad8
2. P f3 Pc6 12. Ld3 h6' ) 22. Khi? L f2 :
3. L b5 P f6 13. L h4 D 07 23. P g4h) Lg2:f!
4. ^4a) P e4 : 14. a4 35 24. Kg2 : D f3!
5- deb) ds 15. Tfer P f5 25. K h3 T f5
6. o—o Les 16. Lfs: L f5: 26. T es T es :
7. P M2 o—o 17. Lg3 De7 27. P es : D hsf
8. I)e2c) P d2 : 18. Dd2f) L e4! 28. K g2 L g3 :
9. D d2:d) P e7 19. c3 f6! 29. hg D e5 :
10. ÜC3 L b6 20. ef Df6: 30. Tei O f5
Wit geeft op.')
Stand der partij na den 28sten zet van Wit.
Wit had het antwoord van zwart geheel overzien. (Zie diagrani).
') Tegenover een speler als Pillsbury behoeft men zich bij 2 pionnen minder
geen remise-illusiën te scheppen.
29
f6 was beter.
c) Pf7: is minder sterk dan brillant, bijv.: 16. Pf7: Kf7:; 17. f5, cd; 18.
I)e6:f, Kf8; 19. f6, Lf6:; 20. Lf6:, Te6:; 21. Ld8:, Kg8; enz.
d) Hierdoor tracht Zwart zijne positie te versterken. Op 17. . . . PC7 krijgt
foutief.
b) Schiffers overzag waarschijnlijk dat 24. . . . Lfr : nu, wegens 25. Tc8f enz.,
a) Steinitz schijnt van deze verdediging, welke hem al menige partij kostte,
zijn bekomst nog maar steeds niet te hebben.
l) Deze zetten leveren o. a. het bewijs dat Steinitz' positieblik vermindert. Een
ex-wereldkampioen toch moest begrijpen dat dit vroegtijdig oprukken der konings
pionnen bij den goeden stand van wit's stukken, en vooral tegenover een meester
als Tarrasch, tot niets anders dan verlies kan voeren.
c) Hiermede neemt wit den aanval alweder over.
d) Dit dreigt es, dwingt daardoor den looper naar en berooft zoodoende
den zwarten koning van alle dekkingsmiddelen.
e) Misschien was Ph7 iets beter.
f) {Zie diagram).
r
a) Het incorrecte van dezen tegenaanval is in analytische studiën meermalen
aangetoond.
b) Wit heeft reeds de betere positie. In de nu volgende zetten tracht Zwart
tot de korte rochade te komen, terwijl Wit dit voortdurend verhindert.
c) U3: 12. gf, Pc4:; 13. Dc4 Dd7 ; gevolgd door 0—0—o was misschien beter.
11.... Le6 ging niet wegens 12. Le6:, De6: 13. Dbsf enz.
a) 13 gf; 14. Ph4 en 15. Pf$ enz.
e) Wit voert den aanval voortreffelijk; thans dreigt Pes:
f) Om den aanval met as te kunnen voortzetten. Zwart verhindert dit door
zijn antwoord, maar verschaft daardoor het witte paard de gelegenheid een zóo
goede plaats in te nemen, dat het middel hier feitelijk erger is dan de kwaal.
s) Er dreigde Pd6 :
h) Dreigt Pes: en verhindert c6, waarna zou kunnen volgen 22. PeS:, LeS:;
23. Tes:| de; 24. Td7 : Kd7:; 2=;. Dd3f, Ke7; 26. Da3f en wint.
') De eenige zet om het onmiddellijk winnende Th8 te ontgaan, Dd7 deugt
niet wegens Pc7 :f gevolgd door Th8.
Dit offer wordt in analyses van verschillende buitenlandsche commentatoren
met recht groote lof toegezwaaid. De juistheid echter der uitdrukking „verbe-
rekend", welke velen hunner bezigen, trekken wij in twijfel. Veel waarschijnlijker
32
komt het ons voor dat Janowski zich in deze meer op zijn positieblik verlaten
heeft en, overwegende dat het paard toch altijd 3 pionnen zou opleveren en bij
den slechten stand van den Zwarten koning nog wel winstvarianten met zich zou
brengen, tot het offer besloot.
In deze meening worden we nog gesterkt door het feit dat de leider der Zwarten
een speler van veel minder kracht is dan die der Witten en de superioriteit van
Janowski dus óók gewicht in de schaal heeft gelegd. Bovendien werd de partij
gespeeld in de laatste ronde; onder omstandigheden waarin de uitslag onmogelijk
nog invloed kon hebben op de prijsverdeeling. [Zie diagram).
k) Zwart heeft niet beter, er dreigde Tf8: gevolgd door Pd7+.
') Waarom nu niet Ka6! We zien niet in hoe Wit de partij dan zal winnen.
te K.
Eindspel.
In de partij Schlechter—Walbrodt van het in 1898 te Weenen gehouden inter
nationale meestertournooi ontstond na den 55sten zet van Zwart de stand, afgebeeld
op onderstaand diagram.
In het congresboek wordt deze stand geanalyseerd en aangetoond dat zwart
geen remise kan bereiken.
Wij nemen de zeldzaam leerrijke en interessante varianten in hun geheel over.
Het is duidelijk dat wit, als zwart in deze stand aan den zet is, de partij onmid-
delijk wint, nl. indien de zwarte koning speelt, door K-gs en het veroveren van
pion h5, en ingeval zwart zijnen looper beweegt, door Pc6: gevolgd door b7.
Wit moet dus trachten een tempo te winnen, en dat zwart dit niet kan verhin
deren zonder in andere voor hem verderfelijke varianten te geraken bewijst het
onderstaande.
Kf3! Ke3 (g3) Kf4 .
I. 1. 2. — •z. -
15
en wint,
Kg7 K onv.
Pe7 . Pd6
II. 1. — 2. benevens 3. en wint.
33
Pd3 Pf4
III. i. .
T;r 2. ——— 3. en wint.
Ke6 Kf5
Kf4 Pes
X' " 2' Ke7 off7 3'
K(6 4'
Kf3
'• - 2- - 3- 4" "Kirenz> (als In)'
Ke3 Kf3
'• " 2" " 3" Ke6 4-"KTT 5- enz. (als III).
Kf3
1. „ 2. „ 3. 4- ^eT enz. (als III).
Wij bevelen den lezers het bestudeeren van dit eindspel ten zeerste aan. Zooals
uit IV blijkt moet men trachten den witten koning naar f3 te spelen als de zwarte
op ei staat. TE K.
è k
Verschillende partijen.
No. 545. Schaakwedstrijd te 's Gravenhage, Juli 1898.
Wit: Dr. A. G. Olland. Zwart: R. J Loman.
Schotsche I'artij.
1. e2 — e4 e7 — e5 5. P d4 X c6 b7 X c6
2. Pgl—f3 P b8 — c6 6. L fl —d3 d7 — d5
3. d2 — d4 e5 X d4 7. e4 X d5
4. P f3 X d4 P g8 — f6 Op De2 kan volgen de4: 8. Le4: Pe4:
Deze voortzetting geeft aan Zwart een 9. De4: De7 en de kansen staan gelijk.
zoo gezond spel, dat men zich niet helioeft 7 c6 X d5
te verwonderen onder de partijen der mees- Q 0 0 f8 7
terwedstrijden weinige Schotsche openingen ' '
meer aan te treffen. 9. P bl —*- c3 0—0
34
Eindspel-Studies.
A — Zwart aan den zet houdt remise. B. — Zwart
< ! I
Wit. Wit aan den zet wint.
C. — Zwart. D. — Zwart.
. I I. -T- TTTVT. ll
Wit aan den zet wint. Wit aan den zet wint.
7e Jaargang. N°. 2. Februari 1899.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter.
W. H. M. DE VEEE, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. I). B. MEIJER,
Geldersehe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK!, Sas van Gent, J. F. S. ESSER, J. W. TE KOLSTÉ,
W. B. H. MEINERS, Dr. A. G. OLLAND.
Van dit blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, z(jn extra-nummers verkrijgbaar Ji 15 cents en een geheele jaargang ii f t.50, eveneens slecbts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaaltmen/'2.50contril)utie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
Tot heden ontving ik nog slechts van 18 leden te zamen slechts 26 inschrij
vingen voor een boekje, ter herinnering aan den Jubileumwedstrijd te 's Graven-
hage 1898, waarvan in het jongste Octobernummer werd aangekondigd dat het
zou worden uitgegeven indien minstens voor 100 exemplaren werd ingeteekend.
Tot uiterlijk 15 Maart stellen wij nu nog de gelegenheid tot inschrijving open.
Indien dan nog niet voor 100 exemplaren is ingeschreven, beschouwen wij dit
plan als buiten de belangstelling der leden, en dus als overbodig.
Een schaakclub schreef mij het te willen overwegen nadat het Tijdschrift alle
partijen van de Hoofdklasse geplaatst heeft.
Dat kan niet, want dat zou ons minstens vier nummers van het Tijdschrift kosten
waarin geen enkele buitenlandsche partij kon verschijnen; terwijl meerdere par
tijen van de Hoofdklasse beneden peil van publicatie zijn. Bovendien moeten wij
ook voor de eerste klasse zorgen en voor de kleine wedstrijden.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
H. H. Boek, Voorburg. Chr. Wesseling, 's Gravenhage.
G. J. Lantsink, Amsterdam. C. Wieling, Kimswerd.
G. T. Duller, C. Gogelein, Hilversum.
3
38
Correspondentie Wedstrijd.
Voor dezen wedstrijd hebben zich aangemeld 2 0 deelnemers; deze zijn ingevolge
de bepalingen, vervat in het Januarinummer, verdeeld in 4 groepen en door loting
als volgt:
Groep A. Groep B.
1. D. J. ten Klooster, Woerden. 1. G. W. Kloosterboer, Deventer.
2 . J. J. Speet, Breda. 2 . W. van Kooij, Voorburg.
3 . W. B. H. Meiners, Amsterdam. 3 . G. C. A. Oskam, 's Gravenhage.
4 . S. Beffie, Amsterdam. 4 . J. H. Goud, Arnhem.
5 . Dr J. D. R. Scheffer, Breda. 5 . K. Dijkveld Stol, Eenrum.
Groep C. Groep D.
1. Jhr. C. J. Strick v. Linschoten, Leiden, t. Mevr. ten Tusschedé-Borst, Amsterdam.
2 . H. Beets, 's Gravenhage. 2 . Cs. van Leeuwen, Gouda.
3 . W. Albregts, Amsterdam. 3 . J. Schreuder, Eefde.
4 . Joh. M. Keuning, Beetsterzwaag. 4 . Mr. P. A. C. Mac-Lean, 's Gravenhage.
5 . J. B. Coomans de Ruiter,'s Gravenhage. 5 . Mej. A. Koekebakker, Groningen.
*) Volgaarne gevolg gevend aan de uitnoodiging van den heer v. Khijn, maak ik de leden er
wel attent op, dat bovenstaande niet uitgaat van den Bonds-Secretaris Meijer, maar van Meijer in privé.
steld wordt tegen een ander speler met winstpunt, waardoor zijn score volgens
S.-B. altijd verbetert. Waarom moet B bevoorrecht worden boven A? Neen. B
en A moeten gelijken kans loopen, zij het ook in tegenovergestelden zin. B moet
zoowel den kans loopen zijn score niet te kunnen verbeteren als A om hem wel
te verbeteren. Wil men het eenvoudiger, dan late men het stelsel S.-B. weg en
bepalen dat bij gelijk aantal winstpunten, om de prijzen geloot wordt.
Amsterdam, Februari 1899. H. D. B. MEIJER.
Errata
Bladzijde 8 regel 1, staat: een even sterk mededinger, lees: hij.
„ 11 zijn de onderste 10 regels bij ongeluk in de noot verdwaald; zij be-
hooren tot het verslag zelf.
Ook de noot zelf was niet van dien aard dat ze onder aan de
bladzijde behoefde. Dat trof maar toevallig zoo.
» r3 regel 13 v. o. staat: tegen, lees: begon.
Ingezonden.
Utrecht, 20 Jan. 1899.
Geachte Redactie!
Hoezeer ik ook in het algemeen de onvruchtbaarheid inzie van over en weer
geschrijf en ik ons tijdschrift niet gaarne veranderd zag in een tournooiveld, waar
de pen als wapen dienst doet, zoo gevoel ik mij thans echter genoopt u te ver
zoeken het volgende te willen opnemen in de Febr.-aflevering, naar aanleiding van
het ingezonden stuk van den heer C. Tinholt in het Dec.-nummer.
Waar de heer Tinholt, in zijn antwoord aan Dr. v. Rhijn, zegt er niets tegen
te hebben, dat men zijne opmerkingen als „banale geestigheden" beschouwt en
hij onze toegevendheid inroept met het „Ieder vogeltje zingt, zooals het gebekt
is', daar kan het niet in mijne bedoeling liggen hem nogmaals hard te willen
vallen over den toon van zijne ingezonden stukken, al valt het ook te betreuren,
dat niet een zoeter gebekte zangvogel den kampioen binnen de hoofdstad heeft
gelokt. Dat de heer T. rekenschap tracht te geven van het afspringen der onder
handelingen, is zeker zeer terecht, en dat hij dit doet door het overleggen der
correspondentie, hiervoor mogen we hem dankbaar zijn, zooveel te meer, wijl nu
*
42
zelfs nog uit deze fragmenten blijkt, dat het niet was, omdat Lasker meer geld
wilde hebben, dat hij zich met de voorwaarden van Amsterdam niet konde ver
eenigen, maar omdat hij in geen geval tweemaal op één dag wilde spelen. Ook
de vraag: „Von Rotterdam, enz." bewijst, dat L. er niet aan dacht de correspon
dentie af te breken.
Toen ik, tijdens het voeren der onderhandelingen over Lasker's komst alhier,
kennis nam van de door het V. A. S. rondgezondene circulaire (omstreeks begin
Maart), meende ik het noodig, ten einde mogelijke teleurstellingen voor ons te
ontgaan, hierover in mijn brief aan den heer Weiser, opheldering te vragen. Ik
deed dit in dezer voege: (ter voorkoming van mogelijke onderstellingen van indis
cretie volgt hier de desbetreffende clausule woordelijk).
„Es wundert mich dasz Sie mir anzeigen, d.d. 5 Marz, Herr Lasker kommt in
ca 3 Wochen nach Holland, indem der Herr Secretar der Amsterdamsche Schaak
vereniging eröffnet die Vermittelungen mit Herrn L. sind der exorbitanten For-
derungen wegen abgebrochen."
De heer Weiser antwoordt hierop d.d. 15 Maart '98:
„dasz nicht die exorbitante Forderunge des Meisters Lasker eine Vereinbarung
mit Amsterdam unmöglich machten, sondern die pratendierte geistige Anstrengung
die man an Herrn Lasker steilte."
En vervolgt dan:
„Herr Lasker kommt anfangs April nach Holland wenn ich mich mit mehreren
Schachklubs verstandigen kann. Zweimal 1) im Tage strengt sich der Meister
nicht an, er spielt eine Simultanpartie mit so viele als da sind, oder spielt mit
die besten Spielern, Eines x) oder das Andere 1) wahrend 5—6 Stunden, bis die
Sache beendet ist."
Mij dunkt, dat dit aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Men ziet het:
L. wilde niet tweemaal op één dag spelen. Waarom heeft de heer T. dit niet
eenvoudig gezegd? Waarom was het noodig in plaats hiervan liefelijkheden te
debiteeren aan Laskers adres? Doet het in het algemeen onaangenaam aan te
vernemen, dat er over personen van buitengewone beteekenis op eene hunner on
waardige wijze wordt gesproken, dubbel pijnlijk wordt ons schakershart getroffen,
als iemand, en nog wel een schaker, zich op een zoo minachtende wijze over den
wereldkampioen uitlaat. Aangenomen dat de geldkwestie voor L. de hoofdzaak
ware geweest, dan zouden we stilzwijgen in den heer T. hebben geapprecieerd.
Nu dit echter niet het geval blijkt geweest te zijn, is de houding van den heer
T. zooveel te meer onverklaarbaar.
Ten slotte kan ik den heer T., waarschijnlijk tot zijn groote verbazing, mede-
deelen dat er werkelijk meerdere Hollanders zijn, naïef genoeg om te denken, dat
L. er op gesteld was kennis te maken met de Hollandsche schakers. Dat het
hem niet vergund is geworden kennis te maken met de Amsterdamsche schakers,
die het grootste contingent leveren voor onze eerste spelers, is stellig een niet
geringe teleurstelling voor hem geweest. G. H. B. HOGEVVIND.
1) De heer Weiser cursiveert.
43
Binnenland.
Nieuwe Rotterdamsehe Sehaakveroeniging Rotterdam.
Uitslag klassewedstrijd der N. R. S.:
ie prijs: A. van Roon. — 2e prijs: W. H. de Wit.
*
* *
Den 23en Januari j.1. had in het Zuid-Holl. koffiehuis eene Simultaan-séance
plaats, gegeven door den heer Benima, aan de leden der N. R. S. De heer
Benima speelde tegen T2 leden der vereeniging. Alhoewel door den heer Benima
zeer langzaam gespeeld werd (16 zetten in de 4 uren) stond de simultaanspeler in
alle partijen zeer krachtig.
De partijen zijn allen afgebroken en niet voleindigd wegens het late uur.
-al ^ ^ ^ is-
Tweekamp Janowski—Showalter.
No. 546. Derde Partij, gespeeld 23 November 1898.
Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Damegambiet.
1. d4 ds 7. P c2 d4 13. f4 L dó
2. C4 e6 8. P ds L e6 14. f5 L ds :
3. P C3 P f6 9. e4 h6 15. ed Db6b)
4. P f3 C5 10. Lf6: gf 16. b4 o—o—oc)
5. Lgs cd 11. Ld3 Tg8 17. C5 L C5:
6. Pd4:*) es 12. o—o P d7 18. bc P C5:
44
No.- 548
No 548.- Vijfde Partij, gespeeld 30 November 1898.
Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Daiuearaiiibiet.
voorkeur aan 5. Lg5, mits dan na 5. .. . cd niet het Paard maar de Dame den
pion d4 terugneme; zie onze opmerking bij de derde partij.
b) Terecht zegt Hoffer dat zwart, indien hij C4 wil spelen, dit bij den 8sten zet
moet doen. Inderdaad is de hier gekozen volgorde onbegrijpelijk. In gesloten
partijen staat wit met den Koninginnetoren op ci en den looper op bi prachtig
voor aanval en verdediging.
c) Hoffer geeft hier de voortzetting 12.... b4; 13. ab, Lb4: T4. 0—0, LC3:
aan om een der stukken, die pion ds bedreigen, af te ruilen, en eenig voordeel
te zoeken uit de open b lijn en den vrijen a-pion.
d) Zwart staat reeds zeer moeielijk; maar Dc8 voldoet ons toch iets beter,
(zie noot e).
e) Na afloop der partij toonde Showalter aan dat hij had moeten winnen door
17. f5, gf; 18. Tfs: Lfs: 19. Dfs: Dc8; 20. Dc2, Pd7; 21. Pd5: of door 19....
Kg7; 20. Lf6:f Lf6: 21. Dh7 :t Kf8; 22. Pg6f.
Als zwart 14. Dc8 had gespeeld en de partij overigens hetzelfde had geloopen,
kon dit qualiteitsoffer natuurlijk niet gebracht worden.
') Deze zet kost een pion; maar wat heeft zwart anders? Bovendien wordt
het witte spel er mee afgeleid van den aanval tegen zwart's koningsstelling; het
verlies van een pion is dus betrekkelijk een goedkoop redmiddel.
-) Interessant was hier 27. Pb4: Db4: 28. ds en wit komt minstens twee
pionnen voor met behoud van aanvalsstelling.
h) Er was nog geen haast het Paard te nemen. Sterk was hier e4 dreigend
ds, en daarmee pion f7 van dekking beroovend. Na 30. e4, Tb7 kon volgen
31. La2 en bijv. 31.... Tc8; 32. fg, Dg7: 33. ds, Ld7; 34. LC4: en er is geen
redding voor zwart te zien. Zwart zou dus een qualiteitsoffei moeten brengen
door 31.... Ta8; 32. fg, Dg7: 33. d5, Ta2: 34. Ta2: Lc8 maar ook dan moet
wit toch wel winnen.
') De beslissende fout; door La2 had wit hier gewonnen spel. Nu behaalt
zwart door fijn spel remise.
') De laatste kans op winst school in De3-
k) Dit kost den mooien vrijpion; maar het moet wel, want zwart dreigt door
TC3: winstkansen te krijgen.
') Na afloop der partij zei Janowski ridderlijk dat het hem speet dat Showal
ter de partij niet gewonnen had, want dat hij, Showalter, ze beter had gespeeld
dan hij zelf.
Door plaatsgebrek stellen wij de verdere partijen van dezen tweekamp tot het
volgende nummer uit. De uitslag van den tweekamp was: Janowski won 7 Par"
tijen, Showalter 2 en remis werden 4.
47
Problemen.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Nassau kade 76, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bydragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 651. B. J. M. Markx, *No. 652. B. J. M. Markx,
te Leiden. te Leiden.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPERINK, Haarlemmerweg 27, Amsterdam,.
J\.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren.
No. 7. No. 8.
Uit de probleem-wereld.
Daar wij onze probleemliefhebbers en vooral onder hen de componisten, gaarne
zouden willen in kennis stellen met de mooiste opgaven uit buitenlandsche tijd
schriften (we houden ons ook voor degelijke Nederlandsche aanbevolen), maar
gebrek aan ruimte in onze gewone rubriek dit niet toelaat, hebben wij besloten
van tijd tot tijd, onder bovenstaand hoofd, de beste werken van onze hedendaag-
sche probleem-auteurs te plaatsen en indien ons dit gewenscht voorkomt, eenige
opmerkingen er aan toe te voegen.
De drie eerstvolgende opgaven zijn prijsproblemen uit het tornooi van de Peters
burger Zeitung, waarvan wij reeds onder 632 den isten prijs publiceerden.
Zie diagrammen volgende bladzijde.
632 heeft, door zijn dubbel hoofdidee, dat met twee economisch reine matva-
nanten sluit, ten volle recht op den eersten prijs. Vooral ook dient de opmerk
zaamheid gevestigd te worden op den sleutelzet, waardoor de dreiging, het Dame
offer, mogelijk wordt.
De tweede prijs heeft waarschijnlijk zijn succes te danken aan den stillen tweeden
zet, de dreiging, die echter in den regel met een dual sluit. Ook zijn er nog
meer duals aan te wijzen. Na den zet met den zwarten Koning kan Wit even
5°
t 34, f2, h4. Zwart. ^ d5, j|_ C7, | C3, d4, d6, f3 en 115.
3e Prijs. F. Rummel te Riga. "Wit. ^ d3, üf' b8, H f7, 6^ dó en f3,
$ I15. Zwart. e6, fó, | f4.
3e Prijs. Wit. ^ hi, *©" a8, jsL bi en h8, d3 en f5, $ a.4, b6 en f3.
tornooi van M. Feigl te Weenen. Wit. ^ h7, Wf d8, M h4, JL f4, ^ b5,
-si W J| §s-
Verschillende Partijen.
No. 549. Gespeeld op den Wedstrijd te 's Gravenhage.
Wit: Jhr. A. E. van Foreest. Zwart: J. J. R Moquette.
Geweigerd Roiiings-Gambiet.
1. e2 — e4 e7 — e5 Zwart kan niet 9.... . Pe5: spelen
wegens 10. fe5 : Le5 : 11. Tf6 :! metmat-
2. f2 — f4 d7 — d5
dreiging op h7.
3. P gl — f3 10. P e5 X d7
3. ed5 : dat eenigen tijd als minder sterk
Thans dreigde wel 10. . . . Pe5:
beschouwd werd, is door den bekenden zet
10. . . . Dd8 X d7
van Charousek weder in eere hersteld.
Iets sterker was 10. . . . Ld7: bijv.
fZie partij No. 550, Bleijkmans—Loman).
10.... Ld7: 11. f5, Lc6; 12. Pc3, Lc5f
3. . . . d5 X e4 13. Khl, Dd4; 14. I)d4: Ld4: en Zwart
4. P f3 X e5 Lf8 — d6! staat beter.
5. d2 — d4 e4 X d3e.p. 11. f4 —f5 Ld6 —cöf
6. L fl X d3 P g8 — f6 12. K gl — hl D d7 — d4
7. 0—0 0—0 13. D h4 X d4 L c5 X d4
De aanval van Wit is nu geheel ver
8. D dl — el
dwenen, en het zwarte spel verdient de
Beter is een ontwikkelingszet, bijv. 8.
voorkeur.
Pc3. Mei den tekstzet begint Wit een
onrijpen aanval op den zwarten Konings-
14. p bl — d2 P f6 — g4 !
vleugel. 15. P d2 — e4 f7 —f6
8. . . . Pb8 —d7 16. c2 — c3 L d4 — b6
9. D el — h4 h7 — h6 17. L d3 — e2 P g4 — e5
53
Siciliaansche Partij.
5. f2 — f4 0—0 17. e3 — e4 ! h7 — h5
6. P gl — h3 b7 — b6 18. L cl — g5 c5 X d4
7. Ph3—f2 c7 — c5 19. P f2 —g4!3) Lb7 —c8
8. c2 — c3 L c8 — b7 20. D h3 — h4 L c8 X g4
9. 0—0 Pb8 — c6 21. Lg5Xe7 T f8 X flf
10. D dl— f3 Pc6 — e7 22. T al X fl D dl — d7
11. Df3—h3 g7 — g6 23. Dh4-g5 L c7 — d8
12. Pd2—f3 P f6 — e8 24. e4 X d5 L g4 — f5
13. Pf3 — e5 f7 —f6?1) 25. Ld3Xf5 Dd7Xe7
14. Dh3 — e6:f Kg8—g7 26. D gö X g6f Kg7 —h8
15. De6 — h3 !3) f6 X e5 : 27. D g6 — h6f
16. f4 X e5 L d6 — c7 | en mat in 2 zetten.
S t a n d der paitij n a den I8den zet van Zwart.
') Hier moest Pg7 geschieden. De gekozen zet beoogt een valletje om een stuk te
winnen, hetgeen Zwart inderdaad gelukt, doch ten koste van de partij.
") Speelt \\ it het paard, dan volgt Lc8 en wint de Dame.
1 Ren zeer schoone en zeer krachtige zet, die de partij zeer spoedig beslist. (Zie
diagram). A Q. Q.
No. 553. Tartij met voorgift. Gespeeld op het Huishoudelijk Concours te Utrecht,
29 November 1898.
Wit: G H. B. Hogewind, Zwart: Dr. Olland (zonder pion f7)
1- e4 g6 5. Ld3
-1- d4 P h6 Sterker is Lc4, waarop 5. . . . d5 niet
3. P c3 e6 kan geschieden.
4. P f3 p f7 5. . . . d511
Om 5. Lg5 te beletten. 6. e5 c51 *
58
7. dc5: L c5 : 22. . . . D g4 :
8. P e2? 23. Tf2: e4
llier moest 8. Lf4 geschieden. 24. L e2 D g6
8. . . P c6 25. T hl !
9. L f4 g5 Om door Th3 het veld g3 te kunnen
10. L g3 g4 beschermen.
31. L e2 :
Zeer in aanmerking kwam ook 31. Kf2,
waarop een uiterst combinatierijk spel kon
volgen, bijv. 31. Kf2, Tf8! 32. Lg4! h5 ;
33. Lh3! Pg6; 34. Pe7ft Kc7; 35. Tf8:
Dg3f: 36. Kg3 : elDf gevolgd door 1'h l:
en wint.
19. . . . Lg4:! 31. . . . Pg6
20. hg4 : T g4 :-)• 32. P d6f
21. L g3 Lf2: De gevolgen van dezeu zet zijn door
22. D g4 :! Wit niet juist berekend. Beter is Thgl
De juiste zet, dien Zwart nagelaten had waarop Zwart voor de keuze gesteld wordt
in zijne berekening op te nemen. Wit is hetzij met Dame tegen kasteel en twee
nu materieel iets in het voordeel. stukken of met toren tegen paard en raads-
59
heer over te blijven; bijv. 32. Thg4, Pf4f Sland der partij na den 35sten zet van Wit.
33. Lf4 : Df4: 34. Tg8 :f.
32. . . . K b8
33. T f8-f
Dit olier had \\ it bij den vorigen zet
bedacht, ie laat bemerkt hij evenwel dat
het niet voJkomen correct is. Tfg4 was
thans de zet.
33. . . . Tf8:
34. P b5f!
Nog het beste, want 34. Pe4f verliest
wegens 34 Dg3 :f 35. Pg3: Ph4:f
34. . . . P f4f
Op Kc8 kan wit een aantal schaaks Dezen tamelijk verborgen zet had Wit
geven, waarvoor Zwart blijkbaar vreest, doch over het hoofd gezien.
ten onrechte.
38. L f2 D liöf
35. K f3 Ka8 !
39. Ke3 De5+
Na 35 Dg3 :f 36. Kg3: Pe2:fkan
Zwart zich een eindspel verschaffen met 40. K f3 Kc7 :
een pion meer, doch dat veel kans voor 41. L g3 ?
Wit op remise geeft. I)e gekozen zet ver Een fout-zet, doch de partij is reeds ver
bergt een valletje, waar Wit inderdaad loren.
inloopt.
41. . . . T g 3 :t
36. P c7f K b8 42. K g3 : D e2 :
37. T f4 : Opgegeven.
Foutief! Wit moest weer het paard naar
Een zeer levendige partij, die ook als
ba gespeeld hebben, waarop Zwart wel l)g3:
bijdrage tot de theorie van de partij niet
had moeten laten volgen, wilde hij een
pion voorgitt niet zonder belang is.
zeker remise vermijden.
A. G. O.
37. . . . Tg8!
Boekbeoordeeling.
Juist na het ter perse gaan van ons Januari-nummer ontvingen wij ter beoor-
eeling: GEISTREICHE SCHACHPARTIEN, zugleich S c h a c h ja h r b u c h
Ü r 1898 von LUDWIG BACHMANN, Ansbach, Verlag von C. Brügel & Sohn, 1898.
Evenals de 7 vroeger in het licht gegeven boekjes, van denzelfden schrijver
•' 7n elfden uitgever, waarvan 3 met klassieke antieke partijen (15de eeuw-1893)
en de overige jaarboekjes voor 1894, 1895, 1896 en 1897, is ook dit een keurig
boekje, dat voor den geringen prijs van R. M. 2.—, een rijken inhoud van zorg-
vudig uitgezochte en van ophelderende noten voorziene partijen biedt; en daarbij
nog problemen en de belangrijkste berichten.
Voor belangstellenden geven wij hier den korten inhoud, met warme aanbeveling.
6o
Alleen moet ons deze kleine aanmerking van het hart, dat in één hoofdstuk
samengevoegd is het schaakspel in Nederland en Zwitserland. Een volgend jaar
hopen wij voor Nederland een afzonderlijk hoofdstuk te vinden.
De korte inhoud is: Groote wedstrijd te Weenen; verslag, rooster en 49 partijen.
Verder schaakspel in Oostenrijk-Hongarije met 4 partijen en een eindstelling.
Meesterwedstrijd te Keulen, verslag, rooster en 9 partijen en 5 eindstellingen;
Hauptturniere A en B, verslag, rooster en 2 partijen en 2 eindstellingen. Verder
schaakspel in Duitschland met 7 partijen en 2 eindstellingen.
Schaakspel in Nederland en Zwitserland met 2 eindstellingen Tresling—Loman
en te Kolsté—Albin.
Schaakspel in Engeland met 8 partijen en xi eindstellingen: in Frankrijk met
1 partij, in Italië met 2, Spanje met 1, Denemarken en Zweden met 1, Rusland
met 2, Amerika met 9, Azië, Afrika en Australië met 1 partij. Totaal 117 partijen
en eindstellingen.
Voorts 29 problemen, met op. de laatste bladzijde de oplossingen.
Zoo even werd ons ook toegezonden : SCHAAKMAT, Handleiding voor ieder die
op een vlugge en gemakkelijke wijze wenseht te leeren schaken volgens een geheel
nieuwe leerwijze, door W. MUNTJEWERFF, Amsterdam, Allert de Lange, ie aflevering.
Wij behouden ons ons oordeel vóór, tot wij gelegenheid hebben gehad dit werkje
meer degelijk door te spelen.
Voorshands zij alleen gezegd dat dit werkje uitmunt door nette en duidelijke
uitvoering, die den uitgever alle eer aandoet. Alleen zagen wij gaarne in de
voorbeeld-partijen eene liggende lijn als afscheiding tusschen iedere partij. Zonder
dat heeft men wel noodig de partijen na te spelen met een liniaal, wat het omslaan
der bladzijde (om de noten te zien) moeielijk maakt.
Ook zagen wij gaarne aangegeven in hoeveel afleveringen dit werk compleet zal zijn.
Intusschen zijn wij verheugd dat het schaakleven in Nederland zoo zeer is
vooruitgegaan dat een uitgever een zoo omvangrijke Handleiding aandurft. Wij
hopen het dan ook in veler handen te zien.
Correspondentie.
L. te L. Dank voor toezendingen. Tot nu toe hadden wij gebrek aan plaats.
S. te F. Hetzelfde als boven. H.
Sommige van de nieuwe leden vragen mij om toezending van vroegere jaar
gangen van het Tijdschrift, maar ik moet hen steeds teleurstellen wat betreft de
jaargang 1894. Leden, die er niet zoo bepaald aan hechten en afstand willen
doen van jaargang 1894, worden beleefd verzocht om toezending aan den Bonds-
Secretaris. M.
7° Jaargang. N°. 3.
Maart 1899.
NEDERLAND8CHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAX DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Ónder-Voorzitter.
W. II. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 09. Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER,
G e l d e r s e h e K a d e 3 7 , A m s t e r d a m , Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas van Geut, J . F . S . ESSER, J. W. TE Kor .STÉ
W. B. H. MEINERS, Dr. A. Gr. OLI.AND.
KmmnnJn" Jïl b,"d' d!" 0mstreeks den SOslen v'ln ieJere inaaml. gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden zijn extra-nummers verkrijgbaar a 13 cents en een geheele jaargang a f 1.50 eveneens slechts
V00r Kondsieden- Als lid van den Bond betaalt men/MO contributie. Nadere inlichtingen versc'bart de Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
A. Kelderman, Arnhem. | Jonkvrouwe van Haaflen, Vorden
Dirk Weber, Drachten. Jonkvrouwe C. Mock, Dieren
Yntema, Kimswerd. P. van der Werff> Reetster/.waag.
warden dezelfde bepalingen gelden als voor Arnhem, zie Aflevering Februari
blz. 38, dus alle deelnemers blijven in de drie ronden meêspelen.
DE BONDSSECRETARIS.
Wenscht men mijne poging, den Bond in staat te stellen een Internationalen
Hoofdklasse wedstrijd uit te schrijven, niet te steunen, (ofschoon het belangrijke
en interessante van zulk een wedstrijd, door u wel niet ontkend zal worden) het
zij zoo; het zou mij zeer teleurstellen, maar beleefd verzoek ik u, mij in ieder
geval de briefkaart terug te zenden, opdat ik tot een resultaat kom.
Amsterdam, Maart 1899. H. D. B. MEI (ER.
P. S. Eerst, nadat de Bond de wedstrijd zal hebben uitgeschreven, wordt over de
toegezegde bijdrage beschikt.
Binnenland.
iste afdeeling.
1 17 t4 5 5
3 1 17 14
5 5 5
89 ie prijs B. Bruins Kzn., Baflo.
9 14 2e „ K. D. Stol, Eenrum.
12
14
15
17
65
2de afdeeling.
2 18 16 io
4 4 4
6 6 io
7 io
10 16
11 No. ro wordt xste of 2de prijswinner. De partij tusschen
13 4 en 16, Kooi en Bos, was niet afgeloopen
16 Ken van beiden speelt om prijs en premie met No. 10.
18
No. 6 en 10 remise,
10 wint bij loting.
Uitgezonderd door den heer B. Bruins Kzn. werd door niemand partijen genoteerd;
men oordeelde zulks zeker onnoodig, wijl er niet op tijd werd gespeeld. Dit is
wel jammer; juist door de notatien leert men de krachten der spelers kennen en
het is zeer nuttig na te kunnen gaan of men al dan niet correct heeft gespeeld.
Het is zeer aan te bevelen om elke partij die men speelt te noteeren; men ziet
er dan op een wedstrijd ook geen bezwaar in.
Wij hopen dat het Ulrummer schaakgezelschap er den stoot aan zal geven om
in hare environs steeds de notatie voor te schrijven, het zoude toch jammer zijn
om de vele goede spelers aldaar niet te leeren kennen. J. p. R.
6. e3 o—o 19. f4 K. g7 2
3 - Df5= D f5 :
7. E C4: P bd7 20. Df2 T g8 33- Lfs: h6
8. T ci b6 21. P f3 Df6 34- P e6 L
wandelen om daarna niet, zooals steeds gedaan werd, met 9. Tei de pion terug
te winnen, doch deze nü op te geven en wel 'door 9. Fd4ü
Stand der partij na dezen zet.
De beste zetten voor Zwart zijn in deze stelling: Le7, f5 en 05, waarvan wij
de mogelijke gevolgen achtereenvolgens zullen nagaan.
A. 12. T ai •— a3 o— o
9.... f 7- f 5 13. T a3 — h3 d6 — d5
10. f2—f4 Pe5 —g4 14. L ci—e3 en de aanval die Wit
10.... Pf7; xi. Teif Le7 ; 12. Üe2 heeft weegt wel tegen de pion min
en Zwart kan voorloopig niet rochee- der op.
ren, terwijl Wit met Tai—a3 — e3 C.
enz. den aanval beslissend versterkt. 9. — cE>
1 0 . . . . Pg6; n . T a 3 , Le7; 12. TI13 Nu kan Wit door 10. bc, Pc6:
enz. waarna de rochade wegens het 11. Teif Ls7; 12. Pc6:bc; 13. Dd4,
dreigende Dhs weder onmogelijk is. o — o; 14. Ta7 : de partij ongeveer
11. T fi — eif Lf8 — e7 gelijk maken. Zie aangaande 12. Lg5
12. Ddi— e2 Pg4 —f6 de consultatiepartij hierna.
Is er beter? Op ds volgt 13. PC3, Na 10. Tei, cd; 11. f4, Le7; ont
Pf6; 14. Des enz. staat ook gelijk spel.
13. P bi—C3 enz. met overwegend spel. Meer kans echter geeft:
Zwart kan zich nauwelijks bewegen. to. Pd4 —e2 Lf8 —e7
B. Of d5; zie de variant hierna.
g L f8 — e7 11. f2 — f4 Pes —g4
10. f2 —f4 P e5 g4 11 Pg6 ; dan 12. f5, Pes; 13.
Na Pd7 of Pg6 kan Wit eveneens Pbc3, o —o; 14. PdS>b6; I5-Pg3enz.
met 11. f5 voortzetten. 12. P bi — C3 f7 — ^5
11. f4— f5 Pg5 —fó 12.... Pf6 ; dan 13. Pds, o — o;
Zie aangaande Pe5 de consultatie 14. f5 enz.
partij hierna. 13. P C3 — d5 L c8 — e6
69
No. 558. Gespeeld den 21en Februari 1839 in de sehaakvereeniging „Diseendo Discimus"
te 's Gravenhage.
Wit: C. C. W. Mann. Zwart: J. W. te Kolsté.
F L. G. d'Aumerie. Gr. Oskam.
Spaansclie Partij.
De acht eerste zetten als in de 16 P c6—e5
voorgaande partij. 17. P e6 — d4 Kd7—d8 !
g. P f 3 — d4 ! ! c7 —CS 18. P d4 — f5
10. bs X cóep. Op De2 volgt Dg4 enz.
Sterker is Pe2 18. . . . L c8 X f5
10 P es X c6 19. DhsXfs D g8 — g6
xi. T f i — e i f L f 8 — e^ De partij is natuurlijk voor Zwart
12. Lei —g5 f7—f6 gewonnen.
13. LgsXfó? 20. Dfs —113 Dg6 —g4
In aanmerking kwam 13. Ta3, fg; 21. DI13 X g4 P es X g4
14. Pc6 : bc; 15. Tae3 enz. 22. P 03 — d5 T h8 — e8
Of 13. Ta3, o—o! 14. Pc6: bc; 23. P d5 — b6 T a8 — b8
15. Tae3, Tf7 enz. 24. Tai X a) L e7 — f8
13 g7 X f6 i 25. Ter y e8 Kd8 X e8
14. Ddi — hst Ke8 — d7 26. T a7 —a4 P g4 — e5
Minder goed is Kf8 ; bijv. 15. Dh6f 27. T a4 •—e4 Ke8—f7
Kg8; 16. Ta3 enz. en Zwart won.
15. P d4 — eó Dd8 — g8
jg p C3 's Gravenhage, Februari 1899.
Op DI13 of Dfs kan evenals in de j yy rpp- k q L S T É
partij Pes volgen.
No. 559. Zesde Partij, gespeeld 2 December 1898.
Wit: Janowski. Zwart: Showalter.
Weener Partij.
1. e4 es 17. f6') Kh7 33. gh
L e3f
2. P c3 P f6 18. Pg7:J) Tg8 34 R T b2 :f
bi
3 Lc4 Pc6 19. T f i Df6: 35-KaI T2b6!
4. d3 Les 20. P hs D g6 36. h7fm) Kh8
5. f4 dó 21. Pg3 Le6 3 7 . T d6: L d4f
6. P f3") o—ob) 22. Dd3 bs ! 38. T d4: ed
7. fs" ) P as 23. cb eb 39. Thdi T a6
8. L gs P C4: 24. D bs : L a2 : 40. Da6: La6 :
9. de c6d) 25. P f5 D e6 41. Td4: Kh7:
10. Dd2e) a6f) 26. Da4 L C4 42. es T e8
11. o—o—o De7 27. Thi T ab81J 43 Tf4 Kg7
geweigerd Koningsgambiet.
b) Ongewoon; de gebruikelijke voortzet
ting is hier Lg4.
c) Dit geeft gelegenheid tot Pa5 en afruil
van den witten Koningslooper; maar Wit
krijgt voldoende schadeloosstelling door zijn
sterken aanval op de zwarte koningsstelling.
d) Ook kwam in aanmerking Lb4 om na
10. o—o door LC3: aan Wit een tripelpion
te verschaffen. Echter kon Wit dan ook
10. Dd3 spelen waarop kon volgen 10. . ..
Lc3:f 11.DC3: Pe4: 12. Ld8: PC3: 13.LC7:
pe4J 14- g4> g6; 15. Tgi, Kh8; 16. f6, Pf6:
17. Ldó: Te8; 18. Les: Kg8; 19. o—o—o, Pg4: 20. LC3, Lf^; 21. h3, Phó;
22. Pes, Tad8 (niet Lh3: om Thi); 23. h4, Tdi:f 24. Kdi: Td8f 25. Kei,
Id6; 26. h5, en de partij staat tamelijk wel gelijk, maar vooral niet in Wit's
nadeel; bijv. nog: 26.... a6; 27. hg, hg; 28. Thi en Zwart moet zeer voorzich
tig spelen.
") Dd3 lijkt om vele redenen wenschelijker.
') Nu kwam nog meer dan den vorigen zet Lb4 in aanmerking, want de c-pion
staat nu in veiligheid (zie noot d, wit's i3den zet). Het gevolg van een soortge
lijke variant kon nu zijn: io.... Lb4; 11. o—o (wat anders?) LC3: 12. DC3:
Pe4: 13. Ld8: PC3: 14. Le7, Te8; 15. Ldó: Pe4; 16. Les: Lf<5: met gelijk spel;
misschien nog eerder eenig (zeei; gering) voordeel aan zwart's zijde.
Bovendien lijkt ons a5 beter dan a6.
g) Phs zou door Zwart beantwoord worden door Pe4.\ Echter is Tei een
jammerlijk verloren tempo. Mason geeft hier aan 14. Lf6: Dfó: 15. Phs, Dd8 of
e7; 16. f6 of 14.... gf; 15. Ph5 dreigende Dh6 met een beslissenden aanval.
Het is verwonderlijk dat Janowski dit liet voorbijgaan.
'") Weer een zwakke zet. Wit kon den aanval vasthouden door LI14; Zwart
kon dan niet g5 spelen om 16. Pg5 : hg; 17. Dgs en wint.
') Deze zet wint een pion maar laat zwart's Damelooper vrij; weldra verkrijgt
Zwart nu een sterken tegenaanval. Wit had de drukking op het zwarte spel
moeten trachten vast te houden door g4, dreigende g5 en na hg, Pgs: (17. g4,
gó? deugt niet om 18. Dhó: en 19. Pg5). Na 17. g4, fó volgt 18. h4 opnieuw
gS dreigende.
') fg lacht ons meer toe. Van hier af speelt Showalter meesterlijk; maar ook
Janowski herstelt zijn zwakke bui van de 14de tot de 18de zetten door fijn spel.
k) Zeer fraai; Zwart dreigt door Dc8 en Ta8 de Dame te winnen; Wit offert
nu een paard en behaalt daarmee minstens remise, mits met correcte voortzetting.
) Zie diagram. Indien Zwart hier speelt Kf8 en Wit dan Pfc, kan de zwarte
Koning niet naar e8 uitwijken om Dc7, en Wit wint. De stelling levert hier dus
remise op door oneindige herhaling der zetten 32. Phóf, Kf8 of g7 ; 33. Pf5 al
72
of niet t, Kg8! 34. Ph6t enz. Showalter geeft hier echter de voorkeur aan een
zeer schoon Dameofïer, dat echter niet volkomen correct is; zie noot m; deson
danks getuigt dit offer van groot combinatie-vermogen.
m) Jammer; nu kon Wit aldus winnen, naar Mason terecht aangeeft: 36. Td6:
Td6: ? 37. h7+ Kg7 of h8; 38. Des :t en wit wint; of 36 Ld4t 37- Td4:
ed; 38. Dg5f Kf8; 39. Dcsf Ke8? 40. Db6: en de h-pion haalt Dame; of 39....
Kg8; 40. h7f Kh8; 41. Dd4:f en 42. DC4: waarna Zwart wel de Dame tegen
Toren terug wint maar de witte pionnen winnen moeten. Al het verschil schuilt
in eene omzetting van éen paar zetten.
") Eene partij die verre van correct is; maar hoogst interessant en leerzaam;
en die een goed getuigenis geeft van beider geestigheid.
No. 560. Zevende Partij, gespeeld 4 December 1898.
Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Dame-gambiet.
1. d4 ds 15. ed Db4 29. Dei: Tci
2. C4 e6 16. Dd2 T ac8 30. De4! Tdi :•{•
3. P C3 P f6 17. a3 Das 31. Kf2 Tf8f
4. P f 3 C5 18. T f e i T c6 32. Kg3') Tfs
5. cd ed 19. Dd3 T dc8 33. Db7 : TeS:")
6. L g5 Le6 20. T e ^ ) g5 34- D h 7 | j K f 8
7. e3 P c6a) 21. L g3 L a3 : 35. Dh8f | Ke7
8. dc L C5 : 22. T cei L b2: ?e) 36. de I» T fi
9. L d 3 h6b) 23. P d i F ) Db4s) 37. L gó ' L f7
10. L h4 o—o 24. L e5 !h) P e4 • 38. Lf7: T f7 :
11. o—o Le7c) 25. f3 f5') 39. D b8 Zwart geeft de
12. Tci Das 2Ó- fe partij op. n)
13. Lbi Tfd8 27. Te4:f) fe
14. P d4 P d4: 28. De4: Dei :f !k)
a) In de vijfde partij speelde Janowski hier Pbd7. De gekozen zet geeft veel
vrijer stelling aan Zwart.
b) Het alternatief d4 geeft na 1 0 . ed, Ld4: 11. Pd4: Dd4: een remiseachtig
spel met de betere kansen voor Wit met zijne twee loopers.
c) Nu zou d4 niet goed zijn om 1 2 . Pa4.
d) Beter was hier wel 2 0 . Lf6: en na 2 0 . . . . Lfó: 2 1 . Dh7f Kf8; 2 2 . La2!
en Zwart heeft geen beter voortzetting dan 22.... gó; 23. Dhó :f Lg7 ; 24. Df4!
Kg8 en Wit is een pion voor. Bij andere zetten voor Zwart bij den 22Sten zet
gaat pion ds verloren met gevaar van mat op I18 (22.... Tdó? 23. Dh8f en
24. Dc8:).
e) Eene fout die de partij kost. Zwart had het dreigend qualiteitsoffer op eó
moeten beletten door Lf8, waarna Dgó-J- onschadelijk is om I.g7-
f) Van hier af spelen beide spelers meesterlijk. Showalter haalt de in de stelling
opgesloten winst er prachtig uit en Janowski verdedigt zich zoo goed als het nog
mogelijk is.
73
) Er is niets beters; op Lei volgt 24. Te6: Te6: 25. Te6: Pe4; 26. Te4:
de; 27. De4: en f5 kan niet om 28. De6f Kg7; 29. Lest Kf8; 30. Dc8 enz.
) Nu zou 24. Ie6: le6: 25. Ie6: Pe4; 26. Te4: de; 27. De4: niet deugen
om Dd4
') Hoffer geeft hier voor Zwart deze interessante speelwijze aan: 2 5 . . . . TC3;
26. PC3. ic3: 27. Ddi, Te3: 28. Te3: I)d2 met Paard en twee pionnen tegen
loren. Bij voorzichtig spel houden wij echter ook dan het witte spel voor over
wegend.
j ) Prachtig en zuiver correct.
k ) Er zit niet anders op.
J ) Na 32. Ke2 zou Zwart dit aardige remise hebben: 32.... Lc4f 33. Kdi:!
Spaansche Partij.
r- e4 es 25- P f5 gó-1) 49. P d 8 Kf5')
2. P f3 P c6 26. P d4 E f6 50. f3 T bi t
1 6 - 1 ) d 3 : cd 40. Df : Df 64. dó
3 5 g 3
Buitenland.
LONDEN. — In the City of London Chess Club werd dit jaar de wedstrijd
om het kampioenschap gespeeld in twee groepen waarvan de eerste drie winners
te zamen om de zes prijzen kampten. Onze landgenoot Loman, zelf oud-City-
champion, dong ook mede, en won van zijne 17 partijen 10, verloor 5 en maakte
2 remise.
In de winnersgroep won Loman 2 en verloor hij 3 partijen, waardoor hij
slechts den 5dc" prijs won. Kampioen werd Herbert Jacobs met 3V2 winstpunten.
Een volgend nummer hopen wij eenige van Loman's partijen te geven.
Stelling uit de partij v. d. Berg— Eindstelling uit een partij met voor
Benima wedstrijd te 's Gravenhage 1898. gift van Ta8 en Pg8, gespeeld op het
S t a n d d e r partij n a den 1 6 d e n zet van Z w a r t . huish. concours der schaakclub „Utrecht."
Zwart: Benima. Zwart: A. G- Olland.
Problemen.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Nassau kade 76, Amsterdam.
N.B. "Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bedragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 661. B. J. M. Markx, *No. 662. B. J M. Markx,
te Leiden. te Leiden.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPERINK. Haarlemmerweg '27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren.
No. 13. No. 14.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen i—6.
No. i. x. Tg4, fg4:; 2. P e6+ enz:
No. 2. i. LC4, Lc4:-j-; 2. Pc4:-f-; x.—, gli42. Lf4+ enz:
No. 3. 1. Kb5, feó :; 2. Tf5f, KfS :; 394+;
1.—, Th8:; 2. Pg7, onv. 3. Tfs+; enz:
*•—. KgS; 2- Pg6, Le4:; 3. Le3+;
No. 4. 1. Les, fes:; 2. Le3i-, Ke4:; Dbx±;
1.—, Ke5:; 2. De8f, Kf4; Le3+;
I-— kS5; 2. Pg6, Le : 3. Le3+;
4
2.—, Ld2 :; 3. I14+ enz:
No. 5. 2 oplossingen. 1. Da6 (auteurs) en
1. h4.
No. 6. 2 oplossingen. 1. 05 (auteurs) en
1. Db4.
Oplossingen werden ingezonden door de Hh: H. v. Beek te Naaldwijk; J. Belt
te Amsterdam; W. Houtsma te Heiloo; S. Kamstra te Leeuwarden; D. Keestra
te id:; A. Korst te Bergen op Zoom; H. Mendes da Costa te Amsterdam; A.
Okkinga te Dronrijp; F. J. Schotel te Amsterdam; W. J. L. Verhoeven te Kam
pen, en G. A. Visser te id: Dus in 't geheel 11 deelnemers. Om sommige oplossers
niet te ontmoedigen en tot aansporing van hen die ditmaal niet inzonden, zij
hier medegedeeld dat van de Nos. 5 en 6 beide oplossingen door geen der deel
nemers werden gevonden, ofschoon enkelen het vermoeden uitspraken dat No. 6
een nevensoplossing zou hebben.
Correspondentie.
S. K.. te L. Uw driezet (W. Kf8, Z. Kf4), faalt op 1. Lg7 enz.
B. J". M. M., te L. 337 blijft nevenoplosbaar door 1. Le3.
Joh. W. P. D., te s G. tlw driezet (W. Kh4, /. Ke3), is reeds in twee zetten oplosbaar door
I. I)d3:f; Uw tweezet (W. Khl, Z. K.14), faalt op 1. Dg8.
Baar beide problemen na 31 December zijn ingezonden, komen zij niet voor den wedstrijd in
aanmerking.
8o
Uit de probleemwereld.
Ie Prijs. 2c Prijs.
L. Vetesnik, te Praag. M. Feigl, te Weenen.
, * Zwart I— ' Pf2:' die de dreiging 2. Pc7t pareert, laat alléén het
hoofdidee, den stillen tweeden zet, toe. In alle andere gevallen echter belet juist
deze Toren het toepassen van het hoofdidee, door het nemen van een wit stuk
Van den derden prijs willen wij liever niets zeggen, om onze probleemliefheb
Uit den aard der stelling niet veel varianten bezittende, heeft het nog genoeg
bekoorlijkheid om de oplossing loonend te doen zijn.
De vierde prijs zou een uitstekend probleem zijn voor een oplossingswedstrijd.
ven, welke zet alleen faalt op 1.—, P g s , dan ziet men eindelijk dat van een ge
heel andere zijde moet begonnen worden.
Verrassend is dan echter de oplossing door hare dubbele wending, het hoofdidee
van het probleem.
Wij gelooven met dat de auteur deze schijnbare nevenoplossing opzettelijk heeft
Wij zullen er verder niets meer van zeggen en laten het zoeken naar de oplos-
sing aan onze lezers over.
* *
III (40 Kr.) Fr. Dittrich te Kromeritz, IV (20 kr.) J. Smutny te Strakonitz,'
Inzendingen (het aantal problemen is onbeperkt) zijn te richten aan „The Editor
Sydney Morning Herald, Sydney, New South Wales". Zij moeten vóór 1 December
1899 ontvangen zijn.
Op het beste probleem is een premie gesteld van 5 £ 5 shilling. Twee speci-
aalprijzen worden er aan toegevoegd.
-es 1 Jg Be-
82
Verschillende partijen.
Jubileum-Wedstrijd te 's Gravenhage.
4. L fl — bö Lf8 — cö?
Niet goed: de juiste zet is 4.. . . Lb4.
5. 0—0 d7 — d6
6. d2 — d4 e5 X d4
7. P f3 X d4 L c8 — d7
8. p d4 — f5 ! Ld7 X f5
l)e dubbelpion, die Wit hierdoor krijgt,
is niet nadeelig, daar f5 een sterke druk
op het zwarte spel uitoefent en tevens Pc3
gelegenheid krijgt naar e4 te gaan en Pf6
aan te vallen. Beter was 8. 0—0, doch
Zwart heeft ook dan een lastig te verdedi
gen spel, alles ten gevolge van zijn zwak 13 Lb6 —c7?
ken vierden zet. Zwart schijnt geen gevaar te zien, 13. ..
9. e4 X f5 0—0 KhS zou hij anders gespeeld hebben. Speelt
Wit dan 14. f4 zoo volgt 14.... Pd3:
10. L cl — g5 P c6 — e5
15. Dd3 : d5; 16. I'f6 : gf6: enz. met on
11. P c3 — e4 c7 — c6 geveer gelijk spel. Ook 13.. .. Peg4 zou
12. L b5 — d3? het zwarte spel gered hebben.
Hier moest 12. Le2 geschieden. Zwart 14. Pe4 X f6 g7 X f6
krijgt thans gelegenheid om door 12. . . .
15. L g5 — h6 K g8 — h8
Ped7 zijn spel aanmerkelijk te verbeteren,
bijv. 12 Ped7; 13. Pc5 : Pc5: en Wit Een gedwongen kwaliteitsolfer, want na
heeft wel is waar twee loopers tegen twee 15.. . . Te8 zou 16. f4 volgen met winst
paarden, doch de aanval is voorloopig ge van een stuk of mat door Dg4f en Dg7f mat.
broken. Ook na 13. Lf6 : Pf6 : 14. Pc5: 16. Lh6 X f8 Dd8 X f8
dc5: staan de partijen ongeveer gelijk.
17. f2—f4 P e5 X d 3 ?
12.... L c5 — b6 ?
Beter was in elk geval nog het paard
13. Kgl — hl naar d7 terug te trekken, te meer daar de
Ook thans nog was 13. Le2 de voort witte looper voorshands onschadelijk is.
zetting, die den aanval vasthield, bijv.
18. Ddl X d3 d6 — d5
13.... Lc7: 14. Pf6:gf6: 15. Lh6, Te8;
16. f4, Pd7 ; 17. Lh5 en wint; of 13 19. Dd3 —d4 D f8 — d6
«3
20. T al — el b7 — b6 ? 21... . D d6 — d8
Wederom zwak. Door 20. . . . Lb6 ge Op 21.... fe6: zou volgen 22. Df6f
volgd door Ïg8, en zoo noodig Ld8, had Kg8; 23. Tf:i, Df4: 24. Tf4: enz.
Zwart zich niet eere nog eenigen tijd kun
22. T e6 X c6 opgegeven.
nen verdedigen.
Zwart heeft deze partij recht zwak, Wit
21. T el — e6! daarentegen krachtig gespeeld.
l">e sierlijkste en de beste zet. A. G. O.
Gespeeld op den Wedstrijd te 's Gravenhage.
Wit: R. J. Loman. Zwart: L. Benima.
Raadskeerg-ainbiet.
1• e2 — e4 e7 — e5 8. L d5 — b3 L c8 — g4
2. f2 — f4 e5 X f4 9. d2 — d4 g7 — g5
3. L fl — c 4 D d8 — h4f 10. e4 — e5 L g4 X f3
3. . . . I'fü; 4. Pc3, Lb4 (Zukertort speelde l)it is voor Zwart zoo wat gedwongen
1'cG; 5. Pf3, Lb4) 5. e5, (15; 6. LbSf is om nog niet meer in de ontwikkeling
volgens de antoren minder goed. achter te blijven.
4. K el — fl d7 — dö ! U. D dl X f3!
Dit is de meest bekende venlediging. W it vertrouwt geheel op zijne betere
Foutief is de z.g. //klassieke verdediging" positie.
door 4! . . . go ; 5. Pc6, Lg7; 6. d4, Pge7 ; 11 . . . Dh5 X f3
(d6 is minder goed wegens 7. Pf3, Dh5;
12. g 2 X f3 P f6 — h5
8. h4, h6; 9. e5, de5 : 10. Pd5, Kd8; 1 1 .
Om gö zoo lang mogelijk te behouden
de5 : Ld7 ; 12. Kgl, l)g6 ! 13. hg5 : lig5 :
en indirekt Th8 te beschermen. Op 12
14. Th8 : Lh8 : la. Pg5 : ! l)gö : 16. Lf4 :
Pfd7 of g8 zou 13. h4 volgen, waardoor
Dg6 ; 17. e6, fe6 : 18. Pc7 : e5 ; 19. Pe6f
de f- en g-pion beide verloren gaan.
Ke7; 20. Lg5f Lf6; 21. Dd5, Lg5: 22.
Üc5f Kf6; 23. ïflj L f4; 24. Pf4: en 13. Pc3—e4 b7 — h6 ?
wint) 7. g3, fg3: 8. Kg2, g4; 9. hg3 : DfÖ ; 13. . . . Le7 lijkt sterker maar geeft ook
10. Dg4, d5 ; 11. e5, Lg4 ; 12. ef6 : Lf6 : weinig b.v. 14. h4, gh4:(Pg3f? 15. Pg3 :
13. Pd5: Pd5: 14. Ld5: c6; 15. Lf3, fg3: 16. hg5 : en wint) 15. Pd6f! Ld6:
Lf5; 16. c3 en Wit staat beter). (Kd7 is nog slechter wegens Pf7: enz.)
5. L c4 X d5 P g8 — f6 16. Ih4: Le5:! (Pg7; 17. ed6: enz.) 17.
de5: Pg7; 18. Tf4 : Pe6 (0—0? 19. Tg4
Meer gebruikelijk is 5.... g5; 6. Pc3,
Lg7 ; 7. d4, Pe7 enz. dreigend Lh6 en wint) 19. Le6: fe6 : 20. Tf6.
6. P gl — f3 D h4 — h5 14. h2 — h4 ! L f8 — e7
7. P bl — c3 c7 — c6 ? 15. h4 X g5! h6 X g5
Foutief daar deze zet wit's looper op
16. L cl — d2 P b8 — a6
een beter veld brengt en het B-paard eene 17. K fl —f2
moeielijke ontwikkeling bezorgt 7. . . . g5 Wit speelt uitstekend, f7 of g5 is on
was de zet. houdbaar.
84
Aangezien ik tot heden slechts drie meerdere inschrijvingen ontving voor een
herinneringsboek aan den Jubileum-wedstrijd is dit plan opgegeven.
DE HOOFD-RKDACTEUR.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
W. II. M. DE TEEB, Haarlemmerstraat 78, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER,
Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas van Gent, J. F. S. ESSER, J. W. TE KOLSTÉ.
W. B. H. MEINERS, Dr. A. G. OLLAND.
Van dit blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrggbaar ft 15 cents en een geheele jaargang ft f 1.50, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men fï.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
INHOUD: Oude liefde roest niet; Bondszaken; Verslag Kleine Wedstrijd Leeuwar
den, Arnhem en Leiden; Binnenland; Telegrafische partij Soerabaia—Batavia; Partijen
tweekamp Janowski—Showalter; Problemen; Verschillende partijen; Automatische
inrichting van schaakklokjes; Boekbeoordeeling; Eindstellingen.
ware of thans weer wierd, de Bond ver over de Duizend leden zou tellen, en wat
een kracht zou dan van den Bond kunnen uitgaan ; inplaats van zich streng te
moeten houden aan het Binnenlandsche, zou ook het internationaal gedeelte onder
handen kunnen genomen worden, en wedstrijden uitgeschreven worden, ook toe
gankelijk voor den buitenlander, terwijl schakers als de H.H. Tresling, Olland, de
beide Foreesten, Loman, te Kolsté, Bleijkmans, Heemskerk, ons waarborgen op
dergelijke Internationale wedstrijden lang geen slecht figuur te zullen maken en
wij ook, even goed als Duitschland, Rusland, Oostenrijk, Engeland, Amerika, wel
dra onze Nederlandsche Meesters zouden kunnen aanwijzen.
Vindt u het nu ook niet jammer, dat u indertijd uw lidmaatschap hebt opgezegd,
en acht u het niet wenschelijk dat de ruimte die de Hoofdredacteur mij welwillend
afstaat voor een rubriek:
„Opnieuw toegetreden als lid",
spoedig gevuld is?
Daartoe roep ik thans uwe medewerking in, en verblijf, uwe aanmelding gaarne
tegemoet ziende, met beleefde fgroeten,
Hoogachtend,
H. D. B. MEIJER, Amsterdam,
Secretaris Nederlandsche Schaakbond.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Ph. Goldberg, Rotterdam, i
Clubleden
Joost Wilh. Bax, „
J. Heemskerk, „ 1 „Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereeniging".
Verhuisd.
W. H. M. DE VEER, Bondspenningmeester, Haarlemmerstraat 99 naar
Haarlemmerstraat 78.
Verhuizingen.
Ter voorkoming van oponthoud in de toezending van het Tijdschrift, gelieve
men bij verhuizing, ook wanneer het adres op den omslag niet juist is, daarvan
onverwijld kennis te geven aan den Secretaris H. D. B. MEIJER, Amsterdam.
87
Sommige
leden zijn boos omdat ik hun een kwitantie van een gulden heb doen aanbieden
als bijdrage voor den Internationalen Hoofdklassewedstrijd.
Waarschijnlijk zijn zij boos op zichzelf, want noch aan hen, die bijdragen toe
zegden, noch aan hen wie ik persoonlijk schreef, noch aan hen die mij de brief
kaart van Februari met nihil ingevuld en onderteekend terugzonden, heb ik een
88
kwitantie doen aanbieden, eii wanneer zij eenvoudig gevoig hadden gegeven tótt
mijn beleefd verzoek van Maart, dan hadden zij zich niet boos behoeven te maken
en mij een reuzenwerk bespaard.
Gelukkig dat met al het onaangename, dat men ondervindt, ook het aangename
gepaard gaat. Behalve de vele betuigingen van adhesie met mijne poging, maken
sommige excuses, dat zij niet meer kunnen geven, andere dat ze mij niet eerder
antwoordden, maar door drukke bezigheden of uitstedigheid het verzuimden, weer
andere familiaar weg: „Meijer, voor je troetelkindje, als 't niet genoeg is, zal ik
mijn portemonnaie nog wel eens nazien." Een schaakclub ten platten lande zendt
f 3,30, het eigenaardige bedrag getuigt dat de leden hutje bij mudje legden, aardig
en beter dan het „Wat.heb ik er aan" wat mij dezer dagen werd toegevoegd.
Intusschen beveel ik mijn troetelkind nog in de welwillendheid van de leden
aan, het is wel op de been maar toch nog te zwak om met fatsoen de wijde
wereld in te gaan.
Amsterdam, Mei 1899. H. D. B. MEIJER.
I Lotingsnummer
Winstpunten. i ste R O N D E . 2de R O N D E . 3de R O N D E
Prijs
NAMEN DER LEDEN. Ronden AJ. U.
Uitslag.
Paring.
Paring.
Uitslag.
Uitslag.
Paring".
•— D 1)
i ca c bc N A A M . N A A M . N A A M .
' 2 3 I §
| I h
2 D. Keestra, Leeuwarden . ty2 o 1 1 1/2 3* 7°c 2 D. Keestra . . . . i/s § 9' K. Dijkveld Stol . . o 3) J. Boelstra . . . . o
3 J. Boelstra, Stiens 000= 13 ( Y. Oosterloo. . . . 1 7 , A. Ypes o 1 ( H. Scheltens. . . . o
4 W. v. d Woude, Groningen .1113 14 i!tc 3' J. Boelstra . . . . o 10! R. Heeren . . . . 1 4) W. v. d. Woude . . 1
10 R. Heeren, Tornaard . ...11 i/2 2I/2 10 3dc 6( J Koopmans. . . . o 131 Y. Oosterloo. . . . o 7' A. Ypes i§
Prijs
,I
Uitslag.
Paring.
Uitslag.
NAMEN DER LEDEN. Ronden ^
Uitslag.
Paring
c c
Ps ri ncr
_ OJ <U
N A A M . N A A M . N A A M .
, v , ! I s i
|
1 A. Meijer, Leeuwarden . o i o i i I j A. Meijer o 10 / D. B. Kalma o 2 i S. van Driesum Jr. .> i
2 S. v. Driesum Jr., Leeuwarden, i i i 3 11 3dc 2! S. van Driesum Jr. 1 11 • Luitn Snel .... 1 3 ' S. Kamstra .... o-j-
3 S. Kamstra, » 000= 17 j F. K. Bokma . . . 1 § 9 J Joh. M Keuning . . 1 1 ) A. Meijer o
4 L Renken, » 1 I I 3 13 1'" 3' S Kamstra . . . . o§ 12 ' C. Wieling . . . . o 4! L. Renken . . . . I
5 A Okkinga, Dronrijp . . .101 2 5* 8st' 16 j S Slagen o 8( Jan Meijer . . . 1 17 j F. K Bokma . . . o
6 N. Struiksma, Leeuwarden. . 1/2 1 0 1V2 3Va 9dc 4 ^ L Renken . . . 1 13' R. van der Kamp . o 5 ' A. Okkinga . . . . 1
7 Y. W. Tijsma, » o o 1 1 1 15 j J. Westra o 7 j Y. W Tijsma . . . o 16 j S. Slager 1
8 Jan Meijer, Groningen . . . 1 1 o 2 ! 5* 7dc 5 • A. Okkinga . . . . 1 14' Tj Oosterloo . . . 1 6' N. Struiksma . . . o
9 Joh M. Keuning Beetsterzw. .1113 12 2dc 141 Tj. Oosterloo . . . V2§ 6) N. Struiksma . . . 1 15 j J- Westra o
10 D. B. Kalma, Leeuwarden. .0011 1 6! N. Struiksma . . . Va § '5 ' J- Westra o 71 Y. W. Tijsma . . . 1
11 Luitn. Snel, Groningen . . .01 1 2 6 6dc 13 j R. van der Kamp. .1 5 | A. Okkinga .... o 14 ( Tj. Oosterloo . . . 1
12 C Wieling, Kimswerd ...000= 7 ' Y. W. Tijsma . . . o 16) S Slager . . . . 1 8 ' Jan Meijer . ... o
13 R. van der Kamp, Leeuwarden. 1 o o 1 2 12 | C. Wieling . ... o 4 ( L. Renken . . . . 1 13 ) R. van der Kamp. . o
14 Tj. Oosterloo, » y2 1 1 21/2 10 4d' 8) Jan Meijer . . . . 1 17 ' F. K Bokma . . . o 9! Joh. M Keuning . . 1
15 J. Westra, Kimswerd. ...000= 11 | Luitn. Snel . . . . o 3) S. Kamstra . . . o-J- 12 j C. Wieling . . . . o
16 S Slager, Beetsterzwaag. . . o 1 1 2 71/2 Sdl: 9' Joh. M. Keuning . . 1 1 ' A. Meijer 1 10' D. B. Kalma . . 1
17 F. K. Bokma, Leeuwarden. .1001 1 18 j IJ. Bolman Jr. . . . 1 18) IJ Bolman Jr. . . . o 11 j Luitn. Snel . . . . 1
18 IJ. Bolman Jr., » 1 o o 1 2 10' D. B. Kalma. . . . o 2) S. van Driesum Jr. . 1 181 IJ. Bolman Jr. . . . o
Aan den Kleinen Wedstrijd te Arnhem gehouden 19 Maart j.1. namen 14 spelers
deel, waaronder twee Dames. Door de geringe opkomst was het noodzakelijk in
één groep te spelen met voorgift en was de uitslag als volgt: ie prijs, Iz. A. de
Vries, Arnhem; 2e prijs, I. H. Goud, Arnhem; 3e prijs, B. Snatager, Zutphen;
4e prijs, J. J. Kleinhoonte, Arnhem; 5e prijs, B. van Driest, Arnhem; 6de prijs,
Meijer; 7de prijs, J. J. Speet, Breda.
Van den door de Arnhemsche Schaakvereeniging aangeboden Tombola-wedstrijd,
werd, de kleine opkomst in aanmerking genomen, goed gebruik gemaakt. Derge
lijke wedstrijden luisteren de schaakbijeenkomsten altijd op, en worden zulke aan
biedingen dan ook door het Bestuur steeds zeer geapprecieerd.
Ook hier vond de nieuwe regeling, het doorspelen van alle spelers in de drie
ronden, veel bijval, want het loten bij remise, iets zeer onaangenaams vooral in
de ie ronde, wordt er door vermeden, en de administratie is zeer eenvoudig.
DE BONDSSECRETARIS.
Binnenland.
AMSTERDAM. — De jaarlijksche onderlinge wedstrijd van het V. A. S. had
den volgenden uitslag:
Hoofdklasse: 5 deelnemers, 8 partijen;
ie Pr. D. Bleykmans met 6 punten.
2e „ Jhr. A. E. v. Eoreest met 51/2 punt.
Eerste klasse: 7 deelnemers, 12 partijen;
ie Pr. S. Beffie met ro punten.
2e „ H. D. B. Meijer met 71/9 punt.
3e „ C. v. Steenderen „ 7 punten.
Tweede klasse: 8 deelnemers, 7 partijen;
ie Pr. T- de Haas met 5V2 punt. |
2e „ M. G. Stokvis met 51/2 punt. I na match 3 Partijen 2—1.
3e „ J. Monas met 5 punten.
4e „ A. A. J. Ridderhof met 41/j punt.
Derde klasse: 10 deelnemers, 9 partijen;
na match 9 partijen.
In de eerste klasse waren 7 deelnemers geweest; ieder speelde met ieder 2 par
tijen. De heer J. H. Peet had den eersten prijs behaald met 11 uit de 12 punten;
de heer G. J. Vuurmans den tweeden met 8Vs punt. In de tweede klasse met
6 deelnemers won de heer F. A. Franse, thans te Ankeveen, den eersten prijs met
8 uit de 10 punten en de heer L. van Oven met 71/2 punt den tweeden.
In de derde klasse met 3 deelnemers behaalden de heeren O. van Houtum en
J. H. Veen ieder 3 punten van de 4; na 3 kamppartijen won de heer van Houtum
met 2—1 den eenigen prijs.
In de plaats van den heer Franse werd de heer van Houtum tot secretaris
gekozen.
Ned.erland.sch Indië.
MENADO. — De heer O. Boomsma bericht ons dat ook hier het schaakleven
begint op te leven. Wekelijks komen een negental heeren bijeen om te schaken,
hoewel nog niet een geordend genootschap is opgericht.
Teó: (Ke6:? dan 26. Tg6:|) 26. ba, T a s : 27. Ta3, Ta3: (Teaó dan niet 28. e ó |
om Kg7 maar 28. Ta5: Tas : 29. Ta3 en Wit wint) 28. Ta3: en de vrije e-pion
bergt winst, of 24. Peó: Deó: 25. Des, c6 ; 26. ba, T a s : 27. T13 enz.
f) Beter was Kh2 om het Paard vrij te maken.
s) Beter was Db7 om C7-C6 voor te bereiden.
h) Er dreigt na Keó: 35. Teif Kf7 ! 36. Dh8! en Wit wint.
Spaansclie Partij.
*• e4 es 14. P c 3 L g7 27. Tf7 T e8
Ook 8. Tei kan gespeeld worden. De gekozen zet eó is een echte waagzet voor
Janowski, een pion offerend om een aanval te beginnen. Zie overigens te Ivolsté's
opstel in het Maart-nummer over 8. ab, Pes : 9. Pd4.
c) Mieses noemt in Deutsches Wochenschach dezen zet beter dan Leó : om 9. ab,
Pb8, 10. Pgs en Mieses vindt de dan komende ruil op eó bedenkelijk voor Zwart.
Wij voor ons houden het hierin met Loman; zie ook noot g.
d) Hier deugt es niet om 14. Df3, De7; 15. Pc3 en na có 16. Pa4 dreigend Pbó.
94
Problemen.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 671. J. van Beveren, *No. 672. Joh. W. P. Dewald Jr.,
te Leiden. te 's Gravenhage.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPE RINK. Haarlemmerweg 27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zjjn aan den leider te adresseeren.
No. 19 No. 20.
^——-1
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
98
In No. 666, moet Df8 een witte K zijn, en men gelieve de vier problemen van
„Uit de probleemwereld" te nummeren met 667, 668, 669 en 670.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen 7—12.
No. 7. Dgi, T onv.; 2. PC4+ enz.
No. 8. Onoplosbaar; met witten pion op f6: 1. Db7 enz.
No. 9. Onoplosbaar; dit probleem is een 3-zet.
1. Db2, Kf5:; 2. Dg2 enz.
No. 10. 1. Pe3, Pdi:; 2. Pfs+ enz.
No. 11. 1. Des, TC7:; 2. De3f, Le3:; 3. Tfs±.
1.—, anders; 2. D of T geeft mat.
No. 12. 1. Pd3, Ke6:; 2. De8 enz.
1.—•, KC4; 2. Des enz-
i.-—•, Ke4; 2. Dest enz.
De heeren Belt te Amsterdam, Visscher te Kampen en Houtsma te Heiloo
zonden geen oplossingen in.
Correspondentie.
S. K.. te L. Aan uw verzoek wordt voldaan. Wij kunnen ons niet herinneven, het bewuste
probleem ontvangen te hebben ; zullen het echter alsnog plaatsen.
59
Uit de probleem wereld
De „Brighton Society schrijft weder een probleemwedstrijd uit voor twee- en
driezetten.
De prijzen zijn voor iedere afdeeling 10 sh. 6 p„ 5 sh. en 2 sh. 6 p„ terwijl
er nog een prijs van een guinje aan toegevoegd wordt voor den componist van
het beste paar (twee- en driezetten).
In iedere afdeeling mogen door een zelfden auteur twee problemen worden
ingezonden. De termijn voor inzendingen uit het buitenland sluit met 1 October.
Prijsrechters zijn de H.H. G. Hume, T. Taverner en B. G. Laws.
Inzendingen zijn te richten aan „The Chess Editor of Brighton Society", 101,
Queen's Road, Dalston, London, NE.
Mat in 2 zetten
gen, zooals 6io en 616. Door al deze verschillende gebreken was de rangschik
king voor ons zeer lastig.
617 heeft zijn eerste plaats te danken aan het dubbele en zuiver uitgevoerde
idee van Dame-offer en variant i.—, Kes; 2. D'n5 J-. Ondanks de dual die kan
optreden na 1.—, Pg8, [17, f15 of e4 door 2. Dc6+ of Pe3+ is dit nog wel het
beste der reeks, want 607 ontleent alleen zijn waarde aan 1.—, Pe6 of f5, welke
varianten echter verre van nieuw zijn, terwijl Tc6 al heel ongelukkig geplaatst
is. Wij zouden dan ook aan 622 de voorkeur gegeven hebben, ware het niet,
dat dit probleem wel wat al te eenvoudig van constructie is.
Van de andere problemen nog iets te zeggen, zou ons te ver voeren. De aan
dachtige beschouwer kan, na het boven aangehaalde, zelf gemakkelijk nagaan,
welke overwegingen ons geleid hebben bij het vaststellen van bovenstaande volgorde.
IOl
Verschillende partijen.
No. 569. Schaakwedstrijd te 's Gravenhage 1898.
Scliotscli-Gainbiet.
Wit: W. B. H. Meiners. Zwart: D. Bleykmans.
1. e2 — e4 e7 — e.5 Te5 : Dd4: 21. Te4 en wint den looper.
2. P gl — f3 P b8 — c6 20. f2 — f3 ! L g4 — h5
B. d2 — d4 e5 X d4 2 0 . . . . Dd4 :f gaat niet wegens 21.
4. L fl — c4 L f8 — c5 Khl, Loo: 22. Tcdl en wint.
het verlies hiervan beslist de partij ten wint; zoodat voor wit nog het gunstigst is in
gunste van Wit. deze variant na 43. . . . Ld7 : 44. b7, Tc8 te
35. P c5 X a4 L h5 — g6 spelen 45. Tc5, rl'b8! 46. Pd7: Tb7 ; 47.
Pc5, Ta7 ; 48. Pd3: Ta3: en zwart heeft
36. T b7 — c7
winnend spel. H.)
Om den looper van c2 af te houden en
de b-liin voor den b-pion vrij te maken.
4 1. . . . . . f5 —f4|
3 6 . . . . . . d3
di — 42. K g3 — h2 Ta2X a3
37. Tc7 —d7 Tdl— cl 43. b5 — b6 ! Ta3Xa4
Op 43. . .. Tb3 zou volgen 44. b7, d2
38. b2 — b4 T cl — c2f
45. Pc5, Tb2; 46. Td2 : enz.
39. Kf2 — g3 T c2 — a2 44. b6 — b7 T a4 — b4
Zwart overziet de volgende fijne speel
wijze van Wit. Langer tegenstand bood
45. T d7 — d8f K h8 — g 7
39,.. f5, bijv. 40. h3, f4f 41. K.h2, Lf5 ; 46. b7 — b8D T b4 X b8
42. Td8f Kg7; 43. b5, Ïc8 enz. (zie 47. T d8 X b8 Kg7 — h6
diagram).
S t a n d d e r partij n a den 3 9 e n zet van Wit.
48. g 2 — g4 f4 X g3e-p.-)*
49. Kh2Xg3 Lg6 — f5
50. h3 — h4 g5 X h4f
51. Kg3 X h4 K h6 — g6
52. T b8 — b6f K gö — f7
53. K h4 — g5 L f5 — g6
54. f3 —f4 K f 7 — e7
55. f4 — f5 L g 6 — f7
56. f5 — f6f K e7 — d7
57. Kg5 — h6!
l)e wijze waarop Wit dit eindspel tot
een goed einde brengt is zeer leerzaam en
40. b4 — b5 f7 — f5 verdient alle lof.
41. h2 — h3 57 L f7 — g6
Wit speelt zeer voorzichtig. Door 41. b6, 58. T b6 — a6
f41 42. Kh3, Lf5f 43. g4, fg3: e-p.f;44. Spoediger beslist 58. Tbl, Ke6 59. Kg7r
Kg3: Ld7 : 45. b7 kon hij thans terstond Lh5; 60. Tdl. Ldl: 61. f7 en wint.
winnen. (Stond de toren nu nog op c2 dan
58 d3 — d2
ging deze variant niet op omdat na 45. . . .
Tc8 ! zwart veel kans op remise heeft, terwijl 59. T a6 — al K d7 — e6
zwart dan zelfs kon winnen door 43 ... . 60. K h6 — g7 L g 6 — h5
Ld7 :! 44. b7, Tc8 ! 45. bcDf Kc8 : 46. Pc3 61. T al — gl Ke6 — d5
(of b2) d2 ; 47. a4, Ld7 ; 48. a5, La4! 49. a6 !
62. K g7 — h6 d2 — dlD
dlD 50. Pdl: Ldl: 51. a7 ? Lf3 : ot beter
voor wit 51. Kg2 ! La4 ; 52. a7, Lc6 en zwart 63. T gl X dl Lh5 X dl
103
Stand der paitij na den 23sten zet van Zwart 24. T 1x3 X h6f K h8 — g8
Na 24. . . . gh6 : wint 25. Le5 :f terstond.
25. T h6 — h5 ! P d6 — e8
26. Dg4 — h4 T f7 — f6
27. T h5 — li8f Kg8 —f7
28. L b2 X eö T f6 — h6
29. Dh4 — c4f K f7 — e7
30. f5 — f 6f! Pe8Xf6
31. T h8 X h6 opgegeven
A. G. 0.
Spaansche Partij.
1. e4 es n. a41 ] T b8 21. P e2 P es :
2. P f3 P c6 12. P d 4 l ' L d4: 22. P d 4 : J ) cd4:
3. L b s a6 13. cd4: 0—0 23. Dd4: L 04")
4. L a 4 P f6 14- f3 p §5 24. T a 7 Pc6!
5. 0—0 Pe 4 : 15. abs: abs : 25. T e7: P d4:
6. d4 bs 16. Dd2b) P f7 26. T f2 T be8
b) Tot hiertoe heeft Wit uitstekend gespeeld. Thans moest hij vervolgen met
16. Ta6, waarop hij zijn voordeel gemakkelijk vasthoudt, bijv. 16. Ta6, Ld7 ; 17.
Lb3, Pb4; 18. Ta7 en Wit staat belangrijk beter.
c) Tot dit ongezonde offer bestaat volstrekt geen aanleiding, daar Zwart in
18 b4, een uitstekende voortzetting heeft, bijv. 18 b4; 19. Pa4, b3; 20.
Ld3, Db4, 21. Le3, f4; 22. Lf4: la8; 23. Pc5, Pd4: 24. Peó: Pe6: enz.
') Door dezen roekeloozen zet doet Wit zijn gewonnen partij in een verloren
verkeeren. Op 22. Lf4 had Zwart geen voldoende antwoord. (Zie diagram).
) Een zeer krachtige zet, die in verband met Zwart's volgende zetten de partij
zeer spoedig beslist. Het slot is aardig. Jammer, dat beide partijen het midden
spel zoo lichtzinnig hebben behandeld. A. G. O.
No- 872- Schaakwedstrijd te 's Gravenhage.
Wit: J. J. R. Moquette. Zwart: L. Benima.
d4-0peuiiig-,
r- d4 e6 13. e4! fe4 25. T es T ad8
2• c4 ^5 14. Pe4: P e4: 26. Lei K h8
3. P 03 P f6 15. Le4: P f8 27. L g6 P g6:
4- P f3 dó a ) 16. C5 ds 28. Dg6: D f6
5- e3 Le7 17. Pe5 h ) I) e 7 29. D f6 : gf6:
6. Ld3 o—o 18. Ld3 D h4 30. T [15 T e7
7. o—o Te8 b ) 19. Tei L g5 31. Th6:f T h7
8. D C2 c ) P c6 20. P f3 D h6 32. T f6: T g8
9- a3 Od 7 d ) 21. Pg 5 : Dg 5 : 33. L f4 c6
10. 1)4 ) L d8 ? 22. r e 3 h6? 34. L e5 Opgegeven.')
xi. T di f ) P e7 ? 5 ) 23. T aei L d7
12. L b2 P g6 24. T g3 D e7
Stand der partij na den 17den zet van Wit.
Eindstelling uit een partij tusschen | Eindstelling uit een partij tusschen
de h.h. N. W. van Lennep (Wit) en Mr. Tresling (Zwart) en X. (Wit)
L. Benima (Zwart) Juli 1897. Juli 1897.
Oplossing Eindspel-studies.
Januari-Aflevering blz. 36.
A. Koning C7. B. Tc7; Tgi is niet goed.... Kd4; Tci, C4 enz. Wit moet
den Toren geven voor den pion, om niet te verliezen. C. Tfif of Tg8. D. g4.
Goed opgelost door W. Albregts, Amsterdam, behalve B. A. J. de Koning,
's Gravenhage; Keuning te Beetsterzwaag.
ic>7
r> Groep A.
1 R. van Dam D. O. i/2 M. 1 11/2 B. 1 2V
2 Dr. A. Oppenheim O. D. 1/2 L 1/2 1 E. 1 2
Eindstelling uit een partij tusschen Eindstelling uit een partij tusschen
de h.h. N. W. van Lennep (Wit) en Mr. Tresling (Zwart) en X. (Wit)
L. Benima (Zwart) Juli 1897. Juli 1897.
i . 1 1
Oplossing Eindspel-studies.
Januari-Aflevering blz. 36.
A. Koning C7. B. TC7; Tgi is niet goed Kd4; Tct, C4 enz. Wit moet
den Toren geven voor den pion, om niet te verliezen. C. Tfif of Tg8. D. g4.
Goed opgelost door W. Albregts, Amsterdam, behalve B. A. J. de Koning,
's Gravenhage; Keuning te Beetsterzwaag.
107
Tweede klasse.
iste ronde. 2de ronde. 3de ronde.
Vervolg Binnenland.
Uitslag van de clubmatch op 7 Mei tusschen Vereenigd Amsterdamsch Schaak
genootschap tegen Leidsch Schaakgenootschap en Discendo Discimus.
V. A. S. L. S. en D. D.
1. D B. Bleijkmans o B. Leussen L. S. 1
2. Jhr. A. E. van Foreest . . 1 C. C. W. Mann . . . . D. D. o
3. A. Speyer 1 J. F. S. Esser L. S. o
4. L. Gans 1 Mr. S. van Houten. . . D. I). 0 o
5. B. Beffie o M. Steffelaar L. S. 1
6. S. Beffie i/2 A. E. Rahusen . . . . D. D. i/ Vj2
7. H. D. B. Meijer 1 R. van Dam L. S. 0 o
8. A. Bleijkmans o G. C. A. Oskam . . . D. I). 1
9. C. van Steenderen . . . . 1 Th. J. D. Enderlé . . . L. S. o O
10. W. Muntjewerfif 1 J. J. v. d. Pot . . . . D. D. o 0
11. M. G. Stokvis o B. J. M. Markx . . . . L. S. 1t
12. J. Monas 1 Dr. T. M. Gumplowicz . D. D. o O
13. A. A. J. Ridderhof. . . . r A. Schuckink Kool. . . L. S. 0 o
14. A. S. Cattela o E. Edersheim D. D. 1
15. A. Grave iiS> R. F'. C. W. Damsté . . L. S. 1/8
Vs
16. T- W. v. d. Laan Jr. . . . 1 Chr. Wesseling . . . . I). D. o O
Totaal . . 10 Totaal . 6
Automaiische inrichting van schaakklokjes tot het juist aangeven van het
oogenblik, waarop het uur verstreken is.
Ter vermijding van geschillen bij de vraag: „Heeft tijdsoverschrijding plaats
gehad, al dan niet?" heb ik aan de schaakklokjes een automatisch toestelletje
vervaardigd, waardoor het verstreken zijn van een uur door eene zichtbare han
deling wordt aangegeven, zoodat ingeval van tijdsoverschrijding alle napleiten uit
gesloten wordt.
Fig. A. Fig. B.
I 10
Boekbeoordeeling.
Bij ALLERT DE LANGE, Amsterdam is dan nu verschenen :
SCHAAKMAT.
Handleiding voor ieder die op een vlugge en gemakkelijke wijze wenscht te
leeren schaken volgens een geheel nieuwe leerwijze, door W. MUNTJEWERFF.
Bij voldoende inteekening zal Schaakmat verschijnen in 3 k 4 afleveringen k f1.25.
Wij nemen uit het prospectus eenige der Beoordeelingen over:
„Deze Handleiding om het Schaakspel te leeren, van de hand van den Heer
„W. MUNTJEWERFF te Amsterdam, heeft ook dit verschil met haar voorgangsters
„in binnen- en buitenland, dat zij in de eerste en voornaamste plaats een schaak
boek wil zijn voor esrstbeginnenden : geen opeenhooping van theoretisch materiaal,
„waarin de leerling zoo gemakkelijk verdwaalt, vindt men hier; slechts de een
voudigste varianten voor elke opening zijn aangegeven, terwijl een rijke verzameling
„van gespeelde partijen leert, hoe het voordeel der opening is vast te houden
„en hoe van de fouten bij het begin der partij gebruik kan worden gemaakt.
„Deze verzameling maakt, dat het boek ook gerust in handen van meergevor
derden mag geraken."
WINSCHOTEN, 28 Februari 1899. Mr. I D TRESI ING
„toch ook bij de beoefening een onmisbaar iets is, en de aanschouwelijk voorge
stelde gang der stukken, maken dat het uwe zeer zeker verre boven het andere
„de voorkeur verdient. Ik zal dan ook met overtuiging het warm aanbevelen."
ZUTPHEN, 28 Februari 1899. Wed. Dr. L. T. A. MULLER—THIJM.
,hoogte van de theorie willen stellen, en geen tijd hebben de uitvoerige Duitsche
•en Italiaansche handboeken te bestudeeren, aanbevolen."
LEIDEN, 28 Februari 1899. Dr A VAN RHIJN.
pion staan.
112
Victor Tietz.
Eindstelling TIETZ-
KAMISCH moet op b 2
en g 2 nog een witte
Victor Tietz.
x. T 06 : K. c6 : 1. P e4 : P ce4 :
2. D bs :f !! K bs : 2. T e4 : P 64 :
3. L a4f! K 04 ! 3. T e4 : D :
4- b3t K d3 4. P gs ! 13 g6
5. L bst K- e4 5. DI17 :t D I17 :
6.Tg4t K fS 6. P f7tt
7- P e3tt
?e Jaargang. N°. 6. Juni I899
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN KHIJN , Voorzitter; H. J. DEN HERTOG , Onder-Voorzitter;
W. II. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 78, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER,
Geldersohe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas van Gent, J. F. S. ESSER , ,J. W. TE KOLSTK.
W. B. H. MEINERS , Dr. A. Gr. OLLAND.
Van ilit blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Kondsleden wordt
toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar ii 15 cents en een geheele jaargang ii f 1.50, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.30 contributie. Nadere inlichtingen verschaftde Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
P. C. Bouwmeester, Haarlem. O. M. Pirsch, Menado.
H. F. Hesselaar, Menado. H. F. Steffens, „
C. P. A. de Grebber, „ Radersma, Tasik Melaja.
A. K. Barth, ,, F. Cola^o Ozorio, Amsterdam.
Errata.
Onder de nieuwe leden in de April—Mei-Aflevering staat: Bremekamp „Har-
lingen"; dit moet zijn Leiden.
Art. 45 van het Reglement zegt, dat het Bestuur alleen met bijzondere mach
tiging van een Algemeene Vergadering, een Internationalen wedstrijd mag uit
schrijven. Ten einde die machtiging te bekomen, convoceerde het Bestuur eene
Buitengewone Algemeene Vergadering
gehouden den 23sten Mei j.1. te Amsterdam in het café „De Roode Leeuw", door
welke vergadering het Bestuur gemachtigd is geworden, om een Internationalen
Hoofdklassewedstrijd uit te schrijven.
7
114
Toelichting:
Het doel van dit voorstel is, om aan de afdeelingen weer die plaats toe te
kennen, die zij vóór 8 Augustus 1897 hebben ingenomen, met dit onderscheid
evenwel dat de contributie der leden iets verhoogd wordt, opdat hun bijdrage
aan de Bondskas de kosten der uitgaven van het Tijdschrift voldoende zal dekken.
De voorgestelde bepaling, dat zij niet mogen deelnemen aan den jaarlijkschen
"5
ë Leii weusuriju aient, om nun mindere rechten toe te kennen dan de (meer be
talende) rechtstreeksche leden.
Ingevolge Art. 53 van het Reglement, zullen, indien niet door eene Algemeene
Vergadering anders wordt besloten, met 1 Januari 1900 de afdeelingsleden ophou
den leden te zijn van den Nederlandschen Schaakbond. Al zullen ook eenigen
van hen als Rechtstreeksch lid tot den Bond toetreden, zoo meent de afdeeling
Leiden dat de groote meerderheid dat niet zal doen, en de Nederlandsche Schaak
bond een groot aantal leden zal verliezen.
SHT Het Hoofdbestuur preadviseert het voorstel van Leiden niet aan te nemen.
Van H. D. B. Meijer, Amsterdam.
In Art. 37, 4e Alinea te laten vervallen, het woord „achtereenvolgende".
5e Alinea te lezen. Alleen de eigenaars kunnen en zijn verplicht.... Het
Bestuur kan hierin uitzonderingen toestaan.
In Art. 43, te laten wegvallen in de ie Alinea de woorden: mits zij vóór enz. enz.
Internationale Hoofdklassewedstrijd.
A.lgemeene Bepalingen,
vastgesteld in de Bestuursvergadering gehouden 6 Juni j.1.
1. De wedstrijd zal worden gehouden te Amsterdam in het gebouw „Concordia"
N.Z. Voorburgwal; vangt aan op Maandag den 7en Augustus 1899,'s morgens te
9 uur en eindigt Woensdag den ióen Augustus.
De loting der deelnemers zal plaats hebben op Zondag 6 Augustus des avonds
te half acht in het wedstrijdlokaal.
2 Aangifte voor dezen wedstrijd moet geschieden vóór 10 Juli 1899, aan den
onds-Secretans H. D. B. Meijer, Amsterdam, Geldersche Kade 37, onder bijvoe
ging van zes gulden inleggeld. *)
Jiï' dl° t°t Stand komen van dezen wedstrijd geldelijk steunden,
hebben slechts de helft van het inleggeld, dus drie gulden te betalen.
Over de toelating tot den wedstrijd beslist het Bestuur.
3- Be leiding van den wedstrijd is opgedragen aan den Bonds-Secretaris of
zijn plaatsvervanger(s).
Prijzen.
4- iste prijs Groote Zilveren Eere-Medaille, uitgeloofd door H. M. de Koningin,
benevens / 200; 2de prijs f 150; 3de prijs ƒ 100; 4de prijs ƒ 80; Sde prijs
ƒ 60, 6de prijs f 40; 7de prijs f 30; 8ste prijs f 20.
voor^ Alg7 efne
Vergadering van 6 Augustus a.s. zal door het Bestuur het
t f
vr 6r !i6 worden, om den eersten-prijswinner den titel van
„Meester van den Nederlandschen Schaakbond" toe te kennen.
•) Spoedige aangifte vriendelijk verzocht, reeds 7 buitenlanders hebben zich aangemeld. Meijer.
116
Wedstrijd-Bepalingen.
1. Ieder deelnemer heeft met elk der overigen ééne partij te spelen. De voor
zet wordt geregeld naar de tabellen van Schurig, voorkomende in Berger's
„Schachjahrbuch" 1899/1900.
2. De gewonnen partijen worden met 1, de verloren met o, de remisepartijen
met 1/2 aangeschreven, en de prijzen naar gelang van het behaalde aantal winst
punten uitgekeerd. Bij gelijk aantal punten worden de prijzen gedeeld; slechts
om den eersten prijs moet ééne beslissende partij gespeeld worden.
3. Gespeeld wordt: Maandag 7, Dinsdag 8, Donderdag 10, Zaterdag 12, Maan
dag 14, Dinsdag 15 Augustus; twee partijen per dag n.1. van 9— U/s en van
6—10V2 uur, Woensdag 9, Vrijdag 11, Woensdag 16 Augustus; ééne partij per
dag van 9—iVs 's morgens. Er wordt dus Zondags niet gespeeld.
Afgebroken partijen worden naar volgorde der ronden, op de vrije avonden
voortgezet en beëindigd. De bedenktijd is 18 zetten per uur. Overgewonnen tijd
op een der reeksen komt de volgende reeks ten goede. Overschrijding van tijd
heeft verlies der partij ten gevolge. De controle geschiedt door schaakklokjes
voorzien van Meijer's inrichting tot het automatisch aangeven van één uur tijds
verloop. Ieder speler moet, nadat hij zijn zet heeft gedaan, zijn klok stil zetten,
waardoor de klok van de tegenpartij in beweging komt. De klok van de tegen
partij mag niet aangeraakt worden. Alleen de leider heeft het recht onregelmatig
heden in den loop van de klokjes op te heffen. Op de vastgestelde speeltijden
worden de klokjes van hen, die aan den zet zijn, in beweging gebracht. Wanneer
een speler na verloop van een uur niet aanwezig is, wordt de partij \ oor hem
als verloren, voor zijn tegenpartij als gewonnen aangemerkt; verzuimen beide
spelers den aangegeven tijd, dan wordt de partij voor beiden als verloren aangemerkt.
4. Het aanvangen der partij om 9 en 6 uur en het afbreken der paitij te
ii/2 en 10V2 uur, wordt door luiden van een bel aangekondigd. In het laatste
geval heeft de speler die aan den zet is, zijn zet op te schrijven en in een gesloten
couvert aan den leider af te geven. Bij voortzetting der partij wordt het couvert
in tegenwoordigheid der spelers geopend en de opgeschreven zet medegedeeld.
Het analyseeren van in gang zijnde of afgebroken partijen is verboden.
5. De deelnemers nemen de verplichting op zich alle partijen met hun volle
speelsterkte ten einde te brengen en niet zonder overwegende redenen zich uit den
wedstrijd terug te trekken.
Onderlinge concessiën tusschen de deelnemers, alsook het met nakomen van
de onderhavige bepalingen, kunnen uitsluiting van den wedstrijd, met verlies van
alle aanspraak op een prijs, ten gevolge hebben.
Zonder toestemming van den leider mag geen speler, zoolang zijn partij aan
den gang is, het wedstrijdlokaal verlaten.
6. Als speelregelen gelden de in de 7de uitgave van Bilguer's Handboek voor
komende bepalingen, waaraan nog toegevoegd wordt, dat indien dezelfde zet of
eene zelfde serie van zetten door beide spelers driemaal achtereenvolgens herhaald
JI 7
wordt, de partij als remise afgebroken moet worden. Vóór den 3Ósten zet is
remiseverklaring alleen met toestemming van den leider toegestaan.
7. Onmiddellijk na het eindigen der partij, moeten beide notitiën bij den leider
worden ingeleverd. De partijen zijn het eigendom van den Bond en mogen zon
der toestemming van het Bestuur niet gepubliceerd worden.
8. Trekt zich een deelnemer gedurende den wedstrijd terug, dan worden, wan
neer hij de helft of meer van het oorspronkelijk aantal partijen heeft afgespeeld,
de nog te spelen partijen voor hem als verloren, voor de tegenpartij als gewonnen
beschouwd. He ft hij minder dan de helft afgespeeld, dan worden deze als niet
gespeeld beschouwd.
Ieder die, om welke reden ook, zich uit den wedstrijd terugtrekt, verliest alle
aanspraak op een prijs en op teruggave van het itileggeld.
9. In alle niet voorziene gevallen beslist eene commissie, bestaande uit den
leider, de aanwezige bestuursleden, 1 buitenlandschen en 1 Hollandschen speler,
door de deelnemers onderling aan te wijzen.
Protesten tegen de uitspraak van deze commissie worden niet aangenomen.
10. Het Bestuur behoudt zich het recht voor, bovenstaande bepalingen te
wijzigen of te vermeerderen, wanneer het zulks in 't belang van den wedstrijd
noodig acht.
HET BESTUUR.
Dames Schaakwedstrijd.
Gevolg gevend aan het verzoek van ons verdienstelijk lid Mevrouw de Wed.
Dr. L. F. A. Muller—Thijm, te Zutphen, schrijft het Bestuur gelijktijdig met den
Grooten Bondswedstrijd uit:
Een Dames Schaakwedstrijd.
Bepalingen.
Dames niet-leden van den Bond kunnen aan den wedstrijd deelnemen tegen een
inleg van ƒ1.—
Dames Bondsleden betalen geen inleggeld.
Er moeten zich minstens 8 deelneemsters hebben aangegeven, om den wedstrijd
te doen doorgaan.
Bij groote deelname worden de deelneemsters verdeeld in groepen en spelen de
groep winsters om de prijzen.
De helft der deelneemsters ontvangen prijzen bestaande uit kunstvoorwerpen.
Het noteeren der partijen is verplicht.
Er worden drie partijen per dag gespeeld en wel van 9—12, 1—4, 6—9 uur.
De te 12, 4, 9, uur nog niet geeindigde partijen worden door een daartoe te
benoemen commissie beslist.
Aanmeldingen voor dezen wedstrijd zijn vóór 10 Juli te richten aan Mevrouw
de Wed. Dr. L. F. A. Muller—Thijm, te Zutphen, die zich welwillend met de
leiding van den wedstrijd heeft belast. HET BESTUUR.
• 19
118
Finantiëeli
Finantiëeli Rekening over 1897.
ONTVANGSTEN. UITGAVEN.
5 42§ 5°
f n fin Bondstijdschrift drukken. , ƒ
Saldo 1896 T 900 203 4°
.' . „ verzenden
°"trl.Utle'. 1 T 1 ioi75
1J
Enveloppen voor het Tijdschrift 33 °7
^76 Rechtstreeksche Leden 94° 5° r7
'1 u .. r Drukkosten van idem
Geschrapt wegens wanbetaling: 1
C. Mulié Dordrecht, N. G. L. Westenberg Hilversum, R. Wie- Bandjes voor het Tijdschrift 45 7-
Drukwerk (diversen)
v
10 15
nnga Tilburg. 8 _
. . . . .. , ,o„o, 1000 Reglementen 3°
246 Afdeelings- en Clubleden 209 05 & .
„ , v. .. 1- Abonnement op r, Buitenl. Tijdschriften 1000
Geschrapt wegens wanbetaling: i
r t r* u j u Onkosten van den Hoofd-Redacteur 20 —
L. J. Cohen den Haag. , . •
„ j, , , T ., „ 0, r „ van den Secretaris met reis- en verblijfkosten . . . 10209
1 Rechtstreeksch Lid over 1895 en 1896 5 , ™
„ ,I , „ 8 , van den Penningmeester 4° 93
39 Donateurs 4° °5 .' , .. , TRm
„ . , ,. Ininngskosten van de Afdeelingen en Clubs i» 04
97 Reglementen 2425 TTi 233
_
i . . -. , Prijzen wedstrijd Utrecht
Inleggelden wedstrijden^ zJL-, Mm 40-
ONTVANGSTEN. UITGAVEN.
Saldo 1897 ƒ 17570 Bondstijdschrift drukken f 442—
Contributie: | .. verzenden . . . . . . . . . „ 18671
446 Rechtstreeksche Leden . . . . . . . . . „1115x6 Bandjes voor het Tijdschrift . . . . . . . . „ 32 76
1 idem over 1896 2 50 Drukwerk (diversen) . . . . . . . . . „ 22 27
185 Afdeelings- en clubleden.......... 220 75 Ledenlijst, met uitslaande tabellen. . . . . . „ 83 —
33 Donateurs „ 130 25 1°°° Lidmaatschapskaarten 7 —
81 Reglementen „ 20 25 I Abonnement op Buitenl. Tijdschriften „1617
Inleggelden wedstrijden: Onkosten van den Hoofd-Redacteur den Hertog 10 —
Groningen „ 12 10 ,, der Probleem-Redactie 3 50
K r o m m e n i e . . . . . . . . . 84 0 ,< v a n d e n S e c r e t a r i s m e t reis- e n v e r b l i j f k o s t e n . . . „ 9 5 3 7 5
f 3067 25 f 3°67 25
De iste klasse geeft voor aan de 2de, de 2de aan de 3de pion F7; de iste aan de 3de paard BI.
I H. Scheltens 0.1.1 2 van Rhijn 1.1 1 2 1.0.1/2 tVa* Vs-1 JVs isteprijs.
I Dr. N. Westendorp Boerma 0.1.0 1 5 < Gtlppertz 0.1.1 2 1.1 2 Vs.o Vs 2de „
III F. P. M. Baetens 1.0.1 2 g I Meijer x.0.01 1
1 Dr. R. J. Escher 1.1 2 I Escher 0.1.1 2 0.0 o
II L. Renken 0.0 o j Baetens 0.0 o
II G. Snel 1.0.0 1 ' Wieling x.i 2 1.0.0 1 tv)
De uitsIag
van den doorloopenden Probleem-opl. Wedstrijd van October-Mei
(maandelijks een probleem dat aan de deelnemers werd gezonden) was als volgt:
Probleem 3 zet |de Heer Dr' C' J- Cornelis 7 van de 8 problemen.
12 deelnemers j " " J- Schnitzler 7 „ „8 „
beide Heeren moeten om den in en 2n prijs loten.
Probleem 2 zet / De Heeren I. Brakkee, J. J. F. Snijhorst, A. Th. Wulffraat
3 deelnemers | moeten om den prijs loten daar zij allen 7 van de 8 pro
blemen goed oplosten.
Deze wedstrijd mag als goed geslaagd beschouwd worden en is voor het bestuur
een reden om met het nieuwe speelseizoen er mede voort te gaan.
L
2 P f3 p"6 9' D fX L e ? I7 Ld3'-'} b6
3 CÓ IO- 4 o—o ï8. P e2 Pbj
t
P f 7 11. Pa5")
C4 I9. Tdi P c5
h7° 12'Le2 06 *> 2oLc3 Pd3:
5' p ,4 T '3- b4 )
d D bóf 21. Td3: c<;
4= L d 7 14. K h i D b4: 22. eq I c6
7- 1' c3
PC6-)
P d4 :
,6.Dei
15. L d2 Db6
Dc; £•£«> £'>
2, p f\
124
") De nieuwe voortzetting die deze geheele verdediging weerlegt; Zwart moet
of 5 . Dd8 of e i Pf6, c 6 , Le^ of Pc6 spelen, öf reeds bij den 4n zet afwijken. Wit
offert nu Paard en Looper tegen Toren en wint daarmee 2 pionnen en een doode-
lijken aanval.
b) Wij zouden de voorkeur geven aan Des.
c) Wit heeft nu al drie pionnen voor de quantiteit, waarmee de winst slechts
eene quaestie van tijd is.
d) De ruil der Koninginnen is slechts voordeel voor Wit.
êen zwak punt, dat doodelijk wordt om den gelijktijdigen druk, dien Wit op pion
c6 uitoefent.
e) Beter lijkt ons hier Kc7 en Kb7; maar een bezwaar is daarbij dat de Koning
zich daarbij verwijdert van de vleugel waar Wit 4 pionnen tegen 3 heeft. De
') Wit heeft keurig gebruik gemaakt van zijn stellingsvoordeel; en begint nu
e e n fijn doorgerekende combinatie, die hem een pion en winst der partij oplevert.
s) Misschien was het beter voor Zwart hier dadelijk Tcj te spelen. Er kon
dan bijv. volgen 54. Tc7:f Kc7 : 55. Tcóf Kb7; 56. Tcj Tgsf 57. Kd6 (Ke6?
dan Tc5 : en Kc6) Tgóf 58. Ke7, Kb6; maar ook dan houden wij het voordeel
Spaansclie Partij.
!• e4 es 17. T d 2 Td8 33. T cs ds
16. L e3 b6 32. f3 L b7
In dit jaar won hij den tweeden prijs; in de winnersgroep nam hij revanche tegen
Loman voor deze partij.
°) Meer gewoon is hier Tei of De2 gevolgd door Pes: al of niet voorafgegaan
door Lc6:.
b) Wit geeft nu den pion definitief op om het zwarte spel door een Paard op
d6 beklemd te houden. Het schijnt ons toe dat Zwart zich niet voldoende uit
die beklemming kan losmaken; de partij is tot den 2011 zet v a n weerszijden een
model van strijd over die pointe. Ook kon intusschen 9. Pe5 : en wit staat iets
vrijer dan Zwart, dat daarentegen twee loopers heeft tegen Paard en Looper.
c) Veld f5 moet aan het witte Paard ontnomen worden eer Lc8 speelt.
J) Beter was wel eerst a3. Op 20 as? volgt dan 2 1 . Pc8:t Tbc8:? 22.
8
t3ó
Lb6: en 23. Td7:f of 21.... Tdc8: 22. Td7:|. Op 20.... Pas kan volgen
21. b4, Pb7; 22. 05, Pd6: 23. Td6:! (beter dan cdt) en Zwart kan zich niet
verdedigen ( bs ; 24. c6, Ta8; 25. Les en wit dreig' zoowel C] als cd). Op
20 La6 volgt 21. b4, bs; 22. C5 en Zwart zit geheel vastgemetseld; Zwart
moet dus wel zijn Paard op d4 laten ruilen met pionverlies maar ook dan
schijnt het ons toe dat Wit moet winnen; bijv. 20. a3, Pd4; 21. Ld4: ed; 22.
Td4: Lb7; 23. Teif Kf8; 24. Tf4, f5; 25. g4 en Wit wint althans een pion.
e) Zwart is nu uit de grootste moeielijkheden en nog steeds den pion voor.
^ Niet g4 om Le2.
*) Niet 28. Pc5 : om Lbs ; niet 28. Tci om d6 ; niet 28. Td6 om Lbs ; 29. Ta7 :
Td6 : 30. Pd6 : Ld3.
Schijnbaar dwingt &
deze zet winst af;
S t a n d d e r partij na den 2 8 s t e n zet van Zwart. / J
in werkelijkheid is hij oorzaaK van net verues
der partij; zie diagram.
Wit had moeten spelen 20. Tcs; Zwart
kan dan niet antwoorden Tcs : om 30. Pcs :
Lbs of c8; 31. Pe6| en wit wint de qualiteit
en de partij.
Zwart moest dus antwoorden 29. TbóofTeö.
Na 29. Tcs, Te6 kan volgen 30. Pd6?
Tb8 ! 31. PC4 : LC4 : 3U. TC4 : Tb2 : 33. Tc8f
Ke7 ; 34. TC7, Td6 ; 35. Teif Te6 ; 36. Te6 :f
Ke6: 37. Kfi met de betere kansen voor Zwart,
of 33. Tcd4, Tee2; 34. Td7: Tf2 : 35. Ta7 :
Tg2 :f met gelijk spel; maar beter voor wit
f-? ! en wit wint.
Na 29. Tcs, Tb6 kan volgen 30. Tc7, ds ; 31. Pcs, Tbd6 ; 32. Tei en wit
staat beter.
i) Niet Ta6 : om C3 en de pion is niet tegen te houden (bc? dan Tbi-j- mat).
Zwart speelt de vorige 2 zetten en het vervolg meesterlijk.
Het slot is volkomen correct, en interessant door het wederzijdsche figuur-offer.
Deenscli Gambiet.
1. e4 es tl. o—o—o ü e7 21. f4 <*5
2. d4 ed 12. P f4 P eg 22. dc6:e. p. P c6:
3. c3 dc i3-pdS pd5: 23. Lc 4 t Kh8
4 . Lc 4 cb 14. ed b 5 !») 24. D d 5 P e7
5. L 1)2 : L b4f 15. Lb5: T b8 25. D as D c6
6. P C3 P f6 16. 1)34 a6 ! 2Ó- 1 ) a 6 : C ) Tb6
) Indien Wit speelt 17. L16:? dan Ln6: 18. Da6: ügsf 19. Ld2, Dg2 : of
19. Td2, Ta8; 20. De2, Ta2 : en Zwart wint.
e) Dit kost een stuk en de partij, maar wat anders f
De Engelschen hebben met hun zoo milde hooge prijzen niet het verdiende succes.
In het Uitnoodigingstournooi, waarin ieder der deelnemers tegen ieder zijner
mededingers twee partijen moet spelen, spelen nu mede: Bird, Blackburne, Cohn,
Janowski, Lasker, Lee, Maroczy, Mason, Pillsbury, Schlechter, Showalter, Steinitz^
Teichmann, Tinsley en Tschigorin.
Van deze zijn de veteraan Bird, die zijne beste dagen gehad heeft, en de
Londenscbe spelers Lee en Tinsley niet van de voor zulk een voorvechters wedstrijd
vereischte kracht, zoodat werkelijk slechts 12 der grootste corypheeën medespelen,
en daaronder dan nog Mason, die sinds acht jaren niet meer meespeelde.
Van de corypheeën, die in zulk een wedstrijd slechts noode gemist worden,
ontbreken: Dr. Tarrasch, Lipke, Charousek en Bum. Maar bovendien zijn er
nog zeer veel spelers, die ver boven Bird, Lee en Tinsley uitblinken en minstens
de gelijke van Mason zijn. Wij noemen slechts: Alapin, von Bardeleben, Walbrodt,
Berger, Gunsberg, Lippschütz, Macovetz, Schiffers, Marco en Mieses. Die laatste
twee spelen mede in het gelijktijdig plaats hebbend internationaal tournooi, waarin
ieder tegen ieder ééne partij speelt.
In dien wedstrijd speelt een Nederlander mede, en wel Esser die zijne eerste
partij, met Marco, remise maakte maar daarna twee partijen verloor tegen Physick
en Dr. Smith, en ook verder niet voorspoedig speelde. De twaalf deelnemers
zijn: Erskine, Esser, Jackson, E. Owen Jones, Klinisch (uit Weenen), Marco (uit
Weenen), Marshall (uit N.-Amerika), Mieses (uit Leipzig), Müller, Physick, Dr. Smith en
Tabountschikof (uit Rusland); dus de helft zijn Engelsche amateurs, die allen zes
gerekend worden als zwakker dan Atkins, Lawrence, Jacobs, Bellingham en Gunston.
Met den besten wil der wereld kan men dit tournooi, ondanks de kolossaal
hooge prijzen niet hooger rang toekennen dan dien van de Hauptturniere van
den Duitschen Schaakbond.
De billijkheid eischt hierbij te vermelden dat Physick begon met zijne eerste
drie partijen te winnen tegen Tabountschikoff (een bekend correspondentie-speler),
Marshall en Esser en dat Jackson begon met Mieses te verslaan.
Zoo schreven wij bij den aanvang; Physick, die geen enkele partij verloor en
E. O. Jones hielden zich kranig en de jonge Marshall wist zelfs den eersten prijs
te winnen boven Marco. Dit wijzigt echter niet onze appreciatie van de betee-
kenis van dit tournooi, als slechts van Hauptturnier-rang.)
Hieronder volgen twee roosters met den stand van den wedstrijd op het laatste
oogenblik van het ter perse gaan.
i34
Bird . . . . — o o i o V2 o ! o o o o 1/2 1 1 ° 4
Blackburne . . . 1 — o o 1 j 1 l/ï 1 1 , o o 1 | V ï 1 Vs 8 Vï
Cohn 11 — oo ioioIiioioi 8
Janowski o 1 1 — o j 1 o o 1 j 1 Vs 1 1 1 1 9Vs
Lasker .1011 1 V2 1 Vs 1/a 1 V2 1 1 1 11
Lee . Vï 0 0 0 0 — Vs 1 ° | 0 0 Vs 1 V s 0 4
Maroczy. . . 1 Vï 1 1 Vs Vs — 1 Vs 1 Vï 1 Va 1 1 o 10
Mason . . . 1 o o 1 o o o —• o Vï 1 o ) Vs 0 5
Pillsbury 1 o 1 o i/s 1 1/ï 1 — 1/2 Vï 1 Vï 1 1 9 :/s
Schlechter . . . 1 1 o I o l/g I 1 1/a Vï Vï — Vï 1 1 1 1 9Vs
Showalter 1 1 o Va 0 1 o o 1/s Vï — 1 1 0 0 ^Vs
Steinitz . . . . . . . VÏ 0 1 0 '/ï Vs VÏ 1 ° ° 0 1 1 VÏ 61/2
Teichmann *) o 1/5 o o o o o o 1/2 ° 0 0 — 1 0 2
NAMEN d ! * ; . ^ |1 g i 5 Ie , |
. g|A \ \ |d iTl.s'lll
ci o (j in o o c <u r, 1 •£ C h; <ri ed)
der >- -S ;3
rt 'g, I c S u
o •- 1 3
:3 5 1 §|
zL w
Sis
: O 2 •£> - «^'S «'*
>'r
DEELNEMERS. | S|g - SS I £ , SS • w ^ 5 H J g
ü w g §'=
' | 11 p h : H-g g-g *
F. J. Marshall . . — Vï 0 1 Vï ! 1 1 Vï 1 1 1 1 8!/2j I 4
G. Marco. . . . Vï — Vï Vï Vï i ' 1 Vï 1 Vï 1 8 | Ilen: 4
F. Phvsick . . 1 Vï — V2 V-2 Vs VÏ VÏ I 1 1 1 8 I III 3V2
E. O. Jones n„; . . o l/t j 1/0 — 1 o 1 1 V2 1 1 1 7Vï | IV en 3
J. Mieses . ... 1/2 Vs Vï o —| o 1 1 1 1 1 1 7Vs'! v 2l'a
Een van de punten, die het eerst besproken werden, was zijn tegenwoordige
speelsterkte. Steinitz gaf gulweg toe dat de snelheid, waarmede tegenwoordig vooral
in tournooien gespeeld werd, een beetje te snel voor hem was, en dat hij de
„Ausdauer" miste, die zoo noodig was voor welslagen in langdurige wedstrijden.
Overigens verzekert hij dat zijn schaak vermogen hem niet in den steek laat en
hij schrijft sommige nederlagen toe aan fouten, begaan ten gevolge van vermoeid
heid door te lang achtereen voor het schaakbord te zitten. Wat betreft positie
kennis echter, wil hij voor niemand wijken, en is hij stellig overtuigd dat hij, bij
gunstige omgeving, uitstekende gezondheid en met niet al te veel eischende be
palingen (van tijdbeperking? Redactie), nog altijd wel iets heeft mee te praten
betreffende het wereldkampioenschap, i)
Op den grondslag van twee of drie partijen per week verklaarde hij zich bereid
met Pillsbury een tweekamp van zeker getal te winnen partijen te spelen, in geval
een tweekamp om het kampioenschap der Vereenigde Staten van Amerika, tusschen
hen kon worden 'gehouden. Steinitz vindt dat de titel van Amerikaansch
kampioen met toekomt aan Pillsbury, zoolang hij Steinitz niet overwonnen heeft.
Want hij is sinds 1888 Amerikaansch burger, en is Pillsbury nog steeds eene
gewonnen partij voor. Hij zal hem echter niet nu uitdagen, omdat hij gebonden
is aan zijne beroepsplichten als schaakleeraar en bezet met werk aan zijn boek ; hoewel
hij aan den anderen kant gereed is om te spelen, indien hij zelf uitgedaagd wordt.
Betrekkelijk den wedstrijd te Weenen zei Steinitz dat acht uren schaakspelen per
dag in een wedstrijd van zoo langen duur, te veel voor hem bleek en dat, overi
gens, al het „toeval dat in zijne partijen was voorgekomen, hem tegen was geloopen,
zoodat hij in het geheel 51/2 winstpunten, die hem billijk toekwamen, had wegge
worpen, en daarmede de kansen op den eersten prijs, waarop hij innig gehoopt had.
Ten slotte zei Steinitz, in antwoord op eene desbetreffende vraag; „Ik geloof
„nog steeds beslist aan (/ most positively still adhere to my belief in) de correct
heid en voldoendheid van mijne verdediging tegen de Spaansche partij (uit de
„interview blijkt niet of hier bedoeld is de oude verdediging van Steinitz 3
„d6 of de nieuwe 3 Lcj en 4. Pge7 ; wij onderstelden 3 dó, en dit blijkt
„nu ook op het Londensche Tournooi; Redactie) en ook van mijne nieuwe voort-
„zetting tegen het Tweepaardspel, waarbij het koningspaard gespeeld wordt naar h3.
„Voorts heb ik nog steeds vertrouwen in mijne behandeling van het Evans'-gam-
„biet, en verwacht spoedig iets te kunnen mededeelen betreffende het Steinitz-gam-
"biet, dat kort geleden in discrediet kwam door een variant, die voorkwam in
„eene partij, door mij blind gespeeld tegen twee heeren in consultatie. Die zetten
„van mij zijn niet excentriek, zooals sommige wijsneuzen ze noemen, maar ze zijn
„gegrond op zekere beginselen, die ik heb aangenomen gedurende het grootste
„deel van mijn schaakloopbaan. Zooals u wel weet aarzel ik niet mijne theorieën
„in praktijk te brengen tegen de beste hedendaagsche spelers."
1) Wij wenschen dezen zin ook woordelijk in het Engelsoh na te drukken: In the matter of
position judgment, however, he wil] play second f.ddle to no one, being of the firm belief tl,at
given favorable surroundings, complete health and not too e*acting a Schedule, he would still have
sometning to say concerning' the championship.
f36
Problemen.
liedacteur: W. B. H. MEINERS, Nassau kade 76, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseereïi.
*No. 677. B. J. M. Markx, *No. 678. B. J. M. Markx,
te Leiden. te Leiden.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. IJ. M. DIEPERINK. Haarlemmerweg '27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren.
NO. 25 "No Ofi
Correspondentie.
A. v. E. te M. Uw plan is zeker goed, maar voor eene uitvoerige bespreking ontbreekt ons den
tijd. Wendt u voor de diploma's tot het hoofdbestuur. Van uwe zending aan den Heer H. heb ik
niets vernomen.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen 13—18.
No. X3. 1. De7, Kds ; 2. e4±; 1.—, 05; 2. Db7+ enz.
No. 1 4 . 2 oplossingen. 1. Dgi (auteurs), en 1. Pf7 -f-.
No. 15. 1. Pa8, Tc4 :; 2. Pc7f, Kd7 ; 3. 2.—, KI5 ; 3. Tf8±; 2.—, Kf7;
3. Dg8±. 1.—, Tes:; 2. Dg8| enz. 1.— , Kd7 ; 2. Dg8 enz.; 1.—, Pe4;
2. Pc7f, Kfs ; 3- de4:+ enz.
No. 16. 1. Pf2, KC4; ,2. Pd3, Kb3:; 3. Dg8+; 2.—, Kd4; 3. Tb4+; 1.—,
KC5; 2. Dc7t, Kd4; 3. Td3±; 1.—, a2; 2. TC3, enz.
De schijnbare nevenoplossing 1. Pg5 faalt bij 1.—, a7 ; 2. De7, Pd6
enz.; terwijl 1. Dgs faalt bij 1.—, Pcb6; 2. Tb4f, PC4. Wit krijgt
schaak, en kan dus niet met D op ds mat geven.
No. 17. 1. Lbs, abs:; 2. Db6, Dc8; 3. Td8, onv.; 4. Da6+; 2.—, Des; 3-
Da6f, Kb8 ; 4. Les :±; 1—> Db5:; 2- Td8f, Leg; 3. Tc8:, Db8 ; 4.
Tb8:± enz. enz.
No. 18. 1. Te7, Ke4; 2. Des, Td5; 3- Te5 :t» onv-: 4- D geeft mat; 2.—,Td2;
3. Tes :t> Kd3; 4- Dc4^t"5 x.—1 Lb3:; 2- Db7*i", Ld6; 3* Dc7t» Lds ;
4- Tes:+; 1.—Kd6; 2. Te6f enz.; 1.—, Te3:; 2. Td7f enz.
Correspondentie.
IV. L. J. V. te K. U heeft gelijk; het 3e geval, vermeld bij de oplossing
No. 3, behoort daar niet.
Wanneer in een probleem, bij den 2en of 3en zet van Wit, verschillende oplos
singen (duals) mogelijk zijn, is het voldoende slechts een dezer opl. aan te geven.
139
Onze probleemwedstrijden.
Met 681 is het laatste probleem^geplaatst voor onze wedstrijden.
Binnen kort zal de Jury rapport uitbrengen over de nog te beoordeelen twee-,
drie- en vierzetten, zie bladz. 141.
Uit de probleemwereld.
De Heer van Eelde deelt ons weder een frappant staaltje mede van „Original
und Nachbildung".
In het vierde deeltje der „Schachaufgaben" van Dufresne, tegenwoordig bewerkt
door von Gotschall, komt de volgende tweezet van den bewerker voor. Wit
itf a3, Wi f7, % bs en d7, $ a6, e2 en g$. Zwart ^ ds, 41 e6, | b6,
c5 en g4.
Vergelijk hiermede 543 uit ons Tijdschrift (Januari-nummer 1898)!
Onder Nos. 683 tot 686, geven wij resp. de vier eerste prijzen uit het tornooi
van de Boheemsche Schaakclub te Praag.
De eerste prijs is een echt Mackenzie-probleem met stille tweede zetten. Vooral
de zet 11a t.—, g4 is zeer goed aangebracht.
Na het toekennen van den prijs, heeft zich nog een aardig incident voorgedaan.
Het is namelijk gebleken dat een soortgelijk probleem van denzelfden auteur,
eenigszins anders bewerkt, in het Berliner tornooi een tweeden prijs behaalde.
Hierop zijn van verschillende zijden bij de Prager Jury, protesten ingekomen
om Mackenzie's prijs te laten vervallen, waaraan dan ook door haar gevolg is
gegeven.
Dit doet natuurlijk aan de waarde van het probleem niets af.
De tweede prijs die op het eerste gezicht niet veel schijnt te belooven, bezit
echter in de variant 1.—, f5, voldoende kwaliteit voor een prijsprobleem, ook is
de eerste zet zeer goed aangebracht.
Van de twee andere problemen zouden wij de volgorde omgewisseld hebben,
zelfs streeft o. i. dit laatste den tweeden prijs op zijde, niet alleen door den eersten
zet, maar cok door de levendigheid der varianten.
De derde prijs, hoewel zeer eigenaardig van idee, in het spel na het nemen
van het Paard, door een der Torens, komt ons te mat voor, de stelling veranderd
bijna niet en er is hoegenaamd geen afwisseling in de varianten.
Oplossings wedstrijd.
Daar er voor den probleem-oplossingswedstrijd gerekend is op zes rubrieken,
ieder van zes problemen, maar er, door het niet verschijnen van het April-nummer.
gedurende de eerste zes maanden slechts vijf rubrieken verschenen zijn, is er
besloten om in het Juli-nummer het laatste zestal voor dezen wedstrijd te plaatsen.
I4i
Probleem Compositie-wedstrijd.
Voor dezen in de Januari-aflevering uitgeschreven wedstrijd, zijn ingekomen
onder motto: Mitridatus, 2; Bloem, Kruid, 2; Nos. 7, 8, 2; Een beginner, 1;
Castor en Pollux, i; Solon, 2; Stamma, 4; S. M. H., 4; Positie, 2; De vier
Heemskinderen, 4; te zamen 24 problemen. DE BONDS-SECRETARIS.
Ons stipt houdende aan de tweede der wedstrijd-bepalingen, legden wij onmid-
' ^ 'J ter Z1J e de Nos. 1, 2, 3, 4, en 21. Deze problemen vertoonen geen enkele
economisch-reine matstelling. Vermeld zij nog, dat bij het onderzoek van no 4
de nevenoplossing 1. Dei dadelijk in het oog viel.
\erder werden van nadere beoordeeling uitgesloten de nos. 5, 6, 11, 15, 17 en
19, en wel op de volgende gronden :
No. 5.
Slechte sleutelzet (snijdt 2 velden af, zonder eenig aequivalent.) De eenige
-matstelling vormt het slot van eene onbeduidende variant. De matstelling na
1 . . . . , I d 6 2. Pg4t, K d 5 schijnt als hoofdidee bedoeld. Ze is echter niet rein (cO
Varianten 1 h3 en 1 C4 slecht.
No. 6.
Slechte sleutelzet (snijdt 3 velden af). 1 —, Ld3 geeft feitelijk de eenige goede
variant. Bovendien nevenoplosbaar door 1. De7 :j\
No. 11.
Behoort ter zijde gelegd te worden wegens de grove afwerking. Eéne matstel"
142
ling (i —, a5 2. De8, a6 3. Pb6+) is goed, doch deze kan het beslist leelijke
van de overige vier niet over 't hoofd doen zien.
No. 15.
Leelijke dual na 1—, Kc4 2. Dc3f, Kds. Zeer onaesthetische stelling. Slechte
matstelling na 1—, es 2. Pf4t, K.C4. De goede hoedanigheden van dit probleem
vermogen dit alles niet goed te maken. — [Later ontdekten wii nog de neven
oplossing 1. Pf4f(, KC4 2. Df3 enz.)]
No. 17.
Zeer plompe dreiging, meerendeels leelijke matstellingen. 1—, g4 en 1—, 05
zijn een paar uitgezocht slechte varianten.
No. 19.
Onbeduidend! 2. Le6 en 2. Lb5 zijn leelijke tweede-zetten.
No. 13.
(Wit: Kh7, Db8, PC4, Pg7, p. b2, d2, e2, gs, h4; Zwart: Kds, p. a4, C5,
e4). Oplossing : 1. Pfs enz.
Idee (tempo-zetten 2—, a3 en 2—, e3) niet onaardig, maar toch ook niet bijzonder
belangwekkend. Minder mooie sleutelzet. 1—, Kc6 onbelangrijke variant met
slechte matstelling. 1—, Ke6 2. Ddóf, Kf7 sluit ook met eene slechte matstelling.
No. 23.
(Wit: Kdi, Da6, Pe4, Pe.s, p. e2; Zwart: Kb4, De8, Td8, Pd7, p. bs, C7,
d2, e6). Oplossing: 1. Dai enz. Sleutelzet minder mooi: de noodzakelijkheid van
het afsnijden van velden na 1—, Kb3 ligt zeer voor de hand. Geen der tweede
zetten heeft iets opmerkelijks. 1—, P onv. 2. Dc;f is een zeer triviale variant.
Inferieure constructie: zwarte Dame en Toren, dienende alleen tot verijdeling van
nevenoplossingen, maken een onaangenamen indruk.
* *
*
ie Prijs.
No. 22. — Motto „Kruid".
Mat in 3 zetten.
2e Prijs. 3^ Prijs.
No. 7. — Motto „Stamma". No. 8. — Motto „Stamma".
Naar onze meening verheffen zich de nos. 22 en 7 beslist boven hunne drie
mededingers. Het viel ons niet gemakkelijk, tusschen deze twee problemen te
kiezen. No. 7 vertoont vier economisch-reine matstellingen, 110. 22 heeft er slechts
twee. In laatstgenoemd probleem geeft 1—, Pb8 cv? reeds op den 2den zet ge
legenheid tot het mat, in no. 7 komt geen enkele 2-zettige variant voor. De sleu-
telzet van no. 7 is mooier dan die van zijn concurrent, hoewel hij toch niet ver
borgen mag heeten. De stelling van no. 7 doet in behagelijkheid van constructie
onder (pionnen en Thi) voor die van no. 22. In laatstgenoemd probleem is de
witte Koning heel handig gebruikt om pion h7 vast te zetten, in no. 7 treedt hij
iets meer actief op door de dekking van twee velden.
Wat ons deed besluiten, om toch aan no. 22 den voorrang toe te kennen, is
de eigenaardige conceptie en de meerdere oorspronkelijkheid. Een onzer formu
leerde zijn oordeel als volgt: „No. 22 beschouw ik als een stevig neergezet probleem ;
de maker heeft gedacht: dat wil ik uitwerken, met nevenvariantjes houd ik me
niet op. Het is een kantig stuk werk".
No. 7 is eveneens een iste klasse-probleem. De variant 1—, Le3 is uitmun
tend, ook het pion-offer na 1—, Lf2 verdient allen lof. De varianten 1—, C3
en 1—, Pbi zijn echter o. i. te zamen niet meer waard dan de tweezettige
variant 1—, Pb8 in no. 22.
No. 8 onderscheidt zich door niet te miskennen oorspronkelijkheid van de nos.
14 en 24. Het is eene handige combinatie van zes verschillende matstellingen,
waarvan vier volmaakt en één niet-economisch, doch in elk geval rein. De sleu-
telzet is niet heel mooi. Het strekt den componist tot eer, dat hij slechts één
zwarten pion heeft noodig gehad, speciaal tot het verijdelen van nevenoplossingen.
[„Het ware voorbehoedmiddel tegen alle nevenoplossingen — de eisch is niet te
streng — behoort in hoofdzaak te liggen in den bouw der positie." (den Hertog,
Het Schaakprobleem, blz. 47.)]
145
No. 14 heeft een voor de hand liggenden, doch zeer goeden sleutelzet. Het
vertoont vier economisch-reine matstelüngen (Df7 + in de variant i—, es mag
niet geteld worden, waar in de speelwijze i—-, Kc4 : het mat I)e6 : ± reeds in
rekening is gebracht. Laatstgenoemde variant staat niet hoog (Dame geeft schaak,
pionnetje er tusschen, Dame neemt met mat!) Een vlekje is de mogelijkheid van
2. Db7f naast 2. Da8f in de variant 1—, Ke4.
No. 24 biedt niets nieuws, heeft geen bijzonder mooie 2e -zetten, maar is netjes
geconstrueerd en vertoont drie economisch-reine matstellingen. Dit probleem
verdient dus zeker zijne eervolle vermelding.
* *
*
Aan het einde onzer taak gekomen, zij het ons vergund, nog even in weinige
woorden den totaal-indruk te schetsen, dien dit tornooi ons gaf. Het aantal der
mededingende problemen viel tegen, het aantal, dat beantwoordde aan den door
ons gestelden eisch ten aanzien der zuiverheid van bewerking,.... viel mee. Bij
het onderzoek der nader te beoordeelen compositiën op nevenoplossingen, vroegen
wij ons angstig af, of er wel genoeg correcte (om nog niet eens te spreken van
bekronenswaardige) problemen zouden overblijven. Maar ziet, het restje was
mager, doch er waren er twee bij, die zoo al niet superieur, dan toch voldoende
mochten heeten, en dan nog vijf. En met die vijf kan Nederland overal
gerust voor den dag komen!
De Jury:
Amsterdam, 15 Juni 1899. W. B. H. MEINERS.
H. J. DEN HERTOG.
N.B. Indien vóór den 1 n Augustus a. s. aan het adres van den Bondssecretaris
geen geldig en uitvoerig gemotiveerd protest tegen de uitspraak der Jury is inge
komen, zal deze gerekend worden, van genoemden datum af van kracht te zijn. De
namen van de prijswinners en den eervol vermelde zullen, na opening der verzegelde
couverten, in de Algemeene Vergadering van 6 Augustus a. s. worden bekendgemaakt.
Komiek of Interessant?
Voor eenigen tijd vervaardigde ik den volgenden 2zet:
Doch dit alles is per slot van rekening slechts een quaestie van smaak en hier
trouwens bijzaak; de hoofdzaak ligt elders.
Want het is tegenwoordig in het algemeen een „rara avis" dat een 2zet ons
veel nieuws te aanschouwen geeft, dit is uit den aard der zaak te eerder het geval
met kleine opgaven. Toen ik mijn 2zet vervaardigd had, waren mij er dan ook
andere bekend, die met den tnijnen overeenkomst vertoonden o. a. de 2zet van
C. C. W. Manri (no. 8 van den Hertog's werkje) en mijn 443 (Meinummer '97).
Doch bij deze drie problemen ligt de overeenkomst in hoofdzaak in de gemeen
schappelijke schaakgedachte daar de constructie en de afwikkeling o. a. nog altijd
tamelijk verschillend zijn.
Doch wat ik niet had verwacht en waarin voor mij de hoofdzaak ligt, is dat ik
per slot van rekening niets anders had gecomponeerd dan het spiegelbeeld (op een
kleinigheid na) van een bestaanden 2zet. Dit lijkt mij interessant.
Of indien ik de wordingsgeschiedenis van mijn 2zet naga, hoe ik den eersten
vorm verwierp om het leelijke Pd2, hoe ik toen na eenig tobben en peuteren kwam
tot den gedecideerd beteren eindvorm en hoe ik, toen ik daarover (wie zal mij
dit kwalijk nemen?) eenige voldoening bij mij zelf bespeurde hoe ik toen moest
ondervinden dat ik niets anders had gecomponeerd dan een 2zet, die op een haar
op een reeds bestaanden geleek .... is dat eigenlijk niet grenzeloos komiek 1
Komiek of interessant? De eindbeslissing aan u vriendelijke lezer!
A. VAN EELDE.
Verschillende Partijen.
No- 584- Schaakwedstrijd te 'sGravenhage 1898.
Wit: D Bleykinans. Zwart: F. van den Berg.
Engelsolu' Partij.
1. e2 e4 e7 — e5 8. d2 — d3 0 —0
2. P gl — f3 P b8 — c6 : 9. L fl — e2 P e7 — g6
O. c2 c3 L 18 c5? Zwai-t is in ontwikkeling merkbaar voor-
De gewone voortzettingen zijn 3. . . . f5 uit. Thans had hij 9. . .. Te8 moeten
d5 of Pf6. spelen. Speelt Wit dan 0—0?, dan volgt
4. b2 — b4 16.... Pf6; 11. ef5: Te5:; 12. g4, De8
u- 1 • iv-i • , , .. en Zwart verovert 1)5 bij goeden stand
Hierdoor wint Wit een pion, docli krijgt
daardoor moeite zijn spel bijtijds te ont- 10. P e5 X g6 f7 X g6
wikkelen. Sterker lijkt mij daarom 4. d4, 10. . . . Iig6 is sterker.
ed4 : 5. cd4: Lb4f 6. Pe3 enz. 1] Q q d5 X e4•
4- • • • Lc5 — b6 12. d3 X e4 D d8 — e8
^' ^ b-5 P c6 61 12. . . . Ie8 kwam in aanmerking.
6. P f3 X e5 P g 8 —.f6 13. L cl — a3 T f8 — f7
7. D dl — c2 d7 — d5 14. P bl —d2 c7 c6
i4§
22. e4 — e5 P f6 — d5 32. D dl — a4 K h8 — h7
23. L e2•
e2 — f3 T e7 — f7 33. Da4 — e4 b7 — b5
24. P d2 — c4 ! 34. g2 — g4 K h7 — g8
Het zwarte spel is geheel verlamd.
Wit heeft nu pen sterke stelling inge
nomen. Stond nu de pion h3 nog op h2, 35. D e4 — a8f K g8 — h7
dan kon Wit met g3 vervolgen en zijn paard 36. D a8 — e4 K h7 — g8
op (16 vastzetten. 37. L a3 — b2 K g8 — h7
24. . . . T e8 — d8 38. D e4 — d5! D c6 X d5
Stand d
der
e r partij n a den 2 4 e n zet van Wit.
39. T d2 X d5 K h7 — g8
40. e5 — e6 T f'7 — e7
41. T d5 — d7 K g8 — f8
42. c5 — c6 K f8 — e8
Zwart is reddeloos.
43. f4 _ f5 g6X f5
44. g 4 X f5 T e7 X d7
45. c6 X d7 K e8 — d8
46. L b2 X g7 K d8 — e7
47. L g7 X h6 K e7 — f6
48. L h6 — g5f! opgegeven.
2 4 . . . . Tf4: is niet goed wegens 2o. A. G. O.
149
7. L cl — d2 L b4 X d2+
8. P bl X d2 d7 — d5
9. e4 X d5 P f6 X d5
10. 0 — 0?
Hier geschiedt gewoonlijk 10. Db8.
13. . . . 0—0
11. P f3 — e5
Thans kou Zwart op 11. L)b3, Pao laten
volgen. l)e gekozen zet l)edoelt ten koste
van een pion tot aanval te geraken.
11. . , . P c6 X d4 19 . . . T f8 X d8
Eenige zetten later blijkt, dat Zwart een
20. Til—dl T d8 X dlf
pion moet prijs geven. Daarom kwam zeer
in aanmerking 11.... Pb6; 12. Pdf3! 21. Db3 X dl D f7 — dö
Peö : 13. Pe5 : Pel: 14. Pc4: Le6 waarna Na 21 Da2: 22. DdSt Kf7; 23.
het zwarte spel de voorkeur verdient door Dd7| Kf6;. 24. DdSf Kf7 is de partij
de zwakte van den geïsoleerden witten d-pion. remise.
28. D e3 X a7 c6 — c5 36 K f2 _ e2 h7 — I16
29. I) a7 b8 K f6 — g6 3? K e2 _ d3 h6 — h5
30. D b8 - e8t K g6 - h6 3g a2 _ a4 g? _ g6
Beter is 30.... Kf6. r .
31. De8 —e3f K h6 — g6 39" b3 ~ b4 K e5 — d5
1
t5i
Schotsclie Partij.
!• e4 e5 13- cd4: P c6 25. Tei?k) ü b3 :')
2. Pf3 Pcó 14. TfdiO Kb8e) 26. e6 ! L e6 :
3- ^4 ed4: 15. P c4 1) gó") 27. L c 6 : bc6:
') Slecht gespeeld, daar Wit nu geheel meester wordt van het centrum en
bovendien een open lijn krijgt voor zijn torens. 12 Pgó of 12 Tdg8 ge
volgd door gs, om een aanval te beginnen op den witten koningsvleugel waren
goede voortzettingen.
15. De2, gs ; 16. es, des: 17. fes: Dg7 enz. Ook terstond 14.... gs was te spelen.
h) Het is duidelijk dat Zwart niet meer weet wat te doen. Zijn stelling is
verloren. Toch was ook nu nog gs te beproeven.
') Wit maakt telkens slechts gedeeltelijk gebruik van de zwakke zetten van
zijn tegenstander. Door 20. f5, Dfó; 21. Ld4, DgS; 22. Db4 kon hij thans snel
Stand der partij na den 19den zet van Zwart. en sremnkkplnt
J V"" W f .
J) Zwart kon moeilijk 24.... Pes : spelen,
A. G. O.
IS2
Dankbetuiging.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HKRTOG, Onder-Voorzitter;
W. II. M. DE VEEB, Haarlemmerstraat 78, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER,
G-eldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. E. HEEMSKEEK, Sas van Gent, J. F. S. ESSER, J. W. TE KOLSTÉ.
W. B. H. MEINERS, Dr. A. G. OLLAND.
Van dit blad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a 15 cents en een geheele jaargang ii f 1.50, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschil ft de Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Mej. Roelofsz, Amsterdam. | Henri Steffelaar, Frankfort a/M.
De Heer W. B. H. Meiners ziet zich tot zijn leedwezen genoodzaakt met primo
September zijn functie van Redacteur der Probleemrubriek neêr te leggen.
*
Gemeenschappelijke maaltijd
Na afloop der Vergadering bestaat gelegenheid gemeenschappelijk te dineeren,
in het Restaurant de „Roode Leeuw," Vijgendam £t ƒ1.50 per couvert. Hun, die
aan het Diner wenschen deel te nemen, wordt verzocht daarvan vóór 4 Augustus
bericht te zenden aan den Bondssecretaris.
* *
*
Réunie.
Zondag 6 Augustus des avonds te 7V2 uur in het wedstrijdlokaal.
Leden, die den wedstrijd wenschen te bezoeken, worden verzocht hun Bewijs
van Lidmaatschap over 1899 mede te brengen en aan den ingang van het wed
strijdlokaal op aanvraag te vertoonen.
Introductiekaarten voor den geheelen duur van den wedstrijd zijn Èt ƒ 1.— ver
krijgbaar bij den Bondssecretaris of aan den ingang van het wedstrijdlokaal.
'SS
Hotels te Amsterdam.
Palais Royal, in de onmiddellijke nabijheid van het wedstrijdlokaal, Krasnapolsky,
Stadt Eiberfeld, Hotel De Wereld, Hotel Het Haasje.
Tijdige bespreking zeer aan te bevelen.
* *
*
Groote Bondswedstrijd.
Algemeene Bepalingen.
1. De wedstrijd zal worden gehouden te Amsterdam in het gebouw „Concor-
dia", N. Z. Voorburgwal, in drie klassen, n.1.: Internationale Hoofdklasse, ie klasse
en 2e klasse, en vangt aan op Maandag 7 Augustus, des morgens te 9 uur.
De nu volgende bepalingen gelden alleen voor ie en 2e klasse. Voor
den Internationalen Hoofdklasse-wedstrijd zie de Tuni-afl. blz. 115—117.
De loting der deelnemers zal plaats hebben op Zondagavond 6 Augustus te
7V2 uur in het wedstrijdlokaal.
2. Aangifte voor dezen wedstrijd moet geschieden aan den Bondssecretaris
H. 1). B. Meijer, Amsterdam, Gelderschekade 37, vóór Zondag 6 Augustus of
uiterlijk bij het eindigen van de Algemeene Vergadering met bijvoeging van een
inleggeld voor de ie klasse van ƒ 3,—, voor de 2e klasse van f 2,—•.
i56
speelsterkte ten einde te brengen en niet zonder overwegende redenen zich uit den
wedstrijd terug te trekken.
Onderlinge concessiën tusschen de deelnemers, alsook het niet nakomen van
de onderhavige bepalingen, kunnen uitsluiting van den wedstrijd, met verlies van
alle aanspraak op een prijs, ten gevolge hebben.
Zonder toestemming van den leider mag geen speler, zoolang zijn partij aan
den gang is, het wedstrijdlokaal verlaten.
6. Onmiddellijk na het eindigen der partij, moeten beide notitiën bij den leider
worden ingeleverd. De partijen zijn het eigendom van den Bond en mogen zon
der toestemming van het Bestuur niet gepubliceerd worden.
7. Trekt zich een deelnemer gedurende den wedstrijd terug, dan worden, wan
neer hij de helft of meer van het oorspronkelijk aantal partijen heeft afgespeeld,
de nog te spelen partijen voor hem als verloren, voor de tegenpartij als gewonnen
beschouwd. Heeft hij minder dan de helft afgespeeld, dan worden deze als niet
gespeeld beschouwd.
Ieder die, om welke reden ook, zich uit den wedstrijd terugtrekt, verliest alle
aanspraak op een prijs en op teruggave van het inleggeld.
8. Het Bestuur is bevoegd, indien het meent dat daartoe termen bestaan, een
mededinger in een andere klasse te plaatsen, dan waarvoor hij zich aanmeldt.
9. Bij het spelen in groepen, zal voor den aanvang van den wedstrijd worden
medegedeeld, hoe de groepwinners om de prijzen zullen kampen.
10. De gewonnen partijen worden met 1, de verloren met o, de remisepartijen
met i/ 2 aangeschreven, en de prijzen naar gelang van het behaalde aantal winst
punten uitgekeerd. Bij gelijk aantal punten worden de prijzen gedeeld; slechts
om den eersten prijs moet ééne beslissende partij gespeeld worden.
11. In alle niet voorziene gevallen beslist eene commissie, bestaande uit den
leider, de aanwezige bestuursleden en 2 spelers, door de deelnemers onderling
aan te wijzen.
1 rotesten tegen de uitspraak van deze commissie worden niet aangenomen.
12. Het Bestuur behoudt zich het recht voor, bovenstaande bepalingen te
wijzigen of te vermeerderen, wanneer het zulks in 't belang van den wedstrijd
noodig acht. H E T BESTUUR.
9*
Overzicht van den Schaakwedstrijd van het Schaakgezelschap „Staunton", volgens t nieuwe stelsel „Meijei , in vier
ronden en tevens in vier klassen, op Maandag 5, 12, 19 en 26 Juni 1899.
Om den prijs, eene photogravure, uitgeloofd door de Eereleden van „Staunton" de H.H. Becker en Runsink.
NAMEN
Klasse.
uitslag.
Uitslag.
Sonnenb
Paring.
Paring.
Uitslag
Ronden
Paring.
Berger.
Paring.
Uilblclg
Samen
DER NAMEN.
NAMEN. " NAMEN NAMEN. •
DEELNEMERS. 1; 2 3 4
|
2 1 H. F J Güppertz . . . [ 1 1 0 1 3 13 1 ( G ü p p e r t z .I 1 1 0 ( S n e l . .| i 2 i O n n e s . . . 1 11 ) B o e r m a . o
2 2 J Onnes 01102 5 2 (Onnes. . . o 11 j Boerma . . [o 3 (Groenman . o 12 j Jan Meijer 1
- 3 J H. Groenman. . . 0 0 0 1 1 1 171Scheltens. . 1 9 1d e Winter . 1 1 jGüppertz . o 10)Snel . . . 1
2 4 R.Meijer o ijl 1 3 16 3 (Groenman . q 12 (Jan Meijer . o 4 j R. Meijer I 13 | v. Groningen , o
2 5 L Renk-n . . . 0 0 1 0 1 3 16 jWieling . 1 8 |O k k e n . . • 1 1 7 / S c h e l t e n s . o 9 j d e W i n t e r . 1
3 6 F. P. M. Baetens . . i;2 o o o 1/2 l 4 <R Meijer' ' ° '3 I v. Groningen o 5 (Renken . 1 14 j Nabnng . o
t_n
4 7 S E Sanders . . . . 0 0 0 0 0 o 15(Deelman. . 1 7 (Sanders . o 161 Wieling . . 1 8 jOkken. . . o CO
2 8 U. P. Okken 0010 1 2i/S 5 i Renken . . o 14 I Nabring . . 1 6 I Baetens . o 15 i Deelman . 1
2 9 G J de Winter. . . . Vs 1 ° ' 2l h
11V2 '41 Nabring . . 1/3 6 | Baetens . . o 15 (Deelman. . 1 7 (Sanders . . o
3 IO G. Snel 1 1 o 1 3 ji3ys 6 i Baetens . . 1/2 V5 I Deelman . . 1 j 7 (Sanders . 016 (Wieling . 1
1 11 Dr N Westend. Boerma isio 1 o 11/2 3V2 i 13 I v. Groningen 1 5 (Renken . . o 14 (Nabring ..06 (Baetens o
2 .2 jan Meijer 1 o 1 1 3 i4lfe 7 (Sanders . . o .6 j Wieling ..18 . Okken. . . 1 .7 f Schellens. . .
1 13 I J. W. van Groningen. .11103 I2l/s 12 (Jan Meijer . I 4 j R. Meijer. . 1 13 ) v. Groningen 1 5 ) Renken . . o
2 14 E. Nabring % 1 o o 11/2 2V2 8 I 0kken ' 0 '7 i Schellens . o 9 I de Winter o 1 (Güppertz. 1
1 15 L H. Deelman . . . 1 1 1 1 4 181 /2 n (Boerma . . I Vs 3 (Groenman . o 12 (Jan Meijer . 1 4 (R. Meijer . 1
1 16 E. Wieling 1 I I 114 20% Prijs. 9 i de Winter .1/2 t (Güppertz. . 1 10 j Snel . . o 2 (Onnes . . o
1 17 H. Scheltens 1 o o 1 2 51/2 to Snel ..12 Onnes. . .111 Boerma ..13 Groenman . 1
Deze wedstrijd werd gespeeld volgens 't nieuwe stelsel Meijer en wel in vier ronden en tevens in vier klassen. De eerste klasse
geeft voor aan de tweede, de tweede aan de derde en de derde aan de vierde pion f7; de eerste aan de derde en de tweede aan de
vierde Paard bi; de eerste aan de vierde Paard bi en pion f2. Niemand is verplicht de voorgift aan te nemen De Secretaris,
E. WIELING-
r59
Jasnogrodsky in Montreal.
Sommigen onzer lezers herinneren zich wellicht nog dezen Rus, die in Simpson's
Divan eene wedstrijd-partij met Loman speelde, die ontaardde in een exhibition-
game (de laagste vorm van beroepspel, waarbij de toeschouwers, als blijk hunner
waardeering van het interessante der partij, de een één penny, de ander een shil
ling op het tafeltje neerwerpen, voor den winner, of bij remis te deelen) en waarbij
Loman won, maar als amateur natuurlijk het aldus verworven geld liet liggen,
zoodat Jasnogrodsky als verliezer twee rt drie pond opstreek!
Deze speler heeft zich tegenwoordig in Montreal gevestigd en heeft daar een
koffiehuis ingericht zooals de schaakspelerskoffiehuizen Simpson's Divan en Café
de la Régence.
Uit de Montreal Witness nemen wij eene partij van hem over, die in die schaak
rubriek wel wat sterk opgehemeld is, maar die toch werkelijke verdienste heeft
en ons gelegenheid geeft tot onze noot b) betrekkelijk de theorie, en onze noot ')
betrekkelijk de praktijk van het schaakspel.
Geweigerd Damegambiet.
r. d4 ds 15. P C3 !f) P f6 29. D g3 Pe6k)
2. C4 e6 16. f4") b5 30. Pfó:!?1) Df6:
3. P f 3 P f6 17. D f3 Dd6 31. P c61 T dd7nl)
4. PC3 b6 18. g4 Pd7 32. P a7: T a7 :
5. Lf4 Lb7 19. Tcdr!11) TfeS 33. Dgs Df7
6. e3 a6 20. gs Pf8 34. Des S6
7. Ld3 Le7a) 21. Pe2 f6 35- f5 T a6
de partij op. q)
•) Beter is L dó.
bj De fout waaraan de Zwarte partij te gronde gaat; Zwart had hier de of
Pe4 moeten spelen. Het is de moeite loonend hoe uitnemend Jasnogrodsky Zwart's
fout weerlegt door zijn gezond nuchter tegenspel.
c) Op 9. . . . f6 volgt 10. Pgs !
a) In deze ruil ligt het zwaartepunt van Zwart's fout bij zijn 8""'n zet en van
Wit's wederlegging van die fout.
) Ncodig om de velden C7 en c6 te beveiligen.
f) Om het Zwarte paard terug te jagen om f5 te beletten.
B) Wit heeft nu een overweldigende aanvalsstelling. Zijn pionnen op deKonings-
IÓI
vleugel zijn niet tegen te houden, en Zwart kan zijne stukken niet voldoende
opstellen tot verdediging.
h) Om Pe5: te beletten door den aanval op pion ds door d4 X ej.
') Om zich zooveel mogelijk te beveiligen tegen het dreigende Ph5_
]) Men moet hier Zwart's spel niet miskennen, al laat hij den aanval op zijne
Koningsstelling maar zonder wederstand onbeantwoord. Al de zetten die hij met
zijne andere stukken kan doen zijn of schadeloos of nutteloos. En nu stelt hij
zich zoo sterk mogelijk op de Koninginnevleugel om Wit te beletten een aanval
te doen met bijvoorbeeld winst van een pion en verder afruil van de meeste
stukken. Alleen kwam hier nog in aanmerking 27 Tc7; maar ook dit baatte
niet; zie noot1)
k) Er dreigt 30. Pg7 : Lg7 : 31. Dg7 :f Tg7: 32. Tg7 :f Kh8; 33. Tg8f mat.
') Jasnogrodsky zegt in de Montreal Witness met zelfvoldaanheid: „30. Pg7:
S t a n d der partij n a den 2 9 s t e n zet van Zwart.
won ook; de gekozen zet is aardiger (prettier)".
W ij plaatsen bij den gekozen zet een uitroep-
teeken, maar ook een vraagteeken. En wel
om deze reden: Wit heeft een doodgewonnen
partij (zie diagram), met 30. Pg7: Lg7 : 31.
Dg7--i" Tg : 32. Tg :| Kh8; 33. Pf f Df :
7 7 7 7
34. Tf7 : (tot zoover geheel gedwongen voor
Zwart) en bijv. 34 Le6, 35. Ta7, Tc8;
36. fs, Ld7; 37. Tas : 03; 38. bc, bc; 39.
Tg2, enz. In plaats hiervan kiest Wit
een weg, die hem ook tot de overwinning
voert, maar langs veel moeielijker uit te reke
nen combinaties, waarbij soms eene geringe
fout het verkregen voordeel kan doen te loor
gaan; eene waaghalzerij, die in strijd is met alle gezonde theorie, en die in dis
harmonie is met den door en door gezonden stijl waarin Wit tot hiertoe deze partij
heeft gespeeld.
Wij schrijven deze effect-jagerij toe juist aan het spelen van exhibition games
en zulk soort beroepsspel, waarbij minder gevraagd wordt naar degelijke schaak
kunst, maar meer naar brillant vuurwerk; omdat het sc'naakpubliek, dat zulk spel
bij voorkeur volgt, meestal bestaat uit weinig ontwikkelde spelers, die diep spel
niet begrijpen en alleen oog hebben voor de schittering van offer-combinaties,
liefst nog meer combinatietjes van enkele zetten diep.
Intusschen moet men niet denken dat zulke effect-jagerij wordt uitgelokt alleen
door beroepsspel. Hetzelfde gevaar bestaat ook voor sterkere spelers, die veel
spelen met veel zwakkere spelers. Uit beleefdheid, of wat ook, komt men dan
licht tot het vermijden van een eenvoudigen zet, die de tegenpartij verplettert,
om de beslissing te veroorzaken door een ingewikkelde combinatie, zoodat de ver
liezer denken mag dat hij alleen verliest om het prachtige spel van den overwinnaar.
In aansluiting aan noot ') merken wij hier op dat, als Zwart 27 Tc7 had
gespeeld, Wit alleen door 30. Pg7 : had kunnen winnen.
1Ö2
Esser in Londen
No. 589. Gespeeld 31 Mei 1899.
Wit: G. Marco. Zwart: J. F S. Esser.
8|iaansche Partij.
1. e4 es xo. L b2 L e6 19. P e4 P g6
2. P f3 P c6 11. P bd2 05 20. P d6 L dó :
3. L b5 P f6 12. T adi K e8 21. T dó: K C7
4. o—o P e4: 13. P e4 T d8 22. g4 T d8
5. d4 P dó 14. Td8:f Kd8: 23. P d2 en de partij
6. Lcó: dc 15. T dif Kc8 werd hier als remise
7. de P f5 16. h3 bó afgebroken.
8. Dd8:| Kd8: 17. C4 P e7
9. b3 hó 18. P 03 có
No. 590. Gespeeld 12 Juni 1899.
Wit: J Mieses Zwart: J. F. S. Esser.
Fransche l'artij.
1. e4 eó 18. L e4: de 35. g4 P d5
2. d4 ds 19. K e3 fód) 36. 1m K 07
3. ed ed 20. P e4: Lf7 37. gS Kd7
4. L e3 P f6 21. P f3 P a6 38. g6 P f6
5. L d3 L d6 22. 33 L ds 39. K g3 K e7
6. P C3 c6 23. P d2 Te4:f!°) 40. hs K f8
7. D d2 L g4") 24. P e4: T e8 41. T h8| ( J K g7
8. I13 L hs 25. Tf4 g5 42. Tb8 1 • Phs:f
9. f4 D e7! 26. fg6: e. p. f5 43- K I14 K g6 :
grootste, wat betreft ledental, van Londen, doch munt uit door hare prachtvolle
verblijfplaats. Zij heeft een deel van een kolossaal en mooi gebouw in gebruik,
dat van uit de straat, in welke het gelegen is, gezien, een paleis gelijkt. Het is
eenigszins teruggetrokken en maakt aldus plaats van een ruim plein, hetwelk haar
met een der breedste en voornaamste straten verbindt, bovendien staat het geheel
vrij en is aan de achterzijde door een prachtvol park van de Theems gescheiden.
Dit gebouw, welks inwendige met het uitwendige schijnt te wedijveren in schoon
heid, ruimheid en pracht, is verdeeld in vijf en zes deelen en een dier deelen,
juist de linkervleugel is de nederige verblijfplaats van de B. C. C. Deze club
heeft niet alleen het schaken op het oog, doch meer een gezellig verkeer en een
nauwe en aangename band tusschen haar leden te leggen, want buiten haar schaak
zaal die het mooiste deel (juist den fronthoek) inneemt heeft zij verschillende
andere zalen, o. a. waar liefhebbers van het biljartspel hun troost en wraak kun
nen zoeken na geleden schaakverliezen. De leden, die present zijn gebruiken
meestal hun lunch en dineeren gezamenlijk aldaar; dan wordt de schaakzaal door
een groote lange tafel in een eetzaal herschapen en zoo zijn de leden, die veraf
wonen in de gelegenheid den ganschen dag aldaar op aangename wijze door te
brengen. Zeer vriendelijk was mijn ontvangst, direct verzocht men mij, gedurende
mijn verblijf in Engeland het eere-lidmaatschap te willen aanvaarden, daar ik dan
vrij kon in- en uitgaan en er doen wat mij leek. De leden waren alleraange
naamst en voorkomend jegens mij, welke behandeling men trouwens overal in
Engeland ondervindt of zooals een Haarlemsche schaakliefhebber me schreef „de
Engelschen zijn nog zoo kwaad niet in hun eigen land." Tot aan het begin van
den wedstrijd bezocht ik deze club trouw en zag dagelijks het aantal aanstaande
deelnemers aan de tournooien toenemen. Vele vrij-partijen speelde ik daar en met
kolossaal succès, hetgeen dan ook een goeden indruk van mijn speelsterkte aan
de leden bezorgde, die meerdere partijen van me publiceerden. Hieromtrent
maakte ik me bezorgd, overtuigd als ik was, dat ik dezen indruk spoedig zou
beschamen, hetgeen ik reeds menigeen vertelde, doch waaraan niemand scheen
geloof te willen slaan. Ik zag daar den ouden Heer Mortimer, dien ge u uit de
Hastings verslagen van wijlen Van Lennep zult herinneren, echter zonder met hem
te spelen. Van Lennep leeft daar nog voort in de gedachten, menigeen vroeg
mij, of ik hem gekend had en sprak over hem. De Heer Cyril Pearson een
geestelijke met wien ik vaak speelde en die onder het spelen door kolossaal veel
sprak, vereerde mij met een probleemboek door hem uitgegeven en gevuld. Hij
is een zeer goed probleem componist, waarvan misschien spoedig iets in dit tijd
schrift prijken zal. Eigenaardig was, dat men met het publiceeren der deelnemers
tot het uiterste wachtte.
Daags voor den aanvang der tournooien speelde Pillsbury sumultaan in de Ladies
Chess Club en alle schakers in B. C. C. aanwezig werden tot bijwoning uitge-
noodigd. Na een poosje in Simpson's Divan vertoefd te hebben en er natuurlijk
Bird en toevallig Steinitz, die nog naar de Hollanders in het algemeen en de
Heeren van Houten en Moquette in het bijzonder vroeg, ontmoette en waar een
ongewone drukte heerschte, begaf ik mij naar de Ladies.
i66
Problemen.
Redacteur: YV. E. H. MEINERS, Nassau kade 76, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
No. 687 van ^ Naaldwijk en No. 688. J. J. Colpa,
J. van Dijk, te de Lier. te Leiden.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPERINK, Haarlemmerweg 27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren.
No. 31. No. 32.
Correspondentie.
H. v. B., te N. Uw t.weczet (W K g4, Z K <14) is nevenoplosbaar door 1. Kf4.
Joh. W. P. D. Jr., te 's G. Uwe problemen zijn wel goed van idéé, maar de constructie is van
dien aard, dat wij ze niet kunnen plaatsen zonder in strijd te komen met onze vooropgezette be
ginselen omtrent reinheid en economie.
Wij hebben reeds meermalen uitdrukkelijk te kennen gegeven, dat wij geen problemen kunnen
aannemen, die niet aan de door ons gestelde eischen voldoen.
Uw vierzet zou, door de variant 1.—, Kb3; 2. Lf7f, Kc,2; 3. Pab4f; Kdl; 4. Lh5+ geplaatst
kunnen worden, doch is helaas nevcnoplosbaar door 1. Ld4, onv:; 2. I,e8, onv; 3. d3(f), onv:;
4. Pb4(:)±.
liet zou jammer zijn als U niet trachtte, de boven aangehaalde gebreken te verwijderen want
goede aanleg is bij U aanwezig.
H. M. da C., te A. Zie voor uwe zending problemen het hierboven aangevoerde.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen 19—24.
No. 19. 1. Tdi, Kd4; 2. Lf4+; i.—, K: P; 2. L.C3+; 1.—, L onv; 2. Dai+ ;
1.—, Pb7 onv.; 2. Dd6:±; 1.—, Pc 4 ; 2. Tds±; j.—, Pe4; 2. Pfg 4 ± ;
t—, Pfs '•< 2. Phg4+; 1.—, Pd, anders; 2. Tei+.
De schijnbare nevenopl. 1. Le3 faalt bij 1. Pe8.
No. 20. 1. La4, Kcs; 2. Pd7+; 1.—, Ke3:; 2. Dgi+; 1.—, Pc.5; 2. Pc2+;
i--—, Pd6; 2. Da7+; 1.—, Pc onv.; 2. Pd7±.
No. 21. 2 oplossingen: 1. Pf4 en 1. Tf4.
No. 22. 1. L C7, Th 2 ; 2. Pg 3 + Kgi; 3. Lb6+; 1.—, Th8; 2. Df 3 , onv. ; 3. D. of
g4±; i —, Ths; 2. g 4 f, Tds ; 3. Dds:+; 1.- , Tc6f; 2. Dc6: enz.
1.—, Td6; 2. Ld6: enz.
De schijnbare nevenopl. 1. Lf4 faalt bij 1. Th8.
No. 23. 1. Tas, Ka 5 :; 2. Kcs, onv.; 3. Da8±; 1.—, Pe7; 2. De7 :f, K: T;
3. Da 3 +; 1.—, biD; 2. Dbi:+, K: T; 3. Dbs±; 1.—,03; 2. Kb6
enz. 1.—, d 3 ; 2. Dc 3 : Kc 3 :; 3. Ta 4 ±.
No. 24. 3 oplossingen: 1. Dft; 1. Pb7, en 1. Le7.
Tjö
(i- Pfs).
1) Om zoo algemeen mogelijk te blijven spreek ik niet uitsluitend van zuiver ±.
2) Het komt mij voor dat elk probleem slechts dan waarde bezit, indien het blijk geeft dat er
naar oeconomische matzuiverheid gestreefd is; ja, ik ga zelfs zoo ver te beweren dat een probleem
m het algemeen en uit een constructief oogpunt beschouwd, geen waarde kan bezitten, indien het
niet minstens één oeconomisch zuiver ± bevat.
3) Vooral voor den componist, die door de publiceering zijn onvermogen erkent het euvel weg
te nemen; verg. bijv. in mijn No. 541 (Januari-nummer '98) de ± nu L of P speelt.
t.71
nauwelijks plaatsbaar, omdat — hoewel alle + zuiver zijn — dat nu Ke4 niet
oeconomisch is.
Doch neem nu bijv. den 2-zet van Chocholous op blz. 48 van den Hertog's
aardig werkje. Het zou immers onbillijk zijn te eischen dat elk mat oeconomisch
(zuiver) was.
2. Van den aard van den eersten zet. Het wil mij voorkomen dat (zuivere) +,
die niet oeconomisch zijn, het minst hinderlijk zijn in composities waar de eerste
zet zeer royaal is; omdat het dan, zonder een ruim gebruik te maken van witte
officieren, schier ondoenlijk wordt den zwarten koning in het vereischte aantal
zetten mat te krijgen. Zoo iets dergelijks kan bijv. gelden voor mijn 495 (Sep-
tember-nummer '97). Ik zou zeggen dat het daarin niet te zwaar mag aangerekend
worden dat na 1. Dg8 Lg4: 2. Dg4:t Kd3 3. Df3 + de matstelling niet oeco
nomisch is, want de royale iste zet schijnt een ruim gebruik van witte officieren
noodzakelijk te maken, niet waar?
Doch is de eerste zet weinig royaal, dan bestaat er m. i. minder reden tot
lankmoedigheid. Zoo is in mijn 541 de eerste zet niet alleen niet royaal, maar
bovendien niet moeilijk aan te brengen met het oog op eventueele nevenoplossin
gen, daar deze in het algemeen schier uitgesloten zijn waar men den zwarten K.
2 plaatsen vrij geeft om er hem één af te nemen en dat vooral waar de eerste
zet met een paard geschiedt. Nu, mij ergerde het dan ook geweldig dat het zui
vere + nu I, speelt, zoo weinig oecomisch moest blijven 1), daar ik de + ver
andering als hoofdthema beschouwde. Dat het + nu P speelt, mij ook maar
weinig bevredigde, zal men eveneens wel willen aannemen.
Zoo wil het mij ook voorkomen, dat de waarde van mijn 450 2) (Mei-nummer
'97) zeer zou verminderd zijn, indien de (zuivere) + daar niet grootendeels oeco
nomisch waren bewerkt. De eerste zet is daar toch weinig royaal, omdat het P
in het spel gebracht wordt 3) (al krijgt de zwarte koning dan ook d5 om zich —•
hoogst tijdelijk — te vermeien) en daardoor voorwaar ook niet moeilijk aan te
brengen is. In zulk soort composities hangt m. i. de waarde dan ook ten nauwste
samen met oeconomie (en zuiverheid) in de matstellingen.
3. Van iets anders. Er kunnen zich zelfs bij een tamelijk belangrijken inhoud
en royalen isten zet, redenen voordoen waardoor de aanwezigheid van oeconomisch
zuivere 4) + hinderlijk is, doch deze zijn dan in den regel slechts aan den com
ponist bekend. Als voorbeeld moge daartoe mijn 3de prijs in den jubileums
wedstrijd dienen 5). Van de 3 zuivere + is er hier slechts één oeconomisch.
En dit hindert mij, niettegenstaande den royalen eersten zet, niet weinig.
Nu, de eerste zet (i. Dh3) was goed, voorts was de variantenvorming en de
afwikkeling behoorlijk, had hij 3 oeconomisch zuivere + eni 'ast not least,
de nevenoplossing 1. Pc3f. En daar zat ik! Wat ik ook peuterde en peuterde,
ik kon hem, den bestaanden vorm zooveel mogelijk handhavende, niet correct
krijgen dan met een witten pion op c6. Ten slotte gaf ik het op, want met c6
dat ging niet; dat was mij duidelijk 1). Dus ik veranderde den vorm en kreeg
eindelijk den 2-zet, die den 3den prijs in den jubileumwedstrijd behaalde. Iedereen,
die wel eens aan probleemcompositie gedaan heeft, zal zich kunnen begrijpen hoe
het mij hinderde, dat ik mij —- zelfs met de gewaardeerde medewerking van
Huberdine — met deze?i vorm moest vergenoegen. Want niet alleen dat ik de
beide niet onleuke P + na de K escapades kwijt was, doch ik had ook slechts
één oeconomisch zuiver + behouden.
En dat ik het niet verder bracht.... nu ja, hij die aan probleemcompositie
doet en nooit voor een dergelijk geval gestaan heeft, werpe den eersten steen op mij!
A. VAN EELDE.
1) Want., den dubbelpion laat ik nog eens gaan, doch het tegenhouden van e7 is afschuwelijk,
niet waar? Niet alleen dat dit op zich zelf geheel onnoodig is, doch hierdoor gaat. ook een variant
verloren. M. a. w. met eC blijft het een probleem in den dop.
Verschillende Partijen
No. 592. 2e partij van den match om den len en 2e prijs van liet. internationaal meester-
tournooi te Weenen 1898.
Wit: Pillsbury. Zwart: Tarrasch.
Spaansche Partij.
1. e4 ej 6. De2 P d6 n. P d4 P e6
2. Pf3 P c6 7. Lc6: bcb) 12. L e3e) P d4:
3. L bs Pf6 8. de P b7 13. Ld4: ds
4. o—o P e4 : 9. P C3 o—o 14. Pa4lf) L b4s)
5- d4 L e7") 10. T ei !C1 P C5d) 15. C3 L a5
173
gens 22. Dh6:f) 23. Tgh3, g5! enz. (23. Tgs, Des: of 23. DfsDh^
No. 592. Vierde en laatste partij van den match om de 1ste en 2de prijs van het
internationaal ineestertournooi te Weenen 1898.
Wit: Pillsbury. Zwart: Tarrasch
Geweigerd Da 1 egambiet.
Eindspel.
Zwart: N. N.
^Totaa^aï^^i
tegen deprijswin-ii
derling en van cle;
on-l
minstens evenveel
Hetzelfde als hier
tweede helft.
Blackburne.
Teichmann.
Tschigorin.
niet prijswinners
Gewonnen
gerekend wie
eerste helft
Showalter
Janowski.
Pillsbury.
Steinitz.
Tinsley.
NAMEN
Prijzen.
Mason.
Maroczy
Lasker.
Totaal
Totaal
Cohn.
Totaal
verloor.
Bird.
Lee.
prijswinners
ners.
DER
DEELNEMERS.
I
E. L a s k e r . . . . — 11/2 V2 Vsi V2 1 1 01 11 11 1 Vs 'Va l/a 1 1
H n 11 12V2 23I/2
n n 1 12l/s 9
D. Janowski. . . oi/5 — 10 01 11 1V2 n V21 00 11 10 ' 11
Vs 11 9"a 9V2 '9 01 U 1 9V2 8
H. N. Pillsbury . 1/2 01 — 1/sVs V2
0 1 00 10 V9V2 u n u n 1V2 li V2I 9x/s 9'to '9 I'1 8 5
G. Maroczy . . 1/2° 10 1/2V2 — iVïVs Vs1 °i 1V2 10 11 Va I V2 • Vs 11 n 10 9 19 I enlV
1 1 8V2 6
C. Schlechter . . 1/2 0 V2 Vs'/s
00 — 0 1V2 10 V21 V21 °lk 11 " 9V2 B1/2
11 11 V 11 18 71/2 4V2
J. H. Blackburne. 10 0V2 II V2 ol/2 0 — V20 01 1V2 01 i° jl/2 H n V2 8y2 16V2 VI 1 8 7!/^ 5
M. Tschigorin . . 00 00 01 10 01 V21 — 1 V2 1 V2 01 %i 10 11 10 11 8 8 16 VII 71/3 41/3
J. W. Showalter . 00 i/2o 1/2 Vsj 01/2 i V2 10 °Vs | — °Vs °V» iVs 11 0 11 01 11 61/2 7 13Vs VIII 41/3 4
J Mason . . . . 0V2 11 ' 00 01 Vgo | oVs 0I/2 1V2 — 00 °i 00 n V2I n 5 8 13 IX 61/2 5
W Cohn. . . . 0I/2 00 00 00 1 i/s 10 10 11/2 11 0V2 1 '/2 10 00 11 8 4V2 12V2 7V2 4
W. Steinitz . . . 1/20 01 00 i/so 00 01 Vs° '2 10 1% — Vjo Vs ol 'i n 61/2 6 121/2 5 3V2
*) Teichmann speelde alleen de 4 op deze lijn aangegeven partijen der eerste helft.
?e Jaargang. tf°. g. Augustus 1899
NEDERLAND8CHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN EHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
E. WIELING, Groningen, Penningmeester ; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37,'
Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEN" HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F. S. ESSER, J. F. HEEMS
KERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. G. OLLAND, C. TINHOLT.
Van dit blad, dat omstreeks den Msten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordl
toegezonden *„n extra-nummers verkrijgbaar a 15 cents en een geheele jaargang a ( 1.50, eveneen» slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere Inlichtingen verschaft de Secretaris
„M. H., Leden van den Nederlandschen Schaakbond! Ik heb de eer, 11 het
welkom toe te roepen op onze algemeene vergadering. Het verheugt mij,'dat te
kunnen doen in de hoofdstad, in Amsterdam, beroemd in het verleden en in het
heden om ontelbare redenen, maar dat door ons nog in het bijzonder gewaardeerd
wordt om de namen, die het ons in de gedachten brengt van de Lelie, van 't Kruijs,
van Lennep en van zoo vele anderen, en omdat hier de zetel is van het Ver-
eenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap'", dat zooveel heeft gedaan voor de
bevordering van het schaakleven in Nederland.
10
I7B
het tot stand komen van den Internationalen Hoofdklasse-wedstrijd, die nu wel
haast zal aanvangen. Het succes van den heer Meijer in dezen is ons een teeken
van de opgewekte belangstelling van zoo velen in onzen Bond, is ons een teeken,
dat wij met vertrouwen de twintigste eeuw te gemoet kunnen gaan."
Deze rede wordt levendig toegejuicht.
Punt 2 der Agenda. — De notulen van de Algemeene Vergadering 1898 en de
Buitengewone Algemeene Vergadering van 23 Mei 1899 worden na lezing goedgekeurd.
Punt 3; Voorstel van het Bestuur, om den te benoemen Hoofdredacteur eene
jaarhjksche geldelijke tegemoetkoming van ƒ 200,— toe te kennen.
De heer Tinholt (Amsterdam) vraagt, of de Hoofdredacteur werkelijk zooveel
meer te doen heeft dan de Secretaris, die zijne functie onbezoldigd blijft waar
nemen, en verder, of de Bondskas de voorgestelde uitgave kan lijden.
De Voorzitter doet opmerken, dat de betrekkingen van Hoofdredacteur en
Secretaris inderdaad zeer in aard verschillen. Het is spr. gebleken, dat het niet
aangaat, een der Bondsleden met een zoo omvangrijke taak als die van den
Hoofdredacteur te belasten, zonder dat hem eenige vergoeding wordt gegeven voor
den aan het redactiewerk besteden tijd. Spr. wijst er op, dat in het onderhavige
geval niet gesproken kan worden van een „salaris". Gaat men na, welke hono
raria de schaakredacteuren van onze dag- en weekbladen ontvangen, dan komt
men tot de overtuiging, dat het bedrag van / 200, als vergoeding voor den
Hoofdredacteur van ons Tijdschrift, waarlijk niet te hoog gesteld is.
De heer van Foreest (Amsterdam) ondersteunt het bestuursvoorstel. Spr. her
innert er aan, hoe vele malen reeds het te-laat-verschijnen van het Tijdschrift
aanleiding heeft gegeven tot ernstige klachten. Het is noodig, dat het Bondsbe-
stuur eenige pressie kan uitoefenen op hem, die voor het regelmatig uitkomen
van het Tijdschrift verantwoordelijk is.
De heeren Moquette en Dr. Olland (Utrecht) vereenigen zich met het door den
vorigen spr. opgemerkte, doch wijzen er op, dat het voorstel van het Bestuur op zich
zelf geen voldoende waarborgen biedt voor het regelmatig verschijnen der afleveringen.
De te benoemen functionaris dient zich te onderwerpen aan strenge voorschriften
De heer Wieling (Groningen) voegt zich bij de voorstanders van het bestuurs
voorstel, de heer Te Kolsté ('s Gravenhage) bestrijdt het.
De heer Tinholt neemt nogmaals het woord, om er op te wijzen, dat in het
reglement geen enkele bepaling te vinden is, waaruit de wenschelijkheid blijkt om
den Hoofdredacteur te salarieeren. Spr. herhaalt zijn vraag, of werkelijk de benoo-
digde ƒ 200 zullen te vinden zijn.
Op deze vraag antwoordt de Voorzitter in bevestigenden zin.
De heer den Hertog (Amsterdam) meent, dat het reglement met deze zaak in 't
geheel niets te maken heeft. De Bond moet waarborgen hebben. Het Bestuur
heeft dus eenvoudig strenge voorschriften te geven. Dit zou zelfs heel goed kunnen
geschieden in den vorm van een formeel contract.
Nadat nog de heer Runsink (Groningen) zijne argumenten heeft bijgebracht voor
het voorstel in kwestie, geeft de Voorzitter namens het Bestuur de vergadering in
overweging, het voorstel aldus te lezen:
182
/ 1647.78J f 993-—
Uitgaven:
Totaal 1ste halfjaar . . . • f 738.32]
Op voorstel van den Voorzitter wordt nu aan de orde gesteld Punt 6 der
Agenda: Verkiezing eener Commissie ter voldoening aan Art. 19 van het Regle
ment. Benoemd worden de heeren Stokvis (Amsterdam), Meiners (Amsterdam)
en Moquette (Utrecht).
Punt s der Agenda. — Na opening der verzegelde couverten wordt de uitslag
van den wedstrijd in de compositie van driezettige problemen (zie Juni 1899,
blz. 141) vastgesteld als volgt: ie Prijs (motto: Kruid) A. Okkinga, te Dronrijp,
2t en 3e Prijs (motto: Stamma) J. J. Colpa, te Leiden; 4e prijs (motto: S. M. H.)
A. van Eelde, te Middelburg; Eervolle vermelding (motto: Mitridatus) H. van
Beek, te Naaldwijk.
Punt 7 der Agenda. — Als Voorzitter wordt met bijna algemeene stemmen herbe
noemd de heer Dr. A. van Rhijn, te Leiden. Deze neemt de benoeming aan.
i83
Tinholt vereenigt zich niet met het amendement van den vorigen spr. Hij heeft
echter een bezwaar tegen de redactie van het bestuursvoorstel en zou nl. in plaats
van minder dan vijftig leden" willen lezen: „niet meer dan vijftig leden". Dit
amendement wordt onmiddellijk door het Bestuur overgenomen. — De heeren
van Steenderen, van Foreest (Amsterdam) en Runsink (Groningen) bestrijden het
amendement van den heer te Kolsté. Deze trekt zijn amendement in, nadat de
Voorzitter hem opmerkzaam heeft gemaakt op art. 27 van het reglement, waarin
het recht der bondsleden wordt omschreven, om eene buitengewone algemeene
vergadering te doen beleggen.
Voorstel c met amendement-Tinholt wordt nu z. h. s. aangenomen. Duidelijk
heidshalve wordt geconstateerd, dat een bestuursvoorstel, op de in het nieuwe
artikel aangegeven wijze in stemming gebracht, verworpen is, wanneer 51 of meer
leden zich er tegen verklaren.
Voorstel d (van het Buitengewoon lid „Staunton" te Groningen) wordt na eeni^e
discussie onveranderd aangenomen.
Voorstel e (van het Bestuur der afdeeling Leiden) is na de aanneming van
voorstel b vervallen.
Voorstel f (van H. D. B. Meijer, later overgenomen door het Bestuur): „in
art. 37, 4e alinea, te laten vervallen het woord achtereenvolgende".
De heer Muntjewerff (Amsterdam) zou een termijn van 5 jaren willen stellen
Na eenige discussie wordt het voorstel aangenomen, nadat het op voorstel van
Dr. Olland aldus geformuleerd is: „Hij, die binnen den tijd van vijf jaren in
dezelfde klasse tweemaal den eersten prijs wint, krijgt het volle eigendomsrecht op
eene cere-medaille, hem door het Fondsbestuur uit te reiken. (Art. 37, 4e alinea.)
Naar aanleiding van voo-stel g („de 5e alinea van Art. 37 te lezen: Alleen de
eigenaars.... kunnen en zijn verplicht Het Bestuur kan hierin uitzon
eringen toestaan") ontspint zich een langdurig debat, waaraan wordt deelgenomen
door de heeren Muntjewerff, den Hertog, Tinholt, van Foreest en Meijer. Be
sloten wordt, dat het Bestuur met de tegenstanders in overleg zal treden omtrent
de formuleering eener nieuwe bepaling, die het overgaan van deelnemers aan de
Groote Bondswedstrijden naar hoogere klassen regelt. Deze concept bepaling zal
dan in de Algemeene Vergadering 1900 aan het oordeel der leden worden onder-
worpen.
T 007 stel h („in art. 43, ie alinea, te laten wegvallen de woorden: mits zij
i'oot .... enz. ) wordt z. h. s. aangenomen.
Pnnt 12 der Agenda: Vaststelling der begrooting voor 1900
De Penningmeester, de heer de Veer, leest de door hem samengestelde begroo
ting voor De heer Tinholt merkt op, dat de geldelijke tegemoetkoming voor
den hoofdredacteur op de begrooting wordt gemist. De Voorzitter antwoordt, dat
eze post er niet op kon gebracht worden, daar het bestuursvoorstel in kwestie
in deze vergadering nog moest worden behandeld.
Punt 13 der Agenda. — Besloten wordt, in 1900 de Algemeene Vergadering
en den Grooten Bondswedstrijd te Groningen te houden.
Punt 14 der Agenda. - De heer van Foreest betuigt den Voorzitter den dank
10*
i8Ó
Na de vergadering.
Het gebruikelijke diner werd gehouden in de bovenste bovenzaal van het Café-
Restaurant „De Roode Leeuw" op den Vijgendam. Behalve het bestuur en een
vijftiental bondsleden zaten mede aan de heeren Dr. Trimborn, Dimer, Schwan,
Swiderski, Partaj en Dr. Mannheimer. De voorzitter, Dr. van Rhijn, opende de
rij der toasten met een welkomstwoord aan de buitenlandsche spelers. De heer
Tinholt sprak hen toe in zijne kwaliteit van secretaris van het „V. A. S." Hij
hoopte, dat de gasten, hier als goede vrienden met de Hollanders aan tafel gezeten,
na den heeten strijd, die hen wachtte, als goede vrienden van hunne Hollandsche
concurrenten zouden scheiden. Spr. wees de deelnemers aan den Internationalen
Wedstrijd op de aan den wand hangende portretten van Morphy en Steinitz.
„Stelt ge u deze beide schaakgrooten tot voorbeeld", ongeveer aldus besloot spr.
zijne hartelijke en geestige toespraak, „dan zal het u wel gelukken, een prijs te
halen 1" Namens de Duitsche gasten bedankte Dr. Trimborn de beide vorige spre
kers voor hunne vriendelijke woorden. Met enthousiasme sprak hij over de schoon
heden van Amsterdam en den vrijheidszin van het Nederlandsche volk, om ein
delijk eene vergelijking te maken tusschen den Duitschen Schaakbond en den
onzen, die zooveel beter georganiseerd is. Hij hoopte, dat voor den Duitschen
Bond spoedig betere dagen mochten aanbreken. Spr. eindigde met een driewerf „Hoch !
op den Nederlandschen Schaakbond, waarmede de andere Duitsche heeren van
harte instemden. De heer Runsink wenschte den heer Dr. Van Rhijn geluk met
zijne herbenoeming tot Voorzitter en deze laatste noodigde alle aanzittenden uit,
met hem een dronk te wijden aan den Bondssecretaris, den heer Meijer, die met
zooveel energie gearbeid heeft aan de verwezenlijking van het door hem gevormde
plan van een Internationalen Hoofdklassewedstrijd, en met zooveel zorg de omvang
rijke voorbereidende werkzaamheden heeft verricht.
De voorgediende spijzen deden de keuken van het restaurant „De Roode Leeuw
alle eer aan, men at met smaak, en als mes en vork een poosje rustten, onder
hielden levendige gesprekken, natuurlijk loopende over„Schach" en nog eens„Schach",
de gezellige stemming, waarin men te zamen bleef, totdat het tijd werd, om naar
„Concordia" terug te keeren.
*
Om 8 uur had de loting voor den Internationalen wedstrijd plaats. Daarna werd
er eene consultatiepartij georganiseerd tusschen Atkins, Dr. Mannheimer en Dimer
(Wit) en Dr. Olland, Mr. Tresling en Jhr. van Foreest {Zwart). Deze partij kwam
niet af. Zij werd Zondag 13 Aug. te Zandvoort voortgezet en door Zwart gewonnen
i87
De wedstrijden.
Ten einde de tijdige verschijning dezer aflevering mogelijk te maken, zullen wij
den uitslag der wedstrijden voorloopig beknopt vermelden. In het volgend num
mer hopen wij dan aan het zoo belangrijke congres van dit jaar nog eenige
beschouwingen te wijden.
Eerste klasse
Op verzoek van den heer Speet (Breda), die verklaarde, slechts een dag of drie
te Amsterdam te kunnen blijven, werd goedgevonden, dat elk der vijf deelnemers
aan den wedstrijd- ie klasse ditmaal met elk der overige slechts ééne partij zou
hebben te spelen. De uitslag van den kamn bliikt uit onderstaande tabel
Bleijkmans.
Leussen.
NAMEN
Speijer.
v. Rhijn
Totaal.
Speet,
DER
Leussen (Leiden) en Speij er
DEELNEMERS. (Amsterdam) deelden het totaal
der beide prijzen, ten bedrage van
Leussen • • • • j — [ Va I Vs ï i 3
f 70. Bij loting werd de Eere
Speijer i/2 — : 1/2 11113
medaille aan Leussen toegewezen.
Speet 1/2 V». — Va Va 2
Dr. van Rhijn ° I ° 1/2 — 1 11/2
A. Bleijkmans . . o ! o 1/2 : o l/2
Tweede klasse.
Uitslag van den wedstrijd in Groep A: I. Vink (Dordrecht) met 5 i/.j punt op
7 partijen; II. Ten Tusschedé (Amsterdam), met 5 punten; III, Enderle (Leiden),
met 41,'j punt. Verder behaalde Ypes (Leeuwarden) ook 4V2 punt*), Brandon
(Amsterdam) 31/2 punt, Coenen ('s Gravenhage) 2V2 punt, Mac-Lean ('s Gravenhage)
2 punten en v. d. Meulen (Amsterdam) Vs punt.
Uitslag van den ivedstrijd m Groep B: I. Haje (Amsterdam), met 41/2 punt op
6 partijen; II. Oskam ('s Gravenhage), met 4 punten; III. Wieling (Groningen),
met 31/2 punt. Verder behaalden K. Bleijkmans (Amsterdam) en Dewald ('s Gra
venhage) ieder 3 punten en Dr. Westendorp Boerma (Groningen) en Veraart
(Amsterdam) ieder 1V2 punt.
In den prijskamp won Haje tegen Vink, Oskam tegen ten Tusschedé en Enderle
tegen Wieling.
De eind-uitslag is dus: ie prijs (Eere-medaille en ƒ 30): Haje (Amsterdam);
2e prijs (ƒ 20): Vink (Dordrecht); 3e prijs (/ 10): Oskam ('s Gravenhage); 4e prijs
(ƒ8): ten Tusschedé (Amsterdam); 5e prijs (f6): Enderle (Leiden); 6e prijs
(ƒ 4): Wieling (Groningen).
Dames-wedstrijd.
Uitslag. re prijs: mej. Jansen (Utrecht), met 6 punten op 7 partijen ; 2e prijs:
Mej. C. P. J. ICoekebakker, met 5 punten (3S p. volgens Sonneborn-Berger); 3e
*) Bij toepassing van het systeem Sonneborn-Berger bleek de heer Enderle 33, de heer Ypes
32 punten behaald te hebben.
i88
prijs: Mej. S. Splinter (Leiden), met 5 punten (37 p. volgens S.-B.); 4e prijs:
gedeeld door Mej. A. Koekebakker (Groningen) en Mevr. Wed. Dr. L. T. A. Muller
Thijm (Zutphen), beiden met 4 punten. Verder behaalden Mevr. ten Tusschedé
(Amsterdam) en Mej. Müller (Zutphen) beiden 2 p. en Mej. C. Dull (Amsterdam) o p.
Internationale Hoofdklassewedstrijd.
Hoe gaarne wij ook nu reeds omtrent dit hoogst belangrijke tornooi in bijzonder
heden zouden willen treden, toch moeten wij, met het oog op den beschikbaren
tijd, voorloopig volstaan met de publicatie der wedstrijdtabel (zie blz. 189), waarin
de twee laatste kolommen, naar wij hopen, den belangstellenden lezer een welkom
bijvoegsel zullen zijn.
Nog zij hier al vast met voldoening geconstateerd, dat deze eerste Internationale
Hoofdklasse-wedstrijd voor den Nederlandschen Schaakbond in elk opzicht een
schitterend succes is geweest.
De uitslag was :
ie prijs (Zilveren Medaille, uitgeloofd door H. M. de Koningin der Nederlanden,
benevens f 200, en de Meestertitel): H. E. Atkins, van Northampton.
2e prijs (ƒ 150): Dr. A. G. Olland („Mat"), van Utrecht.
3e, 4e, 5e en 6e prijs (totaal ƒ 280) gedeeld door D. Bleijkmans, van Amsterdam,
Dr. N. Mannheimer, van Frankenthal, Rud. Swiderski, van Leipzig en Mr. J. D.
Tresling, van Winschoten
7e en 8e prijs (totaal ƒ 50) gedeeld door J. Dimer, van Hamburg en Jhr. A. E.
van Foreest, van Amsterdam.
Aan H. E. Atkins werd bovendien nog toegekend de door den Heer A. Ie Comte,
te Delft, uitgeloofde speciaalprijs voor de schoonste oflfer-combinatie: een fraai
aquarel, door den schenker vervaardigd en getiteld: „Een Hollandsch buurtje".
De prijsuitdeeling.
Woensdagavond, den lóden Augustus, werden de laatste hangpartijen afgespeeld.
Er waren er heel wat, zoodat men aanvankelijk vreesde, dat de wedstrijd niet
vóór Woensdagavond heel laat, of eerst Donderdagmorgen zou kunnen afloopen.
Doch zie, alles liep boven verwachting vlug van stapel. Het langst waren Ires-
ling en Olland nog bezig, maar om een uur of negen was ook hunne partij uit.
Olland spande, hoewel reeds zeker van den tweeden prijs, nog al zijn krachten in,
om een half punt aan zijn score toe te voegen, doch na zijn laatste, het spel
vereenvoudigende combinatie kwam zijn Koning net even te laat, om 1resling s
aanstormenden vrijboer in zijn loop te stuiten. Tresling behaalde eene welver
diende overwinning en voegde zich dus bij de drie deelnemers, die reeds op 10
stonden.
Voor de prijsuitdeeling had de nimmer vermoeide Meijer inmiddels de mise-en-
scène in gereedheid gebracht, onderwijl nog met het grootste geduld de congres
deelnemers te woord staande, die tijdschrift-nummers of photographieën moesten
hebben. Op de groene tafel lagen de koninklijke medaille en de koker niet het
Bleijkmans.
Mannheimer
Van Foreest.
Varna] gewonnen
de niet-prijswin-1
lartijen, percents-
prijswinners. 1
;e\vijze uitgedrukt
Heemskerk.
NAMEN
Swiderski
Te Kolsté.
Moquette.
Tresling.
prijswinners on
Olland.
Trimborn.
Atkins.
derling, en van
Meiners.
ners tegen de
Resultaat der
Dimer.
Pelzer.
Partaj.
Prijzen.
»Pat".
Totaal.
DER
DEELNEMERS.
Atkins
i 1 1 1 1 I 1 1 1 1 1 1 1 1 J 5 I ioo —j 7
Olland
1 1/2 1,3 ° 1 1 ° 1 1 ! 1 i i i i ii ii 73.331 4
Bleijkmans . . .
0 0 - 1 0 1 1 / 2 1 1 1 V s I I o I 1 1 0 6 6 . 6 6 : 3 1 / 2
Mannheimer . . .
° 1/2 ° - 1 1/2 1 1 j 0 o ! 1 , , , x , 10 l/ 66.66 4
Swiderski . . . . I n V I
o V . ; 0 | - | o o | * | , , , | , 1 , | , I O ' 6 6 . 6 6 '
Tresling . . . .
° 1 0 1/2 1 1/2 1/2 1 Vs I I O I I 1 JO 66.66 31/2 t—I
Dimer CO
° . ° 1/2 ° 1 1/2 - u Vs • Vs 1 1 1/2 1 1 8i/2 ) 56.66 2 vo
Van Foreest .
Partaj
° ' 0 ' i 0 ° * •>, - ' * O , V» . O , 6VB 43.33 ~^T"
Pelzer 1 1/2
° ; ° ° ' ° ° '/» VS - '/S I O l/2 61/5 43.33
Moquette . . . . ° ° 1/2 I ° 0 0 Vs o , i/2 _ o o , , r Sl/s 36 66
Meiners . . . . 0 0 0 1 0 0 1 1
° ° ° ° , - Vs Vs I 5 33.33
»Pat" . . . .
0 ° 0 0 0 ! 1 0 0 I Vs O I j O - i/3 , , , s 33.33 ! ,
Te Kolsté. . . .
0 ° 1 ! 0 0 0 Vs 0 , 0 I O | Vs Vs - I O Vs 4 26.66 ! 1 Vs
Heemskerk . . 0 0 0 0 0 0
° ° 1 'A o Vs o 1 | - i o 3 20,—
Trimborn . . . .
° O i O ! O ; O , O O £ , - ,1/2 IO, o
190
meester-diploma al klaar, om overgereikt te worden aan hem, die kwam, zag en over
won ; aan de andere zijde stond Le Comte's fijngevoeld schilderstukje; in het midden
prijkten de initialen van den Bond in verblindende schittering van gouden tientjes.
Te kwart vóór tien weerklonk voor het laatst de tornooibel, haastig kwamen de
talrijke aanwezige Bondsleden aanloopen van hunne nog even gauw opgezette
vrije partijtjes, de prijswinners namen plaats op de vóór de bestuurstafel geschaarde
eerezetels, en de Onder-Voorzitter nam het woord voor de volgende toespraak:
„Meine Herren!
„Nachdem der grosse Kampf seinen Abschluss gefunden, können wir jetzt zur
„Preisvertheilung schreiten. Weil unser Vorsitzender, Herr Dr. Van Rhijn, in
",Leiden, verhindert ist, dieselbe persönlich vorzunehmen, werde ich als sein Stell-
„vertreter die Ehre haben, den Siegern dieses Turniers die ihnen zukommenden
„Preise zu tlbergeben.
,Mr. Atkins, in the name of the Netherlands Chess Association I congratulate
„y'ou most heartily upon your brilliant success. We knew you as Mr. Atkins of
„cable-match fame, as the Champion of the Midlands, as the hero of many a
„hard battle, we knew you to be very strong, but that you was as terrible a usurper
',',as you have proved' to be,... . that we did not know! Certainly there is one
„thing that we are sorry for: it is, that you are not a Dutchman. But we are
''very0 proud of the fact, that Chess Master Atkins has won his title in Holland.
„We hope that you will enter the first Master Tournament to come, we are con-
„vinced that you will be in the first ranks and I assure you that all of us will
„no less rejoice in every victory of yours than your fellow-countrymen. May I give
",you the medal presented by H. M. the Queen, the document of Mastership and
"your share of the prize fund? Yet I have something to teil you now. You have
",'not contented yourself with defeating your opponents by winning a pawn or two,
"to come then to an easy endgame, no, you have preferred to knock them down
"by dazzling combinations. I thank you for your fine games which will ev^er be
for us a source of the greatest enjoyment. I am glad to be able to teil you, that
"the committee have awarded to you the brilliancy-prize for your game against
„Mr. Tresling. I hope that this beautiful watercolour-painting by Mr. le Comte,
„one of the members of our association, will now and then recall in your memory
"the days you passed in Holland and that, sooner or later, it may awake in you
„the desire to visit our country once more. Chess Master Atkins will always be
„welcome here! .. .
„Mijnh. Olland, ik acht mij gelukkig, u te kunnen begroeten als 2n pnjswinner.
„Geeft in 't algemeen het feit, dat vier Hollanders met vier buitenlanders de prijzen
„deelen, ons het recht, om met groote voldoening op dezen uitstekend geslaagden
wedstrijd terug te zien, in het bijzonder kunnen wij er trotsch op zijn, dat u, een
"van onze first-rates, zich onmiddellijk, zij het dan ook met 4 punten verschil, onder
"den geweldigen Atkins de eerste plaats heeft weten te veroveren. Ik wensch u
",van harte geluk, en spreek de hoop uit, dat het u nog eenmaal moge gegeven
t9i
„zijn, den meestertitel te verwerven. Mij dunkt, met het oog op uw score in dit
„tornooi, is dit waarlijk geen te stoute wensch!
„Auch Ihnen, Herren Mannheimer, Swiderski und Dimer, gratuliere ich herzlich zu
„Ihrem Erfolge. Wir wussten es, dass sie den Hollandischen Kampfern viel zu
„schaffen machen wtlrden, Dr. Mannheimer, der zweite Preistrager von Köln,
„Swiderski, der erste Sieger im Jubilaumsturnier der „Augustea", Dimer, den wir
„ja kannten aus mancher in deutschen Zeitungen veröffentlichten schonen Partie.
„Nun, Deutschland und Holland können beide zufrieden sein; brüderlich steht Ihr
„mit den besten Vertretern der niederlandischen Schachkunst in den ersten Reihen.
„Aan die uitstekende vertegenwoordigers van onze schaakgemeente, de Heeren
„Bleijkmans, Tresling en van Foreest, breng ik hulde en dank voor de kranige
„wijze, waarop zij de eer van het schakend Nederland in dit zoo vermoeiend
„tornooi hebben hooggehouden.
„Und hiemit, meine Herren, schliesse ich diesen internationalen Schachkongress.
„Den Theilnehmern, welche den Strapazen eines so stark besetzten Turniers nicht
„gewachsen waren, sei noch ein aufmunterndes „Ein anderes Mal besser!" zugerufen,
„und allen unsren neuen guten Freunden ein herzliches „Gute Reise, und auf
„Wiedersehn!" "
Meermalen gaven de aanwezigen door levendig applaus blijk van met de aan
de prijswinners gebrachte hulde van harte in te stemmen.
Atkins bedankte met eenige hartelijke woorden voor den hem toegezwaaiden
lof. Hij zeide, de aangenaamste indrukken mede te nemen van Holland en de
Hollandsche schakers, en sprak de hoop uit, binnen niet al te langen tijd gelegen
heid te zullen vinden, om de kennismaking met zijne Nederlandsche schaakvrien
den te komen hernieuwen.
Dr. Olland bracht namens de Nederlandsche deelnemers hulde aan den Bonds-
secretaris Meijer, die geheel alleen dezen zoo belangrijken wedstrijd tot stand had
gebracht, en op de meest voortreffelijke wijze zich als tornooileider van zijn taak
had gekweten. (.Daverend applaus.)
Na eenige welwillende woorden van den heer Tinholt aan het adres van den
Onder-Voorzitter, nam Dr. Mannheimer het woord. Spr. zeide, wel geen bepaalde
opdracht te hebben ontvangen van de buitenlandsche spelers, doch hij hield zich
overtuigd, geheel in hun geest te spreken, waar hij dank bracht voor de vriende
lijke ontvangst, die hun was ten deel gevallen. In 't bijzonder bedankte hij den
heer Meijer, die den buitenlanders met de meeste bereidwilligheid in Amsterdam
en omstreken den weg had gewezen. Spr. eindigde met een „Hoch!" op den
Nederlandschen Schaakbond.
Jhr. van Foreest stelde voor, een heildronk te wijden aan onze geëerbiedigde
Koningin, wie het behaagde, eene eere-medaille beschikbaar te stellen en daardoor
aan het tornooi een bijzonderen glans te verleenen.
De heer Tinholt nam nog het woord, om den buitenlanders, die geen prijs be
haalden, hulde te brengen voor de volharding en de opgewektheid, waarmede zij
hunne partijen, tot de laatste toe, hadden afgespeeld. Spr. wenschte hun toe, dat
zi] in een volgenden wedstrijd tot de overwinnaars zouden mogen behooren.
1Q2
De speciaalprijs.
In overleg met eenige Nederlandsche amateurs besloot het Bestuur, den „bril-
liancy"-prijs toe te kennen aan H. E. Atkins, voor zijne partij tegen Tresling.
Wij laten het eindspel daarvan hier volgen, en tevens de drie eindspelen, die na
het bekroonde het meest in aanmerking kwamen.
Nog iets over den uitslag van den Internationalen Hoofdklasse wedstrijd.
Onze mederedacteur C. 1 in holt heeft de moeite genomen, op den uitslag van
het „Hauptturnier" het^ systeem Sonneborn—Berger toe te passen. Hij kwam
daarbij tot de volgende interessante conclusien.
Volgorde van alle deelnemers: 1. Atkins (330 punten), 2. Olland (188J), 3. Tresling
(163!,), 4. Bleijkmans (163), 5. Mannheimer (161.1), 6. Swiderski (156;;), 7. Dimer
(121J), 8. v. Foreest (119J), 9. Partaj (83J), 10. Pelzer (8o{), n. Moquette (57J),
12. „Pat" (50!,), 13. Meiners (49), 14. te Kolsté (42.!), 15. Heemskerk (2s>),
16. Trimborn (7J).
Volgorde der prijswinners onderling: 1. Atkins (107), 2. Mannheimer (53.;), •>.
Olland (53 ), 4. Tresling (46 J-), 5. Bleijkmans (45), 6. Dimer (24), 7. Swiderski
(23J), 8. v. Foreest (.22|).
Volgorde der 3 hoogst uitgekomenen onderling: 1. Atkins ( 1 3 8 5 ) , 2. Tresling
(61-), 3- Bleijkmans (59J), 4. Mannheimer (S3j) 5. Olland (53), 6. Swiderski (35!),
7. v. Foreest (34), 8. Partaj (31J), 9. Dimer (29.]).
Volgorde der 10 hoogst uitgekomenen onderling: 1. Atkins (162), 2. Bleijkmans
(76), 3. Tresling (óg'),^. Olland (68"), 5. Mannheimer (S .-,), 6. Swiderski (48»)
7. Dimer (42), 8. v. Foreest (40I), 9. Partaj (37J), 10. Pelzer (28').
«• »
£53
'94
Problemen.
Redacteur: H. J. 1)EN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bydragen, tot deze rubriek
behoor ende, aan den redacteur te adresseer en.
No. 693. H. van Beek, No. 694. B. J. M. Markx,
te Naaldwijk. te Leiden.
Correspondentie.
A. O. te D. In den regel luiden de bepalingen: „slechts oorspronkelijke en nog niet gepubli
ceerde problemen kunnen aan den wedstrijd deelnemen."
In vele gevallen wordt er ook nog aan toegevoegd, dat de ingezonden problemen het eigendom
worden van het lichaam, dat den wedstrijd uitschrijft.
Foutieve problemen, die dus feitelijk niet hebben medegedongen, kunnen later, na verbetering,
weder in andere wedstrijden worden ingezonden.
Naar onze meening kan een correct probleem dus slechts éénmaal voor een wedstrijd dienen.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen 25—30.
No. 25. 1. Td6, Kd6:; 2. Oc7+; 1.—, Tdó:; 2. Pg4+ 1.—, Td4; 2. Te6+;
1.—, Ld6:; 2. I)g7+ enz.
No. 26. 1. I)ei, Td4; 2. Tc5+; 1.—, Td anders; 2. Da5±; 1.—, Thi of f13;
2. Dd2:+; 1.—•, Th anders; 2. Kh4:+; 1.—, Dg8:; 2. Kf6+ enz.
No. 27. 1. Pd6, KC5:; 2. PC4, K onv:; 2. M 3 + 1.—, eds:; 2. Ï)e4-|-, d5: D;
3- Pf5±; 1—. cdS:; 2- Dgif, Ke5; 3. D a i + ; 1.—, bes:; 2. Db2f,
Kds:; 3. e 4 + ; 2.—•, Ke3; 3. Lh6+; 1.—, Ke3; 2. Ddi, onv.; 3.
Lh6+, enz.
No. 28. 3 oplossingen. 1. Pd5 .(auteurs), 1. Pg7f, en 1. Df8.
No. 29. 1. Lf6, Kf6:; 2. Dh4-|-, onv.; 3. Üf4+. 1.—, Kg4; 2. 0)15!, K : D ;
3- g4±- 1—, Ke4; 2. Td2f, ICe3; 3. Lg5±; 2.—, Kfs; 3. Df3±;
1.—, Le3; 2. Tf2f, L : T ; 3. Df3+, enz.
No. 30. 1. Db6, T of I,:D; 2. Td7:f; Kg6; 3. es, onv.; 4. T of L + ; x.—•,
f4; 2. est, Kfs; 3. Ld3:f, Kes :; 4. Dd4±; 2—, Kes:; 3. Dd4f enz.;
1.— LC3:; 2. Td7 :f, Kg6; 3. Dgif, Pg3; 4- D •' P±> enz. enz.; ook
vele gevallen, waarbij reeds mat in 3 zetten.
t91
Verbetering.
In de opgave der oplossing van probl. No. 16 moet gelezen worden : „de schijn
bare nevenopl. Pg5 faalt bij i.—, Pa7; 2. Dc7, Pd6 enz."
Correspondentie.
W. I. J. V . te K. Wanneer een paard schaak geeft, kan en moet de tegenpartij zich hiertegen
verdedigen door óf het P. te nemen, óf den K. te verplaatsen. In de schijnbare nevenopl. van No. 1G
1. Dg5, PcbG; 2. Tb4f, Pc4+ kan Wit dus voor 3en zet alleen spelen: T : Pf of Kd2 verplaatsen.
In geen van heide gevallen is Zwart echter, hij dezen 3en zet van Wit, mat.
Uit de probleem-wereld.
De Heer Markx schrijft ons het volgende:
„Het stukje, voorkomende op pag. 139 van de Juni-aflevering, in de rubriek „Uit
de probleem-wereld," was begrijpelijkerwijze voor mij eene minder aangename
verrassing. Ik heb mij dan ook de moeite getroost, over de bewuste opgave met
Dr. von Gottschall in correspondentie te treden, welke correspondentie niets heeft
opgeleverd dan de wetenschap, dat ik met mijn probleem te laat ben gekomen.
Ik moet dus volstaan met de verzekering, dat ik in de stellige meening was,
een „Original" gemaakt te hebben, toen ik, zooals nu is gebleken, niets anders
had vervaardigd dan eene „Nachbildung."
Mijne tot nog toe onbevlekte reputatie op het gebied der probleem-compositie
zal, naar ik vertrouw, het hare er toe bijdragen, om deze verzekering bij het
belangstellend publiek geloof te doen vinden."
Bij het plaatsen van dit eigenaardige staaltje van „Original und Nachbildung"
was het natuurlijk niet onze bedoeling, den Heer Markx van plagiaat te verdenken ;
daarvoor heeft hij reeds te veel „geleistet."
Wij wilden alleeu hiermede het niet alleenstaande feit aantoonen, hoe twee
componisten, onafhankelijk van elkander, een zelfde idee op dezelfde wijze kunnen
uitwerken.
Errata.
De heer A. van Eelde, te Middelburg, verzoekt ons, de volgende verbeteringen
op te nemen van hinderlijke drukfouten in zijn stukje over de oeconomie in de
matstelling (Juli 1899):
Op blz. 170 staat in den 2den en 3den regel der voorlaatste alinea „indien
niet één + èn zuiver èn oeconomisch is", lees „indien niet elk + èn zuiver èn
oeconomisch is."
In vele ge/allen staat er nu in plaats van na, bijv. in den isten en 2den regel
blz. 171 „dat nu Ke4 niet oeconomisch is", lees: „dat na ICe4 niet oeconomisch
is". De aandachtige lezer zal deze gevallen gemakkelijk kunnen onderscheiden.
Op blz. 171 staat in den 2den en 3den regel der laatste alinea „waardoor de
aanwezigheid van oeconomisch zuivere ± hinderlijk is", lees: „waardoor de aan
wezigheid van onoeconomisch zuivere + hinderlijk is".
Op blz. 172 staat in den sden regel van onderen „Huberdine", lees: „Hubertine".
-®§ i l i ®s-
Verschillende Partijen.
No. 593. J.ubileumsweclstrijd te 's Gravenhage 1898.
Wit: J. r. Heemskerk. Zwart: Dr. A. Gr. Olland.
Ttveepaardeiispel 111 de nahand.
1. e2 — e4 e7 — e5 14. P f3 — d2
2. P gl f3 P b8 c6 Hier staat liet paard niet sterk; juister
3. L fl — c4 P g8 — f6 wnre ™-el-g2.
4. d2 — (13 Lf8 — c5 U' ' ' ' ~f
5. L cl — e3 Lc5-b6 ^ fQ 1
6. Pbl—d2 d7 — d6 16- Pd2 f3 1 f8 f6
7. c2 — c3 Dd8 —e7 17. P f 3 — g 5 T a8 -f8
8. D dl — e2 L c8 — e6 1S' h2 — ^
9. L c4 X e6 f7 X e6 19. PgD —h3 D g6 — e8
10. P d2 —c4 L b6 X e3 20' P' h3 ~~ g5 „ .
Nu lag rg2, om niet f4 te vervolgen,
11. P c4 X e3 0 0 geheel in de stelling.
12. 0— 0 20. . . . h7 — h6
In aanmerking kwam hier 12. 0 — 0—0. gl p e3 ^2
12. . . . P f6 — h5 'Dergelijke oliers — hoe fijn overigens
Een betere voortzetting lijkt mij 12 . . . ook bedoeld — zijn alleen goed, als de
h6 13. Ph4, Kh7 14. g3, gó 15. Pg2, tegenpartij zoo vriendelijk is, ze aan te
Dg7 enz. . nemen.
13. g2 — g3 De7 —f6 21.... D e8 — g6 !
*99
27. ... . g7 — g6
28. P g 2 — h4 P h5 — g 7
29. K gl — g2 D h7 — h5
30. D g 4 — h3 D h5 X g-5
31. Tel—hl Pg7 — hö
32. K g 2 — f2 D g 5 — f6
33. g3 — g4 P h5 — f4
34. D h3 — g3 g6 — g5
35. T dl — d7 g5 X U
23. d3 — d4 ? en Wil gaf na eenige zetten op.
W i t wil het paard offeren: hij had ook
I. 1). T.
hier f3 moeten spelen, daar dan 23. . . .
hg5: nog niet gaat, wegens 24. hg5 :, Tf7
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Mej. Groote, Amsterdam. I D. C. Meiners, Amsterdam.
„ P. M. van der Sluis, Amsterdam. L. Kievit, Zaandam.
„ C. Dull, Amsterdam.
Mededeel ingen.
Aan het hoofd dezer aflevering is de huidige samenstelling van Bondsbestuur
en Tijdschrift-redactie aangegeven. Het doet ons genoegen, te kunnen vermelden,
dat de heer J. F. Heemskerk, te Sas van Gent, zich op verzoek van het Bestuur
bereid heeft verklaard, als redacteur werkzaam te blijven.
ióö
Om begrijpelijke redenen kon in dit nummer slechts ééne partij worden opge
nomen. De schade zal echter in de volgende afleveringen ruimschoots worden
ingehaald.
* *
*
Het Tijdschrift zal voortaan uiterlijk den 25sten van iedere maand verschijnen.
* *
*
Aan alle leden het dringend verzoek, de uitgave van het Tijdschrift te steunen
door de inzending van goede partijen, eindspelen en schaaknieuws. Alles te adres-
seeren aan ondergeteekende.
* *
*
Den sden van iedere maand wordt de stof voor het nummer van die maand
verzameld. ' DE HOOFDREDACTEUR.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
B. WIELING, Groningen, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37,
Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEN" HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F. S. ESSEH, J. F. HEEMS
KERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. G. OLLAND, C. TINHOLT.
Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar ii 13 cents en een geheele jaargang fi f 1.5», eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bund betaalt men fi.öli contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
INHOUD: Bondszaken ; Nog een enkel woord over onzen Internationalen Wed
strijd; H. E. Atkins (biographie); Problemen; Binnenlandsch Nieuws; Buitenlandsch
Nieuws; Aan de Hollanders, die belang stellen in de Londensche tornooien en schaak
wereld (vervolg); Partijen van het Meestertornooi — Eerste klasse te Londen; Par
tijen van den Internationalen Hoofdklassewedstrijd te Amsterdam; Eindspelen; Cor
respondentie.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
C. J. J. Sixma Baron van Heemstra, A. P. Wirix, Amsterdam.
's Gravenhage. J. J. Krone, „
Jhr. A. C. Druijvesteijn, Amsterdam. L. Olivier Boelstra, Leeuwarden.
Schaakspellen.
Zij, die nog in 't bezit wenschen te komen van een goed en goedkoop stel
stukken, moeten zich haasten; ze zijn bijna uitverkocht. (Zie Juli-afl. blz. 166.)
DE BONDS-SECRETARIS.
kranige figuur, dat onze Hollandsche kampioenen in dit tornooi hebben gemaakt.
Het mag een verblijdend feit heeten, dat na Atkins, die immers verre bleek uit
te munten boven al zijn mededingers, drie Nederlanders het hoogst uitgekomen
zijn. (Zie blz. 193 der Augustus-aflevering). Neemt men hierbij nog in aanmerking,
dat Tresling in de eerste ronden beneden zijne werkelijke kracht speelde, dat
Olland op 't laatst nog eens de onaangename gevolgen moest ondervinden van
„het onderste uit de kan te willen halen" (men zie later zijne partij met Partaj!)
en dat van Foreest ook nog al eens bepaald ongelukkig was, dan moet men wel komen
tot de conclusie, dat in een volgenden Internationalen Wedstrijd voor de Hollanders
het grootste succes te verwachten is. Thans is het dus duidelijk, ook voor hen,
die eerst nog twijfelden, dat deze eerste Internationale Bondswedstrijd door
meerdere moet worden gevolgd.
Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bydragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
No. 705. B. J. M Markx, No. 706. B. J. M. Markx,
te Leiden. te Leiden.
V//////A r/A
'//'A
No 31. 8 oplossingen: 1. KfS> 1. Kf6, 1. Kf7, 1. Kg7, 1. Kh5, 1. Khy, .. Tg4, 1. Tf+. Per abuis is op C2 een zwarte pion wegge.aten,
waardoor de aardige auteurs-oplossing (1. Dd7) niet opgaat De neven-oplossingen blijven echter bestaan. - No. 32. I. Kda, kfó
Lb2+ • 1 dXeó 2. Pfd7±; 1 .... dj 2. Pbd7±; 1 ..., Ptó 2 f4±. - No. 33. 6 oploss.ngen: 1. Kc2, 1. Ke3, 1. ke4, '• e3. '• Db7'
1 DxL — NO. 34. 1. Pb4, C6XP 2. LXhz, KXhz 3. Th6±; 1..., LXP 2. Pc2, L onv. 3. Tbi±. - No. 35 2 oplossingen: 1 Key (auteurs)
en 1 Ld7 No 36 1. Le6, P X L 2. Pd4, PXP 3. Lf2, P onv. 4. b7± [2..., Pc7 3. Pc6, Poo 4. b7 =t ; 2 ..., P anders 3. Pb5, P onv.
4. b/± ot Pc7±.] 1...., Pb7 2. Kc7, P onv. 3. Ld5f, Pc6 of Pb7 4. LXc6± ofLb7±; P anders 2. Ld5±.
Verbetering.
Probleem No. 28 heeft slechts 2 oplossingen. De schijnbare nevenoplossing I. Df8, Kfs 2. Dg8 faalt op 2 . . . , P e 3 .
Binnenlandsch Nieuws.
's-GRAVENHAGE. — In Maart 1899 werd er in „Discendo Discimus" een kleine
wedstrijd gehouden, met toepassing van 't oude stelsel Meijer, echter met de bepa
ling, dat hij, die bij loting afviel en den derden prijs kreeg, den eersten of tweeden
prijswinner mocht uitdagen. De leiding was opgedragen aan de H.H. d'Aumerie, te
Kolsté en Oskam. Voor de drie klassen hadden zich opgegeven de heeren v. Houten
(I), d'Aumerie (II), Mann (1), te Kolsté (Ij, Kramers (III), Wesseling (II), Dewald
(III), Oskam (II), Marescot (III), Gumplovicz (I), Coenen (III), de Jong Cleyndert
(II). De volgorde der prijswinners was: Oskam, d'Aumerie, Coenen.
Onderlinge matches worden druk gespeeld: te Kolsté verloor er een tegen
Oskam (die f7 en zet vóór kreeg) met 3—1—1 ; Wesseling verloor er een tegen
Oskam met 5—2—o, terwijl een match te Kolsté-Mann in vollen gang is, en voor
eerstgenoemde gunstig staat 1). Wanneer zal 't bestuur besluiten, prijzen voor der
gelijke matches uit te loven, zooals — geloof ik — wel te Amsterdam geschiedt? —
Hier volgt een der partijen tusschen te Kolsté en Oskam.
No. 594. Wit: Oskam. Zwart: te Kolsté.
t- e4 e6 8. D g4 De7 (geeft pion f7 vóór).
2. d4 ds 9. L d3 o—o 15. D hsf K e7
3. Pc3 P f6 10. Dh4 D f7 16. P g6f Kd7
4. L g5 Le7 11. Ph3 a6 17. P f8: Df8:
5- e5 Pfd7 12. P f4 Pb6 18. Lg6 P c6
6. h4! L g5: 13. Lg6: Dg7 19. 0-0-0 D f4-j-
7- hgs: gó 14. Lh7.-f K f7 20. Kbi en Wit won.
Deze partij bewijst, dat men, pion en zet vóór gevende, niet ongestraft Fransch
spelen kan.
LEIDEN. — In eene buitengewone vergadering van het „Leidsch Schaakgenoot
schap" gaf de heer Rud. Loman den 23n Aug. 1.1. eene blindséance van zes
partijen. Hij won tegen de heeren Wilhelmy Damsté, Horschman en van Groningen Jr.,
maakte remise tegen Enderle en Dr. A. van Rhijn, en verloor tegen S. van Groningen.
De séance begon om half acht en was vóór elf uur geëindigd; zij werd door een
groot aantal belangstellenden, onder wie verscheidene dames, bijgewoond.
De partijen gaven opnieuw een schitterend getuigenis van Loman's buitengewone
begaafdheid als blindspeler.
ARNHEM. — In de „Arnhemsche Schaakvereeniging" speelde Zaterdag den 2n
September 1.1. de heer J. F. Heemskerk, eerelid der vereeniging, 18 partijen simul
taan, waarvan hij er 12 won, 1 remise maakte tegen den heer van Driest en 5
verloor tegen de heeren Ciccolini, de Vries, Stlsholz, Hoendervanger en Kuyk.
Buitenlandsch Nieuws.
LONDEN. — Vóór het vertrek der buitenlandsche meesters, die aan het Inter
nationale Tornooi alhier hebben deelgenomen, kwam Rosenthal van Parijs over,
ten einde zich van hunne mededinging in den Internationalen Wedstrijd te Parijs,
1) Voor den winner is door de heeren M. en E. Edersheim een prijs van / 20 uitgeloofd. Op
'toogenblik is de stand: M. 1, t. K. 4, rem. 1.
2O8
die in 1900 zal plaats hebben, te verzekeren. Men zegt, dat allen de uitnoodiging
hebben aangenomen.
PARIJS. — In den loop van deze maand vertrekt Janowski weer naar New-York
voor zijn tweede „officiëele" match met Showalter.
Janowski heeft Lasker uitgedaagd tot een match om het Kampioenschap der
Wereld. Lasker heeft onmiddellijk aangenomen, doch over het aantal partijen en
den tijd, waarop de match een aanvang zal nemen, zijn de beide meesters het
nog niet eens. Ook is nog niet bepaald, waar men spelen zal. In elk geval zal
het niet te Londen zijn, want Janowski kan niet best tegen het klimaat dezer stad.
genaam persoon, die ook veel belang stelt in sport en zelf aan amateur-roei- en
fiets wedstrijden deelneemt. Door dit laatste is zeker zijn rug ietwat gekromd. Zijn
spel was krachtig en onbevangen.
Geheel anders was dat van Physick, die in iedere partij op remise speelde en
slechts won als zijn tegenpartij een blunder maakte of winst wilde forceeren. Hij
moet zeer gelukkig geweest zijn, want hij wordt zwakker geacht dan Jones, Jackson,
Dr. Smith, Atkins en Lawrence. Niet Jacobs, Belhngham en Gunston zijn echter
sterker dan alle Engelsche spelers in dit tornooi, zooals het Tijdschrift van Juni
ons wist te vertellen; integendeel, zij zijn zwakker dan Jackson en nauwelijks gelijk
in kracht aan de andere Eng. deelnemers. Physick is 46 jaar, doch lijkt ouder door
zijn moeilijken gang en door grijze haren, die reeds hier en daar zijn snor en
hoofdhaar niet meer zwart doen lijken. Ook zijn beven doet hem ouder schijnen.
Marco met zijn dikken rooden neus en zijn bijna nooit in rust zijnde tong mag
ik genoegzaam bekend achten. Hij heeft een kleinen thermometer op zijn hoed,
die hem hetzij omtrent de temperatuur van zijn hoofd, hetzij omtrent die der
omgeving moet inlichten. Men ziet hem nooit zonder een pak boeken en papieren
in zijn linkerhand.
Mieses, die met Jones 4den en 5den prijs deelde, was op een hooger plaats ver
wacht. Ofschoon hij correspondent van eenige couranten schijnt te zijn, geloof ik
niet, dat hij hieraan zijn gering succes te wijten heeft, want men ziet hem weinig
bezig en soms ging hij voor een geheelen dag naar een badplaats of zoo; eerder
zou dit bezwaar voor Marco gelden, ware het niet, dat hij altijd dit werk gedaan
heeft, ook in doublé Round Tournaments enz. Bovendien werd er in het S. R. T.
nooit vóór 6>., noch na ioj. gespeeld. Jones is een goed theoreticus, die ook het
middenspel krachtig weet te voeren, doch in het eindspel geenszins een baas is.
In meerdere partijen was hij in het eindspel een pion vóór, zonder de partij te
kunnen winnen. Voor zwart speelt hij evenals Dr. Smith steeds Fransch. Jackson
werd vóór den wedstrijd algemeen als candidaat voor den eersten prijs genoemd.
Hij is dan ook ongetwijfeld een kolossaal speler, die zonder boekengeleerdheid over
het schaakspel prachtige partijen levert, die uitmunten door brilliancy. Hij is een
sympathiek kalm persoon, die in gezicht en spel iets op Janowski gelijkt, doch groo-
ter en meer gebogen neus heeft. In voorkomen en manieren overtreft hij den
Poolsch-Franschen meester echter verre. In sommige partijen speelde hij goed, o. a.
tegen Mieses en Marco. Tegen den eerste won hij; den tweede overspeelde hij
geheel, doch verloor, na kwaliteit en pion vóór te zijn geweest, door een fout.
Ongetwijfeld kwam hem een hoogere plaats toe. Dr. Smith is eveneens een sym
pathiek persoon. Zijn spel is soliede, zijn voorkomen reusachtig. Ook Müller
is een sterk speler, die reeds in zijn jeugd (een 20 è. 30 jaar geleden) grooten
aanleg toonde. Hij speelde met succes in matches tegen onzen landgenoot, den
heer Loman, doch speelt wisselend in kracht. Prof. Tabountschikoff, een stoere
breedgeschouderde Rus, speelde sommige partijen zeer sterk, o. a. tegen Marshall
(welke partij hij had moeten winnen, doch door een blunder verloor), maar tegen
anderen soms zeer zwak, o. a. tegen Dr. Smith en Jackson. Zooals hij mij zei,
kwam dit, doordat zijn vrouw zoo ziek was en hij telkens afwisselende telegrammen
11*
iió
Omtrent haar toestand kreeg. Ook Tschigorin noemde hem een goed speler.
Erskine verdiende ongetwijfeld evenals Dr. Klimsch geen hoogere plaats. De
partijen van Erskine werden alle met aandacht door zijn jeugdige en beminnelijke
echtgenoote gevolgd. Dr. Klimsch speelde altijd gesloten, doch voelde steeds den
grond langzaam maar zeker onder hem wegzakken.
Ongetwijfeld had dit tornooi een aangenaam verloop en behoefden de deelne
mers zich in hun leegen tijd niet te vervelen, door het gelijktijdig plaats hebbende
D. R. T., doch vooral ook door de verschillende invitaties van clubs tot dinners
of uitstapjes in de omgeving van Londen. Waarschijnlijk zal er in 1901 een
soortgelijk tornooi in Schotland zijn. J. F. S. E.
(Slot volgt).
Spaansche Partij.
e) Hier begint Wit al zijne stelling te verzwakken; de bedoeling zal wel ge
weest zijn, Lh6 te spelen, wat nu niet kan om Pg4. Zwart belet echter Lh6 door
den volgenden zet, zoodat Wit's 17de zet alleen zijn eigen stelling verzwakt.
) Deze zet, die nu Lh6 belet, is daarom zoo mooi, omdat hij schijnbaar de
aanvalskansen van Zwart opgeeft, en de aanval van Zwart alleen mogelijk blijft
door het pionoffer op gs, dat inderdaad vijf zetten later volgt, maar nu reeds
moet voorzien zijn door Zwart. Dit is ook de reden, waarom 17. h3 een zeer
begrijpelijke zet was, en een zeer vergeeflijke fout.
s) Noodzakelijk, om Toren a8 speelbaar te maken. Blackburne offert alles op,
om den aanval zoo sterk mogelijk te maken, en geeft dus liever aan Wit een
vrij-pion op den Damevleugel, dan dat hij een stuk te weinig voorden aanval op
den Koningsvleugel zou hebben.
h) „Deutsches Wochenschach" zegt hiervan: „een zeer sterk pion-offer, dat
echter noodzakelijk is, omdat f4 dreigt." Nu is dit volkomen waar, maar het
miskent toch Blackburne's buitengewoon talent. Het verband tusschen Zwart's
16de, 17de, 18de en 22ste zetten bewijst duidelijk, dat dit offer niet door den
nood werd afgedwongen, maar lang vooruit berekend, voorzichtig voorbereid was
en daarna op het juiste oogenblik gebracht werd.
') Wel de beste zet; op f3 zou volgen PI15; op andere zetten g4.
') Maar nu doet Lasker een zwakken zet! Voor de hand lag toch Lf6: en
daarna Kh2. Hier is het keerpunt der partij.
k) Ook f4 komt in aanmerking, maar ook dan heeft Wit geen mooi spel, om
dat na ef4: en Lf4: de punten e4, e3, g3 en g2 zwak zijn.
') Na f4 zou Zwart spelen ef4: en (zoowel na Lf4: als na Pf4:) Df6!
"') Ook nu zou f4 beantwoord worden door ef4: en Df6.
°) 3°- Lf4:, ef4: 31. f3 zou aanleiding geven tot het sierlijk offer Pe4:, drei
gende Db6f of Dh4.
") Wit denkt uit alle moeilijkheid te zijn geraakt en geeft juist nu aan Zwart
sreWenheid tnr
S t a n d d e r partij n a den 3 l s t e n zet van Wit. —r.:
O C —" VJ11C1 lUlllU-
natie. Het alternatief was 31. Pfe3. Als Zwart
dan den witten g-pion wil verdubbelen, wint
Wit door (31.. . ., Lg3: ?) 32. Pg4 :, Lg4: 33.
Dg4:, Dg4: 34. Pfóf en Wit is een vrij-pion
vóór, in veilige stelling; 33. Lh2| of 32. of
33. Thif baten hierbij evenmin. Daarentegen
heeft Zwart na 31. Pfe3, Pe3 : 32. Pe3.-, Lg3 :
33- fg3 Dg3: winnend spel. En ook was
31- Pfe3 niet beter dan de gekozen zet, on
danks een kwaliteits-offer, dat Wit met vrij
goede kansen schijnt te kunnen brengen,
(bijv. 31 , Pe3 : 32. Te3 :!, Le3 : 33. Pe3:
en Wit staat vrij veilig), want Zwart heeft
dan een anderen weg tot overwinning, aldus: 31. Pfe3, Pe3: 32. Te3:, Dh6!
33. Kfi, Dhif 34. Ive2, Lg4f 35. f3, Dg2:f 36. Lf2, Le3: en Zwart wint, of
35- Tf3, Dg2:, en Zwart wint ook.
212
h) Deze zet en de volgende twee vormen een prachtig manoeuvre, om zich voor
aanval en verdediging goed op te stellen, zonder gevaar van afruil.
') Nu ondervindt Wit, hoe noodlottig het tempoverlies van den i7den zetwas;
door dezen zet toch belet Zwart de blijkbaar door Wit bedoelde voortzetting b3
en C4, waarmee Zwart's stellingsoverwicht zou verdwijnen (na b3 zou PC3: niet
opgaan; niet om Pbi wegens b4 maar om Ld6 :).
J) Wit staat „unheimisch". Zwart dreigt met een aanval door g5, f5, Tcj en Tg7 ;
het lijkt mij echter toe, dat Wit nog niet h4 behoeft te spelen, om dat te ver
ijdelen. Reeds f4 lijkt mij iets beter dan [14, en ook misschien f3, gevolgd door
Te2 en na f5 Tcei.
Het is prachtig te zien, hoe fijn Lasker van deze verzwakking der witte Konings
stelling gebruik maakt.
k) Dadelijk g5 deugt niet om Dg3.
') Deze voor de hand liggende poging, om tot afruil te komen, deugt niet.
Beter was 26. de5:, de5: 27. Te4, Df5 28. Df3 en Wit kan zich nog wel ver
dedigen (g5, dan als antwoord g4.)
m) De weerlegging van 26. C4; zie diagram.
") Gedwongen, want na 28. Pb6: volgt Tci: 29 Tci:, ed3: 30. Pd7:, d2 en
Zwart wint, en na 28. Te4: volgt Te4: 29. De4:, Dbj ! en Wit verliest Paard C4.
S t a n d der partij n a den 2 7 e n zet van W i t . o) Qp ïl. Dcd ZOU nu voken Tbc8 1 2 .
De2, Tc2 : 33. Dc2 :, f3 en Zwart wint. Daarom
moest Zwart zorgen, dat DC4 X d5 niet tevens
schaak gaf. Echter kon Wit zich veel beter
verdedigen door 31. Da6, dreigend Dc6 en na
f4—f3, Dd6: en Dg3. Zwart kan dan niet
antwoorden Tb6, want dan volgt 32. DC4 en
geen der zwarte Torens kan naar de c-lijn.
Het beste is dus wel voor Zwart 31. (Da6),
Tbc8 32. Tc8:, Tc8: 33. Da5! en Wit dreigt
Dd5 :, Te4: en eventueel Lf4 : of l)a4 : Zwart
moet dan wel den aanval voortzetten met
Dfs 34. Da4e3 35. f3!, Tc2 (niet 35. fe3 :,
Pe3:!) en zal dan vermoedelijk wel winnen,
maar Wit heeft nog heel wat meer kansen dan na den gekozen zet Teci.
p) Niet Pe3, om Df2.
q) Dreigend Te8.
r) Kg8 deugt niet, omdat dan de zwarte Toren niet mag spelen, om Dg6: -]-.
") Eene der degelijkste partijen, die ooit in een tornooi werden gespeeld.
J. F. H.
2 14
6. e2 — e3 L f8 — e7 28. L f3 X c6 T f5 — f6
7. h2 — h3 0—0 29. .Lc6 —e4 D e8 — f7
8. L fl — d3 L c8 — d7 30. D c3 — c2 K g8 — g7
9. D dl — c2 P b8 — a6 31. Le4 — d5 D f7 — f8
10. a2 — a3 c6 — co 32. P bl — c3 T c8 — d8
11. T al — dl T a8 — c8 33. P c3 — e4 P b6 X d5
] 2. 0— 0 Dd8 —e8 34. c4 X d5 T f6 — b6
13. L f4 — h2 De8 — h5 35. P e4 — g5 D f8 — f6
14. L d3 — e2 D h5 — e8 36. P g5 — e6f T b6 X e6
Op 14. . . ., g5 zou volgen: 15. Pe5, 37. d5 X e6 D f6 X e6
I)e8 16. Pd7:, Dd7: 17. dc5:, Pc5: 18. 38. T e2 — d2 D e6 — e7
Pb5, en Wit wint een pion.
39. b2 — b4 L c7 — b6
15. d4 X c5 d6 X cö
40. b4 X c5 L b6 — c7
16. P f3 — e5 L d7 — c6 Op -40...., Lc5 : zou natuurlijk volgen :
Hier was Pb8, gevolgd door Pc6, beter. 41. Td7 Td7 : 42. Td7 Dd7:43. Le5:t
17. P e5 X c6 b7 X c6 en 44. Dc5 :
Neemt Zwart met de I)ame, dau volgt: 41. D c2 —c3 Kg7 —g8
18. Lfd, l)b6 19. Pa4, Da5 30. Lb7 :
42. c5 — c6 P d7 — c5
18. D c2 — a4 P a6 — b8
43. T d2 X. d8f L c7 X d8
19. L e2 — f3 P f6 — d7
44. D c3 X e5 Opgegeven.
20. D a4 X a7 e6 — e5 (Opmerkingen van H. E. ATKINS.)
21. e3 — e4 g7 — g6
«5
N°- 598. Gespeeld den 14n Augustus 1899.
Wit: H. E. Atkins. Zwart: Dr. N. Mannheimer.
Geweig-erd Dameg-aiiibiet.
1. d2 — d4 d'7 — d5 18. P c3 X d5 L b7 X d5
2. c2 — c4 e7 — e6 19. L b3 X d5 T c8 — d8
3. P bl — c3 P g8 — f6 20. D e2 — c4 L e7 — d6
4. L cl — g5 L f8 — e7 21. P e5 — g4 P g7 — e8
5. e2 — e3 0— 0 22. f4 — f5 h7 — h5
6. P gl — f3 b7 — b6 22 Td7, dan 23. Bc3!
S t a n d d e r nartii n a den 2 2 s t e n zet van 7 u , a r t
7. L fl — d3 d5 X c4
8. L d3 X c4 L c8 — b7
Ö. 0—0 Pb8—d7
10. D dl — e2 c7 — c5
11. L g5 — f4 P f6 — hö
Niet goed, zooals later blijkt. 11....,
cd4gevolgd door Pd5, was beter.
12. L f4 — e5 T a8 — c8
13. L c4 — b3 g7 — g6
14. T al — dl P d7 X e5
15. P f3 X e5 D d8 — c7
16. f2—f4 Ph5 —g7 23. f5 X g6 !! h5 X g4
Eeter was 16 cd4: benevens 17....,
24. T fl X f7
Nu krijgt Zwart een zeer lastig spel.
Hier won 24. Dg4 : ook. Bijv. 24.
Stand der partij na den 1 6 e n zet van Z w a r t .
(l)g'4:), Kg7 25. gf7 :f, Kh6 26. Dli4t,
gevolgd door Dg5f enz. Of: 24 , Lh2 :f
25. Khl, Dg3 26. Dh5 enz.
24 T f8 X f7
25. g6 X f7f K g8 — L8
Op 25...., Kf8 zou gevolgd zijn: 26.
fe8: 1)|, Ke8: 27. Pe4f, L)e7 28. Lc6f,
Kf8 29. Tflf, 30. Dg4:f enz.
26. D c4 — c3f K h8 — h7
26. .. P g 7 , dan 27. Df6.
27. L d5 — e4f K h7 — h6
28. D c3 — h8f K h6 — g5
29. T dl — d5"f* Opgegeven.
17. d4 — d5 ! e6 X d5 (Opmerkingen van H. E. ATKINS.)
ii6
2. P bl — c3 P g8 — f6
3. f2 — f4 d7 — d5
4. f4 X e5 P f6 X e4
5. P gl — f3 L f8 — b4
6. L fl — e2
Gewoonlijk geschiedt hier 6. De2, Lc3:
7. dc3 : Dr. Mannheimer beproeft in deze
partij een geheel nieuwe ontwikkelings
methode.
6 c7 — c6
7. 0—0
Wit offert een pion en straks nog de g6 14. ef6: benevens 15. Delf. (Zie
kwaliteit, om een veelbelovende aanvals- diagram.)
stelling te verkrijgen. 12 Db6 — d8
7 D d8 — b6f 13. Dal — el P d7 — f8
8. d2 — d4 14. D el — g3 P f8 — e6
Na 8. Khl, 1'faf 9. Tf2:, Df2: 10. d4 Eene betere verdediging bood Pg6 en Le6.
kan Zwart de schijnbaar opgesloten Dame 15. Dg3 —f2! Dd8 — d7
door 10...., Lg4 11. Lf4, Lf3: 12. Lf3 16. P f3 — h4 h7 — h5
Dh4 bevrijden. In elk geval behoudt Wit Ook bij g6 17. Df'6 komt Zwart niet
ook dan goede aanvalskansen. vrijer te staan. De meest aanbevelens
8 P e4 X c3 waardige voortzetting was misschien nog
9. b2 X c3 L b4 X c3 S t a n d d e r partij n a den 1 8 n zet van Z w a r t .
10. L cl — a3! L c3 X al
11. D dl X al P b8 — d7
Veiliger was in elk geval li6, waarop
Wit 12. Del enz. zou hebben kunnen spelen.
12. L a3 — d6
De Looper staat hier uitstekend. Intus-
schen kwam ook de volgende voortzetting
in aanmerking: 12. Pg5, Pe5: 13. Khl,
h6 14. Pf7 :, Pf7: 15. Lh5, Le6 16. Lf7 :f
(minder goed is 16. Tf7 : wegens 0—0—0),
Lt7: 17. Delf, KdS 18. Tf7:, (Te8 19.
Le7|'- enz.) Of: 12. (Pg5), f6 13. Lh5f,
217
i b . . .. ..v b6
16. b b benevens
b e n e v e n s Lb7
L b 7 en
e n 00—0
— 0 — 00.. 20. P e7 X c6ft K d8 — e8
17. P h 4 — f .5 g7 — g6 21. P c6 — b8 i) d7 — d8
18. P f5 — e7 Ke8 —d8 Of TbS : 22. Lb5 !! benevens 23. De7+.
Op Th7 volgt 19. Pg8 met beslissende 22. L e2 — böf L c8 — d7
dreiging op t'6. De partij krijgt uu ten 23. P b8 X d7 a7 — a6
slotte nog een uiterst humoristisch verloop.
(Zie diagram.)
24. Df6X f7f! Th7Xf7
25. P d7 — f6±
19. D f2 — f6 T h8 — h7 (Opmerkingen van E. SCHALLOPP.)
"0- buu- Cxespeeld den 15n Augustus 1899.
Wit: Dr. A. G. Olland Zwart: H. E. Atkins.
Spaansche I'artij.
1. e2 — e4 e7 — e5 Stand der partij na den 17n zet van Zwart.
2. P gl — f3 P b8 — c6
3. L f 1 — bö P g8 — f6
4. 0— 0 d7 — d6
5. d2 — d4 P f6 — d7
Deze verdediging, afkomstig van Tschi-
gorin, geeft Zwart een gedrongen spel.
6. P bl — c3 L f8 — e7
7. P c3 — e2 0—0
8. P e2 — g3 L e7 — f6
9. c.2 — c3 Kg8 —h8?
10. L cl — e3 P c6 — e7
ste, om den aanval mede te beginnen.
11. D dl — d2 c7 — c6 18. Lg5, Dd6 19. Peö was de juiste voort
12. L b5 — d3 d6 — d5 zetting. L9. . ., f6 gaat dan bezwaarlijk
13. T al — dl e5 X d4 wegens 20. I)d3, g6 21. Pg6 :f, hg6: 22.
Dg6 : enz.
14. c3 X d4
l)e geïsoleerde pion, dien Wit hierdoor 18 g7 — g6
krijgt, is volstrekt niet zwak, zooals uit 19. L e3 — h6 T f8 — e8
het vervolg blijkt. 20. L h6 — g5
14 d5 X e4 Beter is dadelijk 20. Pe5, om op 20 ,
15. P g3 X e4 P e7 —- d5 Lf5 21. Df3 te laten volgen. Zwart krijgt
nu gelegenheid, den aanval te keeren.
16. L d3 —- bl! P d7 — b6
17. P e4 x f6 Dd8 x f6 20 D f6 — g7
18. Dd2 —d3 21. P f3 — e5 f7 —f6
Wit staat thans belangrijk beter dan 22. L g5 — h6 D g7 — g8
Zwart. De tekstzet is echter niet de sterfc- 23. P e5 — f3 L c8 — f5
2l8
48. P f3 — e5 P d5 — f4 54. P e3 X d5 h7 — h5
49. K gl — h2 P f4 — e6 55. K h'2 — g2 K g7 — g6
50. P e5 — g4f? 56. K g2 — f3 K g6 — f5
Door 50. Pd3 kon Wit den Dameruil 57. P d5 — e3f K f5 — e5
voorloopt tegengaan.
58. P e3 — c4f K e5 — d5
50. . . . K h6 — g7
59. P c4 — a5 ? b7 — b6 !
51. P g4 — e3 D f5 — f4
60. P a5 — b3 P e6 — d4f
52. d4 — d5 D f4 X g3f
Opgegeven.
53. f2 X g3 c6 X d5 (Opmerkingen van Dr. A. G. Olland.)
1. f2 — f4 d7 — d5 5. L fl — d3 P b8 — c6
De veiligste tegenzet. 6. L d3 — c2 L f8 — e7
7. d2 — d4 b7 — b6
2. e2 — e3 e7 — e6
8. 0— 0 P f6 — e4
3. P gl — f3 P g8 — f6 Zwart had eerst door Lb7 het Paard op
4. c2 — c3 c7 —- c5 c6 moeten beschermen.
221
9. P bl — d2 f7 — f5 17. e3 X d4 e6 — e5
10. L c2 — a4 ! 18. D h3 x g2 e5 x d4
Wit wint nu de kwaliteit.
19. c3 x d4 Ld7 — f5
10. . . . L c8 — d7
20. Lel — d2 0 —0
11. Pd2 x e 4
21 Tal—cl
Of 11. Lc6:, Lc6: 12. Peo, l)c7 13.
Hier is Tel wellicht beter.
Dho|, Kd8 14. Pf7f enz.
11. . . . 21. . . . Le7 — f6
f5 X e 4
12. La4 x c6 22. Ld2 — c3 T f8 — e 8
e4 x f3
13. L c6 x a8 23. T f2 — e2 L f5 _ e 4
f3 x g2
14. T fl — f2 24. Dg2 — h3 D a8 — c6
D d8 x a8
15. D dl — h5f? 25. Te2 — e3??
Een grove foutzet.
Deze en de volgende zet, waardoor tijd
verloren wordt, geven Zwart gelegenheid, 25. . . . L f6 x d4
de pionnen op te breken, en tevens zijne 26. L C3 — d2 L e4 — f5
Loopers in het spel te brengen. 27. Dh3 —g3?
15. . . . g 7 — g6 Beter ware 27. Tc6Lh3: 28. Kf2,
16. D h5 — h3? met remise-kansen (Loopers van ongelijke
Op eo staat de Dame, met 't oog op kleur.)
Tf8, te gevaarlijk; Dh3 is echter ook niet 27. . . . T e8 X e3 !
goed (vgl. den 17n zet van Zwart.) Een elegant slot, — Wit geeft de partij op.
16. . . . c5 x d4 (Opmerkingen van W. SCIIWAN.-)
S t a n d d e r partij n a den 9 d e n z e t van Wit. wint) 13. Pce4, Lg5: 14. Pcof, Kc8! 15.
Pe6:, D~ 16. f81), Tf8: 17. PfS:, Df8:
('t beste) 18. Lg5 : en Zwart blijft in het
voordeel."!
10. ü dl — g4 ?
Hier moest Df3 geschieden, waarop Zwart
't best met 0—0 voortgaat, bij twijfelach-
tigen uitslag. 10 Dd7 kan niet, daar
Wit door 11. Te6:t, fe6: 12. f71» K .-v;
19. Pe4 in weinige zetten wint. Ook
10...., Ld6 verliest, wegens 11. Pe6:,
fe6: 12. Te6:f, Kf7 13. Ïe7f, en Wit
wint de Dame.
Na den zet in den tekst is Wit verloren.
11. Pe4, Lb6! (beter dan O—O—0) en 10 D d8 — d5
Zwart kan, zooals de theorie aangeeft, inet
voorzichtig spel zijn voordeel handhaven. —
11. p bl — d2 Ke8 — d7
Wij meenen evenwel, dat 9. . . ., g6 hier 12. P g5 X e6 f7 X e6
de zet is, die Zwart onder alle omstandig 13. P d2 — e4 L c5 — d6
heden het betere spel verschaft, en nog
14. P e4 X d6 c7 X d6
aan te bevelen boven l)dö. In een match
partij tusschen Loman en mij in 1888 15. L cl — h6 P c6 — e5
speelde Wit (Loman) daarop 10. Pe6: en 16. Dg4 — g5 T h8 — e8
het vervolg was: fe6 : 11. Te6 :f, Kf'7 12. 17. T el X e5 D d5 X e5
Del?, Dd5 18. Te2, Tae8 14. Lf4, Te2: 18. f6 —f7 Te8 —f8
15. De2:, TeS 16. Dfl, Pb4 17. Pa3, d3
en Zwart won gemakkelijk.
19. D g5 X e5 d6 X e5
De heer Tresling, die mij op den zet 20. L h6 X f8 T a8 X f8
g6 opmerkzaam maakte, analyseerde inder 21. c2 — c3 K d7 — d6
tijd met mij deze voortzetting. Wij von
22. T al — cl K d6 — d5
den, dat 10. Te6:t de eenige wijze voor
Wit is, om den aanval nog wat vast te 23. f2 — f4 T f8 X f7
houden. Daarop kan volgen i (de beste 24. f4 X e5 d4 — d3
speelwijze voor Wit uit tallooze varianten, 25. b2 — b3 T f7 — f5
veel te uitvoerig om te dezer plaatse uit
26. T cl — bl T f5 X e5
te werken) fe6: 11. f71, Kd7 ('t beste)
12. Pc3', Le7! (eenige goede zet voor Opgegeven.
Zwart; op De7 bijv. volgt 13. Pd5!! en (Opmerkingen van J. DTMIÏR.)
5. P gl — e2 d7 — d6 25. T fl — dl Pd4 — e6
V\ it speelde Pge2, daar hij d5 verwachtte. 26. b2 — b4 b7 — b6
6. () _ O L c8 — e6 27. P d5 — c3 Tg8 — c8 !
7. P c3 — d5 28. P c3 — b5 T c8 x c4
Van twijfelachtige waarde.
29. T dl x d6f
7 L e6 X d5 2!). Pd6:?, dan Td4! Dezen zet had
8. L c4 X d5 P f6 X d5 Wit bij het doorrekenen van het pion-offer
9. e4 X dö P c6 — e7 over 't hoofd gezien.
10. c2 — c3 L b4 — c5 29 K d7 — e7
11. D dl — a4f ? 30. T d6 — d3 a7 — a6
Een zwakke voortzetting ! Eenvoudig en 31. P b5 — d6 ?
goed was 1], Db3, gevolgd door Khl en Een foutzet. Na 31. Pc3 behield Wit
f4. Interessant, doch vóór het bord moei remise kansen.
lijk te berekenen was: 11. d4, ed4: 12. 31 T c4 — cl")"
Pd4:, Pd5: 13. Pf5!?, c6 14. Pg7:|, Kd7
15. Dg4f, Kc7 enz.
32. K gl — f2 g7 — g6
11 Dd8 — d7 33. g2 — g4
Noodig, om het Paard te bevrijden.
12. Da4 X d7f K e8 X d7
33 Tel—c6
13. c3 — c4 f/ — f5 !
34. P d6 — b7 f5 x g4
14. L cl — d2 c7 — c6
35. a3 — a4 T c6 — c2*("
15. d5 X c6 P e7 X c6
36. K f2 — g3
16. L d2 — c3 ! T h8 — g8 ! S t a n d der partij n a den 3 6 s t e n zet van Wit.
1 t. T al — dl
De juiste voortzetting was 17. a3, om
dan met ladl het opschuiven van den
d-pion voor te bereiden.
17 L c5 — b4 !
18. L c3 x b4 P c6 x b4
19. a2 — a3 P b4 — c6
20. f2 — f4 T a8 — e8
21. d3 — d4 e5 x f4
22. P e2 x f4 T e8 e4
23. P f4 — d5
De beste zet. \\ it ottert een pion, om
oö T c2 — g2f
ten minste het betere spel te behouden. /eer fijn gespeeld en ver doorgerekend
23 T e4 x d4 37. Kg3 x g2 P e6 - f4t
24. T dl x d4 p c6 x d4 38. K g2 — g3 P f4 x d3
224
Eindspelen.
Uit eene consultatiepartij, den i6n 19. K h 1 X gz P h5 — f4f !
Juli 1899 te Szegedin gespeeld. 20. Kg2 X h2
R. Hauser en P. Kende (Zwart.) 1 Op Khi volgt eveneens Dd7, met be
slissende kracht.
20. . . . Dc7 — d7 !
2 r. Kh2 — gi 1) dj — I13
Opgegeven.
Uit eene onlangs te Praag gespeelde
partij.
Dr. B. Boucek (Zwart.)
Correspondentie.
F., te H.; A. Y., te L. en Ave, te R. — Partijen in dank ontvangen. Wij zullen zoo spoedig
mogelijk onderzoeken, of zij geschikt zijn voor publicatie.
7e Jaargang. N°. 10. October 1899
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DENHF.RTOG, Onder-Voorzitter.
E. WIELING, Groningen, Penningmeester; H. D. B. MEIJEK, Geldersehe Kade 37.'
Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEM" HEETOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F. S. ESSER, J. F. HEEMS
KERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. Gr. OLLAND, C. TINHOLT.
Van dit hlad, dut omstreeks den Msten vun iedere maund gratis uan de Hondsleden wordt
toegezonden, zgn extra-nummers verkrggbaar !> 1» cents en een geheele jaargang ii f 1.30 eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men ƒ2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
L. van Horsen, Rotterdam [clublid (N. R. Schaakvereeniging.VI
Mr. A. C. Visser, Leiden.
* *
*
Tot rGchtstreeksch lid. overgeschreven:
W. de Keyzer, Rotterdam.
* *
*
Kleine Wedstrijden
Het voornemen bestaat, kleine wedstrijden te houden op Zondag io December
te Groningen en waarschijnlijk den isten of 2den Kerstdag te Utrecht. Nadere
bepalingen zullen in het November-nummer worden medegedeeld.
* *
*
Wijziging van het Reglement.
(Ingevolge het besluit van de Algemeene Vergadering, gehouden te Amsterdam,
den 6en" Augustus 1899.)
Art. 22, 12e regel, achter „rechtstreeksche leden" toevoegen: Afdeelingsleden.
Art. 23, achter den 4en regel toevoegen: Afdeelingsleden.
Nieuw Art. 23*. Indien het Hoofdbestuur het in het belang van den Bond
noodig oordeelt, is het onder de volgende voorwaarden bevoegd, van de bepalingen
van het reglement of van een besluit van de Algemeene Vergadering af te wijken.
Het neemt daartoe dan met meerderheid van stemmen een voorloopig besluit
Dit besluit wordt eerst van kracht, wanneer 14 dagen na het verschijnen van het
1 ïjdschnft, waarn, dit voorloopig besluit aan de leden medegedeeld wordt, van
12
22Ó
niet meer dan vijftig leden het bericht bij den Bonds-secretaris is ingekomen, dat
zij zich niet met dat besluit kunnen vereenigen.
Art. 34, 2e regel, achter „rec.htstreeksche leden" toevoegen: Afdeelingsleden.
Art. 36, laten vervallen de woorden:
„De tweede klasse wordt door loting gesplitst in groepen van hoogstens 6 spelers."
Nieuw Art. 36a. (Besluit Algemeene Vergadering te 's Gravenhage 1898).
Om aan den jaarlijkschen grooten Bondswedstrijd deel te kunnen nemen, moet
men zijn Nederlander of als vreemdeling minstens één jaar lid van den Bond en
in Nederland gevestigd zijn.
Art. 37, 4e alinea geheel laten vervallen en daarvoor in de plaats te lezen:
Hij, die binnen den tijd van vijf jaren in dezelfde klasse tweemaal den eersten
prijs wint, krijgt het volle eigendomsrecht op eene eere-medaille, hem door het
Bondsbestuur uit te reiken.
Art. 38, laten vervallen de woorden: „met afspel en overblijven".
Art. 43, laten vervallen de woorden: „mits zij vóór hun vertrek daarheen reeds
leden waren en dat onafgebroken zijn gebleven".
Art. 49, ie regel, achter „rechtstreeksch lid" toevoegen: Afdeelingslid.
Art. 52, laten vervallen in den 2en en nen regel de woorden: Afdeelingsleden,
Afdeelings
Aanhangsel vervalt op 1 Januari 1900 (behalve Art. 4; dus voor de Buitenge
wone leden, voor zoover zij reeds op 12 Augustus 1894 bestonden, blijven de
artikelen van het aanhangsel nog van toepassing, ook na 1 Januari 1900), en daar
voor te lezen (zijnde alleen van toepassing op hen, die nog Afdeelingslid zijn):
Het Reglement van 31 Juli 1892 wordt op 1 Januari 1900 buiten werking gesteld.
Zij, die dan nog afdeelingslid zijn, betalen voortaan eene jaarlijksche contributie
van f 1,50, welke bijdrage door den Bondspenningmeester wordt geïnd. Bij alle
stemmingen brengen zij persoonlijk een halve stem uit.
Zij kunnen in geen geval optreden als gevolmachtigden van andere Bondsleden
Zij ontvangen het Tijdschrift rechtstreeks aan hun adres.
Zij kunnen alleen dan aan den grooten Bondswedstrijd deelnemen, wanneer zij
zich nog voor het loopende vereenigingsjaar tot Rechtstreeksch lid laten overschrijven.
(jgy De Afdeelingsleden kunnen wel deelnemen aan „kleine" wedstrijden en
probleemtornooien). DE BONDS-SECRE1ARIS.
Internationale Hoofdklasse-wedstrijd.
Rekening en Verantwoording.
Toegezegd: 93 bijdragen, tot een bedrag van ƒ 420,80
1 bijdrage niet ontvangen . . . • • » 5^
Ontvangen: 92 bijdragen f 41S>8°
Afgegeven 448 kwitantiën ten bedrage van één gulden;
hiervan ontvangen » 23^»
Totaal. . ƒ 653,80
227
Onkosten.
Schrijfloon 75 brieven, 448 kwitantiën; Incasso van 448 en later nog
van 15 kwitantiën, plus porto f 34,03
blijft . / 619,77
Afgedragen aan de Bondskas j00
Saldo in kas. . ƒ 119,77
Drukloon Congresboek _|_ ƒ 2QO
Te verzenden 330 Ex. 3. 4- 10 ets..' . . Ijl
* —" JJ)
f 233 —
In kas- • » 119,77
Te kort. . + f 113,23
Amsterdam, October 1899. H. D. B. MEIJER.
Nagezien en accoord bevonden door
W. H. M. DE VEER,
Gewezen Bondspenningmeester, Amsterdam.
Correspondentiewedstrijd.
Uitslag van den wedstrijd in Groep C.
1. Jhr. C. J. Strick van Linschoten, te Leiden: 1/3 tegen Beets, o tegen Albregts,
Vs tegen Keuning, o tegen Coomans de Ruiter. — Totaal: 1 punt.
2. I I . B e e t s , t e s-Gravenhagen i/2 tegen Str. van Linschoten, o tegen Albregts,
1/2 tegen Keuning, o tegen Coomans de Ruiter. — Totaal: 1 punt.
Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
N.B. Verzoeke beleefd, problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek
behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
No. 717. J. van Beveren, No 718. B. J. M Markx,
j... tijeiueu.
ie •i t.fi
— liP.idftn.
Correspondentie.
v. R., te 's Gr. — Met genoegen hebben wij uw plan vernomen, om voortaan weer geregeld de
oplossingen der in deze rubriek verschijnende problemen in te zenden. — In No. 703 faalt 1. Dd8
op 1...., Lc8 (2. Tg6, Le6 !)
v. B., te N. — Problemen in dank ontvangen. Ze worden zoo spoedig mogelijk onderzocht.
v. B., te L. — Zooals u ziet, hebben wij uw probleem een plaatsje ingeruimd, hoewel het — wat
u ook wel zult toegeven — niet aan hooge eischen voldoet. Gaarne houden wij ons voor meerdere
bijdragen aanbevolen.
C., te L. — Problemen in dank ontvangen. Nos. 5 (Kf8, Ke5) en 6 (Kbl, Ke5) zijn nevenop
losbaar, resp. door La7: en Ic8: Nos. 2 en 7 hebben wij nog niet volledig kunnen onderzoeken.
Uitslag van het 6de tornooi voor driezetten der „Otago Witness."
ie Prijs (F. A. L. Kuskop): a8, bi, ^ e8 en g6, j§_ a7 en e2,
5 c4; # e6, i. b3, | g5.
2<f Prijs (A. F. Mackenzie): # h3, Hf ci, i g5, ^ a3 en f6, J, h8,
6 a2, c6, e2, e4, f5, g4, hs; # d4, % bi, jt gi, i bs_
Eervolle vermelding (F. A. L. Kuskop): a6, "& g2, % C5 en e4, JL d8 ;
^ e5> i C7> d2, f6 en h6.
* *
*
De vorige maand is in de „Deutsche Schachzeitung" van de hand van Joh. Berger,
te Gratz, een opstel verschenen „Ueber Problemconstruction", welks inhoud toe
vallig in eigenaardig verband staat met een te zelfder tijd in de „Stratégie" gepu
bliceerd artikel van Dr. J. Tolosa y Carreras, te Barcelona. In den tegenwoordigen
tijd is op het gebied der probleemtheorie de „economie der middelen" het strijd
punt, en daarom mag het interessant heeten en heeft het zeer zeker zijn nut, eens
na te gaan, wat in betrekking tot de bedoelde kwestie wordt opgemerkt door deze
twee componisten, die niet alleen op het gebied der practijk hunne sporen hebben
verdiend, maar ook beiden door de uitgave van een handboek 1) hebben bijge
dragen tot de wetenschappelijke beoefening der probleemkunst.
„Verscheidene incidenten in de probleemtornooien van den laatsten tijd", zoo
vangt Berger zijn artikel aan, „doen de wenschelijkheid in 't oog springen, dat de
schaaktijdschriften zich eens ernstig met de vraag bezighouden, wat men zoowel
van componisten als van juryleden in probleemwedstrijden verlangen mag".
Hierop wordt al dadelijk het woord verleend aan Dr. A. Decker, te Chicago,
die aan de redactie der „Schachzeitung" een artikel heeft gezonden, welks inhoud
geheel overeenstemt met Berger's theoretische denkbeelden. Dr. Decker verwijt
Tolosa-Carreras, dat hij in zijn „Traité analytique'' in het hoofdstuk over „con
structie slechts een overzicht heeft gegeven van de verschillende typen, die in
1) .T. Berger, Das Schachproblem und dessen kunstgerechte Darstellung, Veit & Comp., Leipzig.
Di. J. lolosa y larreras, Traité analytique du problème d'échecs etc., Numa Preti, Parijs.
232
"8® ® ftS-
Binnenlandsch Nieuws.
AMSTERDAM. — In de „Amsterdamsche Schaakclub" is den 2den October 11.
de gebruikelijke winterwedstrijd begonnen met 8 deelnemers in de eerste en io
in de tweede klasse.
Buitenlandsch Nieuws.
KAAPSTAD. — Den 2osten Juli 11. had hier ter stede de achtste jaarlijksche
massakamp plaats tusschen 55 uit Europa en even zoovele uit de kolonie geboor
tige schaakspelers. De Europeanen wonnen met 53V2 tegen 36 Vs- In de Euro-
peesche „team" speelde als No. 26 mede ons Bondslid W. S. Blacker, die zijne
partij tegen B. Swemmer won.
2 35
MOSKOU. — Hier is den i4den September 1.1. een nationale wedstrijd begon
nen, waaraan deelnemen: Tschigorin en Seebach(St. Petersburg), Kulomsin (Kostroma),
Levitzki (Siberië), Bojarkoff, Senika en Falk (Moskou.)
Hauptturnier te Keulen, had langen tijd met Atkins en Olland de leiding. Zijne
partijen waren doorgaans zeer interessant van opzet. Hij was echter evenmin als
sommige andere deelnemers tegen de kolossale inspanning van het tornooi opge
wassen en hield zich op 't laatst heel wat minder goed. Bleijkmans behoort tot
die spelers, welke in een stelling niet altijd den sterksten zet treffen, maar ook
geen bepaalde fouten maken. Eenige goede partijen won hij door stevig, correct
spel; twee partijen kreeg hij cadeau: hij stond tegen Pelzer en Schwan glad op
verlies. A. E. van Foreest heeft zich als een kranig aanvalsspeler doen kennen;
met wat meer taaiheid en geluk, waardoor nu eenmaal ieder speler, wil hij
een belangrijk resultaat verkrijgen, een beetje begunstigd moet worden, zou hij
een hoogeren prijs hebben behaald. Nog in de laatste ronde verknoeide van
Foreest een brillant staande partij tegen Bleijkmans. Dimer heeft in dit tornooi
eenige goede partijen geleverd (tegen Swiderski, Pelzer, Trimborn), daarentegen
andere, tegen Olland en van Foreest, erg onzeker gespeeld, terwijl hij zich in
verscheidene zijner remise-partijen, tegen Moquette, Bleijkmans en Tresling, de
winst heeft laten ontsnappen. Van de niet-prijswinners hadden Partaj en Pelzer
een beter resultaat verdiend. — De leiding van het tornooi was uitstekend. Den
heer H. D. B. Meijer komt daarvoor de dank toe van alle deelnemers. Dat de
Hollandsche heeren zich veel moeite gaven, om hun gasten de schoonheden van
Amsterdam en de omgeving (Zaandam, Zeebad-Zand voort) te toonen, behoeven
wij eigenlijk nauwelijks te vermelden. Bewonderenswaardig is de organisatie van
den Nederlandschen Schaakbond, die over de 600 leden telt. Met beschaming
dachten de Duitsche deelnemers daarbij aan de treurige toestanden in den Duit-
schen Bond.
populair, door zijn lichtgeraaktheid en twisten, wordt algemeen als sterker erkend.
Tegen een der kampioenen heeft Blackburne echter steeds succes en dat is niet
meer of minder dan Pillsbury, volgens Showalter de sterkste speler der wereld,
hoewel hij Lasker beter wereldkampioen acht.
Lasker, hoewel kalm startend, won den eersten prijs met zegge 4$ punt boven
de volgende prijswinners. Niemand zal dat meer hinderen dan Dr. Tarrasch,
denk ik. Daar de meeste Hollandsche schakers Lasker ontmoet hebben, zwijg ik
verder over hem; alleen zij gemeld, dat hij niet zoo populair scheen als Pillsbury
en Janowski. Pillsbury is een gansch ander mensch; hij maakt in tegenstelling
met Lasker den indruk van zeer pedant te zijn. Hieromtrent ondervroeg ik
Marshall, die mijn vermoedens ten volle bevestigde. Bij de dames valt Pillsbury
zeer in den smaak, misschien wel omdat hij haar den dag vóór den aanvang van
het tornooi op een eigenaardige blindséance in haar eigen clublokaal vergastte en,
bovendien, daar hij Amerikaan en brilliant is, was hij favourite van beide seksen.'
Janowski, die vooral bij den aanvang favourite was, valt niet in mijn smaak.
Reeds in Keulen beviel hij mij niet en sedert is mijn opinie omtrent hem niet
veel, hoewel iets, verbeterd. Hij is een kwast, draagt steeds, telken dage afwisse
lende, zeer opzichtige costumes. Op menschen, die hem niet kennen, moet hij m. i.
den indruk van een parvenu maken, vooral daar hij al zeer weinig manieren in
acht neemt, o. a. nam hij zijn prijs, die hem op officieele wijze werd uitgereikt, met
zijn ééne hand in zijn zak in ontvangst. Steeds hebben de Engelschen, en niet
ten onrechte, een zeer grooten spuwbak naast hem geplaatst (evenals naast Mason
en slechts voor de sigareneindjes naast Pillsbury). Aan een der dinners werd
Janowski verzocht te speechen. Hij bedankte, voorgevend, dat hij niet genoeg
Engelsch kende (hij spreekt Engelsch, Russisch, Fransch en Duitsch !), doch toen
men bij hem aandrong, het dan in de taal te doen, welke hij het best kende,
onttrok hij zich verward ook hieraan. Zijn spel is brutaal, desniettemin zeer
brilliant. Hij schijnt weinig notitie van positiespel te nemen en toch heeft hij
veel succes. Hij is bruin van gelaat en zwart van haar en oogen, welke door
een pince-nez (natuurlijk goud) versierd worden. Hij drinkt veel kwast, steeds
met 3 of 4 rietjes in zijn glas, rookt nog meer (steeds cigaretten), doch spreekt
niet veel. Wanneer hij in gesprek heet te zijn, zit hij meer met een kalmen
glimlach op het gelaat dan dat hij wat zegt. Hij is zeer kalm. Waarschijnlijk
ligt deze indruk aan mij en verandert die nog meer ten goede bij meerdere ont
moetingen. Maroczy, die met Pillsbury en Janowski 2den, 3den en 4den prijs
deelde, maakte een zeer gunstigen indruk op mij. Hij is zeer lang en in veel
hoogeren graad mager, zoodat het geheel iets van een wandelend geraamte of
eemge bijeengebonden bewegelijke stokken gelijkt; toch schijnt hij mij niet ziekelijk
toe. Zijn oogen liggen zeer diep, zijn stem is nogal zwaar. Hongaarsch is zijn
spreektaal, doch hij kan zich uitstekend in het Duitsch verstaanbaar maken. Hij speelt
positiespel, doch is dikwijls brilliant. Voor zwart speelde hij meestal siciliaansch.
Hij heeft iets van de remises van Schlechter te pakken; o. a. zei hij van zijn 2de
partij tegen Steimtz : „ja, ik wilde niets wagen (hij kon een looper offeren tegen
3 pionnen), want remise wilde ik steeds hebben." Hij lijkt mij open en oprecht
2 38
toe. Ook Schlechter is een innemend mensch. Hij plaatst zich geenszins op den
voorgrond en was niet gevierd, is ongeveer 27 jaar oud, klein en mager. Zijn
geneigdheid tot remise valt bijna bij niemand in den smaak, doch zijn spel is
krachtig, meestal heeft hij de leiding er in en het is dan ook zeer moeilijk, hem te
verslaan, zelfs voor Lasker. Deze zei in den aanvang: „Cohn heeft een kunst
stuk volbracht, n.1. hij heeft Schlechter verslagen."
In dezen wedstrijd speelde hij echter meer op winst dan ooit te voren, geloof
ik; hij behoefde dan ook slechts 1 punt meer, om mede de tweede plaats te dee-
len; nu had hij den sden prijs. No. 6 was Blackburne, No. 7 Tschigorin, die
niet met zijn plaats tevreden was (natuurlijk!) In de laatste ronde scheen het
bijna zeker, dat hij Blackburne vóór zou komen. Hij schijnt nederig en goed,
doch is in ieder geval innemend. Zijn uiterlijk is krachtig en frisch; zijn blik
schijnt soms door de tafel te willen dringen. Spiritualiën maakten hem niet be
vreesd, in één slok verzwolg hij ze steeds; toch was hij nooit dronken, noch scheen
onder den invloed er van; alleen na een dinner van de City of London Chess
Club te Richmond was hij ongewoon vroolijk. Showalter won den Bsten prijs.
Hij is kolossaal forsch en zijn gelaat schijnt als gebeeldhouwd. Zijn omgang is
zeer aangenaam. No. 9 was Mason, de beroemde dronkaard. Ongetwijfeld is hij
van aanleg een groot genie; dit blijkt reeds, wanneer men bedenkt, dat hij zich
zelf geheel gevormd heeft. Zooals bekend is, begon hij in New-York zijn loop
baan als shoe-black of krantenjongen, en nu heet hij de beste Engelsche schaak
journalist. Alleen om den stijl hebben zijn boeken reeds groote waarde. Hoewel
hij gemanierd is, maakt het een onaangenamen indruk, dat hij steeds tabak pruimt.
Hoewel hij dikwijls onder den indruk van drank moet zijn gedurende enkele par
tijen, zoo kan men toch niets ervan aan hem zien. Hij zit steeds in dezelfde
houding en met dezelfde eenigszins angstige uitdrukking op zijn gelaat en meestal
met den hoed op voor zijn bord. Hij loopt niet in het oog en schijnt bescheiden.
In het begin had hij geen succes, later ging het beter. Hij was de laatste prijs-
winner. Direct achter hem waren Steinitz en Cohn met een half punt verschil.
De arme Steinitz zonder prijs; m. i. maakt hij in verband met hel interview in
het Tijdschrift van Juni een mal figuur. Toch trok hij, hoewel weinig succes
hebbend, in hooge mate de aandacht. De eerste ronde bracht Lasker en Steinitz
tegenover elkaar en een Engelsche teekenaar vereeuwigde deze samenkomst op
papier. Steinitz is, zooals ieder van ons weet, een aangenaam persoon. Eens
stoof hij woedend op tegen een geestelijke en iemand anders, die te dicht bij hem
praatten. Zonder twijfel is hij niet meer opgewassen tegen een Lasker of Pills-
bury, niet dat hij te spoedig vermoeid is, zooals hij beweerde; doch ik geloof
meer, dat hun helderheid de zijne thans overtreft. In de ïste ronde had Cohn
een waardig succes, doch hij schijnt niet tegen de kolossale vermoeienis van zulk
een tornooi opgewassen. Lee had een tamelijk succes voor een nieuweling. Hij
is zeer kalm en speelt een gesloten, sterk spel. Bird is te oud. Hoewel elke Brit
hem een beter succes gunde, wist men toch vooruit, dat hem geen hooger nummer
kon geworden. Tinsley neemt niet heel veel notitie van zijn verlies, misschien
doordat hij er aan gewend is geraakt; meer aandacht schenkt hij aan zijn cor-
*3 9
o. L cl — e3 L c5 — b6 23. D g3 — g2
6. P bl — c3 d7 — d6 Tot hiertoe heeft Wit met loffelijke ener-
7. D d 1 — e2 h7 — h6? gie zijn geduchten tegenstander aangetast.
Zwart speelt, te beginnen met dezen zet, Thans echter geeft hij Zwart gelegen
de opening eigenaardig zwak, waardoor het heid, een weinig op adem te komen. 23.
van Foreest gelukt, zeer spoedig een veel- h4 was de juiste voortzetting; b. v. 23. h4,
belovenden aanval te krijgen. Ie8 24. h5, rle7 25. h6, d5?26. e5, fe5 :
27. fe5 :, Pe5 : 28. Tg7 Tg7 : 2i>. hg7 :f,
8. 0 — 0 — 0 Dd8 —e7 Dg7: 30. Df2f en wint.
9. Ii2 — h3 P c6 — a5 ? 23 T a8 — e8
10. g2 — g4 c7 — c6 24. h3 — h4 T e8 — e7
11. d3 — d4 Pa5Xc4 25. T g4 — g6
12. D e2 X c4 L c8 — e6 Om ho mogelijk te maken, doch Zwart
13. D c4 — d3 Lb6 —c7 heeft nu tijd, om een tegenaanval op touw
14. g4 — g5 h6 X g5 te zetten, die W it spoedig geheel van de
wijs brengt.
15. P f3 X g5 e5 X d4
16. L e3 X d4 P f 6 — d7 25 b7 — b5 !
17. f2 —f4 f7—f6 26. a2 — a3
Hierdoor komt Wit den aanval tegemoet.
18. P g5 X e6 De7 X e6
Veel beter was 26. b3, doch het krachtigst
19. T dl — gl D e6 — f7 lijkt mij 26. h5; b. v. 26. h5, 1)4 27.
20. T gl — g4 T h8 — g8 Pe2, c5 28. h6, cd4: 29. Pd4:, met win-
21. T hl — gl a7 — a6 nenden aanval.
(32. .. De4 :? dan 33. De4 : en 34. Td7 :) Waarom niet 35. cb3: en Wit blijft
33. c3, Pb6 34. e5, Pa4 35. Tg4 enz., slechts één pion achter?
waarna de partijen vrij wel gelijk staan. 35 T e5 — e8
Stand der partij na den 31sten zet van Zwart.
36. D a8 — d5 b3 X e2f
37. Ivbl X c2 D f 4 — d6
38. h4 — h5 T e8 — e2
39. Kc2 —dl?
Hierdoor gaat weder een stuk verloren.
39. Kbl was natuurlijk de zet, hoewel ook
dan het spel niet meer te redden is.
39 T e2 X b2
40. D d5 X d6+ L c7 X d6
41. h5 — h6 T b2 — h2
42. h6 X e7+ Kf8 — f7
Opgegeven.
32 b4 — b3
Het is jammer, dat Wit het tweede ge
33. P e2 — c3 deelte der partij zoo zwak gespeeld heeft.
Iets beter was 33. Lc3.
Voor Zwart geldt juist het omgekeerde.
33 D c4 X f 4f
(Opmerkingen van Dr. A. G. Olland.)
34. Kcl — bl T e7 X e5
35. D g2 — a8f
No. 607. Gespeeld den 12den Augustus 1899.
9. D dl — e2 P f6 — e4 14. f2 — f3 P e4- X c3
Beter is 9. .. ., c5. 15. b2 X. c3 c7 — c5
10. L g5 — f4 a7 — a6 Te vroeg; eerst moest 1\6 geschieden.
bevrijding van het witte spel. Het is S t a n d d e r partij n a den 4 5 s t e n zet van Zwart.
E. 46. Kf5, Le7? 47. Ld2, Kc7 48. 55. Lf4, Kd3 : 56. Le5, Lel (bij afruil
Lg5, Kd7 49. Le7 Ke7 : 50. b4 ! en wint. op e5 wint Wit) 57. Lf4!, La3 (bij afruil
op f4 eveneens remise) 58. Kf6, Lb4 :
46 L h4 — e7
59. Kf7Lc3 (noodzakelijk, om Le5 te
47. La5 — d2 Kb7 —b6 voorkomen) 60. g6, a5 61. Lg5! (niet
48. b2 — b4 g7, want dan neemt Zwart, en wint door
n4, gevolgd door 1)3, was sterker. zijn 2 pionnen), a4 62. Lf6, Lf6 : 63.
Kf6:, a3 64. g7, a2 enz., remise.
48 Kb6 — b5
53 Ka3 — b3
49. K e5 X d4 L e7 — f6f
50. Kd4—e4 Lf6—b2 54. L d2 — el L b2 — g7
55. L el — d2?
51. Ke4 — f5
Zelfs nü nog was de partij remise, nl.
Met 51. d4 zou Wit als volgt verliezen :
met 55. Kf5, Kc2 56. Lg3, Lf8 57. Kf6,
51. (d4), La3 : 53. Kf5, Lb4: 53. Lb4
Lb4 : 58. Kf7, Lc3 59. g6, a5 60. Lh4,
Kb4: 54. Kf6, a5 55. Kf7 a4 56. g5,
a4 61. Lf6, enz.
a3 57. g6, a2 58. g7, al D 59. g8D, Da2|
Na den tekstzet is de partij verloren.
60. Kf8, l)g8: 61. Kg8 Kc4 enz.
55 L g7 — f8 !
51 K b5 — a4
56. Ke4 — f5 Lf8 — e7
52. g-4 — g5
Wit kon door Lg5 remise maken, bijv. 52. 57. Ld2 —el Kb3 —c2
Lg5, Ka3: 53. Lf6, Lf6 : 54. Kf'6 :, Kb4 : 58. L el — g3 K c2 X d3
55. Kf7:, a5 56. g5, a4 57. g6, a3 enz. 59. L g3 — e5 K d3 — c4
Of: 52. Lg5, La3 : 53. Kf6, Lb4: 54.
60. L e5 — f6
Kf7Kb3 55. Lf6, Ld2 56. g5, Lg5 :
Te laat!
57. Lg5:, Kc3 remise.
Of: 52. Lg5, Ka3 53. Lf6, Lel 54. 60 Le7 X b4
Le7, Ld2 ? 55. Kf6, Lb4 : 56. Kf7, Le7 : 61. Lf6 — d8
57. Ke7 Kb2 58. g5, a5 59. g6, a4 60. Op Le5 wint Ld2.
g7, a3 61. g8D,a2 62. Kd6, alD 63. Dg7f, 61 L b4 — c3
Ka2 64. Dal:, Kal: 65. Ke6en wint. 62. Ld8 — f6 1K
52 Ka4 X a3 Wit geeft op, want Zwart wint, nadat
53. K f5 — e4 beide partijen eene Dame hebben gehaald,
Wit had het remise nog steeds in de door het schaak op a2.
hand, bv. 53. Lel, Kb3 54. Ld2, Kc2 (Opmerkingen van .1. W. TE KOLSTÉ.)
No. 609. Gespeeld den 9den Augustus 1899.
Wit: D. Bleijkmans. Zwart: R. Swiderski.
dé-Opening-,
1. d2 — d4 d7 — d5 5. c2 — c3 L f8 — d6
2. e2 — e3 c7 — c5 6. L f l — d 3 D d8 — b6
3. f2 —f4 Pb8 —c6 j 7. 0—0 P g8 — f6
4. P g l — f3 e7 — e6 | 8. P f3 — e5 0—0
247
14. Dd5 X e4 b7 — b6
15. P bl — d2 L c 8 — b7
16. D e4 — f5?
Hier had Dc2 moeten geschieden; thans
krijgt Zwart het betere spel.
16 Ta8 —d8
17. P c 4 — a 3 Td8 — d7
18. P d2 — f3 T f8 — d8
19. b2 — b3 Td7 —d3
20. P a3 — b5
20. Pd4 deugt niet, wegens 20
Pd4 : 2], cd4Dcö! 22. Tgl, Tdlü
20 D c7 — d7 39. P c7 — a8?
Niet goed. Veel beter ware 39. a3,
21. D f5 X d7 Td8 X d 7
Pc2f 40. Kf2, Pa3: 41. Pa6Lc2 42.
22. L cl — d2 Pc7 enz., niet zeer vele remise-kansen
Iets beter is Lb2, hoewel Zwart dan 22...., voor Wit.
Te3: speelt en verreweg het beste spel heeft. 39 b6 — b5
22 T d3 x d2 40. c4 x b5 a6 x b5
23. P f3 x d2 T d7 x d2
41. P a8 —c7 P b4 —c2f
24. T fl — dl Td2 x dlf 42. K e3 — f2 P c2 — a3 !
25. r al x dl L b7 — c8 43. P c7 — d5 c5 — c4
26. h2 — h3 f7 —f5 44. P d5 X e7 Kf7 X e7
27. c3 — c4 K g8 — f8 45. T d2 — e2f K e7 — d6
28. Iv hl — h2 g7 — g6 46. b3 x c4 b5 x c4
29. K h2 — g3 L c8 — e6 47. Kf2 —el c4 — c3
30. K g 3 — f3 K f8 — g 7 48. T e2 — e8 c3 — c2
31. g2 — g4 Kg7 — f6
49. K el — d2 P a3 — blf
32. e3 — e4 f5 x e4f 50. K d2 — cl P bl — c3
33. K f3 x e4 h7 — h5 Opgegeven.
34. g4 — g5f K f 6 — g7 (Opmerkingen van D. BLETJKMANS.)
248
4. P gl — e2? 0 — 0?
Nu had Zwart 1'e t: moeten spelen.
5. d2 — d3 <17 — d5
6. e4 x d5 P f6 x d5
7. 0—0 L b4 x c3
Beter is dadelijk Le6.
8. b2 x c3
(Beter was 8. Ld5 : Op 8. . . ., Lb2 :
volgt dan 9. Lt'7 :f — Deutsche Schztnff.)
8 L c8 — e6
9. L C4 x d5
(Deze afruil, die den zwarten Looper
op een sterke diagonaal brengt, was noo- 22 T f8 — e8
dig, om de vrije beweging' Aan bet Paard
Op 22. . . Lg2 :| 23. Tg2 Pf5 : (met
mogelijk te maken. — D. S.)
welke voortzetting Zwart, volgens de Deut
9 L e6 x d5 sche Schztnff., bij veilige stelling een pion
10. c3 — c4 L d5 — c6 wint, terwijl een aanval langs de g-lijn
11. f2—f4 Pb8 —d7 niet te vreezen is) volgt 24. De4, Ph6
25. c5, Dc6 (Dblf, dan 26. Tgl, Üe2:
12. L cl — b2 D d8 — b4 27. Dc4t, Tf7 28. Tg7 :f) 26. De6:, bc6 :
13. f4 x e5 D h4 — g5 27. La5, Tf7 28. c3, Pfö 29. Tb2,enWit
14. P e2 — g3 P d7 x e5 wint minstens één pion op den Dame
15. T fl - f5 vleugel.
(Wit moest het gevaarlijke Paard liever 23. D el — fl P h4 x f5
nemen, en dan Dd2 spelen. — D. S.) 24. T f2 x f5 D b6 — e3
15 D g5 — e3 f 25. T f5 — f2 T e8 — e6
16. Kgl — hl f7 —f6 26. L c3 — d2 D e3 — c5
17. D dl — fl P e5 — 26 27. T f2 — e2 T e6 x e2
18. T al — el D e3 — b6 28. D fl x e2 D c5 — e5
19. L b2 — c3 p g6 — h4 29. D e2 x e5 f6 x e5
20. T f5 — f2 T a8 — e8 Remise.
21. P g3 — f5 (Opmerkingen van Mr. I. D. TRESLING.)
7e Jaargang. N°. 11. November 1899.
NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESIUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RIIIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter;
E. WIELING, Groningen, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37,
Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: H. J. DEN" HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; J. F!,S. ESSER, J.F. HEEMS
KERK, J. W. TE KOLSTÉ, Dr. A. ö. OI.LAND, C. TINIIOLT.
Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van iedere maand gratis aan de Kondsleden wordt
toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar a IS cents en een geheele jaargang a f 1.50, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt menflSO contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Mej. Ch. Ph. Joh. Koekebakker, Groningen; A. Bahnerth, J. A. Fruin, J. G. A.
de Vletter en M. G. Freudberg, Rotterdam. (Clubleden: N. R. S.).
W. B. Barbe, Rotterdam; F. W. H. van Straaten, Arnhem; H. Annema, Leeuwar
den; A. J. Herckenrath, Voorburg bij den Haag.
Tot rechtstreeksch lid overgeschreven:
J. J. Kleinhoonte, Arnhem; E. Wieling, Groningen.
Schaakspellen.
De in het Juni-nummer aangeboden schaakspellen zijn uitverkocht. Voor de
leden zijn nog wel verkrijgbaar:
Schaakstempels £t f i.—; Diagrammen k f 0.50 per 100 stuks; „Het Schaak
probleem, Theorie en Practijk", door H. J. DEN HERTOG, a f 0.90;
Jaargangen 1893, 1896, 1897, 1898 è / 1.50 per jaargang;
1895 (zeer belangrijk) „ „ 1,13 „
„ 1894 niet meer voorradig.
Bandjes
voor den jaargang 1899 zullen gelijktijdig met het December-nummer verzonden
worden aan allen, die verleden jaar ook een bandje bestelden. Verdere bestel
lingen, ook op bandjes voor vroegere jaargangen, worden vóór 1 December inge
wacht. De prijs is f 0.45, franco toegezonden, of f 0,40, bij mij afgehaald.
N B. Bovenstaande artikelen worden aangeboden niet door mij, maar door den
Bond, ten gerieve van de leden, ofschoon ik wel zorg, dat de Bond er geen schade
bij heeft. Deze kleine opheldering is niet overbodig, daar ik vermoed, dat som
mige leden van eene andere meening zijn. DE BONDSSECRETARIS.
13
2J0
HET BESTUUR.
N.B. Niet-Bondsleden kunnen aan dezen wedstrijd deelnemen, mits zij zich
voor 1900 als lid laten inschrijven.
* *
Van Amsterdam, Arnhem, den Haag, leiden en Rotterdam uit kunnen de leden
Utrecht bereiken, juist op tijd om aan den wedstrijd te kunnen deelnemen, terwijl
er voor zal worden gezorgd, dat de wedstrijd tijdig zal zijn afgeloopen, opdat de
< eelnemers nog in de verschillende richtingen zullen kunnen vertrekken Een
groote deelname wordt derhalve bepaald verwacht.
252
Problemen.
Correspondentie.
Dr. N. M.. in Fr. — Besten Dank fiir Ihre willkonimene Sendung, welehe, wie Sie sehen, zum
Theil sciion Verwendung gefunden hat. — Freundliche Grüsse!
J. v. B., te L. — Tot ons leedwezen kunnen wij uwe laatste problemen niet opnemen. No. 1 is
te eenvoudig, de le zet is leelijk ; No. 2 herinnert sterk aan bekende voorbeelden en No. 3 is niet
economisch bewerkt. — Met belangstelling zien wij nieuwe bijdragen van u tegemoet.
Uit de probleemwereld.
Het doet ons genoegen, onzen lezers te kunnen mededeelen, dat Dr. N. Mann-
heimer, te Frankenthal (Pfalz), die niet alleen op het gebied der practische partij
maar ook op dat der probleemcompositie eene aanzienlijke hoogte heeft bereikt,
zich bereid heeft verklaard, aan onze probleemrubriek mede te werken. In deze
aflevering hebben we reeds een paar zijner compositien kunnen opnemen.
* *
*
In zijn artikel over de economie in de matstelling („Stratégie' , Sept. 1899)
begint Dr. J. Tolosa y Carreras met te constateeren, dat de hedendaagsche pro
bleemcompositie conventioneele kunst is. Het probleem beweegt zich op gansch
andere banen dan de partij. Wel eischt men, dat de mogelijkheid van het ontstaan
eener probleempositie uit de practische partij te bewijzen zij, doch men heeft er
niet het minste bezwaar tegen, dat het probleem zich gewoonlijk vertoont in eene
stelling, die zóó onwaarschijnlijk is, dat men ze, uit een practisch oogpunt bezien,
zeker wel „onmogelijk" zou mogen noemen. Een en ander wordt door den schrij
ver met een paar voorbeelden toegelicht.
2 55
Het komt hem het meest rationeel voor, het probleem geheel van de partij los
ce maken, en het te beschouwen als „eene conventioneele en ideale positie, geba
seerd evenwel op den geest der schaakregelen en gecomponeerd ad hoe, voïgens
speciale wetten, vervat in de probleemtheorie".
Na dit denkbeeld nader uitgewerkt te hebben, omschrijft Carreras als volgt het
doel, dat de probleemcomponist zich steeds voor oogen heeft te stellen: „Het idee
dat aan de oplossing ten grondslag ligt, op origineele, vernuftige en correcte manier
te verbergen en te verfraaien, opdat hij, die de oplossing zoekt, in de aesthetische
bevrediging van het resultaat de belooning vinde voor zijne ijverige nasporingen".
„Daar de positie der stukken op het oogenblik van het mat", vervolgt schr., „een
der gewichtigste factoren der oplossing is, achten wij het logisch zeer juist, dat de
componist zich beijvert, deze positie rein en tevens economisch, in één woord
elegant te maken, opdat de indruk van het geheel op den oplosser zoo aangenaam
mogelijk zij.
Terwijl het beginsel der matreinheici alom wordt gehuldigd, heeft het moderne
voorschrift der economische bewerking nog niet algemeen ingang gevonden."
Schr. geeft nu eene definitie van de economische matstelling en bespreekt in
verband daarmede het „mirror"-mat, dat vooral in Engeland zooveel bewon
deraars vindt.
Onder „mirror -mat verstaat men eene economisch-reine matstelling, waarin
de acht velden rondom den zwarten Koning onbezet zijn. fZie diagram A en het
driezettig probleem B van A. F. Mackenzie, waarin de variant i. Pd3, Kdq
2. De6 :f met een „mirror"-mat sluit.)
I g2, J. gi en hi, 4
f2, g4-
(Oplossing: 1. Td7, g3 2. Lh7 enz. 1. . . ., Tg3 2. hg4 :f enz. 1. . .., Kg3 2.
Db8| enz.)
De bedoeling is, in twee zetten de werking op te heffen der vier witte stukken,
die na 1. . .., g4—g3 pion I13 verdedigen, welke pion op den 2en zet van de
hoofdvariant door den zwarten Koning zal moeten worden genomen. Het ligt
voor de hand, dat de aard van dit idee de economische bewerking der matstelling
onmogelijk maakt."
In twee gevallen acht schr. den eisch van economie bij het mat gerechtvaardigd :
i°. Wanneer het probleem-idee gebaseerd is op eene bepaalde matstelling, ver
kregen met een zeker aantal stukken, door den auteur vooraf gekozen.
VOORBEELD: Driezet van J. Kotrc. W at, ^ g3, H f2, f8, y a4, bs,
S fe, g», 84; # ds, ê h4, -i f4, 1a2 en f6) | b5, c6, d7) e7, h6.
(Oplossing: i. Pa4) Ld4 2. Dc5f enz. i Dg4 : 2. Pf6 :f enz. i . . . Dg3
of -h3 2. Ddöf enz. i. . . ., Ke4 : 2. De3t enz. r. . . ., c5 2. Pc3t enz. t... . ba4:
2. Pc7+ enz r. . . ., Pg2 : 2. Dd3+ enz. _ pe6 Qf 2 g t
# 87, ^ hi, I c3> ê dS, A 06, & a4, C2, c4; $ d4) é a5> X a7
en e2, | b6, d2, f7, g5. (Sleutelzet: Tf3.)
Schr. meent, dat het economisch-reine mat c2—c3 na 1 . Pc4 • 2 Td*+
Ld3: den handigen oplosser veel te gauw op den goeden weg zal' brengen'
Zal de economische bewerking de moeilijkheid der oplossing niet belangrijk ver-
tT houden ^ COmP°niSt VOlg6nS Carreras een drietal regelen in het oog
Aan het slot van zijn artikel verklaart schr. met nadruk, dat, hoewel hij econo-
toch niet6? g Ste,Hvg beSCh°UWt 315 66,1 be,angHjk ^oonheids-element hij ze
toch niet kan aanmerken als de voornaamste der kwaliteiten, die een probleem
-®* i H £ ®s-
13*
258
Binnenlandsch Nieuws.
Ridderhof (II).
* *
*
Den isten November 11. begon de winterwedstrijd. De Hoofdklasse telt 3, de
eerste 6, de tweede 11 en de derde klasse 6 deelnemers.
's GRAVENHAGE. — Stand der match te K o l s t é -Mann : te K. 6 , M. 2 , remise 1.
Waarschijnlijk zal weldra een match van Foreest—te Kolsté worden georga
niseerd.
LEIDEN. — Gedurende de zomermaanden werd hier zeer weinig geschaakt.
In het „Leidsch Schaakgenootschap" werd het seizoen geopend door Loman's
blindséance, waarvan de uitslag reeds werd medegedeeld. Eenige weken daarna
werd door Jhr. A. E. van Foreest op uitnoodiging van „Morphy" eene simultaan-
259
voorstelling gegeven van circa 30 partijen, waarvan hij slechts enkele verloor of
remise maakte. Al was zijn succes niet zoo overweldigend als eenige jaren
geleden hier ter plaatse — de Leidenaars zijn intusschen belangrijk sterker gewor-
c'en' ~ t°ch heeft de heer van Foreest andermaal blijk gegeven van buitengewone
-si ^ ^ ®s-
Buitenlandsch Nieuws.
4 e P r i j s ( 1 5 0 r o e b e l ) : S . L e b e d e w , S t . P e t e r s b u r g , m e t 6V2 p u n t .
56 " (IO° » ): B- Jankowitsch, Rostow a/d Don, met 6 punten.
2 3 d 6 2 5' b a
4 : b 3 ? ' ) .
T p 4 2 P g 6 T s e 8
°°k " d6 7" d4' bS 8- de5=, de5: 9 . Dd8 :f, Pd8 : 1 0 . Lb3 Pd7
t i . a4 staat Wit beter. J 7
o 'pd?" p' " " ^ p°" V°ïen 8' b4 (8"' ' •' Tb8 9" abS ab5 ' 'O. De2 enz.)
•$»>- <« dreiS ' "»> "• » , met
3 °) Sterker is : 8.
ii T- »*
De2 (8. LdS, Lb7 9.
*•-«- * iwv
Lc6 :, dcö : ! 1 0 . Pe5 :, P e 4 • „ Ped
'x
.
d) In aanmerking kwam: 9 . PdS, Pa5 IO, Pe7 :f, De7 : 11. Pei enz. met min
stens gelijk spel. Bij de tekstvoortzetting krijgt Zwart het betere spel
') Zwart staat nu zeer goed.
2Ó2
1. f2 — f4 d 7 —d5 I !»• — a f
Deze zet, die den z.g. //iatonewall doet
2. e2 — e3 e' e 3 ontstaan, is minstens even goed als het
3. P g l — f 3 c7 — CÖ I Fianchetto (b3 en Lb2).
2 63
4 P b8 — c6 27. T f5 — f2
5. c2 — c3 L c8 — d7 Beter was waarschijnlijk 27. Tf'7.
Speelde Zwart nu reeds c4, dnn zou 27 £) d7 — e8
volgen 6. 1)3 enz. Daar Zwart dus de
28. e3 — e4 D e8 —- g 6
ontwikkeling van den witten Konings-
looper naar d3 toch niet verhinderen kan,
29. 1) e2 — el
moest ook hij liever de stukken op den liet mat op gl moet gedekt worden.
Koningsvleugel in het spel brengen. 29 T g4 — g2
6. L fl — d3 c5 — c4 30. e4 X d5 D g6 — g 4
7. L d3 — c2 f7 — f5 Op 30. . . ., Dc2 : zou volgen 31 L<>-5
1 f2: 32. ït'2: enz.
8. 0—0 b7 — b5
Zwart's officieren blijven te lang onont
31. L c2 — e 4 T g 2 X f2
wikkeld. 32. d5 X e6f Kb7 — b8
9. P f3 — e5 Pg8 — f6 33. Tfl X f2 h4 —- h3
10. Pbl — d2 a7 — aö 34. d4 — d5 L e7 — h4
U. P e5 X d7 P f6 X d7 35. L e4 — f3
Slecht ware 35. Lf5, wegens Lf2: 36.
12. Pd2 —f3 P d7 — b6 Df2Ddlf.
13. P f3 — e5 P c6 X e5 35 D g4 — d4
14. f4 X e5 Dd8 — d7 36. L d2 — e3 L h4 X f2
15. g2 — g4 g7 — g6 Op 36 Deó: volgt 37. Del.
16. L cl — d2 h7 hö 37. L e3 X f2 D d4 — b2
17. g4 X f5 g6 X fö 38. d5 — d6
38. Lb6 :?, dan a3 !
18. Kgl — hl 0—0—0
19. b2 —b3 38 a4 — a3
Zwart's pionnenstelling vertoont ver 39. Del —e4 D b2 — elf
scheidene zwakke punten. De zet in den 40. Lf2—el Pb6 —d5
tekst doet een druk op het zwarte spel 41. e6 — e7 a3 — a2
ontstaan. Het Paard b.v. wordt op b6 Op Dgö volgt 42. Ddl benevens Ldö :
vastgehouden.
42. d6 — d7 K b8 — c7
h5 — h4 Op 42...., alD zon volgen: 43. d8Df,
20. Ddl— e 2 Kc.8 —b7 TdS: 44. ed8 :Df, Ka7 45. Dc7f en wint'
23. T fl — f3 D h4 — h5 25. . . . T f8 — f6
l)e zwarte Dame speelt in deze partij
Zelfs dit helpt niet tegen het mat.
een zeer treurige rol, daar zij niets anders
doet dan tempo's verknoeien. De tekstzet 26. e5 X f6 g7 X f6
was echter noodzakelijk. (Zie diagram.) 27. D el — h4 Opgegeven.
24. T f3 — h3 D h5 — e8 //Het is niet voldoende, een goed speler
'25. D dl — el te zijn, men moet ook goed spelen."
De genadeslag, waarna Zwart had kun (Opmerkingen van Dr. A. G. OLLAND.)
nen opgeven.
Onregelmatige Opening;.
1. P bl — c3 d7 — d5 16. 0— 0 Lf8 — d6
2. e2 — e4 ? dö — d4 ! 17. P g3 — e2 P g8 — e7
De kracht van dezen zet kan men de 18. c2 — c3 0—0—0
geheele partij door gevoelen. Zelfs het tijd
19. h2 ~ h3 ?
verlies, dat Zwart zich door zijn volgenden
De noodzakelijkheid, om aldus de be
zwakken Looperzet bezorgt, verschaft Wit
dreigde rochadestelling ook nog te gaan
geen gelegenheid, zich van den druk, dien
deze pion op zijn spel uitoefent, te bevrijden. verzwakken, zien we niet in.
3. P c3 — e2 L c8 — g4 ? 19. . . . D g4 — d7
Deze Looper komt spoedig in moeilijk 20. c3 X d4 c5 X d4
heden. Natuurlijker en beter was e5, ge 21. T al — cl L d6 — c7
volgd door c5, Le6 enz.
22. 1) dl — a4
4. d2 — d3 c7 — c5
Zeer terecht zoekt Wit thans zijne be
5. f2 — f3 L g4 — h5 vrijding in een tegenaanval. Den nade
6. P e2 — g3 L h5 — g6 renden aanval van Zwart toch kan hij,
7. f3 _ f4 f7 f6 vooral na het verderfelijke h<5, onmogelijk
het hoofd bieden.
8. f4 — f5 L g6 — f7
9. L fl — e2 P b8 — c6 22. . . . g6 — g5
10. L cl — f4 e7 — e5 23. b2 — b4
Op Tc4 volgt g4!, ten voordeele van
11. f5 X e6 e.p. L f7 X e6 Zwart.
12. Le2—g4 Dd8 —«17 23. . . . K c8 — b8
13. L g4 X e6 D d7 X e6 24. D a4 — b3?
14. P gl — f3 D e6 — g4 ! Hierdoor wint Zwart tijd. Beter was
15. L f4 — d2 g7 — g6 onmiddellijk ba, Pe5 25. Pfd-t : enz.,
Om, alvorens Ld6 te spelen, zich tegen ofschoon ook dan de aanval van Zwart de
Pf5 te wapenen. voorkeur blijft verdienen.
267
grondslag van Wit's ondergang, want het het terugtrekken der Loopers en het over
doel (positie-voordeel te behalen op den brengen van den Dame-Toren via c3 naar
Damevleugel) wordt wel bereikt, maar aan den Koningsvleugel) kost te veel tijd. (F.)
Zwart wordt dan gelegenheid gegeven, een 14. . . . g7 — g6
zeer sterken aanval op den Koningsvleugel
te ondernemen. (Zie T. v. d. N. S. B.,
15. T cl — c3
5e jaargang, blz. 42, partij n°. 391.) Be Iets beter ware hier wellicht b4. ( T . )
wijze, waarop Zwart van zijn voordeel ge Deze zet is ook zwak; f4 ware beter
geweest. B.v. 15. f4, ef4 : 16. Tf4 :, Pde5
bruik maakt, is zeer mooi. (T.)
Daar nu toch reeds een der zwarte Loo- 17. Ld4 enz. (if. P.)
pers vau 't bord af is, vond Wit hier een 15. . . . P d7 — c5
voldoende voortzetting in 9. Lcöwaarna 16. L d3 — c2
Zwart een zwakke pionnenstelling op den
Beter: 16. Lc5:, de5: 17. f4. (F.)
Damevleugel houdt. (M. P.)
9. . . . P c6 —d8 16. ... f6 — f5
10. L b5 — d3 17. f2—f3
Daar Wit hierdoor zijn Dame-Toren op
Om f7—f5 te beletten. (M . P.)
sluit, krijgt Zwart nu het betere spel. (F.)
10. . . . Kg8 —h8 Hier had Wit niets beters dan 17. Lc5 :,
De Toren moet op g8, oui met den dc5 : 18. ef5 :, gf5 : (of Lfö : 19. Lfö :)
g-pion door te breken. (T.) 19. Tg3. (M. P.)
11. P f3 — el 17. . . . f5—f4
Daar Wit niet best met f2—f4 vervol
gen kan, schijnt de zet in den tekst min
18. Le3 —f2 g6 — g5
d e r juist. ( M . P.) 19. ig2 — g4 ! P c5 — d7
11. . . . f7 —f6 S t a n d d e r partij n a den ! 9 e n z e t van Zwart.
12. c2 - c4
Om ruimte te maken voor Ld3, die door
I J c 5 d r e i g d e t e w o r d e n aangevallen. (F.)
Speelt Wit nu 12. f4, dan volgt ef4:
13. Lf4:, Pe5, en Zwart heeft het beste
s p e l . ( M . P.)
In aanmerking kwam g3, gevolgd door
f4. (T.)
12. . . . P d8 — f7
13. L cl — e3 T f8 — g8
14. T al — cl
Op f"2—f4 zou volgen et'4:, benevens
F (d of f) — e5. Dit is waarschijnlijk de 20. T c3 — a3
reden, waarom Wit den f-pion niet vooruit- Tot hiertoe heeft Wit na zijn 7en zet
gebracht heeft. Maar de door Tel inge goed gespeeld. Nu ware Del de zet, ge
leide manoeuvre (vermoedelijk bestaande in volgd door Ldl en c5. Het is dan de
269
Dit kan niet daaraan liggen, dat geen der hedendaagsche spelers positiespel
speelt. Onze van Lennep zei mij eens: „zoolang ik in de opening of ook in het
„middenspel geen aanvalskans voor mij zeiven zie en geen aanvalsgevaar zie drei-
„gen. zie ik alleen maar, of al mijne stukken elkander dekken en toch voldoende
„bewegingsvrijheid hebben en of de voornaamste velden mijnerzijds voldoende
„bestreken zijn."
Dit is het zuivere beginsel van positiespel; maar meestal waren van Lennep's zoo
uitstekende annotaties steeds weer zuiver analytisch. De moeilijkheid van annotaties,
die in den geest van het positiespel indringen, ligt dan ook heel ergens anders.
Het beredeneeren van positiespel eischt meestal een groote omhaal van woorden ;
tot nu toe ontbreken de noodige technische termen. Eene poging, om die te
scheppen, is gewaagd door Gutmayer in zijn „Der Weg zur Meisterschaft," Leipzig,
1898. Maar, daargelaten dat men voor de studie van dat werk zeer veel tijd
behoeft, om dit werk recht te vatten moet men doordringen in zeer karakteristiek
Duitsche woordvorming (als: Hemmung, Verstellungshemmung, Schlaghemmung,
Wegebefreiung, Selbstbefreiung, Umdrohungsprozess, Fesselprozess, Bindeprozess,
Verstellungsprozess, Zeitprozess, enz.) die in andere talen een geheele reeks van
omschrijvingen vereischt.
Intusschen komt het mij nu wel aardig voor, onderstaande partij te geven met
Gunsberg's opmerkingen, die in sobere taal tegemoet komen aan het gemis van
technische termen.
Daarbij neme men wel in acht, dat zeker het beginsel der annoteering interessant
is, maar dat de opmerkingen zelve hoogst subjectief zijn, zoodat ik die geheel voor
rekening van Gunsberg laat; inzonderheid de noot bij den vierden zet van Wit.
No. 617. Partij, waarvoor de prijs is toegekend voor „de beste en schitterendste partij"
van den laatsten massakamp tusschen Oost- en West-Schotland.
Boekaankondiging.
Correspondentie.
Ave, te R. — De Spaansche partij tusschen E. en B. is van weerszijden niet sterk genoeg
gespeeld, om voor publicatie in aanmerking te kunnen komen. De 10e zet van Wit b.v. past in
deze opening in 't geheel niet. De combinatie, ingeleid door den 28sten zet van Wit, is niet onaardig,
doch ligt zeer voor de hand.
A. Y., te L. — De beide ons door u toegezonden partijen zijn door u goed, door uwe partners
echter zeer slecht gespeeld. Dit laatste maakt publicatie der partijen in haar geheel onmogelijk. De eind-
stellingen kunnen ook niet worden geplaatst, daar het offer in de Fransche partij overbekend mag
heeten, en het slot der Spaansche partij ontsierd wordt door het verzuimde, in noot h door u zei
aangegeven mat in twee zetten.
Dr. C. T., in Coln. — Die Partie wird geprüft werden. Besten Dank und frdl. G-riisse!
Zooeven verschenen:
de door den Bondssecretaris samengestelde Verzameling van al de in den Inter-
nationalen Hoofdklassewedstrijd gespeelde partijen.
Elke partij is door den leider der witte stukken van opmerkingen voorzien.
Het werk telt 106 pagina's, met vele diagrammen.
Prijs: f 3.—, voor Bondsleden f 2.
(Bestellingen te adresseeren aan: H. D. B. Meijer, Geldersche kade 37.
Amsterdam.)
7e Jaargang. N°. 12. December 1899.
Van dit lilad, dat omstreeks den -20sten van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zün extra-nummers verkrijgbaar ü 13 cents en een geheele jaargang ii f 1.30, eveneens slechts
voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men fiM contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
Bondszaken.
Nieuwe Leden.
Ph. C. Heeneman, 's Gravenhage. Pape, Amersfoort.
F. J. L. Wortman, „ Het „Rotterdamsch Schaakgenoot-
Mej. S. M. Splinter, Leiden. schap", Rotterdam. (Zie blz. 274.)
G. van Nieuwkuijk, Alkmaar.
Ingevolge Art. 8 van het Reglement wordt voor het jaar 1900 geen opzegging
van het lidmaatschap meer aangenomen.
Bandjes voor den jaargang 1899, alsook, voor zoover besteld, die van vorige
jaargangen, zijn gelijk met deze aflevering verzonden.
Attentie!
£W* Mocht het adres, zooals het vermeld staat op het couvert van deze
aflevering, niet juist zijn, dan wordt men beleefd verzocht, het juiste adres
ten spoedigste aan mij op te geven.
Correspondentie.
Den Heer P. F. G. te A. deel ik mede, dat de door mij in November toegezonden briefkaart uit
sluitend ten doel had, 0111 ingevuld of niet ingevuld aan mij te worden teruggezonden, niet om te
worden gebruikt tot opzegging van het lidmaatschap. Om dat te doen, koopt men zelf een briefkaart.
Van het bedanken van genoemden heer neem ik dan ook geen nota en blijf hem als lid van den
Bond beschouwen.
, °ok lle meded^ling van den Heer de R., te H.: „Verzoekt beleefd, kosten van dit soort kaarten
te besparen" is onhebbelijk.
Dat mijn ingrijpend optreden een enkel lid opschrikt, kan ik mij begrijpen, maar wanneer ik iets
op touw zet, tot bevordering van het schaakleven in Nederland, waartoe ik meen in mijn kwaliteit
van Bondssecretaris verplicht te zijn en men wenscht mijn plan of voorstel niet te stennen, dan
•ome men daar ruiterlijk mee voor den dag, vooral wanneer op gemakkelijke en kostclooze wijze
.laartoe gelegenheid gegeven wordt, maar bet gaat niet aan, mijn werkzaamheid voor den Bond met
onhebbelijkheden als de bovenbedoelde te beantwoorden.
MEIJER.
Het doel van mijn schrijven is, met een enkel woord de leden van den Ned.
Schaakb. op te wekken, toch met al hun kracht het waarlijk voortreffelijk plan
276
van den heer Meijer te steunen, nl. om door vaste jaarlijksche bijdragen het Bonds-
bestuur in staat te stellen, om de twee jaar een internationalen hoofdklasse-wedstrijd
tot stand te brengen.
Reeds dezen zomer bespraken wij te Amsterdam dit plan met elkander, en, on
getwijfeld aangemoedigd door de beloften van milde bijdragen, die sommige leden
terstond deden, heeft onze secretaris, onvermoeid, waar het geldt, de belangen van
het schaakspel te behartigen, besloten, een beroep te doen op alle leden van den
Bond. Van harte hoop ik, dat zijn pogen moge slagen. Maar dan moeten wij
allen ook beseffen, dat wij moeten medewerken en Meijer's plan tot het onze maken.
Vele schakers, ja zelfs leden van den Bond, schijnen er te zijn, die niet gevoelen,
dat het voorrecht, hetwelk zij genieten, om toegelaten te zijn tot de geheimenissen
in den tempel van Caïssa, ook verplichtingen ten haren opzichte medebrengt. Wij
moeten het ons allen tot groote eer rekenen, een steentje, hoe klein ook, te kun
nen bijdragen, waar de bloei van het schaakspel zulks vraagt. Hoeveel duizenden
zijn nog niet verstoken van de genoegens, de zuiver-verstandelijk-genot-bereidende
oogenblikken, die het edelste spel ter wereld kan geven? Gij allen schakers! voelt
gij u niet geroepen, ook anderen op te heffen tot de hoogte, waarop gij staat, en
ook anderen de velden te wijzen, waar uw geest zich in de genoegelijkste oogen
blikken des levens vermeit. Zoo ja, helpt mede, de som te verzamelen, noodig
voor een tweejaarlijksch internationaal concours. Want niets is bevorderlijker aan
den bloei van het schaakspel dan nu en dan uit verschillende landen de beste
spelers met elkaar te laten kampen, de partijen, die zij spelen, te bestudeeren, te
bespreken met uwe partners en elkander te wijzen op de finesses, de schoone wen
dingen en verborgen combinatiën, die het oog en het gemoed streelen. Wie toch
kent iets mooiers dan iemand te volgen in den logischen gedachtengang, dien zijn
geest genomen heeft? Ieder voordeel, dat een schaker bij het spelen eener partij
op zijn tegenstander behaalt, berust op het feit, dat hij zich een oogenblik de
meerdere toonde in scherpte van geest en logisch redeneeren.
Mij blijft het een raadsel, hoe een schaker, die toch gevoel heeft voor de paarlen
van vernuft, welke het schaakspel telkens weder opdiept, die het toch liefheeft
met een groote aanhankelijkheid, kan nalaten, dit spel te bevorderen, te steunen
en te verheffen.
En toch zoo zijn er! Maar gelukkig, er zijn er ook, die tijd noch moeite sparen,
om den bloei van het schaakspel te verhoogen. Hulde onzen energieken secretaris,
die in dit opzicht zonder twijfel de eerste en eere-plaats in ons land inneemt.
Meijer's ijverig, bescheiden en onbaatzuchtig streven tot heil van het schaakspel
in Nederland verzekert hem den dank van allen, die op hoogen prijs stellen het
geen hij reeds deed voor het koninklijke spel en immer poogt nog te doen. Laten
wij, leden van den Ned. Schaakbond, hem niet alleen laten in dat streven. Hem
steunen zooveel wij kunnen is onze plicht, eene plicht, die ons tevens eere en ge
noegen moet zijn.
U dankzeggende voor de plaatsing, geachte Hoofdredacteur,
Uw dw.
Utrecht, 7 Dec. '99. Ur. A. G. OLLAND.
277
Problemen.
Redacteur: H. j. DEN HERTOG, Marnixkade 43 Amsterdam
N'B' ^ïoorende^aa^de^redaoteur te adr^eren" ** **, rubriek
N°' 741' tePF en^rheimer' No' 742-
rafk H. van Beek,
tft Na 91'1 ttr» lr
mat m 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
No. 743. B. J. M Markx,
te Leiden. , „No- 744 J- Jespersen,
te Syendborg. („Schachfreuml".^™™; \
* -v m m. m\
Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
No 745. Jos. V. Marik,
Bohemen. („Plzenské Listy".) No. 746. N. Maximoff
te St. Petersbnrg. („Strategie".')
Mat in 2 zetten
278
'.wm. • ^ — '
Correspondentie.
Dr. N. M., in Fr. - Die Lösung Ihres Dreizügers W. Kfl, Da2, Sg4, Lg5 u. s. w. scheitert
an 1...., Le7: 2...., Lf'6 !
H. v. B., te N. Uw tweezet W . Kc8, Ta6, Tfl enz. is nevenoplosbaar door 1. Kb7. De tweezet W .
Ka4, P(15, Lg2 enz. is, als te eenvoudig, voor publicatie niet geschikt.
A. J. H., te V. No. 737 is inderdaad foutief', daar eene oplossing in 2 zetten mogelijk is.
Het is intusschen zeer de moeite waard, de door den auteur bedoelde oplossing in 3 zetten te
zoeken. Onder het diagram het probleem in letters en cijfers te noteeren is alleen in dagblad-
rubiieken gebruikelijk, waarvan de drukproeven niet door den schaakredacteur zelf worden gecor
rigeerd.
Uit de Probleem-wereld.
De „Münchener Schachklub ' heeft in de „Mtlnchener Zeitung" eene schaakru-
sriek geopend. Oorspronkelijke problemen worden, zoo ze voor publicatie in
lanmerking komen, met 3 Mark gehonoreerd.
* *
*
De „Nuova Rivista degli Scacchi , tot dusver slechts t6 inzendingen voor haar
)de probleemtornooi ontvangen hebbende, heeft besloten, nog tot den 31sten
Januari 1900 gelegenheid tot inzenden te geven.
* *
*
Door plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt, het slot der beschouwingen over de
economie in de matstelling voor het volgend nummer te bewaren. In de Januari
aflevering zal waarschijnlijk ook het eind-rapport van den doorloopenden wed
strijd in probleemcompositie opgenomen worden.
Binnenlandsch Nieuws.
AMSTERDAM. — In de vergadering van den 2Ssten November 11. besloot het
„Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap'', om, te beginnen met Januari 1900,
eiken eersten Zaterdagavond van de maand te besteden aan samenspel onder den
een of anderen vorm.
* *
*
Stand van den Onderlingen Wedstr.-ie klasse van het V. A. S. op Zaterdag 2
December 11.: D. Bleykmans (Hoofdkl.) 31/2 punt op 5 gespeelde partijen, H. Con
tent (Hoofdkl.) 1V2 p. op 5 part., H. D. B. Meijer 4.1/i op 5, W. Muntjewerfï
4 op 4, C. van Steenderen 1 op 4, C. Tinholt o op 4, A. Bleykmans 1/2 op 2,
J. C. ten Tusschedé o op 2, G. C. A. Oskam 1 op 1. (De hoofdklassespelers
geven pion en zet vóór.)
ZUTPHEN. — Dank zij de onvermoeide pogingen van den heer M. Elzas is
hier ter stede eene schaakvereeniging opgericht. Zij telt acht leden. Het bestuur
bestaat uit de heeren I. Schreuder (president) en Maurits Elzas (secretaris-penning
meester). Men vergadert eiken Zaterdagavond van 7V2 tot 10I/2 uur in een der
bovenzalen van den „Volksbond". De jaarlijksche contributie bedraagt f 3,—.
Moge deze nieuwe club groeien en bloeien!
ROTTERDAM. — Den i3den November 11. gaf Jhr. A. E. van Foreest, van
's Gravenhage, in de benedenzaal van het Zuidhollandsch Koffiehuis eene simul-
taanséance voor leden der „Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereeniging". In onge
veer 21/2 uur tijds won hij van de 20 partijen er 17, terwijl hij remise maakte
tegen den heer A. G. H. van Ette en verloor tegen de heeren C. van Boxtel en
A. van Roon. Het eere-lidmaatschap der vereeniging, den simultaanspeler aan
geboden, werd door hem welwillend aanvaard.
* *
*
Het „Rotterdamsch Schaakgenootschap" hield den 2den December in een der
lokalen van het Leeskabinet zijne jaarlijksche algemeene vergadering.
De secretaris, de heer J. Hoes, die aan de beurt van aftreding was, werd her
kozen. Tot penningmeester werd gekozen de heer F. B. Dijkman, daar de heer
A. B. Bauer door bijzondere omstandigheden zich genoodzaakt zag, zijne functie
neer te leggen. Zijne financiëele rekening over 1899 werd accoord bevonden.
Tevens werd een voorstel aangenomen, om met 1900 het „Buitengewoon Lid-
281
maatschap van den Nederl. Schaakbond niet langer te bestendigen om reden dat
iet genootschap nog slechts een gering aantal club-leden zal bezitten, waarvoor het
de contributie aan den Bond betaalt.
Aan het uitgebreide jaarverslag van den Secretaris is ontleend: Het ledental
ging met achteruit. Het steeg in 1899 van 49 tot 53 leden, bestaande uit 36 r 1
en 17 cl. 1. Een lid werd van zijn lidmaatschap vervallen verklaard, terwijl vijf
bedankten, zoodat de verhouding nu wordt: 34 Rechtstreeksche en 13 club-leden
Voor het nieuwe vereenigingsjaar hebben zich 2 leden opgegeven
Een groote wedstrijd en verschillende kleine wedstrijden hadden in het afgeloopen
speelseizoen plaats, die allen succes hadden. Het spel van eenige deelnemers liet
soms veel te wenschen en in het verslag wordt met nadruk er op gewezen dat
et bestuur hoopt, dat hierin verandering ten goede zal komen. Het schaakspel
is te ernstig, om het slordig te spelen.
De doorloopende probleemoplossingswedstrijd bereikte het beoogde doel, nl den lust
op te wekken voor het probleem. Daarom besloot het bestuur, fn dit sp^lseizoener
mede voort te gaan en daaraan toe te voegen eene eindstelling.
maSSa'kamp met de Haagsche Vereeniging „D. D." was niet in het voordeel
van het genootschap uitgevallen. In het verslag wordt gezegd, dat het bestuur
es oot voorloopig zijne medewerking aan soortgelijke kampen te onthouden
De club-avonden worden beter bezocht dan vroeger; maar toch wordt de vvensch
geuit, dat nog meer leden aanwezig zullen zijn.
Met eene opwekking tot de schaakliefhebbers, om zich bij het „Rotterdamsch
Schaakgenootschap' aan te sluiten, en in herinnering brengende, dit het genoot
schap met Januari 1900 z.jn 2e lustrum intreedt, eindigt het jaarversla*
h. 1/ n°S 6emge mededeehnSen war™ gedaan, werd door den heer v.Woelderen
de gebracht aan het bestuur in het algemeen en den secretaris in het bijzonder
voor het uitstekend beheer. Ook den afgetreden penningmeester Bauer werd do0r
hem m hartelijke bewoordingen dank gezegd voor het vele goede, dat hij in al
die jaren ln het belang van het Rotterdamsch Schaakgenootschap had verricht
v Woelderen" t'e bedank H°eZ°°'
*•' ^ name"S het beStUUr' °m de" heer
ten werd ^ ^ W°°rden' Waar"a deze vergadering geslo-
(Den gden December 11. hield het R. S. een tombola-wedstrijd. Het geheele
bedrag der verkochte loten werd bestemd ten bate van de Boeren in Zuid Afrik!
Een navolgenswaardig voorbeeld!) Atrika.
Buitenlandsch Nieuws.
tornooi verzekerd mag geacht worden. Men denkt dezen wedstrijd den i5denMei
1900 te doen aanvangen.
BROOKLYN. — Pillsbury gaf hier onlangs een hoogst merkwaardige blind-
séance tegen 24 spelers, verdeeld over twaalf borden. Aan bord No. 1 consulteerde
de jonge schaakmeester Marshall met Dr. J. B. Kopf. Zij maakten remise. Vier
der spelers zaten alleen voor een bord, aan vier borden consulteerden 2 spelers
en aan elk der vier overige borden 3 spelers. De séance duurde 6 uur en 55
minuten, in welken tijd Pillsbury 432 zetten deed, 7 partijen won, 3 verloor en 2
remise maakte.
Siciliaansclie I'iiitij.
l- e4 c5 7- o—o o—o f4
13. ef4:
2. g3a) P co 8. h3b) e5c) 14. Pf4: g5
wanhopigen aanval.
b) En niet Des:, wegens 23 . . ., f4 24. Dest, Tg7! met kansrijken aanval voor
Zwart.
') Hier staat de Toren vrij gevaarlijk, maar het alternatief Tg7 deugt niet, want
W i t n e e m t p i o n C5 e n v a l t t e g e l i j k e r t i j d T f 8 a a n .
H i e r h a d W i t d o o r 2 4 . g 4 !, f 4 ( T g f 8 , d a n 2 5 . g f s : ) 2 5 . Pf4:!, Lg4: 26. Phs !
kunnen winnen.
k) Veel beter was 26. Kg2 (Kg8 27. PfS-)
') Hier bood Tg2 nog remise-kansen. Na den zet in den tekst gaat de partij
Weener Partij.
1 e4 es 13. P d2 g4 25. T bfie) T fc8 !
37' L d3 a3 ! 40. T fi L fc „
38- L f5 :') 32 4I-K g2 K g6 en 7 §S
3 9 . I.hjt K hj: g
4, Tc , Zwart won.
Eindspel
eener onlangs te Praag gespeelde partij.
Partaj (Zwart).
Er volcrdp'
O •
ió. P bi — c3 p dó — f5
17. d5 —dó! P f5 X dó
18. P c3 —d5 p dó — f5
5. L b5 X c6
5 (14 verdient de voorkeur.
. . . .
5.' d7 X c6
6. P f3 X e5 P f6 X e4
7. P c3 X e4 D d8 — <14
g 0—0 D <14 X e5
9 _ T fl — el 0—0
10. d2 — d3
Sterker is het voor de hand liggende d4.
10 De5-f£h
11. L cl — d2 D f 5 — g6 ) '
12. T el — e3 19 . . . • D h6 — g6
Nu Wit geen partij getrokken heeft van Tot hiertoe heeft Zwart na zijn 4en zet
Zwart's zwakken 4J™ zet, is zijn stellino uitmuntend gespeeld. Thans verzuimt hij
ongunstiger dan die van Zwart. De aanval echter de juiste voortzetting, nl. 1 9 . . . . ,
dien Wit ontijdig met den tekstzet begint J Dh4. 20. Dfl kan dan niet, wegens de
wordt door Zwart terstond inet een vee volgende aardige combinatie: 20. Dfl, Lg4 .
krachtiger tegenaanval beantwoord. 21. hg4:, Dg4:f 22. Dg2, Dg2 :f 28.
1 2 . . . . . f7-f5! Kg2:, g4!
13. T e3 —g3 20. D dl — fl T a8 — e8?
Weldra blijkt, dat de Toren te vroeg i'1 Het doel van dezen zet is duister. 20
het spel is gekomen. hö of Taf8 waren goede zetten.
13 D g6 — e6 21. T al — el li7 — h5
14. L d2 — c3 22. D fl — g2 T f7 — h7
14. Pg5 deugt niet wegens 14 Lga Stond de andere Toren nu op f8, dan
15 Lg5 :, f4 16. m, De5 ! zou deze zet geweldig sterk zijn.
14.
14. ?. .. .• T f8-f7 23. g4 X h5 T h7 X h5
15. P e4 —d2- f5 —f4 24. T f3 X f4
16.
16 x g3 _ f3
T X) e6 — h6 Hiermede is de Toren bevrijd en de
kracht van Zwart's aanval gebroken.
17. h2 —h3 g7 — g5
287
24 L e6 X h3 35. L f6 X e7 K d7 X e7
25. D g2 — g3 T e8 — f8 36. P e4 — g5 T h3 — h6
26. T f4 X f8f K g8 X f8 37. TelXeöf T h6 X e6
27. D g3 X c7 L h3 — e6 38. Pg5Xe6 Ke7Xe6
28. D c7 — e5 g5 — g4 Met prijzenswaardige tact heeft Wit het
Zwart heeft nu een zeer moeilijk te be spel aanmerkelijk weten te vereenvoudigen
handelen spel. De gekozen zet schijnt wel en zich een gemakkelijk te winnen eindspel
de beste. verschaft. Ook het nu volgende wordt net
jes afgespeeld.
29. D e5 — b8f K f8 — f7
39. K gl — g2 c6 — c5
30. P e4 — g3 T h5 — 1)7
40. K g2 — g3 K e6 — f5
31. D b8 — f4f K f 7 — e8
41. c2 — c3 b7 — b6
32. D f4 — e4
Hiermede forceert Wit (zeer terecht!)
42. d3 — d4 c5 X d4
Damernil. 43. c3 X d4 K f5 — e4
32. . . . D g6 X e4 44. Kg3 X g4 Ke4 X d4
33. P g3 X e4 K e8 — d7 45. f2 — f4 K d4 — d5
34. I, c3 — f6 ! T b7 — h3 46. Kg4— f5! Kd5 — d6
Beter was 34 , Tha, daar Wit dooi 47. K f5 — f6 Opgegeven.
den tekstzet gelegenheid krijgt, al de offi Een interessante en goed gespeelde partij.
ciereu af te ruilen. (Opmerkingen van Dr. A. G. OLLAND).
No- 622- Gespeeld den 12en Augustus 1899.
Wit: Dr. C, Trimborn. Zwart: F. W. Pelzer.
Spaansclie Partij.
1. e2 e4 e7 — e5 7. T f 1 — el d7 — d6
2. P gl — f3 P b8 — c6 8. d2 — d4 D d8 — c7
3. L f 1 — b5 P c6 — e7 9. d4 — d5 L f8 — e7
Niet alleen als bevue, doch ook uiteen 10. c3 — c4 0 U
strategisch oogpunt is deze zet af te keuren. P bl c3 a7 6
Zwart wilde waarschijnlijk de theorie ont- 1O i & ^
loopen, doch overzag, dat Wit Pa5 : kon °
spelen. I ler voorbereiding van een aanval op
13. P f3 — g5 20. . . . p f4 — h3
Dreigt Ph7 : 21. D dl — h5 !
13. ... . Le7 X g5 Een zeer kansrijk kwaliteitsofl'er.
14. L cl X g5 f7 —f5 21.'. . . Ph3 X gl?
15. e4 X f5 L c8 X f5 22. P e4 — f6 ?
16. L a4 — b3 cö — c5 Hier had Wit 22. Pd6 :! moeten spelen,
17. Tel—gl L f5 — d7 waarna voor Zwart geen voldoende verde
Sterker lijkt hier 17...., Pf6, om zoo diging te vinden is.
mogelijk met den e-pion op te komen en Door den tekstzet komt Wit in het
nadeel.
l'e5 te spelen. 18. g4 gaat niet wegens
18 Le4f (19. f3, Pg4:) 19. Pe4:, 22 P e8 X f6
Pe4: 23. Lg5Xf6 Ld7 — f5!
18. P c3 — e4 Pg6 — f4 De eenige, doch voldoende verdediging.