Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 13

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Jade De Muynck Leergroep OLO 2C1


Naam mentor: Marijke Van Goethem Klas 6C Aantal lln.: 22
School: De Ark

…DAG 16/11/2020 Handtekening mentor + datum:

Van 9.10 u tot 10.15


Leergebied(onderdeel): wiskunde
Lesonderwerp: Herhalingsles: cijferen (staartdeling), meetkunde (driehoeken en
vierhoeken), metend rekenen (oppervlakte driehoeken en vierhoeken,
trapezium)

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 WDrv6: cijferen: delen: natuurlijke getallen: 8-12j:Het cijferalgoritme om te delen begrijpen en
toepassen in eenvoudige en zinvolle situaties en op basis van inzicht in het tientallig stelsel -
deler bestaat uit maximum 3 cijfers - de uitgevoerde bewerking controleren
 WDrv2: schattend rekenen: 10-12j: Flexibel schatten om de uitkomst van een berekening bij
benadering te bepalen
 WDmm3: Schatten, meten en rekenen met maateenheden: Oppervlakte : 10-12j Betekenisvolle
herleidingen uitvoeren tussen oppervlaktematen
 WDmm3: Schatten, meten en rekenen met maateenheden:
8-10j: De omtrek van vlakke figuren meten en de omtrek van veelhoeken berekenen en daarbij
de eigenschappen van de zijden gebruiken
-12j: De formules voor de oppervlakte van een parallellogram en een driehoek ontdekken,
kennen en gebruiken
 WDmk2: Inzicht verwerven in meetkundige objecten
8-10j: De eigenschappen van de hoeken en zijden van driehoeken onderzoeken, kennen en
gebruiken om driehoeken te benoemen (ongelijkbenig, gelijkbenig, gelijkzijdig, scherphoekig,
rechthoekig, stomphoekig), te vergelijken en te tekenen
10-12j: De eigenschappen van de hoeken en de zijden van vierhoeken onderzoeken, kennen en
gebruiken om vierhoeken te benoemen als vierkant, rechthoek, ruit, parallellogram, trapezium
10-12j: De eigenschappen van de hoeken en de zijden van vierhoeken gebruiken om vierhoeken
te vergelijken en te tekenen
 MEva4: Digitale communicatievaardigheden ontwikkelen: 2.5-12j: Onder begeleiding
kennismaken en experimenteren met digitale mediamiddelen om met anderen te communiceren
 MEge5: De functie en de waarde van media in de eigen leefwereld ervaren en illustreren: 2.5-12j:
Ervaren welke rol media in de eigen leefwereld en in het dagelijks gebruik spelen

Leerinhoud:
 Bij een niet-opgaande deling komen we aan de linkerkant van de staartdeling een rest uit. Deze
rest is altijd kleiner dan de deler aangezien deze dan niet meer deelbaar is.
 Ik kijk of het eerste cijfer van het deeltal deelbaar is door de deler. Als het niet deelbaar is
nemen we het volgende cijfer erbij en krijgen we een getal van 2 cijfers. Als het nog niet
deelbaar is nemen we er nog een cijfer bij. Als we dat cijfer of getal kunnen delen door de deler
doen we de deling. De uitkomst van de deling komt aan de rechterkant van de staartdeling
onder de deler. Dat getal vermenigvuldigen we dan terug met de deler en de uitkomst daarvan
schrijven we onder het eerste getal deze trekken we van elkaar af en de uitkomst schrijven we

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

er onder. Daarna laten we het volgende cijfer zakken tot bij ons uitkomstje. Dit getal delen we
dan terug door de deler. en zo gaan we verder tot we geen cijfers meer hebben om te laten
zakken. let op tot op hoeveel cijfers na de komma je moet berekenen.
 De omtrek bereken je door alle zijden met elkaar op te tellen.
 De oppervlakte bij een vierkant, rechthoek, trapezium en parallellogram bereken je door basis
maal hoogte te doen.
 De oppervlakte van een driehoek bereken je door (basis maal hoogt) gedeeld door 2 te doen.
 De oppervlakte van een ruit bereken je door kleine diagonaal maal grote diagonaal gedeeld door
2 te doen.
 Driehoeken kun je benoemen naar de hoeken: rechthoekige driehoek, scherphoekige driehoek
en stomphoekige driehoek.
 Driehoeken kun je benoemen naar de zijden: gelijkbenige driehoek, gelijkzijdige driehoek en
ongelijkbenige driehoek.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Ik kan geziene kennis oproepen en het belangrijkste verwoorden.
2. Ik controleer mijn uitkomst door vooraf te schatten wat mijn uitkomst zal zijn. (WDrv2)
3. Ik controleer mijn uitkomst door de omgekeerde bewerking te maken. (WDrv6)
4. Ik kan de uitkomst van een deling met natuurlijke getallen bepalen door deze cijferend te delen.
(WDrv6)
5. Ik kan in een niet-opgaande deling de rest bepalen. (WDrv6)
6. Ik kan oppervlakte- en landmaten herleiden en omzetten. (WDmm3)
7. Ik kan de omtrek van driehoeken en vierhoeken berekenen. (WDmm3)
8. Ik kan de oppervlakte van driehoeken en vierhoeken berekenen. (WDmm3)
9. Ik kan de hoeken en zijden van driehoeken en vierhoeken onderzoeken. (WDmk2)
10. Ik kan de hoeken en de zijden van driehoeken en vierhoeken benoemen. (WDmk2)
11. Ik kan driehoeken en vierhoeken tekenen. (WDmk2)
12. Ik kan door middel van de padlet mijn bezorgdheden communiceren naar de leerkracht.
(MEva4)
13. Ik kan verwoorden dat ik via spelletjes wiskunde kan leren. (MEge5)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 cijferen (staartdeling)
 meetkunde (driehoeken en vierhoeken)
 metend rekenen (oppervlakte driehoeken en vierhoeken, trapezium)
Leerling specifieke gegevens + acties:
 extra ondersteuning nodig bij wiskunde: Kobe, Batiste, Xander, Kato, Jitse, Hanne, Inssaf è
verlengde instructie.
 Klimoppers: Floor, Gaëlle, Andres, Hanna, Sterre, Arne, Aline (Emiel?) è extra oefeningen
voorzien.
 Maxim gaat te snel generaliseren bij wiskunde. è Ik kijk af en toe eens of hij juist bezig is en als ik
zie dat hij niet op de juiste manier bezig is help ik hem hierbij. Ik ga met hem eens een oefening
maken en maak ook duidelijk waar er verschil zit in de oefeningen.
 Bern zal ik er af en toe op wijzen dat er moet door gewerkt worden als dit nodig is.
 Floor en Kobe zijn een groepje met 2. Ik zorg dat zij dicht bij mij in de buurt zitten zodat ik hen
ook in de gaten kan houden.
 Jitse werkt zich opvallend traag door de verschillende denkstappen van het oplossingsproces.

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Door traag te werken, kan ze ook de concentratie moeilijk vasthouden. Ze is onzeker en stelt het
effectief starten uit door zich bezig te houden met onbelangrijke handelingen bijv. Het schikken
van materiaal, het blijven inkleuren van een antwoordvakje… è als ik dit zie roep ik de aandacht
terug op naar de oefening. Als het komt doordat ze onzeker is maak ik even duidelijk dat fouten
maken mag en dat ze daar uit leert.
Ze vraagt ook heel vaak bevestiging.  Ik laat haar weten dat ze niet moet twijfelen aan
zichzelf.
Inzichtelijk rekenwerk is moeilijk voor haar. è Ik ondersteun haar waar nodig. We starten vanuit
de dingen die we al zeker weten en gaan zo stap voor stap verder.

 Ella behoort tot de middelmaat. Omdat ze zo onzeker is en zich verstopt, is het nog niet
helemaal duidelijk voor mij wat haar mogelijkheden zijn. è Ik hou haar een beetje in het oog en
let goed op waar ze nood aan heeft. Ik observeer haar ook even voor volgende lessen.

 Batiste komt hopelijk op een goede manier onze klasgroep “binnen gerold” na de vakantie. Het
is afwachten. Hij is intelligent maar als de concentratie niet mee wil, wordt het moeilijk. Batiste
denkt van zichzelf dat hij zeer goed is in wiskunde, maar hij leest onvoldoende aandachtig de
opdrachten en denkt niet genoeg na wat moet berekend worden. Hij kan moeilijk om met
bijsturing van de leerkracht. “ Ik vind dat ik het goed doe.” Hij kan werken als een trein, maar
wanneer ik zijn werk nakijk, ontdek ik veel foutjes. è Ik vraag hem aan te duiden/onderlijnen wat
belangrijk is in de opgave, op deze manier kan hij niet anders dat de opgave goed lezen. Ik vestig
de aandacht op het liever wat trager en juist werken dan snel en met fouten. Ik kijk af en toe
eens hoe hij bezig is en of ik veel fouten zie. Als ik veel fouten zie breng ik dit onder de aandacht.
Ik laat hem zelf de fout(en) ontdekken in de oefening.

 Xander heeft het moeilijk met de tafels, vooral de deeltafels. è Als ik zie dat dit een struikelblok
is voor hem tijdens het cijferen bezorg ik hem een blad met een aantal deeltafels op. Dit kan
hem misschien helpen bij de focus op het cijferen en de stappen die hij hierbij moet nemen. Ik
geef ze niet allemaal zo moet hij toch nog zelf nadenken over de tafels maar heeft hij toch een
kleine hulp.
Xander heeft het moeilijk met het begrijpend lezen van de opdracht, en omzetten naar de
bewerking. è ook Xander laat ik aanduiden wat belangrijk is in de opdracht.
Hij is al een puber, hij zit er bij en het zal wel goed komen, denkt hij…wel een beleefde jongen!
Xander moet leren dat hij informatie zelf kan opzoeken in het rekenboek, in het theorieschrift
en niet zozeer moet zitten wachten tot een ander het antwoord geeft. è ik laat hem zelf aan de
slag gaan en herinner hem er aan om dingen op te zoeken.

Bronnen: volgens de APA-normen


 Bresseleers, L., Simons, A., & Vanpaemel, A. (2019). Rekenmaar rekenwijzer. Wommelgem,
België: Van In.
 Vanpaemel, A., & Denys, D. (2020). Rekenmaar werkschrift. Wommelgem, België: Van In.

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Ingevulde werkbladen:

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Kleine
diagonaal

hoogte
Grote diagonaal

basis

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Materiaal / locatiewijziging:
 Bordboek
 Ipads
 Werkboek
 theorieschrift

Lesopbouw

1. Klassikale instructie + oproepen van geziene leerstof: cijferen (delen), meetkunde en meten
en metend rekenen. (15’)
oriënteren verwerven verwerken afronden
1. Ik kan geziene kennis oproepen en het belangrijkste verwoorden.

Oproepen van de voorkennis + instructiemoment:


We bladeren even door het rekenboek.
Neem jullie rekenboek op pagina 36. Jullie starten vandaag met oefening 7. (vorige oefeningen zijn
reeds gemaakt in de vorige les)

Zoals jullie zien gaan jullie bij oefening 7 en 8 aan de slag met cijferend delen.
Wat zal je eerst moeten doen voor je echt begint met cijferen? Schatten. En waarom doen we dat? Zo kunnen we
nadien controleren of de uitkomst in de buurt van de schatting ligt. Op deze manier weten we dat de oefening
hoogstwaarschijnlijk wel juist zal zijn. Hoe kan je je uitkomst nog controleren? Door de omgekeerde bewerking te
maken.
Als je de oefening maakt waar zal je nog op moeten letten bij je deeltal? (hulpvraag: zal je deeltal altijd eindigen bij
de eenheden? Tot op hoeveel cijfers na de komma moet er gewerkt worden?
Wat krijg je als je het deeltal niet precies kan delen door de deler? rest è waar kunnen we dit terugvinden?

Oefening 9: oppervlakte- en landmaten.


Wie kan nog eens de landmaten opnoemen? Hectare (ha), are (a), centiare (ca)
Waar staan de landmaten in de tabel? Ca staat boven vierkante meter, a staat boven 100 vierkante meter, ha staat
boven 10000 vierkante meter è laten aanduiden op tabel.
Wat mag er nooit in de tabel staan? Een komma.
Bij deze oefeningen gaan jullie de tabel gebruiken die jullie al hebben gekregen van juf Marijke. Duidt maar het
woord tabel aan in jullie werkboek zodat jullie het niet vergeten.

Oefening 10, 11, 12 en 13: meten en metend rekenen: omtrek en oppervlakte


Wat kunnen we meten en berekenen bij de driehoeken en de vierhoeken? De omtrek en oppervlakte.
Hoe berekenen we de omtrek? Alle zijden met elkaar optellen.
Hoe berekenen we de oppervlakte? Van een driehoek: (basisXhoogte):2 van een vierhoek: basisXhoogte
Wat is er speciaal aan de parallellogram? De hoogte is geen zijde. Loodrecht op de basis een rechte tot de
overstaande zijde tekenen en meten = de hoogte.
Wat is er speciaal aan de ruit? Hierbij doe je niet basisXhoogte maar doe je (DXd):2 è laten aanduiden
Wat mogen we niet vergeten bij de oplossing van de oppervlakte? De maateenheid= vierkante meter m2
Oefening 14, 15, 16 en 17: meetkunde: driehoeken
Over wat kunnen we iets zeggen bij de driehoeken en vierhoeken? De zijden en de hoeken.
Welke soort hoeken hebben we? Stomphoekig, rechthoekig en scherphoekig è aantonen met driehoeken op bord.

10
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Wat kunnen we zeggen over de zijden van de driehoeken? Gelijkbenige driehoek, gelijkzijdige driehoek,
ongelijkzijdige driehoek.
Kan iemand mij vertellen wat het betekent als twee zijden evenwijdig zijn? de zijden staan rechtover elkaar, ze staan
steeds even ver van elkaar en zullen elkaar nooit kruisen.

11
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Ben je met deze oefeningen klaar? Voor aan liggen er verbetersleutels. Je komt een pagina halen en verbeterd deze
op je plaats zo verbeter je pagina per pagina. Als je daar mee klaar zou zijn maak je bladzijde 41 en 42, de gouden
pagina’s. Ook deze verbeter je terug als je klaar bent. Ben je met alles klaar? Dan mag je een ipad komen halen en
mag je naar bingelraket gaan om blok 3 verder te oefenen.

Als je een vraag hebt kijk je eerst of je buur je kan helpen. Kan hij of zij je niet helpen dan ga je naar de volgende
oefening. Ik zal af en toe eens rondkomen in de klas en zal dat dan ook zeggen en dan kan je mij een vraag stellen.

2. In duo’s aan de slag met de herhalingsoefeningen. (30’)


oriënteren verwerven verwerken afronden
2. Ik controleer mijn uitkomst door vooraf te schatten wat mijn uitkomst zal zijn.
3. Ik controleer mijn uitkomst door de omgekeerde bewerking te maken.
4. Ik kan de uitkomst van een deling met natuurlijke getallen bepalen door deze
cijferend te delen.
5. Ik kan in een niet-opgaande deling de rest bepalen.
6. Ik kan oppervlakte- en landmaten herleiden en omzetten.
7. Ik kan de omtrek van driehoeken en vierhoeken berekenen.
8. Ik kan de oppervlakte van driehoeken en vierhoeken berekenen.
9. Ik kan de hoeken en zijden van driehoeken en vierhoeken onderzoeken en
benoemen.
10. Ik kan driehoeken en vierhoeken tekenen.
12. Ik kan door middel van de padlet mijn bezorgdheden communiceren naar de
leerkracht. (MEva4)
13. Ik kan verwoorden dat ik via spelletjes wiskunde kan leren. (MEge5)

De leerlingen maken de oefeningen.

Als er veel de zelfde vragen zijn dan leg ik het nog even eens vooraan uit. De leerlingen die mee willen volgen die
volgen mee. De leerlingen die het snappen en geen behoefte hebben aan extra uitleg die mogen rustig verder
werken.

Ik laat de leerlingen die bij me zitten de belangrijke dingen in potlood onderlijnen in de opgave. Op deze manier zijn
ze verplicht de opgave goed te lezen en weten ze wat hen te doen staat.

Bij moeilijkheden:
- Ik laat hen verwoorden wat de opdracht is en het belangrijkste gaan we aanduiden.
- Ik laat hen verwoorden wat ze zien en wat ze al zeker weten.
- Ik laat hen telkens nadenken over de volgende stap.
- Als ze niet weten wat de volgende stap is laat ik hen dit opzoeken in het werk- en theorieschrift.

Voor specificaties van acties: zie beginsituatie

Er is een pauze tussen. Na de pauze geef ik aan hoelang ze nog kunnen werken
Als ze klaar zijn mogen ze nog extra oefeningen maken via de sites op Symbaloo.

3. Klassikale afronding: mini klasgesprekje


oriënteren verwerven verwerken afronden

12
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

12. Ik kan door middel van de padlet mijn bezorgdheden communiceren naar de
leerkracht. (MEva4)

De leerlingen mogen hun vragen en bezorgdeheden in de padlet zetten.


We doen we nog een mini klasgesprekje (Ik kies hier bewust voor iets dat ik klein kan houden omdat
ik de focus echt wil leggen bij het herhalen en op deze manier hebben de leerlingen genoeg tijd om
hun oefeningen te maken):
Wie heeft er vandaag nog iets bijgeleerd door het maken van deze oefeningen?
Wie zou graag eens willen zeggen wat hij/zij heeft bijgeleerd.

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

13

You might also like