Nu zijt wellekome Dames+herenkoor

Vermulst Dalfsen 2001

A.Seinen
° #c
& œ œ œœ œœ ˙˙ œ œ œœ œœ ˙. œ
œ œ ˙˙ œ œ ˙. œ
1 Nu zijt wel - le ko - me Je - su lie - ve Heer Gij
2 Chris - te Ky - rie - lei - son laat ons zin - gen blij daar -
3
D'her -ders op den vel - de hoor - den een nieuw lied dat
4
D'hei li - ge drie Koon' - gen uit zo ver - ren land, zij
?#c œ œ œ œ ˙œ œ ˙ œœ œœ œœ œœ ˙. œ ?
¢ œ œ œ œ

5
° #œ œ œ œ ˙œ
& œ œ œ œ œ œœ œœ ˙˙ ˙˙ w œ œœ œœ œœ
1 komt van al - zo ho - ge van al - zo ver! Nu zijt wel - le
2 meed ook on - ze lei - sen be - gin - nen vrij. Je - zus is ge -
3 Je - zus was ge - bo - ren zij wis - ten't niet Gaat aan geen - der
4 zoch -ten on - ze He - re met ˙
of - fer - hand,
˙ Z'óf fer - den oot -
œœ œ œ œ
? # œ œœ œœ œœ ˙˙ œœ œœ ˙
w
w œ œ œ
¢ ˙

10
° # œ. œ œ œ
& J œ œ œ œ w œ œ œ œ
1 ko - me van de ho - ge he - mel neer hier al in dit
2 bo - ren op den hei - li - gen kerst - nacht Van een Ma - ged
3 stra - ten, en gij zult Hem vin - den klaar; Beth'lem is de
œ 4 moe - de -œ lijk myr,
œ œ wie - rook en - de goud té
œ œ œ œ
re van den
?# œœ œœ œ œ œw œ ˙
¢ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

14
° #˙
& œ œ œœ œœ œœ œ œœ œ w
w ˙ œœ œœ w
œ œ w
1 aard - rijk zijt Gij ge - zien nooit meer; Ky - ri e - leis!
2 rei - ne die hoog moet zijn ge - acht: Ky - ri e - leis!
3 ste - de daar 'tis ge - schied voor - waar: Ky ri e leis!
4 Kin - de dat al - le ding be - houdt: Ky - ri - e - leis!
? # ˙œ œ œ œœ œ œœ œœ œ w ˙˙ œ œœ w
œ œ w œ
¢ w