Professional Documents
Culture Documents
LVB 23.11 Olympische Spelen
LVB 23.11 Olympische Spelen
LVB 23.11 Olympische Spelen
Van tot
Leergebied(onderdeel): Wereldoriëntatie: tijd
Lesonderwerp: De klassieke olympische spelen
SErv3: Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk
doel
5-12j: Op een gezonde manier omgaan met competitie – elkaar aanmoedigen
Leerinhoud:
Klassieke Spelen:
• De klassieke olympische spelen liepen van 776 v.C. tot 393 n.C. (= klassieke oudheid)
• De olympische spelen vinden om de 4 jaar plaats
• De naam ‘olympische’ is afkomstig van het dorp ‘Olympia’, waar de klassieke spelen doorgingen
• De klassieke spelen duurden 5 dagen:
- Dag 1: beloftes, offers, rust
- Dag 2: paardenrace, wagenrennen, vijfkamp (discuswerpen, speerwerpen, verspringen,
sprinten en worstelen), verering van olympische helden
- Dag 3: offer voor de goden, hardlopen, sprinten
- Dag 4: worstelen, boksen, pankration, racen in harnas
- Dag 5: groet stoet voor de goden, winnaars gekroond, groot banket
• De klassieke spelen waren enkel voor mannen
• Er was 1 winnaar, die eeuwige roem kreeg. Al de anderen waren verliezers
• Alle sporten, behalve wagenrennen, werden naakt beoefend
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
Moderne Spelen:
• Sinds 1896 vinden de moderne olympische spelen plaats
• Naast de Zomerspelen zijn er ook Winterspelen en Paralympische Spelen
• De Spelen van 2020 gaan in 2021 doorgaan in Tokio
• De eerste Moderne Spelen vonden plaats in Athene
• In tegenstelling tot de Klassieke Spelen, waar maar 1 winnaar was, is bij de Moderne Spelen
meedoen belangrijker dan winnen
• Een persoon kan aangemoedigd worden door een mondelinge bemoediging zoals: komaan je
kan het, goed gedaan, …
• In een videoboodschap zijn soms bepaalde zaken verdraaid zodat ze weergegeven kunnen
worden.
Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Informatie over de Klassieke en Moderne Olympische Spelen verwoorden (WOti4, WOti5)
2. In groepen informatie over de Olympische Spelen verwoorden (WOti4, OWti5)
3. Tijdens een opdracht elkaar mondeling aanmoedigen (SErv3)
4. Inzien dat de informatie die ze in een videoboodschap zien niet noodzakelijk helemaal correct
weergeven is.
2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
• Bijlage 1: PowerPoint
• Bijlage 2: Spel
- Spelregels
- Brief voor deelnemers
- Spelbord
- Opdrachtenkaartjes
- Vraagtekenkaartjes
- Uitroepingskaartjes
Materiaal / locatiewijziging:
• De leerlingen zitten in viertallen
• Materiaal: spel (zie bijlagen + pionnen + muntje om te dobbelen)
• Bord
• Quiz
Lesopbouw
Organisatie
De leerlingen hebben nog niks nodig. Ze komen ook nog nergens aan en kijken gewoon naar voor.
De klas zal wel al zo opgesteld zijn dat ze per vier zitten.
Verloop
Op het bord staat mijn PowerPoint (bijlage 1).
Hier staan de olympische ringen geprojecteerd.
Waar denken jullie dat deze les over gaat gaan als je kijkt naar wat er op bord staat? (kd antw
- Ik neem aan dat de olympische spelen wel eens aan bod zullen komen.
Organisatie:
De leerlingen zitten nog steeds in hun groepjes. Ze kijken naar het bord.
Verloop:
Ik laat de leerlingen de tabel over de Klassieke Spelen op mijn PowerPoint (bijlage 1) zien. Nadien laat
ik ze het videofragment tot 3’44’’ zien en vullen we samen de tabel in op mijn PowerPoint.
Vervolgens laat ik ze het tweede deel van het fragment, over de Moderne Spelen, zien en vullen we
samen de tweede tabel in.
3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
Ik vraag hun ook of er verschillen waren tussen wat ze zagen en de persoon zei.
- De persoon zei dat ze naakt speelden, maar in de video hebben ze wel nog iets aan.
Organisatie
De leerlingen zitten in groepjes en werken ook heel de tijd in deze groepjes.
Verloop:
Zoals jullie zien ligt er heel wat materiaal voor jullie op tafel. Jullie mogen het blad waar 1 opstaat (zie
bijlage 2, brief) lezen. 1 iemand uit de groep leest dit voor, maar niet te luid. De andere groepjes
mogen niet mee kunnen luisteren.
Ik geef ze hier twee minuutjes voor.
Ik kijk of ze het snappen, indien niet toon ik eens hoe het zal gaan
Ze hebben ook spelregels bij hun liggen, die ze kunnen raadplegen als ze iets niet meer weten.
4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
Jullie mogen nu het spel spelen. Probeer elkaar een complimentje te geven als iemand iets goed
gedaan heeft. Geef eens een voorbeeld van zo een complimentje? (kd antw)
Probeer ook zachtjes te praten. Het is de bedoeling dat je buur je hoort, maar niet dat heel de klas je
kan horen.
Verloop:
De leerlingen krijgen per twee een laptop, waarmee ze de quiz kunnen meedoen.
Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.