Verbametvastprep Bijzin-Invuloefening

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 1

Voorbeeld:

Houden van – (sneeuwen)

Ik hou ervan als het sneeuwt.

Hou jij daar ook van?

Ja, ik hou daar ook van . / Nee, ik hou daar niet van.

1. Bang zijn voor – gevaarlijke honden zonder leiband rondlopen

 Ik ben er bang voor als de gevaarlijke honden zonder leiband rondlopen

Ben jij daar ook bang voor?

 Ja, daar ben ik ook bang voor

2. Een hekel hebben aan – te veel mensen op de bus (zitten)

 Ik heb daar een hekel aan als te veel mensen op de bus zitten

Heb jij daar ook een hekel aan?

 Nee, daar heb ik geen hekel aan…

3. Zich ergeren aan – op de trein luid met smartphone (bellen)

 Ik erger me daaraan als ik op de trein luid met smartphone bel

Erger jij je daar ook aan?

 Ja, daar erger me ook aan…

4. Blij zijn met – de zon (schijnen)

 Ik ben er blij mee als de zon schijnt

Ben jij daar ook blij mee?

Ja, daar ben ik ook blij mee

5. Genieten van – (regenen)

Ik geniet daar van als het regent

Geniet jij daar ook van?

 Ja, daar ik geniet ook van

6. Last hebben van – hondenpoep op straat (liggen)

 Ik heb er last van als de hondenpoep op straat liggen

Heb jij daar ook last van?

 Ja, daar heb ik ook last van

You might also like