Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 5

CKV Culturele activiteit Beeldend:

MUSEUM – BEZOEK (H4/V4)


BEZOEK EEN VIRTUEEL MUSEUM.
MAAK DE ONDERSTAANDE OPDRACHTEN EN GEBRUIK DE BIJGEVOEGDE KIJKWIJZER

Er zijn veel virtuele tours door musea over de hele wereld mogelijk. Deze opdracht begint
met zo’n virtuele tocht door een museum. Kies een museum waar je een tour doorheen gaat
maken. Bijvoorbeeld:

1. British museum London.


2. Guggenheim museum New York.
3. National Gallery of Art Washington,
4. Musee d'Orsay Parijs.
5. National Museum of Modern and Contemporary Art Seoul.
6. Rijksmuseum Amsterdam
7. van Gogh museum Amsterdam.
8. The J. Paul Getty Museum Los Angeles.
9. Uffizi Gallery Florence.
10. MASP Sao Paulo.
11. Fotografie museum in Winchester virtual tour: https://griffinmuseum.org/virtual-
tour/
12. Vaticaan Museum virtuele tour.
www.museivaticani.va/cOntent/museivaticani/e_n/collezioni/musei/tour-
virtualfretencostamt
13. Frida Kahlo museum in Mexico: https://artsansiculture.google.com/partner/museo-
frida-kahlo
14. Virtuele tour door de Hermitage in Rusland:
https://wvvw.youtube.com/watch?v=49YeFsxlaw
15. Via videoland:
Het nieuwe rijksmuseum (documentaire).
Het oor van van Gogh (documentaire).

https://www.travelandleisure.com/attractions/museums-galleries/museums-with-virtual-
tours.
Zoek eens in Google op ‘virtual museum’ voor nog meer inspiratie.
Mocht je een ander museum vinden met een virtuele tour kan dat natuurlijk ook. Check dit
voor de zekerheid dan bij je docent.

MAAK EEN SCREENSHOT VAN JE TOUR DOOR HET MUSEUM .


PLAATS DEZE FOTO IN JE DOCUMENT.
MAAK NU DE OPDRACHTEN DIE OP DE VOLGENDE PAGINA’S STAAN :

TIP: Lees eerst de hele opdracht goed door.


KUNSTGESCHIEDENIS/KUNSTBESCHOUWING OPDRACHTEN

Het is niet gemakkelijk om als kunstenaar vernieuwend te zijn. Van alle kanten word je
beïnvloed door beelden en inzichten. Via de media komt van alles naar je toe.

Vroeger was dat anders. Reizen kostte tijd zonder vliegtuig en auto en men leefde daardoor
maar in een beperkt gebied binnen een kleine gemeenschap. Een enkeling trok de wereld in
en kwam terug met nieuwe inzichten en ervaringen uit andere streken.

Zo reisden sommige Hollandse schilders naar Italië om de kunst te gaan zien. Zij
bestudeerden en kopieerden de schilderijen van hun voorgangers. Weer thuis maakten zij
werk dat sterk beïnvloed was door de Italiaanse kunstenaars. Via deze kunstwerken namen
de ‘achterblijvers’ kennis van de nieuwste ontwikkelingen. Ook Rembrandt was zo’n
‘achterblijver’. Hij is nooit naar Italië geweest, maar hij kende wel het werk van tijdgenoten
die op reis waren geweest.

Bij de volgende opdrachten zoek jij naar overeenkomsten tussen verschillende werken van
verschillende kunstenaars. Dankzij boeken en het internet is het nu goed mogelijk en veel
makkelijker kunstwerken uit verschillende landen en jaren met elkaar te vergelijken.

OPDR. 1: VOORBEREIDENDE OPDRACHT.

A1: Zoek twee kunstwerken op in het museum waar je een virtuele tour hebt gemaakt. Het
mogen schilderijen, beeldhouwwerken of andere kunstwerken zijn. Zoek twee werken die
voldoende van elkaar verschillen in onderwerp of uitwerking zodat je onderstaande
opdrachten kunt maken.

A2: Zoek van beide kunstenaars op in welke tijd ze leefden. Zoek ook op in welk jaar de
kunstwerken zijn gemaakt.

B: Teken een tijdlijn van de periode 1600 tot nu of pas hem zo aan dat beide werken een
plaats kunnen krijgen.

B1: Print een afbeelding van jouw beide kunstwerken en plaats deze bij de kunstperiode
waaronder zij vallen.

B2: Zoek de stroming op waartoe deze kunstenaars behoren en schrijf die erbij.

C: Geef de kenmerken aan van de stroming waarbinnen de twee kunstenaars werken in


ongeveer 25 woorden.

D: Zoek nog drie werken van verschillende kunstenaars met hetzelfde onderwerp maar uit
andere / verschillende periodes, print deze ook uit en plaats ze op de tijdbalk.

Maak een foto van je tijdbalk en zet deze in je document (of doe dit allemaal digitaal)
OPDR. 2: ALGEMEEN.

A: BESCHRIJF PER KUNSTWERK:

1) Wat zie je op de Kunstwerken, wat is er afgebeeld?

2) Hoe kijken en voelen de mensen zich? Waarom denk je dat? Als er geen mensen zijn
afgebeeld, geef dan duidelijk aan waar de onderdelen staan en hoe ze ten opzichte van
elkaar voorkomen.

3) Beschrijf de kleuren, het kleurgebruik.

4) Beschrijf het kleurgebruik voor wat donker/licht betreft.

5) Wat voor een gevoel krijg je als je naar het schilderij kijkt?

6) Vind je het een mooi kunstwerk? Waarom wel/niet?

7) Welke naam zou je zelf aan de werken geven?

Gebruik bij bovenstaande vragen de kijkwijzer kunstwerken.

B KUN JE IETS MEER VERTELLEN OVER HET VERHAAL, DE SFEER OF HET ONDERWERP VAN HET
KUNSTWERK?

C: HEBBEN DE TWEE KUNSTENAARS ELKAARS WERK KUNNEN ZIEN? KUNNEN ZE DOOR ELKAAR
BEINVLOED ZIJN?

OPDR. 3: VERGELIJK.

A Noem twee overeenkomsten die je ziet in de twee kunstwerken. Kijk naar onderwerp,
vorm, kleur, licht en dergelijke.

B Noem twee belangrijke verschillen in de twee kunstwerken.

C Passen de twee werken bij elkaar of verschillen ze juist. Licht je antwoord toe!

OPDR. 4: BOODSCHAP.

Een kunstenaar kan verschillende redenen hebben om een kunstwerk te maken. Gewoon
omdat hij het leuk vindt of omdat er een opdracht ligt. Misschien wil hij de wereld iets
vertellen. Soms doet een kunstenaar een onderzoek naar vormen/kleuren die hem/haar
aanspreken.
Beantwoord voor elk kunstwerk:

A Wat willen de makers met het kunstwerk vertellen? Waarom hebben ze het werk
gemaakt?

B Is er een duidelijke boodschap te lezen in het werk?


C Is er sprake van symboliek in het schilderij? Zo ja, licht toe! Geef van onderdelen in het
kunstwerk aan waar het symbool voor staat. Als je niet weet wat symboliek is, zoek het dan
op!

D Het belangrijkste van een kunstwerk:

• Vorm; hoe het kunstwerk eruit ziet,


• Inhoud; Wat vertelt het kunstwerk?
• Functie; Het doel van het kunstwerk. Waarom het gemaakt is.

Geef aan welke van de bovenstaande onderdelen voor deze kunstenaars het belangrijkste is.
Leg uit!

OPDR. 5: ABSTRACTIE.

Figuratief / realistisch, geïdealiseerd, gestileerd, vervormd, niet-figuratief / abstract.


In hoeverre verbeeld het kunstwerk de werkelijkheid? Waaraan kun je dat zien?
Hoe is de relatie tot de werkelijkheid? Ligt de werkelijkheid dichtbij of ver weg?
Naar welke werkelijkheid (van wie?) kijk je eigenlijk?

Beantwoord bovenstaande vragen voor beide kunstwerken.

OPDR. 6: SCHRIJF EEN VERHAAL OF GEDICHT OVER EEN VAN DE TWEE SCHILDERIJEN.

Kies voor één van jouw kunstwerken. Maak een keuze uit één van deze opties:

*Stel dat het kunstwerk dat je bekijkt een onderdeel is van een verhaal. Wat gebeurt er op
het kunstwerk? (Bijvoorbeeld: Waarom zitten die mensen daar, wat zouden ze denken. Hoe
leefden ze in die tijd denk je als je het schilderij ziet?)

*Beeld je eens in dat jij de kunstenaar bent of het onderwerp van de afbeelding en verzin
daar een verhaal bij.

*Een andere mogelijkheid bij deze opdracht is dat je bij een van de twee kunstwerken een
songtekst of gedicht zoekt waarvan jij vindt dat het past bij het werk. Leg dan ook uit
waarom je dat vindt.

*Stel dat je kunstwerk onderdeel is van een heel eigen wereld, hoe zou die er dan uitzien?

Ongeveer een half A4 eigen tekst voor deze laatste opdracht.

Succes!
Voorbeelden van kunstwerken die goed met elkaar te vergelijken zijn:

(s) Dennis Hopper, Ochtendzon < - > Johannes Vermeer, Lezende vrouw bij het venster
(b) Auguste Rodin, Danaïde < - > Henry Moore, Reclining Figure
(b) Gian Lorenzo Bernini, de vervoering van St. Teresa < - > Umberto Boccioni, Unieke
vormen van continuïteit.
(b) Oud Grieks, Kroisos Attica < - > Michelangelo, de David
(b,s) Ossip Zadkine, de Verwoeste Stad < - > Pablo Picasso, Guernica.
(s) Salvador Dali, Antropomorfe kast met laden < - > Henri Matisse, Odalisk in rode broek
(s) Amedeo Modigliani, Naakt op blauw kussen < - > Edouard Manet, Le Dejeuner sur L'Herbe
(s) Rembrandt, Hendrikje badend in water < - > Pierre Auguste Renoir Jonge badende vrouw.
(s) Keith Haring, Cruella de Vil < - > Salvador Dali Gezicht van Mae West
(s, b) Caspar David Friedrich, Der Wanderer über dem Nebelmeer < - > Antony Gormley
Angel of the north
(s) Roy Lichtenstein, Verdrinkend meisje <-> Edgar Degas, de Wasteil
(b) Alberto Giacometti, Narrow Bust < - > Constantin Brancusi, Torso van een jonge vrouw
(b) Shinkichi Tajiiri, Knoop Schiphol, 1974 < - > Guiseppe Penone,
(s) George Hendrik Breitner, de windstoot < - > Piet Mondriaan, tableau nr 1
(s) Paul Gauguin, portret van Atiti < - >Charley Toorop, Clowns voor de ruïnes van Rotterdam

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

De formele afspraken voor CKV zijn:

SLU: 10 klokuren, inclusief voorbereiding, “bezoek” aan museum en uitwerking / verslag.

Beoordelingscriteria:

Beoordelingscriteria CKV-verslag
Kwaliteit van je tekst
Kwaliteit van de vormgeving
Voldaan aan de deelaspecten zoals geformuleerd in de opdracht
Redelijkerwijs voldaan aan de gestelde SLU
Ingeleverd voor / op de gestelde deadline

Te laat regeling CKV-verslag


Inleveren van je CKV-verslag doe je voor de deadline = ………………………….
1 dag te laat = -1p
Tot 1 week te laat = -2p
Na 1 week te laat en tot de “terugkomdag handelingsdelen” (zie jaarrooster) = -4p
Daarna zal je verzuim als vermoeden van onregelmatigheid gemeld worden bij de
examencommissie en treedt artikel 7 uit het examenreglement in werking, waarbij
de examencommissie je een 1.0 kan toekennen.

You might also like